Oriëntalisten-congres werd arena
koude oorlog binnengeleid
van
Naar
de
het Sterrengebergte
Nederlandse expeditie
met
WANDELING OVER EEN RUSSISCH KERKHOF
Khroesjtsjev
en de Bijbel
Door de bossen van Nieuw-Guinea
Boeiende schildering van primitieve bevolking
en onherbergzaam land
Rivier gaat
bandjirren
DONDERDAG 27 OKTOBER 1960
PAGINA 11
vy ^-\vc
Naarmate de congresdagen ten einde lopen, wordt de stemming
iets rustiger. Aangezien ik bijna uitsluitend de Japanologische
sectie volgde (er waren in het geheel 20 secties), zou ik niet
een algeheel overzicht gekregen hebben, als ik niet met mensen van
andere afdelingen gesproken zou hebben en van hun ervaringen
geprofiteerd zou hebben. Na velerlei gedachtenwisselingen ben ik
tot de conclusie gekomen, dat de gehouden lezingen wetenschap
pelijk bezien over het algemeen zeer matig waren. Dit is ook wel
te begrijpen, aangezien de Russische organisatoren het hele oriën
talisten-congres welks bijeenkomsten tot nu toe altijd zuiver
academisch gehouden waren nu ineens hadden binnengeleid in de
arena van de koude oorlog. Maar daarmede hebben ze toch weinig
successen geboekt. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te geven.
Allereerst waren de Russen van het begin af ten zeerste gehandicapt
door de afwezigheid der Chinezen, die toch in de oriëntologie een
zeer belangrijke rol vervullen. Vanaf januari tot juli van dit jaar
hadden de Russen met de gebruikelijke propaganda-fanfare mede
gedeeld, dat de machtigste delegatie volgens Russische schatting
tussen de 400 en 700 leden uit de Chinese Volksrepubliek zou
komen. Toen dan de Chinezen te elfder ure het gehele congres
geboycot hadden, verloren de Russen natuurlijk, zoals dat in het
°osten heet, hun gezicht. Hun onbehagen was nog toegenomen door
de afwezigheid van een officiële Arabische delegatie en door de
tegenwoordigheid van slechts vijf Afrikanen. Ondanks deze grote
^adelen, zouden de Russen toch nog een behoorlijke indruk gemaakt
hebben, als ze zich tevreden gesteld zouden hebben met een uitstal-
hng van hun zuiver wetenschappelijke resultaten, die zeker gezien
^ogen worden, speciaal die over Centraal-Azië, alsook op het gebied
het Arabisme. Hun voordrachten over Afrika waren op zijn
k^st genomen uiterst elementair en op zijn slechtst genomen zuiver
honsens.
prof. dr. H.v. STRAELEN S.V.D
ele keren achtereen heeft men vorig jaar
kennis kunnen nemen van de tegenslagen
en de financiële beslommeringen, waar
mee de Nederlandse expeditie naar het Sterren
gebergte had te kampen. Onlangs is een boek ver
schenen, waarin ook aandacht wordt gevraagd
voor de meer positieve aspecten. Het heet „Het
Witte Hart van Nieuw-Guinea" en het is geschre
ven door dr. L. D. Brongersma, algemeen en we
tenschappelijk leider van de expeditie, en kapitein
luitenant ter zee vlieger G. F. Venema, technisch
leider. Het boek is uitgegeven bij Scheltens en
Giltay te Amsterdam. De Nieuw-Guinea-literatuur
heeft de laatste tijd een vrij indrukwekkende
omvang aangenomen en er loopt nogal eens een
boek tussendoor, dat een wat broeierige tropen-
romantiek ademt. Niets daarvan in „Het Witte
Hart van Nieuw-Guinea". De heren Brongersma
en Venema vertellen hun expeditieverhaal zake
lijk en zonder veel opwinding. Dat heeft enerzijds
het nadeel, dat men soms het gevoel krijgt te
weinig te vernemen over de menselijke verhou
dingen binnen het expeditie-team. Anderzijds is
er het voordeel, dat het object van de expeditie,
een onherbergzame streek in westelijk Nieuw-
Guinea, in volle glorie voor de lezer oprijst. Het
grootste deel van de wetenschappelijke resultaten
staat nog niet in het boek. De bewerking van de
bijeengebrachte verzamelingen en gegevens zal
nog jaren vergen. Maar de belangstellende leek zal
er wel zowat alles in aantreffen, wat hij wil weten.
