Thay er en Nicolson zijn het in hun oordeel over aard van Sovjet-diplomatie oneens i h N Het werk van Antti Wihuri Grootscheepse steun aan kunst en wetenschappen O D im zoekt het in het hout Groteske figuren van pitriet w BIJ FINLANDS RIJKSTE MAN De man van de ambassadrice Maïskorrels en eierschaal als decoratie VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1960 Met één fles rum een receptie voor tweehonderd mensen. Tot de meer recente verschijningen in de diplomatie behoort de vrouwelijke ambassadeur. Zij plaatst de chef van het protocol vaak voor ernstige problemen. Als zij van het doortastende soort is, kan zij er bijvoorbeeld op staan, dat haar echtgenoot een betere plaats aan tafel krijgt dan een minister en de chef van het protocol moet dan maar zien, hoe hij dat probleem oplost. Mannen van ambassadrices zijn helemaal anomalieën. Toen Winthrop Aldrich ambassadeur der Verenigde Staten was in Londen, deed eens het gerucht de ronde, dat Clare Boothe Luce, op dat ogenblik ambas sadrice in Rome, zijn plaats zou innemen. Het verhaal gaat, dat de echtgenote van Aldrich in die dagen te New York de echtgenoot van mevrouw Luce, de tijdschriftenkoning Henry Luce, ontmoette en tegen hem zei: „Henry, ik hoor, dat je achter mijn baantje aan zit". Het verhaal kan men vinden in „Diplomat", het amusante boek van de Amerikaanse diplomaat-in-ruste Charles Thayler (Michael Joseph, Londen 1960). In een vroeger artikel is aandacht besteed aan de aanval, die de schrijver doet op het „spoils system" in de Ameri kaanse buitenlandse dienst. Een van de problemen, die daar nauw mee verbonden zijn, is de schrielheid, waarmee het Amerikaanse Congres zijn diplomaten bejegent. „Whisky money" is de kreet, die ieder jaar opstijgt, wanneer in de Senaat of het Huis de „entertain ment allowances" ter sprake komen. Een van de gevolgen daarvan is, dat sommige diplomaten de zuinigheid van hun broodheren als het ware „inhaleren". Ook daarvan geeft Thayer enkele voorbeel den. De geschiedenisprofessor William Dodd, die voor de oorlog Amerikaans ambassadeur in Berlijn was, zei altijd, dat je gewapend met één fles rum een receptie kon geven voor 200 mensen. De punch, die hij zijn gasten voorzette, was daar dan ook naar. Een andere Amerikaanse ambassadeur placht goedkope landwijntjes te schenken uit flessen, die de etiketten droegen van allerlei vermaarde wijn-' gaarden. Op zekere dag schonk hij een hoge buitenlandse gast, die bij de andere gasten bekend stond als een waar kenner van Rijn wijnen, een bijzonder ordinair brouwsel uit een dure Rijnwijnfles. Terwijl de eminente gast een teugje nam en het vocht bedachtzaam over de tong liet gaan, keken de andere gasten in een benauwd stil zwijgen toe. Toen zette de gast zijn glas neer en boog in de richting van de ambassadeur. „Zeer ongewoon", zei hij en greep toen osten tatief naar zijn glas met water. "WWft „Bent u soms de werkster?" liiSlli ililiij p het eiland Kulosaari even ten zuiden van het hart van Helsinki staat een prachtig massief huis. Wie vreemd is in Finland, zal er op het eerste gezicht niet aan ont dekken, dat het een stuk cultuur geschiedenis herbergt. Toch is dit wel degelijk het geval. Het fraaie moeten elkaar nooit van aangezicht tot aangezicht ontmoeten Hij kan bliksems goed zijn eigen Martini klaarmaken. huis is namelijk de particuliere woning van Zeeraad Dr. Antti Wihuri, een van de merkwaardig ste maar beslist de rijkste man van Finland, die de eerste „Gou