Een volksstemming in de Unie
ZUID-AFRIKAANSE NATIONALE
PARTIJ WENST DE REPUBLIEK
Dit jaar meer strijd tussen blanken
over staatsvorm dan over apartheid
Straks nog lid Gemenebest?
„SPORT"
ondergoed
Peek&Cloppenburg
KAB. -voorzi tter
aanval van
beantwoordt
A.R.K.A.
Oliepijpleiding van Rotterdam
naar Duitsland in bedrijf
I
Promotie voor de sport
H
Britten kwaad op
Verwoerd
Reportage door
Link van Bruggen
III
elke woensdag
jongensmarkt
Vier-jarig kind op
stoel vastgebonden
HET STRUCTUUR VRAAGSTUK
Muizenplaag in
Krimpenerwaard
Pompstation te Venlo officieel
in gebruik genomen
Vergiftigde selderij
en peterselie
Dr. H. A. M. Hermans
DINSDAG 28 JUNI 1960
PAGINA 3
Tere
per 2 stuks voordeliger
prima wasbaar
ijzersterk
singlet of slip
leeftijd 3 jaar
Ct.
Speciaal verlaagde J. M.
per 2 stuks 1>65
Ouders gaan uit
Het natuurschoon is, waar men ook komt, overweldigend in Zuid-Afrika. Op de foto een deel van de Walvisbaai in de
Zuidwesthoek, met op de voorgrond een troep flamingo's.
Op Uniedag, op 31 mei van dit jaar, sprak premier Verwoerd voor het
eerst na de mislukte aanslag op hem weer in het openbaar. Het was
in Bloemfontein, waar het vijftigjarig bestaan van de Unie feestelijk
werd gevierd en waar Gouverneur-Generaal Swart Afrikaner met een
fel nationalistisch verleden Zuid-Afrika als ,,'n wonder en 'n seën" af
schilderde. Wel honderdduizend mensen, voor negenennegentig procent
Afrikaans sprekenden, hadden zich, dol van vreugde, om hun „Ieier" ge
schaard en brachten hem de ene ovatie na de andere.
In Pietermaritzburg daarentegen was het stil. De Engels sprekenden, die
daar. zoals trouwens aan de hele Oostkust, de meerderheid vormen, waren
van oordeel, dat het vijftigjarig bestaan van de Unie als een rouwdag in
plaats van een feestdag geboekstaafd diende te worden. Ook de fanatieke
en daarom doorslaande apartheïdbestrijder Joost de Blank Engelsman van
Nederlandse origine en aartsbisschop van de Anglikaanse kerk in Zuid-
Afrika was deze mening toegedaan. Hij leidde een protestmars door Kaap
stad, waar drieduizend blanken, bruinen en zwarten achter dof roffelende
trommels liepen.
In Bloemfontein had zich toch ook nog
een incident voorgedaan. De gemeente
raad daar was in de grootste verlegen
heid gekomen door de feestverlichting,
die was aangebracht. Er waren rode
in plaats van oranje lampjes gebruikt
en er waren Afrikaners, die zich hier
gruwelijk aan hadden geërgerd. Fu
rieus lieten ze weten, dat de rode bol
letjes, mèt de witte en blauwe, die wa
ren ingeschroefd, de kleuren van de
.Union Jack", de Britse vlag, vertegen
woordigden. Dit was een belediging voor
Zuid-Afrika cn zeker voor deze Unie
dag, waar een gouden jubileum werd
gevierd.
Hoewel aan de feestelijkheden in
Bloemfontein zo goed als geen Brit
ten deelnamen, ztjn er maar weinig
Engels sprekenden geweest, die niet
naar de, ook over de radio te horen
redevoering van Verwoerd hebben ge
luisterd. Men verwachtte iets. Er was
stille hoop, dat de premier door de
revolverschoten van David Pratt en
ook door de felle reacties en schade
lijke boycott-acties van het buitenland
na Sharpeville een verzachting van
zijn apartneidsbeleid zou afkondigen.