Bovendien kan hij genieten van de vaak sublieme
illustraties.
De militaire exploratie, die in 1909 en 1913
verkenningen uitvoerde langs de Digoel, hechtte
de naam Sterrengebergte aan dat deel'van het
centrale Nieuwguinese bergland, dat zich ten oos
ten van het Julianagebergte tot in Australisch
Nieuw-Guinea uitstrekte. De ruggen en toppen
in dit gebied kregen de ncimen V3.n sterren en
sterrenbeelden, zoals Antares, Leeuw, Orionge-
bergte en Betelgeuze.
SIBIL BIVAK
SCKATEM BI mi:
b VCO
spursms y
DEPOT/
Tanah-
Merah
'SORONG
FAKFAK
ALFOEREN ZE!
|V.PELT|595Ó7]
LICHT van het geloof zelfs bij
hoge communisten niet gedoofd
900 en 1500 mensen aanwezig (door de
week 200 a 300). Derhalve kunnen wij
met zekerheid zeggen, dat er iedere
zondag minstens 130.000 Moskovieten
naar de Heilige Mis gaan. In de na
middag hebben er ook nog devoties
plaats en dan komen er ongeveer even
zoveel mensen en wel meestal niet de
genen die 's morgens naar de Heilige
Mis zijn geweest. We kunnen dus wel
met vrij grote zekerheid zeggen, dat
er iedere zondag in Moskou zeker
200.000 mensen naar de kerk gaan.
Zeer zeker is dat aantal gering, als
we er aan denken, dat Moskou vijf
miljoen inwoners telt. Maar toch, de
omstandigheden in aanmerking geno
men, een zeer hoopvol verschijnsel.
Van de kerkgangers zijn twee derden
vrouwen. Overal werden er in de ker
ken belangrijke vernieuwingen aange
bracht. In één kerk vertelde me de
Het veel meer afbrekende dan op
bouwende karakter der Russische voor
drachten maakte op de kritische Wes
terse toehoorders, alsook op vele Oos
terlingen, een vr(j armzalige indruk.
Ge moderne Russische historici bleken
hu eenmaal vastbesloten de mensen uit
Azië en Afrika duidelijk te maken de
grote waarde van de Marxistisch-Leni-
histische interpretatie der Oosterse ge
schiedenis, alsook van het gehele mo
derne Oosterse cultuurbeeld.
Heel openlijk had de bekende Rus
sische oriëntalist prof. Gafurov nog on
langs geschreven: Soviet orientalists
**0 nm non/mnl fVl
n°t conceal the fact that in their
«.research work and in their very ap
proach to orientalism they are go-
•.verned by Marxist-Leninist methodo-
,,logy".
Geen wonder dus, dat de zuiver we
tenschappelijke resultaten van het con
gres vrfl pover waren. De mensen uit
Het Westen hebben zich over het alge
meen zeer kalm gehouden en ontwe
ken allerlei gevaarlijke onderwerpen.
Niemand roerde het Sovjet-imperialis-
bie aan of sprak uitgebreid over de
grote bijdragon der westelijke landen
tot de ontwikkeling van ac.ht®-^p Ifcn
«ebieden. In onze japanologische sec
heeft één keer een Amerikaan
Protest de zaal verlaten.
■c,En zelf ben ik nog eens, toen een
fmssische dame een voordracht hiela
daar de Japanse zaibatsu en de gro-
zeiJaPanse ondernemers te lijf ging en
z0dat zij de arbeiders volkomen uit-
8>b, tussenbeide gekomen,
geu Vrouw. hoe lang bent u in Japan
en waar hebt u uw gegevens
andaan?"
..Ik ben er nooit geweest, maar mijn
eweringen steunen op betrouwbare in-
*ormatie."