verneur", zoals zij het daar zeg gen, geweest is van de Fondation Européenne de la Culture in Fin land. ZUINIGHEID EN VLIJT OP AMERIKA'S AMBASSADES Na het vertrek van Dodd was het voorlopig afgelopen met het zuinig heidsregime in de Amerikaanse am bassade te Berlijn. De chargé d'affai res, Alexander Kirk, was zeer wel gesteld en h\j hield ervan grote partij en te geven, 's Zondags nodigde hi) enkele honderden mensen uit voor een staande lunch. Het was juist in de tijd, dat Hitier aan alle Duitsers de plicht had opgelegd hun zondagsmaal te doen met een sober eenpansgerecht. De lunches van Kirk werden zoals licht te begrijpen valt, geweldig populair, niet alleen bij zijn collega's, vooral ook bij tal van hooggeplaatste Duitsers, die vaak een permanente uitnodiging had den lopen nm iedere week te komen. Eens werd Kirk echter plotseling voor overleg naar Parijs geroepen. Het was een zaterdagmiddag en voor zijn vertrek gaf hij zijn plaats vervanger opdracht de wekelijkse lunch af te zeggen. Na zijn terug keer uit Parjjs riep hij deze plaats vervanger bij zich en dankte hem. Maar hij kon toch niet nalaten op te merken, dat de plaatsvervanger aan twee mensen had vergeten te zeggen, dat de lunch niet doorging, namelijk zijn eigen chef-kok en ver der de Japanse ambassadeur De plaatsvervanger in kwestie was niemand anders dan de latere éminen ce grise van de Amerikaanse diplo matie, George F. Kennan. Niet alle Amerikaanse diplomaten delen Kirk's voorliefde voor grote ont vangsten en de meesten Van hen zien als een berg op tegen de éde juli. de Onafhankelijkheidsdag, als er van hen verwacht wordt, dat zij niet alleen hun buitenlandse collega's, maar ook de Amerikaanse kolonie onthalen op een lange, vervelende en kostbare receptie. Een Amerikaans ambassadeur in Praag zette bij een dergelijke gelegen heid eens een advertentie in de plaat selijke pers, waarin hjj „alle Amerika nen en vrienden van Amerika" uitno digde. De leden van zijn staf waren enigszins verbaasd, toen op de recep tie een populaire barjuffrouw ver scheen, die bekend stond om de geest drift, waarmee zij zich het lot aantrok van eenzame vreemdelingen. Zij droeg een gewaagde japon en een hoed als een fregat. Toen een kennis haar vroeg, wat zij de 4de juli op de ambassade kwam doen, antwoordde zü hooghartig, dat zij uitstekend bevriend was met heel wat meer Amerikanen in Praag dan je misschien zou denken. Een inconvenient, dat niet zozeer sa menhangt met Washingtonse zuinigheid als wel met de nawerking van revolutio naire idealen omtrent soberheid en een voud, is de federale wet. waarin be paald wordt, dat Amerikaanse diploma ten bij formele gelegenheden een rok- kostuum met witte das moeten dra gen en dan in plaats van het normale witte vest een zwart. De gelijkenis met •en ober springt dadelijk in het oog: alleen de diendoek over de linker on derarm mankeert eraan. Een kribbige veteraan in de Ameri kaanse diplomatie werd op een grote receptie eens aangesproken door een da me, die hem vroeg, of hij de butler was. .Neen", antwoordde hij boos, „bent u tms de werkster?" aan de redevoeringen, die zij moeten afsteken en beluisteren. Een diplomaat, die een debat in de Veiligheidsraad had de Duitsers en de Turken. Als M. Sauer- wein in zijn rubriek in „Le Matin" twij fel uitsprak aan de juistheid van de Turkse buitenlandse politiek, werd al gemeen aangenomen dat de regering in Constantinopel achter was met haar be talingen aan hem. En natuurlijk weidt Tha.yer uit