E
'm
Hi^ܧI0
Van Dam en Dame
KONGO
J
r
IJNHEER SUUP en ZIJN TRAM
C
'Het veel te dikke varken1
Schotse
EILANDEN
Het slakje
Samuel
t r
JONGENSINSTITUUT
MONTANA
Ouders,
Vrije zaterdag voor
het bankpersoneel
Kosten levensonderhoud
in juni onveranderd
NEDERLAND
EVEN AANDACHT VOOR
KLEIN NISSAAI
en
door Kees Fens
ZATERDAG 16 JULI 1960
PAGINA 15
SCHOOLOPLEIDING
Zugerberg, Zwitserland
17 9 j,A 8 6 2
DO
(Advertentie)
zendt uw zoon voor een
- L.O., Gymnasium, H.B.S. A en B;
kleine klassen; diploma's in Ned.
erk. - naar het
Inl. en aanm. bij Drs. W. F. MAAR-
TENSE, secr. v. h. Curatorium, Kort-
rijksestraat 11, Schevenlngen, tel. 856859.
Vakantie-adres 14 juli1 sept. Inst.
Montana, Zugerberg, Zwitserland. Kef.
bij Drs. Th. T. M. van den Donk, oud-
rector St. Catharinalyc., Eindhoven,
J. Vestersstraat 29, Tel. 10928.
AMSTERDAM, 15 juli Naar wij
vernemen zijn tussen de vakbonden
van werknemers en de Vereniging van
Werkgevers in het Bankvak besprekin
gen gevoerd over het invoeren van een
vrije zaterdag per maand voor het
bankpersoneel. Deze besprekingen heb
ben tot overeenstemming geleid. De
regeling zal met ingang van de maand
september van kracht worden.
Het is nog niet bekend op welke wijze
de regeling ten uitvoer zal worden ge
legd. Met name staat het nog niet vast
of tot sluiting van alle banken op één
bepaalde zaterdag (b.v. de derde) van
elke maand zal worden overgegaan,
dan wel dat de banken bij toerbeurt zul
len sluiten. Een andere mogelijkheid is
dat de banken iedere zaterdag een deel
van haar personeel vrijaf zullen geven,
zodat de kantoren, zij het met een be
perkte bezetting, toch voor het publiek
geopend kunnen blijven.
De sluiting van de banken op zater
dag heeft in Amerika en Engeland
reeds lang burgerrecht verkregen. In
Duitsland is men inmiddels tot één
vrije zaterdag per maand overgegaan.
DEN HAAG, 15 juli Het landelijk
prijsindexcijfer van het levensonderhoud
van gezinnen van hand- en hoofdarbei
ders, zoals dat maandelijks door het cen
traal bureau voor de statistiek wordt
samengesteld op basis 1951 100, onder
ging van medio mei tot medio juni geen
wijziging. Het indexcijfer inclusief
A.O.W. bleef staan op 126 en het index
cijfer exclusief A.O.W. op 121.
Binnen de sector voeding daalden de
indexcijfers voor aardappelen en voor
groenten, terwijl voorts een prijsdaling
werd waargenomen voor eieren. Het in
dexcijfer voor fruit vertoonde een stij
ging.
Het onaf
hankelijk
worden van
Kongo zal,
evenals zove
le geschied
kundige fei
ten, binnen
kort ook in
de albums
van de postzegelverzamelaars vastgelegd
kunnen worden. Op 30 juni 1.1., de dag
dat Kongo zelf het bestuur in handen
nam, gaven de Belgische Posterijen een
serie van acht postzegels uit ter herinne
ring aan deze belangrijke politieke ge
beurtenis.
