■H worden verbouwd, maar traditie van Binnenhof blijft bestaan VEEL ONGERIEF VERDWIJNT maakt trage vorderingen Toch binnen een jaar strengere bepalingen tegen geluidsh Nachtarbeider moest langs sloot gaan slapen Zaal van Johan de Witt wordt koffiekamer van de Senaat NIEUWE VLEUUEL Knetterende brommers, gehorige flats, knarsende trams Populair boekje over Gustav Mahler MAANDAG 22 AUGUSTUS 1960 PAGINA 6 Populaire voertuigen: bron van veel hinderlijk lawaai. De uitbreiding en verbouwing van de Tweede Kamer is eindelijk begonnen, maar het zal nog twee drie jaar duren, voordat de hele zaak haar beslag zal hebben gekregen en de gevel aan de Hofweg haar de finitieve vorm heeft gekregen. Het zal er dan na drie jaar zelfs nog niet hele maal zo uitzien als de tekening aan geeft; het meest rechtse gedeelte op het ontwerp van ir. M. Bolten van de Rijksgebouwendienst zal eerst later vol gen. Als men de tekening zo beziet, is het een ontwerp, dat volmaakt aansluit bij de reeds bestaande gevel aan de Hofweg en waardoor bovendien de le lijke uitspringende hoek in het gebouw tegenover de Passage zal worden weg genomen. Dit is echter niet het belang rijkste, het is alleen maar een gelukkig gevolg, waarnaar echter toch ook weer welbewust is gestreefd. Men dient ech ter niet te vergeten, dat deze gevel de achtergevel is van het gebouw, dat ons regeringscentrum vertegenwoordigt. Er is dan ook zorgvuldig naar ge streefd, dat deze gevel achtergevel zou blijven, omdat anders de traditie en de grote historische waarde van het Bin nenhof zouden worden verzwakt en men frusteert de historie niet zonder scha de aan de eigen cultuur. Niemand, die dit beter beseft dan de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. Kortenhorst. Er is in de Tweede Kamer al eens de sug gestie gedaan voor de bouw van een nieuw parlement, maar men begreep te gelijkertijd, dat daarmee dan een einde zou komen aan de eeuwenlange traditie van het Binnenhof. Dr. Kortenhorst, die tevens voorzitter is van de huishoude lijke commissie uit de Kamer, zou dit nimmer gedogen. Er is ook nog eens een ander plan geopperd en wel door dr. W. Drees jr., directeur van de Rijksbegroting, zoon van de voormalige minister-president. Hij ging uit van de gedachte, dat thans bij het regeringscentrum 50.000 gezin nen zijn betrokken, welk aantal binnen een halve eeuw zal oplopen tot het dub- LAWAAIBESTRIJDING Het lawaai-vraagstuk is ongetwijfeld een probleem, dat lééft in ons volk. Knetterende bromfietsen, knersende trams, rammelende auto's, gehorige flats, rumoerige buren en hon derd-en-een andere lawaaibronnen zijn daarvoor verantwoordelijk. In de wet laat zich vrijwel geen enkel hinderlijk geluid vangen, maar binnenkort kan hier enige verbetering in komen. Want er wordt aan gewerkt, het geluid van de bromfietsen, die de kwalijke boven toon voeren in b t verkeer, te temmen door er strengere eisen aan te stellen. Binnen een jaar hoopt men dit al ge regeld te hebben. Voorts zijn er com missies, die zich met geluidshinder be zig houden; er wordt over gesproken, over geschreven, over vergaderd, kort om: er is lawaai over lawaai. Dat velen iets over lawaai en alles, wat daar mee samenhangt, op hun hart hebber., daar kan bijvoorbeeld het Co. mité tot onderzoek van geluidshinder van getuigen. Drie jaar geleden werd het opgericht door vijf enthousiaste lie den, die vonden, dat er nu maar eens iets gedaan moest worden. Men had er geen flauw vermoeden van wat men alleen al door de oprichting zou los rukken. Maar daar kwam men spoe dig genoeg achter. Brieven bij honder den kwamen het huis van de secreta