Emigratiecijfer vorig jaar
opnieuw teruggelopen
Advies over ev. herziening
beleid vóór Kerstmis gereed
MACMILLAN en ADENAUER
ZIJN HET EENS
PERUTZ frCOLOR
Pogingen om heer Rosario
tactisch uit te schakelen
Thuis tussen schilderijen
P
Onafhankelijk Cyprus
Nauwere samenwerking nodig
tussen „de Zesen „de Zeven"
Eerste aanvragen
voor verhoging
de nieuwe kleurenfilm
Vrouw bij botsing
omgekomen
Samenwerkende partijen protesteren
bij prof. dr. J. E. de Quay
Emigratie
Grivas tegen jacht op
communisten
Mgr. WDemarteau
in Nederland
Verblijf met speciale
toestemming
Jongetje aangereden
en omgekomen
Bustarieven
met de grote belichtingsspeelruimte!
MACHTSSTRIJD OP CURACAO
VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1960
PAGINA 3
OPKLAPBAAR
MDDEMIN'DSE
V hoeft geen angst te hebben
voor Brandend maagzuur
Als U maar Rennies
bü de hand hebt
ITHO-RAAMVENTILATOREN
Examens
OPWEKKEND VERKWIKKEND
Rizokarpaso
Lsyris
CYPRUS Libaftn
IsraëlJVTvljJ-
Paphos
EpiskopT
ikrotiriO
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 11 aug. Naar wij ver
nemen heeft het cijfer van de emigratie
naar de traditionele emigratiegebieden
in 1959 opnieuw een daling ondergaan.
Het cijfer zon, naar verluidt, ongeveer
bedragen. In 1958 bedroeg het
aantal 23.117. in 1957 30.421 en in het
topjaar 1952 zelfs 48.690.
Bij het cijfer voor 1959 valt aan te te
kenen, dat het beïnvloed is door de in
cidentele factor van de emigratie van
gerepatrieerden uit Indonesië naar de
U.S.A. Ons land ontving door de aan
name van de Pastore-Walter Act een
extraquotum van 9 a 10.000 repatrian
ten, waardoor in 1959 ongeveer 3.500
emigranten konden vertrekken. Was
deze incidentele factor niet aanwezig
geweest dan zou het emigrantencijfer
over 1959 lager zijn geweest dan nu
het geval is.
Wij vernemen verder, dat van de emi
granten in 1959 slechts één vijfde ge
deelte zich mocht beroepen op een ho
gere qualificatie met betrekking tot het
beroep dat zij uitoefenden. Wat de in
komenspositie van de emigranten (vóór
hun vertrek) betreft deelt men ons mee,
dat 21,6 pet. van hen beneden de grens
van net belastbaar inkomen vallen, ter
wijl 46 pet. van het totaal aantal
slechts de minimumbijdrage van de
Emigratie-bijslagregeling betaalden.
Globaal genomen lag het inkomen van
de belasting betalende emigranten
1.000,— lager dan het gemiddelde in
komen van alle belastingbetalers in Ne
derland hetwelk 4.000 5.000,- be
draagt.
Over de resultaten door Nederlandse
emigranten behaald zijn de berichten
zeer gunstig. Hoewel de gemiddelde
emigrant in Nederland een inkomen
had, dat beneden het gemiddelde ligt,
blijkt hij in de traditionele emigratielan-
den reeds na een jaar het gemiddelde
inkomen in het land van immigratie te
passeren. Onze agrarische emigranten
blijken bovendien 70 pet. van alle zelf
standige vestigingen door emigranten
(uit 30 landen) op hun naam te hebben.
Rekent men vestigingen van alle soor
ten bedrijven bjj elkaar, dan blpken
de Nederlanders ongeveer 25 pet. van
het totaal in handen te hebben, waar-
mee zij, ondanks het feit, dat zij slechts
10 pet. van alle emigranten uitmaken,
op de eerste plaats liggen. De Duitsers
komen met 3 pet. minder op de tweede
plaats, terwijl de derde nationaliteit 10
pet. op Nederland achter ligt. Een merk
waardig voorbeeld is, dat zich alleen
in Nieuw-Zuid-Wales 300 Nederlanders
als glazenwassers een bedrijf hebben op
gebouwd. De service van glazen wassen
was in Australië onbekend.