De waarden zijn 10 ct, 40 ct, 1 fr., 2
fr„ 2.50 fr., 3 fr., 6 fr. en 8 fr. Op zes
ervan worden verschillende ambachten
licht-therapie; Finsen wist nl. aan te to
nen dat door het licht bacteriën kunnen
worden gedood en de weerstand van de
huid verhoogd. Nadat aanvankelijk zon
licht als bron was gebruikt, ging hij
over op een elektrische lichtbron, welke
thans nog als Fin-
senlamp bij de be
handeling van huid-
tuberculose in de
geneeskunde bekend
is. Ook door een
emissie op 1 augus
tus a.s. van een ze
gel (30 Ore) zal de
honderdste geboor
tedag van Finsen,
die in 1903 o.m. No
belprijswinnaar
werd, herdacht wor
den.
Nederland Ter gelegenheid van het
Internationale Jaar voor Geestelijke
Volksgezondheid zullen op 18 juli a.s.
twee postzegels in omloop komen. Op
de 12 ct, welke hierboven is afgedrukt,
ziet men de beeltenis van Jacobus L. C.
Schroeder v. d. Kolk (1797-1862). De 30
ct draagt een tekening van Johann Wey-
er (1515-1588), een Nederlandse medicus,
die in 1550 lijfarts werd van de hertog
van Kleef en die met zijn studie „De
prestigiis daemonum" bekend is gewor
den als een der eerste bestrijders van de
waandenkbeelden welke in die dagen
bestoriden over het bestaan van heksen.
en beroepen van de Kongolezen in teke- Ned. Nieuw Guinea rH^hbmen8
ninv vphracht. De 6 fr peeft. als zinne- I bate van sociale zorg WO
ning gebracht. De 6 fr. geeft als zinne
beeld van de Belgisch-Kongolese vriend
schap een blank en een zwart meisje te
zien, spelend met een pop. Op de 8 fr.
wordt het verwerven van de onafhanke
lijkheid symbolisch voorgesteld door een
Kongo-jongen die op een globe de plaats
van zijn vaderland aanwijst
Denemarken Honderd jaar geleden
werd te Thorshavn op de Faröer-eilan-
den de Deense medicus Niels R. Finsen
geboren. Sinds 1893 verbonden aan de
universiteit te Kopenhagen is hij de
grondlegger geworden van de moderne
kort een serie van vier postzegels met
vlinders erop verwacht. De waarden zijn
5 5 ct, 10 5 ct, 25 -F 10 ct en 30
10 ct. Van 1 september af zijn ze ook
aan de filatelistenloketten hier te lande
verkrijgbaar.
REPUBLIK
a"iit"rvP "5^'ijiv.
(Advertentie)
AMSTERDAM, 15
R. G. A. Aleven te EindhovenT werd
heden na het afleggen van het slot-
examen, bestaande uit het verdedigen
van zijn scriptie, getiteld: „Het pro
bleem van de latente belastingverhou
dingen in de jaarrekening", lot diplo
ma van de Nederlandsche Broeder
schap van Accountantsuitgereikt.
Oostenrijk Be
gin deze maand
was het 100 jaar
geleden dat Gustav
Mahler werd gebo
ren. Behalve met
een uitvoering van
zijn werken in di
verse muziekcentra
wordt dit feit ook
postaal herdacht
met de emissie van
een 1.50 Sch., waar
op een afbeelding
van deze compo-
nist voorkomt.
Mahler geniet bekendheid door de
symfonieën (een negental) die hij com
poneerde, doch ook vanwege zijn tal
rijke volksliederen. De symfonische lie-
ii,u Do I derencyclus „Das Lied von der Erde",
daterend uit zijn laatste levensjaren, is
6 sir ER REICH
eIdln8szet van no- 133 zeer goed.
Hierdoor ondergaat het schtjnspel een
P aardige veranderingen.
No. 134 maakt op ons de indruk van
moeilijk te zijn. De blokkeringen die
door het spel van Pd8 ontstaan worden
door wit handig uitgebuit.
Probleemoplossingen
No. 127. H. v. Tuxen. Opl. 1. Ta5c5: enz.
No. 128. E. Giese. Opl. 1. Dh7—h8, d7—c6:
enz. 1Ka7 2. Ta6t enz. 1Kb8
2. Tc8f enz.
Mededelingen betreffende deze rubriek
te richten aan volgend adres: P. A. Koets-
heid, Huize St.-Bernardus, Sassenheim.