Niets in deze richting gebeurde ech
ter. Verwoerd wierp zijn hele betoog
op de republiek, die er volgens hem ko
men moest en liet een duif van vrede
en vriendschap op, die echter drie me
ter van z'n voeten neerstreek.... Al
's avonds was in Engelssprekende krin
gen de wereld te klein. De Britten, die
bij traditie monarchisten zijn, voelden
zich dwars tegen de haren ingestreken.
En de volgende dag kwamen alle En
gelstalige kranten in het geweer. Als
voornaamste grief werd naar voren ge
bracht, dat Verwoerd de „schaamte
loosheid" had gehad de Uniedag voor
partij-politieke doeleinden te misbruiken
Niet de Unie, niet het hele Zuidafri-
kaanse volk, had hem tot uitgangspunt
gediend, maar uitgerekend de republiek
tegen welker totstandkoming zich een
groot deel der natie verzette. De kloof
tussen Afrikaans en Engels sprekenden
was breder in plaats .van smaller ge
worden. En de apartheidslyn zou blijven
zoals hij was, m.a.w.: ook de agitatie
in het buitenland.
De republiek is niet ..iets nieuws
voor de Nationale Partij. Sinds de
ondergang van de oude Boerenrepu
blieken door Brits geweld is er altijd
over gepraat en in 1942 is er zelfs al
een concept-constitutie in de Afri-
kaanstalige pers verschenen. Malan
heeft de republiek als stokpaardje ge
had, Strydom en nu ook Verwoerd.
En dat er sinds kort grote haast ach
ter de verwezenlijking ervan wordt ge
zet, bewijst niet alleen de Referen-
dumwet, die door de Volksraad is heen-
gejaagd, maar ook het feit, dat er
waarschijnlijk nog dit jaar een uit
spraak zal worden verlangd.
snaar
Voor de Afrikaner is de republiek als
een van de teerste snaren van zijn ziel.
Dit hangt samen zo heeft „Die Trans
valer" eens geschreven, met zijn verle
den en zijn levensbeschouwing. Zijn voor
ouders zijn uit de Republiek der Neder
landen gekomen en het republikeinse be
ginsel heeft al driehonderd jaar geleden
in Zuid-Afrika wortel geschoten. Ook al
is de republikeinse staatsvorm zestig jaar
geleden verdwenen na de twee jaar
feduurd hebbende vrijheidsoorlog tegen
ingeland de liefde van de Afrikaner
voor de republiek is nooit gedoofd. Zijn
republikeinse ideaal is zelfs zo krachtig,
aldus nog steeds „Die Transvaler", dat
veel mensen, die eerst tegen de repu
bliek waren gekant, thans overtuigde
aanhangers zfji. geworden.
Wat de Afrikaner in de republikeinse
•taatsvorm ziet, is in de eerste plaats
wel de herleving van het verleden. Hij
PeS?ert opnieuw de volledige onafhan-
«eijjkheid van Engeland, waarmee
dit althans volgens regeringszegslieden
niet bedoeld wordt, dat hij zijn land
uit het Gemenebest wil laten treden.
Wel echter, dat het, als de „zwarte"
republiek Ghana, „verlost" moet wor
den van de banden van de Britse kroon.
Zo in de loop der jaren heeft de
vorm, waarin de Afrikaner zijn repu
bliek wil gieten, meerdere verande
ringen ondergaan. De eerste, in 1942
gepubliceerde concept-constitutie, bij
welker opstelling de huidige premier
een belangrijke rol heeft gespeeld, was
volgens constitutionele kenners „open
lik en skaamteloos totalitair". Strij
dom, voor Verwoerd en na. Malan de
grote man van de Nationale Partij,
heeft er in de veertiger jaren meer
dan eens blijk van gegeven, dat hij
zich een republiek voorstelde, waarin
het staatshoofd en de premier een en
de zelfde persoon zouden zijn (net zo
als in de Boerenrepublieken dus!)
Het Afrikanervolk, zo heeft hij even-
zovele malen beweerd, dient zich te
genover de andere groepen: de Brit
se en Joodse elementen, te handha
ven. Strijdom heeft ook van de verar
ming van „ons mense" gesproken.