over de eisen, die aan een diplomaat mogen worden gesteld. Het zijn er heel wat. Wij beperken ons hier tot één enkel aspect: de diplomaat moet het inzicht hebben, dat hij zijn doel beter langs lijnen der geleidelijkheid en stap voor stap kan bereiken dan plotseling en on verhoeds. Bij het uitbreken van de Tweede We reldoorlog zat Thayer op het Ameri kaanse consulaat-generaal in Hamburg. Een Britse vice-consul in die stad was in afwachting van zijn repatriëring in de gevangenis gezet, bij wijze van re presaille voor de arrestatie van een Duitse consul in Glasgow. De Amerikaanse consul-generaal, Wil bur Keblinger, trok zich het lot van de Engelsman aan, bracht een aantal van diens eigendommen bijeen, voegde er iets van zijn eigen voorraden aan toe en stuurde de jonge Thayer daarmee naar de gevangenis. De directeur was een hoffelijke oud-officier, die kennelijk bang was, dat de Amerikanen de En gelsen zouden gaan helpen, als zij door de Duitsers te zeer werden beledigd. Hij liet de Britse vice-consul uit zijn cel halen en Thayer kreeg gelegenheid hem allerlei voorwerpen te overhandi gen: een pyjama, overhemden, sokken en een toilet-etui. De gevangenis-directeur kwam tus senbeiden toen Thayer een doosje slaappillen te voorschijn haalde. Hij zei, dat dat niet ging, omdat het gevaar be stond, dat de gevangenen zich door het nemen van te grote hoeveelheden van heL leven zouden beroven. De vice-con sul zei boos, dat er heel wat meer voor nodig was dan een stinkende Duitse gevangenis om een Engelsman er on der te krijgen, en toen mocht het. Thayer haalde vervolgens een fles pagne, die, zo zei Thayer, behoorlijk gekoeld moest worden geserveerd bij het diner van de vice-consul. De direc teur schoof wat heen en weer op zijn stoel, maar zweeg. Tenslotte kwamen een fles gin, een fles vermouth en een shaker. Thayer legde uit, dat dit voor de Martini was, 's avonds. „Kijkt u eens", zei Thayer, zich tot de direc teur wenden. ,,U neemt vier delen gin, voegt daar flink wat ijs aan toe Maar nu-had hij toch blijkbaar te veel ineens willen bereiken. „Verdammtl", zo -barstte de direc teur los. „Ik ben bereid sherry en cham pagne en zelfs gin aan deze gevangene te serveren, maar hij kan bliksems goed zijn eigen Martini klaarmaken". H. J. NEUMAN Zie ons blad van 23 juli. Zeeraad dr. Antti Wihuri achter zijn bureau bqgewoond, zei: „Het doet me denken sherry voor de dag en legde uit, dat qqt*i oon troOrr nnit4aw Knll/vt Tr\ j - -1 - iet slechts de Amerikaanse diplo matie komt aan bod in het boek van Thayer, er wordt ook het een en ander in gezegd over de Russische. De schrijver, die jarenlang in Moskou heeft gediend, verschilt over dit chapi ter enigszins van mening met de au teur van de inleiding, zijn vermaarde collega Harold Nicolson. Hij vindt na melijk niet, dat de Russische diplomatie een geïsoleerd verschijnsel is, dat de ar geloze kanselarijen in het westen na de bolsjewistische revolutie als het ware heeft overvallen. Het zal ook niet, gelijk Nicolson schijnt te menen, op zekere dag even dramatisch weer verdwijnen. Natuurlijk, zegt de Amerikaanse diplo maat, worden de doeleinden en de me thoden van de Sovjet-diplomatie in hoge mate bepaald door het Marxisme-Leni- nisme, maar Thayer is van mening, dat sommige van haar kenmerken toch ook nauwe verwantschap vertonen met de oude Byzantijnse diplomatie: dezelfde neiging tot epateren, misleiden en chi caneren. Behalve aan deze algemene aspecten van de Russische diplomatie