VAKANTIE IN STAD EN STREEK BLOEMEND AAL: als een pralend park met geraffineerd veredelde natuur Niet ongenaakbaarondanks alles wat op weelde en welstand duidt J AMATEURTONEEL IN HAARLEM (I) Terugblik op afgelopen seizoen soms bemoedigend, soms ontmoedigend Soms behaaglijk dorpsachtig met vele herinne ringen De keuze der stukken SLEUTEL WEG? Prinsen- en Frans Hals- scholen moeten worden samengevoegd Coomans Gildehuis wordt gerestaureerd ZATERDAG 16 JULI 1960 PAGINA 3 BLOEMENDAAL, 16 juli - Een pralend park, waar de natuur zo veel en zo geraffineerd mogelijk veredeld is, dat is het beeld van de „wijk" Bloemendaal, het noor delijke gedeelte van de gelijknamige gemeente. Het is er goed toeven en nog beter wonen in een tuin- achtige omgeving, waar sierlijke asfaltwegen door duinen en dalen voeren, waar slechts benijdenswaar dige mensen schijnen te wonen in mooie en minder mooie maar altijd behaaglijke behuizingen, waar de gazons gladgeschoren, de bloemperken en bomen kunstig gegroepeerd zijn, waar alles op welstand duidt. Ongenaakbaar is dat mooie Bloemendaal allerminst. Wandelaars, fietsers, brommers en automobilisten, ze kunnen gemakkelijk zelfs op de mooiste plekjes ko men. De Hoge Duin en Daalseweg bijvoorbeeld, van- Waar men duinpartijen kan bewonderen, die soms iets van een uitheems berglandschap hebben met als apo theose het Bloemendaalse Kopje. Dat Kopje, vanwaar men een riant uitzicht heeft over de wijde omgeving, Oud en nieuw is weer gemakkelijker bereikbaar gemaakt door trap pen: de Kijkduintrap, de Karmeltrap, de trappen in het Koningin Wilhelminaduin. Dan is er het Open luchttheater, daar vlakbij, waar men zonder al te veel kosten te maken op droge zomeravonden kan genieten van toneel, muziek of ballet in een onverge- lijkelijk-moooie entourage. En wie ondanks alles aan de ongerepte natuur de voorkeur geeft, vindt deze in het sinds vorig jaar publiekelijk toegankelijke bos van Caprera, waar hij kan staren in het troebele meertje, dat in langvervlogen tijden een tak van de Rijnmonding geweest zou zijn, waar hij onder de eeuwenoude bomen kan mijmeren over Hollands gra ven en gravinnen, die hier in de Middeleeuwen de valkenjacht bedreven, of over Garibaldi, de Italiaanse vrijheidsstrijder, voor wie de familie Teding van Berk hout, die het landgoed in de vorige eeuw bezat, zo'n bewondering koesterde, dat ze het noemde naar Ca prera, een eilandje bij Sardinië, waar Garibaldi ver geten en ontgoocheld stierf. 't Hemeltje Ingetogen charme „DE SLEUTELSPECIALIST" t De Bloemendaalseweg is de hartader Van het plaatselijke leven, voor Over- veen, maar ook voor Bloemendaal. De belangrijke openbare gebouwen, raad huis, postkantoor, politiebureau, zijn ér, evenals de voornaamste winkels, gevestigd. Blijkens een gemeentelijk naambord begint de „wijk" Bloemen daal (in de gemeente zijn geen „buur ten") bij de Dompvioedslaan. Ten noorden van Wildhoef heet, wat daar nog onder Bloemendaal ressorteert, „Park Duinlust". Aan weerszijden van de Bloemendaalseweg vindt men woon wijken, waarvan de ene nog rianter is dan de andere. Het is goed wonen in het Kinheimpark, maar beter nog in het villapark Duin en Daal. En ook langs de Bloemendaalseweg zelf ziet men een staalkaart van Bloemendaal se woonweelde. Statige oude buiten- Verblijven, zoals „Bloemenheuvel" en „Lindenheuvel", maar ook vriendelij ke moderne villa's, oude herenhuizen, enkel flatgebouw en tenslotte, bij et Kerkplein, heeft de Bloemendaal seweg iets van een kleinsteedse win