Loemoemba kondigt staat van beleg in Congo af „Veiligheidsraad moet de intriges van Hammerskiöld aan het licht brengen D .1 J I De Spelen G De Kerk op Ceylon gaat een moeilijke tijd tegemoet Plan voor overname van de bijzondere scholen H; G; E; Verheterde vooruitzichten op contact met Rome 1de t Vertrouwen in Hammarskjöld r Premier dreigt met naasting Na zege van Band a r a naik e s partij Rapport aan Wereldraad van Kerken: V 6 WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1960 PAGI&A 7 LEOPOLDSTAD, 17 augustus (U.P.I.) Premier Loemoemba heeft gisteravond voor geheel Congo de staat van beleg afge kondigd. Bovendien heeft hij ge dreigd met nationalisatie van alle Belgische bezittingen in Congo. De staat van beleg zal voorlopig* zes maanden duren. Loemoemba verklaarde tijdens een persconfe rentie: „Met ingang van vandaag is voor het gehele land een bij zonder militair regiem afgekon digd. Bijzondere militaire en mo gelijkerwijs ook volksrechtbanken zullen met oproerkraaiers, blank zo goed als zwart, korte metten maken". Loemoemba dreigde dat alle Belgische eigendommen in Congo over twee weken zullen worden overgenomen, indien voor die tijd de goudreserves, die „Bel gië kort voor de onafhankelijk heidsverklaring gestolen heeft", niet zijn teruggekeerd. Niet alleen het goud moet terugkomen, ook de geblokkeerde tegoeden moeten worden vrijgemaakt. BUITENLANDSE KRONIEK Verolme legt kiel voor monstertanker Grootste zeereus van Europa Te verwerken hoeveelheid staal goed voor 25.000 auto's Bang voor egels Heidekoningin II Muzikale duiven Blad voor blad Monstrans voor Egmond sfl Voortbordurend op een al enkele da gen oud stramien zei de Congolese pre mier: „De secretaris-genera!-1 van de Verenigde Naties, Hammarskjöld, en de bevelhebber van de V.N.-strijdkraehten in Congo, generaal Von Horn, zijn Zwe den en iedereen veet dat er tussen de Zweedse en de Belgische koninklijke fa milies hechte banden bestaan." Waar- te kn vf^ekefde geen kwade gevoelens der EurmL" 'eSens België of enig an- Pees land, en hij zich bereid secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Dag Ham- fji„ JSf^ëld, heeft een merkwaar- neutralitSilmfilt °'ntvangen voor de crisis hf k e in de Congolese bpiHn a eS ^tracht. Nadat in het ietAÜ f B«lgen van hun antipathie prtsilfpJï6?1 hadden doen blijken en nrovine?» Tsjombe van de afgescheiden provincie Katanga hem in eerst» in stantie de deur wees, heeft thans pre mier Loemoemba het vertrouwen in de secretaris-generaal opgezegd. Ieder een heeft nu zowat de gelegenheid ge had de koele Zweed te bruskeren en men zou de slotsom kunnen trekken, dat nu het polemische gedeelte van de Congolese crisis achter de rug is, ware het niet, dat de laatste motie van wantrouwen ook het hardst aankomt. Van alle partijen, die zich door Ham- marskjölds doen en laten bezwai.rd voelen, is Loemoemba nu juist de enige, die door de Verenigde Naties, de gezamenlijke werkgevers dus van Hammarskjöld wordt erkend. Geheel onverwacht is de breuk tus sen Loemoemba en de secretaris-gene raal niet, al zal het menigeen ver bazen, dat Hammarskjöld al niet v el eerder van zijn kant het vertrouwen in de Congolese premier heeft op gezegd. Hoe voorwaardelijk en hoe broos de bemoeienis van de V.N. met Congo is, bljjkt wel hieruit, dat nu onmiddellijk weer de Veiligheidsraad bijeen komt. Er is al herhaaldelijk gezegd, dat Congo zij het niet in naam, dan toch in feite een trustschap is Eeworden van de V.N. Maar het kost oemoemba bij wijze van spreken niet meer dan de postzegel op een brief om dat trustschap op te zeggen. De argumenten, die Loemoemba aanvoert voor zijn breuk met Hammarskjöld, geven overigens blijk van een ernstig misverstand. Ook wordt het nu zeer duidelijk, dat de secretaris-generaal in de resolutie van de Veiligheidsraad van 9 augustus jl. een aanwijzing heeft gezien, dat de V.N. zich niet mogen lenen voor de taak om Ka- tanga de centra listische staats- gedachte op te leggen. In die zin van 9 augustus een was de resolutie tegenslag voor Loemoemb^Hö "noemt die resolutie in zijn brieven aan Ham marskjöld ook maar niet; hij