Uniek décor voor s werelds grootste sportfestijn HET GAAT DE VIKINGS VOOR DE WIND Openhartig beraad over het amateurisme noodzakelijk Watersportgebieden verveel voudigd Aan de vooravond van de Olympische Spelen (I) ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1960 VAGINA v Het décor is gereed. De gla diatoren kunnen aantre den. De weg naar de arena wordt hun gewezen door de toorts, die gisteren met behulp van het zonlicht is ontstoken in Olympia en die straks, over ruim anderhalve week, triomfantelijk het strijdperk zal worden binnen gebracht. Voor de tweede keer in haar historie krijgt de Eeuwige Stad binnen haar poorten het in veler ogen „mooiste schouwspel ter wereld": de Olympische Spelen. Meer dan tweeduizend jaar heeft Rome daarop moeten wachten. Tachtig jaar voor Christus ver plaatste de Romeinse dictator Sulla de Spelen voor één keer van Olympia naar zyn stad om er zo zijn victorie op Mithradates, de „bevrijder van Azië", te vieren. Nu zal Rome opnieuw het groot ste sportfestijn aller tijden bele ven. Het heeft daarvoor een majestueus décor ontworpen. De stadions en sportpaleizen waar de moderne gladiatoren zullen strij den zijn fonkelnieuw. De wonde ren van oude schoonheden van de Eeuwige Stad staan echter in hun onmiddellijke omgeving. Juist die mengeling van oud en nieuw zal de zeventiende moderne Olympi sche Spelen doen uitgroeien tot een uniek schouwspel. Eén voor beeld: De atleten van de mara thon zullen hun strijd om de over winning leveren bij het passeren van de historische graftombes, standbeelden en ruïnes langs de Via Appia, die 312 jaar voor Christus is aangelegd. Het Brasemermeer is, met op drukke dagen gewoonlijk negenhon derd scheepjes, zoals op deze luchtfoto blijkt, al gauw vrij vol. Verlies van ZUIDERZEE is enorme winst voor zeilers Welk een hemelsbreed verschil is er tussen deze zeventiende Olympische Spelen in de Italiaanse hoofdstad en het Olympische festijn van 1896 in Athene. Vierenzestig jaar geleden waren zestig duizend toeschouwers aanwezig bij de door koning George I van Griekenland geopende eerste Spelen van de moderne tijd, nadat twee jaar tevoren vierender tig landen in de Sorbonne te Parijs zich hadden geschaard achter het voorstel van baron Pierre de Coubertin om de Olympische Spelen te doen herleven. Van die vierendertig landen waren er slechts dertien vertegenwoordigd en het totale aantal deelnemers bedroeg 285, waarvan er niet minder dan 180 uit Grie kenland zelf kwamen. De Spelen van Rome echter slaan alle records. Als enkele dagen voor de opening op de aanvraag van Somaliland voor het lid maatschap van het Internationaal Olym pisch Comité goedkeurend wordt be schikt, zal deze jonge staat het zeven entachtigste land zijn, dat op de Olym pische Spelen 1960 vertegenwoordigd is. Tot nu toe mocht Finland zich erop beroemen met afgevaardigden uit 69 landen de meest internationale Spelen aller tijden te hebben georganiseerd. En ook het aantal deelnemers overtreft alle verwachtingen. Ondanks de beper kende bepalingen, welke voor het eerst ten aanzien van het deelnemen in het leven zijn geroepen zoals het stellen van prestatiegrenzen voor de atletiek en het reduceren van het aantal deel nemers bij het zwemmen tot twee per land per onderdeel komen in Rome ongeveer zevenduizend atleten bijeen. Ook hier hadden de Spelen van 1952 te Helsinki het record op hun naam met 5.867 deelnemers. En, het aantal deel nemers zou nog groter zijn geweest als communistisch-China niet als gevolg van de „China-politiek" van het Inter nationaal Olympisch Comité was ge weerd van de Olympische Spelen. Maar, dat zelfde I.O.C. heeft toch voor de tweede achtereenvolgende keer kans gezien de wereldpolitiek te doorbreken, door te stellen, dat de twee Duitslan- den slechts aan het Olympische sport festijn kunnen deelnemen als één natie. West- en Oostduitsers treden straks als iiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Over dit plaveisel roffelen