Een volksstemming in de Unie ZUID-AFRIKAANSE NATIONALE PARTIJ WENST DE REPUBLIEK Dit jaar meer strijd tussen blanken over staatsvorm dan over apartheid Straks nog lid Gemenebest? „SPORT" ondergoed Peek&Cloppenburg KAB. -voorzi tter aanval van beantwoordt A.R.K.A. Oliepijpleiding van Rotterdam naar Duitsland in bedrijf I Promotie voor de sport H Britten kwaad op Verwoerd Reportage door Link van Bruggen III elke woensdag jongensmarkt Vier-jarig kind op stoel vastgebonden HET STRUCTUUR VRAAGSTUK Muizenplaag in Krimpenerwaard Pompstation te Venlo officieel in gebruik genomen Vergiftigde selderij en peterselie Dr. H. A. M. Hermans DINSDAG 28 JUNI 1960 PAGINA 3 Tere per 2 stuks voordeliger prima wasbaar ijzersterk singlet of slip leeftijd 3 jaar Ct. Speciaal verlaagde J. M. per 2 stuks 1>65 Ouders gaan uit Het natuurschoon is, waar men ook komt, overweldigend in Zuid-Afrika. Op de foto een deel van de Walvisbaai in de Zuidwesthoek, met op de voorgrond een troep flamingo's. Op Uniedag, op 31 mei van dit jaar, sprak premier Verwoerd voor het eerst na de mislukte aanslag op hem weer in het openbaar. Het was in Bloemfontein, waar het vijftigjarig bestaan van de Unie feestelijk werd gevierd en waar Gouverneur-Generaal Swart Afrikaner met een fel nationalistisch verleden Zuid-Afrika als ,,'n wonder en 'n seën" af schilderde. Wel honderdduizend mensen, voor negenennegentig procent Afrikaans sprekenden, hadden zich, dol van vreugde, om hun „Ieier" ge schaard en brachten hem de ene ovatie na de andere. In Pietermaritzburg daarentegen was het stil. De Engels sprekenden, die daar. zoals trouwens aan de hele Oostkust, de meerderheid vormen, waren van oordeel, dat het vijftigjarig bestaan van de Unie als een rouwdag in plaats van een feestdag geboekstaafd diende te worden. Ook de fanatieke en daarom doorslaande apartheïdbestrijder Joost de Blank Engelsman van Nederlandse origine en aartsbisschop van de Anglikaanse kerk in Zuid- Afrika was deze mening toegedaan. Hij leidde een protestmars door Kaap stad, waar drieduizend blanken, bruinen en zwarten achter dof roffelende trommels liepen. In Bloemfontein had zich toch ook nog een incident voorgedaan. De gemeente raad daar was in de grootste verlegen heid gekomen door de feestverlichting, die was aangebracht. Er waren rode in plaats van oranje lampjes gebruikt en er waren Afrikaners, die zich hier gruwelijk aan hadden geërgerd. Fu rieus lieten ze weten, dat de rode bol letjes, mèt de witte en blauwe, die wa ren ingeschroefd, de kleuren van de .Union Jack", de Britse vlag, vertegen woordigden. Dit was een belediging voor Zuid-Afrika cn zeker voor deze Unie dag, waar een gouden jubileum werd gevierd. Hoewel aan de feestelijkheden in Bloemfontein zo goed als geen Brit ten deelnamen, ztjn er maar weinig Engels sprekenden geweest, die niet naar de, ook over de radio te horen redevoering van Verwoerd hebben ge luisterd. Men verwachtte iets. Er was stille hoop, dat de premier door de revolverschoten van David Pratt en ook door de felle reacties en schade lijke boycott-acties van het buitenland na Sharpeville een verzachting van zijn apartneidsbeleid zou afkondigen. Niets in deze richting gebeurde ech ter. Verwoerd wierp zijn hele betoog op de republiek, die er volgens hem ko men moest en liet een duif van vrede en vriendschap op, die echter drie me ter van z'n voeten neerstreek.... Al 's avonds was in Engelssprekende krin gen de wereld te klein. De