E 'm Hi^ܧI0 Van Dam en Dame KONGO J r IJNHEER SUUP en ZIJN TRAM C 'Het veel te dikke varken1 Schotse EILANDEN Het slakje Samuel t r JONGENSINSTITUUT MONTANA Ouders, Vrije zaterdag voor het bankpersoneel Kosten levensonderhoud in juni onveranderd NEDERLAND EVEN AANDACHT VOOR KLEIN NISSAAI en door Kees Fens ZATERDAG 16 JULI 1960 PAGINA 15 SCHOOLOPLEIDING Zugerberg, Zwitserland 17 9 j,A 8 6 2 DO (Advertentie) zendt uw zoon voor een - L.O., Gymnasium, H.B.S. A en B; kleine klassen; diploma's in Ned. erk. - naar het Inl. en aanm. bij Drs. W. F. MAAR- TENSE, secr. v. h. Curatorium, Kort- rijksestraat 11, Schevenlngen, tel. 856859. Vakantie-adres 14 juli1 sept. Inst. Montana, Zugerberg, Zwitserland. Kef. bij Drs. Th. T. M. van den Donk, oud- rector St. Catharinalyc., Eindhoven, J. Vestersstraat 29, Tel. 10928. AMSTERDAM, 15 juli Naar wij vernemen zijn tussen de vakbonden van werknemers en de Vereniging van Werkgevers in het Bankvak besprekin gen gevoerd over het invoeren van een vrije zaterdag per maand voor het bankpersoneel. Deze besprekingen heb ben tot overeenstemming geleid. De regeling zal met ingang van de maand september van kracht worden. Het is nog niet bekend op welke wijze de regeling ten uitvoer zal worden ge legd. Met name staat het nog niet vast of tot sluiting van alle banken op één bepaalde zaterdag (b.v. de derde) van elke maand zal worden overgegaan, dan wel dat de banken bij toerbeurt zul len sluiten. Een andere mogelijkheid is dat de banken iedere zaterdag een deel van haar personeel vrijaf zullen geven, zodat de kantoren, zij het met een be perkte bezetting, toch voor het publiek geopend kunnen blijven. De sluiting van de banken op zater dag heeft in Amerika en Engeland reeds lang burgerrecht verkregen. In Duitsland is men inmiddels tot één vrije zaterdag per maand overgegaan. DEN HAAG, 15 juli Het landelijk prijsindexcijfer van het levensonderhoud van gezinnen van hand- en hoofdarbei ders, zoals dat maandelijks door het cen traal bureau voor de statistiek wordt samengesteld op basis 1951 100, onder ging van medio mei tot medio juni geen wijziging. Het indexcijfer inclusief A.O.W. bleef staan op 126 en het index cijfer exclusief A.O.W. op 121. Binnen de sector voeding daalden de indexcijfers voor aardappelen en voor groenten, terwijl voorts een prijsdaling werd waargenomen voor eieren. Het in dexcijfer voor fruit vertoonde een stij ging. Het onaf hankelijk worden van Kongo zal, evenals zove le geschied kundige fei ten, binnen kort ook in de albums van de postzegelverzamelaars vastgelegd kunnen worden. Op 30 juni 1.1., de dag dat Kongo zelf het bestuur in handen nam, gaven de Belgische Posterijen een serie van acht postzegels uit ter herinne ring aan deze belangrijke politieke ge beurtenis. De waarden zijn 10 ct, 40 ct, 1 fr., 2 fr„ 2.50 fr., 3 fr., 6 fr. en 8 fr. Op zes ervan worden verschillende ambachten licht-therapie; Finsen wist nl. aan te to nen dat door het licht bacteriën kunnen worden gedood en de weerstand van de huid verhoogd. Nadat aanvankelijk zon licht als bron was gebruikt, ging hij over op een elektrische lichtbron, welke thans nog als Fin- senlamp bij de be handeling van huid- tuberculose in de geneeskunde bekend is. Ook door een emissie op 1 augus tus a.s. van een ze gel (30 Ore) zal de honderdste geboor tedag van Finsen, die in 1903 o.m. No belprijswinnaar werd, herdacht wor den. Nederland Ter gelegenheid van het Internationale Jaar voor Geestelijke Volksgezondheid zullen op 18 juli a.s. twee postzegels in omloop komen. Op de 12 ct, welke hierboven is afgedrukt, ziet men de beeltenis van Jacobus L. C. Schroeder v. d. Kolk (1797-1862). De 30 ct draagt een tekening van Johann Wey- er (1515-1588), een Nederlandse medicus, die in 1550 lijfarts werd van de hertog van Kleef en die met zijn studie „De prestigiis daemonum" bekend is gewor den als een der eerste bestrijders van de waandenkbeelden welke in die dagen bestoriden over het bestaan van heksen. en beroepen van de Kongolezen in teke- Ned. Nieuw Guinea rH^hbmen8 ninv vphracht. De 6 fr peeft. als zinne- I bate van sociale zorg WO ning gebracht. De 6 fr. geeft als zinne beeld van de Belgisch-Kongolese vriend schap een blank en een zwart meisje te zien, spelend met een pop. Op de 8 fr. wordt het verwerven van de onafhanke lijkheid symbolisch voorgesteld door een Kongo-jongen die op een globe de plaats van zijn vaderland aanwijst Denemarken Honderd jaar geleden werd te Thorshavn op de Faröer-eilan- den de Deense medicus Niels R. Finsen geboren. Sinds 1893 verbonden aan de universiteit te Kopenhagen is hij de grondlegger geworden van de moderne kort een serie van vier postzegels met vlinders erop verwacht. De waarden zijn 5 5 ct, 10 5 ct, 25 -F 10 ct en 30 10 ct. Van 1 september af zijn ze ook aan de filatelistenloketten hier te lande verkrijgbaar. REPUBLIK a"iit"rvP "5^'ijiv. (Advertentie) AMSTERDAM, 15 R. G. A. Aleven te EindhovenT werd heden na het afleggen van het slot- examen, bestaande uit het verdedigen van zijn scriptie, getiteld: „Het pro bleem van de latente belastingverhou dingen in de jaarrekening", lot diplo ma van de Nederlandsche Broeder schap van Accountantsuitgereikt. Oostenrijk Be gin deze maand was het 100 jaar geleden dat Gustav Mahler werd gebo ren. Behalve met een uitvoering van zijn werken in di verse muziekcentra wordt dit feit ook postaal herdacht met de emissie van een 1.50 Sch., waar op een afbeelding van deze compo- nist voorkomt. Mahler geniet bekendheid door de symfonieën (een negental) die hij com poneerde, doch ook vanwege zijn tal rijke volksliederen. De symfonische lie- ii,u Do I derencyclus „Das Lied von der Erde", daterend uit zijn laatste levensjaren, is 6 sir ER REICH eIdln8szet van no- 133 zeer goed. Hierdoor ondergaat het schtjnspel een P aardige veranderingen. No. 134 maakt op ons de indruk van moeilijk te zijn. De blokkeringen die door het spel van Pd8 ontstaan worden door wit handig uitgebuit. Probleemoplossingen No. 127. H. v. Tuxen. Opl. 1. Ta5c5: enz. No. 128. E. Giese. Opl. 1. Dh7—h8, d7—c6: enz. 1Ka7 2. Ta6t enz. 1Kb8 2. Tc8f enz. Mededelingen betreffende deze rubriek te richten aan volgend adres: P. A. Koets- heid, Huize St.-Bernardus, Sassenheim. Correspondentie: A. H. te R. Alles is goed. No. 133 J. Francey le prijs The Hindu 1959 mat in 2 zetten No. 134 R. Cheney Schach Echo, jan. 1960 mat in 3 zetten Probleem voor geoefende oplossers. No. 3386 van A. v. d. Stoep te Poortugaal. Probieem voor beginnende oplossers. No. 626 van Joh. v. d. Boogaard te Rotterdam. Wit speelt en wint; oplossingen kunnen ingezonden worden tot 15 aug. a.s. aan B. H. M. Stevens. Eikenlaan 36, Heem stede. Oplossing van No. 3379 van L. Colier te Maastricht. Wit speelt naar: 12, 13, 8, 23, 50—44. 17, 39, 20, 5 en wint. Een heel aardig slag werkprobleem, waarvan de aanvangs- stand niet zo fraai is. Deze auteur blijkt na vele jaren damrust het fijne nog niet verleerd te zijn. In het onlangs te Amsterdam gehouden Coca-Cola-toernooi kwam de leider, de heer J. Janus, door het op het laatste nippertje afzeggen van een der deelne mers plotseling voor de opgave het aan- «m hPffint en wint; oplossingen van de miimers 625 en 626 kunnen tegelijk in- gëzTdeu worden tot 1 augustus a.s. Oplossing van No. 622 van B. J. Pranger te van Den Haag- ,nv49 33—29, 24x13, 35x4, 50x21, ?"nifiv7 26x17 en wint. Een heel goed mét verrassende ontleding, de stukje met dQen het beSt| jamme, 'dat deze auteur door ziekte zo weinig meer produceert. Een zomeravondpart ut je. 17- 22. 