WÊt i BIEDERMEIER en WILLEM III ZIJN HET MEEST IN TREK Boedels en beuzelingen y£ 1 m B nt -I a J Y«, H ...onze oge doen pijn van het T.L.- lichtwe zijn koud van de centrale verwarming en vervet in onze zetel met zijn wiskundig- anatomische formule. O. NL V. Z. |Sr DE FABELWERELD Afgelopen Jaar waaraan -de krant misstweh ZATERDAG 24 DECEMBER 1960 PAGINA 1.7 ONDERLINGE NATIONALE VERZEKERING TEGEN ZIEKENHUISKOSTEN Voorstraat 63 - UTRECHT - Telefoon (030)-1894r Opgericht in 1933 door „HET WIT-CELE KRUIS" Blinde ooggetuigen De roep van het veen levensverzekering op basis van belegging in aandelen Liturgische weekkalender HCt hlÜS ^AT NIET UtkXE HEJ Al/jö-ONGELUl<\ DAJ*NIET T1MTS VoN£> WET VLIEGTUIG- pat veilig* DE boer DIE H[ETKLA46DE f-n 111 re ik DE k«E£l£TEN J)IE WERDEN 1 TERUGBETAALD» W£r LaND DAT niet onder WATER /KWAM, DE Kerstboom Die niet in brand VLcos, DAT ZsljU ZO PB Goede: OtmzH UffHEï WAT ACHTELOOS IS VOORBIJ GEGAAN tiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiviiiiiniiiiiiiiiizü. HEIMWEE In een oude schuilkerk van de Doopsgezinden aan het Singel In Amsterdam is het veilinglokaal van De Zon gevestigd. Op kijkdagen als hier een deel van de te veilen boedels ie opgeslagen, geeft elke oogopslag een blik in een rarekiékkast. Op deze foto komt de kitsch meer aan bod dan de kunst, maar voor het laatste moet men in kleinere kabinetjes zijn. naar grootmoeders tijd Men denkt nog wel eens dat men de enige is die iets kostbaars heeft ontdekt. /n een hoek van een veiUngi0kaal hebben wij onze lamp ontdekt. Een grote boeren- hanglamp van vóór het daskousjestijdperk. "et melkwitte glas van de halfbolie kap was *tofjig -aan misschien wel jaren her. De aarden Petroïeumpot was ongekunsteld versierd met ^wkkakleurig eikenloof. Barok en blijmoedig het in de opsmuk van de koperen guir- de k8 omhoog en in de dubbele hangers onder een ^oorlijk bedekte plafondhaak. Het was varenrt0n'cstu'c* n WV stelden ons het wel- voor d boerengezin van honderd jaar terug at zich onder deze lamp aan tafel had cnaard. Na het avondmaal werd de bijbel pangeslagenmoeder draaide de pit in het ampglas hoger: vader las met onwennige ogen stern een Evangelievers. Wij hebben onze tamp kunnen bemachtigen. De elektricien yerboi g handig draad en fitting. Het was een intens be eefde ceremonie toen wij voor het Oladde, v,_™ °?r gevormde produkt van en hedendaagse binnenhuisarchitect ons boer- e pronkjuweel m de plaats hingen. Het was j..°f in de koperen caprices zacht en vriende- 'Vfc de spot gedreven werd met de lichte mu- ren, het strakke teakhout en het gespannen staat van ons huiskamerinterieuralsof ergens de jeugdige onervarenheid van het moderne Piet een wijs krullachje ontmaskerd werd. Onze trots hielden wij niet voor ons en de exclusieve lanwinst was al hoog aangeprezen eer onze fuders weer eens langs kwamen om ook einde~ de lamp te bewonderen. „Maar zo'n lamp Padden wij vroeger thuis nog in de keuken hangen", was het eerste wat wij hoorden. Het ^lonk ontnuchterend, alsof maar net werd ver zwegen: „Wij waren indertijd blij dat het ouderwetse ding werd afgedankt". In onze ogen heeft de lamp haar tover niettemin nog behouden, maar wij hebben beseft dat onze voorkeur berust op een zwak, op een heimwee naar grootmoeders tyd, hetzelfde dat tallozen van onze generatie beroert. Door dit heimwee floreert, zoals wij gemerkt hebben, een bepaald soort veilingen. Zy voorzien in een sterk toe nemende vraag naar „Biedermeier- en Willem III-spul", gelijk het daar genoemd, wordt. De boedels en beuzelingen „in de stijl van opoe- dringen de moderne interieurs met hun toon- kamer-aanzien binnen. Jonge mensen begeren soms een voltaire met bloemetjestrijp in plaats van een leunstoel, een genoeglijke tete-a-tête in plaats van een bank met schuimrubber matras; ze raken verliefd op een roestige plat- tebuis-kachel, een gammel vogelkooitje, een romantisch landschapje a la Schelfhout; ze