■H
worden verbouwd, maar traditie
van Binnenhof blijft bestaan
VEEL ONGERIEF VERDWIJNT
maakt trage
vorderingen
Toch binnen een jaar strengere bepalingen
tegen geluidsh
Nachtarbeider moest langs
sloot gaan slapen
Zaal van
Johan de Witt
wordt
koffiekamer
van
de Senaat
NIEUWE VLEUUEL
Knetterende brommers, gehorige flats, knarsende trams
Populair boekje over
Gustav Mahler
MAANDAG 22 AUGUSTUS 1960
PAGINA 6
Populaire voertuigen: bron van veel hinderlijk lawaai.
De uitbreiding en verbouwing van
de Tweede Kamer is eindelijk
begonnen, maar het zal nog twee
drie jaar duren, voordat de hele
zaak haar beslag zal hebben gekregen
en de gevel aan de Hofweg haar de
finitieve vorm heeft gekregen. Het zal
er dan na drie jaar zelfs nog niet hele
maal zo uitzien als de tekening aan
geeft; het meest rechtse gedeelte op
het ontwerp van ir. M. Bolten van de
Rijksgebouwendienst zal eerst later vol
gen.
Als men de tekening zo beziet, is het
een ontwerp, dat volmaakt aansluit
bij de reeds bestaande gevel aan de
Hofweg en waardoor bovendien de le
lijke uitspringende hoek in het gebouw
tegenover de Passage zal worden weg
genomen. Dit is echter niet het belang
rijkste, het is alleen maar een gelukkig
gevolg, waarnaar echter toch ook weer
welbewust is gestreefd. Men dient ech
ter niet te vergeten, dat deze gevel de
achtergevel is van het gebouw, dat ons
regeringscentrum vertegenwoordigt.
Er is dan ook zorgvuldig naar ge
streefd, dat deze gevel achtergevel zou
blijven, omdat anders de traditie en de
grote historische waarde van het Bin
nenhof zouden worden verzwakt en men
frusteert de historie niet zonder scha
de aan de eigen cultuur. Niemand, die
dit beter beseft dan de voorzitter van
de Tweede Kamer, dr. Kortenhorst. Er
is in de Tweede Kamer al eens de sug
gestie gedaan voor de bouw van een
nieuw parlement, maar men begreep te
gelijkertijd, dat daarmee dan een einde
zou komen aan de eeuwenlange traditie
van het Binnenhof. Dr. Kortenhorst, die
tevens voorzitter is van de huishoude
lijke commissie uit de Kamer, zou dit
nimmer gedogen.
Er is ook nog eens een ander plan
geopperd en wel door dr. W. Drees jr.,
directeur van de Rijksbegroting, zoon
van de voormalige minister-president.
Hij ging uit van de gedachte, dat thans
bij het regeringscentrum 50.000 gezin
nen zijn betrokken, welk aantal binnen
een halve eeuw zal oplopen tot het dub-
LAWAAIBESTRIJDING
Het lawaai-vraagstuk is ongetwijfeld
een probleem, dat lééft in ons
volk. Knetterende bromfietsen,
knersende trams, rammelende auto's,
gehorige flats, rumoerige buren en hon
derd-en-een andere lawaaibronnen zijn
daarvoor verantwoordelijk. In de wet
laat zich vrijwel geen enkel hinderlijk
geluid vangen, maar binnenkort kan
hier enige verbetering in komen. Want
er wordt aan gewerkt, het geluid van
de bromfietsen, die de kwalijke boven
toon voeren in b t verkeer, te temmen
door er strengere eisen aan te stellen.
Binnen een jaar hoopt men dit al ge
regeld te hebben. Voorts zijn er com
missies, die zich met geluidshinder be
zig houden; er wordt over gesproken,
over geschreven, over vergaderd, kort
om: er is lawaai over lawaai.
