Het loon van de angst
in de Botnische Golf
Schepen varen in
barre woestenij
Werkelijkheid
viel wel mee
NILLMIJ
Galeazzi Lisi
weer in opspraak
Biografie van Pius XII
m m m
"■"C
Kent U onze
telraam analyse?
ZATERDAG 24 DECEMBER 1960
PAGINA 15
waarin zij eigenlijk niet thuisho
ren en trotseren in kiellinie de
dichte sluiers van „zeerook",
trommelvuren van scherpe schot
sen op de ribben, breuken van de
schroefbladen, scheuren in de
huid en de dreiging van een snel
le, roemloze dood door te sterke
ijsafzetting; een halve salto, ge
volgd door de onvermijdelijke
duik in de donkere, echoloze diep
te
be Botnische Golf is een zee
arm met een duivels ka
rakter. Zomers als de he-
hlel alle kleuren van de regenboog
doorloopt, van blauw tot donker-
Oranje met een groenachtige
Sloed, het water in een vredige
j kabbeling, kruimig en blond van
l "oor z0t) en Wjncj bewogen dartel-
hangt er een bijna serene
De zon staat hoog en de
n 01nige ogenblikken dat zij niet
Werkt, festonneert 's werelds
rr°otste collectie nautische vuur-
Oakens de rotsachtige kusten van
Zweden en Finland. Maar wee de
dagen als de stormen komen,
j onverwacht en met woede. Golven
»o hoog als de zee maar kan op
koelen daveren van horizon naar
horizon tot zij in een razende war
reling van spatten en rillend
Schuim te pletter slaan op de tal-
Joze eilandjes in de diepe scheren,
kee ook de tijd, dat de vloek van
ijzige gramschap zich mani-
^teert door bevriezing van het
jnri]?r°PPervlak. Us in de meest
snan e vormen verzamelt zich,
ooem 80111611 met de elementen en
Jv de grote aanval op de
oeepvaar£ jn een barre woes-
kÜ*^' Waarin sights plaats is voor
gehuil van de wind en de
•chrilie, satanische lach van een
meeuw. De eConomie dwingt tot
erzet en alleen al de Zweedse en
rinse celluloseproduktie maakt
aren noodzakelijk. In lange, tra-
Je konvooien trekken de schepen
"oor een vreemde witte wereld,
n_rw^iw.»v¥'»~i,n*.ivt*~>'i"i'V~iV»V'"i'i" Vviiv-ri-i*w~iyii*^-r»-»-„-,ir-w-iY'i*Mr»-n-w-iViv-ri'«m 1 1
tegenslagen behoren. Een geduchte
handicap is ook de vorming van zee-
rook, dichte nevels afkomstig van het
water, dat condenseert zo gauw de
Üsbreker gaat breken, die vooral
's nachts in dichte mistdampen plegen
over te gaan. Van varen is dan geen
sprake meer; er rest slechts een
triest stilliggen en opletten, dat men
zijn positie in het konvooi behoudt. De
marconisten blijven dag en nacht op
hun post, luisterend naar de orders
van de „grote baas", de posities,
vorderingen en tegenslagen door
gevend aan hun respectievelijke rede
rijen en agenten. Dan monkelen zij
uren lang in hun koeterwaals van vak
termen en is de lucht vol van wonder
lijke kreten, waarbij de outsider ver
baasd het hoofd zal schudden.
Welhaast vanzelfsprekend neemt
de Nederlandse koopvaardij deel
aan dit jaarlijks terugkerende avon-
tuur-in-diepvries, riskeert een kleine,
maar goed uitgeruste vloot het loon
van de angst in de hel van de
Botnische Golf. Als gast van de
Koninklijke Nederlandse Stoomboot
Maatschappij hebben wij aan boord
van het motorschip Minos een reis
naar de Finse wateren meegemaakt,
enigszins verontrust door de sombere
verhalen en de altijd dreigende kans
voor een „minus-Minos", voorzichtig De Minos heeft te diep in het glaasje gekeken. Geweldige ijsmassa's maken haar
in de voortijd, maar zo verzekerden onherkenbaar.