Ais Zuid-Afrika in het Gemenebest
blijft, heeft hij gezegd, zal het zich
onvermijdelijk met de beschouwingen
van het Gemenebest moeten vereen
zelvigen Het gevolg hiervan zou zijn,
dat „ons liberalistiese, imperialistiese
en kapitalistiese opvattinge moet hul
dig" en dat „ons eige leefwyse sal
verdwyn."
Deze openlijk uitgesproken en gepu
bliceerde opvattingen hebben de toch al
zo monarchistische Engels sprekenden
felle bestrijders van de republikeinse
idee gemaakt. De republiek is een van
de scherpste tegenstellingen tussen de
blanke bevolkingsgroepen geworden en
er zijn al heel wat explosies door ont
staan.
Verwoerds taktiek
Verwoerd zoekt het tegenwoordig in
een wat tactischer aanpak. Zonder zich
op het punt van de vorm der republiek
vast te leggen, heeft hij aangekondigd,
dat de functies van staatshoofd en pre
mier gescheiden moeten zijn en dat de
eerste buiten de partij-politiek moet
staan. Ook heeft hij gezegd, dat het niet
in de bedoeling ligt „die huidige konsti-
tusie van die Unie radikaal te verander
nie" en eigenlijk gesuggereerd, dat veel
van de constitutionele beginselen, die
door de Nationale Conventie van 1908-
1909 aanvaard zijn, ook in de republiek
erkend en geëerbiedigd worden.
Voor de rest is hij echter alleen maar
vaag geweest. Hij heeft niet ronduit be
weerd, dat de Nationale Partij ernaar
streeft Zuid-Afrika deel van het Geme
nebest te laten blijven. Wel heeft de mi
nister van Financiën, Donges, een eigen
aardig algebra-sommetje gemaakt, waar
uit zich de gedachte kan ontwikkelen,
dat dit, voorlopig althans, de bedoeling
hem heeft afgescheiden om de Progres
sieve Partij te vormen. De republiek,
zeggen beiden, zal ons in het ongeluk
storten. Zelfs als het in de bedoeling
van Verwoerd ligt in het Gemenebest te
blijven, dan is het niet Zuid-Afrika, dat
hierover beslist, maar de leden-sta-
ten. De tekenen wijzen erop, dat de re
geringen van de betreffende landen zo
gebelgd zijn over het apartheidsbelcid
van Verwoerd, dat Zuid-Afrika er wel
eens naast zou kunnen komen te staan.
Dit zou niet anders dan een catastro
fe betekenen. Het contact met onze
partners over defensie- en andere „fa-
milie"-zaken zullen we nooit kunnen mis
sen. En hetzelfde geldt voor de econo
mische voordelen, die we genieten, dank
zij o.m. de laagte der tariefmuren.
Garanties
Beide politici komen pas goed in
het geweer, als ze de vorm van de re
publiek beschouwen, welke door Ver
woerd wordt voorgestaan. Waar zijn de
■garanties, zo vragen ze zich af, dat
Zuid-Afrika een democratisch gere
geerd land blijft? Het is waanzin over
de republiek te stemmen, voordat haar
constitutie is bekend gemaakt. Boven
dien gaat het niet aan de brede volks
wil uit te schakelen, als het om een zo
belangrijke zaak als de verandering
van staatsvorm gaat (Verwoerd heeft
verklaard, dat hü al een mandaat meent
te hebben gekregen, als de republikei
nen slechts één stem meer behalen).
Even erg js het alleen de blanken te la
ten beslissen, daar de belangen van de
kleurlingen, de Indiërs en de naturel
len er ten nauwste mee samenhangen.
Hoe staan de kansen. Niemand kan
het zeggen. Zowel in het Boeren- als
Brittenkamp (resp. 55 en 45 procent)
bevinden zich mensen, die niet met de
groep mee zullen willen stemmen. In
dit verband is het misschien ook be-
langrük te weten, dat de Nationale Par
ty numeriek by een minderheid regeert.
Niet het evenredige kiesstelsel is in
Zuid-Afrika in zwang, maar, zoals in
Engeland, het districtenstelsel, dat
stemmen, welke op de verliezende par
ty worden uitgebracht, doet verloren
gaan.