zwichten voor onnutte snuisterijen als blaas balgen en blakers, faïence-tegeltjes, tafelschel len en moderateurlampen. ..Men kan al dit goed by de middenstand rijke lijk kopen, maar nagemaakt. Het zijn de dingen zonder ziel, zonder de slijtplekjes, krassen, in scripties en aangebrachte versieringen waarom men het verleden kan dichten. Meer droom en avontuur en dan vooral betaalbaar bieden de veilingen. Veilingen die tegelijk vlooienmarkt en warenhuis van het voorbije zijn, aandoenlijke ver- Droeaeringsoorden van kunst en kitsch, zijn er eigemyk maar twee: De Zwaan en De Zon, bei- in de stad vol gerenommeerde veilinghuizen, Amsterdam. Ze zijn eeuwen oud, hebben de op platboomdvaartuigen aangevoerde boedels en schatten van rijke patriciërs onder de hamer ge bracht. Het zyn oorden vol geheimzinnige sche mer. Een draaimolenpaard steigert tussen pia no's. Een arreslee :o vergrauwde tinten weer spiegelt in een vergulde psyché. Een majestueus cilinderbureau gaat gebukt onder houten heiligen beelden. Teer porcelein beeft tussen zware kope ren pendules. Een haveloze viool ligt stervens bereid in het aangezicht van vier wanden schil derijen op een stapel gedragen kleding. Temid- dfnvan hoge kasten, fragiele stoeltjes en penant- laieitjes balanceert een zonnewijzer op de ge sprongen veren van een chaise-longue. Elke oog opslag is een blik in een wonderliike rarekiek- Er zijn tal van mensen die veel van hun za terdagen op kijkdagen van veilingen besteden, stukje voor stukje hun huis verfraaien of hun huisraad vervangen, een fijn gegraveerd stel wijnglazen in de wacht slepen, voor hun repro- duktie uit het „Stedelijk" een late, maar goede kopie van een zeventiende-eeuwse meester in de plaats hangen, voor een paar honderd gulden enige ranke empirestoelen veroveren, waarvan door een meubelmaker opnieuw de zitting wordt overtrokken. Hen hoor je wel zeggen dat de spoeling de laatste jaren veel dunner is gewor den en daarbij de prijzen gestegen zijn. Het land, de rijke provincies worden afgeschuimd. De bloedkoralen colliers, klepringen, onyxhangers, gouden medaljons en granaatjeskettingen wor den schaars en de vraag is verveelvoudigd. De verguizing van romantische schilderkunst is verdwenen. Wat tien jaar terug nog een paar honderd gulden kostte, is nu een paar duizend waard. Wij wilden het niet direct geloven, had den nog een honend citaat van Heine in ons hoofd die van een doek van de in de vorige eeuw beroemde Ary Scheffer spotte dat het met „snuif en groene zeep geschilderd scheen". En toen wij pas een portret van Pieneman ont dekten waarvan wij onze plotseling ontbrande verliefdheid een alleenrecht achtten, meenden wij dat ons terloopse spaarcentje toereikend zou zijn. Maar van de handelaar die met acht honderd gulden het hoogste bod had, werd door een kenner gezegd dat die nóg goedkoop uit was. Het biedermeier dat sinds enige tijd onze ver tedering heeft gewonnen, was voor de oorlog al in Amerika gewild. Toen al sloegen antiquairs aan het inkopen. Dat heeft de prijzen omhoog ge jaagd. Maar er is nog. En anders is er wel .•Wil lem III-spul", of Jugendstil, waarvan ook al ta melijk veel verzamelaars zijn. In goede regel maat komen de telefoontjes van notarissen bij de veilinghouders binnen en die leiden tot de ont dekking van nog vrij veel antiek, al of niet met een hoofdletter. Van de andere kant heet het dat er geen eeuw is als de negentiende, die zoveel smakeloze prul len, zoveel bazarrommel heeft opgeleverd. Die gretige belangstelling voor „de stijl van opoe" heeft niet zozeer met kunstzinnige opvattingen te maken als met het heimwee naar het verleden. De tuinkamer van Oom Stastok, de salon van Adam Kegge, toonbeelden van kitsch, zijn na zo veel jaar aandoenlijk geworden. Onze ogen doen pijn van het TL-licht, wij zijn koud van de cen trale verwarming, vervet in onze zetel met zijn wiskundig-anatomische formule. Wij dromen van de (vrij harde en