kelstraat, waar van alles te koop is. „Bloemenheuvel", het toekomstige raadhuis, vlak bij de Dompvioeds laan, is een niet groot, maar wel imposant vroeg 19e eeuws bouw werk gelegen op een heuvel, van waar' men een onvergetelijk uitzicht op Haarlem-noord heeft. Met zijn trotse kolonnades heeft „Bloemen heuvel" iets paleisachtigs. De bedoe ling van de bouwheer was, dat er nog twee vleugels aan zouden worden toegevoegd. Maar al sinds bijna an derhalve eeuw is het huis min of meer onvoltooid. Dat zal - hopen- de Bloemendalers - eens anders worden, want zodra het geld ervoor beschik baar is, zal volgens plannen van ir. De Rouville de Mieux het nieuwe raadhuis gebouwd worden, waarvan het tegenwoordige „Bloemen euve het hart zal vormen. Even voorbij „Bloemenheuvel ziet men - komend van Overveen - zelfde kant van de Bloemendaalseweg „Overbeek", eveneens een mdru kende villa in de bouwtrant van u eerste helft van de 19de euW, eei huis dat - min of meer een zeldzaan heid in Bloemendaal - thans nog par ticulier bewoond wordt. De naam „O- verbeek" is een jaar of zestig jonger dan de villa zelf, die vroeger „Linden- heuvel" heette. Toen in 1901 het tegen woordige, in een uitgestrekt park ver scholen kasteelachtige „Lindenheuvel" gebouwd werd, bepaalde de eigenaar, dat het oudere huis aan de Bloemen daalseweg voortaan „Overbeek" zou heten. Sindsdien maakt het ook geen deel meer uit van „Lindenheuvel". Schuin tegenover „Overbeek" ziet men in een groot park met royale vijver een moderne villa, die „De Beek" heet, naar de oudste buitenplaats in Bloe mendaal, die daar in het begin van de 17de eeuw werd aangelegd. Het te genwoordige „Overbeek" was toen het „Overbosch" van „De Beek,,. De Bloemendaalseweg raakt hier al dichter bebouwd en geleidelijk-aan be gint de omgeving iets behaagiijk-dorps- achtigs te krijgen met verschillende kostelijke herinneringen aan het ver leden. Dat is bijvoorbeeld de voorname „theekoepel" aan de straatkant van de vroegere buitenplaats „De Rijp", waar van het huis zelf, nauwelijks een tach tig jaar oud, gesloopt wordt, zonder dat iemand er een traan om hoeft te laten. Nieuw voor de omgeving is de in 1954 gereed gekomen Drievuldig- heidskerk van architect H. C. van de Leur. Deze kerk staat op het terrein van de vroegere buitenplaats „Sparren- daal". De laatste eigenaar daarvan, Ignatius Bispinck (hij was garenfabri- kant-in-ruste en amateurfotograaf, maar geen ingenieur, tot welke mis vatting de afkorting „Ign." van zijn vóórnaam wel aanleiding geeft) schonk „Sparrendaal", in de wandeling vaak „de Bispinck" genoemd, een veertig jaar geleden aan de in 1917 gestichte Drievuldigheidsparochie, om daar eten kerk te bouwen. Bijna vijfendertig jaar lang moest de parochie zich echter be helpen met een noodkerkje in de vroe gere kegelbaan van de villa „Welge legen" op de hoek Bloemendaalseweg- Zomerzorgerlaan. De meeste huizen op dit gedeelte van de Bloemendaalseweg zijn nog geen halve eeuw oud en doorgaans meer ge rieflijk dan mooi. Ze zijn gebouwd in de tijd, dat Bloemendaal zich tot een typisch forensen-oord ontwikkelde, na dat in het park Duin en Daal (en in het Overveense Kweekduin) reeds gro te villa's verrezen waren op terreinen, die de „Binnenlandsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goede ren" in de negentiger jaren van de vorige eeuw had gekocht met het doel ze later in kavels te verkopen voor de villabouw. Een destijds nogal specula tieve ondernemihg, die de „Binnenland sche" echter geen