ons de mensen, die het konden
weten, toch laat genoeg om aan de
beker der ontberingen te kunnen pevel. We trachtten de regels van
nippen. Niet onvoorbereid en met het verweer te volgen onze gedachten
gedachten vol barre kou, felle te verplaatsen en te denken aan alles
sneeuwjachten, krakende en knal- behalve wind en zee. Maar daar is geen
lende schotsen en spookschepen, be- beginnen aan als de zuidwester giert
schenen door zoeklichten tijdens en raast, de rollers witgekuifd en
nachtelijke konvooivaarten, beklom- agressief dreunend tegen de boeg
fonteinen van fonkelwit schuim
teint
men wfj de valreep van de nog
betrekkelijke nieuwe Minos, die zich
aan ons presenteerde als een solide
voldekschip van middelgrote af-
ky", „scum of frazil crystals",
„light pack", „rotten" en vooral
niet te vergeten „pancakes", waar
van de benaming niet de minste
twijfel laat bestaan omtrent de
vorm afmeting. Maar een ijs-
breker is goed voor zijn kudde. Als
het hem te lang duurt snelt hij
weg, opgezweept door zijn duizen
den pk's, in wilde sprongen naar het
slachtoffer dat voor- noch achteruit
kan.
In de voortijd kunnen de meeste
schepen de z.g. vaste kanalen achter
de beschermende eilandjes op eigen
kracht bereiken, maar wanneer ook
daar een eind aan komt en zelfs de
open zee door een dik deksel wordt
afgesloten, bereiken de moeilijkheden
en daarmee gepaard gaande kosten
verhogingen een hoogtepunt. Aan de
rand van de kap kruisen de schepen
in water, dat voor niet meer dan vijf
achtste bedekt is met drjjfijs, wach
tend op „krachtpatsers" als de Voima
met haar 12000 ipk, Karhu en Murtaya,
beide voortgestuwd door 8800 ipk's,
de bejaarde en eerbiedwaardige Si so
en al die andere. Waagt men te veel,
probeert meii op eigen gelegenheid het
ijs te trotseren, dan loopt de over
moedige kans door grote stukken
drijvend ijs op de rotsen te worden
gezet en een scheur in de scheepshuid
op te lopen. Wie dat overkomt laat
de hoop maar varen, want alle con
sequenties komen voor eigen verant
woording als men de raadgevingen en
bevelen van de ijsbrekers In de wind
slaat.
Ook in de konvooien, waarbij de
Üsbreker als het ware voor zpn volge
lingen uit de route openbreekt, zyn de
posities van de schepen te voren
nauwkeurig bepaald. Men sukkelt zo
goed en zo kwaad als het gaat achter
zijn voorganger aan, de ogen van de
wacht op de brug brandend van het
intensieve turen in de gure wind, de
verkleumde handen op de telegraaf om
bij het minste geringste voorval te
kunnen reageren. Het is op dergelijke
vaarten, dat de schepen ontzettend
veel te lijden hebben, vooral daar
waar zij hun grootste breedte bezitten.
Gretig zetten de schotsen van soms
wel een halve meter dikte hun vlijm
scherpe tanden in de vc"e flanken.
Maar al te vaak wil het dan voor
komen, dat zo'n schip bekneld raakt
tussen de schotsen, die met enorme
krachten tegen de scheepshuid persen,
hetgeen met harde, droge knallen
gepaard gaat. De üsbreker schiet dan
als een razende te hulp en wendt
zolang rond zijn gekwelde en beleger
de volgeling tot de barrières bezwij
ken en onder het dreunende geweld
van de steigerende voorsteven ver
pletterd worden. Inmiddels kunnen
weer andere schepen vastgelopen zijn,
omdat enkele minuten oponthoud al
voldoende zijn om het moeizaam open
gebroken vaarwater opnieuw van eer
dikke ijslaag te voorzien.
Urenlang is men in de weer en de
volle nachtrust, een „boeren-nach;"
zoals de zeeman zegt, is een luxe
waarnaar men slechts hevig kan ver
langen. Men krygt er eenvoudig de
kans niet voor, omdat men constant
op zijn qui-vive moet zijn en drama's
als het tegen de stuurmachine inlopen
van het roer en zelfs het verlies van
roer, klmkielen, tot de allerkleinste
meting, voorzien van een scherpe,
Üsversterkte boeg, met korte rondin
gen, uitlopend in lange en brede
flanken. Het vermetele laadgerei,
fors en zwaar gespierd, gaf haar
een ietwat uitdagende allure, even
als de dikke, gele masten, hoog uit
torenend boven de opbouw van het
achterschip, waar men ons direct op
ons gemak stelde en vertelde, dat
de Minos het aandeel van de KNSM
verzorgt in de combinatie van weke
lijkse afvaarten met de FINSKA-
lü'nen, als een speciaal uitgerust
schip met extra sterk vermogen van
1800 pk, dat de gesel der natuur
krachten met een glimlach ver
werkt en de elementen nooit meer
dan wat deuken en verfschilfertjes
laat.