Tenslotte vernemen wij, dat de Raad
voor de Emigratie, waaraan de minis-
Donderdag is een groep van vijftien
Duitse oorlogsschepen, bestaande uit
twee mijnenvegerssquadrons en twee
moederschepen, voor een kort bezoek
aan IJmuiden in de Noordzeehaven ge
arriveerd. Op de foto zien we enkele
van de schepen in de Vissershaven.
Advertentie
Dan dooft U 't vuur in 'n oogwenk, stilt
U de snerpende pijn nog vóór ze goed
kan doorzetten. Steek daarom altijd 'n
paar Rennies bij U. Ze zijn een voor een
hygiënisch verpakt en U kunt ze inne
men zonder dat iemand er weet van
heeft. Geen glaasje water, geen vieze
smaak. Integendeel, doodgewoon laten
smelten op Uw tong. En als Uw speeksel
met de wondere Rennies-oplossing Uw
maag bereikt, is de brand op slag ge
doofd.
ATHENE, 12 aug. (AFP) De vroe
gere leider van de Eoka, generaal Gri
vas, heeft verklaard dat hij actief zal
deelnemen a.an het politieke leven in
Griekenland. Op bijeenkomsten in ver
scheidene delen van Griekenland waar
Grivas de afgelopen dagen heeft ge
sproken liet hij doorschemeren niet af
kerig te zijn van een verzoening met
de linkerzijde.
Grivas. die zich steeds fel anti-com
munistisch heeft getoond, zei te willen
breken met het systeem van het aan
leggen van dossiers over personen die
worden verdach* van communistische
sympathieën. ,,Een sterk land hoeft
niet bang te zijn voor de communisten.
ter van Sociale Zaken advies heeft ge
vraagd over een eventuele herziening
van het emigratiebeleid, waarschijnlijk
nog vóór Kerstmis met zijn advies ge
reed zal zijn.
HORN, 12 aug. Hoewel Indone
sisch staatsburger heeft de uit Lim
burg afkomstige missie-bisschop mgr.
W. J. Demarteau, M.S.F., apostolisch-
vicaris van Bandjermasin, toch verlof
gekregen om zijn vroegere vaderland
te bezoeken.
Wij publiceerden op gezag van mgr.
Van den Tillaart, dat mgr. Demarteau
nog steeds de Nederlandse nationali
teit bezit. Dit blijkt op een misverstand
te berusten want mgr. Demarteau
heeft net als de twee zo juist genoem
de bisschoppen de Indonesische natio
naliteit aangenomen en wel in 1951.
De reden, waarom voor hem een uit
zondering op de regel, dat geen Indone
sische staatsburgers Nederland mogen
bezoeken, is gemaakt, is zeer waar
schijnlijk gelegen in de omstandigheid,
dat de moeder van mgr. Demarteau
ziek is. Bij het aanvragen van een
reisvisum heeft mgr. Demarteau aan
de Indonesische autoriteiten verlof ge
vraagd om zijn moeder, die in het Lim
burgse plaatsje Horn, het geboortedorp
van de oissehop, woont, te mogen be
zoeken. Mgr. Demarteau stelde er prijs
op te verklaren, dat dit verlof, zowel
door de instanties te Bandjermasin,
als door die te Djakarta, vlot is ver
leend.
Overigens is mgr. Demarteau niet
de enige Indonesische staatsburger die
toestemming heeft gekregen om ons
land te bezoeken. Ook de beide Indo
nesische bisschoppen mgr. Djodo Se-
poetra S.J. uit Djakarta en mgr. Soe-
gia Pranato S.J. uit Semarang verble
ven onlangs met speciaal verlof in Ne
derland.
Mgr. Demarteau, die momenteel in
het klooster van de missionarissen van
de H. Familie te Tilburg verblijft, zal
binnenkort opnieuw zijn geboortedorp
bezoeken, aangezien zijn moeder 24
augustus haar tachtigste verjaardag
hoopt te vieren.
Mocht de jarige niet in staat zijn om
op haar feestdag naar de kerk te gaan,
dan zal mgr. Demarteau in zijn ouder
lijke woning een Heilige Mis opdra
gen. In de loop van de maand oktober
gaat de apostolisch-vicaris van Band
jermasin naar Rome voor het z.g. ad
limina bezoek bij de Paus. Daarna
keert mgr. Demarteau weer voor een
verblijf van enkele weken in ons land
terug.
