Oriëntalisten-congres werd arena koude oorlog binnengeleid van Naar de het Sterrengebergte Nederlandse expeditie met WANDELING OVER EEN RUSSISCH KERKHOF Khroesjtsjev en de Bijbel Door de bossen van Nieuw-Guinea Boeiende schildering van primitieve bevolking en onherbergzaam land Rivier gaat bandjirren DONDERDAG 27 OKTOBER 1960 PAGINA 11 vy ^-\vc Naarmate de congresdagen ten einde lopen, wordt de stemming iets rustiger. Aangezien ik bijna uitsluitend de Japanologische sectie volgde (er waren in het geheel 20 secties), zou ik niet een algeheel overzicht gekregen hebben, als ik niet met mensen van andere afdelingen gesproken zou hebben en van hun ervaringen geprofiteerd zou hebben. Na velerlei gedachtenwisselingen ben ik tot de conclusie gekomen, dat de gehouden lezingen wetenschap pelijk bezien over het algemeen zeer matig waren. Dit is ook wel te begrijpen, aangezien de Russische organisatoren het hele oriën talisten-congres welks bijeenkomsten tot nu toe altijd zuiver academisch gehouden waren nu ineens hadden binnengeleid in de arena van de koude oorlog. Maar daarmede hebben ze toch weinig successen geboekt. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te geven. Allereerst waren de Russen van het begin af ten zeerste gehandicapt door de afwezigheid der Chinezen, die toch in de oriëntologie een zeer belangrijke rol vervullen. Vanaf januari tot juli van dit jaar hadden de Russen met de gebruikelijke propaganda-fanfare mede gedeeld, dat de machtigste delegatie volgens Russische schatting tussen de 400 en 700 leden uit de Chinese Volksrepubliek zou komen. Toen dan de Chinezen te elfder ure het gehele congres geboycot hadden, verloren de Russen natuurlijk, zoals dat in het °osten heet, hun gezicht. Hun onbehagen was nog toegenomen door de afwezigheid van een officiële Arabische delegatie en door de tegenwoordigheid van slechts vijf Afrikanen. Ondanks deze grote ^adelen, zouden de Russen toch nog een behoorlijke indruk gemaakt hebben, als ze zich tevreden gesteld zouden hebben met een uitstal- hng van hun zuiver wetenschappelijke resultaten, die zeker gezien ^ogen worden, speciaal die over Centraal-Azië, alsook op het gebied het Arabisme. Hun voordrachten over Afrika waren op zijn k^st genomen uiterst elementair en op zijn slechtst genomen zuiver honsens. prof. dr. H.v. STRAELEN S.V.D ele keren achtereen heeft men vorig jaar kennis kunnen nemen van de tegenslagen en de financiële beslommeringen, waar mee de Nederlandse expeditie naar het Sterren gebergte had te kampen. Onlangs is een boek ver schenen, waarin ook aandacht wordt gevraagd voor de meer positieve aspecten. Het heet „Het Witte Hart van Nieuw-Guinea" en het is geschre ven door dr. L. D. Brongersma, algemeen en we tenschappelijk leider van de expeditie, en kapitein luitenant ter zee vlieger G. F. Venema, technisch leider. Het boek is uitgegeven bij Scheltens en Giltay te Amsterdam. De Nieuw-Guinea-literatuur heeft de laatste tijd een vrij indrukwekkende omvang aangenomen en er loopt nogal eens een boek tussendoor, dat een wat broeierige tropen- romantiek ademt. Niets daarvan in „Het Witte Hart van Nieuw-Guinea". De heren Brongersma en Venema vertellen hun expeditieverhaal zake lijk en zonder veel opwinding. Dat heeft enerzijds het nadeel, dat men soms het gevoel krijgt te weinig te vernemen over de menselijke verhou dingen binnen het expeditie-team. Anderzijds is er het voordeel, dat het object van de expeditie, een onherbergzame streek in westelijk Nieuw- Guinea, in volle glorie voor de lezer oprijst. Het