28x19, 13x24; 23 21. 43x34. H-D. gxi9. 25. 32_28, 6-11: 27. 46-41. 1-7. Zwart h!V4'r-«kdr hef go- tel te completeren Daar er geen andere ^8™eld doch hééft door het goed mogelijkheid meer was nam hij zelf ach- afLj^en van wit enig "adfel„?eo, ff ter het bord plaats en kwam aldus tegen fq 2fiv37- 30. 42x31, 3-8, 31 31- sterkere en meer geroutineerde spelers, 32 36-31. 8-13: 33 „n49r\ waardoor het dus bij voorbaat vast stond 17L.91. 04qi—26 12—17: 35. 43—ÓJ, t dat hij niet bij de prijswinnaars zou ko- 3g 48_4o0430?'?? Zwart ovtrzlet men. Toch speelde hij vaak niet onver- IVzwart hW eenvoudig 8-12gespeelö dienstelljk, zoals in onderstaande partij had zou wit ziiétoevlucht hebben moe- tegen de crack A. de Jong, die wel eens tneanö „ëmen tot 34-30 en 39x30 met heel een steekje liet vallen. mëeiuTk Tpel „Q Wit J. Janus. 1. 34—30, 20—25; 2. 31—27, 37. 35x24, 19x30; 38. 28—23! 18x20, 3 25x34; 3. 39x30, 15—20; 4. 30—25, 20-24; 5 34x23, 13—19: 40. 23x14, 20x9; 41. 38 33 44—39. 18—23; 6. 40—34, 12—18; 7. 34—30. 9—13; 42. 40—34, 13—18; 43. 45—40, 3!l>—3» 7—12; 8. 50—44, 10—15; een betere ont- 44. 43—38, 35x44 45. 39x50. 8—13. wikkeling zou 24—29, 23—28, gevolgd 44. 15—20; 47. 44—40, 20—24; 48. door 19—24, 14x23 en 10x19 geven. 9. 13—19; 49. 34—29, 19—23; 50. 29x20. Jaxi». 36—31, 14—20; 10. 25x14, 9x20; 11. 30—25. 51. 35—30, 14—19; 52. 30—25, 19—24, M TT-"; 12. 25x14, 9x20; 13. 44—40, 5—10; 14 33—28, 23—29; 54. 28—23, 29—34; 55 23x1 J 36, 10—14; 15. 33-28. 17-21; 16. 38- 17x8; 56 26x17, 29—34 57. 27-21 «M. 3S. 20—25; 17. 42—38, 14—20; 18, 47—42, na enkele zetten werd het een verdiende 31—26; 19. 39—34, 24—29; 20. 33x24, 19x39: remise. wereldberoemd geworden. Suriname Twee zegels kwamen van de pers op „vrijheidsdag", de herdenking van de afschaffing der slavernij op 1 juli 1863. Een 10 ct met de nieuwe vlag erop met vijf sterren, waarbij elke ster een bevolkingsgroep voorstelt (Europe aan, Neger, Javaan, Indiaan en Chinees), alsmede een 15 ct met als tekening het nieuwe wapen (zeilschip, palmboom en ster). Deze beide zegels dienen tevens ter completering van de statuut-serie, waarvan de 20 ct in december 1950 ver scheen. Ver. Staten Een eeuw geleden werd de „Pony Express" ingesteld voor het vervoer van post in het westelijk déél van N.-Amerika. Dit wordt o.m. geme moreerd met het in omloop brengen op 19 juli a.s van een 4 ct met een ruiter van deze postdienst en op dc achtergrond een landkaart, waarop de bereden route En gingen de varkens pootje baden in de sloot, dan mocht het zevende varken niet meedoen, want ze zeiden; je bent werkelijk veel te dik. Als jij in het water plonst stroomt het sloot je over. Blijf jij maar aan de water kant. Het was niet leuk voor dat veel te dikke varken. Altijd maar overal achteraan te komen, nooit eens een feesthoedje op te kunnen zetten en zelfs niet eens te mogen pootje-baden, dat houdt geen varken uit. Daarbij kwam nog, dat de andere varkens zo lelijk waren, om hem stilletjes uit te lachen. O, dat veel te dikke varken merkte dat wel. Daarom bleef hij meestal maar stil voor het varkens huisje zitten. En bemoeide zich niet met de andere. Ik ben nu eenmaal veel te dik, zei hij. En wat doe je daar nu aan? Maar door al dat stilzitten werd het hoe langer hoe erger met het veel te dikke varken. Alle dagen kwam er een laagje vet op zijp rug. En in zijn vierden ze altijd gezellig samen feest. zij. En aan zijn kop. En