Advertentie
De jarenlange harde strijd van de Cyprioten zal op 16 augustus worden af
gesloten met de onafhankelijkheidsverklaring. Aanvankelijk was de onaf
hankelijkheid van Cyprus beoogd per 19 maart 1960, maar toen liepen de
besprekingen over de Britse militaire steunpunten vast. Engeland verlangde
namelijk steunpunten met een gezamenlijke oppervlakte van 400 km2, het
geen mgr. Makarios deed uitroepen: „IJ verliest uit het oog, dat dit het
twintigste gedeelte van de oppervlakte van het gehele eiland is. U zult ge
noegen moeten nemen met 93 km.2" Op 3 juli j-lis men tenslotte tot een
akkoord gekomen. Cyprus wordt geen deel van Griekenland zoals de Griek
se Cyprioten aanvankelijk wilden, maar het wordt een onafhankelijke repu
bliek. Groot-Brittannië behoudt als steunpunten het vliegveld bij Akrotiri.
alsmede de basis Dhekelia. De Britten mogen voorts gebruik maken van de
weg tussen deze steunpunten via Limassol en Larnaca). Tenslotte mogen
zij ook gebruik maken van het vliegveld bij Nicosia. Groot-Brittannië zal
aan de nieuwe republiek een financiële hulp verlenen van 12 miljoen pond
sterling, alsmede ongeveer 2,5 miljoen pond voor verschillende diensten. Ook
zal Groot-Brittannië voor een half miljoen pond deelnemen in de kosten
van de aanleg van een nieuw vliegveld voor de burgerluchtvaart bij Nicosia.
(Van onze correspondent in Bonn)
BONN, 12 augustus Bondskanse
lier Adenauer en de Britse premier
Macmillan, die alhier twee dagen heb
ben geconfereerd, zijn het erover eens,
dat de jongste ontwikkeling in de inter
nationale politiek een nauwe samen
werking der vrije wereld noodzakelijk
maakt. Zij zijn het verder eens over
de doelen, waarnaar in het belang
van Europa en de vrije wereld moet
worden gestreefd. Verder, dat het in
het belang van de Europese eenheid
nodig is om een oplossing te vinden
voor de problemen, die voortvloeien
uit het bestaan van twee economische
groepen (Europese Economische Ge
meenschap en Europese Vrijhandels
Associatie) in Europa. Zij zijn overe. ï-
gekomen om in samenwerking met hun
wederzijdse partners mogelijke oplos
singen voor deze problemen te zoeken
en daarover van gedachten te wisse
len.
Zo stond het in nuchtere woorden in
het communiqué, dat gistermiddag na
afloop van het gesprek tussen de beide
regeringschefs werd uitgegeven. Er
blijkt uit, dat de verhouding (c.q. toe
nadering) tussen de E.E.G en de
E.V.A. het kardinale punt is geweest
van de tweedaagse conferentie, in de
loop waarvan de bondskanselier en de
Britse premier zeven uren met elkaar
hebben gesproken, woensdag onder
vier ogen, gisteren in aanwezigheid
der ministers van buitenlandse zaken
en de adviseurs. Het resultaat daarvan
is, dat de pogingen om tot een toena
dering E.E.G.-E.V.A. te komen (en
daarmee te verhinderen, dat de econo
mische tegenstellingen eventueel zou
den kunnen uitgroeien tot politieke me
ningsverschillen) aan de actieradius
der beide organisaties (of andere su
pranationale instellingen) zullen wor
den onttrokken. Zij zullen van nu af
aan door de beide regeringen worden
ondernomen, die daartoe in overleg zul
len treden met de regeringen der bei
de blokken, waartoe zij behoren. Voor
Engeland betekent dit dat ook het
Gemenebest er in zal worden gekend
en voor de Bondsrepubliek, dat zij zal
moeten bemiddelen tussen Engeland
en Frankrijk. Het betekent verder, dat
E.E.G.-voorzitter prof. Hallstein el
ke gedachte aan een eigen politieke
rol voor de E.E.G. wel kan begraven.