grootste deel van de wetenschappelijke resultaten staat nog niet in het boek. De bewerking van de bijeengebrachte verzamelingen en gegevens zal nog jaren vergen. Maar de belangstellende leek zal er wel zowat alles in aantreffen, wat hij wil weten. Bovendien kan hij genieten van de vaak sublieme illustraties. De militaire exploratie, die in 1909 en 1913 verkenningen uitvoerde langs de Digoel, hechtte de naam Sterrengebergte aan dat deel'van het centrale Nieuwguinese bergland, dat zich ten oos ten van het Julianagebergte tot in Australisch Nieuw-Guinea uitstrekte. De ruggen en toppen in dit gebied kregen de ncimen V3.n sterren en sterrenbeelden, zoals Antares, Leeuw, Orionge- bergte en Betelgeuze. SIBIL BIVAK SCKATEM BI mi: b VCO spursms y DEPOT/ Tanah- Merah 'SORONG FAKFAK ALFOEREN ZE! |V.PELT|595Ó7] LICHT van het geloof zelfs bij hoge communisten niet gedoofd 900 en 1500 mensen aanwezig (door de week 200 a 300). Derhalve kunnen wij met zekerheid zeggen, dat er iedere zondag minstens 130.000 Moskovieten naar de Heilige Mis gaan. In de na middag hebben er ook nog devoties plaats en dan komen er ongeveer even zoveel mensen en wel meestal niet de genen die 's morgens naar de Heilige Mis zijn geweest. We kunnen dus wel met vrij grote zekerheid zeggen, dat er iedere zondag in Moskou zeker 200.000 mensen naar de kerk gaan. Zeer zeker is dat aantal gering, als we er aan denken, dat Moskou vijf miljoen inwoners telt. Maar toch, de omstandigheden in aanmerking geno men, een zeer hoopvol verschijnsel. Van de kerkgangers zijn twee derden vrouwen. Overal werden er in de ker ken belangrijke vernieuwingen aange bracht. In één kerk vertelde me de Het veel meer afbrekende dan op bouwende karakter der Russische voor drachten maakte op de kritische Wes terse toehoorders, alsook op vele Oos terlingen, een vr(j armzalige indruk. Ge moderne Russische historici bleken hu eenmaal vastbesloten de mensen uit Azië en Afrika duidelijk te maken de grote waarde van de Marxistisch-Leni- histische interpretatie der Oosterse ge schiedenis, alsook van het gehele mo derne Oosterse cultuurbeeld. Heel openlijk had de bekende Rus sische oriëntalist prof. Gafurov nog on langs geschreven: Soviet orientalists **0 nm non/mnl fVl n°t conceal the fact that in their «.research work and in their very ap proach to orientalism they are go- •.verned by Marxist-Leninist methodo- ,,logy". Geen wonder dus, dat de zuiver we tenschappelijke resultaten van het con gres vrfl pover waren. De mensen uit Het Westen hebben zich over het alge meen zeer kalm gehouden en ontwe ken allerlei gevaarlijke onderwerpen. Niemand roerde het Sovjet-imperialis- bie aan of sprak uitgebreid over de grote bijdragon der westelijke landen tot de ontwikkeling van ac.ht®-^p Ifcn «ebieden. In onze japanologische sec heeft één keer een Amerikaan Protest de zaal verlaten. ■c,En zelf ben ik nog eens, toen een fmssische dame een voordracht hiela daar de Japanse zaibatsu en de gro- zeiJaPanse ondernemers te lijf ging en z0dat zij de arbeiders volkomen uit- 8>b, tussenbeide gekomen, geu Vrouw. hoe lang bent u in Japan en waar hebt u uw gegevens andaan?" ..Ik ben er nooit geweest, maar mijn eweringen steunen op betrouwbare in- *ormatie." ..Mevrouw, het spijt me, maar ik rjoet u geheel .tegenspreken. Ik ben yoiKomen neutraal ten opzichte ieder economisch systeem, van maar ik fhoet u toch wel zeggen, dat de Japan se arbeiders het momenteel beter heb ben dan ooit. Ik leef bereids een kwart eeuw in Japan en ik heb heel wat fa brieken bezocht en ken