Britten, die bij traditie monarchisten zijn, voelden zich dwars tegen de haren ingestreken. En de volgende dag kwamen alle En gelstalige kranten in het geweer. Als voornaamste grief werd naar voren ge bracht, dat Verwoerd de „schaamte loosheid" had gehad de Uniedag voor partij-politieke doeleinden te misbruiken Niet de Unie, niet het hele Zuidafri- kaanse volk, had hem tot uitgangspunt gediend, maar uitgerekend de republiek tegen welker totstandkoming zich een groot deel der natie verzette. De kloof tussen Afrikaans en Engels sprekenden was breder in plaats .van smaller ge worden. En de apartheidslyn zou blijven zoals hij was, m.a.w.: ook de agitatie in het buitenland. De republiek is niet ..iets nieuws voor de Nationale Partij. Sinds de ondergang van de oude Boerenrepu blieken door Brits geweld is er altijd over gepraat en in 1942 is er zelfs al een concept-constitutie in de Afri- kaanstalige pers verschenen. Malan heeft de republiek als stokpaardje ge had, Strydom en nu ook Verwoerd. En dat er sinds kort grote haast ach ter de verwezenlijking ervan wordt ge zet, bewijst niet alleen de Referen- dumwet, die door de Volksraad is heen- gejaagd, maar ook het feit, dat er waarschijnlijk nog dit jaar een uit spraak zal worden verlangd. snaar Voor de Afrikaner is de republiek als een van de teerste snaren van zijn ziel. Dit hangt samen zo heeft „Die Trans valer" eens geschreven, met zijn verle den en zijn levensbeschouwing. Zijn voor ouders zijn uit de Republiek der Neder landen gekomen en het republikeinse be ginsel heeft al driehonderd jaar geleden in Zuid-Afrika wortel geschoten. Ook al is de republikeinse staatsvorm zestig jaar geleden verdwenen na de twee jaar feduurd hebbende vrijheidsoorlog tegen ingeland de liefde van de Afrikaner voor de republiek is nooit gedoofd. Zijn republikeinse ideaal is zelfs zo krachtig, aldus nog steeds „Die Transvaler", dat veel mensen, die eerst tegen de repu bliek waren gekant, thans overtuigde aanhangers zfji. geworden. Wat de Afrikaner in de republikeinse •taatsvorm ziet, is in de eerste plaats wel de herleving van het verleden. Hij PeS?ert opnieuw de volledige onafhan- «eijjkheid van Engeland, waarmee dit althans volgens regeringszegslieden niet bedoeld wordt, dat hij zijn land uit het Gemenebest wil laten treden. Wel echter, dat het, als de „zwarte" republiek Ghana, „verlost" moet wor den van de banden van de Britse kroon. Zo in de loop der jaren heeft de vorm, waarin de Afrikaner zijn repu bliek wil gieten, meerdere verande ringen ondergaan. De eerste, in 1942 gepubliceerde concept-constitutie, bij welker opstelling de huidige premier een belangrijke rol heeft gespeeld, was volgens constitutionele kenners „open lik en skaamteloos totalitair". Strij dom, voor Verwoerd en na. Malan de grote man van de Nationale Partij, heeft er in de veertiger jaren meer dan eens blijk van gegeven, dat hij zich een republiek voorstelde, waarin het staatshoofd en de premier een en de zelfde persoon zouden zijn (net zo als in de Boerenrepublieken dus!) Het Afrikanervolk, zo heeft hij even- zovele malen beweerd, dient zich te genover de andere groepen: de Brit se en Joodse elementen, te handha ven. Strijdom heeft ook van de verar ming van „ons mense" gesproken. Ais Zuid-Afrika in het Gemenebest blijft, heeft hij gezegd, zal het zich onvermijdelijk met de beschouwingen van het Gemenebest moeten vereen zelvigen Het gevolg hiervan zou zijn, dat „ons liberalistiese, imperialistiese