In de naaste toekomst zal men zich
in voortdurend onderling overleg
gaan beraden over de machinerie, die
zal kunnen worden gebruikt om de
kloof tussen de E.V.A. en de E.E.G.
te overbruggen.
Onder deze omstandigheden kwamen
de gedachten van president De Gaulle
van Frankrijk over de politieke active
ring van Europa noodzakelijkerwijze op
de tweede plaats. Adenauer heeft Mac
millan ingelicht over datgene, wat hij
hierover tien dagen geleden van De
Gaulle te horen kreeg. De Britse pre
mier is dus niet geheel onvoorbereid,
wanneer hij binnenkort zelf te gast is
op het slot Rambouillet.
PARIJS In officiële kringen in de
Franse hoofdstad bestaat enige twijfel
over het resultaat van de besprekingen
te Bonn tussen Macmillan en Adenau
er. Er zijn weinig aanwijzigingen, zo
zegt men, dat de Britse regering wer
kelijk bereid is tot vorming van een
politiek eenheidsfront in Europa.
CASTRICUM, 11 aug. Op rijksweg
72, onder de gemeente Limmen, is van
middag het twaalfjarige jongetje J.
Mooy omgekomen. Bij het oversteken
van de weg lette hij niet nauwkeurig
genoeg op het van rechts komend ver
keer. Hij werd aangereden door een per
sonenauto. In het ziekenhuis te Alk
maar, waarheen hij was vervoerd, is hij
overleden.
UTRECHT, 11 aug. Bij het minis
terie van verkeer en waterstaat zijn de
eerste aanvragen van busbedrijven om
tariefsverhoging binnengekomen. Deze
verzoeken, zo heeft de Christelijke Bond
van Vervoerspersoneel meegedeeld, zijn
gebaseerd op een toezegging van de re
gering, dat de ploegentoeslag van 6 pro
cent, welke in het begin van dit jaar
in het algemeen met terugwerkende
kracht tot 1 augustus 1959 voor de bus
chauffeurs werd ingevoerd, in de tarie
ven kan worden doorberekend wanneer
de bedrijfseconomische positie der be
trokken ondernemingen dat noodzakelijk
zou maken. Als peildatum werd daartoe
1 september gekozen.
Er zijn streekvervoermaatschappijen
die een aanvraag tot tariefsverhoging
nog in studie hebben. Daarbij is ook de
NZHVM te Haarlem, waar het bedrag
aan meerdere loonkosten 1,2 miljoen
gulden per jaar beloopt. Dit bedrag is
ongeveer gelijk aan het exploitatieresul
taat van het vorige jaar. Ook de N.B.M.
is nog niet tot een aanvraag overge
gaan. In de streken waar bromfiets en
auto de concurrenten van het openbaar
vervoer zijn, verwacht men dat van een
tariefsverhoging een vervoerafstotende
werking zal uitgaan. Om die reden aar
zelen verschillende busbedrijven om een
aanvraag in te dienen.
Zoals bekend, hadden de werkgevers
de ploegentoeslag als inhalen van ach
terstand afhankelijk gesteld van de
door de regering te verlenen toestem
ming voor doorberekening in de tarie
ven. Busbedrijven die kunnen aantonen
dat zij met hun huidige tarieven de ex
ploitatiekosten, verhoogd met een ma
tig percentage voor rentevergoeding en
een bescheiden winst niet meer dekken,
kunnen met ingang van 1 september
aanstaande toestemming tot tariefsver
hoging krijgen. Van het aldus verkregen
overschot moet 47 procent vennoot
schapsbelasting worden betaald. Daarin
is de investeringsaftrek niet begrepen.
De kostenverhoging op basis van de
ploegentoeslag mag uitsluitend in de
kostenberekening worden betrokken.
Buiten beschouwing blijven dus de kos
tenverhogingen op basis van de CAO,
omdat deze onder de regels van de
vrijere loonvorming vallen.
Advertentie
Alleen ITHO-raamventilatoren hebben een
opklapbaar motorgedeelte!
Zij voeren niet alleen bedompte lucht af,
maar brengen, indien gewenst, op warme
dagen ook frisse lucht binnen.
Vraagt deskundige voor
lichting bij Uw elektra
installateur.