persoonlijk hon derden arbeiders. Vooral de laatste ja ren is hun toestand aanmerkelijk ver beterd en het wil me voorkomen, dat re het in menig opzicht beter hebben dan in deze Sovjet-Unie. Heel bijzonder f|?ed ken ik de fabrieken van Matsus- {"ta, de rijkste man van Japan. Die jabrieken werken op technisch gebied !athen met Philips uit Eindhoven. Me- S? door de zeer weldadige invloed vav *,hilips worden de tienduizenden arbei- S6rs der gigantische Matsushitafabrie- in Japan uitstekend behandeld en >?schikken ze over faciliteiten, die de V^sische arbeiders niet bezitten." v.dtt werd ineens doodstil in de zaal. b„ar toch niemand sprak me tegen, ti Russische dame verschoot van „fer.en antwoordde tenslotte alleen: tw).la. dan hebt u een .andere on- dewJ3. dan hebt u een Wln<»ng, dan waarop mijn mforma- he .steunen." En daarmee was dit klei- '"cident afgesloten. H°ewel mijn vijf priesterlijke colle t's en ik steeds zeer beHöOrHjk bien behandeld zfln, werd de gods- S'üin1 als zodanig op het congres ofn- Pt bvu fenegeerd. De mensen van de pjft>re'bg'sche sectie, waaronder ook pÜ6°lolt'se Studies en de Bijbelse ar- topfp6 vallen, hadden verwacht, dat ^OdrAeker wel een aantal Russische k-". !we priesters aanwezig zouden d ov2en beschikken n.l. op dit ge- tb. rjer een aantal competente men- ?b<ligi ®en hunner had echter een uit- Vb (il.bbtvangen en men vermoedt 2Scllijn hun aangeraden was niet te ?®duren.het mij mogelijk was, heb ik de tien dagen dat ik deze nm. keeM °'sk°u verbleef, ook nu weer .uitrent informaties in te winnen b.b Wee "et Russische geloofsleven. Ik btthodoj5e hele dag naar het grote bn heb aid» °ster in Zagorsk geweest «espro]5etluaar met orthodoxe priesters Uan de enP dag ging ik met een taxi Werfl o aar de andere kerk (over- JPfak jj, ®r prachtig gezongen) en doxe pact, diverse Russische ortho- ule ik l^,0^s• De diverse informaties, beeld; ree8. gaven me het volgende kathoip>wiko.u Ai" er momenteel twee gedeelte H„.er^?r! ivoor het grootste ?°cht) Pn r PoIen zeer ijverig be merken onReveer vijftig orthodoxe iederewiJï steedf geopend zijn. In •(ens tWeJ u Tn l»,'s zondags min- bÜ iedere Holn xi- saen Selezen en fe Heilige Mis zijn er tussen de Hoogleraar aan de NANZAN-universiteit te NAGOYA (Japan) pastoor, dat hij nog onlangs acht kilo gram goudblad bad gebruikt voor de restauratie van de talrijke ikonen. u heb ik °P een zonnige namiddag tsb o™ gebracht aan het Novodiva- ïebied een i°°ater'./lat °P zijn grond- heeft wel uitgebreid kerkhof kou Ik^ bezocht1^» bekande van Mos- kou. IK oezoent daar onder andere de graven van Wladimir Soloviev die daar naast zpn zuster en vader liet Kersverse bloemen versierden zijn een voudige graftombe. Ik ging verder langs de graven van Boelganin's ouders (er was een mooi kruis op), van Tsjeehov Gogol en van Lenins broer (1874-1943). Dan kwam ik langs een heel moderne en vrij artistieke graf steen waarop te lezen stond„Alle- lujeva Stalina. Hier rust het stoffelijk overschot van de vrouw vaP In stilte dwaalde ik langs bonda-den andere graven, de meeste zeer me waardig, maar toch wel smaakvol, geloof, dat ieder land iets van zijn ty pische geest aan zijn graven en kerK- hoven meedeelt. Bij zeer vele graven stonden bankjes. Daar zetten de men sen zich rustig neer en ze schtinen zich geheel bij hun lieve doden thuis te voelen. Het wil me voorkomen, dat de massa bezoekers die daar waren, toch het geloof aan de opstanding behouden hebben. Ook nu weer ben ik tot de be vinding gekomen, dat ondanks geloofs vervolging en ondanks