schenkt Thayer ook aandacht aan enkele expo nenten daarvan. Interessant is een anec dote, die hij vertelt over Semjon Tsa- rapkin. Sinds deze Russische onderhan delaar deelneemt aan het gesprek in Genève over een mogelijk verbod /an atoomproeven, is hij in tal van westelij ke bladen afgeschilderd als een oprecht en warmvoelend mens. Als het aan Tsa- rapkin persoonlijk lag, zo is meermalen gesuggereerd, dan zou er al lang over eenstemming zijn over een dergelijk ver bod. Thayer doet echter een heel ander boekje over hem open. En de geloof waardigheid van zijn verhaal wordt niet onaanzienlijk verhoogd door het feit, dat Thayer er zelf een enigszins beschamen de rol in speelt. In 1945 kwamen Tsarapkin en Thayer tegenover elkaar te zitten tijdens de Russisch-Amerikaanse onderhandelingen over de hereniging van Korea. Op een gegeven ogenblik kwamen zij overeen ge lijktijdig schattingen uit te wisselen van de politieke sterkte der verschillende groepen in Noord- en Zuid-Korea. De ge lijktijdige uitwisseling was belangrijk, omdat anders de ene partij, na inzage te hebben gehad van de schatting van de ander, zijn eigen ramingen zou kun nen verhogen. Toen Thayei tamelijk laat voor de dag kwam met zijn schatting, vroeg hij Tsarapkin, of die de zijne klaar had. De Rus antwoordde, dat zijn ra ming al enkele dagen klaar was en klop te bevestigend op zijn aktetas. Thayer schoof hem zijn schatting toe en vroeg Tsarapkin, toen deze klaar was met le zen, om de zijne. „Ik heb de mijne thuis laten liggen," was het nonchalante ant woord. Thayer werd woedend en noem de hem een aartsleugenaar. Doch Tsa rapkin lachte maar wat: „Ik heb toch zeker niet gezegd, dat ik hem bi) me had?" vroeg hij aan de enige andere getuige, zijn eigen tolk. aan een traag onder-water-ballet. Je kunt er bewondering voor hebben, dat zij zo lang zonder frisse lucht kunnen, maar is het kunst?" Thayer staat ook al niet open voor persoonlijke ontmoetingen tussen rege ringshoofden. Hij beroept zich o.m. op het oordeel van een ervaren collega uit de vijftiende eeuw, Philippe de Comi- nes: „Twee grote vorsten, die goede persoonlijke betrekkingen met elkaar willen aanknopen, moeten elkaar nooit van aangezicht tot aangezicht ontmoe ten, maar het contact onderhouden via goede en wijze ambassadeurs". Over de diplomatie raken de kenners nimmer uitgepraat en Thayer snijdt nog tal van andere kwesties aan. Hij heeft het over spionage en geheimhpuding, over een diplomaat die plotseling een tafelrede hield in een code, die voor heen geheim heette. Er staan in zijn boek enkele amusante bijzonderheden over de manier, waarop in sommige landen de pers kon worden omgekocht. In de jaren twintig en dertig werd het Franse communistische blad „L'Huma- nité" rechtstreeks gefinancierd door de Russen. „La République" kreeg subsi die uit Duitsland. De vermaarde „colum nist" uit die dagen, Jules Sauerwein, werd ervan verdacht van verscheidene kanten geld aan te nemen, o.m. van de vice-consul daar iedere dag voor de lunch wat van moest hebben. De di recteur zei niets en nam de fles gehoor zaam aan. Daarop volgde een fles cham- e conferentie-dipiomatie boezemt Thayer weinig sympathie in. Hjj ziet niet graag, dat er over de hoofden van de beroepsdiplomaten heen wordt onderhandeld en hr betwijfelt trouwens, of daar ooit iets goeds uit voortkomt. Er komt tegenwoordig geen einde aan de reizen van de ministers van buitenlandse zaken, evenmin als „Ik begin nu langzamerhand te oud te