Publikatje 'ITHO-SCHIEDAM*
Advertentie
ASSEN, 11 augustus De 41-jarige
bakkersvrouw J. Kuyk-Komdeur uit
Zuidbroek is gisteravond om het leven
gekomen, toen de bestelwagen waarin
zij en haar gezin van vakantie terug
kwamen op de hoofdvaartweg bij As
sen tegen een boom reed. Het bakkers
gezin was vanwege het slechte weer
vroeger van vakantie teruggekeerd
dan het plan was. Op weg naar huis
werd de echtgenoot, die aan het stuur
zat door slaap overmand en de auto
raakte van de weg. Mevrouw K., die
een ongeluk zag aankomen trok nog
aan het stuur, doch de wagen was
niet meer te houden en vloog tegen
een boom. De bestuurder en zijn 14-jari-
ge dochter raakten ernstig gewond.
Twee zoontjes kwamen er met enkele
schrammen af. De bestelwagen werd
geheel vernield. De vertegenwoordiger
J. H. uit Smilde, die deze zelfde weg
reed, schoot met zijn auto tegen het
wrak van de bestelwagen. Hij kwam
met de schrik vrij.
DEN HAAG, 11 aug. Tekenen
M.O.-A.: W. Berings, Maastricht en J.
Henkus, Amsterdam.
DEN HAAG, 11
M.O. akte A: mej.
(Den Haag)., IJ.
veen), W. Bakker
Bous (Amsterdam).
Dooren (Riel) E.
dam).
aug. Tekenen
E. van Dompseler
liegeman (Amstel-
(Sassenheim)., K.
A. J. J. M. van
Ezendam (Amster-
WILLEMSTAD, 11 aug. De samen
werkende partijen hebben zowel aan de
minister-president, dr. J. E. de Quay
als aan gezaghebber Gorsira mo
menteel voor besprekingen in Europa
een telegram gezonden waarin zij zeg
gen ernstig verontrust te zijn over de
pogingen van het nieuwe Bestuurscol
lege van Curasao om het raadslid J. B.
R. Rosario, hoofdcommies bij de eilande-
lijke dienst van Sociale Zaken, tot re-
kenplichtig ambtenaar te maken, welke
functie onverenigbaar is met het lid
maatschap an de eilandsraad. De
noodzaak tot deze benoeming ontbreekt
volgens het telegram volkomen. Het
noemt dit slechts een politieke ma
noeuvre om Rosario hetzij brodeloos te
maken hetzij hem te dwingen zijn zetel
beschikbaar te stellen.
De woordvoerders van de samenwer
kende partijen (N.V.P., C.O.P., UNPO-
CO) noemen in het telegram de gere
leveerde poging van het bestuurscollege
een gevolg van de rijkshulp om de De
mocratische Partij en de Konstruktieve
Volkspartij in het zadel te brengen. Ge
zegd wordt, dat de rechtszekerheid in
het geding is te meer waar gebleken is,
dat politieke tegenstanders nodeloos wer
den opgesloten. De samenwerkende par
tijen zeggen zich erover bezorgd te ma
ken, dat dit alles de onrust onder de
bevolking zal vergroten en ernstige con
sequenties tengevolge zal hebben. Het
telegram is ondertekend door de heren
Gomez, Booi en Rosario, de voorzitters
van de onderscheiden samenwerkende
partijen.
Naar vernomen wordt is aan het
hoofd van de dienst van Sociale Zaken
„van hogerhand" opdracht gegeven, -en
rapport samen te stellen waaruit zou
moeten blijken, dat de heer Rosario on
geschikt is voor de dienst, dan wel hem
werkzaamheden op te dragen die
hij niet aankan, waarop dan zijn on
geschiktheid gebaseerd zou kunnen wor
den. Het hoofd van de dienst heeft zich
daartegen verzet.
Het in het telegram vermelde node
loos opsluiten van politieke tegenstan
ders slaat kennelijk op de aanhouding
van enkele leden van de N.V.P. en
UNPOCO in verband met de besmeu
ring van het standbeeld van koningin
Juliana in februari jongstleden. Zoals
men zich zal herinneren heeft de gezag
hebber als plaatselijk hoofd van politie
persoonlijk het onderzoek in deze zaak
geleid. Hoewel men deze personen als
verdacht van het misdrijf van artikel
136 bis van het Antilliaans Wetboek van
Strafrecht heeft aangehouden en zij
daarvoor voorlopige hechtenis hebben
ondergaan, zijn zij nimmer hiervoor
vervolgd. Genoemd artikel bedreigt met
straf het zich opzettelijk uiten in woord,
geschrift of afbeelding, zij het ook zij
delings, voorwaardelijk of in bedekte
termen, waarin verstoring der openba
re orde of omverwerping dan wel aan
randing van het in Nederland, Surina
me of de Antillen gevestigd gezag wordt
aangeprezen of daarvoor stemming
wordt gemaakt. Betrokkenen zijn na
het vooronderzoek door de rechter op
vrije voeten gesteld.