straks de atleten, die strijden om de over winning m de marathon-loop, een der hoogtepunten van de Olympische Spelen. Het parcours voert namelijk over de eeuwenoude Via Appia, die is aangelegd met keien, gehakt uit lavagesteente. één ploeg en achter één vlag aan voor het forum van de internationale sport wereld. Hun plaatsen in die ploeg heb ben zij in onderlinge wedstrijden, zoals overal elders ter wereld, moeten ver dienen. Het is duidelijk, dat de Olympische Spelen van Home een getrouwe weer spiegeling zuilen geven van de geweldige vlucht, die de sport genomen heeft in heel de wereld. Er zullen prestaties worden geleverd, die men enkele jaren geleden voor volkomen onmogelijk hield. En, wat nog sprekender is, in vele ge vallen zal de atleet die de laatste plaats in een eindstrijd krijgt toegewezen de prestatie, die door de winnaar op de vorige Olympische Spelen (Melbourne, De spieren meten zich met de bries, de mast wijst naar de hemel. Ook op het water, zo hebben wij ervaren, begint de drukte ons te overrompelen. Door vaarten en Erachten trekken in steeds langere Kherten de boten, de een na de ander thet de montere roffel der golven te- 6en de strakgespannen huid. Voor sluizen en bruggen en in de haventjes 's het een schichtig gedrang, een ver warrend geklapper van ongestage zei len, een ontbranden van natte vuur werken van stinkende wolken motor- botenolie. De groet van het water, de opgeheven hand verheugd naar el kaar, raakt al in onbruik, omdat men biet van minuut tot minuut aan de Sang kan blijven. Op het Bureau voor Watertoerisme schat men het getal van de zeil- en motorboten in onze ^atersportgebieden op een vijftigdui zend. En het groeit heel snel. Maar toch, als men in zijn aderen iets voelt ^an het sterk stromende bloed der "ikings, moet men niet nalaten zijn deugde op het water te zoeken. Want W>or de watersportliefhebber belooft bet naar de einder steeds ruimer te Worden. Men staat op het punt een serie watersportgebieden te veroveren die in grootte een veelvoud zijn van °nze tegenwoordige meren en rivie ren. Het gaat de Vikings voor de wind. ^veg van de ondergelopen stranden, de verstoorde bossen en de overladen Wegen lokt het avontuur naar nieuwe verten. Op verscheidene plaatsen voelt de «chtgeaarde minnaar van het water v,c" benauwd. In Amsterdam en omge- bg vindt men op de meertjes en in de grachten nu al zo'n achtenhalfdui- zend zeil- en motorvaartuigen. Op en om de Kaag zjjn het er vijfduizend en zo ongeveer is het ook bp Rotterdam. Vanuit de hoofdstad gaat men na tuurlijk ook veel naar Loosdrecht, waai de watervlakte wijd genoeg is voor de bijna /ijftigduizend scheepjes van nu. En bovendien kan men er desgewenst op de dansvloertjes en in de cafeetjes tot laat sluitingstijd de laatste van Ne derland vertier vinden. De Maas stad heeft haar grote rivieren en de onvergelijkelijke Biesbosch. Ruimte is er voldoende, maar men behoort die toch met nogal wat ervaring en gewapend met kaarten en kompas op te zoeken. Verder in het land Is de drukte nave nant aan de mogelijkheden, met een uitzondering zoals bijvoorbeeld de Frie se meren, die in hun onaangerande schoonheid nog vaak stilte en wijds heid als grootste attractie kunnen bie den. Wat voor goeds zou men kunnen zeggen van de Wadden met hun onbe rekenbare ondiepten? En van de Noord zee? De zeezeiler die de verrukkelijke fjorden van Noorwegen heeft leren ken nen. de betoverende kusten van Zuid- Frankrijk of de grootsheid van Schot land heeft gezien, verveelt zich langs die eindeloze streep Noordzeestrand. De Zuiderzee, zoals de zeiler met ontzag blijft zeggen, is niet voor de doorsnee liefhebber, te groot en verraderlijk voor de BM-ers en Valken en tjalken en jachtjes. En evenmin lokken de getij den van de geweldige Schelde-armen. Maar in de Zeeuwse wateren wordt het anders. Volgend jaar al zjjn bij Noord-Beveland het Veerse Gat en de Zandkreek afgedamd. Er ontstaat dan een rustig binnenmeer met een oppervlakte