beroept zich liever op de resoluties van 14 en zo juli, die deze verduidelijking niet bevatten en die daarom beter in zijn straatje passen. De kern van de moei lijkheden is deze, dat Loemoemba 5w??»t1S op Hammarskjöld, omdat hij de V.N. met kan gebruiken als uitvoer der van zyn plannen. n de afgelopen jaren heeft men van de 55-jarige Hammarskjöld weinig pregnante uitspraken gehoord. Doch tijdens de Congolese crisis heeft hii enkele zinnen geformuleerd, die wel het onthouden waard zijn. Óp de boze brief, waarin Loemoemba hem het vertrouwen opzegde, antwoordde hij bijna sarcastisch: ,,Ik neem aan, dat deze brief door uw kabinet is goed gekeurd". Dat was namelijk niet het geval. Toen de Russische onderminis ter van buitenlandse zaken, Koeznet- sov, tijdens het jongste debat in de Veiligheidsraad er op aandrong de or de in Congo „met alle middelen en overal" te herstellen, zei de secretaris generaal: „Persoonlijk ben ik van me ning, dat we het Congolese volk niet helpen door acties, waarbij Afrikanen Afrikanen of Congolezen Congolezen doden". Russische communisten hebben pmt Congolese nationalisten dit gemeen, dat zij de ironie van een waarlijk neu trale, internationale figuur maar moei lijk kunnen waarderen. Misschien zijr, de jongste aforismen van de secretaris generaal het gevolg van een verhoogd zelfbewustzijn. Men zal hem moeten toegeven, dat hij tijdens de hele Con golese crisis op waardige en vaak behendige wijze de koele rede heeft vertegenwoordigd. Maar het is niet zeker, dat hij zijn persoonlijke positie daardoor sterker heeft gemaakt. Niet alle leden van de V.N. zijn voor rede vatbaar. verklaarde om de diplomatieke betrek kingen met België te herstellen zodra de Belgische soldaten Congo hebben ver laten. Maar, zei Loemoemba, het was moeilijk te zien hoe Congo diplomatie ke betrekkingen kon onderhouden met de huidige Belgische regering, die toch verantwoordelijk is „voor de barbaarse agressie tegen Congo". Niet alleen zijn er Belgische „spion nen" in Congo, zij opereren bovendien onder de dekmantel van de V.N.-strijd macht, aldus Loemoemba. „Vergezeld door de advocaat-generaai en de mili taire autoriteiten zijn wij gisteravond naar het vliegveld Ndjili gegaan en heb ben daar in het Sabena-gebouw Belgi sche parachutisten ontdekt. We zouden ze nooit ontdekt hebben als ons leger niet waakzaam was geweest en giste ren in de stad een Belgische parachu tist had gearresteerd." „Een Zweedse iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiinimniiiiiiiiiiiimiiiii mmimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kolonel trachtte tussenbeide te komen, wat erop duidt dat de Zweden zich in de plaats willen stellen van de wettig gekozen Congolese regering," aldus de premier van Congo. „Daarom moeten alle Zweedse militairen van Congolees gebied worden teruggetrokken. Zij.,heb ben de V.N. verraden." De officieren van de V.N. hebben toegelaten, dat „al lerlei Belgische spionnen" Congo binnen kwamen. Nadat de „spionnen" uit an dere provincies verwijderd waren, trachten zij thans voet aan de grond te krijgen in Leopoldstad. aldus Loe moemba. Over Hammarskjöld zei Loemoemba verder: „Het is duidelijk dat de secre taris-generaal getracht heeft ons zijn persoonlijke uitleg van de resolutie op te dringen. Wij betreuren het initiatief van de secretaris-generaal ten zeerste, want het behoud van dewereldvrede staat op het spel." Hij sprak als zijn vertrouwen uit, dat het sturen van neu trale waarnemers sioedic zou leiden tot herstel van vrede en orde. Het instellen van een speciaal mili- tai.' bewind met militaire en volksrecht banken is volgens hem noodzakelijk ge worden door „de ernst van de situatie en het feit dat de Belgische magistra ten gevlucht zjjn." Hjj beschuldigde Bel gië er opnieuw van „met aïle mogelij ke middelen" getracht te hebben Congo in een staat van anarchie te brengen. Over het in beslag nemen van Belgische eigendommen zei de Congolese premier, dat zijn regering daartoe reeds een de creet heeft opgesteld. „De Belgen sta len ons goud en betalen er nu de func tionarissen mee die uit Congo gevlucht zijn en