Piazza Navona, het mooiste plein Herders pelen hun ceno uit de bergen kerstliederen D H Spel van antieke Vlaamse volkskunst V° Romeinen aan Primitieve Kerstavond in 1944 is uitgegroeid tot jaarlijkse traditie Onderpastor Lens zit vol ideeën HONDERDSTE OPVOERING WEER EEN SUCCES V In wachtlokaal Ongeorganiseerd In twee seizoenen is het mooi ste plein van Rome, de piazza Navona, op zijn allermooist: in de warme zomer spelen tot 's avonds laat de kinderen |Jit de omgevende volkswijken; de £rie fonteinen en de gevel van de "t. Agneskerk zün verlicht, de hoeders en vaders vinden einde lek rust op de travertijnen ban ken, de paleizen aan twee kanten de gewone huizen aan de twee andere omsluiten alles met een Joort bezonken, vriendelijke wijs heid. in de winter ontwaakt de biazza tot een drukke jaarmarkt y°°r beeldjes en gerei van de kribbe en voor geschenken onder e kerstboom of voor het aanslui- ehd Befanafeest. Het plein is °der dan ooit, het rondo van de z°mer is nu een allegro rumo- f°so geworden. Midden in de noordelijke bocht, waar eens de Paarden en renwagens in het °Ude circus om de meta sleurden, staat de presepio, de weidse, elk Jaar anders gecomponeerde kerst- vorstelling. Tot na nieuwjaar spelen er de zampognari, herders kit de bergen, op hun nasale doe delzakken inheemse kerstwijzen. Pp Driekoningenvigilie viert het •javonaplein Befana verbaste- 'ng van Epiphania een heks, d'e die nacht de kinderen ge- ^henken in de kous stopt. Met V wiegeliedjes is het nu afgelo pen, zij gaan ten onder in het hels fcefiuit, dat de boze geesten moet verjagen om het terrein vrij te knaken voor Befana's weldoende orth^ bteb. Dat er nog veel av lQdoxe geestverdrijvers des Jo> over de piazza lopen ge- eh wij niet, maar het gefluit V des te scheller om. 1>»'« he< eru. Bdereori!Cï0p beS°n te half twee en de N*chg®ls waren zeer strikt: alleen de hioch, even grossiers en handelaars nfn kopen. Maar tegen de mor- *h acht menige leek met een goed j?Uis t o°P verkregen zooitje naar *Oop e gaan uit de restantenuitver- oooooooooooooooooooooo :oocjoooooooooooooooooooooaooooooooooooooooooooooooooooooooooooo«X)oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo oor de bewoners van het Belgische dorpje Vosselaar bij Turnhout is het boek van Felix Timmermans „Het Kindje Jezus in Vlaanderen" geen prach tig verzonnen verhaal, maar veel eer tastbare werkelijkheid. Hun traditionele kerstspel, dat dit jaar op tweede Kerstdag zijn hon derdste opvoering beleeft, is er om dit te bewijzen. De ruim twee honderd medewerkers zijn geen toneelspelers, maar heel gewone dorpelingen, die zich elk jaar op nieuw geroepen voelen om het verhaal van Bethlehem te doen herleven tegen een echt Kempisch décor. Zij doen dit zonder enige pretentie, maar met zulk een ont roerende eenvoud en ontwapenen de overgave, dat velen er door gesticht borden. Tot ver buiten de landsgrenzen is Vosselaar be kend om zijn kerstspel. Elk jaar komen er meer bezoekers. ZATERDAG 24 DECEMBER 1960 PAGINA 11 Middenstuk van een Napolitaanse kerststal. KERSTFEEST IN ROME bna0t Kerstmis-Befana spelen de twee uitenste fonteinen op het plein met Vi« ezyn sta-in-de-wegen en het He fontein kan nog 2ien toe, maar over de Paleisgevels gaat nu en dan een rimpeling Van onrust, een tic. Zi] hebben ai heel Wat meegemaakt, palazzo Lanceiot- v en palazzo Pamphili, het zijn det- J18g oude signori geworden, die pa lazzo Braschi, de laatste der mpo- maar een parvenu vinden en d® jaarmarkt vergt hun tegenwoor jjK te veel van de zenuwen. dicht'^k Navona is een symfonisch ge- den en Ijit is op en top Rome met hei de krib? heiligen, met boze geesten en Tre Scan' bet beau monde restaurant Sor Antoï1' en