en kapitalistiese opvattinge moet hul dig" en dat „ons eige leefwyse sal verdwyn." Deze openlijk uitgesproken en gepu bliceerde opvattingen hebben de toch al zo monarchistische Engels sprekenden felle bestrijders van de republikeinse idee gemaakt. De republiek is een van de scherpste tegenstellingen tussen de blanke bevolkingsgroepen geworden en er zijn al heel wat explosies door ont staan. Verwoerds taktiek Verwoerd zoekt het tegenwoordig in een wat tactischer aanpak. Zonder zich op het punt van de vorm der republiek vast te leggen, heeft hij aangekondigd, dat de functies van staatshoofd en pre mier gescheiden moeten zijn en dat de eerste buiten de partij-politiek moet staan. Ook heeft hij gezegd, dat het niet in de bedoeling ligt „die huidige konsti- tusie van die Unie radikaal te verander nie" en eigenlijk gesuggereerd, dat veel van de constitutionele beginselen, die door de Nationale Conventie van 1908- 1909 aanvaard zijn, ook in de republiek erkend en geëerbiedigd worden. Voor de rest is hij echter alleen maar vaag geweest. Hij heeft niet ronduit be weerd, dat de Nationale Partij ernaar streeft Zuid-Afrika deel van het Geme nebest te laten blijven. Wel heeft de mi nister van Financiën, Donges, een eigen aardig algebra-sommetje gemaakt, waar uit zich de gedachte kan ontwikkelen, dat dit, voorlopig althans, de bedoeling hem heeft afgescheiden om de Progres sieve Partij te vormen. De republiek, zeggen beiden, zal ons in het ongeluk storten. Zelfs als het in de bedoeling van Verwoerd ligt in het Gemenebest te blijven, dan is het niet Zuid-Afrika, dat hierover beslist, maar de leden-sta- ten. De tekenen wijzen erop, dat de re geringen van de betreffende landen zo gebelgd zijn over het apartheidsbelcid van Verwoerd, dat Zuid-Afrika er wel eens naast zou kunnen komen te staan. Dit zou niet anders dan een catastro fe betekenen. Het contact met onze partners over defensie- en andere „fa- milie"-zaken zullen we nooit kunnen mis sen. En hetzelfde geldt voor de econo mische voordelen, die we genieten, dank zij o.m. de laagte der tariefmuren. Garanties Beide politici komen pas goed in het geweer, als ze de vorm van de re publiek beschouwen, welke door Ver woerd wordt voorgestaan. Waar zijn de ■garanties, zo vragen ze zich af, dat Zuid-Afrika een democratisch gere geerd land blijft? Het is waanzin over de republiek te stemmen, voordat haar constitutie is bekend gemaakt. Boven dien gaat het niet aan de brede volks wil uit te schakelen, als het om een zo belangrijke zaak als de verandering van staatsvorm gaat (Verwoerd heeft verklaard, dat hü al een mandaat meent te hebben gekregen, als de republikei nen slechts één stem meer behalen). Even erg js het alleen de blanken te la ten beslissen, daar de belangen van de kleurlingen, de Indiërs en de naturel len er ten nauwste mee samenhangen. Hoe staan de kansen. Niemand kan het zeggen. Zowel in het Boeren- als Brittenkamp (resp. 55 en 45 procent) bevinden zich mensen, die niet met de groep mee zullen willen stemmen. In dit verband is het misschien ook be- langrük te weten, dat de Nationale Par ty numeriek by een minderheid regeert. Niet het evenredige kiesstelsel is in Zuid-Afrika in zwang, maar, zoals in Engeland, het districtenstelsel, dat stemmen, welke op de verliezende par ty worden uitgebracht, doet verloren gaan. Regeringsparty en oppositie heb ben zich tot de strijd aangegord, die pas op de dag van het referendum beslist kan