een voortduren de anti-godsdienstige propaganda, de orthodoxe kerk nog vat heeft op min stens twee vijfden van de gehele Rus sische bevolking. Men weet, dat Khroesjtsjev er nogal eens van houdt de naam van God te gebruiken en woorden uit de Heilige Schrift te citeren. In San Francisco prees hij ten zeerste het bekende gebed van de H. Franciscus van Assisië, dat spreekt over vrede, licht en liefde. (Deze woorden werden echter niet ver meld in de Sovjet-pers en waren alleen voor buitenlandse consumptie bestemd). Bovendien heeft hij nu juist een jaar geleden in het Kremlin verklaard: ,.W}1 atheïsten, wij beschouwen de gelovigen niet alleen met verdraagzaamheid, maar zelfs met respect." Zeker, we we ten maar al te goed, dat ondanks alles de heer Khroesjtsjev een oprechte com munist is en dat hij het daarom nodig vindt de mensen, die ondanks alles toch nog geloven, te bevriiden van de boei en van het bijgeloof. Maar toch, mogen wij uit de vele schriftuurlijke toepassin gen van de antigodsdienstige Khroesj tsjev, ook al z(jn dat wellicht slechts oude herinneringen aan zijn studieja ren in de parochieschool, niet conclu-. deren, dat het licht van het geloof bfl hem toch niet volkomen is uitgedoofd? Heeft hij tegenover de Amerikaanse se nator Humphrey niet een kennis der psalmen getoond, die alleen een vrucht kan zfln van een zeer recente lezing van deze sublieme hymnen? Overal waar ik mijn licht heb opgestoken, kom ik tot dezelfde conclusie: Zelfs ij) het hart der communistische partij zijn ze het, ondanks allerlei officiële uitlatin gen, niet eens wat de godsdienstige of antigodsdienstige propaganda netrett. Zeker, gedurende de laatste twee jaar is de anti-godsdienstige propaganda weer wat intensiever gewordeir maa r ook dan nog wordt deze propaganda niet beschouwd als een der hoofdtaken van de partij. Het is b.v. zeer merk waardig dat het blad, waarin men de minste anti-religieuze artikelen en be richten vindt, de Pravda is, het grote centrale hoofdorgaan voor de verbrei ding van partij-directieven. Het zfln hoofdzakelijk de „Kommunist" en de „Komsomolskaja Pravda", die anti godsdienstige propaganda uitspuwen. e orthodoxe priesters vertelden me, dat zij het zeer druk hadden met godsdienstig onderricht en dat bekeerlingen uit allerlei standen naar hen toestromen. Onder hen zo werd mfl medegedeeld zfln er velen die aanvankelijk uit pure nieuwsgierig heid een kerk waren binnengegaan of wel daar tegenwoordig waren bfl het trouwen van een vriend, of een begra fenis en die geïmponeerd door de mooie liturgie later regelmatige be zoekers zfln geworden. En is het niet merkwaardig, dat er in de Izvestia nog onlangs artikelen verschenen, die we kenlang doorliepen, over het onderwerp „Hebben wfl geen Sovjet-rituale no dig?" Het flskoude civiele huwelijk voldoet n.l. de Russische jeugd allerminst en zo nemen de kerkelijke huwelijken steeds meer toe. Dit, dunkt me, is geenszins te verwonderen. De jonge Russen trouwen door aan het gemeen tebureau hun huwelflks-intentie te re gistreren. Daar moeten ze dan iets voor betalen. Een week later komen ze terug om hun huwelijk te confirmeren. Dat is alles. Er vindt geen uitwisseling van huwelflks-beloften plaats en er is geen enkel ceremonieel. Vroeger werd terstond het huwelflk aangegeven, maar men heeft enkele jaren geleden een ze vendaagse periode van „overdenking" ingevoerd, in de hoop zodoende het ge tal der echtscheidingen te verminderen. Er zfln ook heel wat moedige ortho doxe priesters, die openlijk durven op te treden tegen het