..Mevrouw, het spijt me, maar ik
rjoet u geheel .tegenspreken. Ik ben
yoiKomen neutraal ten opzichte
ieder
economisch systeem,
van
maar ik
fhoet u toch wel zeggen, dat de Japan
se arbeiders het momenteel beter heb
ben dan ooit. Ik leef bereids een kwart
eeuw in Japan en ik heb heel wat fa
brieken bezocht en ken persoonlijk hon
derden arbeiders. Vooral de laatste ja
ren is hun toestand aanmerkelijk ver
beterd en het wil me voorkomen, dat
re het in menig opzicht beter hebben
dan in deze Sovjet-Unie. Heel bijzonder
f|?ed ken ik de fabrieken van Matsus-
{"ta, de rijkste man van Japan. Die
jabrieken werken op technisch gebied
!athen met Philips uit Eindhoven. Me-
S? door de zeer weldadige invloed vav
*,hilips worden de tienduizenden arbei-
S6rs der gigantische Matsushitafabrie-
in Japan uitstekend behandeld en
>?schikken ze over faciliteiten, die de
V^sische arbeiders niet bezitten."
v.dtt werd ineens doodstil in de zaal.
b„ar toch niemand sprak me tegen,
ti Russische dame verschoot van
„fer.en antwoordde tenslotte alleen:
tw).la. dan hebt u een .andere on-
dewJ3. dan hebt u een
Wln<»ng, dan waarop mijn mforma-
he .steunen." En daarmee was dit klei-
'"cident afgesloten.
H°ewel mijn vijf priesterlijke colle
t's en ik steeds zeer beHöOrHjk
bien behandeld zfln, werd de gods-
S'üin1 als zodanig op het congres ofn-
Pt bvu fenegeerd. De mensen van de
pjft>re'bg'sche sectie, waaronder ook
pÜ6°lolt'se Studies en de Bijbelse ar-
topfp6 vallen, hadden verwacht, dat
^OdrAeker wel een aantal Russische
k-". !we priesters aanwezig zouden
d ov2en beschikken n.l. op dit ge-
tb. rjer een aantal competente men-
?b<ligi ®en hunner had echter een uit-
Vb (il.bbtvangen en men vermoedt
2Scllijn hun aangeraden was niet te
?®duren.het mij mogelijk was, heb ik
de tien dagen dat ik deze
nm. keeM °'sk°u verbleef, ook nu weer
.uitrent informaties in te winnen
b.b Wee "et Russische geloofsleven. Ik
btthodoj5e hele dag naar het grote
bn heb aid» °ster in Zagorsk geweest
«espro]5etluaar met orthodoxe priesters
Uan de enP dag ging ik met een taxi
Werfl o aar de andere kerk (over-
JPfak jj, ®r prachtig gezongen) en
doxe pact, diverse Russische ortho-
ule ik l^,0^s• De diverse informaties,
beeld; ree8. gaven me het volgende
kathoip>wiko.u Ai" er momenteel twee
gedeelte H„.er^?r! ivoor het grootste
?°cht) Pn r PoIen zeer ijverig be
merken onReveer vijftig orthodoxe
iederewiJï steedf geopend zijn. In
•(ens tWeJ u Tn l»,'s zondags min-
bÜ iedere Holn xi- saen Selezen en
fe Heilige Mis zijn er tussen de
Hoogleraar aan de
NANZAN-universiteit te NAGOYA
(Japan)
pastoor, dat hij nog onlangs acht kilo
gram goudblad bad gebruikt voor de
restauratie van de talrijke ikonen.
u heb ik °P een zonnige namiddag
tsb o™ gebracht aan het Novodiva-
ïebied een i°°ater'./lat °P zijn grond-
heeft wel uitgebreid kerkhof
kou Ik^ bezocht1^» bekande van Mos-
kou. IK oezoent daar onder andere de
graven van Wladimir Soloviev die
daar naast zpn zuster en vader liet
Kersverse bloemen versierden zijn een
voudige graftombe. Ik ging verder
langs de graven van Boelganin's ouders
(er was een mooi kruis op), van
Tsjeehov Gogol en van Lenins broer
(1874-1943). Dan kwam ik langs een
heel moderne en vrij artistieke graf
steen waarop te lezen stond„Alle-
lujeva Stalina. Hier rust het stoffelijk
overschot van de vrouw vaP
In stilte dwaalde ik langs bonda-den
andere graven, de meeste zeer me
waardig, maar toch wel smaakvol,
geloof, dat ieder land iets van zijn ty
pische geest aan zijn graven en kerK-
hoven meedeelt. Bij zeer vele graven
stonden bankjes. Daar zetten de men
sen zich rustig neer en ze schtinen
zich geheel bij hun lieve doden thuis te
voelen. Het wil me voorkomen, dat de
massa bezoekers die daar waren, toch
het geloof aan de opstanding behouden
hebben. Ook nu weer ben ik tot de be
vinding gekomen, dat ondanks geloofs
vervolging en ondanks een voortduren
de anti-godsdienstige propaganda, de
orthodoxe kerk nog vat heeft op min
stens twee vijfden van de gehele Rus
sische bevolking.