Op Curagao bevond zich dezer da
gen de heer Milton Schwartz, een
hoge ambtenaar van het Noord-
amerikaanse ministerie van Handel.
De heer Schwartz heeft met de Kamer
van Koophandel, de vereniging voor
Handel en Nijverheid en regeringsper
sonen besprekingen gevoerd over de
uitzending van een handelsmissie uit de
Verenigde Staten. De missie, die uit
vijf personen zal bestaan en begin vol
gend jaar naar de Antillen zal komen,
zal met diverse officiële, semi-officië-
le en particuliere instanties conferenties
houdtu over de handelsbetrekkingen
tussen de Verenigde Staten en de Antil
len.
levensweg^ die lH^er A.
voor goede schilderijen^ en ^u-
een passend maakte door met
kwistige hand kurken in de bin-
Na verschillende ambachtelijke
avonturen werd hij vertegen- mmm.
woordiger bij een metaalgieterij. A c^hjuutvt
Intussen had zijn vader bij hem r It/1 t/K. A.. oLnllE/iN
belangstelling gewekt voor de
schilderkunst. Terwijl Pieter
Scheen met doodkistenbeslag het land afreisde maakte hij van de gelegen
heid gebruik alle musea, archieven en schilderijententoonstellingen te be
zoeken, druk aantekeningen makend van wat hij zag, hoorde en napluisde.
Een losse suggestie van zijn vader, die na gelukkig speculeren kunsthande
laar was geworden, om zijn kennis over de schilders, vooral van roman
tische en Haagse school, te boek te stellen werd aanvankelijk niet serieus
genomen. Reactie van Pieter: „Met alleen maar lagere school?".
Het boek kwam er, bijna 800 pagina's dik: Honderd jaren Nederlandsche
schilder- en teekenkunst (1750-1850) met gegevens over 3000 schilders (al
fabetisch van Dirk van der Aa tot Willem Zijderveld), met hun monogram
men en signaturen en met 400 foto's elk een pagina groot, van goede
schilderijen. Het verscheen een aantal jaren nadat hij de voetsporen van
zijn vader gevolgd had en ook kunsthandelaar was geworden, zich beperkend
tot de romantische en de Haagse school, waarvan hij alles weet.
Waarom dit alles in herinnering gebracht? Pieter Scheen, nu 44, heeft
zich en dit niet voor het eerst in de publiciteit geplaatst door een
opmerkelijke schenking aan het Haags gemeentemuseum: drie Mondriaans
heeft hij aangeboden, waarvoor hij onlangs 2000 dollar, bijna 8000 gulden,
kon krijgen. Uit dankbaarheid voor zijn benoeming tot Ridder in de Orde
van Oranje-Nassau op koninginnedag van dit jaar. Voor deze koninklijke
onderscheiding onderbrak hij met zijn vrouw de vakantie in Jwan les Pins,
liet zich de onderscheiding door de Haagse burgemeester opspelden en
vloog, eenmaal geridderd, weer ijlings terug naar het zonnige zuiden. Het
rijksbureau voor kunsthistorische documentatie heeft zijn zaak, zwart op
wit, „de belangrijkste kunsthandel voorde Nederlandse (en ook voor de
buitenlandse) kunst van de 19de eeuw" genoemd.