Regeringsparty en oppositie heb
ben zich tot de strijd aangegord, die
pas op de dag van het referendum
beslist kan worden (in oktober wordt
algemeen aangenomen). De propa
gandistische kanonnen zyn al in stel
ling gebracht. Jannie Kruger, voor
malig hoofdredacteur van „Die Trans
valer" en tegenwoordig cultureel ad
viseur van de Zuidafrikaanse Uitsaai
is. A is Zuid-Afrika, zo heeft hy gezegd,
B is de monarchie en C is de republiek.
De conferentie van premiers van de Ge-
menebestlanden in Londen nu heeft dui
delijk gemaakt, dat A en B welkom zou
den zijn en dat B gelijk is aan C. Daar
om moeten A en C ook welkom zijn.
Verschillende Afrikaners zien de re
publiek als middel om de tegenstellin
gen tussen de blanken te overbruggen.
Hoofdredacteur Piet Cillié van „Die
Burger" gematigd nationalistisch
en in Kaapstad verschynend be
schouwt de republiek als een neutrali-
sator van de moeilykheden tussen Boe
ren en Britten. „Het kan een basis
worden, waarop we gezamenlijk het
apartheidsprobleem kunnen aanpak
ken," vertelde hy. „Wat we in de eer
ste plaats nodig hebben, is een breed
front tegen de zwarte vloedgolf, die
over ons heen dreigt te slaan. Grote
re eenheid tussen ons blanken acht ik
zeer wel mogelyk. Ook Hertzog en
Smuts gingen eens een coalitie aan."
Kan grotere nationale eenheid door de
Korporatie, maakt in zyn veel bekri-
ticeerde radio-rubriek „South Afri
can Scene" veel reclame voor de re
publiek. En de heer G. Steenkamp
van Rosettenville is vreselijk boos op
de heer Du Plessis geworden, het
hoofd van de (Afrikaanse) La Rochel-
le lagere school. „M'n achtjarig doch
tertje", bulderde hü, „kwam de ene
dag thuis met een pro-republikeins
folder, die ze van haar klasse-onder-
wüzer had gekregen, en vroeg me
de andere dag om een byërage voor
het republikeinse fonds van de school.
Dezelfde avond bestond ze het nog hard
tegen me te schreeuwen: „We moe
ten beslist een republiek hebben",
terwyl ze er geen lor van snapt".
De mogelijkheid bestaat, dat het ge
vecht om de republiek het apartheids
probleem wel eens kan gaan over
schaduwen. Dit jaar althans en natuur
lijk uitsluitend voor de blanken in
Zuid-Afrika
(Nadruk verboden).
Medische verzorging in een lokasie bij Johannesburg. Aan de gezichten is wel te
merken, dat er vrees voor de injectie-naald bestaat.
(Advertentie)
(kleine stijging per moot)
UTRECHT, 28 mei Zondagmiddag
trok een echtpaar uit de Oranjestraat
er met drie kinderen op uit om te
gaan zwemmen in het Merwedekanaal.
Een vier-jarig zoontje werd alleen thuis
achtergelaten. Het kind zou volgens de
ouders vrij lastig zijn en daarom had
den zij het met touwen en riemen aan
een stoel vastgebonden. Gealarmeerd
door het erbarmelijk huilen van het
ventje, kwamen de buren te hulp. Ze
verlosten het kind uit zijn pijnlyke toe
stand en brachten het naar het politie
bureau.
Laat in de middag keerden de ouders
huiswaarts, waar de buurtgenoten hen
opwachten. De vader werd met een
pak slaag afgestraft.
HILLEGOM, 28 juni Van een tuin
alhier is gisteren een hoeveelheid pe
terselie en selderie ontvreemd, die za
terdag is bespoten met paration. een
zwaar vergif, dat bü Inwendig gebruik
dodelük is. De groepscommandant van
de rükspolitie heeft in verband hierme
de een waarschuwing uitgegeven, waar
in de bevolking in en rond de gemeen
te wordt aangeraden de uiterste voor
zichtigheid te betrachten bü het ge
bruik van peterselie en selderie van on
bekende herkomst. Er wordt op gewe
zen, dat het vergif eerst na geruime
tüd zün dodelyke werking heeft.