ris, de heer C. de Jong uit Voorburg, binnenvliegen. Brieven met klachten, met vragen, met adviezen, met aan moedigingen; zelfs brieven met geld, uit louter sympathie. „Er was direct al geen houden meer aan, voor ons amateurs. Er hadden wel twintig co mitéleden moeten zijn om alles af te wikkelen. Het groeide ons finaal aver het hoofd," zegt de heer De Jong nu. Het resultaat was, dat het enthousias me bij de comitéleden alras daalde tot ver beneden peil. Het comité heeft dan ook al lang opgehouden actief te zijn. Het is verdwenen; volkomen geluid loos, zoals het dit comité betaamde. Anderen houden er zich intussen wel mee bezig, met meer succes vaak. De constatering, dat we in een let terlijk rumoerige tijd leven, zal ver moedelijk op weinig verzet stuiten. De tijd, dat vrijwel alleen het geklik-klak van paardehoeven en de stemmen van spelende kinderen gedempt het huis binnendrongen, is definitief voorbij. Overal is lawaai; buiten op straat, bin nen in huis (vraag dat maar aan flat bewoners) en zelfs in de natuur, sinds dagjes- en andere mensen het nodig vinden, een .draagbare radio mee naar bos, hei en strand te nemen. De ca fe's waar geen juke-box gilt, worden al zeldzamer en de grammofoonplaat met alleen maar weldadige stilte in Amerika veel gedraaid is hier nog niet doorgedrongen. Lawaai is van oorsprong altijd een waarschuwingssignaal geweest voor ge vaar, of althans voor iets ongewoons. Maar dat ongewone gaat er langza merhand steeds meer af. Stilte wordt lang niet meer door iedereen erkend als iets dat op zijn tijd even noodzake lijk en onmisbaar is als geluid. Zij be seffen niet dat stilte een weldaad kan zjjn voor lichaam en geest. Lawaai in zijn ergste vorm kern re gelrecht gevaarlijk zijn voor de gezond- ten, die onder de vele geïnteresseer den verspreid worden. „Het huis is altijd het laatste punt geweest waar wij ons terug konden trekken voor rust en stilte. Maar dat is het nu lang niet meer overal," zegt ir. Van den Eijk. Pakken brieven kan hij laten lezen van mensen, flatbewo ners, die gek worden van de radio, te levisie en conversaties van hun buren. Dat inderdaad vrijwel iedere flatbewo ner hinder van zijn buren ondervindt is enkele jaren geleden nog eens be vestigd door een enquête, die bij de be woners van 1200 flatwoningen in Den Haag en Rotterdam is gehouden; 82 procent had overlast van zjjn buren, zo bleek toen, en 66 procent van de ondervraagden klaagde over hinder uit het gemeenschappelijk trappenhuis. Ir. Van den Eijk: „En dan ie bedenken, dat de gehorigheid in de huizen voor slechts enkele kwartjes meer huur per week aanzienlijk gereduceerd zou kun nen worden. Een pakje sigaretten in de week, zou men er dat niet voor over hebben?" Vermoedelijk wel, is hierop het ant woord. Misschien zou men op een ge geven ogenblik, als het burengerucht in de late avond weer topprestaties vraagt van de zenuwen en van de zelf beheersing, zelfs -1 voor een slof si garetten de stilte willen kopen. „Het is toch wel erg," zegt ir. Van den Eijk, „dat die arbeider uit Rotterdam, die 's nachts werkte en overdag dus duidelijk als men weet, dat deze isola tie voor de verschillende toonhoogten afzonderlijk bepaald moet worden. In het algemeen wordt er van uitgegaan, dat als de geluidwering zo is, dat de spelende radio de buren niet hindert, ook de andere luchtgeluiden wel vol doende worden gereduceerd. Wat lawaai Nederland kost aan ar- beidsverlies door verstoring van con centratie op kantoren, tekenkamers, studievertrekken en ateliers is een on bekend, maar ongetwijfeld hoog bedrag. HelemÉté.1 onzichtbaar is de invloed van feluiden