Dat velen iets over lawaai en alles,
wat daar mee samenhangt, op hun hart
hebber., daar kan bijvoorbeeld het Co.
mité tot onderzoek van geluidshinder
van getuigen. Drie jaar geleden werd
het opgericht door vijf enthousiaste lie
den, die vonden, dat er nu maar eens iets
gedaan moest worden. Men had er
geen flauw vermoeden van wat men
alleen al door de oprichting zou los
rukken. Maar daar kwam men spoe
dig genoeg achter. Brieven bij honder
den kwamen het huis van de secreta
ris, de heer C. de Jong uit Voorburg,
binnenvliegen. Brieven met klachten,
met vragen, met adviezen, met aan
moedigingen; zelfs brieven met geld,
uit louter sympathie. „Er was direct
al geen houden meer aan, voor ons
amateurs. Er hadden wel twintig co
mitéleden moeten zijn om alles af te
wikkelen. Het groeide ons finaal aver
het hoofd," zegt de heer De Jong nu.
Het resultaat was, dat het enthousias
me bij de comitéleden alras daalde tot
ver beneden peil. Het comité heeft dan
ook al lang opgehouden actief te zijn.
Het is verdwenen; volkomen geluid
loos, zoals het dit comité betaamde.
Anderen houden er zich intussen wel
mee bezig, met meer succes vaak.
De constatering, dat we in een let
terlijk rumoerige tijd leven, zal ver
moedelijk op weinig verzet stuiten. De
tijd, dat vrijwel alleen het geklik-klak
van paardehoeven en de stemmen van
spelende kinderen gedempt het huis
binnendrongen, is definitief voorbij.
Overal is lawaai; buiten op straat, bin
nen in huis (vraag dat maar aan flat
bewoners) en zelfs in de natuur, sinds
dagjes- en andere mensen het nodig
vinden, een .draagbare radio mee naar
bos, hei en strand te nemen. De ca
fe's waar geen juke-box gilt, worden
al zeldzamer en de grammofoonplaat
met alleen maar weldadige stilte
in Amerika veel gedraaid is hier
nog niet doorgedrongen.
Lawaai is van oorsprong altijd een
waarschuwingssignaal geweest voor ge
vaar, of althans voor iets ongewoons.
Maar dat ongewone gaat er langza
merhand steeds meer af. Stilte wordt
lang niet meer door iedereen erkend
als iets dat op zijn tijd even noodzake
lijk en onmisbaar is als geluid. Zij be
seffen niet dat stilte een weldaad kan
zjjn voor lichaam en geest.
Lawaai in zijn ergste vorm kern re
gelrecht gevaarlijk zijn voor de gezond-
ten, die onder de vele geïnteresseer
den verspreid worden.
„Het huis is altijd het laatste punt
geweest waar wij ons terug konden
trekken voor rust en stilte. Maar dat
is het nu lang niet meer overal," zegt
ir. Van den Eijk. Pakken brieven kan
hij laten lezen van mensen, flatbewo
ners, die gek worden van de radio, te
levisie en conversaties van hun buren.
Dat inderdaad vrijwel iedere flatbewo
ner hinder van zijn buren ondervindt
is enkele jaren geleden nog eens be
vestigd door een enquête, die bij de be
woners van 1200 flatwoningen in Den
Haag en Rotterdam is gehouden; 82
procent had overlast van zjjn buren,
zo bleek toen, en 66 procent van de
ondervraagden klaagde over hinder uit
het gemeenschappelijk trappenhuis. Ir.
Van den Eijk: „En dan ie bedenken,
dat de gehorigheid in de huizen voor
slechts enkele kwartjes meer huur per
week aanzienlijk gereduceerd zou kun
nen worden. Een pakje sigaretten in
de week, zou men er dat niet voor over
hebben?"
Vermoedelijk wel, is hierop het ant
woord. Misschien zou men op een ge
geven ogenblik, als het burengerucht
in de late avond weer topprestaties
vraagt van de zenuwen en van de zelf
beheersing, zelfs -1 voor een slof si
garetten de stilte willen kopen. „Het
is toch wel erg," zegt ir. Van den
Eijk, „dat die arbeider uit Rotterdam,
die 's nachts werkte en overdag dus
duidelijk als men weet, dat deze isola
tie voor de verschillende toonhoogten
afzonderlijk bepaald moet worden. In
het algemeen wordt er van uitgegaan,
dat als de geluidwering zo is, dat de
spelende radio de buren niet hindert,
ook de andere luchtgeluiden wel vol
doende worden gereduceerd.
Wat lawaai Nederland kost aan ar-
beidsverlies door verstoring van con
centratie op kantoren, tekenkamers,
studievertrekken en ateliers is een on
bekend, maar ongetwijfeld hoog bedrag.