atheïsme, hetzij op hun toespraken, hetzij in gehectografeer- de uiteenzettingen. Nu vermoed ik wel, dat al hetgeen ik hierboven vermeld heb, velen zal voorkomen als een drup pel in een oceaan, maar m.i. moeten we al die feiten bezien in de gehele context van het Sovjet-leven en dan mo gen we die enkele blijde verschijnselen toch wel zien als een bewfls, dat er in Rusland nog veel levendig geloof is. De mensen in de straten maken, mo reel bezien, een zeer goede indruk. In dit opzicht kan men zich praktisch niet stoten. Russische films zijn niet strijdig met de openbare zedelijkheid, het ge drag van de jongelui in de straten en parken is correct. In Moskou zijn er geen kiosken met schunnige tijdschriften, hier worden geen prostitué-artisten aanbeden als in het Westen. Een Russisch Holly wood en die haast waanzinnige publici teit over het particuliere leven van dik wijls gedegenereerde filmsterren bestaan er in Rusland niet. In de tegenwoordige Russische romans en literatuur wordt een vrouw meestal beschreven als een stoere werkster, of als een hard-werken- de moeder, als iemand die veel voor de gemeenschap over heeft. De minder gunstige types krijgen meestal een zeer slechte pers. Me dunkt hierover mag het Westen, speciaal Amerika, Frankrijk en Italië,wel eeIKSK een gewetensonderzoek houden. Hebben we de communisten nodig om de pornografie van onze westerse stads boulevards te vegen of om de „femmes de petite vertu" en schrijfsters van twufelachtig allooi van hun triestig mé tier af te brengen? Het is de sluitingsdag van het con gres en de laatste algemene vergade ring heeft plaats in de feeërieke bal zaal van het Kremlin. Lange buffetten zjjn overdadig voorzien van allerlei de licatessen, wfln, champagne, wodka, di verse likeuren, ja wat al niet. Kapita- listischer kan het toch nauwelijks. De brnjante lusters spreiden een feestelijk licht. Allen, die op het congres hadden gesproken, worden begiftigd met een gouden medaille. Tevens wordt er beslo ten, over drie jaren het volgend congres in Nieuw Delhi te doen plaats- vmden, hoewel de Amerikanen een in vitatie hadden uitgegeven om het in New York te houden. 's de laatste avond, die ik in Moskou doorbreng Het s tien uur en ik J?en mfln hotelkamer aan het in- paKKen. ik schuif ergens een lade open en daar hoor ik ineens een prachtig pia noconcert (in die lade zat een luidspre ker). Het publiek schflnt enthousiast. Als toegift worden twee études van Cho pin gegeven, die meer dan briljant wor den gespeeld. Het publiek wordt bflna wild van applaus. Ik ga eens rustig zitten om van de muziek stil te genie ten, iets wat ik zo dikwijls wil doen, maar waarvoor ik in mfln leven meestal geen tfld heb gevonden. Na afloop overdenk ik nog eens de laatste tien Moskouse dagen en het wil me toch voorkomen, dat wij Wester lingen het Russische volk toch niet goed begrflpen. Zfl kunnen werkelflk heel aar dige mensen zfln en we moeten toch vooral niet denken, dat er alleen maar partijbonzen, militia-mensen of NKVD- leden (geheime politie) wonen. Ook ge durende deze tien dagen heb ik zeer veel vriendelijkheden ondervonden en wel zo, dat door mfln oude, versleten hart een onstuimige jeugdige liefde be gint te golven voor het Russische volk. Men zou ze toch zo intens gaarne tot het enige Licht der Wereld, Die tevens de weg, de waarheid en het leven is, willen brengen. Is het concert is afgelopen, doe ik de dubbele ramen open en kflk wat uit over nachtelijk Moskou. Daar ginds stampt een fabriek, ik geloof van lederwaren, ergens rechts dreunen de