waarvan de mensen zeggen, at zij er geen hinder van hebben. Uit onderzoekingen is namelijk vast komen te staan, dat bijvoorbeeld bewoners van aan spoorlijnen gelegen huizen, die zeggen niets meer van de treinen te horen, wel degelijk een onrustige slaap hebben. Zij worden weliswaar niet wak ker, maar hun „slaapcurve" is toch bijzonder onregelmatig, wat op de lan ge duur nadelig moet werken. Naast deze „onmerkbare" geluiden wordt er 's nachts ook lawaai genoeg gemaakt waar men regelrecht wak ker van wordt. Laag overkomende straalvliegtuigen bijvoorbeeld die, terwijl zjj enkele tientallen personen vervoeren, halve steden uit hun slaap rukken. In een heel kwaad gehoor bij stads bewoners staan ook de zogenaamde melkuitgifte-stations, waar men bij het heel vroege morgenkrieken al actief is. Daar wordt op zeer luidruchtige wijze dan ook blijk van gegeven. Vandaar dat een groep Hagenaars, hevig geplaagd door zo'n in hün straat gelegen uit gifte-station, kort geleden in opperste toorn B. en W. schriftelijk toeriepen: De juke-box, het door de jeugd aanbeden speelapparaat. Wanneer komt echter in ons land een plaat uit, waarop men zich stilte kan kopen? straaljager- motoren, dan zou dit behalve gehoor- beschadigingen een algehele sufheid te weeg' kunnen brengen. Aanzienlijk min der lawaai kan al genoeg zijn om de gehoorscherpte aanmerkelijk te doen afnemen. Controle van het gehoor van personeel, dat regelmatig in een la waaierige omgeving werkt („ketelma- kersdoofheid") is dan ook geboden. Nog minder lawaai, beneden de 85 foon on geveer (0 foon is de gehoordrempel, het ruisen der bladeren ongeveer 20 foon), zal lichamelijk ongevaarlijk zijn. maar kan zo irriterend werken, dat het ern stig afbreuk doet aan ons geestelijk welzijn. „Als wij er van uitgaan dat ge zondheid de optimale toestand is van ons lichamelijk en geestelijk welzijn, is ook dit minder hevige lawaai ze ker schadelijk," zegt ir. J. van den Eijk, hoofd van de afdeling Licht en geluid van het Instituut voor gezond heidstechniek T.N.O., die zich voort durend met het lawaai-vraagstuk be zig houdt. De afdeling doet weten schappelijk speurwerk op dit gebied, publiceert haar conclusies in tijd schriften en legt ze neer in rappor- moest slapen hiervoor het rustige pol derlandschap in moest trekken en aan een slootkant ging liggen, omdat hij thuis geen oog kon dicht doen van de herrie." Ir. Van den Eijk ziet ook de keerzij de van de medaille: „Het is anderzijds ook niet normaal dat je in je eigen huis altijd op pantoffels zou moeten lo pen en dat je je kinderen steeds maar zou moeten manen om rustig te zijn. Voor de buren. De moeilijkheid is vaak, dat men de mensen hun hobby wil ont nemen; hun trompet misschien of an dere muzikale aspiraties. Toch kan er veel bereikt worden door betere ge luidsisolatie. Maar dan moet men ook bereid zijn daarvoor te betalen." Hij zegt ook: „Als het nodig is, dat wij de mensen in enorme flats laten wo nen, moeten wij ook de consequenties daarvan aanvaarden, in dit geval la waaibestrijding." Wat een variant is van de uitspraak, die onlangs gedaan is op een congres, dat in Duitsland ge houden is. met als enig onderwerp La waaibestrijding. Daar werd toen opge merkt: de techniek heeft ons het mees te lawaai bezorgd, die techniek moet er ons dan ook maar weer van afhel pen. In andere landen heeft men de ern stige bezwaren van te grote gehorig heid van huizen ook onderkend. Zo is in Duitsland voor de gesubsidieerde wo ningbouw een bepaalde norm verplicht gesteld voor luchtgeluidisolatie. Dat er technisch aan een luchtgeluidisolatie nog al wat haken en ogen