(Van onze Limburgse redactie)
GELEEN, 27 juni Tijdens de gis
teren gehouden Bondsraadsvergade
ring van de Nederlandse Katholieke
Mynwerkersbond heeft de voorzitter van
de K.A.B., de heer A. Middelhuis, op
nieuw het structuurvraagstuk van de
katholieke organisaties aangesneden.
Ten onrechte, aldus de heer Middelhuis,
verwyten bepaalde groeperingen van
mediale werkers en hoger leidinggevend
personeel de K.A.B., dat deze hen bui
ten de deur wil laten staan. Dit is be
slist onjuist, zo meent spreker, aange
zien zijn organisatie bereid is om eraan
mee te werken, dat ook deze groepe
ringen een behoorlyke plaats zullen krü-
gen bij het sociaal-economisch overleg.
Deze medewerking wil evenwel
-niet zeggen, zo stelde de heer Middel
huis nadrukkelük vast, dat de K.A.B.
hetgeen naar hij zei sommige pers
organen, o.a. „de Tüd-Maasbode" wel
eens suggereren zou moeten plaats
maken voor een andere organisatie.
Daar is de KAB nog niet aan toe,
aldus spreker en evenmin is zü dit
van plan. De mediale werkers en het
hoger leidinggevend personeel zyn
qua ontwikkeling en intellect vóór op
de K.A.B.'ers, maar achter in orga
nisatorisch opzicht. Met betrekking
tot het sociaal-economisch overleg,
waarbü de vakcentrales wel een rol
spelen, staan zü buiten spel. Hoe de
genoemde groeperingen een plaats by
dit overleg moeten vinden, zeide voor
zitter Middelhuis op dit moment niet
te weten. De plaats, die de K.A.B. bü
genoemd overleg inneemt, heeft zij ten
koste van grote offers veroverd.
Met waardering citeerde de heer Mid
delhuis een passage uit een onlangs
door de voorzitter van het Katholiek On-
derwüzersverbond, de heer Joh. Derk-
sen, gehouden rede, waarin deze onder
meer zei, dat de onderwyzers niet mee
spelen in het samenspel van de maat-
schappelyke krachten, die het sociaal-
economisch beleid richting geven en dat
deze toestand onaanvaardbaar is.
Geen waardering zeide de heer Mid
delhuis te kunnen opbrengen voor een
schamper artikel in het weekblad van
A.R.K.A. d.d. 25 juni, waarin de stel
ling wordt geponeerd, dat de K.A.B. nog
niet zou weten wat zij wil en dat zij
daarom ook nog niet weet, wat anderen
willen. Een dergelijke toon is, volgens
de K.A.B.-voorzitter, niet geschikt om
met de A.R.K.A. te gaan praten. Wan
neer de A.R.K.A. meent op deze ma
nier iets te kunnen bereiken, dan kan
deze organisatie ervan verzekerd zijn,
dat de K.A.B. met haar niet wenst te
praten, aldus spreker. Voor overleg is
een andere toon nodig. Wij weten beslist
wel, wat wy willen, zo vervolgde de
heer Middelhuis, en wij weten ook wat
anderen willen.
Ook bestreed spreker de wel eens ge
hoorde kritiek, als zou de K.A.B. met
over toekomstperspectieven beschikken.
In het verleden, zo meende de K.A.B.-
voorzitter, is door de katholieke arbei
dersbeweging veel opgebouwd, dat van
enorme waarde is. Het is zaak om het
verworvene te behouden, maar ook om
de mens op een hoger cultureel, gods
dienstig en zedelük niveau te brengen.
Daarop doelen ook de bisschoppen, al
dus de heer Middelhuis, wanneer zü
spreken over een grotere integratie van
het stands- en vakorganisatorische werk.
Hoe deze integratie precies tot stand
moet komen, ook dat zei spreker nog
niet te weten. Door overleg kan veel
republiek worden bereikt? Zal de door
Smuts nagestreefde „Unie van Broeders"
er door verwezenlükt kunnen worden?
Als men de furieus opklinkende stem
men in het oppositie-kamp beluistert,
gaat men er beslist aan twijfelen.