windeieren heeft ge legd. Aan die maatschappij (welke ook „Aerdenhout" als het ware heeft ge creëerd, evenais het Kleverpark en de buurt rond de Cronjéstraat in Haarlem) heeft Bloemendaal een groot deel van zijn tegenwoordig aanzien te danken. In de twintiger jaren werd nog op grond van de „Binnenlandsche" het Kinheim park gebouwd. rakteristieke „herenhuizen" daar in de buurt, die zich van de oude villa's of optrekjes onderscheidden doordat ze dichter bij de weg lagen en een klei nere tuin hadden. Een unicum in Bloe mendaal is wel het café „Brederode", vanouds 't Hemeltje" aan de Bloemen daalseweg, tegenover de dr. D. Bak kerlaan. Van het Bloemendaal van vóór de forensentijd is echter vooral in de buurt van de Mollaan nog veel bewaard ge bleven. Er zijn no.g verschillende kar Dit établissement is zeker driehon derd jaar oud, hetgeen ook het uithang bord boven de deur bevestigt. Onder een olieverfschildering van de ruïne van Brederode staat te lezen: „Hier in het huis van Brederode Reeds eeuwen oud en grijs Is spijs en drank en vreugd te vinden Voor een civielen prijs". Het loont de moeite, vanaf de Bloe mendaalseweg de Mollaan in te slaan. Waar de laan een flauwe bocht naar rechts maakt, moet men zich eens om draaien en naar „De Bispinck kijken, dat precies in de as van de Mollaan staat: een wit classicistisch tempeltje van nauwelijks anderhalve eeuw oud. Links en rechts van de Mollaan is ver derop het Bloemendaalse bos met oude bomen. En dan komt spoedig, op het punt Moliaan-Brederodelaan het „Pan- nekoekenhuisje" een kostelijk oud huis je met een driekantige zuilengalerij. Vlakbij „Thysse's Hof", waar in bo tanie geïnteresseerden hun hart kunnen ophalen. Kinderen zullen liever naar de herten, de pauwen, de fazanten en het andere pluimvee kijken in de Herten kamp. Een van de stemmigste plekjes in het oude Bloemendaal is het Kerk plein, waar de Bloemendaalseweg eindigt op het inrijhek van Wildhoef. In 1636 is het kleine hervormde kerkje gebouwd, dat op een vierkant kerkhof staat. Enkele grafzerken zijn er nog te zien en verder struikgewas en bo men. Die bomen vooral geven het pleintje een ingetogen charme. Het kerkje is van binnen en van buiten calvinistisch-sober. Een lage,acht kantige koepeltoren is de enige na drukkelijke „opsmuk". Aan twee kan ten van het Kerkplein is bebouwing. Enkele huizen hebben tot dusver op verdienstelijke wijze de vernieuwings drang kunnen weerstaan. Op de hoek van de Bloemendaalseweg is een laag en rond bouwsel gekomen, dat in schrille tegenstelling staat tot de om geving. Ook modern, maar mooi is het Wild hoefplantsoen achter de kerk. Enigs zins verscholen in de struiken is er een Verzetsmonument opgericht. De oude „theekoepel" van Wildhoef is in alle glorie bewaard gebleven, en men ziet ook de achtergevel van dit vroegere buiten, dat sinds de dood van mejuf frouw Crommelin, de laatste eigenares, een bejaardenpension geworden is. Bij zonder aardig is het gezicht op de wei landen aan de oostkant van de Ken- nemerweg en op een nog overgebleven schilderachtige boerderij bij de Laan van Boreel. Niet gemakkelijk vindbaar voor de wandeüiar, maar de geduldige zoeker rijk belonend is het hart van het park Duin en Daal. Een groene oase met weilanden en water. Rondom enkele villa's. Aan één kant is het omringende terrein oplopend. Van daaruit heeft men soms een verrassend uitzicht op de groene kom. Op de foto ziet men op de achtergrond hotel „Duin en Daal". Het oude topgeveltje van café Bre derode „van ouds 't Hemeltje" aan de Bloemendaalseweg. Rechts de afbeelding van de Ruïne van Bre derode, met daaronder de belofte, dat er binnen in 't Hemeltje te krijgen is .spijs en drank en vreugd voor een civielen prijs". fret park winh f t n Hp nrhterarand hpt thpekneneltie Rechts daarvan is nog even zichbaar het oorspronkelijke ZTIwüdhoef dat na restauratie deel is gaan uitmaken van het complex voor bejaarden. HAARLEM, 15 juli Wegens het sterk achteruitlopen van het aantal leerlingen van de openbare Frans Hals lagere school, stellen B en W van Haar lem de raad voor de Frans Halsschool en de Prinsenschool in Haarlem-noord op te heffen en een nieuwe gemeentelijke lagere school te stichten in het gebouw aan de Soendastraat 41, waar beide scholen tot nu toe gevestigd waren. Indien tot opheffing van de scholen wordt besloten, stellen B. en W. de raad voor de leerkrachten ontslag te verlenen en te benoemen tot onder wijzers aan de Prinsenschool in de Soendastraat. De heer L. de Klerk, die hoofd was van de oude Prinsen school, zou dat ook van de nieuwe school moeten worden. De heer S. P. Doek, die hoofd was van de Frans Hals- school, keert niet terug. De opheffing en samenvoeging zouden moeten ingaan op 15 augustus. HAARLEM, 15 juli Men wil nu eindelijk komen tot restauratie van het zogeheten Coomans-Gildehuis aan de Witte Heerenstraat. In 1954 heeft de gemeente het pand aangekocht. Het da teert uit 161.1 toen het Coomanshofje daar werd gesticht door het St. Nico la»!, of Coopmansgilde. In i813 werd het voltooid en in 1645 uitgebreid_met een gildehuis, dat in 1871 gedeeltelijk werd gesloopt. Alleen het gildehuis be staat nog. Het heeft een rondbogig poortje met gebeeldhouwde gedenk steen en een geribde deur met klop per. De restauratie zal waarschijnlijk 33.500,. kosten. Het rijk wil 30 pet in de restauratiekosten bijdragen, maar de gemeente wil het rijk vragen dit per centage te verhogen. Ook aan de pro vincie is een verzoek om subsidie ge richt. Het ligt in de bedoeling het pand na de restauratie geschikt te maken voor de jeugdvormirig. B. en W. zullen nagaan hoe het pand na de restaura tie beter bereikbaar kan worden ge maakt. Voor meer dan één amateur toneelvereniging in Haarlem is het geen gemakkelijke tijd. In Haarlem trouwens niet alleen. En kele verenigingen hebben hun schouwburg^ vonden moeten vermin deren, omdat de donateurs niet meer twee of drie avonden achtereen de zaal kunnen vullen. Dat is een dui delijk teken; het is duidelijk een slecht teken. De minder mooie gang van zaken wordt o.a. geweten aan de televisie. Indien deze bewering met de werkelijkheid overeenkomt ligt er voor de amateurtoneelspelers een ernstige waarschuwing in, een onmiskenbare vingerwijzing in be' paalde richting. Willen zij de con currentie van de televisie kunnen weerstaan, dan zullen zij het in de kwaliteit van hun produkt moeten zoeken; in dat opzicht is het bij hen niet anders gesteld dan in het za kenleven. Het beste artikel wint het altijd: het beste produkt in het best tot kopen aansporende verpakking. Hoe staat het met dat produkt? Het is interessant en het loont de moeite, het bovenstaande voor ogen houdend, enkele opmerkingen te maken over het afgelopen toneeiseizoen, inzover het de voorstellingen van amateurs betreft. Het overzicht van die voorstellingen is interessant, soms bemoedigend, soms ontmoedigend. Interessant omdat het merkwaardig is te constateren, dat sommige stukken wel onuitroeibaar schijnen; Polly Perkins, die dit