Van Flevomeer tot IJselmeereen wonderlijk en groots avontuur van —zijn parochiefeest ra priesters en religieuzen voor één dag terug Onze voorouders leefden in het water mïM WELVAREND DORP STRAKS EEN /Vaar de dominee EnEdam TWEEDE KERK IN NIEUWE WOONWIJK i'tffllife» m Nieuwe periode ËEN NIEUWE ENGELSE THEORIE OVER DE EVOLUTIE VAN DE MENS Straks exploiteren wij de zeebodem m De hemel is niet te hoog ZATERDAG 16 JULI 1960 PAGINA 9 Pastoor Langedijk glimlacht vergenoegd en tikt de as van een brede sigaar. De lichte, pientere ogen turen door zijn geopende kamervenster, dat gevuld wordt door het matte blauw van het IJsselmeer en de roodgenokte daakjes van Volendam, fris en fleurig dorp, zoals het reilt en zeilt, groeit en tiert, op en aan de dijk. Het is alweer lang geleden dat bij hetzelfde venster pastoor Van der Wei den somber op Volendam neerkeek, het dagelijks zijn zegen gaf als de zon in felrood verkleurde en de schemer viel over het Waterland. Hij was Volendams laatste zeepastoor, een wanhopig man, die in de afsluiting voor zijn kleine gemeenschap catastrofale gevolgen zag en zich dit zozeer aantrok, dat hij in zijn laatste levensjaren met verbijstering werd geslagen. Nu rust pastoor Van der Weiden op de Godsakker bij de kerk, in de van water doortrokken grond en is pastoor Langedijk reeds zijn tweede opvolger. De sombere voorspel lingen zijn niet uitgekomen. Volendam verwerkte de overgang van Flevo- tot IJselmeer op bepaald verrassende wijze en maakt zich D A l rP thans blozend van weelde op voor het eeuwfeest van de enorme parochie St. Vincentius a Paolo, dat zijn hoogtepunten vindt in de aanbesteding van een tweede, nieuw te bouwen kerk en het bezoek van alle nog levende priesters en religieuzen aan het „oude nest", dat zij voor God en de Kerk hebben verlaten. Liturgische weekkalender BLOZEND weelde viert VOLENDAM Het is met Vol'endam altijd wonder lijk gelopen. Van zijn ontstaan at kende het tal van moeilijKheaen, de een nog groter dan de ander, maar steeds kwam er een oplossing en het resultaat was dat Volendam er eigenlijk groter en be ter van werd. Omueni nee stichtings jaar valt niets met zekerneiü te zeggen, ïn de meeste boeken wordt echter 1357 aangenomen ais net jaar waami ue ver bindingsweg tussen Haam en ue zee met een dam werd aigesioten en aan de kust een klein gehuent ontstond, net heet dat de bevolKing daarvan zich in de tweede hellt van ue zestiende eeuw vermengde met Baskische huurlingen uit het leger van Bossu, die zich bij ge brek aan "Krijgsrumoer gingen toeleggen op de visser^. iViet de BasKen zou er uan het katholiene geloot zyn intrede neD- ben gedaan en tevens at de bijzondere eigenschappen, die van Volenaam een gave gestoten gemeenschap maakten met 'taai vasthouden aan oude tradities en geloof. He veelal nog zeer arme be woners waren op de Kerk van Edam aangewezen, die zij sieents na een las tige tocht door het soppige Waterland konden oereiKen en nev w-a dan w-, al leszins begrijpelijk dat men steeds tel ler ging ijveren voor een eigen pasto rie en kerk. ue», ïiatl ou..0vuc Ai Vi de aarde, alvorens de inmiddels al aardig uitgebreiue geitieens>CAn*±i Mensen) zyu zin kreeg, lueu nioesi er d.e ^erk van JbJdam voor mijden en tenslotte zelis uit protest oezoeaen brengen aan het snoeperige pro- *te&tantse keraje, dat werd gebouwd. JL>e boeren uit ue uuurt konden nauwelyKs drie bannen vullen pn de dominee sprak dan ook aityd voor een vrijwel lege kerK, totdat op een dag hall Volendam op kousevoe- f«n naar binnen stommelde, de klom- ^.eties in het voorportaal zette en met het gewoonste gezicht van de wereld naar de dominee luisterde En Hot Gebeurde ZO zondag op zondag, dat Sej?