machines van ik-weet-niet-wat-voor- industrie, maar 't water van .ie Moskva- rivier ligt glad en het nachtelijk uitspan sel brengt enigszins een „Unvollendete" stemming. Ik kan me niet weerhouden, een kruisteken te slaan over de stenen- woestenfl, die Moskou heet. Och of gfl wist, quae ad pacem tibi. Ik blijf nog een kwartier aan het raam staan en ga daarna terug in mfln kamer om de tweede vesper te bidden van het feest van Haar, die bfl de orthodoxen heel intens vereerd wordt. „Hodie Maria Virgo coelos ascendit: gaudete. quia cum Christo regnat in aeternum." Mogen door Haar lieve moederlijke- voorspraak miljoenen Russen meegeno men worden „ad coelestia regna". De bizarre stijl van de neusversieringen der Sibil-Papoea's ondergaat al spoedig de invloed van de beschaving: hier heeft een ballpoint een onverwachte toepassing gevonden. met grote witte bloemen. Op zeer dras sige plekken, waar poeltjes water blij ven staan, groeit tussen het veenmos een soort blaasjeskruid, een plant met gele bloemen, waarvan de in het water ondergedoken of in het mos verstopte bladeren in kleine blaasjes eindigen." e Moejoe-Papoea's, die als dra gers en huishoudelijk personeel fungeren, treden in het boek uiteraard noga] eens op de voorgrond. Soms worden de vergissingen beschre ven, die een nieuwe ploeg huishoude lijk personeel begaat: ,,'s Ochtends om elf uur, als het koffietijd is, zetten onze nieuwe be dienden eerst de peper of tafel, dan een pot me*, stroop, waarnaast zfl zeven vorken leggen. Tenslotte ko men er ook nog mokken en een kan met koffie. De tafel schrobben zfl met koffie inplaats van met warm water. Van de zoute vis die in de kombuis wordt gebakken, en die als hele vis de pan in gaat, krijgen wfl alleen de koppen en staarten op tafel". Maar toch wordt ook ui*.voerig stil gestaan bfl de plaatselijke bevolking in de Sibilvallei. We krflgen ze niet alleen te zien als vreemde exotische verschij ningen in het bos, hun gezichten in gesmeerd met rode aarde en varkens vet en het hoofd getooid met veren. Ook de bevindingen van de ethnoloog over hun stam. en familieverbanden worden ampel weergegeven. Over de meest in het oog lopende resultaten van de expeditie, de beklim ming van de Antarestoppen (de hoog ste bleek 3650 meter hoog te zfln, dat wil zeggen 520 meter lager dan men in 1912 vanuit het laagland had ge- Een van de helikopterpiloten, chef-vlieger W. Warman, is schat), de beklimming van de met met zijn toestel neergestort op de hellingen van de Antares. "roometer Z'6'0 T8" Hij is er ongedeerd afgekomen. De andere helikopter heeft op de be'staande Kaarten^tond^aange" hem teruggebracht naar de basis Mabilabol, waar men hem geven) en de „doorsteek" van de zuid- afgeheeld ziet met de algemeen leider van de expeditie kust dwars door het bergland naar de dr Rronaertma rechts) noordkust is vorig jaar al uitvoerig Brongersma (reems). bericht. Toch is het boeiend het ver haal in zfln geheel nog eens te herle zen. „Het Witte Hart van Nieuw-Gui nea" zal menigeen aangename lectuur verschaffen. H. J. NEUMAN. Natuurlijk bestonden er wel kaarten van dit gebied, maar de benaming van „het witte hart van Nieuw-Guinea" bleef voor deze streek toelaatbaar, zo lang die kaarten nog niet door uitvoe rige waarnemingen op de grond waren geverifieerd. Op initiatief van prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz besloten in mei 1953 de Nederlandse Maatschappij voor Na. tuurwetenschapplijk Onderzoek in Oost en West-Indië en het Koninklflk Neder- landsch Aardrijkskundig Genootschap een