Dit was een geruststelling, die wü
achteraf best konden gebruiken, want
de ouverture van onze Finland-vaart
zette nogal onstuimig in. Windkracht
negen uit Zuidwestelijke richting bracht
de Noordzee in opperste wanorde. Een
grauwe, deinende zee met leigrijze
buien wachtte de Minos bij de Hoek
op en opende het feest met alle kermis
attracties uit de eerste hand, b\j voor
keur geschikt om hen, die er weer
eens even in moeten komen, direct
met de neus op de feiten te drukken.
Onze ordelijke uitstalling van kleding
en uitrusting in de lade van de hut
werd onmiddellijk omgetoverd in een
ravage, die men pleegt aan te tref
fen in de kledingbakken van grote wa
renhuizen, waarin op koopjes beluste
huisvrouwen naar hartelust mogen
graaien. We wisten meteen wat ons te
wachten stond; trieste en ontluisterende
uren zouden er komen, een onverbid
delijke overgave aan dé kwaal van de
zee. Maar we zaten nu eenmaal In
het schuitje en we moesten mee.
De eerste tegenslagen verwerkten we
midscheeps, stijf tegen de verschan
sing aangedrukt, omdat we geen stap
konden verzetten zonder om te vallen.
De kille zeewind verkleumde, sneed
ons gezicht strak en bezorgde ons Kip-
slaan,
omhoog spuiten en zich vermengen
met de regenvlagen. Wat voor een kans
heb je als de brekers in een eindeloze
regelmaat doorgaan, slurpend en gorge
lend langs boord spoelen, ie af en toe
doornat hozen en een gevoel geven alsof
de ing-wanden naar de tenen zakken.
Onweerstaanbaar komt dat weeë, be
nauwende gevoel opzetten, te beginnen
bq de maag, die je zo veel mogelük
steun geeft door de vreemdste houdin
gen aan te nemen. We probeerden het
op de piek en wankelden tenslotte naar
het achterdek, de grootste fout die we
konden maken. Daar zwiepte en tolde
de Minos in alle hevigheid en gingen
onze slappe benen van de vloer in een
even vermoeiende als macabere dans.
Maar we konden er met een vochtige,
troebele blik constateren, dat dit 3ok
voor de insiders het „grote werk" was,
toen met een luide knal de deur van
de kombuis opensloeg en we de kok
aan het werk zagen, met wonderlijke
gebaren en passen, een soort charles
ton rond de kookplaten, waarop de
dampende pannen wipten en schov-n
kris-kras door elkaar heen, een chao
tische varié met de kok als een mees
terlijke regisseur.
De lucht, die ons vol en dik in het
gezicht walmde, droeg onmiskenbaar
de reuk van de nationale soep en toen
we even later wat witjes de messroom
binnenstommelden en op aandrang
van de chef-hofmeester die met klem
betoogde, dat je onder welke omstan
digheden ook de maag aan de gang
moet houden besloten het er dan
maar op te wagen, kwam er inderdaad
een pan op tafel waarin een dikke,
lichtgroene massa zoetjes heen en weer
speelde: Snert, de echte, de onvervals
te, de gebenedijde spijs van iedere
zeeman. We kregen de plaats van de
gast aan de tafel van de „hoge druk",
waar behalve de kapitein ook de eerste
stuurman en de hoofd-werktuigkundige
aanzaten. Rond een tweede, grotere ta
fel zat de rest van het korps officieren,
netjes volgens rang en leeftijd, de be
nen stevig achter de stoelpunten ge
klemd, zoals het in deze situatie be
hoorde. Dat wij de kunst van afklem
men nog niet verstonden, werd ons
graag vergeven en we hoorden er dan
ook geen kwaad woord over toen wij at
en toe met onze stoel aan de haal gin
gen, nu eens bij de tafel van de „lage
druk" aanschoven, dan weer vol
komen belachelijk in een hoek be
landden, de rug naar ons bord op het
vochtige tafelkleed toegekeerd. Toen
ging onze stoel aan de ketting, beves
tigd aan een haak in de grond en kon
den we de soep behoedzaam binnens
monds spelen.