zitten, wordt „Met melk meer mans, maar zonder slaap minder mens, dus doe er s.v.p. wat tegen." Er zjjn nog vele andere bronnen van ergernis. De luid spelende radio, pick up of televisie bij het open raam zjjn er zo'n paar. Als dat gebeurt tjjdens „de voor de nachtrust bestemde uren" kan de politie wel eens ingrijpen, ai wordt dat zelden gedaan. Zoveel mo gelijk wordt bemiddelend opgetreden. Te beklagen zijn ook zij, die in de directe nabijheid van een patates-frites- kraam wonen of een ander vast ver zamelpunt van de bromfietsjeugd. Ge joel en geknetter dat tot diep in de avond doorgaat is hieraan onverbreke lijk verbonden. Het enige wat de ge- plaagden hiertegen te doen staat, is hun ziel te bezitten in lijdzaamheid. En als dat niet lukt, te verhuizen. Heeft u zich weieens gerealiseerd hoe hinder lijk 's avonds de harde klik van een si garettenautomaat op de duur kan gaan worden voor de buren, vooral als het gepaard gaat met het stationair draai en van de bromfietsmotor? Een verhaal apart, en ook niet zo'n vrolijk, is het lawaai in het verkeer. De directeur >'an de rijksdienst voor het wegverkeer, ir. J W. Filz, weet hoe moeilijk het is dit lawaai met het wetboek in de hand te bestrijden Hij is voorzitter van de Werkcommissie ge luidsbeperking wegverkeer, die de mi nister van advies moet dienen, en dat ook al gedaan heeft, over eventueel te nemen maatregelen. De commissie, met onder meer technici, acoustici en vertegenwoordigers van de R.A.I., heeft enige jaren geleden al als eerste op de korrel genomen: de bromfiets. Om dat dit voertuig het hinderlijkste la waai maakt en in een oplage van een miljoen rondrijdt. Dat er iets aan ge daan moest worden stond vast. Want op dit ogenblik kan men ongestraft een nog vrijwel onbeperkt lawaai ma ken. Het toegestane maximum is 85 de cibel, een ingewikkelde eenheid, welke lang niet iedereen, die er mee werkt, zo maar kan omschrijven. Aan deze grens nu komt vrijwel geen bromfiets toe, alhoewel het geluid, dat hij produ ceert, toch bijzonder hinderlijk kan zijn. Veel irriterender dan bijvoorbeeld het sonore geronk van een zware motor, die die grens wel overschrijdt. En daarmee zitten wij midden in het probleem van de lawaaibestrij- ders. Wat bestrijden ze namelijk? Wat is lawaai? Natuurkundig een heel moeilijk begrip. Het Residentie- Orkest het zij met alle eerbied ge zegd kan op een gegeven ogen blik aanzienlijk meer geluid produce ren dan vijf bromfietsen bij elkaar. Niemand zal dit echter lawaai (dur ven) noemen. Het gaat maar net om de toonhoogte en de volgorde van de geluidsgolven. Zelfs het begrip „hin derlijk lawaai" is zeer subjectief. De (vermoedelijk in een leren jack ge stoken) knaap óp de brommer zal het geknetter allerminst hinderlijk vinden. Integendeel: hij vindt het prachtig en zijn vriendinnetje mis schien ook. Maar ditzelfde geluid zal de wandelaar verstoord doen opkij ken en de man in de huiskamer doen mopperen. Ondanks deze moeilijkheid ging de commissie aan de slag. Op een stille weg in Delft, soms hevig gedwars boomd door overkomende straalvlieg tuigen, stelden de leden zich op, naast een omvangrijke meetapparatuur en zij lieten de diverse merken brommers op de wettelijk voorgeschreven zeven me ter afstand aan zich voorbij snorren. Er was geen enkele bromfiets die de 85 decibel overschreed. De verschillen de soorten lawaai werden op de ge luidsband vastgelegd zodat men ze la ter nog eens rustig zou kunnen beluis teren. Na lang vergaderen en onvoor stelbaar gecompliceerd rekenwerk ging er een advies naar de minister de be staande norm aanzienlijk te verlagen en die eis vanaf