worden" zei hij glimlachtend tegen mij-" en daarom heb ik voorgesteld, mi- mij „en daarom heb ik voorgesteld, xminister Erkko tot mijn opvolger te be- Minister Erkko is de eigenaar van de grootste krant van Suomi, de Helsingin Sanomat. Het is een van de oprichters en de eerste voorzitter van het Interna tionaal Pers Instituut in Zürich. Eljas Erkko, een joviale gezette figuur, met zijn onafscheidelijke sigaar, oud-minister van Buitenlandse Zaken, heeft inmiddels het Gouverneurschap van de Fondation aanvaard. In de werkkamer van Antti Wihuri, een machtig vertrek met heel hoge, ge lambriseerde wanden, met zware balken aan het plafond, schonk mijn goedlachse gastheer in een fijn geslepen Fins kris tallen glas whisky. Wij zaten in een uit bouw van de kamer, met uitzicht op de zee, waar slanke zeilboten en zware vrachtschepen hun weg in de golven vervolgden. Meeuwen krijsten onder de blauwe hemel en flitsten als zilveren strepen door de heldere lucht. Aan de wanden en in vitrines hingen en stonden ontelbare tropheeën van over winningen op het gebied van de water sport, penningen ter herinnering aan Pieter van Gelder Er zijn beroepen, waarbij men zich afvraagt, hoe de beoefenaar er toe gekomen is. Van sommigen wordt beweerd, dat men er voor gebo ren moet zijn. Zo zegt Pieter van Gelder die in 1902 te Haarlem het levenslicht zag: „Ik ben als sierkunstenaar gebo ren. Mijn vader zei „je hebt nergens geduld voor", want ik zat altijd te prut sen en te knutselen aan het ene ding na het andere". We nemen onmiddellijk aan, dat ze op school met de jongen heel wat te stellen hebben gehad. Zodra hjj de la gere school af had, bezocht hjj vier jaar de Kunstnijverheidsschool in zijn woonplaats en voelde zich daar heel wat beter in zijn element. In 1919 ver wierf hij het diploma, ging nog een half jaar naar de akademie in Mün- chen en werkte daarna bi< een zaak in Amsterdam, waar hij de glas-in-lood- techniek leerde. Als jongeman hield hij zich bezig met het maken van schimmenspelen, waarmee hij en enige vrienden de boer op trokken. Ze verdienden daarmee een aardige zakcent. Op zekere dag ontmoette hij Charivarius, aan wie hij vroeg of deze geen aardig spel voor zijn poppen wist. „Jawel", was het antwoord. „Don Quichotte van Chari varius". Ze oogstten er veel succes mee, evenals met een eigen bewerking van het beroemde kinderboek „Me neer Prikkebeen" van Gouverneur. Nu woont en werkt Pieter van Gel der als sierkunstenaar, die zijn produk- ten over alle vijf werelddelen ver spreid weet, in het prachtige huis „Schoonoord" in Vreeland aan de Vecht juist tegenover de schilder achtige ophaalbrug, die nog met de hand wordt bediend waar Lion Ca chet 45 jaar heeft gewoond en 22 mei 1945 overleed. Uit piëteit tegenover zijn vermaarde voorganger, die vooral be kend was om zijn interieur-ontwerper, en de inrichting van salons op passa giersschepen met weelderige ornamen tiek, heeft Van Gelder niets aan het huis veranderd. De grote kamer, waar wij werden ontvangen, is nog bekleed met behang van rood koper. Pieter van Gelder, die vroeger eens een kunsthandeltje had bij deGrote Kerk in Haarlem, is vooral bekend om de toepassing van een speciale door hem gevonden techniek bij de verwer king van pitriet. Hij maakt daarvan zeer originele en vaak geestige voor werpen en gebruikt het ook in combina tie met diverse houtsoorten, want het is vooral in hout, dat zijn inventieve geest zich uit. Hjj is boordevol ideeën en men kan zo gek niet prakkizeren