het wijnlokaaltje van tussen li<n°' Inet alles wat daar" stille Via S. Teodoro, die onder JJSg,8 de Palatijn loopt, wekt ihn Kerstmis weemoedige her- Cd de ontti^ oude Romeinen. Hier hi'«IrLrtm".gehouden, tot Mussoli- i s trawanten hem verbanden naar de ;°chtlge markthallen ver buiten de mn- *®n. Vanaf drie eeuwen voor cristas tnfi ,rnen. was ïjfJone omtrent jf}1 Winter een feestelyke visveiline, d!e tegelijk een expositie was van al rtj® wonderlijke dieren, welke de Mid- e Zee herbergt* In de christe- kalender ingepast werd de cottio u® grote visafslag in de nacht voor efstvigilie. Op de dag voor Kerstmis trekken jlan heinde en ver de kinderen en f'einkinderen naar het stamhuis, om «jet even 0f jat een kasteel is of een woninkje in Trastevere. Want vol- ®e.ns het spreekwoord, dient „Kerst- I s gevierd te worden met de zijnen S.Pasen met wie je wil." Nu is vi- ®'he een magere dag, maar de le eskunst der Italianen wist ook van en vastendag een gaaf stuk culi- n„lr genoegen te maken: de ,,ce- rt2ne". het grote avondeten, de;7 "el grote wat een jaar n, s en herstelt wat het gezwoeg m iervolle .reinen fysiek sloopte. Zo V eef de cottio bestaan: traditie en j.'°ral de ruime, maar vleesloze be sefte - op de 24e. dt> Intijds werd de cottio „gevierd op de Romeinse vismarkt, die lag tussen hlthi°gen van de Porticus van Octavia, aris wat van dit bouwwerk uit de «tjan keizer Augustus over was. Het jitidji6 eeuwse ghetto lag hier en het hfS] Sch heeft zijn invloed gehad op de li W, die in een wonderlijk Joods-lta- apart cottio taaltje gehouden Later Vvi Later is de kerstvisveiling naar "'eken S' 'Peodoro verplaatst. De kro- R°Lilrl ll'erc er zijn als een kleurrijk hiiddor®' tentoonstelling begon om s'an„o acht. Rome liep uit om zee- ®h tSjjh inktvissen, dolfijnen, zwaard- hgejjodvissen, tonijn en armdikke pa- hgar te zien. De kerk pleegt vroeg 6 kaIed te gaan. Daarom ontbraken brelat, sen der kardinalen en van de ton"jr' Maar de adel met lakeien Lj e ofjlsdragers de gegoede burge- heel het volk waren op de been- de dag, is naar deze laatste kerk. Er staat een reliek van de kribbe uit gesteld in een prachtige schrijn, en de Romeinen gaan er met Kerstmis op kraambezoek bij de Madonna. Zampognari spelen voor de gevel van de Aracoelikerk. Zo was eenmaal per jaar de Via S. Teodoro aan de doodse kant van de Palatijn het centrum van de stad. De flambouwen werden vervangen door vleermuisvlammen of karbiet, het kar- biet week voor de electrische bolletjes en het licht schitterde op de zilveren schubben vc..i het sierlijk op varenbla deren uitgestalde zeebanket. Rijk en arm beleefden al de voorvreugde van de „magere" cenone, de bekroning van de familiereünie. De cottio wordt nóg gehouden, maar het woord is een bastaard benaming geworden voor de afslag in de gemeentelijke hallen tussen de St -Pauluspoort en de basiliek. Van de show i'. iets gebleven, nog steeds komt de burgemeester te midder nacht de tentoonstelling openen en nog altijd begint de verkoop om half twee. Maar het leven is er uit, zoals de Jiddisch-Italiaanse geheimtaal verdween. Voor de expositie heeft men een toegangsbewijs nodig. De vis wordt niet alleen duur betaald, hij is uitsluitend aspirant-eetwaar ge worden en de vreugde om al dat schoons en griezeligs van de schep ping is eraf. Als de vissers van Napels, Anzio, Ostia en Civita Vecchia niet genoeg voor de miljoe nenstad op de visbanken brengen, helpt de blikcultuur en de eerbied waardige capone, de vette paling, die eertijds slechts kersvers en in gloeiende as geroosterd op tafel mocht komen, doet nu zijn entree in conservevorm. De zampognari's blazen hun novena's niet meer in de cortiles der huizen of binnen