Correspondentie: A. H. te R. Alles is
goed.
No. 133 J. Francey
le prijs The Hindu 1959
mat in 2 zetten
No. 134 R. Cheney
Schach Echo, jan. 1960
mat in 3 zetten
Probleem voor geoefende oplossers.
No. 3386 van A. v. d. Stoep te
Poortugaal.
Probieem voor beginnende oplossers.
No. 626 van Joh. v. d. Boogaard
te Rotterdam.
Wit speelt en wint; oplossingen kunnen
ingezonden worden tot 15 aug. a.s. aan
B. H. M. Stevens. Eikenlaan 36, Heem
stede.
Oplossing
van No. 3379 van L. Colier te Maastricht.
Wit speelt naar: 12, 13, 8, 23, 50—44. 17,
39, 20, 5 en wint. Een heel aardig slag
werkprobleem, waarvan de aanvangs-
stand niet zo fraai is. Deze auteur blijkt
na vele jaren damrust het fijne nog niet
verleerd te zijn.
In het onlangs te Amsterdam gehouden
Coca-Cola-toernooi kwam de leider, de
heer J. Janus, door het op het laatste
nippertje afzeggen van een der deelne
mers plotseling voor de opgave het aan-
«m hPffint en wint; oplossingen van de
miimers 625 en 626 kunnen tegelijk in-
gëzTdeu worden tot 1 augustus a.s.
Oplossing
van No. 622 van B. J. Pranger te
van Den Haag-
,nv49 33—29, 24x13, 35x4, 50x21,
?"nifiv7 26x17 en wint. Een heel goed
mét verrassende ontleding, de
stukje met dQen het beSt| jamme,
'dat deze auteur door ziekte zo weinig
meer produceert.
Een zomeravondpart ut je.
17- 22. 28x19, 13x24; 23
21. 43x34. H-D. gxi9. 25. 32_28,
6-11: 27. 46-41. 1-7.
Zwart h!V4'r-«kdr hef go-
tel te completeren Daar er geen andere ^8™eld doch hééft door het goed
mogelijkheid meer was nam hij zelf ach- afLj^en van wit enig "adfel„?eo, ff
ter het bord plaats en kwam aldus tegen fq 2fiv37- 30. 42x31, 3-8, 31 31-
sterkere en meer geroutineerde spelers, 32 36-31. 8-13: 33 „n49r\
waardoor het dus bij voorbaat vast stond 17L.91. 04qi—26 12—17: 35. 43—ÓJ, t
dat hij niet bij de prijswinnaars zou ko- 3g 48_4o0430?'?? Zwart ovtrzlet
men. Toch speelde hij vaak niet onver- IVzwart hW eenvoudig 8-12gespeelö
dienstelljk, zoals in onderstaande partij had zou wit ziiétoevlucht hebben moe-
tegen de crack A. de Jong, die wel eens tneanö „ëmen tot 34-30 en 39x30 met heel
een steekje liet vallen. mëeiuTk Tpel „Q
Wit J. Janus. 1. 34—30, 20—25; 2. 31—27, 37. 35x24, 19x30; 38. 28—23! 18x20, 3
25x34; 3. 39x30, 15—20; 4. 30—25, 20-24; 5 34x23, 13—19: 40. 23x14, 20x9; 41. 38 33
44—39. 18—23; 6. 40—34, 12—18; 7. 34—30. 9—13; 42. 40—34, 13—18; 43. 45—40, 3!l>—3»
7—12; 8. 50—44, 10—15; een betere ont- 44. 43—38, 35x44 45. 39x50. 8—13.
wikkeling zou 24—29, 23—28, gevolgd 44. 15—20; 47. 44—40, 20—24; 48.
door 19—24, 14x23 en 10x19 geven. 9. 13—19; 49. 34—29, 19—23; 50. 29x20. Jaxi».