Men weet, dat Khroesjtsjev er nogal
eens van houdt de naam van God te
gebruiken en woorden uit de Heilige
Schrift te citeren. In San Francisco
prees hij ten zeerste het bekende gebed
van de H. Franciscus van Assisië, dat
spreekt over vrede, licht en liefde.
(Deze woorden werden echter niet ver
meld in de Sovjet-pers en waren alleen
voor buitenlandse consumptie bestemd).
Bovendien heeft hij nu juist een jaar
geleden in het Kremlin verklaard: ,.W}1
atheïsten, wij beschouwen de gelovigen
niet alleen met verdraagzaamheid,
maar zelfs met respect." Zeker, we we
ten maar al te goed, dat ondanks alles
de heer Khroesjtsjev een oprechte com
munist is en dat hij het daarom nodig
vindt de mensen, die ondanks alles toch
nog geloven, te bevriiden van de boei
en van het bijgeloof. Maar toch, mogen
wij uit de vele schriftuurlijke toepassin
gen van de antigodsdienstige Khroesj
tsjev, ook al z(jn dat wellicht slechts
oude herinneringen aan zijn studieja
ren in de parochieschool, niet conclu-.
deren, dat het licht van het geloof bfl
hem toch niet volkomen is uitgedoofd?
Heeft hij tegenover de Amerikaanse se
nator Humphrey niet een kennis der
psalmen getoond, die alleen een vrucht
kan zfln van een zeer recente lezing
van deze sublieme hymnen? Overal
waar ik mijn licht heb opgestoken, kom
ik tot dezelfde conclusie: Zelfs ij) het
hart der communistische partij zijn ze
het, ondanks allerlei officiële uitlatin
gen, niet eens wat de godsdienstige of
antigodsdienstige propaganda netrett.
Zeker, gedurende de laatste twee jaar
is de anti-godsdienstige propaganda
weer wat intensiever gewordeir maa r
ook dan nog wordt deze propaganda
niet beschouwd als een der hoofdtaken
van de partij. Het is b.v. zeer merk
waardig dat het blad, waarin men de
minste anti-religieuze artikelen en be
richten vindt, de Pravda is, het grote
centrale hoofdorgaan voor de verbrei
ding van partij-directieven. Het zfln
hoofdzakelijk de „Kommunist" en de
„Komsomolskaja Pravda", die anti
godsdienstige propaganda uitspuwen.
e orthodoxe priesters vertelden
me, dat zij het zeer druk hadden
met godsdienstig onderricht en
dat bekeerlingen uit allerlei standen
naar hen toestromen. Onder hen zo
werd mfl medegedeeld zfln er velen
die aanvankelijk uit pure nieuwsgierig
heid een kerk waren binnengegaan of
wel daar tegenwoordig waren bfl het
trouwen van een vriend, of een begra
fenis en die geïmponeerd door de
mooie liturgie later regelmatige be
zoekers zfln geworden. En is het niet
merkwaardig, dat er in de Izvestia nog
onlangs artikelen verschenen, die we
kenlang doorliepen, over het onderwerp
„Hebben wfl geen Sovjet-rituale no
dig?"
Het flskoude civiele huwelijk voldoet
n.l. de Russische jeugd allerminst en
zo nemen de kerkelijke huwelijken
steeds meer toe. Dit, dunkt me, is
geenszins te verwonderen. De jonge
Russen trouwen door aan het gemeen
tebureau hun huwelflks-intentie te re
gistreren. Daar moeten ze dan iets
voor betalen. Een week later komen ze
terug om hun huwelijk te confirmeren.