zo groot als de Kager- plassen, de Loosdrechtse en de Reeu- wijkse plassen bp elkaar. Particulie ren, overtuigd van de recreatieve mo gelijkheden, hebben er achterheen ge zeten dat er een landschapsplan wordt ontworpen, met onder andere goede verbindingen. Hier zal dan, dank zp de hulp van velen, het grootste wa tersportcentrum van Nederland ont staan, binnen het bereik van velen, ook Belgen. Verscheidene gemeenten hebben van het Bureau voor Water toerisme adviezen ontvangen voor de aanleg van jachthavens en dergelijke. Rotterdammers zullen na verloop van tijd, aan de loefzijde van hun Europoort, de afgesloten Brielse Maas als een prach tig domein voor het watertoerisme in hun nabijheid krijgen. Men legt er atol- vormige eilandjes in aan, die de golf slag breken en aanlegmogelijkheden ver schaffen. Want de Brielse Maas kan wel zo ruim zjjn als onze grootste me ren, de capaciteit voor de watersport wordt meer dan door de oppervlakte bepaald door de vorm, de oeverleng te en de aanwezige eilandjes. Vandaar ook dat een Plassenschap bezig is met het vergroten en herstel van liefst veer tien bestaande of verdwenen eilanden in Loosdrecht, zoda* ook de vluchtige waterbewoners van hier welkome ver beteringen tegemoet zien. In Friesland heeft men een derge lijke instantie, de „Marrekrite". Deze werkt volgens een plan, waarin de bouw van tal van jachthavens, centra voor Men hoeft met eens een zeiler te zijn om de druk te van een jachthaven aantrekkelijk te vinden. Een nog vrij onschuldig soort tuffertje, dat de hele familie genoegen biedt. zomerhuisjes en zwembaden is opgeno men. Verder koopt men oeverstroken aan, die men van meerpalen voorziet; over een tekort aan schone ligplaatsen hoeft men in Friesland straks niet meer te klagen. Wel heeft men daar hinder lijke ondiepten, waarop menige boot een moeilijk uur heeft beleefd. Baggeren is een dure aangelegenheid, maar de Frie zen hebben hart voor de zaak en weten zo nu en dan gen sleepbootschipper van Waterstaat over te halen met draaiende motor een dag langs de kant te blijven liggen. Voor een jaar of twee is het daar dan wel uitgediept. Een enorme winst voor de water sport is, om het maar eens para doxaal te zeggen, het verlies van de Zuiderzee. Het aantal sportvaartulg- jes op deze onafzienbare plas ging nauwelijks de duizend te boven; de meesten pasten wel op voor die stug ge deining en die soms spookachtige bedreigingen van de wind. Het gewon nen polderland laat echter brede ka nalen en soppige meren epen, vaak wijd genoeg voor een lange uithaal en toch weer zo besloten dat men zich niet eenzaam en oeverloos be hoeft te voelen. Het Veluwemeer by Harderwijk is al het verkennen waard. Natuurlijk hadden die van de Zuider zeewerken er niet direct aan gedacht dat de randmeren en de verbindings wateren een bepaalde diepte moesten hebben, wilden de watersportliefhebbers ervan kunnen profiteren. (Een BM-er heeft ruim tachtig centimeter nodig). Dat het verbindingswater van Harder wijk naar Kampen van Zuid-West naar Noord-Oost liep, hetgeen doorgaans een krachtige golfslag in de hand werkt, konden die van de Zuiderzeewerken niet helpen. Maar het Bureau voor Water toerisme heeft bij.hen al gedaan gekre gen dat de vaterstand in het Veluwe meer dertig centimeter hoger werd en dat er eenvoudige meerplaatsen voor jachten werden uitgevoerd. En wie weet is men ook wel zo vriendelijk de vaar geulen in de kanalen en randmeren sterk te verbreden en tegen de golfslag eilandjes on te werpen. De dijk van Zuid-Flevoland ligt er over een jaar of zes geheel en al, zodat met wat medewekring van de Zuider zeewerken, ook hier voor de kust van de provincie Utrecht een groot water sportgebied ontsloten kan worden. Bijzonder veelbelovend zijn de plan nen voor het toekomstige IJmeer, dat weids en uitdagend zich voor Amster dam gaat uitstrekken. Provincie en voor al gemeente hebben wel oog voor de prachtige recreatiemogelijkheden. Bin nen twintig jaa. waarschijnlijk