® zjjn uitwerking niet mis- rE^ m ee" bijkerkje in 1858 en twee iaar iater op de achtste, april, ^rV pLsdag dan de gewichtige gebeurtenis"oprict ting der *S£v*centius Paolo-pa- Arnoldus Heuvels als ?crsi p werd aangesteld. -ag begon dat heet de hemel te HJ j :.^CI1 prompt een nieuw leven en '1 te tellen vanaf die datum. Er volgde nu een plan'voor £?ssbc°hu0p van een eigen, grote kerk. Dm.eli,ng gaf ztjn toestemming en de m je Begon. Men gaf wat er was, m het visserij bracht slechts weinig op spaarkapitaaltje bleef klein en g Men hield een speciale collecte in schillende kerken voor Volen<dam, u^,;. vergeten vissersdorp aan de Zuiaei Thames Koning en Jaap Hansen ken er hun mooiste pijbroeken voor a tnet blempie en blauwbaai, het na „op de tis gezet" en de zilveren 1si V stukken glinsterden uitdagend, twnjj de kerken rondgingen om te coi ren. Binnen enkele jaren verzamelde zij de vorstelijke som van 22.7ÜU t kon de fa. B. Trooster met de bouw van een nieuwe kerk beginnen. Haastige spoed is zelden goed, was ook hier van toepassing, want de kerk, die al op J december 1860 in gebruik kon worden gesteld, bleek volkomen ongeschikt. De leien keilden van de toren, de regen drupte door het dak heen op de mooie huiletjes en de ontblote vissershoofden en tenslotte kwam zelfs het plafond met stukken naar beneden. De arme pastoor Heuvels werd er zo wanhopig van dat hij zich in 1863 haastte om ontslag aan te vragen. „Nauwte brengt grauwte" moeten de Volendammers toen gedacht hebben en met taaie volharding verzet ten zij de bakens. In 1883 reeds stond er een geheel vernieuwde en vergrote kerk. Een eigen parochie met pastorie is voor Volendam van onschatbare waar de gebleken. Op alle mogelijke gebied werd verbetering aangebracht. En dank zij de gezondheidszorg vermin derde het vrij hoge sterftecijfer. Edam zag al de veranderingen met lede ogen aan. Het was nog maar kort geleden dat de stad Edam scham per gewaagde van haar visserswijk, daar ergens aan de Zuiderzee. Stad en visserswijk verdroegen elkaar nooit zo best en leefden op wat men noemt gespannen voet. Dank zij de democra tie is Volendam waarvan het in woneraantal in honderd jaar tijds is verzesvoudigd en nu heel wat meer dan het dubbele van het bejaarde Edam telt eigen baas in de ge meentelijke huishouding. Eigenlijk is het dan ook beider wens om op eigen voet verder te gaan, Edam stil, be schaamd misschien ook wel, in zich zelf gekeerd. Volendam, groter dan ooit, met ongekende mogeliikheden. Pastoor Langedijk, de „generaal" zo als de koorzangers hem noemen, som de ze allemaal op. Elf jaar lang nu duurt het Volendamse pastoraat van deze grijze priester, elf jaar van een groei -en ontwikkeling die in de wijde omtrek zijn weerga niet kent. Wie had dat ooit gedacht, na al die drama's op en om de Zuiderzee. Pastoor Langedijk vertelt van de scholen, de clubs en verenigingen, de nieuwbouw, de fabrieken en tenslotte over de bittere noodzaak van een nieu we kerk. Volendam telt thans ruim 10.000 inwoners en daarvan zijn er op een enkele na allen praktiserend katho- 1'"1' De toch echt met kleine parochie- A. - r>' 5 maart ƒ.1. Kield Sir Alister Hardy, hoogleraar in de Zoölogie aan de Universiteit te Ox ford en lid van de Royal Society, in de Britse Sub-Aqua- Club te Bright on een voordracht, die sensationeel ge noemd kan worden. Hij sprak over het aquatische heslaan van de mens" in het verleden en in de toekomst. Onlangs heeft deze wereldberoemde geleerde zijn uiteenzettingen ook in het Londense weekblad „The New Scientist" gepubliceerd. Professor Hardy beschrijft in de eer ste plaats de ontwikkeling van het le ven van de waterdieren. Hij wijst erop, dat tezelfdertijd dat het leven op het vaste land door steeds betere aanpas singen mogelijk werd, ook een ander proces plaatsvond: n.l. de terugkeer naar het water. Dit was het eerst met amphibieën, reptielen, zoogdieren en vo gels