anarchie achterlieten." Hammarskjöld beschuldigde hij er van „systematisch de Congolese re gering genegeerd te hebben". Hij ver traagde zijn komst naar Leopoldstad om in Brussel met de Belgische mi nister Wigny te praten, aldus Loe moemba, en ging later naar Eliza- bethstad zonder ons zelfs maar in kennis te stellen van zijn aankomst daar. Op een vraag wat zijn rege ring nu wenst, antwoordde hij: „Een nieuwe zitting van de Veiligheidsraad om de intriges van de secretaris generaal aan het licht te brengen". Óp een vraag of ook de Ierse troepen teruggetrokken moeten worden, schud de Loemoemba het hoofd en ant woordde, dat alleen de Zweden weg moeten. Hij toonde een notitie die bij de over val op het vliegveld van Ndjili in beslag zou zyn genomen en waarin gesproken werd van een „Belgisch liaison-bureau bij de V.N.". „U ziet dat wij gelyk hadden met onze beschermende maat regelen", aldus Loemoemba. „De Bel gen hadden zelfs een liaison-bureau b\i de V.N.". Hij voegde eraan toe: „Ieder die nu nog in Congo komt zonder een paspoort met een Congolees visum, zal worden gearresteerd en uitgewezen. Wij zullen dagelijks snelle politiecontroles laten uitvoeren, zoals de kolonialisten dat vroeger gedaan hebben. Wy zullen alleen meer humaan optreden en vreed zamer." De persconferentie werd slechts door een klein aantal journalisten bijgewoond De meesten gingen weg na een inci dent tussen een aantal journalisten en de wacht van Loemoemba's residentie, die klaarblijkelijk niet op de hoogte was gesteld van de persconferentie en enkele journalisten en fotografen plotseling op ruwe wijze met bajonetten bedreigde. In (le Europese wijk te dezer stede hebben Congolese politiemannen gister huis aan huis gezocht naar Belgische „spionnen". Volgens Congolese ambte naren controleerde de politie persoons bewijzen. De Congolese politie verklaar de dat er parachutisten in de Congole se hoofdstad rondlopen, die voor de Bei- gen spioneren, met de' armband van de V.N. om. Gistermorgen reden Congole se politiemannen en soldaten in vracht auto's door de hoofdstraten van de stad. Europeanen, personeel van de V.N. in begrepen, werden aangehouden en moes ten hun identiteitspapieren laten zien. De meeste mochten doorlopen na een onderzoek van vijf tot tien minuten. Premier Tsjombe van Katanga heeft gisteren in Elisabethstad^ op een pers conferentie gezegd dat hjj geen delega tie naar New York heeft gestuurd ter bijwoning van de bijeenkomst van de Veiligheidsraad, die bijeengeroepen is na de verklaring van Loemoemba dat hy geen vertrouwen meer heeft in Ham marskjöld. Ik heb wel vertrouwen in de volkerenorganisatie en ik heb alle reso luties van de Veiligheidsraad aanvaard, aldus Ts.iombe. De Katangese premier verklaarde voorts dat hij op het ogen blik niet van plan is technische bijstand van de V.N. te vragen. Nu de Olympische Spelen naderen gaat de wereld weer gebukt onder allerlei overal opduikende, mojie en ideële opvattingen om trent de sport. Opvattingen in de trant van: het gaat er niet zozeer om wie wint maar of er mooie strijd wordt geleverd, voor de rest zijn wij allemaal broeders. Van dat broeder schap wil ik even afwezen, maar voor de rest heb ik deze zienswijze op het gebeuren altijd als overspannen onzin beschouwd. Natuurlijk gaat het bij de Olympische Spelen op de eerste plaats om het winnen. Het heeft geen emtele zin om honderd meter hard te lopen, zonder het stralende verschil van een eventuele winst. Dat lijkt mij een kwestie van gezond verstand, die door de loop der eeuwen heeft gegolden. En de Romeinse wagenrenners reden destijds, als ik wel ben ingelicht, ook niet voor hun verlies. Daar moet eerlyk, fair en sportief gestreden worden. Allicht. Ik vind de" ze opmerking van een hinderlijke overbodigheid. Je gaat niet helemaal naar Rome om je tegenstander een stok tussen de benen te steken. Maar voor de rest zie je hem natuurlijk wel hoofdzakelijk als potentiële ver liezer. Trouwens sportiviteit is mooi, maar ie moet haar vooral niet te ver drijven. Ik kan my herinneren dat ik in de dagen, dat ik sportieve neigingen had, eens hard moest lo