seizoen weer eens het toneel is opgestapt, is er een voorbeeld van, evenais Meis jeslyceum, dat langzamerhand wel de finitief van het repertoire mag ver dwijnen. Het probleem van dit stuk is niet bepaald modern, het vraagt boven dien een uitgekookte typering welke bij na geen enkele vereniging over de ge hele linie kan opbrengen. Andere stuk ken verschijnen één keer op het pro gramma en komen dan ineens in de mode. Wij kunnen ons nooit onttrek ken aan de indruk dat de een het van de ander ziet en „het dan ook maar neemt, want hot is heus wel aardig." Dat. is o.a. het geval met „Een fees telijke dag" en „Wijlen Edwina Blake" dat ongeveer vijf jaar geleden door een groepje Engelse amateurs werd gebracht in een zeer respectabele voorstelling. Indien dergelijke stukken inderdaad domweg van de ene vereni ging naar de andere gaan, zou het er op wijzen dat de leescommissies zich tevreden stellen met een zeer beperkt terrein. Belangrijkste sfukken Bemoedigend is het overzicht om dat herhaaldelijk gebleken is dat de Haarlemse amateurs hun oudé goede reputatie op peil houden. In dé Stads schouwburg wordt dikwijls een voor stelling geboden welke op merkwaar dig hoog niveau staat, fantasie en vin dingrijkheid van de reggisseur demon streert en medewerkenden iaat zien bij wie inderdaad van aanleg voor to neel gesproken kan worden. Zij weten zich ongedwongen te bewegen, laten de tekst recht wedervaren, hebben gevoel voor nuancering. Het was niet zo ver wonderlijk dat de eerste en tweede prijs van het Landjuweel-1956 in Haar lem vielen Tot de belangrijkste stukken van het afgelopen seizoen moeten gerekend worden „De ingebeelde zieke" van Mo lière, „Bataille des Dames", „Sterk als een Jacaranda", een nieuw toneel stuk van Ank v. d. Moer („Sta hier.... sta daar") en „Woutertje Pieterse". Het laatste is een van de bewerkingen voor toneel, waarmede Henk Bakker zich graag occupeert en waarmede hij telkens een wetenswaardig stuk Ne derlandse letterkunde op de planken brengt. Patronaafstoneel Ontmoedigend is het feit dat het be ruchte patronaatstoneel nog niet is overleden. Daartoe behoren de stukken „uit het echte leven"maar dat Ie ven wordt altijd een beetje onecht ge presenteerd; het probleem wordt te simplistisch gesteld en uitgewerkt, de figuren krijgen nog vaak onmogelijke boeketaal te verwerken, welke men ze ker niet in het gewone leven te horen krijgt. Wij moeten er echter aan toe voegen, dat dergelijke stukken bij een deel van het publiek terdege aanslaan. In dat opzicht weet de vereniging pre cies, wat de donateurs ambiëren. Maar wij ontkennen dat de vereniging geen andere keuze zou hebben. Iemand die voorkeur heelt voor een stevige ge bakken bokking moet men weliswaar niet met alle geweld oesters opdrin gen, maar tussen gebakken bokking en oesters liggen heel wat mogelijkhe den. Ontmoedigend is ook het feit dat oude successen van het beroepstoneel hun attractie blijven uitoefenen. Wij kunnen ons voorstellen dat amateurs na bezoek aan het beroepstoneel ver lekkerd worden op een stuk, zichzelf en andere leden van de vereniging al in een behaalde rol zien („dat mooie stuk waar Ellen Vogel en Ko v. Dijk zo goed in waren"). Maar het, is ge vaarlijk, Want de creaties van Ellen Vogel en Ko van Dijk en Ida Wasser man eisen een talent dat men bij ama teurs nu eenmaal niet vindt. Indien de voornaamste rollen van „Mijn zonen" met in zeer goede handen zijn. wordt het een vrij vervelende geschiedenis. Indien men niet over enkele uitmunten