Dat is alles. Er vindt geen uitwisseling
van huwelflks-beloften plaats en er is
geen enkel ceremonieel. Vroeger werd
terstond het huwelflk aangegeven, maar
men heeft enkele jaren geleden een ze
vendaagse periode van „overdenking"
ingevoerd, in de hoop zodoende het ge
tal der echtscheidingen te verminderen.
Er zfln ook heel wat moedige ortho
doxe priesters, die openlijk durven op
te treden tegen het atheïsme, hetzij op
hun toespraken, hetzij in gehectografeer-
de uiteenzettingen. Nu vermoed ik wel,
dat al hetgeen ik hierboven vermeld
heb, velen zal voorkomen als een drup
pel in een oceaan, maar m.i. moeten
we al die feiten bezien in de gehele
context van het Sovjet-leven en dan mo
gen we die enkele blijde verschijnselen
toch wel zien als een bewfls, dat er in
Rusland nog veel levendig geloof is.
De mensen in de straten maken, mo
reel bezien, een zeer goede indruk. In
dit opzicht kan men zich praktisch niet
stoten. Russische films zijn niet strijdig
met de openbare zedelijkheid, het ge
drag van de jongelui in de straten en
parken is correct. In Moskou zijn er geen
kiosken met schunnige tijdschriften, hier
worden geen prostitué-artisten aanbeden
als in het Westen. Een Russisch Holly
wood en die haast waanzinnige publici
teit over het particuliere leven van dik
wijls gedegenereerde filmsterren bestaan
er in Rusland niet. In de tegenwoordige
Russische romans en literatuur wordt
een vrouw meestal beschreven als een
stoere werkster, of als een hard-werken-
de moeder, als iemand die veel voor de
gemeenschap over heeft. De minder
gunstige types krijgen meestal een zeer
slechte pers.
Me dunkt hierover mag het Westen,
speciaal Amerika, Frankrijk en Italië,wel
eeIKSK een gewetensonderzoek houden.
Hebben we de communisten nodig om
de pornografie van onze westerse stads
boulevards te vegen of om de „femmes
de petite vertu" en schrijfsters van
twufelachtig allooi van hun triestig mé
tier af te brengen?
Het is de sluitingsdag van het con
gres en de laatste algemene vergade
ring heeft plaats in de feeërieke bal
zaal van het Kremlin. Lange buffetten
zjjn overdadig voorzien van allerlei de
licatessen, wfln, champagne, wodka, di
verse likeuren, ja wat al niet. Kapita-
listischer kan het toch nauwelijks. De
brnjante lusters spreiden een feestelijk
licht. Allen, die op het congres hadden
gesproken, worden begiftigd met een
gouden medaille. Tevens wordt er beslo
ten, over drie jaren het volgend
congres in Nieuw Delhi te doen plaats-
vmden, hoewel de Amerikanen een in
vitatie hadden uitgegeven om het in
New York te houden.
's de laatste avond, die ik in
Moskou doorbreng Het s tien uur en
ik J?en mfln hotelkamer aan het in-
paKKen. ik schuif ergens een lade open
en daar hoor ik ineens een prachtig pia
noconcert (in die lade zat een luidspre
ker). Het publiek schflnt enthousiast.
Als toegift worden twee études van Cho
pin gegeven, die meer dan briljant wor
den gespeeld. Het publiek wordt bflna
wild van applaus. Ik ga eens rustig
zitten om van de muziek stil te genie
ten, iets wat ik zo dikwijls wil doen,
maar waarvoor ik in mfln leven meestal
geen tfld heb gevonden.
Na afloop overdenk ik nog eens de
laatste tien Moskouse dagen en het wil
me toch voorkomen, dat wij Wester
lingen het Russische volk toch niet goed
begrflpen. Zfl kunnen werkelflk heel aar
dige mensen zfln en we moeten toch
vooral niet denken, dat er alleen maar
partijbonzen, militia-mensen of NKVD-
leden (geheime politie) wonen. Ook ge
durende deze tien dagen heb ik zeer
veel vriendelijkheden ondervonden en
wel zo, dat door mfln oude, versleten
hart een onstuimige jeugdige liefde be
gint te golven voor het Russische volk.
Men zou ze toch zo intens gaarne tot
het enige Licht der Wereld, Die tevens
de weg, de waarheid en het leven is,
willen brengen.