36—31, 14—20; 10. 25x14, 9x20; 11. 30—25. 51. 35—30, 14—19; 52. 30—25, 19—24, M
TT-"; 12. 25x14, 9x20; 13. 44—40, 5—10; 14 33—28, 23—29; 54. 28—23, 29—34; 55 23x1 J
36, 10—14; 15. 33-28. 17-21; 16. 38- 17x8; 56 26x17, 29—34 57. 27-21 «M.
3S. 20—25; 17. 42—38, 14—20; 18, 47—42, na enkele zetten werd het een verdiende
31—26; 19. 39—34, 24—29; 20. 33x24, 19x39: remise.
wereldberoemd geworden.
Suriname Twee zegels kwamen van
de pers op „vrijheidsdag", de herdenking
van de afschaffing der slavernij op 1
juli 1863. Een 10 ct met de nieuwe vlag
erop met vijf sterren, waarbij elke ster
een bevolkingsgroep voorstelt (Europe
aan, Neger, Javaan, Indiaan en Chinees),
alsmede een 15 ct met als tekening het
nieuwe wapen (zeilschip, palmboom en
ster). Deze beide zegels dienen tevens
ter completering van de statuut-serie,
waarvan de 20 ct in december 1950 ver
scheen.
Ver. Staten Een eeuw geleden werd
de „Pony Express" ingesteld voor het
vervoer van post in het westelijk déél
van N.-Amerika. Dit wordt o.m. geme
moreerd met het in omloop brengen op
19 juli a.s van een 4 ct met een ruiter
van deze postdienst en op dc achtergrond
een landkaart, waarop de bereden route
En gingen de varkens pootje baden
in de sloot, dan mocht het zevende
varken niet meedoen, want ze zeiden;
je bent werkelijk veel te dik. Als jij
in het water plonst stroomt het sloot
je over. Blijf jij maar aan de water
kant.
Het was niet leuk voor dat veel te
dikke varken. Altijd maar overal
achteraan te komen, nooit eens een
feesthoedje op te kunnen zetten en
zelfs niet eens te mogen pootje-baden,
dat houdt geen varken uit. Daarbij
kwam nog, dat de andere varkens zo
lelijk waren, om hem stilletjes uit te
lachen. O, dat veel te dikke varken
merkte dat wel. Daarom bleef hij
meestal maar stil voor het varkens
huisje zitten. En bemoeide zich niet
met de andere. Ik ben nu eenmaal
veel te dik, zei hij. En wat doe je daar
nu aan?
Maar door al dat stilzitten werd het
hoe langer hoe erger met het veel te
dikke varken. Alle dagen kwam er een
laagje vet op zijp rug. En in zijn
vierden ze altijd gezellig samen feest. zij. En aan zijn kop. En terwijl de an-
Voor die gelegenheid zetten ze alle- dere varkens er vrolijk op uittrokken,
maal een feesthoedje ou. Alleen het bleef hij alleen achter. Met een paar
zevende varken niet, want zijn kop verdrietige blauwe oogjes. En een
was veel te dik. Daar paste geen en- snuitje vol zand.
kei feesthoedje op. Op zekere dag waren de varkens al
iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiimiiiiiii
Van de landen die onlangs onafhan- lood, zink, paladium, tantalium, wol-
kelijk geworden zijn is (Belgisch) Kon- fram en platina. Steenkool wordt weinig
go zeker het belangrijkste De economi- gevonden en aardolie in het geheel niet.
sche ontwikkeling van Kongo is buiten- Dit gebrek aan brandstoffen wordt
gewoon snel gegaan Honderd jaar gele- echter ruimschoots goed gemaakt door
r woonden eens in een varkens
huisje zeven dikke varkens.
Ze waren alle zeven dik en rond,
maar het zevende was het dikst van
allemaal. Het was werkelijk veel te
dik, zei iedereen.
Iedere morgen gingen de zeven var
kens naar het weitje, om er wat te
luieren in de zon. Dan liepen ze alle
maal op een rijtje. Alleen het zevende
varken kwam altijd achteraan. Want
het was werkelijk veel te dik om de
andere bij te houden.