worden (in oktober wordt algemeen aangenomen). De propa gandistische kanonnen zyn al in stel ling gebracht. Jannie Kruger, voor malig hoofdredacteur van „Die Trans valer" en tegenwoordig cultureel ad viseur van de Zuidafrikaanse Uitsaai is. A is Zuid-Afrika, zo heeft hy gezegd, B is de monarchie en C is de republiek. De conferentie van premiers van de Ge- menebestlanden in Londen nu heeft dui delijk gemaakt, dat A en B welkom zou den zijn en dat B gelijk is aan C. Daar om moeten A en C ook welkom zijn. Verschillende Afrikaners zien de re publiek als middel om de tegenstellin gen tussen de blanken te overbruggen. Hoofdredacteur Piet Cillié van „Die Burger" gematigd nationalistisch en in Kaapstad verschynend be schouwt de republiek als een neutrali- sator van de moeilykheden tussen Boe ren en Britten. „Het kan een basis worden, waarop we gezamenlijk het apartheidsprobleem kunnen aanpak ken," vertelde hy. „Wat we in de eer ste plaats nodig hebben, is een breed front tegen de zwarte vloedgolf, die over ons heen dreigt te slaan. Grote re eenheid tussen ons blanken acht ik zeer wel mogelyk. Ook Hertzog en Smuts gingen eens een coalitie aan." Kan grotere nationale eenheid door de Korporatie, maakt in zyn veel bekri- ticeerde radio-rubriek „South Afri can Scene" veel reclame voor de re publiek. En de heer G. Steenkamp van Rosettenville is vreselijk boos op de heer Du Plessis geworden, het hoofd van de (Afrikaanse) La Rochel- le lagere school. „M'n achtjarig doch tertje", bulderde hü, „kwam de ene dag thuis met een pro-republikeins folder, die ze van haar klasse-onder- wüzer had gekregen, en vroeg me de andere dag om een byërage voor het republikeinse fonds van de school. Dezelfde avond bestond ze het nog hard tegen me te schreeuwen: „We moe ten beslist een republiek hebben", terwyl ze er geen lor van snapt". De mogelijkheid bestaat, dat het ge vecht om de republiek het apartheids probleem wel eens kan gaan over schaduwen. Dit jaar althans en natuur lijk uitsluitend voor de blanken in Zuid-Afrika (Nadruk verboden). Medische verzorging in een lokasie bij Johannesburg. Aan de gezichten is wel te merken, dat er vrees voor de injectie-naald bestaat. (Advertentie) (kleine stijging per moot) UTRECHT, 28 mei Zondagmiddag trok een echtpaar uit de Oranjestraat er met drie kinderen op uit om te gaan zwemmen in het Merwedekanaal. Een vier-jarig zoontje werd alleen thuis achtergelaten. Het kind zou volgens de ouders vrij lastig zijn en daarom had den zij het met touwen en riemen aan een stoel vastgebonden. Gealarmeerd door het erbarmelijk huilen van het ventje, kwamen de buren te hulp. Ze verlosten het kind uit zijn pijnlyke toe stand en brachten het naar het politie bureau. Laat in de middag keerden de ouders huiswaarts, waar de buurtgenoten hen opwachten. De vader werd met een pak slaag afgestraft. HILLEGOM, 28 juni Van een tuin alhier is gisteren een hoeveelheid pe terselie en selderie ontvreemd, die za terdag is bespoten met paration. een zwaar vergif, dat bü Inwendig gebruik dodelük is. De groepscommandant van de rükspolitie heeft in verband hierme de een waarschuwing uitgegeven, waar in de bevolking in en rond de gemeen te wordt aangeraden de uiterste voor zichtigheid te betrachten bü het ge bruik van peterselie en selderie van on bekende herkomst. Er wordt op gewe zen, dat het vergif eerst na geruime tüd zün dodelyke werking heeft. (Van onze Limburgse redactie) GELEEN, 27 juni Tijdens de