het geval. Te grote vermeerdering, overbevolking en voedseltekort moe ten tot deze terugkeer naar het water leven geleid hebben. Tot de dieren, die op zoek naar nieuw voedselterrein naar het water zijn teruggekeerd, be horen krokodillen en waterslangen. Ook de tegenwoordige walvissen, echte zoogdieren, hebben zich weer geheel aan het leven in het water aangepast en zijn dan ook op het eerste gezicht makkelijk met vissen te verwarren. Eenzelfde ontwikkeling zou ook bij de mens te volgen zijn. De stelling van professor Hardy is deze: een zijtak van de apenstam heeft wegens concurrentie het leven in de bomen moeten opgeven en zijn voedsel aan de kust en in het ondiepe water moeten zoeken. Mosselen, zee egels en vissen dienden dan als voed sel. De aapachtige schepsels waren evenals vele andere landdieren ge dwongen uit voedselgebrek het water in te gaan. Vervolgens schildert Har dy met veel fantasie hoe in de warme tropische zee de ontwikkeling van kruipen en waden overging tot zwem men en duiken, hoe met toenemen de handigheid vermoedelijk de vissen met de hand gevangen werden. Te zamen met de overgang naar het wa terleven hebben de primitieve voor ouders van de mensen het haar, dat eerst hun gehele lichaam bedekte, verloren. Het menselijk efbryo heeft nog over het gehele lichaam haren, die door hun inplanting aan de bewegingen in het water herinne ren. In zwemmende toestand hebben ze deze soort bescherming niet meer nodig. Alleen het hoofd dat uit het water steekt bleef tegen de felle tro pen: on met haren bedekt. Ook ande re zoogdieren, die tot het waterleven overgingen, zoals de walvis en het nijlpaard, hebben hun haar verloren. Het lange verblijf in het water be paalde ook de ontwikkeling van ver schillende lichaamsvormen. „De ge stalte van de man en de vrouw is ver geleken met de plompe vormen van de aap, van een opvallende gratie. De mens is inderdaad gestroomlijnd" Ook deze volmaakte sierlijke vormen en de vetlaag onder de huid worden met het waterleven in verband ge bracht. Prof. Hardy probeert verder in verband met het leven in het water te verklaren, dat de mens rechtop loopt. De eerste pogingen om te lopen heeft de mens in het water gedaan, waarbij hij bij de noodzakelijke rustpauzes bij Van kruipen en waden naar zwemmen en duiken. het zwemmen, met de voeten naar be neden en het hoofd uit het water, zich een rechte houding aangeleerd heeft. Daar hij steeds beter zijn evenwicht kon houden als hij het water weer ver liet, kon hij zich aan de kust meer ze ker voelen en vlugger lopen. „Ik veron derstel dat hij minstens de helft van de tijd aan land doorbracht". Nauw verbonden met deze houding rechtop is het probleem van de men selijke hand. „De hand heeft alle ken merken van een zeer gevoelig zoekend apparaat, dat voortdurend haar vin gers als voelsprieten over de zeebodem laat glijden". Met deze hand zou de mens liek. kerk, die aa-n 1700 mensen plaats biedt, kan de toeloop niet meer verwerken en de kapelaans zitten m.et het huisbezoek, al de jeugd- en ontspanningsverenigin gen tot over hun oren in het werk. Ter illustratie van dit alles sprak pastoor Langedijk slechts maar over de Her nieuwing van de Doopbelofte, waarvoor dit jaar maar liefst 300 jongens en meis jes in aanmerking kwamen. Deze plech tigheid moest driemaal herhaald wor den, waarbij de kleinste give no -0 kinderen telde. Een actie voor een nieu we kerk had allang zin en dat deze met succes gevoerd werd, kan men gerust aan pastoor Langedijk overlaten. „Hij *s en« b°uwer' hif stampt alles uut de grond zeggen de Volendammers als zij praten over de kwartjeszak van me- nee.r pastoor en het paaltjesluiden van de torenklokken; eenmaal voor 25,-, tweemaal voor 50 en driemaal voor de gouden plak 100,-. Op deze laatste manier kon heel het dorp