Sir Villiers de Graaff, leider van de
Verenigde Party, heeft zich inzake de
bestrijding van de republiek naast dr.
Jan Steytler geplaatst, die zich het vo
rige jaar met elf parlementsleden van
GOUDA, 28 juni De boeren in de
Krimpenerwaard zijn bij het hooi-bou-
wen tot de ontdekking gekomen, dat
er een grote muizenplaag woedt in hun
landen. Overal, maar het meest op de
wat hoger gelegen weiden, wemelt het
van de muizengaatjes. De muizen vre
ten niet alleen het hooi op, maar ook
de jonge grassprietjes, die na het hooi
en overblijven, zodat de tweede hooi-
of grasoogst ernstig wordt bedreigd.
De oorzaak van deze grote muizen
plaag in de Krimpenerwaard wordt ge
zocht in de droge zomer van verleden
jaar en de daarop volgende zachte win
ter. De muizen hebben zich in die pe
riode snel kunnen vermenigvuldigen.
In regenachtige perioden verdrinken er
vele jonge muizen in het nest, omdat
de gangen daarheen dan vol water lo
pen, maar aan deze regen heeft het
ontbroken.
(Van onze Limburgse redacteur)
VENLO, 28 juni Met enig cere
monieel heeft burgemeester dr. L. de
Gou gisteren aan de Herungerweg al
hier een oliepompstation in gebruik ge
steld. Dit station vormt een belangrij
ke schakel bij het olietransport van
Rotterdam naar Duitsland, waarvoor
de Rotterdam-Rijn Pijpleiding Mij. in
de voorbije drie jaar een meer dan
.tweehonderd km. lange leiding heeft
aangelegd.
Voorlopig worden per jaar 8,5 mil
joen ton ruwolie, die met tankers in
Rotterdam worden aangevoerd, via de
thans gereedgekomen pijpleiding naar
Venlo getransporteerd, waar drie grote
tanks, elk met een inhoud van 13.000
m3, staan opgesteld. Van hieruit wordt
de olie door middel van twee pompen
naar Gelsenberg bij Wezel en binnen
kort ook naar Godorf bij Keulen ge
pompt.
Met een druk op een knop stelde dr.
de Gou de pompinstallatie voor de
pijpleiding naar Gelsenberg in werking.
Dr. De Gou sprak er zijn vreugde
over uit. dat het oliepompstation vandr. Löns.
de grootste oliepijpleiding in West-
Europa in deze stad gevestigd is. Al
was het alleen maar vanwege het feit
dat dit station met een elektriciteits
verbruik van bijna een miljoen gulden
per jaar de grootste afnemer van het
elektriciteitsbedrijf van Venlo is. Na
realisatie van de geplande uitbreidingen
het pompstation wordt in de toe
komst, wanneer per jaar twintig mil
joen ton ruwolie van Rotterdam naar
Duitsland worden getransporteerd, nog
met twee nieuwe pompen en negen
tanks uitgerust zal de Venlose olie-
pompinstallatie net zoveel elektriciteit
afnemen als alle andere elektriciteits
verbruikers van deze stad tezamen.
Bij de ingebruikstelling van het pomp
station en de olieleiding, waarvan de
kosten respectievelijk 1,3 min en rond
110 min. hebben bedragen, waren ve
le functionarissen van de Rotterdam-
Rijn Pypleiding Mij., een dochteronder
neming van de oliemaatschappijen
Shell, Caltex en Mobiloil, aanwezig als
mede tal van autoriteiten, onder wie
de Duitse ambassadeur te Den Haag,
worden bereikt, zo zei de voorzitter. Hij
bestreed daarbü de opvatting, als zou
de K.A.B. geen overleg wensen, maar
alleen van bovenaf alles aan anderen
zou willen opleggen.
Tenslotte merkte spreker nog op, dat
men thans wel eens al te gemakkelyk
spreekt over de opheffing van de dioce
sane bonden, maar dat volgens hem
wel iets meer respect op zyn plaats
zou zijn voor datgene, wat door deze bon
den op godsdienstig, zedelük en cultu
reel terrein is gedaan. Van de N.K.M.B.
vroeg de heer Middelhuis trouw aan de
K.A.B, Hy van zün kant beloofde de
N.K.M.B., die in de Limburgse K.A.B.
een unieke plaats inneemt, dat deze vak
organisatie steeds op de K.A.B. kan re
kenen.