de datum van inwer kingtreding elk jaar te verzwaren, vijf jaar lang, bij wijze van overgangs maatregel. Grote onrust ontstond er bi) de fabrikanten, die grote moeilijk heden bij hun produktie voorzagen. Ve len van hen betrekken namelijk de mo tortjes kant en klaar uit het buitenland. Spijkers met koppen zijn er sindsdien niet geslagen, maar binnenkort schijnt er toch iets van te komen. Het zacht gezegd vreemde is dat een huisvestingskwestie de oorzaak is van een aanzienlijke vertraging. De T.N.O. en R.A.I. hadden namelijk al een rap port klaar moeten hebben om de prak tische toepassing van die bepalingen mogelijk te maken. Daarvoor moesten vele geluidsmetingen verricht worden, maar de Technische Hogeschool in Delft was niet van zins hiervoor ruimte af te staan omdat bij die metingen al le andere apparaten in het laborato rium moeten worden stopgezet om het resultaat niet te beïnvloeden. Eindelijk schijnt nu de oplossing in zicht. Ver moedelijk wordt een klein laboratorium gebouwd in Pijnacker. Binnen een jaar zullen de bepalingen effectief worden, hoopt men. Dat betekent dus dat er voor nieuwe bromfietsen ook keurings eisen voor het geluid zullen gelden en dat door de steeds zwaarder wordende eisen aan de in omloop zijnde brom- bele. Wij weten niet of hij zich daarbij op Parkinson heeft afgestemd, maar hij ziet het wel somber in, hoewel men zou kunnen beweren, dat het verleden hem reeds gelijk heeft gegeven. Regeringscentrum naar Noord-Oost Nederland Zijn gedachte was nu het regerings centrum te verplaatsen naar Noord- Oost Nederland, wat volgens hem een belangrijke stimulans zou betekenen voor deze probleemgebieden, waarmee tevens aan de woningnood rond Den Haag met alle kwesties van satelliet steden en zo meer een belangrijke dienst zou worden bewezen. Dit laatste is wel een argument, dat aanspreekt, maar ieder die de gang van zaken kent rond het Binnenhof en in het parle ment, weet, dat bij de behandeling van allerlei wetsontwerpen en begrotingen de ambtenarentribunes dicht bevolkt zijn. Men denke nu een ogenblik aan Par kinson en stelle zich dan eens voor, dat vele hoofdambtenaren zich vele maan den lang iedere dinsdag, woensdag en donderdag van het noord-oosten van het land naar Den Haag zouden moeten Een overzicht van de bestaande toe stand. In de uitspringende hoek is de afbraak van een klein gedeelte reeds begonnen, omdat daar de nieuwe vleu gel zal worden aangebouwd. De lelijke inspringende hoeken zullen dan ver dwijnen en er zal een gaaf geheel wor den verkregen. mers, de luidruchtige gaandeweg zul len uitsterven. Op het ogenblik kan de politie al leen maar proces-verbaal opmaken als er duidelijk aan de knalpot ge knoeid is, want dat is in het wegen verkeersreglement verboden. In een stad als Den Haag worden er weke lijks hiervoor gemiddeld slechts v;jf a zes bekeuringen gegeven. Behalve de boete, die de kantonrechter de bromfietser dan geeft, wordt ook de bromfiets geruime tijd in beslag ge nomen, wat als een bijkomende straf wordt ervaren. In Duitsland kan de politie gemakke lijker optreden, hoewel die manier hier weinig instemming zou krijgen. Als een agent denkt dat een bromfiets te veel lawaai maakt geeft hij de berijder op dracht het lawaai bij een opgegeven laboratorium te laten meten. De man is daarmee al een halve dag kwijt, wat al een grote preventieve werking heeft. Meldt hij zich daar niet, dan krijgt hij zonder meer een bekeuring. Meldt hij zich wel en blijkt zijn brommer onder de geluidsgrens te blijven dan zegt de politie: „Des te beter." Hier zou dat niet gaan. De bromfietser zou zich ge woon niet