pen tegen een jongen, die ik niet mocht. En ik mocht hem vooral niet omdat hjj als sprinter ongewo ne faam genoot. Aan het startblok dacht ik: „Als die vent wint, sla ik hem dood." Hjj won. En ik heb hem niet doodgeslagen. Dat beschouw ik nog-steeds als een blijk van ongewo ne sportiviteit mijnerzijds. Tja, ik vind dat een mens te dezer zake de moed moet kunnen opbrengen tot een gave, negatieve instelling. Maar nu gaan we dan eindelijk toch naar Rome. En ik wil onze equipe, die er onze nationale kleuren gaat verdedigen, even in bovenstaande zin toespreken. Ik zou onze meis jes en jongens enige richtlijnen wil len meegeven. De eerste is deze: doe geen arsenicum in het eten van je tegenstanders. Dat is nauwelijks spor tief en bovendien word je er wel licht op aangekeken. En de tweede, die er onmiddellijk op volgt luidt: laat je niets wijsmaken; let niet op de influisteringen van opbouwende lie den, die de Olympische gedachte zeg gen hoog te houden. Want die ge dachte is meestal zó Olympisch dat niemand haar meer kan volgen. Zij ontsnapt aan ieder redelijk waar nemingsvermogen, net als de Olym pus zelve. Zij, die lieden, zullen al licht zeggen: „Het geeft niet wie wint, want we vinden elkaar zo aar dig". Dat is onzin. Na de Olympia de vinden wij elkaar wel weer aar dig. Maar je bereikt op de spelen niets als je er heengaat met de wel hoffelijke, maar niets opleverende mentaliteit van: „Gaat u voor". Nóch in de tienkamp, nóch op de vlinderslag. En nu kom ik meteen op mijn der de, en laatste richtlijn: wij, hier in he4 vaderland, willen plakken zien. Gouden plakken natuurlijk en zilve ren plakken en desnoods ook bron zen plakken. Voor mijn part blijven jullie plakken als dat zo uitkomt rote kranen tilden gistermiddag op de werf van Verolme op het eiland Rozenburg een imposant stuk plaatijzer in een bouwput en daarmee was dan de kiel gelegd voor het grootste schip, dat ooit op een Europese werf op stapel werd gezet. „Het wordt een monstertanker", zeg- gen de experts en ook de leek beseft de omvang van dit project, wanneer hij verneemt, dat dit te bouwen schip een Essotanker van 78.000 ton de hoogte zal krijgen van een modern flatgebouw, 261 meter lang zal wor den en een breedte zal krijgen van 34 meter. De schakels van de ankerket tingen krijgen een doorsnee van een halve meter; in totaal zal bij de bouw van dit gigantische schip 18.000 ton staal worden verwerkt. De enorme tanks kunnen 105 miljoen liter aard olie bevatten, dat is voldoende om 800 auto's vijf maal rond de aarde te laten rijden. In de ruimen zou men gemakkelijk voldoende brandstof kun nen opslaan om 10.000 woonhuizen ge durende een geheel seizoen te verwar menzou men de ruimen benutten als woongelegenheid, dan zouden dui zend mensen er een geriefelijk onder komen in kunnen vinden. Men ver geve ons de vergelijkingen, maar het is de duidelijkste manier om de mon- stertanker te beschrijven. Het zegt de leek weinig wanneer hij verneemt, dat de ketels 106.000.000 kcal-uur pro duceren: veel méér wordt hij geboeid door de illustratie, dat deze hitte vol doende is om een half miljoen gevul de fluitketels van 1 tot 100 graden Cel sius te verwarmen. Een middentank van het nieuwe schip kan een middel groot vrachtschip bevatten; op het dek kunnen indien daar de nood zaak toe zou bestaan zevenhonderd automobielen worden geparkeerd. Als men alle trappen en ladders van de monstertanker boven eikaar zou plaat sen, zou een hoogte worden bereikt van twee kilometer. Verolme heeft beloofd, dat het bouwwerk eind 1961 gereed zal zijn om aan de nieuwe eigenaars, het Esso-conce.rn, te worden overgedra gen. Een zee-bouwwerk van vijftig miljoen gulden, een kolos, die zoveel staal bevat, dat men er gemakkelijk 25.000 personenauto's inclusief da motoren van had kunnen maken. Een schroef, die alleen reeds 30 ton weegt, zal de tanker een snelheid van 17,5 mijl geven. De enorme motoren verschaffen de reus een vermogen van 26.500 paardekrachten. Alles aan het schip wordt grote* dan normaal: Verolme glundert als hij de plannen bespreekt. Vier jaar ge leden riep hij tijdens een proefvaart uit: „Als het nodig is bouwen wij tan kers van 80.000 ton" en toen dat in de kranten kwam, haalden de critici hun schouders op. „Een fantast", luidde destijds het commentaar. Nu heet het hoogstens een fantastisch plan. En Cornells Verolme voorspelt, dat de zeereus, die in omvang alle tot dusverre in Europa gebouwde schepen achter zich zal laten, een fantastisch schip zal worden. V iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliillilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiiiiiiiiiiiiiii (Van een correspondent) Alle bussen van de indertijd gena tionaliseerde autobusonderneming in Ceylon voeren op het ogenblik het portret van de vermoorde premier Bandaranaike, meestal samen met dat van zijn vrouw, de huidige eerste mi nister. Deze politieke stunt zal onge twijfeld hebben bijgedragen tot de over weldigende overwinning van de partij van Bandaranaike. Het is de Boeddhis tische plattelandsbevolking die het pleit voor de Sri Lanka Freedom partij (S.L.F.P.) heeft beslecht en daar heeft de figuur van de vermoorde premier nog steeds een haast legendarische in vloed. De huidige regeringspartij heeft dit volkomen begrepen en zij heeft alles op deze kaart gezet bij de verkiezingen. Mevrouw Bandaranaike werd tot voor zitster van de partij gekozen en zij is het die de verkiezingskampagne persoon lijk over het hele eiland heeft gevoerd. Haar partij verwachtte de steun van de Boeddhisten en van de Sinhalezen. In feite vallen deze groepen samen, wan neer men afziet van de bijna 600.000 christenen die men onder de Sin halezen vindt. De nationalistische stroming die er bestaat onder het Sinhalese volks- Mevrouw Sirimavo Bandaranaike, de weduwe van de op 25 september 1959 de S.L.F.P. waarschijnlijk veld gewon nen hebben. Maar nu was haar over winning verpletterend. Zelfs de optimis ten hadden deze omzwaai niet in die mate verwacht, te meer omdat vele z.g. vaste zetels van de grote tegenspeler, de United National Party (U.N.P.) ver loren zijn gegaan. Op deze manier heeft de S.L.F.P. zelfs de absolute meerder heid verworven, wat haar in staat stelt geheel alleen een regering te vormen. Toch blijft het waar dat de U.N.P. absoluut genomen, stemmen heeft ge wonnen. Maar gezien het non-contest- pact, waardoor haar drie tegenstanders elkaar bepaalde zetels hadden toegewe zen, valt het moeilijk na te gaan, in hoeverre deze toename een echte winst is of niet. In feite is de U.N.P. een hecht blok gebleken en het ziet er naar uit dat de partij dat ook in de toekomst zal blijven. Maar het valt te betwijfelen of zij nog ooit een absolute meerder heid zal behalen. He', is voor de ontwikkeling in he.el Azië ongetwijfeld van belang de positie van de U.N.P. nader te analyseren. Want de geschiedenis herhaalt zich. De U.J.P. is een uitgesproken rechtse, con servatieve partij. Zij heeft het land naar de onafhankelijkheid ge-voerd en groot se plannen ontworpen voor de verdere ontwikkeling van Ceylon. In feite zijn al de grote projekten, industrie-ontwik kelingen en irrigatie-plannen ontworpen toen de U.N.P. zitting had in de rege ring. Zij tel* een aantal bijzonder be kwame figuren, die ontegenzeglijk veel voor het land hebben gedaan en (e nijlpaarden-oppassers van Ouwe hands Dierenpark hebben de merkwaardige ontdekking ge daan, dat de grote logge dieren bang zijn voor egels. Een dezer dagen werd als gebruike lijk tegen de avond de afsluiting tus sen dagverblijf en nachthok weggeno men, maar de nijlpaarden weigerden hun hok binnen te gaan. Des te ver wonderlijker was dit, daar de dieren anders altijd haast vertonen zich voor de nacht te laten opsluiten, omdat in het hok hun avondmaal staat te wach ten. Zelfs met geweld waren de bees ten niet te bewegen zich te verplaat sen. Eindelijk stapte een der oppassers het hok binnen om te speuren of zich daar iets bevond, dat de dieren moge lijkerwijs schrik kon aanjagen. Tot zijn grote verbazing vond hij slechts een egeltje ritselend tussen het stro. De nijlpaarden schenen onmiddellijk llllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllimiiiiiiiii isteren hebben we u al verteld ,-van HM. Calluna