gis teren gehouden Bondsraadsvergade ring van de Nederlandse Katholieke Mynwerkersbond heeft de voorzitter van de K.A.B., de heer A. Middelhuis, op nieuw het structuurvraagstuk van de katholieke organisaties aangesneden. Ten onrechte, aldus de heer Middelhuis, verwyten bepaalde groeperingen van mediale werkers en hoger leidinggevend personeel de K.A.B., dat deze hen bui ten de deur wil laten staan. Dit is be slist onjuist, zo meent spreker, aange zien zijn organisatie bereid is om eraan mee te werken, dat ook deze groepe ringen een behoorlyke plaats zullen krü- gen bij het sociaal-economisch overleg. Deze medewerking wil evenwel -niet zeggen, zo stelde de heer Middel huis nadrukkelük vast, dat de K.A.B. hetgeen naar hij zei sommige pers organen, o.a. „de Tüd-Maasbode" wel eens suggereren zou moeten plaats maken voor een andere organisatie. Daar is de KAB nog niet aan toe, aldus spreker en evenmin is zü dit van plan. De mediale werkers en het hoger leidinggevend personeel zyn qua ontwikkeling en intellect vóór op de K.A.B.'ers, maar achter in orga nisatorisch opzicht. Met betrekking tot het sociaal-economisch overleg, waarbü de vakcentrales wel een rol spelen, staan zü buiten spel. Hoe de genoemde groeperingen een plaats by dit overleg moeten vinden, zeide voor zitter Middelhuis op dit moment niet te weten. De plaats, die de K.A.B. bü genoemd overleg inneemt, heeft zij ten koste van grote offers veroverd. Met waardering citeerde de heer Mid delhuis een passage uit een onlangs door de voorzitter van het Katholiek On- derwüzersverbond, de heer Joh. Derk- sen, gehouden rede, waarin deze onder meer zei, dat de onderwyzers niet mee spelen in het samenspel van de maat- schappelyke krachten, die het sociaal- economisch beleid richting geven en dat deze toestand onaanvaardbaar is. Geen waardering zeide de heer Mid delhuis te kunnen opbrengen voor een schamper artikel in het weekblad van A.R.K.A. d.d. 25 juni, waarin de stel ling wordt geponeerd, dat de K.A.B. nog niet zou weten wat zij wil en dat zij daarom ook nog niet weet, wat anderen willen. Een dergelijke toon is, volgens de K.A.B.-voorzitter, niet geschikt om met de A.R.K.A. te gaan praten. Wan neer de A.R.K.A. meent op deze ma nier iets te kunnen bereiken, dan kan deze organisatie ervan verzekerd zijn, dat de K.A.B. met haar niet wenst te praten, aldus spreker. Voor overleg is een andere toon nodig. Wij weten beslist wel, wat wy willen, zo vervolgde de heer Middelhuis, en wij weten ook wat anderen willen. Ook bestreed spreker de wel eens ge hoorde kritiek, als zou de K.A.B. met over toekomstperspectieven beschikken. In het verleden, zo meende de K.A.B.- voorzitter, is door de katholieke arbei dersbeweging veel opgebouwd, dat van enorme waarde is. Het is zaak om het verworvene te behouden, maar ook om de mens op een hoger cultureel, gods dienstig en zedelük niveau te brengen. Daarop doelen ook de bisschoppen, al dus de heer Middelhuis, wanneer zü spreken over een grotere integratie van het stands- en vakorganisatorische werk. Hoe deze integratie precies tot stand moet komen, ook dat zei spreker nog niet te weten. Door overleg kan veel republiek worden bereikt? Zal de door Smuts nagestreefde „Unie van Broeders" er door verwezenlükt kunnen worden? Als men de furieus opklinkende stem men in het oppositie-kamp beluistert, gaat men er beslist aan twijfelen. Sir Villiers de Graaff, leider van de Verenigde Party, heeft zich inzake de