ligt er de dijk van Markerwaard, van de Gouw zee tot Hoorn. Als men opnieuw be reid is het oor te lenen aan de wensen van het groeiend leger watersportlief hebbers en men het uitdiepen niet tot een enkele geul beperkt, zullen dé vlag gen van plezier hoog in top gehesen kunnen worden. Dan zal er een tijd ko men dat men een vakantie lang kan besteden aan een rondvaart langs de kust, met vanaf Kampen uitstapjes naar de rivieren van Overijssel en Gelder land en naai de Friese meren. Het be hoeven geen stugge, langdradige toch ten te worden, want er is nu ai geld op de rijksbegroting dat minder kapitaal krachtige gemeenten bjj het vertonen van een „besteksklaar" plan kunnen aan vragen voor recreatiedoeleinden; waar mee maar gezegd wil zijn dat er langs het water aantrekkelijke projecten vorm kunnen krijgen. Het ziet er nu ook naar uit dat de Brabantse Biesbosch het lot van in poldering ontgaat, waardoor het voor zeilers en jachtschippers behouden blijft De Biesbosch is echter ook nog een puzzle, want moeten planologen en „recreatie-ingenieurs" hier nu met hun handen af blijven of moeten er, zoals iemand schamper zei, rhododen drons op de dijken geplant worden. Naar ons gevoel mag zo hier en daar wel een jachthaventje bij komen, maar laat het verder het jachtveld van de avonturier die bekwaam de kaarten leest en zijn koersen uitzet. Niet te verwaarlozen zijn de grind- gaten bij de grote rivieren die van be tekenis kunnen worden voor de water sport. In Gelderland zijn in deze rich ting nog mogelijkheden als men bereid is op sommige plaatsen langs de grote rivieren de oevers voor de recreatie te ontsluiten en aandacht te besteden aan de landschappelijke verzorging. In Roer mond kon op deze manier een geheel nieuw watersportgebied ontstaan. De aanwinst van zulke grote meren als hierboven genoemd zijn, zal er wel toe leiden dat er meer grotere vaartui gen zullen verschijnen, zeilboten die een beetje zee veilig kunnen doorstaan De Koninklijke Watersportvereniging heeft daar trouwens ai uitvoerig over gedacht en een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuw vaartuig van zesenhalve meter lengte en een gedegenheid die niet erg ver achter blijft bjj zeewaardige jach ten. Het is na dit alles wel duidelijk dat straks op het water onvergetelijke va kanties te beleven zijn, dat men tijdens zijn week-end op vele plaatsen vrij-uit kan zwerven, alle drukte achter zich laten. Trouwens, als men naar andere landen kijkt, is Nederland helemaal niet zo'n intensief varend land. Nu bedoelen wij niet eens Amerika, waar de water sport de laatste vijftien jaar een rage is geworden, waar men spreekt van ,,fa- milysport number one" en waar hele steden er zaterdags op uit trekken met de boot achter de wagen. Eén op de dertig mensen bezit daar een zeil- of motorboot, tien keer zoveel als in ons waterrijke land. Hier zijn trouwens de zeil- en motorjachten zo goedkoop, dat onze vaartuigen vooral de Flying Dutchman voor het buitenland zeer begeerd zijn. Men kan hier zelfs él voor even duizend gulden een „volksboot" in een bouwpakket kopen, een zeilvaar- tuigje dat helemaal afgeschilderd 1600 gulden kost. Wat de groei in ons land nog wat belemmert is het gebrek aan bergingsruimte voor de winter, de on regelmatige openingstijden van sluizen en bruggen en het feit dat men nog eerst het autootje wil kopen dat men in de V.S. al bezit, voordat men aan een boot gaat denken. Van de andere kant moeten wü niet hopen ooit in een Amerikaanse situa tie verzeild te raken. Men is daar 1956) is geleverd, overtreffen. Dat ho gere pr statie-niveau is op zich volko men normaal. Tracht men immers niet in de sport te streven naar het hoogst bereikbare in een gezonde wedijver met de mededinger? Helaas echter zal van alle pogingen die momenteel worden aangewend om de beste te zijn niet gezegd kunnen worden, dat zij voort spruiten uit de zuivere sportgedachte. Men signaleert excessen. Zij zijn nu eens het gevolg van de