expeditie uit te rusten, die dit veri- ficatiewerk ter hand zou nemen. Pas vorig jaar was het zover, dat de expeditie „in het veld kwam en dat kwam zfl in een veel letterlijker zin dan aanvankelijk in de bedoeling had gele gen. Want als wfl het verhaal van de heren Brongersma en Venema goed heb ben begrepen, dan had men zich van de hulp van helikopters en Twinpioneers toch iets meer voorgesteld. nig denkbeeld van de vele tegen slagen tfldens de expeditie krflgt men in het begin van het boek, SéÉSbiPB waar de voorbereidingen worden be- J jtfi i schreven. If» Overste Venema en resident Boender- sjfSB S» ILgigtfrlBjpr A Mpj maker waren niet piloot Gottschalk van ■4%ÉK J Kroonduif in een Beaver, een een- motorig watervliegtuig, naar Mindipta- na gevlogen. Toen zfl wilden terugkeren Marinier Vlaanderen, die deel uitmaakte van het beveiligingsescorte van de expe- was de rivier de Kaoh gaan bandjlrren ditie, maakt zich hier verdienstelijk met het nemen van vingerafdrukken. en Gottschalk zag zich verplicht zig zaggend tussen het drijfhout op te stij gen. Toen hfl 's middags in Merauke wil de gaan landen was de meerboei ver dwenen. Hfl besloot vast te maken aan een vlot, waarop gewoonlijk vaten ben zine lagen, die er nu door het kolkend water waren afgespoeld. Het duurde ruim een uur, voordat zfl aan land kon den gaan. Het bootje, dat hen moest afhalen, dreef ergens in de richting van de zee met een defecte motor. Toen zij vervolgens aan wal kwamen, wachtte de havenmeester hen op met de mede deling, dat een schip met voorraden voor de expeditie bfl de ingang van Straat Marianne in een zware grond- zee was gekapseisd. Schip en lading wa ren verloren; de bemanning had zich in veiligheid weten te brengen. Toen men eindelflk op voorstel van de resident, een koel glas bier dronk, kwam de ha venmeester opnieuw aan, hevig transpi rerend in de middaghitte. De „Berdoer", die benzine voor de helikopters van de expeditie vervoerde, had brand in de machinekamer. „Gelukkig is het bier nog goed", zei de resident. Het gebeurt maar uiterst zelden, dat de beide auteurs bfl de beschrflving van deze en dergelfl'ke problemen een stoere pose aannemen. Het begint er even op te iflken, wanneer men op blz. 50 deze zin tegenkomt: „Zoals gewoon lijk, wanneer er zich dergelijke proble men voordoen, haalt Brongersma een pakje zware shag uit zfln zak en rolt een sigaret." Maar zoals gezegd: hoofdzaak zfln land en volk van het oostelijk deel van Nederlands Nieuw-Guinea en die vindt men in dit boek vaak treffend weer spiegeld. Zoals deze schildering van het bos op de hellingen van de Tamal: „Langs de bomen klimmen lianen om hoog en dikwijls hangen zfl als dikke touwen over het pad. Op de boomtak ken hebben zich allerlei planten, zoals varens en orchideeën, gevestigd en op ililliiiiiiiiiiiiiiillillllliiiiiiiliiliiliiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillllii iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii vermolmde stammen van omgevallen bomen groeien rode elfenbankjes. De bodem van het terras is venig en moe rassig; de open plekken zfln begroeid met mossen, korstmossen, varens en wolfsklauw, met daartussen aardor ehideeën en een soort gemberpiant met rode, geelgezoomde bloemen. Hier vindt men ook de jonge Araucaria's, die met hun keurig in kransen geplaatste tak ken doen denken aan de kamerdenne tjes die men in Nederland in een pot in de huiskamer kweekt. Tussen de struiken staan talrijke rhododendrons o Kampong TANAH- l MERA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 11