De kapitein met zq'n zilvergrijze ha
ren en zijn diepliggende ogen, zo ijl en
transparant als de zee maar kleuren
wil op een zomeravond, knikte ons be
moedigend toe en presenteerde een
schaaltje, waarop behalve stugge plak
ken roggebrood, enige stukjes ranzig
spek heen en weer zwalkten. Dat had
hij niet moeten doen, ook al gold dit
„toebehoren" als een exclusieve snert-
attractie van de K.N.S.M. We gingen
kansloos door de knieën en dropen
ijlings af met afschuwelijke visioenen
van reusachtige spekkwabben, die drui
pend van het vet op ons af stormden.
Buiten enterden we stijf de verschan
sing, staarden gebroken in de hobbe
lende en tollende watermassa en ga
ven de zee wat zij kennelijk van ons
eiste. In de hut een korte verademing
omdat we even meenden er te zijn, op
het toppunt van onze ellende de kwaal
kwijt te raken. Maar niets van dit alles.
Het schip bleef stampen en slingeren,
omlaag, omhoog, steeds dieper, steeds
hoger, naar links en naar rechts.
We zochten maar weer een heen
komen omhoog naar de brug, waar
de kapitein en de stuurman de koers
controleerden. De gezichten van het
gezag stonden net zo berustigend
kalm als die van een ouderpaar in
de warme huiskamer tijdens een
winteravond. „Hier horen we niet in
deze - °stand vonden we en voort
ging het tot we ten einde raad maar
de kooi opzochten als een laatste toe
vluchtsoord. We grepen de plank van
de kooi hoog boven ons, trokken ons
met moeite op en sloegen er weer af
door een onverwachte slingering,
waarbü de hut op een kant lag, maar
f
-W.
-O
"O
v.
kregen bü het terugklappen de vaart
in de rug en zeilden met een grote
boog op de dekens. We zijn er in ge
bleven, al viel er aan slapen en dus
vergeten niet te denken. We bleven
een prooi van de schommeling, nu'
eens met de voeten, dan weer met
het suizende en bonzende hoofd ver
omlaag. Hemelse goedheid, dat weeë
geklots in onze holle maag, dat zwe
verige en draaierige in onze lichte
hersens, kwam er dan nooit een einde
aan dat helse en ellendige gewip."
In het Kielerkanaal een dag rust,
een korte oase, waarna de Oostzee de
taak van de Noordzee met het grootste
plezier overnam. Langzaam maar ze
ker schenen we er toch immuun voor te
worden en tenslotte konden wü ons al
vrü aardig behelpen, al bleef het on
begonnen werk om zomaar het dek
over te steken, het voorbeeld van de
bootsman ten spijt. De kleine, breed
geschouderde man, geboren Katwjjker,
scheen in een cardan-ophanging over
het dek te zweven en met zün scherpe
fluitje was hü in staat om zelfs boven
het gebulder van de wind uit te ko
men. En dan spreken we nog niet eens
over die matroos uit Nieuwediep „Lam
biek" genoemd, die in deze heksensab-
bath met het gewoonste gezicht van de
wereld de mast in ging, ergens bü de
top zün voet in een oog stak om dan
onder het uitstoten van de nodige
„ahoy's" met lap en spons te poetsen.
Maar de goden hadden nog meer voor
ons in petto. Ze lazen ons de les op
niet mis te verstane wü'ze. Wü die
kwamen voor het üs en zün problemen,
vonden slechts open Finse havens, wel
iswaar veel sneeuw onder een grauwe,
grijze lucht, maar verder milde tochten
tussen de eilandjes met slechts af en
toe een klein schotsje, dat glinsterend
wegschoot in het kielzog en er op duid
de, dat er hogerop in ieder geval wèl
wat loos was. Op slechts 30 mül af
stand, zoals wü later vernamen. Maar
storm had ons opgehouden en zo hoog
zouden we ditmaal niet kunnen gaan.
Voor ons geen ijzige gramschap dus;
een diepvriesavontuur als een flop.
We hebben ons tevreden moeten stel
len met afbeeldingen van üsrampen en
het bladeren in oude, vergeelde log
boeken, die wü vonden in het kleine,
knusse scheepvaartmuseum van Turku
en het vol bewondering opblikken naar
de reusachtige Ijsbréker van Mantyluo-
to.