vermateriali- sering, die ook de sport heeft aange vreten, dan weer komen zij voort uit het misbruik, dat een politiek stelsel maakt van de sport. Ook de Olympi sche Spelen zijn niet ontkomen aan de invloed van de machtsstrijd, die de con tinenten in kampen heeft verdeeld. De controverse Oost-West woedt ook achter de schermen van het Olympische décor, al moet worden gezegd, dat het Inter nationaal Olympisch Comité een moe dige strijd levert om dit vertroebelen van de Olympische sfeer van vredelie vende strijd te voorkomen. Men kan gelukkig vaststellen, dat het onophoudend pogen van de Olympische leiders om hun evene ment geen speelbal te laten zijn van de wereldse machthebbers niet ver geefs is geweest. De moderne Spelen zijn bepaald geen afspiegeling van de decadente Spelen uit de oudheid. Niet, zoals Nero, die de Grieken dwong de 211-de Olympiade twee jaar uit te stellen van 65 tot 67 na Christus omdat hij niet eerder in staat was om met zijn door tien paarden ge trokken praalwagen aan de race deel te nemen en, uiteraard, te winnen, zjjn nu de machthebbers in staat om de Olympische Spelen binnen hun in vloedssfeer te brengen. Maar, langs een achterdeurtje zijn zij toch wel bin nengeglipt in dit sportfestijn. Daar van getuigt de nu reeds jarenlange strijd om het amateurisme. Spreekt men bijvoorbeeld niet van staats- amateurs? Het amateurisme en de Olympische Spelen van deze tijd vormen overigens nog weer een hoofdstuk op zich. Men weet, dat er onder de deelnemers aan de Olympische Spelen tallozen zjjni die de amateuristische regels, zoals z(j nu gelden, overtreden. Ook in de boezem van het Internationaal Olympisch Co mité erkent men dat verschijnsel. Maar men geeft ook toe, dat het voor de at leet die zijn sport niet beoefent om er geld mee te verdienen en er van te kun nen leven, vrijwel onmogelijk is om in zijn sport iets te presteren als hij niet de nodige tijd aan het oefenen besteedt. Men erkent tevens, dat het I.O.C. vol komen machteloos staat tevenover het zgn. staatsamateurisme. Vandaar, dat er steeds vuriger wordt gepleit voor een verruiming van de Olympische re gels ten aanzien van het amateurisme. Het gevaar is groot, dat de Olympi sche Spelen een tweederangs evenement gaan worden als men overgaat tot een bestryding-tot-elke-prijs van de overtredingen van het amateurisme in zijn zuiverste vorm. De Spelen van de .gentleman-amateurs" zouden onher roepelijk overvleugeld worden door een nieuw, „open" evenement. Gaat men echter over tot een eigentijdse inter pretatie van het amateurisme, dan mag verondersteld worden, dat de Olympi sche Spelen ook in de toekomst zullen biyven wat ze nu zUn: het grootste sportfestijn ter wereld. RUUD VAN DEN HENDE verzot op die barbaarse raceboten, die een verbasterend aantal ongelukken veroorzaken op drukke dagen niet eens ver ten achter by die op inten sief gebruikte verkeerswegen en die voor de zeilers een ergerniswek kende hinder zyn. Ook hier, en dan vooral op Loosdrecht, is er al een racebotenprobleem. Eigen lijk is maar plaats voor enkele, zoals men ook in ons land bpvoorbeeld ook niet te veel razende Ferrari's op de weg moet hebben. Eén zo'n boos brommen de tor tussen duizend vredige vlinders, ais de zeilboten zjjn, is al uitermate sto rend, zoals de roeiers op de Amstei en °e zeilers van de Kaag en Loosdrecht hebben gemerkt. En de racebootma- niak zoek vooral de drukte op. Want zijn plezier ligt in het gezien-worden, in hei bluffende stuiven langs de cafee tjes en tussen de zeilers, iedere vijf mi nuten als hij de plas 'rond is geweest. Wie eerljjk zijn spierkracht meet met de bries in de zeilen, zijn zwervershon- ger stilt met het kruisen naar de hori zon of het dobberen tussen het riet van een nooit-geziene sloot, ademt een vol ler genoegen. Met de mast reikend naar het dak van de hemel, of kneuterend in de intimiteit van het roefje, raakt me van zaligheid vervuld. HENK SUèR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 9