terwijl de an- Voor die gelegenheid zetten ze alle- dere varkens er vrolijk op uittrokken, maal een feesthoedje ou. Alleen het bleef hij alleen achter. Met een paar zevende varken niet, want zijn kop verdrietige blauwe oogjes. En een was veel te dik. Daar paste geen en- snuitje vol zand. kei feesthoedje op. Op zekere dag waren de varkens al iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiimiiiiiii Van de landen die onlangs onafhan- lood, zink, paladium, tantalium, wol- kelijk geworden zijn is (Belgisch) Kon- fram en platina. Steenkool wordt weinig go zeker het belangrijkste De economi- gevonden en aardolie in het geheel niet. sche ontwikkeling van Kongo is buiten- Dit gebrek aan brandstoffen wordt gewoon snel gegaan Honderd jaar gele- echter ruimschoots goed gemaakt door r woonden eens in een varkens huisje zeven dikke varkens. Ze waren alle zeven dik en rond, maar het zevende was het dikst van allemaal. Het was werkelijk veel te dik, zei iedereen. Iedere morgen gingen de zeven var kens naar het weitje, om er wat te luieren in de zon. Dan liepen ze alle maal op een rijtje. Alleen het zevende varken kwam altijd achteraan. Want het was werkelijk veel te dik om de andere bij te houden. Op een keer lag er op het wortel- veld een hele berg met sappige wor telen. De varkens liepen er op een holletje naar toe. Echt hard lopen kon den ze geen van alle. Het was dan ook een varkens-holletje, zoals ze lie pen. Maar het zevende varken was werkelijk veel te dik voor een varkens- holletje. En toen hij op het wortelveld aankwam, waren alle wortelen al op gegeten. Als een van de varkens jarig was. vroeg op pad gegaan. Ze wilden eens een kijkje gaan nemen in het bos. Maar het bos was heel ver. Daar loop je als varkens zómaar niet naar toe. Kom, zeiden ze dus, we gaan dadelijk na ons ontbijt op stap. Dan kunnen we telkens rusten. O, wat zullen we een heerlijke dag krijgen! Knorknor, zei het veel te dikke var ken verdrietig. Maar niemand die zei: vind je het niet vervelend om zo alleen thuis te blijven? Of; zou je toch niet mee kunnen gaan, als we eens wat langzamer liepen? Nee hoor! Dat zei er geen een. Ze waren al vol van de denne-appels en de eikels, die ze die dag zouden vinden. En van het zachte mos, waarop ze zouden slapen. En van alle avonturen, die ze misschien zouden gaan beleven. Het veel te dikke varken wilde ook wel graag denne-appels en eikels zoeken. En slapen op het zachte mos leek hem het heerlijkste wat er bestond. Tja en avonturen, die wilde hij ook wel eens meemaken. Och, och, dacht het var- geduwd en de deur toch weer open ging. Toen probeerde het tweede var ken vlug om de deur dicht te duwen. Maar het lukte niet. Het derde varken kwam er bij en het vierde. Maar de wolf had honger en hij duwde ver schrikkelijk hard. Ze hadden nooit ge dacht dat een wolf zo sterk zou zijn. Het vijfde varken kwam uit alle macht duwen en het zesde. Buiten duwde de wolf. De deur kraakte ervan, zo hard duwde hij. En de deur ging tóch weer open. De wolf duwde zijn pootje naar binnen. Toen kwam het zevende varken er aan gesjokt. Hij duwde tegen de deur, die met een smak dichtsloeg. Au, de wolf zat er tussen met zijn poot. Doe open, huilde hij, mijn poot, o, o, mijn arme poot! Knor, knor, riep het veel te dikke varken, als je belooft dat je naar het bos terug zult gaan en nooit meer zult komen om ons op te eten. Dat beloof ik, zei de wolf. Toen liet het veel te dikke varken de deur Op een kiertje opengaan, zodat de wolf zijn poot terug kon trekken. Hinkend ging de boze wolf naar het bos terug. De zeven varkens hebben hem nooit meer gezien. Je hebt ons gered, zeiden de broer den