Het goede schip Minos heeft ons
thuisgevaren, zonder angst en vrees in
de Botnische Golf, al puilde onze bloc
note uit van gegevens ontleend aan de
harde werkelijkheid, die langer dan
normaal op zich liet wachten. We heb
ben er heel even aan gedacht dan In
's Hemels naam maar een avontuur t«
maken. De eerlükheid gebiedt ons dat
te bekennen.
HAYE THOMAS
(Advertentie)
een eeuw levensverzekering
De Finse ijsbreker Sisu, bejaard en eerbiedwaardig.
ROME, dec. (K.N.P.) De
voormalige lijfarts van Paus Pius XH,
dr. Galeazzi Lisi, heeft weer van zich
doen spreken, thans met een boek over
Pius XII, dat dezer dagen uitgekomen
is bü de Parqse uitgeverij, Flammarion.
„In de schaduw en het licht van Plus
XII", is de titel. Enkele Italiaanse bla
den geven er vernietigende kritiek op.
Dr. Galeazzi Lisi heeft, zoals men
weet, onmiddellük na de dood van jpaus
Pius XII op 9 oktober 1958 intieme
bijzonderheden over de doodsstrijd van
de Paus gepubliceerd en deze verlucht
met clandestien gemaakte kleurenfo
to's Hiervoor heeft de medische tucht
raad van Italië hem veroordeeld.
Zowel de liberale Corriere della Sera
(Milaan) als de Romeinse Messagero
herinneren hieraan. Het laatste blad
merkt bovendien op, dat Galeazzi Lisi
blükbaar geen tüd verloren heeft la
ten gaan. De Paus is pas twee jaar
dood en prompt verschijnt z(jn boek,
waaraan overigens niemand behoefte
heeft, aldus dit blad.
Galeazzi's boek heeft volgens de kri
tieken in de Italiaanse bladen er be
slist niets toe bügedragen om hem te
rehabiliteren. Het bevat talrijke onbe
langrijke bijzonderheden en andere dé
tails, die iedere „man met een mini
mum aan goede smaak" zou hebben
weggelaten, zo menen verschillende
critici. Corriere della Sera noemt het
?ebrek aan goede smaak van Galeazzi
asi zelfs verbasterend.
Bijzondere afkeuring wekt het hoofd
stuk „De Paus in de intimiteit". Hier
publiceert Galeazzi weer letterlük het
gewraakte dagboek, dat hij van Plus'
laatste ziekte heeft bijgehouden, tot en
met de tot in alle büzonderheden be
schreven balseming der stoffelijke res
ten.
De verschoning van het boek valt
samen met de verwerping door het Hof
van Cassatie in Rome van het beroep,
dat Galeazzi Lisi had aangetekend te
gen de beslissing van de Medische
Tuchtraad hem uit het artsenregister
te schrappen. D voormalige lijfarts zal
nog een keer voor de Medische Tucht
raad moeten verschonen. Over het von
nis, dat hem daar wacht, bestaat in
Italië niet veel twijfel.
De wintervaart in de Botnische en
Finse Folf gevoelig voor bevriezing
door een zeer gering zoutgehalte
geldt als een kostbaar- en onzeker
avontuur. Natuurlijk, ook uit eigen
belang hebben Zweden en Finland het
gevaarlüke en onbetrouwbare water,
dat zü omsluiten, uiterst nauwkeurig
in kaart gebracht, met een fascineren
de precisie aangegeven hoe hun
havens te bereiken zijn. De routes,
m®t »>rg gekozen, lopen meestal dicht
onder de kust, bochtig en rommelig
de duizend-en-een eilandjes en de
nauwelijks hoven het water uit-
e drempels van graniet te ont-
i„ Ho ,,Z®-ren in open water betekent
winter onherroepelük
Stagimtie omdat het (js daar soms wel
een met®[ ®n de gewone schepen
daar geen schtfn van kans geeft
Vandaar dat men enorme bedragen
spendeert aan het tussen de labyrinten
van eilandjes Uitzetten en onderhouden
van drpfbakens ofwel „prikkers"
lange uit het water opstekende stok-
oen> voorzien van allerlei kleuren en
tdptejkens al naar gelang de ondiepten
en obstakels. Als de vorst z(jn intrede
w '«gaan vele van deze prikkers m
nnnt tan^loren en valt het zwaarte-
P^n r "avigatie op de geleide-
S nJjebtbakens, waarvan de
aard fi.vht kenis i" een Admiralty
Li6t 0 „o ir, VV Bijbelse dikte staan
weergegeverr voortdurende controle
van deze belichting is noodzakelijk.