of hij maakt het, hetzij naar eigen idee of in opdracht, waarbij hij wel een goed model vindt. Vroeger werd pitriet voornamelijk ge vlochten, tot een zes of zeven jaar ge leden eens een opdrachtgever adviseer de daarmee eens een andere koers uit te gaan. Zijn bezige handen waren al veel eerder met pitriet aan het model leren geweest, maar veel succes be reikte hij er in de dertiger jaren niet mee. Nu hij een collectie maakte van een eenvoudig schaaltje, waarvan men allerminst zou vermoeden, dat het ge draaid was van pitriet, tot groteske fi guren, werd de belangstelling groter. Veel aandacht trok op een tentoon stelling in Amsterdam, waar ook een Don Quichotte van touw stond, die zijn weg heeft gevonden naar Nieuw-Zee- land, Australië en Canada, een grappi ge juffrouw met kinderwagen, geheel van pitriet vervaardigd. Eén bakje heeft hij met een stuk zijden kous over trokken en daarna beschilderd. In de loop der jaren hebben ande ren, zoals hij zegt, zijn techniek over genomen en zelfs zijn modellen ge- imiteerd. In Duitsland zag hij eens iets, dat hij meende ter herkennen als een produkt van zijn geest en han den, doch de eigenaar vertelde hem, dat het van een Deen was. De be wuste man heeft hem later ongevraagd eerlijk geschreven, dat hij de kunst bij Van Gelder had afgekeken. Steeds zoekt hij weer iets nieuws te brengen, want de vraag naar kunstnjj- verheidsartikelen door hem geheel met de hand gemaakt is zeer groot en men verlangt telkens iets anders. Hij liet ons een tabakspot zien, die hij vroeger eens van hout heeft ge maakt en volgens een techniek van de Japanners met kleine stukjes eierschaal versierd. Stukje voor stukje moest met een pincet er op gelegd worden. Een vererende opdracht kreeg hij eni ge jaren geleden, toen voor Prins Bernhard, die een werkbezoek aan de Vechtstreek bracht, hals over kop een tabakspot moest worden gemaakt, die bestemd was voor de „Piet Hein" en door het gemeentebe stuur van Vreeland ten geschenke werd gegeven. Op de wederom uit hout gedraaide pot bracht hij randversierin gen en wat ronde motieven van maïs korrels aan, die in een plastic laag werden gedrukt. De handgreep van het deksel werd een stuurrad met in het midden een echt kompas. Hij heeft nog veel meer gemaaki met mozaïeken van maïskorrels, die van nature reeds gekleurd zijn en het dus- aardig doen, zoals schalen, broches en knopen. Uit Amerika kreeg hjj op dracht om iets dergelijks uit te voeren om toe te kennen aan degene, die met de beste maïsoogst op de veiling kwam. Van Gelder is er echter mee opgehou den, omdat hij te veel aanvragen kreeg en dit werk zeer tijdrovend is. Een andere keer, dat hij onver wacht voor een moeilijke opgave kwam te staan, die spoedig opgelost moest Pieter vav Gelder laat ons enlcele voorwerpen zien, die hy ontwierp en maakte. Tegen de „plattebuis" een Palmpaas-kip, bedoeld als eierenbak. De tabakspot, die prins Bernhard voor de Piet Hein" kreeg aangeboden. worden, ging het om een geschenk voor de directie van een vatenfa- briek. Het personeel kwam vragen of hij niets kon verzinnen om aan te bieden bij de opening van de kanti ne. Er werd gedacht en overwogen, waarbij natuurlijk ook rekening ge houden moest worden met de bij el kaar gelegde duiten. Toen hij hoorde, dat uit de tuin bij de fabriek een es doorn gerooid zou worden, had hij het gevonden. Hij maakte uit dit hout een pracht van een schaal, waarvan de handgrepen van coromandel wer den en daartussen kwamen metalen