rechte) stoel van weleer, onze kast. Schilderijen te kust en te keur. Waag hier eens een schatting naar het oude ?n /^"telbare, het puntgave en geïmiteerde. Wat is biedermeier en „in de stijl van... Hoeveel gram echt zit er in de Zeeuwse broche, de gouden hanger met robijntjes en barokpareltjes, de vijf- lichts kandelabers, de beparelde suikerstrooier, het bewerkte kmpbeugeltje, de ombredoos met paarlemoeren fiches, de zilveren snotneus... En dat daar: het wordt als Chine de commande aan geprezen, maar moet je er honderd of duizend gulden voor over hebben? En die opmerkelijk fleu rige ikoon, is dat westerse huisvlijt, of vrome Russische kunstzin? Kost wat kost zal ze het hebben. voeten op een stoof, ons hoofd dicht bij de koperen petroleumlamp. Uit de koperen theeketel klinkt een kneuterig gezang. Vanuit hun vergulde me daljons blikt het voorgeslacht op ons neer. Voor de arreslee ontbreekt ons het paard, maar wij hebben er drie- tot vierhonderd gul den voor over en zetten haar als bloembak in onze tuin. Een tinnen „pot de chambre" bevalt onze baby's niet. maar de zwierige vrijgezel ziet er meer in dan alleen maar een ruime asbak. Een snuifdoosje kan geen pakje siga retten bevatten, maar wel een foto'tje van een geliefde dat op een bureau een plaatsje moet krijgen. De veilingmeesters hebben hun commissies uit Amerika. De handelaars hebben hun klanten in binnen- en buitenland. Op elke veiling bij De Zon of De Zwaan zitten makelaars uit Duitsland en de Verenigde Staten. Zij kennen de waarde. Ze weten van gekke Ai erikaanse voorkeuren voor wandkoffiemolens en wastafels met spiegels, lampetkannen en marmeren blad. Met scheepsla dingen gaat het bric a brac de Oceaan over, al jarenlang. Portretten, hindert niet hoe of van wie, kan men niet genoeg versturen. Daar worden ze achter een bureau gehangen en aangeprezen als „mijn voorouders". Vazen, schalen, zilverwerk, noem maar op, men kan het daar gebruiken, Natuurlijk is er veel afgrijselijks bij. Naar Bel gië ook, ze komen met trucs met opleggers het serviesgoed én het vergane meubilair halen. Duits- Romantischer dan in een museum. land raakt niet verzadigd van schilderijen en oud porselein. Voor alles is een koper, al zal die van het Waterlooplein afkomstig zijn. Wij willen maar zeggen dat er redelijkerwijs geen koopjes meer te halen zifn. Een rage van belangstelling, een onbeperkt afzetgebied, een altijd aanwezige scha re deskundige taxateurs en handelaren, verzame laars, leden van toneelverenigingen op zoek naar requisieten en kostuums, hotelhouders, pastoors die hun pastorie willen inrichten, kunstenaars en foto grafen die naar excentriek goed speuren, het is bijna ondenkbaar dat men voor een appel en een ei terecht kan of dat men de ontdekking van het jaar doet. Maar op zoveel duizenden nummers als een paar keer per jaar in veiling komen, in zulke stapelplaatsen van de meest uiteen'opende waren, blijken toch geregeld verrassingen mogelijk; uit schieters omlaag, maar ook omhoog als plotseling meerderen voor een of ander zonderling attribuut hartstocht hebben opgevat, als een ingedeukte tabakspot, waarvoor men nog geen gulden wil geven tot vijftig gulden oploopt, als een zwaar doorgeroest ijzeren tuinbankje in Louis Quinze vierhonderd gulden haalt. Maar in de stapel gra fiek-afdrukken kan ook het waardevolle origineel schuilen en dan is het best mogelijk dat de han delaar eraan voorbij gegaan is omdat hij niet het geduld had de exemplaren nauwkeurig door te bladeren. En hoe dan ook, vaak is men op de veiling goedkoper uit dan bij de handelaar in de Spiegelstraat of het Noordeinde, doordat er iemand minder is die eraan hoeft te verdienen. En dan is er altijd nog de sensatie van de veiling zelf, die de particulier graag bjj de at tractie van zijn aanwinst rekent. De kijkdag al, die speurtocht door dat bizarre warenhuis, die heimelijke hoop op de grote ontdekking. Naast de dame die met zorgvuldig