Op een keer lag er op het wortel-
veld een hele berg met sappige wor
telen. De varkens liepen er op een
holletje naar toe. Echt hard lopen kon
den ze geen van alle. Het was dan
ook een varkens-holletje, zoals ze lie
pen. Maar het zevende varken was
werkelijk veel te dik voor een varkens-
holletje. En toen hij op het wortelveld
aankwam, waren alle wortelen al op
gegeten.
Als een van de varkens jarig was.
vroeg op pad gegaan. Ze wilden eens
een kijkje gaan nemen in het bos. Maar
het bos was heel ver. Daar loop je als
varkens zómaar niet naar toe. Kom,
zeiden ze dus, we gaan dadelijk na ons
ontbijt op stap. Dan kunnen we telkens
rusten. O, wat zullen we een heerlijke
dag krijgen!
Knorknor, zei het veel te dikke var
ken verdrietig. Maar niemand die zei:
vind je het niet vervelend om zo alleen
thuis te blijven? Of; zou je toch niet
mee kunnen gaan, als we eens wat
langzamer liepen?
Nee hoor! Dat zei er geen een. Ze
waren al vol van de denne-appels en
de eikels, die ze die dag zouden vinden.
En van het zachte mos, waarop ze
zouden slapen. En van alle avonturen,
die ze misschien zouden gaan beleven.
Het veel te dikke varken wilde ook wel
graag denne-appels en eikels zoeken.
En slapen op het zachte mos leek hem
het heerlijkste wat er bestond. Tja en
avonturen, die wilde hij ook wel eens
meemaken. Och, och, dacht het var-
geduwd en de deur toch weer open
ging. Toen probeerde het tweede var
ken vlug om de deur dicht te duwen.
Maar het lukte niet. Het derde varken
kwam er bij en het vierde. Maar de
wolf had honger en hij duwde ver
schrikkelijk hard. Ze hadden nooit ge
dacht dat een wolf zo sterk zou zijn.
Het vijfde varken kwam uit alle macht
duwen en het zesde. Buiten duwde de
wolf. De deur kraakte ervan, zo hard
duwde hij. En de deur ging tóch weer
open. De wolf duwde zijn pootje naar
binnen.
Toen kwam het zevende varken er
aan gesjokt. Hij duwde tegen de deur,
die met een smak dichtsloeg. Au, de
wolf zat er tussen met zijn poot. Doe
open, huilde hij, mijn poot, o, o, mijn
arme poot! Knor, knor, riep het veel
te dikke varken, als je belooft dat je
naar het bos terug zult gaan en nooit
meer zult komen om ons op te eten.
Dat beloof ik, zei de wolf. Toen liet
het veel te dikke varken de deur Op
een kiertje opengaan, zodat de wolf zijn
poot terug kon trekken. Hinkend ging
de boze wolf naar het bos terug. De
zeven varkens hebben hem nooit meer
gezien.
Je hebt ons gered, zeiden de broer
den was Kongo nog slechts een geogra
fisch begrip.
Toen de ontdekkingsreiziger Stanley
in 1874 tot de binnenlanden doordrong
ontdekte hjj al spoedig welk het zwak
ke punt van Kongo was, namelijk de
uiterst moeilijke verbinding van bet
binnenland met de zee. Weliswaar is de
Kongorivier voor een zeer groot gedeel
te bevaarbaar, juist echter het gedeel
te tussen Leopoldstad en de Atlantische
Oceaan is een aaneenschakeling van
watervallen en stroomversnellingen.
„Zonder spoorweg is Kongo geen cent
waard", merkte Stanley op.
De spoorweg van Leopoldstad naar
Matadi, welke in 1898 gereed kwam,
maakte het mogelijk de Kongolese bo
demschatten te benutten en uit te voe
ren.
de talrijke watervallen en stroomver
snellingen, welke het mogelijk maken
goedkope elektrische energie voort te
brengen.
De belangrijkste landbouwprodukten
zijn palmolie, katoen en koffie, maar
verder zijn van betekenis; hout, cacao,
vezels, rubber, suiker, kina en copal.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimiimiiiiiiiiiim
Rond de Schotse kust bevindt zich een
enorm aantal eilanden: 787 in getal.