ringen naar het model van de sluitin gen, zoals de vaten hebben. Voog een stel pindalepels gebruikte hij taxishout uit zijn eigen tuin. Het pitriet betrok hij vroeger rechtstreeks uit Indonesië, doch laat hij nu uit Bel gië en Duitsland komen. In de bar van het passagiersschip de „Maas dam" van de Holland-Amerikalijn schilderde hij twee panelen en vier deuren met geestige voorstellingen, zo als foto's ons lieten zien. Het ene pa neel, van notenhout, stelt de jacht voor en het andere, van essenhout, geeft een hengelaar te zien, terwijl op de deuren de vier windstreken zijn gesymboliseerd De ADO-werkplaats van het sanato rium „Berg en Bosch in Bilthoven, bedoeld voor arbeidstherapie, verzocht hem modellen voor speelgoed te ma ken, die niet te moeilijk mochten zijn, opdat ongeschoolde werkers het aan kunnen. Er kwam een slee van een wagen „uit het hout", die geheel uit- neembaar is. Aanvankelijk dacht de lei der van de werkplaats, dat het te in gewikkeld was, ooch bij nader toe zien bleek het hele geval met enkele schroeven uit elkaar te halen en op nieuw te construeren. Behalve één man met een technische knobbel, heeft Pieter van Gelder in zijn werkplaats, welke in het koetshuis is ondergebracht, zelf zeven ongeschool de mensen aan de slag, die mede zijn ontwerpen uitvoeren. Er stond nu een brons gekleurd hou ten Mercuriusbeeld ter hoogte van 1,80 m„ dat een plaats zou krijgen op de binderstentoonstelling van Floriade. Hij heeft er nog 25 in het klein ge maakt, waarmee de gasten aan een diner werden verrast. IGNAAT AGASI markante mijlpalen in het leven va® mijn gastheer, een 70-jarige, oer-vital® reus, die zijn carrière als scheepsjonge? begon. Net als in een sprookje heeft M zich tot de rijkste man van het land va11 de duizenden meren en van het „groet1' goud" opgewerkt. Hij kent geen beper' kingen. Er valt in Suomi nauwelijks ee" bedrijfstak aan te wijzen waarin hij gee® aandeel heeft, ondernemingen van o' meest uiteenlopende soort: rederijen, e"' peditiebedrijven, scheepswerven, finan cieringsmaatschappijen, makelaarskant0' ren, textiel- en papierfabrieken, drukke' rijen, waar o.a. een prachtig geïlluS' treerd blad van 20 pagina's, de „Wihuri® Uutiset" wekelijks in 15.000 exemplar®" van de persen rolt, vol van alles wat i"' dustrie en handel interesseren kan. Dat ik Antti Wihuri ontmoette, ik eigenlijk aan de DAF te dank®"' In een ultramodern flatgebouw teg®"." over het Centraalstation in Helsinki, naast een aantrekkelijk café-restau- rant met een wonderlijke fontein (warm en koude stralen) in het mid* den, zag ik in een etalage Daf-auto'» staan. Toen ik met de directeur van d' zaak „Wi-Auto Oy" de heer TeuW Lehtinen kennis maakte, kreeg ik horen, dat de letters Wi, welke men op dozijnen ondernemingen aantreft d81 beginletters zijn van Wihuri. Op mü" verzoek heeft de heer Lehtinen mu naar Antti Wihuri gebracht. Ik hield een brochure in mijn hand. „Wihurin Kansainvalisten Palkintoje" Rahasto" (Wihuri Stichting), waar"1 enkele bijzonderheden van deze Stic"' ting verteld worden, die ik zojuist va" de heer Lehtinen had ontvangen. „Laat mij het even zien" vro®* opeens Antti Wihuri „ik heb 't niet eerder gezien". Hij bladerde ®J' en zei toen lachend: „en U moet wete1 dat deze brochure is gezet op mijn ze}- machines, gedrukt op papier uit mijn papierfabriek in mijn drukkerij en ge bonden in mijn binderij Toen' ik jaren geleden etiquetten nodig had voor mijn textielprodukten, dacht ik. dat het beter zou zijn, deze