de krachten beschikt, moet men .Tramlijn begeerte" niet spelen. Dat is regelrechte waanzin, het stuk is zon der meer taboe voor alle amateurs. Indien men in de vereniging geen lid heeft, dat aan de tekst van „Fluffy" genoeg heeft om een geheel eigen, in haar naïeviteit alle gevaren wegvagen de figuur te creëren, dus te creëren!, moet men dat „leuke dingetje" niet spelen. Een stuk dat zo'n sterke in druk maakte, wordt onherkenbaar, om dat de voorstelling bestaat uit stuk én spelers. Wat moeten amateurs voorts doen met „Oscar", het roemruchte, grove succes van de Ned. Comedie? Het ri sico is groot, dat het uitsluitend grof wordt, het dure decor niet waard. Is het ook niet een te groot waagstuk om „Betekenis" (indertijd met Caro v. Eijck en Jan Teulings) te spelen? En wat denkt men van „U spreekt met uw moordenaar"? Er zijn heel weinig amateurs die de sfeer van beleefde en beklemmende dreiging kunnen oproe pen bij het eerste gesprek tussen de fieltige misdadiger en de gehuurde moordenaar. Zonder die sfeer wordt de scène waardeloos, is er bij wijze van spreken helemaal geen scène. Misverstand Het overzicht van het afgelopen sei zoen laat namelijk weer de onjuiste op vatting zien welke sommige amateurs schijnen aan te hangen. Wij bedoelen het misverstand, dat reproductie van de tekst voldoende is om een situatie te scheppen, om sfeer op te roepen, om de kleur van het stuk weer te ge ven. Wanneer bijvoorbeeld een Ameri kaans plantagebezitter die in zijn op vattingen omtrent het negervraagstuk een eeuw ten achter is, niet in heel zijn houding, optreden en zegging de bekrompen, feodale, blinde geld-aristo- craat is, krijgt zijn tekst geen inhoud en wordt het conflict onwaarschijnlijk. De kleur van tekst en probleem moet harmoniëren met de figuur en zijn om geving. Anders blijft heel het stuk do de tekst. Die eis weegt wellicht nog zwaarder bij het zogezegde niemandalletje en de gezellige klucht. Een stevige klucht, best; maar gek doen wordt gauw ba naal en vervelend, wanneer de kolder niet steunt op vindingrijke fantasie, zo dat de toeschouwer zich tenslotte slap en willoos aan de heerlijke nonsens overgeeft. Een gezellig niemandalletje is alleen spelenswaard, wanneer de toeschouwer pas na dfe voorstelling be seft dat het niets meer dan een zeep bel was. Kan men de zeepbel echter niet van de grond laten komen, dan moet men er eenvoudig niet aan be ginnen. Hoeveel amateurs beschikken echter over zoveel zelfkennis? Hoeveel amateurs zoeken stelselmatig naar een voor hen geëigend repertoire buiten het beroepstoneel om? Kan een seizoen het doen zonder „Een meisje om te ste len". „Het witte schaap van de fami lie", „Vrouw op zicht", „Uw bad is klaar, mevrouw", „De beunhaas", „Ballet op de boerderij", „Verbroken Banden" en „Fluffy"? Voor deze en andere vragen, voor de moeilijkheden van de verenigin gen, het probleem van de televisie en voor enkele suggesties zullen wH volgende week graag uw aandacht vragen. Hk. A. (Advertentie) LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493 „Sta hier.sta daar van Ank van der Moer is een van de succesvolle toneel stukken geweest, die het afgelopen toneeiseizoen in Haarlem heeft opgeleverd. De voorstelling werd in de Stadsschouwburg in Haarlem gegeven onder regie van de schrijfster door de Haarlemsche Tooneel Club. Deze voorstelling, die getuigde van initiatief en artistieke smaak, was een van de bemoedigende aspec ten van het seizoen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 3