Is het concert is afgelopen, doe ik
de dubbele ramen open en kflk
wat uit over nachtelijk Moskou.
Daar ginds stampt een fabriek, ik geloof
van lederwaren, ergens rechts dreunen
de machines van ik-weet-niet-wat-voor-
industrie, maar 't water van .ie Moskva-
rivier ligt glad en het nachtelijk uitspan
sel brengt enigszins een „Unvollendete"
stemming. Ik kan me niet weerhouden,
een kruisteken te slaan over de stenen-
woestenfl, die Moskou heet. Och of gfl
wist, quae ad pacem tibi. Ik blijf nog
een kwartier aan het raam staan en
ga daarna terug in mfln kamer om de
tweede vesper te bidden van het feest
van Haar, die bfl de orthodoxen heel
intens vereerd wordt.
„Hodie Maria Virgo coelos ascendit:
gaudete. quia cum Christo regnat in
aeternum."
Mogen door Haar lieve moederlijke-
voorspraak miljoenen Russen meegeno
men worden „ad coelestia regna".
De bizarre stijl van de neusversieringen der Sibil-Papoea's ondergaat al spoedig
de invloed van de beschaving: hier heeft een ballpoint een onverwachte toepassing
gevonden.
met grote witte bloemen. Op zeer dras
sige plekken, waar poeltjes water blij
ven staan, groeit tussen het veenmos
een soort blaasjeskruid, een plant met
gele bloemen, waarvan de in het water
ondergedoken of in het mos verstopte
bladeren in kleine blaasjes eindigen."
e Moejoe-Papoea's, die als dra
gers en huishoudelijk personeel
fungeren, treden in het boek
uiteraard noga] eens op de voorgrond.
Soms worden de vergissingen beschre
ven, die een nieuwe ploeg huishoude
lijk personeel begaat:
,,'s Ochtends om elf uur, als het
koffietijd is, zetten onze nieuwe be
dienden eerst de peper of tafel, dan
een pot me*, stroop, waarnaast zfl
zeven vorken leggen. Tenslotte ko
men er ook nog mokken en een kan
met koffie. De tafel schrobben zfl
met koffie inplaats van met warm
water. Van de zoute vis die in de
kombuis wordt gebakken, en die als
hele vis de pan in gaat, krijgen
wfl alleen de koppen en staarten op
tafel".
Maar toch wordt ook ui*.voerig stil
gestaan bfl de plaatselijke bevolking in
de Sibilvallei. We krflgen ze niet alleen
te zien als vreemde exotische verschij
ningen in het bos, hun gezichten in
gesmeerd met rode aarde en varkens
vet en het hoofd getooid met veren.
Ook de bevindingen van de ethnoloog
over hun stam. en familieverbanden
worden ampel weergegeven.
Over de meest in het oog lopende
resultaten van de expeditie, de beklim
ming van de Antarestoppen (de hoog
ste bleek 3650 meter hoog te zfln, dat
wil zeggen 520 meter lager dan men
in 1912 vanuit het laagland had ge-
Een van de helikopterpiloten, chef-vlieger W. Warman, is schat), de beklimming van de met
met zijn toestel neergestort op de hellingen van de Antares. "roometer Z'6'0 T8"
Hij is er ongedeerd afgekomen. De andere helikopter heeft op de be'staande Kaarten^tond^aange"
hem teruggebracht naar de basis Mabilabol, waar men hem geven) en de „doorsteek" van de zuid-
afgeheeld ziet met de algemeen leider van de expeditie kust dwars door het bergland naar de
dr Rronaertma rechts) noordkust is vorig jaar al uitvoerig
Brongersma (reems). bericht. Toch is het boeiend het ver
haal in zfln geheel nog eens te herle
zen. „Het Witte Hart van Nieuw-Gui
nea" zal menigeen aangename lectuur
verschaffen.
H. J. NEUMAN.
Natuurlijk bestonden er wel kaarten
van dit gebied, maar de benaming van
„het witte hart van Nieuw-Guinea"
bleef voor deze streek toelaatbaar, zo
lang die kaarten nog niet door uitvoe
rige waarnemingen op de grond waren
geverifieerd.
Op initiatief van prof. dr. ir. F. A.