bestrijding van de republiek naast dr. Jan Steytler geplaatst, die zich het vo rige jaar met elf parlementsleden van GOUDA, 28 juni De boeren in de Krimpenerwaard zijn bij het hooi-bou- wen tot de ontdekking gekomen, dat er een grote muizenplaag woedt in hun landen. Overal, maar het meest op de wat hoger gelegen weiden, wemelt het van de muizengaatjes. De muizen vre ten niet alleen het hooi op, maar ook de jonge grassprietjes, die na het hooi en overblijven, zodat de tweede hooi- of grasoogst ernstig wordt bedreigd. De oorzaak van deze grote muizen plaag in de Krimpenerwaard wordt ge zocht in de droge zomer van verleden jaar en de daarop volgende zachte win ter. De muizen hebben zich in die pe riode snel kunnen vermenigvuldigen. In regenachtige perioden verdrinken er vele jonge muizen in het nest, omdat de gangen daarheen dan vol water lo pen, maar aan deze regen heeft het ontbroken. (Van onze Limburgse redacteur) VENLO, 28 juni Met enig cere monieel heeft burgemeester dr. L. de Gou gisteren aan de Herungerweg al hier een oliepompstation in gebruik ge steld. Dit station vormt een belangrij ke schakel bij het olietransport van Rotterdam naar Duitsland, waarvoor de Rotterdam-Rijn Pijpleiding Mij. in de voorbije drie jaar een meer dan .tweehonderd km. lange leiding heeft aangelegd. Voorlopig worden per jaar 8,5 mil joen ton ruwolie, die met tankers in Rotterdam worden aangevoerd, via de thans gereedgekomen pijpleiding naar Venlo getransporteerd, waar drie grote tanks, elk met een inhoud van 13.000 m3, staan opgesteld. Van hieruit wordt de olie door middel van twee pompen naar Gelsenberg bij Wezel en binnen kort ook naar Godorf bij Keulen ge pompt. Met een druk op een knop stelde dr. de Gou de pompinstallatie voor de pijpleiding naar Gelsenberg in werking. Dr. De Gou sprak er zijn vreugde over uit. dat het oliepompstation vandr. Löns. de grootste oliepijpleiding in West- Europa in deze stad gevestigd is. Al was het alleen maar vanwege het feit dat dit station met een elektriciteits verbruik van bijna een miljoen gulden per jaar de grootste afnemer van het elektriciteitsbedrijf van Venlo is. Na realisatie van de geplande uitbreidingen het pompstation wordt in de toe komst, wanneer per jaar twintig mil joen ton ruwolie van Rotterdam naar Duitsland worden getransporteerd, nog met twee nieuwe pompen en negen tanks uitgerust zal de Venlose olie- pompinstallatie net zoveel elektriciteit afnemen als alle andere elektriciteits verbruikers van deze stad tezamen. Bij de ingebruikstelling van het pomp station en de olieleiding, waarvan de kosten respectievelijk 1,3 min en rond 110 min. hebben bedragen, waren ve le functionarissen van de Rotterdam- Rijn Pypleiding Mij., een dochteronder neming van de oliemaatschappijen Shell, Caltex en Mobiloil, aanwezig als mede tal van autoriteiten, onder wie de Duitse ambassadeur te Den Haag, worden bereikt, zo zei de voorzitter. Hij bestreed daarbü de opvatting, als zou de K.A.B. geen overleg wensen, maar alleen van bovenaf alles aan anderen zou willen opleggen. Tenslotte merkte spreker nog op, dat men thans wel eens al te gemakkelyk spreekt over de opheffing van de dioce sane bonden, maar dat volgens hem wel iets meer respect op zyn plaats zou zijn voor datgene, wat door deze bon den op godsdienstig, zedelük en cultu reel terrein is gedaan. Van de N.K.M.B. vroeg de heer Middelhuis trouw aan de K.A.B, Hy van zün kant beloofde de N.K.M.B., die in de Limburgse K.A.B. een unieke plaats inneemt, dat deze vak organisatie steeds op de K.A.B. kan re kenen. N.K.B.M.