HelemÉté.1 onzichtbaar is de invloed van
feluiden waarvan de mensen zeggen,
at zij er geen hinder van hebben. Uit
onderzoekingen is namelijk vast komen
te staan, dat bijvoorbeeld bewoners
van aan spoorlijnen gelegen huizen, die
zeggen niets meer van de treinen te
horen, wel degelijk een onrustige slaap
hebben. Zij worden weliswaar niet wak
ker, maar hun „slaapcurve" is toch
bijzonder onregelmatig, wat op de lan
ge duur nadelig moet werken.
Naast deze „onmerkbare" geluiden
wordt er 's nachts ook lawaai genoeg
gemaakt waar men regelrecht wak
ker van wordt. Laag overkomende
straalvliegtuigen bijvoorbeeld die,
terwijl zjj enkele tientallen personen
vervoeren, halve steden uit hun slaap
rukken.
In een heel kwaad gehoor bij stads
bewoners staan ook de zogenaamde
melkuitgifte-stations, waar men bij het
heel vroege morgenkrieken al actief is.
Daar wordt op zeer luidruchtige wijze
dan ook blijk van gegeven. Vandaar dat
een groep Hagenaars, hevig geplaagd
door zo'n in hün straat gelegen uit
gifte-station, kort geleden in opperste
toorn B. en W. schriftelijk toeriepen:
De juke-box, het door de jeugd aanbeden speelapparaat. Wanneer komt echter
in ons land een plaat uit, waarop men zich stilte kan kopen?
straaljager-
motoren, dan zou dit behalve gehoor-
beschadigingen een algehele sufheid te
weeg' kunnen brengen. Aanzienlijk min
der lawaai kan al genoeg zijn om de
gehoorscherpte aanmerkelijk te doen
afnemen. Controle van het gehoor van
personeel, dat regelmatig in een la
waaierige omgeving werkt („ketelma-
kersdoofheid") is dan ook geboden. Nog
minder lawaai, beneden de 85 foon on
geveer (0 foon is de gehoordrempel, het
ruisen der bladeren ongeveer 20 foon),
zal lichamelijk ongevaarlijk zijn. maar
kan zo irriterend werken, dat het ern
stig afbreuk doet aan ons geestelijk
welzijn.
„Als wij er van uitgaan dat ge
zondheid de optimale toestand is van
ons lichamelijk en geestelijk welzijn,
is ook dit minder hevige lawaai ze
ker schadelijk," zegt ir. J. van den
Eijk, hoofd van de afdeling Licht en
geluid van het Instituut voor gezond
heidstechniek T.N.O., die zich voort
durend met het lawaai-vraagstuk be
zig houdt. De afdeling doet weten
schappelijk speurwerk op dit gebied,
publiceert haar conclusies in tijd
schriften en legt ze neer in rappor-
moest slapen hiervoor het rustige pol
derlandschap in moest trekken en aan
een slootkant ging liggen, omdat hij
thuis geen oog kon dicht doen van de
herrie."
Ir. Van den Eijk ziet ook de keerzij
de van de medaille: „Het is anderzijds
ook niet normaal dat je in je eigen
huis altijd op pantoffels zou moeten lo
pen en dat je je kinderen steeds maar
zou moeten manen om rustig te zijn.
Voor de buren. De moeilijkheid is vaak,
dat men de mensen hun hobby wil ont
nemen; hun trompet misschien of an
dere muzikale aspiraties. Toch kan er
veel bereikt worden door betere ge
luidsisolatie. Maar dan moet men ook
bereid zijn daarvoor te betalen." Hij
zegt ook: „Als het nodig is, dat wij
de mensen in enorme flats laten wo
nen, moeten wij ook de consequenties
daarvan aanvaarden, in dit geval la
waaibestrijding." Wat een variant is
van de uitspraak, die onlangs gedaan
is op een congres, dat in Duitsland ge
houden is. met als enig onderwerp La
waaibestrijding. Daar werd toen opge
merkt: de techniek heeft ons het mees
te lawaai bezorgd, die techniek moet
er ons dan ook maar weer van afhel
pen.
In andere landen heeft men de ern
stige bezwaren van te grote gehorig
heid van huizen ook onderkend. Zo is in
Duitsland voor de gesubsidieerde wo
ningbouw een bepaalde norm verplicht
gesteld voor luchtgeluidisolatie. Dat er
technisch aan een luchtgeluidisolatie
nog al wat haken en ogen zitten, wordt
„Met melk meer mans, maar zonder
slaap minder mens, dus doe er s.v.p.
wat tegen."