Nu, anno 1960, temidden van zijn schilderijen voor zijn traditionele
zomerexpositie met een verzekerde waarde van 560.000 gulden, zegt hij: „Op
mijn eerste tentoonstelling kwamen er dertien bezoekers. Niet meer. Zij
waren allen kunstredacteur van een krant." Nu verkoopt hij voor tonnen
per jaar. „Ik verdien twintig procent, dat mag u gerust weten. Maar houdt
u wel rekening met de belasting," zegt hij. Driekwart van het jaar rijdt
hij in zijn auto half West-Europa af, op zoek naar werken van Maris, Koek
koek, Klombeck, Nuyen en al die anderen. De schilderijen koopt hij zelf en
hij hoopt ze dan ook weer te verkopen. Met twintig procent winst, zodat hij
nu kan zeggen: „De P.T.T. zit hiernaast en ze willen mijn achtertuintje
kopen om uit te breiden. Tachtig duizend gulden hebben ze geboden. Maar
ik doe het niet, want de zon schijnt in die tuin en levensgeluk is ook
wat waard."
Hij houdt van schilderijen. „Maar alles wat ik in huis heb, ook die uil
mijn huiskamer, zijn te koop. Dat moet ik wel, want anders zegt men: de
beste bewaart hij voor zich zelf." Over de krankzinnig hoge prijzen voor
een Van Gogh of een Rubens zegt hij: „Snobisme. 'Twee miljoen gulden aan
kunstgenot? Dat is toch niet te honoreren." En over zijn cliënten: „Als de
man een schilderij wil hebben, maar zijn vrouw heeft er geen zin in, dan
raak ik het niet kwijt. Vindt de vrouw een bepaald schilderij mooi, maar
de man niet, dan komt het er, al is het nog zo duur. En over zich zelf: „Ik
ben maar een gewone jongen." En over zijn beroep (wanneer hij een siga
ret opsteekt): „Ik heb een jaar niet gerookt maar ik ben weer bezweken
Het is ook zo'n spannend vak."
Zoals de emigratiezaken er op
het moment voorstaan, zijn er
o.i. twee voorname redenen
aanwezig, welke de regering tot het
oesluit zouden kunnen brengen haar
beleid op dit terrein te herzien,
vooreerst is daar het argument, dat
er strijdigheid is tussen het verlenen
van overheidssubsidies aan emi
granten terwijl tezelfdertijd de eco
nomie door gebrek aan arbeids
krachten naar adem hapt. Dit is wel
iswaar een oud argument, dat bij de
jyisseling van de conjunctuur beurte
lings opgloeit en verdwijnt. De laat-
ste tijd echter komt het steeds meer
aan de orde als een van de minder
aanlokkelijke bij-effecten, welke aan
een succesvol streven naar volledi
ge werkgelegenheid vast zitten. Een
"Veede aanwijzing tot herziening
i'an het emigratiebeleid is van ge
heel nieuwe aard, aangezien zij
rechtstreeks voortkomt uit ons lid-
hiaatschap van de Europese Econo
mische Gemeenschap. Wij zullen in
dit artikel aan dit laatste aspect
aandacht besteden, terwijl wij ons
voorstellen in een volgend artikel op
het eerste argument terug te komen.
Het besluit van de regering tot
aanwerving van 2.000 Italiaanse im
migranten moet niet louter gezien
Worden als een conjunctuurmaatre
gel, dienend om onze arbeidsmarkt
Wat lucht te geven. Deze maatregel
staat ongetwijfeld tegen de achter
grond van de E.E.G., daar hij een in
leiding vormt op de onderlinge vrije
Uitwisseling van arbeidskrachten
tussen de lidstaten. Weliswaar gaat
het nu nog om een klein getal en om
een aanstellingsduur waarop onze re
gering nog een grote mate van auto
nome zeggenschap kan uitoefenen.
Naarmate de E.E.G. zich echter ont
wikkelt moet men rekenen op de
verwezenlijking van plannen welke
aan immigrerende arbeiders uit de
gemeenschapslanden rechten zullen
geven, welke die van arbeiders der
ontvangende landen nabij komen,
terwijl de mogelijkheid tot ingrijpen
van de ontvangende regering steeds
meer tol zal moeten betalen aan de
supra-nationale gang van zaken wel
ke wij met de aanvaarding van het
E.E.G.-verdrag nu eenmaal gewild
hebben. Op deze wijze zal de E.E.G.