voor de kribbe, de radio en de televisie hebben hen op vigilieavond over bodig gemaakt. Maar de cenone lijdt er niet onder. Na achten is Rome uitgestorven. Het openbare verkeer is tot een minimum gereduceerd. Uit alle huizen, groot en klein stijgen verrukkelijke geuren en de families, deze maal bij hoge, efnjaarli)kse uitzondering nog ver- -f.rkt door verliefden en verloofden, "tten ron(j de diS om na het maal mierzoete sjnaasappellikeur te drinken en lotto te spelen Als de duizenden van Rome het Kerstfeest in- P to'rk vn„men naar de Nachtmis in de kerk van z^n keuze. De Aracoeli en de S. Maria Maggiore hebben de grootste tiieloop. Veler traditionele gang, nog in de nacht of 0p de volgen- 000000000000OOOOOOOO0CXXX5 et gedachtenisfeest van de ge boorte des Heren stamt uit de stad Rome. Omstreeks 330 werd het ingevoerd en de Kerk plaatste de herdenking van Christus, de Zon der Gerechtigheid, tegenover het heidense feest van de geboorte van de Onover wonnen Zon. Zo 'kwam kerstmis op 25 december terecht, een datum, die los staat van Christus' werkelijke aardse verjaardag. In het Oosten werd al eerder op 6 januari de komst des Heren gevierd en wel in de vorm van Diens_°Pel}ha ring aan de wereld: voor de Drie wij zen, bij zijn doop in de Jordaan en op de bruiloft van Kana. De Oosterse kerk kent tot heden deze drievoudige herden king op Epiphanie. Misschien was dit feest in de derde eeuw ook reeds in Rome bekend, maar in elk geval heeft het nieuwe kerstfeest Epiphanie over vleugeld. Vanuit Rome breidde zich Christus' geboortefeest uit over nage noeg de gehele kerk. Het gebruik om met een afbeelding of voorstelling het kerstmysterie zicht baar te verluchten zou uit de Griekse kerk stammen, waar in de kerst nacht de gelovigen een ikoon getoond werd met het geboortetafereel. In de 6e eeuw bestond te Rome in de S. Maria Maggiore een plastische repro ductie van de grot van Betlehem. Naar deze kerk werd vermoedelijk rond 650 een reliek overgebracht van de voederbak, waarin Christus gelegd werd. Sindsdien gold de basiliek, die de bijnaam „S. Maria ad praese- pium" (bij de kribbe) kreeg, als de kerstmiskerk bij uitstek. De H. Kruis basiliek. de St. Pieter en de S. Ma ria in Trastevere kregen hun „prae- sepia" en zo is het gebruik gaan groeien om op Kerstmis een kribbe bij het altaar te zetten. Hieromheen ontstonden de kerstprocessies, de kerst zangen en de kerstspelen. Toen Sint Frans op kerstnacht 1223 in een grot nabij Greccio het kerstgebeuren liet uitbeelden, steunde zijn initiatief op een lange traditie, maar wel werd hij de vader van de „huiskribbe". Snel verspreidde zich het denkbeeld om ook bij zich thuis een kerstgroep op te stellen. Zo zijn Rome en Italië wel zeer nauw betrokken bij de kerkelijke en huiselijke viering van Christus' geboortefeest. Onder de talloze kunstenaars en scho len zijn de Napolitanen beroemd geble ven om hun kerstgroepen. In Napels bloeide drie eeuwen lang het edel hand werk om deze te vervaardigen. Vooral de barok was de tijd der flamboyante en grandioze taferelen. Deze hebben tot vandaag aan de dag hun invloed in Ita lië, zowel op de aard der inrichting, als op de beelden. De Napolitanen plaatsten de stal van Bethlehem mid den in het rumoerige en bonte leven. Deze voorstellingswijze overheerst nog altijd in kerken en bü particulieren: In de buurt van de stal of de spelonk ziet men een hele nederzetting met alles wat daarbij hoort. De traditionele bees ten in en rond de kribbe zijn slechts een part van de totale fauna. Slagers, bakkers, smeden en herbergiers heb ben evenveel recht op een plaats, als koningen, knechten en herders. De beeldjes in de warenhuizen en vooral in de kraampjes