Er zjjn nog vele andere bronnen van
ergernis. De luid spelende radio, pick
up of televisie bij het open raam zjjn
er zo'n paar. Als dat gebeurt tjjdens
„de voor de nachtrust bestemde uren"
kan de politie wel eens ingrijpen, ai
wordt dat zelden gedaan. Zoveel mo
gelijk wordt bemiddelend opgetreden.
Te beklagen zijn ook zij, die in de
directe nabijheid van een patates-frites-
kraam wonen of een ander vast ver
zamelpunt van de bromfietsjeugd. Ge
joel en geknetter dat tot diep in de
avond doorgaat is hieraan onverbreke
lijk verbonden. Het enige wat de ge-
plaagden hiertegen te doen staat, is
hun ziel te bezitten in lijdzaamheid. En
als dat niet lukt, te verhuizen. Heeft
u zich weieens gerealiseerd hoe hinder
lijk 's avonds de harde klik van een si
garettenautomaat op de duur kan gaan
worden voor de buren, vooral als het
gepaard gaat met het stationair draai
en van de bromfietsmotor?
Een verhaal apart, en ook niet zo'n
vrolijk, is het lawaai in het verkeer.
De directeur >'an de rijksdienst voor
het wegverkeer, ir. J W. Filz, weet
hoe moeilijk het is dit lawaai met het
wetboek in de hand te bestrijden Hij
is voorzitter van de Werkcommissie ge
luidsbeperking wegverkeer, die de mi
nister van advies moet dienen, en dat
ook al gedaan heeft, over eventueel te
nemen maatregelen. De commissie,
met onder meer technici, acoustici en
vertegenwoordigers van de R.A.I., heeft
enige jaren geleden al als eerste op
de korrel genomen: de bromfiets. Om
dat dit voertuig het hinderlijkste la
waai maakt en in een oplage van een
miljoen rondrijdt. Dat er iets aan ge
daan moest worden stond vast. Want
op dit ogenblik kan men ongestraft
een nog vrijwel onbeperkt lawaai ma
ken. Het toegestane maximum is 85 de
cibel, een ingewikkelde eenheid, welke
lang niet iedereen, die er mee werkt,
zo maar kan omschrijven. Aan deze
grens nu komt vrijwel geen bromfiets
toe, alhoewel het geluid, dat hij produ
ceert, toch bijzonder hinderlijk kan zijn.
Veel irriterender dan bijvoorbeeld het
sonore geronk van een zware motor,
die die grens wel overschrijdt.
En daarmee zitten wij midden in
het probleem van de lawaaibestrij-
ders. Wat bestrijden ze namelijk?
Wat is lawaai? Natuurkundig een
heel moeilijk begrip. Het Residentie-
Orkest het zij met alle eerbied ge
zegd kan op een gegeven ogen
blik aanzienlijk meer geluid produce
ren dan vijf bromfietsen bij elkaar.
Niemand zal dit echter lawaai (dur
ven) noemen. Het gaat maar net om
de toonhoogte en de volgorde van de
geluidsgolven. Zelfs het begrip „hin
derlijk lawaai" is zeer subjectief. De
(vermoedelijk in een leren jack ge
stoken) knaap óp de brommer zal
het geknetter allerminst hinderlijk
vinden. Integendeel: hij vindt het
prachtig en zijn vriendinnetje mis
schien ook. Maar ditzelfde geluid zal
de wandelaar verstoord doen opkij
ken en de man in de huiskamer doen
mopperen.
Ondanks deze moeilijkheid ging de
commissie aan de slag. Op een stille
weg in Delft, soms hevig gedwars
boomd door overkomende straalvlieg
tuigen, stelden de leden zich op, naast
een omvangrijke meetapparatuur en zij
lieten de diverse merken brommers op
de wettelijk voorgeschreven zeven me
ter afstand aan zich voorbij snorren.