was Kongo nog slechts een geogra fisch begrip. Toen de ontdekkingsreiziger Stanley in 1874 tot de binnenlanden doordrong ontdekte hjj al spoedig welk het zwak ke punt van Kongo was, namelijk de uiterst moeilijke verbinding van bet binnenland met de zee. Weliswaar is de Kongorivier voor een zeer groot gedeel te bevaarbaar, juist echter het gedeel te tussen Leopoldstad en de Atlantische Oceaan is een aaneenschakeling van watervallen en stroomversnellingen. „Zonder spoorweg is Kongo geen cent waard", merkte Stanley op. De spoorweg van Leopoldstad naar Matadi, welke in 1898 gereed kwam, maakte het mogelijk de Kongolese bo demschatten te benutten en uit te voe ren. de talrijke watervallen en stroomver snellingen, welke het mogelijk maken goedkope elektrische energie voort te brengen. De belangrijkste landbouwprodukten zijn palmolie, katoen en koffie, maar verder zijn van betekenis; hout, cacao, vezels, rubber, suiker, kina en copal. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimiimiiiiiiiiiim Rond de Schotse kust bevindt zich een enorm aantal eilanden: 787 in getal. Dit is veel meer dan aan enig andere Thans behoort Kongo tot de grootste kust in Europa, Noorwegen en Grieken leveranciers van koper, diamant, tin, ian(j meegerekend, en uranium. Van betekenis zijn verder goud, zilver, kobalt diamant, mangaan, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 2- \J\ van St. Joseph (Missouri) tot Sacramento (Californie) is aangegeven. Men deed dit traject in tien dagen; elke 25 mijl werd van paard verwisseld. Ruim twee jaar werd deze dienst vice versa onderhouden tot een telegraafverbinding dc taak van de postiljons overnam. Sorteren van fruit door de jeugd m Kongo. minimumiinnmminiin ken, waarom ben ik toch zo dik? Waar om kan ik niet met de andere mee doen? Van pure narigheid viel het veel te dikke varken in slaap. Het sliep ter wijl de andere varkens vrolijk wegsjok- ten. Het sliep, terwijl ze uitrustten op weg naar het bos. Het sliep ook nog terwijl ze denne-appels en eikels raap ten. En terwijl ze zich uitstrekten op het zachte mos. Het veel te dikke var ken sliep die hele dag. Want wat kun je beter doen, als je overal te dik voor bent? Het sliep nog, terwijl er in het bos iets akeligs gebeurde. Daar kwam de boze wolf uit zijn hol. Die zag de var kens en die dacht: wat een lekkere malse boutjes. De varkens zagen de wolf gelukkig ook. Ze sprongen op en zetten het op een lopen. Och, och, wat moesten die varkens hollen om weg te komen uit het donkere bos. Weg van die lelijke wolf! Maar de wolf liep ach ter ze aan. Hij maakte zich niet moe. Hij dacht: als ik maar weet waar die lekkere vette varkentjes wonen, dan ben ik ailang tevreden. Dan ga ik ze een voor een opeten. Hahaha! De varkens liepen en liepen wat ze maar konden. Knorknorknorrr schreeuwden ze. Het veel te dikke var ken schrok er wakker van. Gauw, gauw, de wolf! riepen de varkens en ze holden hun varkens huisje in. Het zevende varken sjokte weer achteraan en kon nog net op tijd, voor de neus van de wolf, de deur dichtklappen. Ik heb honger! riep de wolf. Ik heb zin in varkenskluif. Ik kom jullie op eten. Hij duwde de deur open. Maar een van de varkens ging gauw tegen de deur leunen en toen klapte die weer dicht. Daar bad de wolf niet op ge rekend. Wat denken die varkens wel, mopperde hij. Mij buiten laten staan? Mij, de sterke boze wolf. Hij duwde heel hard tegen de deur. Zo hard, dat het varken dat er aan de binnenkant tegenaan stond, werd weg- tjes tegen het veel te dikke varken. Kunnen wij ook wat voor jou doen? Een beetje langzamer lopen, zei het zevende varken. Want als ik steeds maar thuis