melden en dan vrijuit gaan. Ook is er een algemene bepaling in voorbereiding waarbij het verboden zal worden met voertuigen „onnodig la waai" te maken. Hieronder zal de rechter vermoedelijk ook rekenen het stationair draaien van bromfietsen en het irriterend getuf van autobussen bij eindpunten. Veel hinderlijk geluid zal hiermee bestreden kunnen worden. Op andere punten van lawaaibestrijding wacht men de beslissingen af, die hier over in het buitenland genomen worden om ze daarna hier bij aan te kun nen passen. Er lijkt dus enig soelaas op komst te zjjn, hoewel het niet veel kan schelen in de heksenketel van van daag. spoeden om de minister met hun ad viezen bij te staan. Dit neemt het feit niet weg, dat er voor de afgevaardigden in de Tweede Kamer dit geldt trouwens ook voor de Eerste Kamer niet meer behoorlijk te werken valt. Vandaar deze uitbrei ding. Hierom is al jaren geleden ge vraagd, maar de bestedingsbeperking en de spanning op de bouwmarkt heb ben gemaakt, dat deze uitbreiding moest worden uitgesteld. Het wordt ook niet iets nieuws en iets groots. Het wordt alleen een zakelijk gerichte uit breiding om de Kamerleden aan een betere outillage te helpen. Met dit doel voor ogen wordt het ech ter een uitbreiding, waarbij alle esteti- sche waarden in acht zijn genomen. De gevel aan de Hofweg blijft de ach tergevel en wat er nieuw bij komt, is daar volkomen bij aangepast. Het ka rakter van het Binnenhof blijft be waard als de centrale van ons rege ringscentrum. Men heeft ooit wel eens een vergelij king gemaakt met het parlementsge bouw, dat West-Duitsland na de oorlog liet verrijzen. Daar werd voor elke twee afgevaardigden een werkkamer ingericht. De armoedige manier waar op onze volksvertegenwoordigers zijn gehuisvest steekt hierbij wel heel schril af. In Den Haag heeft men slechts vier commissiekamers, waar kamerle den iemand eens kunnen ontvangen, die hen wil spreken, als er dan tenminste geen bordje „Bezet" op de deur van die commissiekamer hangt, wat meest al wel het geval is. En dan zetten zij zich in arren moede maar op de bank in de corridor, als deze tenminste vrij is en waar iedereen langs loopt, zodat men nooit vrijuit kan spreken. Indien men van de gereserveerde tri bune naar de publieke tribune gaat, kan men zijn weg kiezen over de uitgebrei de bibliotheek en dan houdt men zijn hart vast bij de gedachte, dat hier ooit eens brand zou uitbreken. Nieuwe vleugel Groots, zoals in het parlementsge bouw van de Westduitse Bondsdag, is het niet bij ons, maar het heeft wel sfeer en traditie. De fractie van de K.V.P. zetelt in de Handelingenkamer, omdat er geen kamer groot genoeg was om deze fractie te herbergen. Er gens beneden heeft prof. Romme een heel kleine werkkamer, die hij nog moet delen met zijn secretaresse. Er is een koffiekamer, die te klein is en waar men geen gasten mag ontvangen. Door de uitbreiding, welke thans on derhanden is genomen, zal de bibliotheek kunnen verhuizen naar de kelder en de nieuwe brandvrije zolder. Er komt een nieuw restaurant, waar men ook zijn gasten zal kunnen inviteren. Er komen twee grote fractiekamers en de „Han delingenkamer", waar nu de K.V.P. huist, zal dan studiezaal worden. Ver der zullen er afdelingskamers, spreek kamers en commissiekamers worden bijgebouwd. En dan komt er nu einde lijk ook een lift van de kelder naar de bovenste verdieping. Of het in de praktijk allemaal vol doende zal blijken, is een andere vraag. Het werk is toegenomen en het aantal volksvertegenwoordigers uitgebreid. Maar ondanks de grote kosten men noemt een bedrag van drie miljoen en de lange tijd, die men