op de Piazza Navona staan dan ook bij grossen en rijen ir enorme keus. De kardinaal vicaris zegent hoog van een balkon de piazza Navona op de dag voor Kerstmis. Hij bidt voor een voor spoedige jaarmarkt, voor goede reli gieus-pedagogische resultaten van de kerstkribbe, die daar dadelijk onthuld zal worden, voor een lange Befanatra- ditie met geschenken en gefluit tegen boze geesten (waar blijkens de litur gie ook de Kerk niet van houdt) en dat alles zónder Santa Claus. JAN SCHIPHORST Kerstpelgrimage naar Vosselaar Een ideaal herdertje voor bij de kribbe. De kerststal zoals ze in het kerstspel het middelpunt vormt. Rechts Gust Wellens met zijn hond Due: een waardevolle aanvulling van de groep. Vosselaar spreekt van pelgrims en te recht, want, reeds bij de eerste confron tatie met het tot kerststal omgebouwde parochiezaaltje, voelen de toeschouwers (onder wie bisschoppen, ministers en kunstenaars) zich een met de dorpe lingen-herders rond de kribbe. Het aan tal bezoekers uit België, Duitsland en niet te vergeten uit Nederland, dat steeds met grote deputaties uit Rotter dam en uit diverse Brabantse steden present is, beloopt reeds meer dan vijf tigduizend. Een dergelijke ontwikkeling hebben de initiatiefnemers, de toenmalige „on derpastor" van Vosselaar, de zeereer- waarde heer Remi Lens, en de dorps onderwijzer A. Spaepen, directeur van het kerkelijk zangkoor, in 1944, niet voor zien. Het kon ook moeilijk anders, om dat zij toen gewoonweg niet dachten aan een echt kerstspel, laat staan aan een jaarlijkse,traditie. Bezorgd vroegen bei den zich af, of de mensen van Vosselaar na de rampzalige oorlogsjaren nog wel ontvankelijk zouden zijn voor de hoog geprezen Vlaamse volkskunst uit het verleden. Meester Spaepen besloot de proef op de som te nemen. Met zijn koor zou hij een kerstavond organiseren. Niet voor niets vermeldde het koorrepertoire een twaalftal magnifieke oud-Nederlandse kerstliederen. De middeleeuwse teksten leenden zich uitstekend voor suggestie ve uitbeeldingen. De kerststal werd in een van de liedjes aangeduid als een „boereschuure". Met weinig middelen zou zo'n stal vervaardigd kunnen wor den naar het model van menig boe reschuure" in de Kempen. Maar bij dit décor paste geen oosterse St. Jozef, geen Bethlehemse Maria en al evenmin herders uit Palestina. Remi Lens vond het derhalve volkomen verantwoord om het oosterse verhaal aan te passen aan meer Kempische begrippen, temeer omdat grote Vlaamse kunstenaars dit voor hem ook reeds gedaan hadden. Zaalruimte was gelukkig ook spoe dig gevonden; nl. het wachtlokaal van de stoomtram Turnhout-Antwer- pen. Het cafeetje „In d'n Tram", was meteen veel te klein. De waardin Treeske Reijnaert zag zich genood zaakt om ook de stallen bij de toe schouwersruimte te betrekken, maar waarheen met haar twee geiten? „Gewoon laten staan, Treeske," ad viseerde regisseur Lens, voor wie blatende geiten onmisbare attributen waren voor de Kempische kerststal. Voeg daarbij nog een ander attribuut de spaarzame verlichting van enkele petrol e jm lam pen, en u hebt een mag nifiek kerstdécor, dat in primitiviteit beslist kon wedijveren met de grot van Bethlehem. Wellicht was deze entourage er mede debet aan, dat het eerste kerstspel in Vosselaar diepe indruk maakte op de toeschouwers. „Het was de schoonste kerstmis uit mijn leven", vertelde ons „onderpas tor" Lens, die thans nog vol is van het prachtig geslaagde experiment in 1944. Maar niet alleen hij was opgetogen, ook alle andere getuigen uit Vosselaar. Na de eerste opvoering van het kerstspel, gingen zij zwijgend uiteen, maar daarin lag meteen de afspraak opgesloten: „Komend jaar doen we het weer!" De kersttraditie van Vosselaar