N.K.B.M.-voorzitter F. Dohmen be
steedde in zijn openingsrede veel aan
dacht aan de moeilykheden op de ko-
lenmarkt. Merkwaardig en verontrv .-
rustend tegelijk, noemde de heer Doh
men het, dat de mijnindustrie geen aan
deel heeft gehad in de economische op
gang, welke 1959 in andere bedrijfstak
ken te zien heeft gegeven.
Beangstigende cüfers tonen aan, dat
de mynen niet, zoals sommigen nog al
tijd menen met conjuncturele, maar met
structurele moeilykheden hebben te
kampen. Het aantal ondergrondse mün-
werkers liep in de zes K.S.G.-landen te
rug van 670.000 tot 550.000; de ltolen-
produktie was in 1959 4,5 pet lager dan
in 1958; de cokesproduktie zelfs 5,5
pet.; in Zuid-België werden 24 van de
105 münschachten gesloten en in het
Ruhrgebied 11 van de 135.
Deze cyfers wettigen de vraag:
„Wat zal de toekomst nog brengen?"
aldus spreker. Volgens hem is een ge
coördineerd energiebeleid, opgesteld
en uitgevoerd in het kader van de
Europese Gemeenschap en onder lei
ding van dit orgaan, de enige, onmis
bare voorwaarde om de huidige ko-
lencrisis op te lossen. Ondanks alle
moeilijkheden rond en alle kritiek op
de K.S.G. gaf de heer Dohmen als
zijn mening te kennen, dat het abso
luut noodzakelük is om krachtig te
blyven streven naar eenheid. Alleen
de Europese eenheid, zo zei hü, is de
basis voor de welvaart in de toekomst.
In het belang van een doeltreffend
werkende Europese gemeenschap acht
de heer Dohmen het gewenst, dat de
thans naast eikaar bestaande drie ge-
meenschappelyke instituten er toe moe
ten komen om één centrale beleids- en
uitvoeringsinstantie voor de gehele ge
meenschap te vormen met een zo sterk
mogelijk bovennationaal karakter en al
leen maar verantwoording verschuldigd
te zün aan één parlement, dat door di-
rekte Europese verkiezingen tot stand
komt.
Na een toespraak van bondsadviseur
mgr. K. Roncken, die de apostolische
taak van de vakorganisatie op het ter
rein van de kerstening van de arbeid
schetste, aanvaardde de vergadering het
actieprogramma 1960—1961.
In dit programma bepleit de
N.K.M.B. een verdere verkorting van
de arbeidstijd zowel voor boven- als
ondergronders. Thans is de situatie zó,
dat de ondergronders, inclusief de ver
plichte feestdagen, elke veertien dagen
één extra vrije dag hebben. Gelet op de
zwaarte van de mynarbeid en terwille
van de noodzakelijkheid om het werk in
de mynen aantrekkelijk te maken, acht
de N.K.M.B. een spoedige verdere ver
korting van de arbeidsduur gewenst. Bo
vendien staat de N.K.M.B. op het stand
punt, dat de akkoordionen in de mjjn-
Industrie moeten worden afgeschaft.
n universiteitskringen in
Leuven wordt het proef
schrift „Een gemeentelijk
experiment ten aanzien van het
scheppen jan de mogelijkheid
tot het beoefenen van terrein-
sporten" al een historisch proef
schrift genoemd. Verantwoorde
lijk voor dit proefschrift is dr.