de financiële gang van zaken volgen. Men gaf zoveel mogelijk. Mannen als Jentje de Boer en anderen liepen het vuur uit hun sloffen om overal geld op te halen en het re sultaat was een vorstelijk bedrag van Pastoor J. Langedijk en een van zijn jonge kapelaans in gesprek met parochianen. nu f 366.600 uit geheel eigen middelen. Dat is bijna de som die het bisdom had voorgeschreven en dus kan men binnen kort met de aanbesteding beginnen Voor Volendam zal dan een nieuwe periode aanbreken, een periode naar het zich laat aanzien van ont wikkeling en bloei. De priesters en de religieuzen die ter gelegenheid van het feest uit alle delen van de we reld in Volendam terugkeren, zullen er hun ogen uitkijken. Van het klei ne, besloten wereldje dat zij lang ge leden verlieten, het dorp met zijn bon te huisjes en zwiepende bruggen, zijn kleuren, teer. en vislucht, de bries van over het water en een eivolle ha ven, zullen zij niet meer aantreffen. Volendam heeft een nieuw gezicht ge kregen, een krans van nieuwbouw met hele nieuwe woonwijken, een compleet voetbalstadion en een industrieterrein voor de grote nieuwe schoenfabriek, fabrieken voor meubels, matten, schuimplastic, rubberartikelen, kou sen en zeilen en wat er nog allemaal bij komt. En ook op de dijk zullen zij zich hogelijk verbazen. Het ene café nog voller dan het ande re en luid jengelende juke-boxes, die vertellen dat „Love makes the world go round", en „Fraulein Gerda" zo lief is. O zeker, zij zien er in ieder geval ha venmeester Japie Molenaar terug, de man die net als zo'n vijrtien jaar gek den iedere schipper een „Goede vaar. en tot ziens in de hemel]', toewenst. He kan dan gebeuren dat zij samen met Ja pie iets in het keldertje laten drupper en hij hun vertelt dat Volendam nog al tijd een aardige vloot bezk, dat er >eai re zondagnacht veertien zeilbotters hun ruige flanken langs het helverlichte Ma riabeeld op het havenhoofd wringen, dai er dan nog zo'n zestig stalen vissers- scheepjes overblijven, waarvan de vermaledijde crisisboten, „de spekbak- ken", nog altijd een respectabel aantal vormen. Japie Molenaar buigt zich dan iets naar voren en fluistert in hun oor over de flinke winst en de verrassende bloei van de palingvangst, groter dan ooit in dit wijkende water. De „geleer de" zonen en dochters van Volendam kunnen zich daar zelf van overtuigen in de visafslag, waar Sijmen Kes nog im mer de scepter zwaait en de twee gro te visopkopers „Fuikie" en de „Barre" elkaar de vis afsnoepen. Zij nangen bo ven op de tribune, steunend tegen de hanebalken, de „Barre" lang en spits aan bakboord, en „Fuikie" omvangrijk en imposant aan de stuurboordzijde. On der hen leunen vissers en belangstellen den zwaar op de houten tribunes en monkelen druk in hun koeterwaals. Je kunt er de rook snijden en de woorden tellen. Maar „Fuikie" en de „Barre" spelen hun spel zonder vergissingen. Hun korte, venijnige knikjes door al die rook heen ontgaat de afslager niet. Dit alles zal ongetwijfeld een ge- Het menselijk embryo heeft nog over het hele lichaam haren, die door hun inplanting aan de bewegingen in het water herinneren. dan op de steenachtige kust gereed schappen en vuur gemaakt hebben, tot hij eindelijk in staat was als jager het vaste land te veroveren. Prof. Hardy veronderstelt, dat de periode van de half-aquatische leefwij ze van de mens zich afgespeeld heeft in de leemte van 10 miljoen jaar, die tussen de tijd van de fossiele vondsten van de Proconsul en de Australopithe cus ligt. Van dit „waterachtig" verle den leidt dan de geleerde ook de vol hardende zwemkunsten van de moderne mens en de verovering van de diepte van de zee met zwemvinnen en duik- apparaten af. Hij voorziet dat de mens binnen 100 jaar door overbevolking ge dwongen zal zijn, de zee en de zee bodem weer