Er was geen enkele bromfiets die de
85 decibel overschreed. De verschillen
de soorten lawaai werden op de ge
luidsband vastgelegd zodat men ze la
ter nog eens rustig zou kunnen beluis
teren. Na lang vergaderen en onvoor
stelbaar gecompliceerd rekenwerk ging
er een advies naar de minister de be
staande norm aanzienlijk te verlagen
en die eis vanaf de datum van inwer
kingtreding elk jaar te verzwaren, vijf
jaar lang, bij wijze van overgangs
maatregel. Grote onrust ontstond er
bi) de fabrikanten, die grote moeilijk
heden bij hun produktie voorzagen. Ve
len van hen betrekken namelijk de mo
tortjes kant en klaar uit het buitenland.
Spijkers met koppen zijn er sindsdien
niet geslagen, maar binnenkort schijnt
er toch iets van te komen. Het
zacht gezegd vreemde is dat een
huisvestingskwestie de oorzaak is van
een aanzienlijke vertraging. De T.N.O.
en R.A.I. hadden namelijk al een rap
port klaar moeten hebben om de prak
tische toepassing van die bepalingen
mogelijk te maken. Daarvoor moesten
vele geluidsmetingen verricht worden,
maar de Technische Hogeschool in
Delft was niet van zins hiervoor ruimte
af te staan omdat bij die metingen al
le andere apparaten in het laborato
rium moeten worden stopgezet om het
resultaat niet te beïnvloeden. Eindelijk
schijnt nu de oplossing in zicht. Ver
moedelijk wordt een klein laboratorium
gebouwd in Pijnacker. Binnen een jaar
zullen de bepalingen effectief worden,
hoopt men. Dat betekent dus dat er
voor nieuwe bromfietsen ook keurings
eisen voor het geluid zullen gelden en
dat door de steeds zwaarder wordende
eisen aan de in omloop zijnde brom-
bele. Wij weten niet of hij zich daarbij
op Parkinson heeft afgestemd, maar
hij ziet het wel somber in, hoewel men
zou kunnen beweren, dat het verleden
hem reeds gelijk heeft gegeven.
Regeringscentrum naar Noord-Oost
Nederland
Zijn gedachte was nu het regerings
centrum te verplaatsen naar Noord-
Oost Nederland, wat volgens hem een
belangrijke stimulans zou betekenen
voor deze probleemgebieden, waarmee
tevens aan de woningnood rond Den
Haag met alle kwesties van satelliet
steden en zo meer een belangrijke
dienst zou worden bewezen. Dit laatste
is wel een argument, dat aanspreekt,
maar ieder die de gang van zaken kent
rond het Binnenhof en in het parle
ment, weet, dat bij de behandeling van
allerlei wetsontwerpen en begrotingen
de ambtenarentribunes dicht bevolkt
zijn.
Men denke nu een ogenblik aan Par
kinson en stelle zich dan eens voor, dat
vele hoofdambtenaren zich vele maan
den lang iedere dinsdag, woensdag en
donderdag van het noord-oosten van het
land naar Den Haag zouden moeten
Een overzicht van de bestaande toe
stand. In de uitspringende hoek is de
afbraak van een klein gedeelte reeds
begonnen, omdat daar de nieuwe vleu
gel zal worden aangebouwd. De lelijke
inspringende hoeken zullen dan ver
dwijnen en er zal een gaaf geheel wor
den verkregen.
mers, de luidruchtige gaandeweg zul
len uitsterven.
Op het ogenblik kan de politie al
leen maar proces-verbaal opmaken
als er duidelijk aan de knalpot ge
knoeid is, want dat is in het wegen
verkeersreglement verboden. In een
stad als Den Haag worden er weke
lijks hiervoor gemiddeld slechts v;jf
a zes bekeuringen gegeven. Behalve
de boete, die de kantonrechter de
bromfietser dan geeft, wordt ook de
bromfiets geruime tijd in beslag ge
nomen, wat als een bijkomende straf
wordt ervaren.
In Duitsland kan de politie gemakke
lijker optreden, hoewel die manier hier
weinig instemming zou krijgen. Als een
agent denkt dat een bromfiets te veel
lawaai maakt geeft hij de berijder op
dracht het lawaai bij een opgegeven
laboratorium te laten meten. De man
is daarmee al een halve dag kwijt, wat
al een grote preventieve werking heeft.
Meldt hij zich daar niet, dan krijgt hij
zonder meer een bekeuring. Meldt hij
zich wel en blijkt zijn brommer onder
de geluidsgrens te blijven dan zegt de
politie: „Des te beter." Hier zou dat
niet gaan. De bromfietser zou zich ge
woon niet melden en dan vrijuit gaan.