-voorzitter F. Dohmen be steedde in zijn openingsrede veel aan dacht aan de moeilykheden op de ko- lenmarkt. Merkwaardig en verontrv .- rustend tegelijk, noemde de heer Doh men het, dat de mijnindustrie geen aan deel heeft gehad in de economische op gang, welke 1959 in andere bedrijfstak ken te zien heeft gegeven. Beangstigende cüfers tonen aan, dat de mynen niet, zoals sommigen nog al tijd menen met conjuncturele, maar met structurele moeilykheden hebben te kampen. Het aantal ondergrondse mün- werkers liep in de zes K.S.G.-landen te rug van 670.000 tot 550.000; de ltolen- produktie was in 1959 4,5 pet lager dan in 1958; de cokesproduktie zelfs 5,5 pet.; in Zuid-België werden 24 van de 105 münschachten gesloten en in het Ruhrgebied 11 van de 135. Deze cyfers wettigen de vraag: „Wat zal de toekomst nog brengen?" aldus spreker. Volgens hem is een ge coördineerd energiebeleid, opgesteld en uitgevoerd in het kader van de Europese Gemeenschap en onder lei ding van dit orgaan, de enige, onmis bare voorwaarde om de huidige ko- lencrisis op te lossen. Ondanks alle moeilijkheden rond en alle kritiek op de K.S.G. gaf de heer Dohmen als zijn mening te kennen, dat het abso luut noodzakelük is om krachtig te blyven streven naar eenheid. Alleen de Europese eenheid, zo zei hü, is de basis voor de welvaart in de toekomst. In het belang van een doeltreffend werkende Europese gemeenschap acht de heer Dohmen het gewenst, dat de thans naast eikaar bestaande drie ge- meenschappelyke instituten er toe moe ten komen om één centrale beleids- en uitvoeringsinstantie voor de gehele ge meenschap te vormen met een zo sterk mogelijk bovennationaal karakter en al leen maar verantwoording verschuldigd te zün aan één parlement, dat door di- rekte Europese verkiezingen tot stand komt. Na een toespraak van bondsadviseur mgr. K. Roncken, die de apostolische taak van de vakorganisatie op het ter rein van de kerstening van de arbeid schetste, aanvaardde de vergadering het actieprogramma 1960—1961. In dit programma bepleit de N.K.M.B. een verdere verkorting van de arbeidstijd zowel voor boven- als ondergronders. Thans is de situatie zó, dat de ondergronders, inclusief de ver plichte feestdagen, elke veertien dagen één extra vrije dag hebben. Gelet op de zwaarte van de mynarbeid en terwille van de noodzakelijkheid om het werk in de mynen aantrekkelijk te maken, acht de N.K.M.B. een spoedige verdere ver korting van de arbeidsduur gewenst. Bo vendien staat de N.K.M.B. op het stand punt, dat de akkoordionen in de mjjn- Industrie moeten worden afgeschaft. n universiteitskringen in Leuven wordt het proef schrift „Een gemeentelijk experiment ten aanzien van het scheppen jan de mogelijkheid tot het beoefenen van terrein- sporten" al een historisch proef schrift genoemd. Verantwoorde lijk voor dit proefschrift is dr. H. A. M. Hermans, die zaterdag de s van drs. heeft mogen wegschrappen. Hij promoveer de in dit Belgische univer- citeitsstadje magna cum laude tot doctor in de lichamelijke oefening. Dat is in Nederland nog beslist een weinig voorko mende titel. De enkelingen die deze titel mogen voeren, hebben de heer Hermans als een soort van padvinder op hun weg aan getroffen. Want de heer Her mans was de eerste Nederlander die in Leuven tot de studie in de lichamelijke opvoeding werd toegelaten. Hij stond officieel