XVII, de hei dekoningin van Ede, die zaterdag haar entree gemaakt heeft. Hier is zy dan, stralend in haar glansrol als mid delpunt van de Heideweek. te ruiken, dat de kleine borstelige in dringer verwijderd was. Haastig spoed den zij zich naar hun etensbak, alle af schuw voor het nachthok op slag ver geten hebbend. oog boven Zierikzee op de groot ste klok van het carillon in de stadhuistoren heeft een koppel houtduiven een nest gebouwd. Ze zit ten er hoog en droog, maar allerminst rustig, want de 29 klokken van het carillon komen elk kwartier in bewe ging, terwijl de klok, waarop het nest is gebouwd elk vol uur haar stem laat horen. Ondanks alle lawaai heeft het duivenpaar twee eieren in het nest gedeponeerd. Deze eieren worden voortdurend bebroed, met uitzonde ring van twee kleine pauzes om 12 en 24 uur. Op die tijden wordt het lawaai de beesten kennelijk te bar. Rond de toren vliegend, wachten ze tot het laatste gelui verklonken is. 1 lke avond omstreeks twaalf uur j trekt A. Netten, de concierge van het gebouw van de Tweede Ka mer zyn witte handschoenen aan, be geeft zich naar de hal en slaat een bladzij om van de Erelijst der geval lenen 1940-1945. Hij heeft dat elke avond gedaan sinds de onthulling van het gedenkteken op 4 mei van dit jaar. Omstreeks twaalf uur 's nachts en niet of half zes na het werk, want zo luidt het consigne. Nu Is dat voor de heer Netten niet zó bezwaarlijk want hjj woont by zyn werk. Lang zal het duren vóór hy eenzelfde bladzij voor de tweede keer omslaat, want hon derden bladen waren nodig om de 17.500 namen, een keuze uit de tien duizenden slachtoffers van landmacht, marine, koopvaardij, verzetsliedèn en uit Indonesië te vermelden. En daar zullen er nog vele bijkomen, want honderden briefkaarten zyn er al naar het Rijksbureau voor oorlogsdocumen tatie gegaan van nabestaanden die een bepaalde naam in het gewone register, dit in tegenstelling met de erelijst wel mag worden doorgebladerd, niet kon den terug vinden. Bij de portier kan men dan een kaart krijgen, waarop reeds gedrukt staat dat men nader contact hierover wenst met het bureau. De zaak wordt dan nader uit gezocht. Honderden bezoekers trekt het monument dagelijks in deze druk ke tijd en uit het hele land komen telefoontjes binnen met de vraag wel ke letter op het ogenblik opengeslagen ligt (dit is nu de K.). Soms worden spelfouten ontdekt door de nabe staanden of een verkeerde data, wat betekent, dat de Benedictinessen van de onze Lieve Vrouwe Abdij in Oos terhout, die jarenlang met het kalli graferen van de namen zijn bezig ge weest, correcties uit moeten voeren. Veel buitenlanders komen er. Ook Duitsers. En als zij vragen waaraan het monument herinnert, zegt eerste portier P. Waasdorp onomwonden waar het om gaat. Soms moet hij hard ingrijpen. Als domme bezoekers op de gedenktafel gaan zitten bij voorbeeld, wat wel is gebeurd. De bekende edelsmid Nico Witteman, die binnenkort zijn zestigste verjaar dag hoopt te vieren, voltooide dezer dagen in opdracht van de Abt van Egmond een verguld zilveren mon strans, versierd met bergkristal edel stenen en paarlen. deel, dat de meerderheid van de bevol- ve-moorde premier van Ceylon, is haar kunnen döen. Zolang de Party aan de king van Ceylon vormt en dat zich sinds eeuwen onderdrukt voelt, heeft vooral op het platteland een ware volksbewe ging voor Bandaranaike's partij teweeg gebracht. Het zyn monniken, de Sinha- leze onderwijzers en de Sinhalese heel meesters die in feite de leiders van deze volksbeweging zijn. Dat wil niet zeggen dat de monniken deze keer, zoals in 1956 toen zy' Banda ranaike aan het bewind brachten, hun tempels hebben verlaten en openlijk de verkiezingscampagne voor Bandaranai ke hebben gevoerd. De moord op de premier die door een monnik is bedre ven en die waarschijnlijk door een van de invloedrijkste monniken is beraamd, heeft zowel bij de monniken als bij de leken een domper gezet op het streven om de monniken een belangrijke plaats in het openbare leven te laten innemen. Met de onderwijzers is het anders ge steld. Zy weten dat zij het volk in hun macht hebben en