was daar mee geboren. De „onderpastor" van Vosselaar, de priester-schilder Remi Lens, bespreekt met een van zijn parochianen details voor het Kempische kerstspel. Een jaar later was het parochiezaal tje beschikbaar voor de reprise van de onvergetelijke kerstavond van 1944. In de grotere ruimte met een heus toneel podium deden de statische illustraties bij de gezongen tekst het echter niet al te best. Het toneel vereiste actie en daarom ontwierp Remi Lens een span nend kerstspel. Zijn creatie, waarvan de gezongen middeleeuwse liedjes nog steeds een voornaam bestanddeel vor men, is het werk van vele jaren. Al repeterend en spelend deed regisseur Lens waardevolle ontdekkingen. Het eerste goede idee deed „de boe reschuure" temidden van een bosrijke omgeving hem aan de hand. Waar bos sen zijn, zo redeneerde hij, zijn stro pers en waar ruzie is, is spanning. Zijn eerste speltafereel was hiermee klaar. Bij de eerstvolgende opvoering liet hij voor „de boereschuure" twee stropers optreden, verwikkeld in een fikse ruzie over het bezit van een haas. Op een gegeven moment sprong de schuurpoort plotseling open en voor de ogen van de verschrikte stroper speelde zich het kerstgebeuren als een visioen (veel licht, een stralend blauwe madonna en een krans juichende engelen) af. Nu moesten er nog herders komen. Het meest geschikte type ontdekte de onderpastor op een wandeling door net veld. Landbouwer Gust Wellens was er aan het ploegen in gezelschap van zijn onafscheidelijke hond Due. „Een trouwe hond pastor er verstandig. Krek een mens. Overal gaat hij met me mee be halve naar de kerk." „Prachtig Gust, dan zijt gij een ideale herder. Ik mis nog de herder met de hond." Een nieuw tafereel was hiermee aan het Vosselaarse kerstspel toegevoegd. Om zoveel mogelijk dorpsbewoners bij het spel te betrekken, heeft Remi Lens enkele jaren geleden ook een hulde van het Kerstkind door een deputatie van de gehele plaatselijke gemeenschap in gelast. De twee ruziër'ce stropers bij het begin van het stuk hebben nog een eervolle taak te vervullen gekregen. Zij waarschuwen St. Jozef, dat er boze soldaten op komst zijn. De hoofd personen slaan op de vlucht en de soldaten treffen een lege kribbe aan. Voor deze daad moeten de stropers evenwel boeten. Zij worden bij de kribbe onthoofd. Een gegeven, dat re gisseur Lens inspireerde tot een slot apotheose. Alle vierjarige knaapjes van het dorp, gekleed als onnozele kinderen, komen aan het eind van het spel op om de goede stropers te eren. Intussen zingt het koor van meester Spaepen een juichende „In Paradisum", die eindigt in een jube lend „Alleluja". Hiermee is sinds kort de lijn in het voor buitenstaanders wel wat overdre ven romantisch aandoende, maar voor alle Vosselaren „o zo ontroerend scho ne" kerstspel volledig bepaald. Voor het overige ontbreekt die lijn geheel. De medewerkers aan het spel vormen geen organisatorische eenheid; er is geen voorzitter; geen penningmeester (de opbrengst komt de parochie ten goede)er zijn geen oproepkaarten met de bekende aanhef „Waarde mak ker" en al evenmin wacht de spelers een beloning. Het kerstspel in Vosse laar is elke organisatie vreemd. Alles gaat vanzelf. Zodra in de parochiekerk et adventsgezang „Rorate" weerklinkt, weet iedereen automatisch wat hem te doen staat. De timmerman-electricien van het dorp bouwt het decor op; de poelier verzamelt de mooiste kippeve- ren; de zangers nemen de liedjes nog even door en de spelers de overbeken de teksten. Regisseur Lens kan op zijn mannen rekenen. De aanstaande hon derdste opvoering, gevolgd door vier reprises, wordt beslist weer een succes. COR BERTRAND.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 11