Ook is er een algemene bepaling in
voorbereiding waarbij het verboden zal
worden met voertuigen „onnodig la
waai" te maken. Hieronder zal de
rechter vermoedelijk ook rekenen het
stationair draaien van bromfietsen en
het irriterend getuf van autobussen bij
eindpunten. Veel hinderlijk geluid zal
hiermee bestreden kunnen worden. Op
andere punten van lawaaibestrijding
wacht men de beslissingen af, die hier
over in het buitenland genomen worden
om ze daarna hier bij aan te kun
nen passen. Er lijkt dus enig soelaas
op komst te zjjn, hoewel het niet veel
kan schelen in de heksenketel van van
daag.
spoeden om de minister met hun ad
viezen bij te staan.
Dit neemt het feit niet weg, dat er
voor de afgevaardigden in de Tweede
Kamer dit geldt trouwens ook voor
de Eerste Kamer niet meer behoorlijk
te werken valt. Vandaar deze uitbrei
ding. Hierom is al jaren geleden ge
vraagd, maar de bestedingsbeperking
en de spanning op de bouwmarkt heb
ben gemaakt, dat deze uitbreiding
moest worden uitgesteld. Het wordt ook
niet iets nieuws en iets groots. Het
wordt alleen een zakelijk gerichte uit
breiding om de Kamerleden aan een
betere outillage te helpen.
Met dit doel voor ogen wordt het ech
ter een uitbreiding, waarbij alle esteti-
sche waarden in acht zijn genomen.
De gevel aan de Hofweg blijft de ach
tergevel en wat er nieuw bij komt, is
daar volkomen bij aangepast. Het ka
rakter van het Binnenhof blijft be
waard als de centrale van ons rege
ringscentrum.
Men heeft ooit wel eens een vergelij
king gemaakt met het parlementsge
bouw, dat West-Duitsland na de oorlog
liet verrijzen. Daar werd voor elke
twee afgevaardigden een werkkamer
ingericht. De armoedige manier waar
op onze volksvertegenwoordigers zijn
gehuisvest steekt hierbij wel heel
schril af. In Den Haag heeft men slechts
vier commissiekamers, waar kamerle
den iemand eens kunnen ontvangen, die
hen wil spreken, als er dan tenminste
geen bordje „Bezet" op de deur van
die commissiekamer hangt, wat meest
al wel het geval is. En dan zetten zij
zich in arren moede maar op de bank
in de corridor, als deze tenminste vrij
is en waar iedereen langs loopt, zodat
men nooit vrijuit kan spreken.
Indien men van de gereserveerde tri
bune naar de publieke tribune gaat, kan
men zijn weg kiezen over de uitgebrei
de bibliotheek en dan houdt men zijn
hart vast bij de gedachte, dat hier ooit
eens brand zou uitbreken.
Nieuwe vleugel
Groots, zoals in het parlementsge
bouw van de Westduitse Bondsdag, is
het niet bij ons, maar het heeft wel
sfeer en traditie. De fractie van de
K.V.P. zetelt in de Handelingenkamer,
omdat er geen kamer groot genoeg
was om deze fractie te herbergen. Er
gens beneden heeft prof. Romme een
heel kleine werkkamer, die hij nog
moet delen met zijn secretaresse. Er
is een koffiekamer, die te klein is en
waar men geen gasten mag ontvangen.
Door de uitbreiding, welke thans on
derhanden is genomen, zal de bibliotheek
kunnen verhuizen naar de kelder en de
nieuwe brandvrije zolder. Er komt een
nieuw restaurant, waar men ook zijn
gasten zal kunnen inviteren. Er komen
twee grote fractiekamers en de „Han
delingenkamer", waar nu de K.V.P.
huist, zal dan studiezaal worden. Ver
der zullen er afdelingskamers, spreek
kamers en commissiekamers worden
bijgebouwd. En dan komt er nu einde
lijk ook een lift van de kelder naar de
bovenste verdieping.
Of het in de praktijk allemaal vol
doende zal blijken, is een andere vraag.
Het werk is toegenomen en het aantal
volksvertegenwoordigers uitgebreid.