in eige" fabriek te laten drukken. Zo ben ik met een drukkeren begonnen Dit typeert Antti Wihuri, een gemoe delijk, innemend mens. Er gaat iets hart' veroverends van hem uit. Zeker is hv geen business-man van het keihard® soort die over lijken gaat; maar met een karakteristiek Finse onverzettelijkheid schakelt hij al zijn krachten in om een eenmaal beoogd doel ook werkelijk te bereiken. Daarbij is het, of hij over ma- gische eigenschappen beschikt. Wat hü aanpakte werd nog altijd een succes e" er is niemand in Finland die er aa" twijfelt, dat hetmet al zijn volgend® ondernemingen, zo ook met de Wi-Auto. welke maatschappij hij speciaal voor d® vertegenwoordiging van de Daf-auto? heeft opgericht, ook zo zal gaan. Hl) heeft de genialiteit vande moderne za- kenman in grote stijl. In grote stijl De belangstelling van Dr. Wihuri voor het economische en maatschappelijke le* ven in zijn land is ongelofelijk veelzij dig. Ondanks de omvang en de verschei' denheid van zijn meer dan twintig on dernemingen en talrijke commissariaten vindt hij nog altijd tijd en energie voor cultureel en wetenschappelijk werk op grote schaal. Hij steekt daarin zonder aarzelen enorme kapitalen. Dat kom1 onder meer tot uiting in de Wihuri-Stich ting, welke in 1941 werd geboren. Z® draagt de naam van Jenny en Antti Wi huri. Op deze wijze bewaart hij teven' de herinnering aan zijn eerste vrouw. D® Wihuri-Stichting werkt met een basis kapitaal van meer dan een milliard Fin se Marken. Het precieze bedrag werd i" de jaarvergadering van de Stichting op 21 maart j.l. met Fmark 1.023.607.646. d.{- ca. 13.000.000 gulden aangegeven. El" jaar worden grote bedragen aan beurze" weggegeven, belangrijke kunstenaar» krijgen prijzen en voor baanbrekend we tenschappelijk onderzoek worden gewel dige sommen besteed. Een uiterst moder" ziekenhuis voor behandeling en bestu dering van hartziekten, ook een va" Wihuri's objekten wordt door geleer den uit alle delen van de wereld be zocht. In 1959 heeft Wihuri-Stichting 20 tek8 ningen, drie aquarellen en 2 bronz®" beelden van levende kunstenaars in Fi"' land aangekocht en 430 studiebeurze" toegekend. Er worden jaarlijks bedragen va? tenminste 1.000.000.000 Finmark, d.J- een en een kwart miljoen gulden aa" aanmoedigingsprijzen uitgekeerd. „Het is een heel eenvoudige zaak" legt dr. Wihuri mij het geval uit „a1 mijn bedrijven werken voor dit doel sa men. Van elke onderneming wordt ee" deel van de winst in het fonds gestort- Het fonds ®eeft ook vele en belangrijke bezittingen, zo ook rente opbrengend® huizen. Het laatst was de boekhoudkun dige waarde van deze huizen b.v. FmarK 122.700.622. Het profijt van deze huize" was in totaal Fmark 19.731.056 waar van het fonds Fmark 9.585.349 ®8' 115.000 gulden ontving". „En waarvoor heeft men geld? Beslis' niet om op het geld te gaan zitten, ma"_ om de wetenschappelijke onderzoeki"' gen en de kunst te steunen". De naam van Finlands grote componj8 Sibelius kent men overal ter werel"j Daarom heeft Antti Wihuri ook een belius-prijs ingesteld, welke elk ja®1 aan de belangrijkste componisten ter we reld wordt toegekend. Deze prijs hebb®" o.a. Paul Hindemith en Dmitri Shosta' kovitsh ontvangen. Men kan Antti Wihuri zonder overdrij ving een nationale Finse figuur noeme"* ledereen in Finland kent hem. .1®"?. spreekt met een gevoel van national trots over hem. Hij is de verpersoonlij king van Finland op zijn best. PAL BALAZ»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 6