dat zij de bevorde raars van de Sinhalese cultuur zijn. Maar daardoor juist voelen zij zich zwaar gefrustreerd omdat zij in de En gels opgevoede klasse een bevooroordeel de groep zien, die volgens hen niet na tionaal is. Ten dele moet men deze stroming zien als een emancipatie-actie, die de massa van het volk wil bevrij den uit de afzondering die het niet be heersen van het Engels traditioneel heeft meegebracht. Natuurlijk ontstaan dan zeer fanatieke stromingen, die uiteinde lijk aan de massa van het volk te kort doen juist in het punt waar er sprake is van erkenning van de rechten van de eigen nationale cultuur. De achterstand van de Sinhalese cul tuur, die inderdaad zichtbaar is en die diens ambt opgevolgd. zeer zeker ook te wijten is aan een koloniale geschiedenis van vier eeuwen, heeft geleid tot een weinig ontwikkel de literatuur, die in een klein taalge bied als dat van het Sinhalees (6 mil joen) al moeite genoeg zal hebben om zich breed te ontwikkelen. De Sinhalese onderwijzers hebben geen mogelijkheid de beperktheid van hun eigen kennis te toetsen aan andere maatstaven dan die van hun omgeving. De kennis van Engels, een taal die nog wel op de lagere school wordt onderwezen maar die de grote massa slechts zeer ge brekkig beheerst, is nog steeds de enige weg om buiten de eigen kring te gera ken. De Sinhalese onderwijzers zullen het steeds als een soort achteruitzetting voelen, dat zij buiten de wereld van de Engels-sprekenden worden gesloten. Bandaranaike's partij heeft trefzeker deze faktoren uitgespeeld. De legenda rische invloed van de vermoorde mi- nister-president, die men soms zelfs ziet afgebeeld als een soort Boeddhisti sche heilige, is in het volk geactiveerd door mevrouw Bandaranaike. Ze heeft niet alleen de vrouwen voor zich ge wonnen. De partij is de par'.jj van de ge wone Sinhalese, Boeddhistische man geworden en dat heeft haar bij de ver kiezingen geen windeieren gelegd. De leiders van de partij staan dicht bij het volk en weten precies wat er in om- gaaf. Ook wanneer er geen ,,non-contest- pact" had bestaan tussen Bandaranai ke's partij en de Marxistische groepen van communisten en Trotzkyisten, zou macht is wordt dat door de buitenland se beleggers gezien als een veilige geld beleggingsgarantie. Het is dan ook een publiek geheim dat haar verkiezingspro paganda mede gefinancierd is met steun uit die sector. Zy heeft een uitgesproken tolerante houding ten opzichte van de rassen- en talen-kwestie en haar school politiek is er een van volledige erken ning van de verdiensten van de parti culiere scholen. Zij is sterk anti-marxis tisch en in de buitenlandse politiek gaat haar koers in dezelfde richting. De be zittende klasse en de Engels opgevoe- den, althans voor een overgroot deel, plus de gegoede en kleinere midden stand maken dan ook deel uit van de partij. Haar grootste aanhang heeft ze in de steden. Daaruit blijkt al dat zij maar moeilijk een volkspartij kan zijn. De leiders van het volk, met name dus de onder wijzers, zien in de U.N.P. de belicha ming van het oude regiem, van het feo dalisme, van het kapitaal. Dat alleen kan verklaren waarom er onder het volk een bijna voelbare haat tegen de U.N.P. bestaat, die gemakkelijk opflakkert. De positie van de katholieken bij dit alles was een zeer hachelijke. Van ouds hebben zij, door hun uitstekend onderwijssysteem, een betrekkelijk gun stige plaats ingenomen in de leidende functies van het land. Ofschoon de grote meerderheid van de katholieken op he* platteland woont, of eerder daardoor, speelt het burgerlijke element in de ka tholieke gemeenschap de beslissende rol. Voor deze groep is de U.N.P. de enige reddende partij. Voor de geestelijkheid is de U.N.P. de ordebewarende partij, met een uitgesproken anti-marxistische politiek en een gunstige schoolpolitiek. Men kan zich afvragen in hoeverre de schoolkwestie, die door Bandaranaike's partij weer eens in haar program is op genomen, waarbij sprake is van over name van de scholen door de staat vol gens een geleidelijk schema dat zich uit zou strekken over tien jaar, niet me de naar voren is gebracht om