Het doven v^ ^en Ucht kan
een ramp ver^lkak^.cieen kapitein,
die zich op zulke tochten de weelde
van een normale nachtrust durft te
veroorloven of volledig vertrouwt on
zijn loodsen, die komen engaan aan
de grenzen van het vaarwater, dat zij
door en door kennen.
Nog hoger worden de kosten als de
felle anticyclonale Ooster- ol Zuid
oosterwinden de overhand nemen en
de zee gaat stuiven, rusteloos op
gejaagd in de machtige stormkracht.
Slechts de klamme wanden van mist
zorgen voor korte onderbrekingen van
dit eentonige en teisterende geweld. De
mist hangt als een grijze stolp over de
schepen, een geheimzinnige, nüpende
greep, die de adem beneemt en de
zelfverzekerdheid van de opvarenden
ondermünt. Ook dan is het beter ten
anker te gaan en net als in de felle
stormen met vaak temperaturen tot
graden onder nul te wachten en
j,nTu^eLd achter Bomholm of Gott-
a" te zoeken, de geien
en 20 "tin mogelük
voorwerpen aan dek om vorming vin
ijs op de opbouw van het schip te
voorkomen. Want iedere golf die
overkomt, betekent een ijsfestjjn van
jewelste, een gulle geste van de
natuur, die in een oogwenk tüds tien
tallen tonnen Üs aan dek zet, met alle
gevolgen van dien. Dan moet er
gehakt worden, de grote rode hrand-
Ëijlen als enige wapens tegen dit
gevaar. Wachten brengt oponthoud
mee en oponthoud kost geld» Boven-
dien raakt men achter op de schema s
die tussen december en maart bijzon
der scherp staan vanwege de bevne-
~ng. »n de daaruit voortvloeiende voor-
meningen.
Zo gauw als het üs,in de scheren
Po vastzitten, begint het gevecht
van de ijsbrekers. Uit alle Zweedse
o5,o„o nse havens rukken zü op,
ia' gePantserde kolossen, een en
!Ly.f™°gen- Z'J duwen hun logge,
speciaal versterkte neuzen brutaal
°P „"ÏUii -yP eï Persen er met hun
geweld g gewicht grote scheuren en
gaten m.Op deze wijze maken zjj
lange kaMlen, waarvan de breedte
correspondeert met hun omvang: Zii
blijken wat men noemt „ijsproo!" en
hun gezagvoerders verstaan de
knepen van het vak. Op hen drukt
een zware verantwoordelijkheid,
waarvan zy zich ook terdege bewust
zijn. Hun snijdende commando's,
per radio-telegrafie doorgegeven
aan de achterop komende schepen,
vereisen stipte opvolging, wil men
tenminste voorkomen aan zyn lot te
worden overgelaten cn langzaam
maar zeker door het bs te worden
ingesloten met de dreiging, dat het
onderschip zondermeer wordt af-
gekneld.
In de regelmatig vrijgehouden
kanalen gaat de scheepvaart door.
De schepen verzamelen zien, PP ®en
afgesproken punt, waar de üsbreker
als een trouwe herder op hen wacht,
hen nauwkeurig observeert en
taxeert en een volgnummer ver"
strekt. Vooraan de zwakke broeders,
de kortademige en hoestende
tramps met hun kaarsrechte, zwart
geblakerde schoorstenen, stompe
neuzen en geteisterde flanken, dan
de schepen met „power", de dure
jongens, waaronder de slanke violet
te feeën van de Zweedse rederijen
sterk domineren. Soms moet er
geruime tüd gewacht worden op
laatkomers, ergens vastgelopen, de
neuzen hopeloos diep in een pittige
cocktail van „pack", „slush", „pres
sure" en hoe al die üssoorten ook
mogen heten. De culinaire produkten
van de dure Italiaanse salons mogen
dan groot in aantal zijn. de variatie
in de keiharde werkelükheid is on
tegenzeglijk veel en veel groter.
tVjj noemen slechts de soorten
brash", „bergy-bits", „hummoc-