ingeschreven als student in de medicijnen. De studie lichame lijke opvoeding ressorteert on der deze faculteit. Verscheidene bekende Nederlanders heeft de heer Hermans daarna in Leuven voor dezelfde studierichting ge ïntroduceerd. Dr. van Zijl (N.O.C.), dr. Rijsdorp (inspec tie onderwijs) en dr. Carlier (voormalig trainer Nederlandse schaatsequipe) gingen hem voorbij en promoveerden eerder. „Ik ben blij dat ik in Delft twaalf jaar ervaring heb opgedaan, alvorens te promoveren," zo zegt de op 12 augustus 1922 in Heerlen, onder de rook van de Oranje Nassau-mijnen geboren heer Hermans. Hij haalde in 1947 zijn doctoraal examen. „Ik heb nu een proefschrift kunnen schrijven, dat zeer actueel is en dat heel wat gemeentebesturen wat te bieden heeft," zo zegt hij. Het probleem van de sportaccommodatie is inderdaad actueel. Werd niet onlangs in de sportnota gezegd dat Nederland op het gebied van de accommodatie voor de sport aan de top staat? Dat is zeker niet waar," zegt de heer Hermans. „Men heeft wel de accommodaties geteld, maar niet de capaciteit daarvan. Nederland staat wat betreft capaciteit er beslist niet zo gunstig voor. En er is een grote achterstand in te halen, ook wat betreft het onderwijs in de lichamelijke opvoeding. Volgens de heer Hermans zal het wegwerken van die achterstand heel moeilijk te verwerkelijken zijn in verband met het gebrek aan ruimte. Het is om twee redenen niet vreemd dat drs. Hermans in Leuven is gepromoveerd tot doctor. In Nederland bestaat geen verdere opleiding in de lichamelijke opvoeding dan die voor het middelbaar onderwijs. En verder voelt de heer Hermans zich bijzonder tot België aangetrokken. Zijn vader was een Belg, die zich terwille van zijn enige zoon in 1939 liet naturaliseren. Als deze zoon eens in overheidsdienst zou kunnen komen in Nederland, moest hij Nederlander zijn. De nu overleden vader van de heer Hermans heeft een vooruitziende blik gehad. Want er was voor zijn zoon in Delft een overheidspost weggelegd. Die van ambtenaar voor de sport, later direc teur van de gemeentelijke stichting voor de opvoeding en de sport. „Ik had gelukkig geen voorganger," zo zegt de heer Hermans. Zo kon hij vol gens zijn eigen ideeën te werk gaan. De kroon op dat werk was wel het nieuwe sportpark voor Delft aan de Brasserskade, een fraai en deskundig aangelegd complex van terreinen en een sintelbaan. Van zijn ervaringen bij de aanleg van dat sportpark heeft hij nu voor zijn proefschrift gebruik gemaakt. Dr. Hermans is niet getrouwd. Ook dat was wellicht een handicap voor spoedige promotie. „Veel van mijn vrije tijd heb ik in dienst van mijn functie met verschrikkelijk veel werk doorgebracht," zo zegt hij. Hij is een idealist. Zijn werk is zijn hobby.Want zelfs vissen „ik doe het erg graag al is het niet zo'n verheven bezigheid" heeft nog wel wat met sport te maken. Zoals misschien in andere zin ook zijn werk in het verzet in Noord- Holland in menig opzicht sportief genoemd kan worden. „Ik heb nog papieren en een medaille, maar ik weet niet meer in welke groep ik zat. Wel weet ik dat ik nog commandant ben geweest van een kamp voor gevangen N.S.B.-ers." Toen was hij drie-en-twintig jaar. Hij is nu bijna acht- en-dertig. Zijn moeder is tachtig jaar. Aan haar en aan zijn vader heeft hij zijn proefschrift opgedragen. En aan de sport, uiteraard. Aan zijn moeder hoopt hij binnenkort de doctorsbul aan te bieden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 3