blijf, word ik werkelijk nog eens het dikste varken van de wereld. Dat we daar nooit bij gedacht heb ben, riepen de andere varkens knor rend. Maar nu je het zegt: het is een goed idee. Voortaan sjokten ze wat langzamer als ze naar het weitje gingen. Ze be waarden wat wortelen van het wortel veld. Ze lachten hem nooit meer uit. En ze lieten een extra grote feestmuts komen, zodat ook het zevende varken mee kon doen, als het feest was. En zo zie je maar weer eens, dat zelfs een veel te dik varken een hele varkensfamilie redden kan! LEA SMULDERS Het kleine slakje Samuel is vrees'lijk opgewonden, want hij heeft zojuist een brief van zijn nicht gevonden. Hij herkent direct haar spoor op het tegelpaadje, en verslikt zich haast van vreugd in een sappig blaadje. Mijnheer Suup veegde keurig met zijn ser vet zijn mond af. Wel drie keer, heel vlug, zodat het leek of hij mondharmonica speelde. Toen zei hij; „Mijn zoon Jan Suup, de vader van Gerritje, zegt altijd: „Van de balletjes in de soep krijg je spierballen. En zo is het". Mijnheer Goudriaans moest toen zo lachen, dat hij zich bijna verslikte. Hij hoestte, hoest te, zodat mijnheer Suup hem heel vriendelijk op zijn rug klopte, wat mijnheer Goudriaans de directeur erg op prijs scheen te stel len. Toen de soep bijna op was, kwam er eerst een mijnheer met een viool binnen. Achter hem liep nog een andere mijnheer met heel lange haren. Die ging achter de piano zitten, die in een noek van de zaal stond. Niemand at er nu meer. Het was heel stil geworden. De violist streek eerst een paar keer zo maar over de viool. De muziek huppelde. De mijn- heer achter de piano huppelde over de toet sen terug en toen zette de violist samen met de pianist een heel mooi stuk in, dat mijnheer Suup zich nog van vroeger herinnerde. Toen mijnheer Suup lang geleden pas Mientje ken de, ging hij met haar op zaterdagavond wel eens naar een café. Daar speelde een violist ook altijd die melodie. De kinderen keken in hun lege burdjes, de burgemeester staarde voor zich uit. mijnheer Goudriaans keek naar het plafond en mijnheer Suup keek alleen naar de violist en neuriede zachtjes mee. Terwijl die zoete muziek door het zaaltje klonk, kwamen de obers weer binnen. Nu droegen ze grote flessen met wijn. Heel voorzichtig werd het glas van mijnheer Suup ge vuld, toen dat van de burgemeester en mijnheer Goudriaans. De fles maakte een zacht klok kend geluld, dat precies bij de muziek paste. De kinderen kregen allemaal een flesje spuit water. Toen keek de violist weer bly op en liet de muziek nog een keer heel hoog gaan, zo dat het leek of de klanken door het plafond verdwenen. Toen hield hij op met spelen. De pianist ook. De obers liepen zachtjes de deur uit. De deur werd gesloten. Er hing nu een plechtige stemming in het zaaltje. De burgemeester stond op, ging met zijn hand in de binnenzak van zijn jas en haalde daar een klein doosje uit. Hij schraapte drie keer zijn keel, keek in de richting van mijnheer Suup en zei toen: „Mijnheer Suup, mijnheer Goudri aans, mijnheer Francois (zo bleek de mijnheer met het snorretje dus te heten), juffrouw Ster- appel, beste kinderen. Mijnheer Suup is van daag de hele dag gehuldigd. Vanmorgen in het badplaatsje, vanmiddag in mijn stad. De feest dag is nu bijna voorbij. Morgen zal mijnheer Suup weer thuis zijn. Dan kan hij weer gaan doen wat hij wil: wandelen, vissen, in de tuin werken, timmeren. Alles. Aan het slot van de ze dag heb ik nog een bijzonder eervolle taak. Mijnheer Suup, het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd U te benoemen tot ridder in de Órde van Oranje Nassau, voor alles wat U veertig jaar 'ang met