bruikbaar te maken. Met duikers, elektrische tractoren en ge weldige sleepnetten zal de mens ge dwongen zijn de zeebodem technisch en biologisch te cultiveren. Dr- mens. ofschoon goed technisch uitgerust, zal erop aangewezen zijn, zijn voedsel on der water te oogsten. Zo spreekt de onderzoeker haast als een profeet „Ik geloof, dat de mens in de toekomst nog veel meer in het water zal leven dan nu het geval is". (Advertentie) De confectie heeft het Volendammer kostuum verdrongen. Het beste manifesteert zich dat zondags in de reusachtige parochiekerk, waar de bulletjes en de blempies te tellen zijn en zelfs op 't altaar bij de bruidsparen de eenheid van de kleding is gebroken. sprekspunt zijn tijdens de unieke sa menkomst op liet eeuwfeest. De oude ren zullen met iets van heimwee ver vuld zijn en terugdenken aan de hele bevolking in de sjiekste klederdracht van de Zuiderzee, een onneembaar bolwerk tegen de confectie, de kleine broekemannetjes en de poppenmeis- jes dansend op hun klompjes en de talrijke vleugels van de masten, on wezenlijk hoog boven de huisjes uit. Maar zij zullen moeten toegeven dat de ontwikkeling niet was tegen te hou den en dat alles nu als een wonderlijk, groot avontuur verloopt. Volendam werkt, Volendam studeert heeft nu zelfs een eigen studentenvereniging Volendam leeft tot in de nokken van zijn rood gepande daken. HAYE THOMAS. Dit is het verhaal van de wanhopige situatie, waarin enkele weinige Engel se piloten leefden, die in de eerste oor logsjaren met ontoereikend materiaal het eiland Malta te verdedigen hadden tegenover een duidelijke overmacht van de vijand. De schrijver maakt de ver beten strjjd angstwekkend voelbaar. Het is hem daarbij echter voornamelijk te doen om de gruwelijke spanning, waarin de piloten leven op de lezer over te dragen. Zo wordt zijn boek een felle aanklacht tegen het mensonwaar dige bedrijf van een oorlog. Voor ons gevoel wordt dit nog zoveel onterender door het feit, dat er buiten het vech ten voor de soldaten niets anders dan drinken en vrouwen bestaat. De auteur neemt daarbij geen blad voor de mond en dit ontsiert zijn boek aanzienlijk. Maar onze mening doet dit realisme in niet geringe mate afbreuk aan het geheel. Een dergelijk laag levenspeil beschrijven heeft geen enkel nut. Wij kunnen dit boek dan ook niet aanbeve len, ondanks zijn onmiskenbaar goede kwaliteiten. Het is geschreven door Charles Maclean, vertaald door Ton Stam en uitgegeven bij de Uitgevers Mij. West-Friesland te Hoorn. ZONDAG 17 JULI: 6e zondag na Pink- stei"en: ergen rniS; 2 geb. H. Alexius; (Utrecht. 2 geb. voor bisschop, verjaar dag van wijding); credo; pref. van H. Drieeenheid; —groen— MAANDAG: H. Camillus de Leilis, belijder; eigen mis; 2e geb. H.H. Sym- phorosa en gez.: wit Utrecht, Groningen en Rotterdam: H. Frederi- cus, bisschop-martelaar; mis Sacerdo tes; 2 geb. H. Camillus; 3 geb. HH. oymphorosa en gez.; rood DINSDAG: H. Vincentius a Paulo, belij der; eigen mis; - wit Utrecht, Gro ningen en Rotterdam: H. Bernulphus, bisschop-belijder; mis Statuit; 2 geb. tl. Vincentius; wit WOENSDAG: H. Hiëronymus, belijder; geb. H. Margarita; - wit HONDERDAG: Mis van zondag; 2 geb. H. Praxedes; - groen Haarlem H. t redericus, bisschop-martelaar; mis Sacerdotes; 2 geb. H. Praxedes; J°Od Breda (behalve kathedraal): Kerk wijdingsf eest; mis Terribilis- credo; wit Rotterdam: HH. Mo- dulphus en Gondulphus, bisschoppen- belijders; mis Sacerdotes; 2 geb H. Praxedes; wit VRIJDAG: H. Maria Magdalena; eigen mis; wit ZATERDAG: H. Apollinaris, bisschop martelaar; eigen mis; 2 geb. H. Libo- rius; rood ZONDAG 24 JULI: 7e zondag na Pink steren- eigen mis; 2 geb. H. Christiana; (Haarlem: 2 geb. H. Bernulphus); credo; pref. van H. Drieëenheid: groen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 9