H. A. M. Hermans, die zaterdag
de s van drs. heeft mogen
wegschrappen. Hij promoveer
de in dit Belgische univer-
citeitsstadje magna cum laude
tot doctor in de lichamelijke
oefening. Dat is in Nederland
nog beslist een weinig voorko
mende titel. De enkelingen die
deze titel mogen voeren, hebben
de heer Hermans als een soort
van padvinder op hun weg aan
getroffen. Want de heer Her
mans was de eerste Nederlander
die in Leuven tot de studie in
de lichamelijke opvoeding werd
toegelaten. Hij stond officieel
ingeschreven als student in de
medicijnen. De studie lichame
lijke opvoeding ressorteert on
der deze faculteit. Verscheidene
bekende Nederlanders heeft de
heer Hermans daarna in Leuven
voor dezelfde studierichting ge
ïntroduceerd. Dr. van Zijl
(N.O.C.), dr. Rijsdorp (inspec
tie onderwijs) en dr. Carlier (voormalig trainer Nederlandse schaatsequipe)
gingen hem voorbij en promoveerden eerder.
„Ik ben blij dat ik in Delft twaalf jaar ervaring heb opgedaan, alvorens
te promoveren," zo zegt de op 12 augustus 1922 in Heerlen, onder de rook
van de Oranje Nassau-mijnen geboren heer Hermans. Hij haalde in 1947
zijn doctoraal examen. „Ik heb nu een proefschrift kunnen schrijven, dat
zeer actueel is en dat heel wat gemeentebesturen wat te bieden heeft," zo
zegt hij. Het probleem van de sportaccommodatie is inderdaad actueel. Werd
niet onlangs in de sportnota gezegd dat Nederland op het gebied van de
accommodatie voor de sport aan de top staat? Dat is zeker niet waar," zegt
de heer Hermans. „Men heeft wel de accommodaties geteld, maar niet de
capaciteit daarvan. Nederland staat wat betreft capaciteit er beslist niet
zo gunstig voor. En er is een grote achterstand in te halen, ook wat betreft
het onderwijs in de lichamelijke opvoeding. Volgens de heer Hermans zal
het wegwerken van die achterstand heel moeilijk te verwerkelijken zijn in
verband met het gebrek aan ruimte.
Het is om twee redenen niet vreemd dat drs. Hermans in Leuven is
gepromoveerd tot doctor. In Nederland bestaat geen verdere opleiding in de
lichamelijke opvoeding dan die voor het middelbaar onderwijs. En verder
voelt de heer Hermans zich bijzonder tot België aangetrokken. Zijn vader
was een Belg, die zich terwille van zijn enige zoon in 1939 liet naturaliseren.
Als deze zoon eens in overheidsdienst zou kunnen komen in Nederland,
moest hij Nederlander zijn. De nu overleden vader van de heer Hermans
heeft een vooruitziende blik gehad. Want er was voor zijn zoon in Delft
een overheidspost weggelegd. Die van ambtenaar voor de sport, later direc
teur van de gemeentelijke stichting voor de opvoeding en de sport. „Ik
had gelukkig geen voorganger," zo zegt de heer Hermans. Zo kon hij vol
gens zijn eigen ideeën te werk gaan. De kroon op dat werk was wel het
nieuwe sportpark voor Delft aan de Brasserskade, een fraai en deskundig
aangelegd complex van terreinen en een sintelbaan. Van zijn ervaringen
bij de aanleg van dat sportpark heeft hij nu voor zijn proefschrift gebruik
gemaakt.
Dr. Hermans is niet getrouwd. Ook dat was wellicht een handicap voor
spoedige promotie. „Veel van mijn vrije tijd heb ik in dienst van mijn
functie met verschrikkelijk veel werk doorgebracht," zo zegt hij. Hij is een
idealist. Zijn werk is zijn hobby.Want zelfs vissen „ik doe het erg graag
al is het niet zo'n verheven bezigheid" heeft nog wel wat met sport te
maken. Zoals misschien in andere zin ook zijn werk in het verzet in Noord-
Holland in menig opzicht sportief genoemd kan worden. „Ik heb nog
papieren en een medaille, maar ik weet niet meer in welke groep ik zat.
Wel weet ik dat ik nog commandant ben geweest van een kamp voor
gevangen N.S.B.-ers." Toen was hij drie-en-twintig jaar. Hij is nu bijna acht-
en-dertig. Zijn moeder is tachtig jaar. Aan haar en aan zijn vader heeft
hij zijn proefschrift opgedragen. En aan de sport, uiteraard. Aan zijn moeder
hoopt hij binnenkort de doctorsbul aan te bieden.