zal nodig hebben, blijft het toch een bescheiden aanbouw, die zal bestaan uit een nieu we vleugel aan de Hofweg, welke een binnenpleintje zal omsluiten. Zo zal de oude traditie van het Binnenhof onaan getast worden bewaard. Misschien zal men straks weer enige decennien op Zo zal de achtergevel van de Tweede Kamer aan de Hofweg er uitzien, als over twee d drie jaar de verbouwing haar beslag zal hebben gekregen. Het ontwerp van Ir. M. Bolten heeft zich bij de bestaande gevel volkomen aange past. Het meest rechtse gedeelte even wel zal nog wel iets langer op zich laten wachten. Dit behoort tot een latere fase van de verbouwing. deze uitbreiding kunnen teren, als ten minste de wet van Parkinson geen roet in het parlementaire eten gooit. Het is intussen prijzenswaardig dit geheel te bewaren, zoals de historie het ons heeft overgeleverd. Zoals ir. Bol ten de verbouwing nu heeft ontworpen, zal de gevel aan de Hofweg er alleen maar bij winnen. Eersle Kamer al verder gevorderd De Eerste Kamer is intussen tot pro- te vreugde van de heer Sipkes, admini strateur ter griffie, met de verbouwing van haar eigen gebouw reeds verder fevorderd dan de collega aan de over- ant. Daar is de verbouwing binnens huis reeds begonnen. Tot nu toe had de Eerste Kamer niet meer dan twee wel wat heel eenvou dige spreekkamertjes en van een jas- senkamer voor de senatoren kende men niet eens het bestaan. Maar dat gaat nu allemaal beter worden. De kof fiekamer, die aan de vergaderzaal grenst, wordt nu leeszaal. De lunchzaal was daar nu niet be paald overweldigend en vele senatoren aten dan ook maar liever buitenshuis. maar als de verbouwing is geregeld, zullen zij hun soep en hun twaalfuurtje kunnen consumeren in het vertrek waar eens de raadpensionaris Johan de Witt zetelde. De historische zaal, die na vele ontluisteringen nu volstond met archie ven, zal in oude luister worden hersteld. „Verkeer en Waterstaat", dat die zaal in gebruik had, is reeds bezig de ar chieven naar de kelder te doen verhui zen. De beschilderde wanden zullen dan weer vrijkomen en de heer Sipkes zal zijn wensdroom in vervulling zien gaan, dat de Eerste Kamer in oude glorie zal zijn hersteld en tevens gemoderniseerd. F.S. Jn het boekje Gustav Mahler" heeft dr. Hans Christoph Worbs een kor te schets ontworpen van Mahlers leven, gevolgd door een vluchtige, een voudige bespreking van zijn werken. Het is niet bestemd voor geinitiëerde lezers, doch voor een groot publiek, dat wel eens iets wil lezen, ofschoon het daarvoor toch weer te veel verwijzin gen bevat naar ontwikkelingen en com ponisten, die een niet geschoolde lezer moeilijk kan vatten. Het is wat opper vlakkig en het spreekt meer over de geestelijke bedoelingen van de compo nist dan over de muziek in de strikte zin. Ook weer met dit voorbehoud, dat er overal verspreid plotseling techni sche opmerkingen opduiken, die voor het publiek waarop de auteur het heeft gemunt niet duidelijk kunnen zijn. Het is inderdaad niet eenvoudig om bevattelijk voor een brede lezerskring te zijn en toch hout te snijden. Dit boekje is niet slechter of beter dan zo vele populaire geschriften over muziek. Het is in het Nederlands vertaald door Marius Monnikendam en uitgege ven bij H. J. Dieben N.V. te Den Haag. De overigens zo vaardige schrijver, die Monnikendam is, heeft zich kennelijk weinig moeite getroost om zich vol doende van de Duitse tekst los te ma ken. Men krijgt zelfs sterk de indruk, dat er geen tekstcritische correctie heeft plaats gehad. Het boekje wemelt van fouten. L.H. Eerste en Tweede Kamer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 6