Dit is veel meer dan aan enig andere
Thans behoort Kongo tot de grootste kust in Europa, Noorwegen en Grieken
leveranciers van koper, diamant, tin, ian(j meegerekend,
en uranium. Van betekenis zijn verder
goud, zilver, kobalt diamant, mangaan, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
2- \J\
van St. Joseph (Missouri) tot Sacramento
(Californie) is aangegeven. Men deed dit
traject in tien dagen; elke 25 mijl werd
van paard verwisseld. Ruim twee jaar
werd deze dienst vice versa onderhouden
tot een telegraafverbinding dc taak van
de postiljons overnam. Sorteren van fruit door de jeugd m Kongo.
minimumiinnmminiin
ken, waarom ben ik toch zo dik? Waar
om kan ik niet met de andere mee
doen?
Van pure narigheid viel het veel te
dikke varken in slaap. Het sliep ter
wijl de andere varkens vrolijk wegsjok-
ten. Het sliep, terwijl ze uitrustten op
weg naar het bos. Het sliep ook nog
terwijl ze denne-appels en eikels raap
ten. En terwijl ze zich uitstrekten op
het zachte mos. Het veel te dikke var
ken sliep die hele dag. Want wat kun
je beter doen, als je overal te dik voor
bent?
Het sliep nog, terwijl er in het bos
iets akeligs gebeurde. Daar kwam de
boze wolf uit zijn hol. Die zag de var
kens en die dacht: wat een lekkere
malse boutjes. De varkens zagen de
wolf gelukkig ook. Ze sprongen op en
zetten het op een lopen. Och, och, wat
moesten die varkens hollen om weg te
komen uit het donkere bos. Weg van
die lelijke wolf! Maar de wolf liep ach
ter ze aan. Hij maakte zich niet moe.
Hij dacht: als ik maar weet waar die
lekkere vette varkentjes wonen, dan
ben ik ailang tevreden. Dan ga ik ze
een voor een opeten. Hahaha!
De varkens liepen en liepen wat ze
maar konden. Knorknorknorrr
schreeuwden ze. Het veel te dikke var
ken schrok er wakker van.
Gauw, gauw, de wolf! riepen de
varkens en ze holden hun varkens
huisje in. Het zevende varken sjokte
weer achteraan en kon nog net op tijd,
voor de neus van de wolf, de deur
dichtklappen.
Ik heb honger! riep de wolf. Ik heb
zin in varkenskluif. Ik kom jullie op
eten. Hij duwde de deur open. Maar
een van de varkens ging gauw tegen
de deur leunen en toen klapte die weer
dicht. Daar bad de wolf niet op ge
rekend. Wat denken die varkens wel,
mopperde hij. Mij buiten laten staan?
Mij, de sterke boze wolf.
Hij duwde heel hard tegen de deur.
Zo hard, dat het varken dat er aan de
binnenkant tegenaan stond, werd weg-
tjes tegen het veel te dikke varken.
Kunnen wij ook wat voor jou doen?
Een beetje langzamer lopen, zei het
zevende varken. Want als ik steeds
maar thuis blijf, word ik werkelijk nog
eens het dikste varken van de wereld.
Dat we daar nooit bij gedacht heb
ben, riepen de andere varkens knor
rend. Maar nu je het zegt: het is een
goed idee.
Voortaan sjokten ze wat langzamer
als ze naar het weitje gingen. Ze be
waarden wat wortelen van het wortel
veld. Ze lachten hem nooit meer uit.
En ze lieten een extra grote feestmuts
komen, zodat ook het zevende varken
mee kon doen, als het feest was.
En zo zie je maar weer eens, dat
zelfs een veel te dik varken een hele
varkensfamilie redden kan!
LEA SMULDERS
Het kleine slakje Samuel
is vrees'lijk opgewonden,
want hij heeft zojuist een brief
van zijn nicht gevonden.
Hij herkent direct haar spoor
op het tegelpaadje,
en verslikt zich haast van vreugd
in een sappig blaadje.