Maar ondanks de grote kosten men
noemt een bedrag van drie miljoen
en de lange tijd, die men zal nodig
hebben, blijft het toch een bescheiden
aanbouw, die zal bestaan uit een nieu
we vleugel aan de Hofweg, welke een
binnenpleintje zal omsluiten. Zo zal de
oude traditie van het Binnenhof onaan
getast worden bewaard. Misschien zal
men straks weer enige decennien op
Zo zal de achtergevel van de Tweede
Kamer aan de Hofweg er uitzien, als
over twee d drie jaar de verbouwing
haar beslag zal hebben gekregen. Het
ontwerp van Ir. M. Bolten heeft zich
bij de bestaande gevel volkomen aange
past. Het meest rechtse gedeelte even
wel zal nog wel iets langer op zich
laten wachten. Dit behoort tot een latere
fase van de verbouwing.
deze uitbreiding kunnen teren, als ten
minste de wet van Parkinson geen roet
in het parlementaire eten gooit.
Het is intussen prijzenswaardig dit
geheel te bewaren, zoals de historie het
ons heeft overgeleverd. Zoals ir. Bol
ten de verbouwing nu heeft ontworpen,
zal de gevel aan de Hofweg er alleen
maar bij winnen.
Eersle Kamer al verder gevorderd
De Eerste Kamer is intussen tot pro-
te vreugde van de heer Sipkes, admini
strateur ter griffie, met de verbouwing
van haar eigen gebouw reeds verder
fevorderd dan de collega aan de over-
ant. Daar is de verbouwing binnens
huis reeds begonnen.
Tot nu toe had de Eerste Kamer niet
meer dan twee wel wat heel eenvou
dige spreekkamertjes en van een jas-
senkamer voor de senatoren kende
men niet eens het bestaan. Maar dat
gaat nu allemaal beter worden. De kof
fiekamer, die aan de vergaderzaal
grenst, wordt nu leeszaal.
De lunchzaal was daar nu niet be
paald overweldigend en vele senatoren
aten dan ook maar liever buitenshuis.
maar als de verbouwing is geregeld,
zullen zij hun soep en hun twaalfuurtje
kunnen consumeren in het vertrek waar
eens de raadpensionaris Johan de Witt
zetelde. De historische zaal, die na vele
ontluisteringen nu volstond met archie
ven, zal in oude luister worden hersteld.
„Verkeer en Waterstaat", dat die zaal
in gebruik had, is reeds bezig de ar
chieven naar de kelder te doen verhui
zen. De beschilderde wanden zullen dan
weer vrijkomen en de heer Sipkes zal
zijn wensdroom in vervulling zien gaan,
dat de Eerste Kamer in oude glorie zal
zijn hersteld en tevens gemoderniseerd.
F.S.
Jn het boekje Gustav Mahler" heeft
dr. Hans Christoph Worbs een kor
te schets ontworpen van Mahlers
leven, gevolgd door een vluchtige, een
voudige bespreking van zijn werken.
Het is niet bestemd voor geinitiëerde
lezers, doch voor een groot publiek, dat
wel eens iets wil lezen, ofschoon het
daarvoor toch weer te veel verwijzin
gen bevat naar ontwikkelingen en com
ponisten, die een niet geschoolde lezer
moeilijk kan vatten. Het is wat opper
vlakkig en het spreekt meer over de
geestelijke bedoelingen van de compo
nist dan over de muziek in de strikte
zin. Ook weer met dit voorbehoud, dat
er overal verspreid plotseling techni
sche opmerkingen opduiken, die voor
het publiek waarop de auteur het
heeft gemunt niet duidelijk kunnen zijn.
Het is inderdaad niet eenvoudig om
bevattelijk voor een brede lezerskring
te zijn en toch hout te snijden. Dit
boekje is niet slechter of beter dan zo
vele populaire geschriften over muziek.
Het is in het Nederlands vertaald
door Marius Monnikendam en uitgege
ven bij H. J. Dieben N.V. te Den Haag.
De overigens zo vaardige schrijver, die
Monnikendam is, heeft zich kennelijk
weinig moeite getroost om zich vol
doende van de Duitse tekst los te ma
ken. Men krijgt zelfs sterk de indruk,
dat er geen tekstcritische correctie
heeft plaats gehad. Het boekje wemelt
van fouten.
L.H.
Eerste en Tweede Kamer