gemanicuur de vingers het porcelein opneemt, het stof aan haar persianer afveegt, heeft een vrouw met handen die nog rood zijn van de was, mijme rend een kristallen collier opgenomen. De man die met intense aandacht tracht een kolossale gouden ring te wegen, legt hem snel terug als hij merkt dat de taxateur met zijn oogloep nadert. Men ziet hem bidden om een moment van onachtzaamheid bi) de expert dat hem kans zou kunnen geven op een koopje. De veiling zelf is tegelijk opwindend en onver valst gezellig. Bjj de heer Van den Brink, van de Zwaan aan de Keizersgracht, die met 150 num mers per uur wel tempo-kampioen zal zijn, be leeft men soms een cabaret. Bij de heer Alberts van De Zon, die in zijn vroegere Doopsgezinde schuilkerk aan het Singel „op de kansel" zetelt, is het eigenlijk niet veel anders. Een zoete stank van sigaretten hangt boven de klapstoelen. De serveerster brengt koffie rond. De hamer veert van links naar rechts. Iemand raakt in extase voor een gigantisch heideland schap en laat luidop zijn omgeving weten „Echte kunst is zo mooi." Een van de knechts die een prent met een verlokkende fazant omhoog houdt, roept: „Wat lekkers voor de kerst." En even later tegen de man die al drie zeegezichten met schepen heeft gekocht: „Ga toch met de tram." De v;i- lingkoorts krijgt vooral vrouwen te pakken, het is een koorts van wilde gebaren en starre ogen, een roes als aan de roulettetafel. Er blijkt ineens dat een echtpaar, man en vrouw, een paar stoe len van elkaar verwijderd, tegen elkaar op staan te bieden, tot de veilingmeester onderbreekt: „Laat maar, mevrouw, uw man heeft het al." Ze, de onervarenen, gaan erbij staan, bieden de veilingmeester vooruit, wachten niet eens meer op tegenbiedingen. En dan de kenners, die onaandoenlijk hun wenkbrauw oplichten of even hun pink bewegen als ze verder willen gaan al is het ineens een goed weekloon meer. Er passeert geen veilingdag zonder sensaties. Sommige gaan de historie in zoals het voorval jaren geleden, bij De Zwaan, waar een por tret van een paus onder de hamer kwam en op de voorste rij een bekende joodse handelaar riep: „Ho, ho, mijnheer de veilingmeester, stop". Ver baasde ogen werden op hem gericht. „Hoe kart dat nou, ik dacht dat ue paus on feilbaar was," zei de handelaar, uiteraard met de Jiddische uitspraak van die ene medeklinker. HENK SUèR Advertentie De O.N.V.Z., een der oudste en grootste instellingen op haar gebied in Nederland, biedt gelegenheid tot verzekering tegen de kosten van zieken huisverpleging, specialistische behandeling en sanatoriumverpleging Ên de naam èn de veeljarige ervaring èn de sterke financiële positie van de O.N.V.Z. waarborgen U, die prijs stelt op deskundigheid en soliditeit, dat U door het sluiten van een verzekering bij de O.N.V.Z voor de verdere duur van Uw leven werkelijk veilig gedekt is. Inlichtingen verkrijgbaar aan bovenstaand adres of bij de plaatselijke agenten. Het begint in de Straat der Graf tomben te Pompeï. Onder de bla kerende zon ligt daar de ramp zalige stad eens zo zwaar getroffen door de wraak van de Vesuvius. Na tuurlijk zijn er toeristen: een groep je mensen, die thuis horer. in een kleine dorp tussen de groene weiden van Engeland. Zij staan tussen de ruï nes en als er één van hen vraagt waar ze nu eigenlijk zijn, wie het huis bewoond heeft, waarin zij een ogen blik uitrusten tussen het puin, dan luidt het antwoord: In de Villa van Aulus Lepidus, de man die vijf leden van zijn gezin vermoord heeft door giftige paddestoelen. Verbijsterd kijkt de een van het gezelschap de ander aan. Zij zijn juist op reis gegaan om dat in hun dorp een gifmenger aan het werk is geweest en de jongedame van de groep door de bevolking van het dorp wordt aangezien als de schul dige. Natuurlijk zorgt John Dickson Carr ervoor dat we te weten komen wie de ware schuldige is, maar niet dan nadat een paar leden van de fa milie bezweken zijn. Dit Prismaboek is