Mijnheer Suup veegde keurig met zijn ser
vet zijn mond af. Wel drie keer, heel vlug,
zodat het leek of hij mondharmonica speelde.
Toen zei hij; „Mijn zoon Jan Suup, de vader
van Gerritje, zegt altijd: „Van de balletjes
in de soep krijg je spierballen. En zo is het".
Mijnheer Goudriaans moest toen zo lachen,
dat hij zich bijna verslikte. Hij hoestte, hoest
te, zodat mijnheer Suup hem heel vriendelijk
op zijn rug klopte, wat mijnheer Goudriaans
de directeur erg op prijs scheen te stel
len.
Toen de soep bijna op was, kwam er eerst
een mijnheer met een viool binnen. Achter
hem liep nog een andere mijnheer met heel
lange haren. Die ging achter de piano zitten,
die in een noek van de zaal stond. Niemand
at er nu meer. Het was heel stil geworden.
De violist streek eerst een paar keer zo maar
over de viool. De muziek huppelde. De mijn-
heer achter de piano huppelde over de toet
sen terug en toen zette de violist samen met
de pianist een heel mooi stuk in, dat mijnheer
Suup zich nog van vroeger herinnerde. Toen
mijnheer Suup lang geleden pas Mientje ken
de, ging hij met haar op zaterdagavond wel
eens naar een café. Daar speelde een violist
ook altijd die melodie. De kinderen keken in
hun lege burdjes, de burgemeester staarde
voor zich uit. mijnheer Goudriaans keek naar
het plafond en mijnheer Suup keek alleen naar
de violist en neuriede zachtjes mee.
Terwijl die zoete muziek door het zaaltje
klonk, kwamen de obers weer binnen. Nu
droegen ze grote flessen met wijn. Heel
voorzichtig werd het glas van mijnheer Suup ge
vuld, toen dat van de burgemeester en mijnheer
Goudriaans. De fles maakte een zacht klok
kend geluld, dat precies bij de muziek paste.
De kinderen kregen allemaal een flesje spuit
water.
Toen keek de violist weer bly op en
liet de muziek nog een keer heel hoog gaan, zo
dat het leek of de klanken door het plafond
verdwenen. Toen hield hij op met spelen. De
pianist ook. De obers liepen zachtjes de deur
uit. De deur werd gesloten. Er hing nu een
plechtige stemming in het zaaltje.
De burgemeester stond op, ging met zijn hand
in de binnenzak van zijn jas en haalde daar
een klein doosje uit. Hij schraapte drie keer zijn
keel, keek in de richting van mijnheer Suup en
zei toen: „Mijnheer Suup, mijnheer Goudri
aans, mijnheer Francois (zo bleek de mijnheer
met het snorretje dus te heten), juffrouw Ster-
appel, beste kinderen. Mijnheer Suup is van
daag de hele dag gehuldigd. Vanmorgen in het
badplaatsje, vanmiddag in mijn stad. De feest
dag is nu bijna voorbij. Morgen zal mijnheer
Suup weer thuis zijn. Dan kan hij weer gaan
doen wat hij wil: wandelen, vissen, in de tuin
werken, timmeren. Alles. Aan het slot van de
ze dag heb ik nog een bijzonder eervolle taak.
Mijnheer Suup, het heeft Hare Majesteit de
Koningin behaagd U te benoemen tot ridder in
de Órde van Oranje Nassau, voor alles wat U
veertig jaar 'ang met veel plezier en met een
steeds goede bui voor de kinderen uit de stad
gedaan heeft."
De burgemeester maakte nu het doosje open.
Daarin lag een prachtig gekleurd lintje met
een medalje eraan. „Mijnheer Goudriaans',
zei de burgemeester, „mag ik U, die de direc
teur bent van mijnheer Suup, vragen, de medal
je op te spelden op het prachtige uniform van
mijnheer Suup, waaraan een medalje nog net
ontbrak?"