dus kunnen uitgroeien tot een Euro
pese emigratiegemeenschap, het
geen voornamelijk twee gevolgen
heeft: ons land komt meer open te
staan voor werkloze arbeiders uit de
partnerlanden, terwijl daarnaast
voor ónze emigratielustigen de keuze
ontstaat tussen de emigratie naar
een E.E.G.-land en de emigratie
haar de tot nu toe traditionele emi-
LJatielanden overzee. Dat is een zeer
gijpende wijziging van het beeld
dp t gaat dus in de toekomst om
in hoeverre en op welke
w °nze overheid het kader van
J, Migratiebeleid hierbij zal moe
ten aanpassen
O1? de lens wat scherper te stel-
len fnag men om te beginnen
wel aannemen, dat het, wat
onze ontvangst van vreemde ar
beidskrachten betreft, vooral om
Italianen zal gaan. Italië heeft voor
van zijn werkgelegen
heidsprobleem alle hoop op de
E.E.G. gesteld. Zouden wij nu, als
Nederlanders, gesteld dat de vrije
Uitwisseling van arbeidskrachten
binnen de E.E.G. inderdaad een
Vlot lopend feit wordt, kunnen aan
vaarden dat Italiaanse arbeiders in
grote mate de plaatsen gaan bezet
ten welke onze emigranten vrij ma
ken door naar landen overzee te
vertrekken? Dat is een vraag, die de
overweging wel waard is.
Eén conclusie zou kunnen zijn, dat
dit niet wenselijk is en dat het daar
om maar beter zou zijn de overzeese
emigratie drastische remmen aan te
leggen. Daarmee is men echter niet
uit de moeilijkheden. Al te drastisch
afremmen van de overzeese emigra
tie heeft grote bezwaren, waarover
later. Bovendien echter is het de
vraag hoe de ervaringen zouden zijn
van de voormalige adspirant-emi-
granten op de Nederlandse arbeids
markt, die dan inmiddels een
E.E.G.-arbeidsmarkt geworden is.
In de eb- en vloedbeweging van de
conjunctuur zullen zij met Italiaanse
concurrentie te maken krijgen, niet
alleen wanneer zij naar andere
E.E.G.-landen zouden willen emi
greren, maar van lieverlee eveneens
op de inmiddels opengebroken thuis
markt. Wanneer men bedenkt dat,
volgens onze inlichtingen, slechts een
vijfde deel van de huidige Nederland
se emigranten aanspraak kan maken
op een hogere kwalificatie in hun be
roep, zouden zich met name buiten
de Nederlandse markt moeilijkheden
kunnen voordoen. Het verschijnsel
heeft zich trouwens nu reeds voor
gedaan, dat Nederlandse werkgevers
de voorkeur gaven aan Italianen
waarmee zij enige jaren ervaring
hadden opgedaan. De zaak heeft dus
meer haken en ogen dan men er op
het eerste gezicht aan zou vermoe
den.
Er zit overigens nog een zijde
aan deze zaak welke niet ver
waarloosd mag worden. Men
zou bij het lezen van de bovenstaan
de redenering de opmerking kunnen
maken, dat het probleem in feite
theoretisch is, aangezien de Italia
nen toch evengoed als de Nederlan
ders naar overzeese gebieden zou
den kunnen emigreren. Of deze rede
nering in de praktijk opgaat is ech
ter wel een vraag. Het aanpassings
vermogen van de Nederlander aan de
mentaliteit van de Angelsaksische
landen waarheen hij voornamelijk
pleegt te emigreren is bijzonder
groot gebleken, waar tegenover zijn
lust om zich in het Europese ach
terland te vestigen bijzonder pover
afsteekt. Van de Italianen mag ech
ter in vele gevallen het tegenover
gestelde gezegd worden, en het be
wustzijn van dat feit, benevens de
ervaringen daarmee opgedaan, hebben
zich dan ook wel degelijk in de Ita
liaanse ideeën en plannen over de
emigratie neergelegd. Het is de
vraag in hoeverre onze regering
haar ervaringen op dit terrein in
haar toekomstig emigratiebeleid tot
gelding wil brengen.
Het bovenstaande is uitermate
schematisch en speculatief. Er zijn
ontwikkelingen denkbaar waarin an
dere redeneringen gevolgd moeten
worden. Waar het ons om ging was
slechts aan te tonen, dat er binnen
het kader van de E.E.G. toekomsti
ge ontwikkelingen mogelijk zijn, wel
ke reeds nu opheldering eisen over
het emigratiebeleid in de toekomst.