Vening Meinesz besloten in mei 1953
de Nederlandse Maatschappij voor Na.
tuurwetenschapplijk Onderzoek in Oost
en West-Indië en het Koninklflk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap
een expeditie uit te rusten, die dit veri-
ficatiewerk ter hand zou nemen.
Pas vorig jaar was het zover, dat de
expeditie „in het veld kwam en dat
kwam zfl in een veel letterlijker zin dan
aanvankelijk in de bedoeling had gele
gen. Want als wfl het verhaal van de
heren Brongersma en Venema goed heb
ben begrepen, dan had men zich van
de hulp van helikopters en Twinpioneers
toch iets meer voorgesteld.
nig denkbeeld van de vele tegen
slagen tfldens de expeditie krflgt
men in het begin van het boek,
SéÉSbiPB waar de voorbereidingen worden be-
J jtfi i schreven.
If» Overste Venema en resident Boender-
sjfSB S» ILgigtfrlBjpr A Mpj maker waren niet piloot Gottschalk van
■4%ÉK J Kroonduif in een Beaver, een een-
motorig watervliegtuig, naar Mindipta-
na gevlogen. Toen zfl wilden terugkeren
Marinier Vlaanderen, die deel uitmaakte van het beveiligingsescorte van de expe- was de rivier de Kaoh gaan bandjlrren
ditie, maakt zich hier verdienstelijk met het nemen van vingerafdrukken. en Gottschalk zag zich verplicht zig
zaggend tussen het drijfhout op te stij
gen. Toen hfl 's middags in Merauke wil
de gaan landen was de meerboei ver
dwenen. Hfl besloot vast te maken aan
een vlot, waarop gewoonlijk vaten ben
zine lagen, die er nu door het kolkend
water waren afgespoeld. Het duurde
ruim een uur, voordat zfl aan land kon
den gaan. Het bootje, dat hen moest
afhalen, dreef ergens in de richting van
de zee met een defecte motor. Toen zij
vervolgens aan wal kwamen, wachtte
de havenmeester hen op met de mede
deling, dat een schip met voorraden
voor de expeditie bfl de ingang van
Straat Marianne in een zware grond-
zee was gekapseisd. Schip en lading wa
ren verloren; de bemanning had zich in
veiligheid weten te brengen. Toen men
eindelflk op voorstel van de resident,
een koel glas bier dronk, kwam de ha
venmeester opnieuw aan, hevig transpi
rerend in de middaghitte. De „Berdoer",
die benzine voor de helikopters van de
expeditie vervoerde, had brand in de
machinekamer. „Gelukkig is het bier
nog goed", zei de resident.
Het gebeurt maar uiterst zelden, dat
de beide auteurs bfl de beschrflving
van deze en dergelfl'ke problemen een
stoere pose aannemen. Het begint er
even op te iflken, wanneer men op blz.
50 deze zin tegenkomt: „Zoals gewoon
lijk, wanneer er zich dergelijke proble
men voordoen, haalt Brongersma een
pakje zware shag uit zfln zak en rolt
een sigaret."
Maar zoals gezegd: hoofdzaak zfln
land en volk van het oostelijk deel van
Nederlands Nieuw-Guinea en die vindt
men in dit boek vaak treffend weer
spiegeld. Zoals deze schildering van
het bos op de hellingen van de Tamal:
„Langs de bomen klimmen lianen om
hoog en dikwijls hangen zfl als dikke
touwen over het pad. Op de boomtak
ken hebben zich allerlei planten, zoals
varens en orchideeën, gevestigd en op
ililliiiiiiiiiiiiiiillillllliiiiiiiliiliiliiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillllii
iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
vermolmde stammen van omgevallen
bomen groeien rode elfenbankjes. De
bodem van het terras is venig en moe
rassig; de open plekken zfln begroeid
met mossen, korstmossen, varens en
wolfsklauw, met daartussen aardor
ehideeën en een soort gemberpiant met
rode, geelgezoomde bloemen. Hier vindt
men ook de jonge Araucaria's, die met
hun keurig in kransen geplaatste tak
ken doen denken aan de kamerdenne
tjes die men in Nederland in een pot
in de huiskamer kweekt. Tussen de
struiken staan talrijke rhododendrons
o Kampong
TANAH-
l MERA