Mijnheer Goudriaans nam de medalje aan,
maakte de speld open en begon die vast te ma
ken op de zwarte jas met de gouden biezen
van. mijnheer Suup. O, wat ging dat moeilijk.
De jas was dan ook heel erg dik. Mijnheer
Goudriaans prikte, prikte, duwde en toen in
eens prikte hij zo hard, dat de speld door de
mooie jas heenging, precies in het vel van mijn
heer Suup. „Au, au, au," riep mijnheer Suup.
Hij greep naar de zere plek. Weg was de jas,
weg de mooie broek, weg de burgemeester, weg
mijnheer Goudriaans, weg de mijnheer met het
snorretje en juffrouw Sterappel, weg de kinde
ren. Mijnheer Suup lag In de oranje ligstoel
in de tuin, met zijn pantoffels aan en zijn over
hemd open. En uit dat overhemd kwam een
grote bij gekropen.
De zon stond nog volop aan de hemel en de
tuinkabouter stond met zijn domme rode
muts op in het gras een beetje te slapen.
Het was heel stil. Want alle kinderen waren
nog op school. Het was nog geen twaalf uur.
Mijnheer Suup1 veegde uit zijn ogen een paar
tranen van spijt weg, omdat al het moois voor
bij was. Maar toen kwam zijn vrouw Mientje
de tuintrap af. „Gerrit", zei ze, „je mag wel
opschieten. Je zou Gerritje uit school gaan ha
len."
„Ja, ja", zei mijnheer Suup, „ik ga al, ik
heb het ook zo druk gehad de hele morgen."
Toen begon Mientje heel hard te lachen. Dat
klonk zo vrolijk, zo mooi, zo jubelend, dat mijn
heer Suup meteen de fluit van de tram hele
maal vergeten was. Hij begon vrolijk mee te
lachen. Samen stonden mijnheer en Mientje
wel vijf minuten in de tuin te schateren.
Een vogeltje hoorde het. Die vond het zo
leuk, dat hij heel mooi begon te fluiten voor
mijnheer Suup en zijn vrouw Mientje en voor
de zon. Voor de laatste keer in de tuin van
mijnheer Suup. Want de volgende dag moest
de vogel een grote reis beginnen Naar een land
waar de zon nooit slaapt, waar de bomen altijd
groen zijn en de bloemen het hele jaar op hun
zondags gekleed zijn. Einde
Bevend krupt hij af en aan
langs de zilveren regels.
„Lieve Samuel, kom gauw"
staat er op de tegels.
,.Ik woon achter in de tuin
bij twee ouwe tantes.
Ik vertel je later wel
wat er aan de hand is."
„Wel, wet, wel," zegt Samuel.
„Wat een vreemd berichtje!
'k Vraag me af, wat zal er zijn
met mijn aardig nichtje?"
Zenuwachtiq kruipt hij voort
op zijn glibberbuikje,
tot hij iemand roepen hoort
bij een bessestruikje.
„Samuel, mijn lieve .neef"
roept zijn nicht Joseetje.
„O, wat heb ik lang gewacht.
Haast je toch een beetje.
Want mijn tantes doen zo raar.
Ze blijven alsmaar binnen.
Ze komen nooit meer uit hun hui*1
Wat moet ik toch beginnen?"
„Ik zie het al," zegt Samuel.
„Joseetje, arme stakker,
je oude tantes zijn in slaap
en worden nóóit meer wakker."
„Nou blijf ik helemaal a een
Wat vreés'lijk," snikt Joseetje.
„Dat dacht je maar," roept Samuel,
„ik ben er ook nog, weet je!
Wij gaan de wijde wereld in.
Vandaag nog, deze morgen.
Hoe vind je dat, mijn lieve nicht?
Ik zal goed voor je zorgen."
„Ha," roept Josee. „Dat vind ik fijn
Noi schei ik uit met uilen.
Ik zou jou voor geen oom of nicht
of tante willen ruilen."
„Dat 's mooi gezegd," roept Samuel.
Dat zal ik nooit vergeten."
Dan gaat hij samen met Josee
een lekker hapje eten.
VERA WITTE