één van de betere detective-verha len. Het werd behoorlijk vertaald door G. van Bergen van der Grijp en voor vrienden van de dikke dr. Feil en in specteur Elliot is „Blinde ooggetuigen" een Prismaboek met een aardige psy chologische inslag, waaraan zij veel ge noegen en een paar spannende uren zullen beleven. J.W.H. Halbo C. Kool heeft bij de Arbeiders pers te Amsterdam De Fabelwe reld doen verschijnen, een bloem lezing uit de fabels zoals die overal ter wereld en in alle tijden zijn ont staan. Uit deze onmetelijke overvloed kon in rog geen 200 blz. tekst uiter aard slechts weinig worden overgeno men. Uit wat in Indië en Afrika aan fabellitteratuur aanwezig is. werd maar weinig overgenomen. Het sprekende dier uit die streken komt slechts een enkele maal aan bod. De verzamelaar heeft zich in hoofdzaak tot West-Europa beperkt. Een enkele Rus en Amerikaan zijn ook nog vertegenwoordigd maar in hoofdzaak blijft Aesopus aan het woord en zijn adepten: de Fransman Jean de la Fontaine en diens wat minder be kende en wat latere landgenoot Jean de Florian. Voor Duitsland levert Lessing een aantal dierverhalen, alsook Clau dius. Voor Nederland zijn het vooral Cats, Vondel, Goeverneur en Bilderdijk die Kool ons voorschotelt. Wie met het genre wil kennismaken zij De Fabel wereld van harte aanbevolen. Hoe klein de bloemlezing ook is, ze geeft een ruime sortering dierverhalen, in vers vorm en proza. De zgn. Aesopische fabels werden door de verzamelaar na verteld. Nederlandse auteurs zorgden voor de vertalingen van buitenlandse teksten van jongere fabeldichters. Het boekje is behalve smaakvol ook stevig uitgegeven. Deze volkswijsheid der eeuwen en van vele landen is voor 7,90 in de boekhandel verkrijgbaar. Een romantisch verhaar, dat voor al gewaardeerd zal worden door de minnaars van de vrije natuur. De titel wijst er reeds op, dat het zich afspeelt in een moerassig land. Daar leiden de enige nog overgebleven be woners een vrij primitief bestaan. Zij voorzien in hun onderhoud door vissen en het zoeken naar slakken, voor de mensen in de grote steden van Frank rijk, waar men de gefingeerde plaats Marais aan de oevers van de Loire moet situeren, een delicatesse. Grappige, maar ook trieste belevenissen ondervin den de twee hoofdpersonen Ragris en Pignolle, rondom wie de auteur nog een stelletje andere interessante typen tot leven brengt. Een van hen is een nu rijke industrieel, begonnen als vod denman en uit dezelfde streek afkomstig. Op het toppunt van zijn succes en ener gie gekomen, kan hij de „roep van het veen" niet weerstaan. In het genoemde tweetal vindt hij uitstekende makkers. Alles bij elkaar genoeg stof voor een gezellig boek, te meer, daar er nog een aardige romance doorheen is geweven. Jammer, dat de stijl zo plechtstatig is, wat vermoedelijk wel aan de verta ling zal liggen. Het is ook niet alle maal zuiver Nederlands. I.A. „De roep van het veen", door Geor ges Montforez (vertaling A. C. M. Spij- kerboer-Mons). Boekencentrum N.V., 's-Gravenhage. (Advertentie) DE WAERDYE C00LSINGEL 57 - ROTTERDAM Zondag 25 dec.: Geboorte v. O. H. J. C.; 3 eigen missen; credo; eigen pref. en communie; wit Maandag: H. Stephanus, eerste martelaar; eigen mis; 2 geb. oct.; credo; pref. en communie v. oct.; —rood— Dinsdag: H. Joannes, apostel: eigen mis; 2e geb. oct.; credo: pref. en communie oct.; wit Woensdag: HH. Onschuldige kinderen, mar- telaren; eigen mis; 2e geb. oct.; credo- pref. en communie oct.; —paars— Donderdag: H. Thomas, bisschop-martelaar- eigen mis; 2e geb. oct.; credo; pref. en communie oct.; rood Vrijdag: Mis van zondag onder octaaf; 2e geb. oct.; credo; pref. en communie, oct —wit Zaterdag: H. Silvester, paus-belijder; mis SI dihgis; 2e geb. oct.; credo; pref. en communie oct. —wit— Zondag I jan.: Octaafdag van de Geboorte v. O.H.J.C.; eigen mis; credo; pref. en oommunie v. Kerstmis; —wit— mm I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 17