veel plezier en met een steeds goede bui voor de kinderen uit de stad gedaan heeft." De burgemeester maakte nu het doosje open. Daarin lag een prachtig gekleurd lintje met een medalje eraan. „Mijnheer Goudriaans', zei de burgemeester, „mag ik U, die de direc teur bent van mijnheer Suup, vragen, de medal je op te spelden op het prachtige uniform van mijnheer Suup, waaraan een medalje nog net ontbrak?" Mijnheer Goudriaans nam de medalje aan, maakte de speld open en begon die vast te ma ken op de zwarte jas met de gouden biezen van. mijnheer Suup. O, wat ging dat moeilijk. De jas was dan ook heel erg dik. Mijnheer Goudriaans prikte, prikte, duwde en toen in eens prikte hij zo hard, dat de speld door de mooie jas heenging, precies in het vel van mijn heer Suup. „Au, au, au," riep mijnheer Suup. Hij greep naar de zere plek. Weg was de jas, weg de mooie broek, weg de burgemeester, weg mijnheer Goudriaans, weg de mijnheer met het snorretje en juffrouw Sterappel, weg de kinde ren. Mijnheer Suup lag In de oranje ligstoel in de tuin, met zijn pantoffels aan en zijn over hemd open. En uit dat overhemd kwam een grote bij gekropen. De zon stond nog volop aan de hemel en de tuinkabouter stond met zijn domme rode muts op in het gras een beetje te slapen. Het was heel stil. Want alle kinderen waren nog op school. Het was nog geen twaalf uur. Mijnheer Suup1 veegde uit zijn ogen een paar tranen van spijt weg, omdat al het moois voor bij was. Maar toen kwam zijn vrouw Mientje de tuintrap af. „Gerrit", zei ze, „je mag wel opschieten. Je zou Gerritje uit school gaan ha len." „Ja, ja", zei mijnheer Suup, „ik ga al, ik heb het ook zo druk gehad de hele morgen." Toen begon Mientje heel hard te lachen. Dat klonk zo vrolijk, zo mooi, zo jubelend, dat mijn heer Suup meteen de fluit van de tram hele maal vergeten was. Hij begon vrolijk mee te lachen. Samen stonden mijnheer en Mientje wel vijf minuten in de tuin te schateren. Een vogeltje hoorde het. Die vond het zo leuk, dat hij heel mooi begon te fluiten voor mijnheer Suup en zijn vrouw Mientje en voor de zon. Voor de laatste keer in de tuin van mijnheer Suup. Want de volgende dag moest de vogel een grote reis beginnen Naar een land waar de zon nooit slaapt, waar de bomen altijd groen zijn en de bloemen het hele jaar op hun zondags gekleed zijn. Einde Bevend krupt hij af en aan langs de zilveren regels. „Lieve Samuel, kom gauw" staat er op de tegels. ,.Ik woon achter in de tuin bij twee ouwe tantes. Ik vertel je later wel wat er aan de hand is." „Wel, wet, wel," zegt Samuel. „Wat een vreemd berichtje! 'k Vraag me af, wat zal er zijn met mijn aardig nichtje?" Zenuwachtiq kruipt hij voort op zijn glibberbuikje, tot hij iemand roepen hoort bij een bessestruikje. „Samuel, mijn lieve .neef" roept zijn nicht Joseetje. „O, wat heb ik lang gewacht. Haast je toch een beetje. Want mijn tantes doen zo raar. Ze blijven alsmaar binnen. Ze komen nooit meer uit hun hui*1 Wat moet ik toch beginnen?" „Ik zie het al," zegt Samuel. „Joseetje, arme stakker, je oude tantes zijn in slaap en worden nóóit meer wakker." „Nou blijf ik helemaal a een Wat vreés'lijk," snikt Joseetje. „Dat dacht je maar," roept Samuel, „ik ben er ook nog, weet je! Wij gaan de wijde wereld in. Vandaag nog, deze morgen. Hoe vind je dat, mijn lieve nicht? Ik zal goed voor je zorgen." „Ha," roept Josee. „Dat vind ik fijn Noi schei ik uit met uilen. Ik zou jou voor geen oom of nicht of tante willen ruilen." „Dat 's mooi gezegd," roept Samuel. Dat zal ik nooit vergeten." Dan gaat hij samen met Josee een lekker hapje eten. VERA WITTE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 15