de ka tholieken te tonen dat zij zich niet onge straft tegen de partij kunnen keren. Dat was immers al min of meer bij de voorlaatste verkiezingen geschied toen er nog geen samenwerking met de marxisten was en toen de schoolkwes tie nog niet op het programma stond. Het ziet er naar "it dat de leiders van de katholieke gemeenschap zich nauw verbonden hebben met het lot van één party, de U.N.P. Daar waren deze keer bepaalde redenen oor, maar ook dan nog is de verbondenheid van de „Kerk" met een party, die zelf niet ideaal kan worden genoemd, die in het verleden een bepaalde reputatie van cor ruptie heeft verworven en die samen valt met een bepaalde sektor van de maatschappij, uiterst gevaarlijk te noe men. Wanneer het er alleen maar om gegaan was deze keer, in een noodsi tuatie, alles op alles te zetten om een doodsgevaar voor de Kerk af te wenden, zou men de houding van de leidende ka tholieken alleszins hebben kunnen recht vaardigen. Maar het lijkt er op, dat deze zelfde kringen zich zo zeer hebben laten verleiden de belangen van de Kerk be veiligd te zien door een partij, die men conservatief-burgerlijk kan noemen, dat zij niet alleen nu, maar ook de vorige keer, toen het principieel voor een ka tholiek vry stond de U.N.P. of Banda ranaike's party te kiezen, hun lot ver bonden hebben met de bezittende, wes ters gezinde klasse. Het is zeker dat de winnende partij wraak zal gaan ne men en dat rij het dierbare bezit van de katholieke scholen zal trachten aan te tasten. De Kerk op Ceylon gaat zeker een moeilijke tijd tegemoet. ST. ANDREWS, Schotland, 17 aug. (Reuter) Het centrale comité van de Wereldraad van Kerken is gisteren al hier voor zijn jaarlijkse zitting bijeen gekomen en beeft op de eerste dag kennis genomen van een rapport van het uit twaalf personen bestaande uit voerende comité waarin melding wordt gemaakt van verbeterde vooruitzichten op contact met de rooms-katholieke Kerk. Volgens het rapport zal het be sluit van Paus Joannes XXIII tot het bijeenroepen van een Oecumenisch Con cilie dat niet direct aan het vraagstuk van de eenheid is gewijd, „een grote invloed hebben op de oecumenische situatie", dat is de toestand van de christenheid als geheel. De oprichting van een Vaticaans secretariaat voor de eenheid van de christenen betekent niet dat een van de fundamentele geschilpunten tussen de rooms-katholieke Kerk en de protes tantse Kerken van de Wereldraad van Kerken is opgelost. Er is een verande ring van methode en klimaat. De ge legenheid voor overleg moet worden benut, maar dat betekent, aldus het rapport, dat de werkelijke vraagstuk ken voor het voetlicht komen. Deze ontwikkeling betekent dat het Vaticaan thans besloten heeft actief te worden op oecumenisch terrein. Het laat. aldus het rapport, alle initiatief op dit punt niet langer over aan individuele rooms- kafholieken. In het rapport wordt als oordeel uitgesproken dat in het huidige stadium informeel contact tussen rooms- katholieken en andere christenen het beste middel is om het wanbegrip weg te nemen. De opemngsbijeehkomst werd bijgewoond door leiders van vele van de 172 kerken die bij de Wereldraad zijn aangesloten. Op de bijeenkomst heeft een Russi sche waarnemer gisteren een boodschap van de patriarch van de Russische orthodoxe Kerk, Aleksei, voorgelezen waarin wordt gezegd dat de christenen door gezamenlijk op te treden kunnen bijdragen tot de afschaffing van kern en andere dodelijke wapens. De Rus sische orthodoxe Kerk is geen lid van de Wereldraad, maai heeft twee waar nemers gezonden. Viktor Aleksejev van het patriarchale bureau voor betrek kingen met buitenlandse Kerken en prof. Vitali Borovoi van het Moskouse theologische seminarie. Laatstgenoemde las de boodschap van de patriarch voor, waarin erop wordt gewezen dat het gevaar voor het uiotseling uitbreken van een oorlog nog nooit zo groot is geweest als thans. De oplossing van het zeer moei'ijke probleem van de al gemene ontwapening hangt voor een groot dee' af van een gezamenlijke actie van de gehele christenheid, aldus de boodschap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 7