stad van toekomst LR m m Op het spoor van de waarheid De bedrukte Kerk van OEGANDA (ii) Het tweesnijdend zwaard van het paternalisme ifiilï! m ■au Waar heimwee gestalte kreeg Echt, maar ongevaarlijk Wij Artiesten iiiiiii i;uLfF STAATSM IJ NEN, IN VOLLE EXPANSIE es! Met Jeeves door dik en dun ZATERDAG 31 DECEMBER 1960 PAGINA i -• Pp fl f*" gfrwjf*Hrffflt ff iwi' nrr mm Ti Oost-Afrika, december Twee voorbeelden zijn misschien al voldoende om duidelijk te maken, dat ook het eigen leven van de Kerk in Oeganda wordt getekend door spanningen en tegenstellingen. Het eerste voorbeeld betreft het huwelijk. In het bisdom Kampala kunnen katholieke Europeanen, zij het uiteraard met in achtneming van bepaalde beperkingen, een door de kerk erkend gemengd huwelijk sluiten. De Oegandezen, de negerbevolking van het bisdom, kunnen dat niet. Voor hen worden geen uitzon deringen gemaakt. Als zij geen katholieke levens partner kiezen, kunnen zij geen wettig kerkelijk huwelijk aangaan. Het tweede voorbeeld houdt verband met het doopsel. Daarvoor vraagt de priester in normale gevallen een klein stipendium. Gewoonlijk 2.5 shilling (f 1.25). Gaat het echter om een onecht kind, dan wordt het bedrag tot 3.5 shilling (f 1.75) verhoogd. y v.w •- /HBS»?! f> >v iimrf^yrTimmmmrw/a Tusêen Limburgse heuvels liggen nieuwe witte steden. Bij Beek en Geleen. Grote nieuwe wonderlijke steden met hoekige wolkenkrabbers en glanzende buizen kilometers buizen. Met straten en straatnamen, treinen en bussen. Daartussen, de mensen. Zij dragen witte helmen, zij spreken een eigen vaktaal. En het wacht woord is: chemie. Die nieuwe witte steden heten: de chemische bedrijven van de Staatsmijnen in Limburg. En zij worden steeds groter, want groot zijn de ontplooiingsmogelijkheden voor de mens en zijn techniek. Slechts weinig mensen kennen deze steden (en zij zijn voor toeristenbezoek ook niet geschikt). Toch hebt u er mee te maken. Want verbluffend is de verscheidenheid van de produkten die vanuit Limburg hun weg vinden. Door geheel Nederland, ja door de gehele wereld.... Plastics, kunstmest, grondstoffen voor parfums, tand pasta, geneesmiddelen verf gloeilampen, tandwielen, naaldhakken, nylons Bijna eindeloos schijnt de reeks. Zó vreemd soms, en van een zó grote variatie, dat een merkwaardige stelling werkelijkheid wordt: en wel dat er in Nederland vrijwel niemand is die niet dégelijks iets gebruikt, wat zijn oorsprong vindt in die nieuwe witte steden van Limburg. De Staatsmijnen produceren en leveren via verschillende ver kooporganisaties - vele moderne produkten. Bijvoorbeeld: CHEMIE ftaalzuuranhydride cyclohexanon caprolactam ureum Stamylan-polyethyleen koolzuur oleum antraceen naftaline pyridine benzeen tolueen xyleen creosoot olie ammoniak alfa-bèta-gamma-picoline ether alcohol zuurstof waterstof methaan argon kunstmest KAS, FAS, NPK, KS, ZA, UREUM ENERGIE gas elektriciteit. BRANDSTOFFEN antraciet I, II, III, parel, IV, V, fijn mager-, ess-, rookzwakke- en vetkool eierbriketten, T-briketten cokes voor industrie, voor huisbrand Syntraciet. Men moet bij de beoordeling van de ze voorbeelden voorzichtig zijn. Zij zjjn niet het resultaat van bedilzucht, van schoolmeesterachtige vroomheid of van een misselijk superioriteitsgevoel. Wie dat denkt, doet een grote groep hardwer kende mannen, die werkelijk voor de kerk hun leven veil hebben, diep on recht. Men moet zelfs het tegendeel durven stellen. Deze maatregelen zijn ontsproten aan een oprechte bewogen heid. Zij zijn ingevoerd en worden ge handhaafd omdat zij het heil van de Kerk (en dat is het heil van de men sen) van Oeganda beogen en het enige wat men zich dus mag afvragen is, of zij in de stormachtige ontwikkelings- faze, die wij nu beleven, nog aange past genoemd mogen worden. Daarmee raakt men aan een voor Oeganda tragisch probleem. Ik wil proberen er iets van te ver klaren, hoewel ik geloof, dat men tot hier moet reizen om een vermoeden te krijgen van de imponderabilia, die eraan inhaerent zfjn. Kijk, wie in Nederland schrijft of spreekt over de missionering, spreekt of schrijft over afrikanisering. over de adaptatie van de theologie, over liturgische hervormingen en de land eigen bijdrage van de Kerk van Afrika. Met die bagage gaat men op reis. De eerste ontdekking, die men dan doet, is dat in Oeganda het heimwee zich een Kerk gebouwd heeft. Men moet dat goed begrijpen. Ik bedoel niet het heimwee in de sentimenteel Duitse zin missionarissen, die daaraan lijden, worden binnen een jaar singulier ik bedoel het heimwee als herinnering. De Kerk van Oeganda is tamelijk oud. Ze ls gevestigd en uitgebreid door de ne- gentiende-eeuwse missionaris, althans wat zijn scholing betreft. Hij heeft hier gewerkt en sommigen werken er nog on- De „afrikanisering" van de Kerk in Oeganda verloopt traag. Slechts hier en daar een enkel symptoom. In Kisu- bi b.v. hangen in de klokketoren tam-tams, kttome- ters ver te horen. der omstandigheden, die zelfs in de klassieke missieliteratuur niet overdre ven worden voorgesteld. De praktische kennis van de etnologische en antropolo gische wetenschap was akelig beperkt en in die situatie heeft hij land en volk het beste gegeven van wat hij had. Vele gebruiken en gewoonten, waarvan wij eerst nu langzamerhand de wezen lijke zin beginnen te ontdekken, moeten hem immers volslagen heidens en on aanvaardbaar hebben geleken en wat moest hij daar anders tegenover stel len dan de Kerk de Nederlandse, Franse of Italiaanse Kerk van zijn herinnering? Zo verklaar ik tenminste, dat ik hier tot in de smerigste bush-kerkjes die aan doenlijk ouderwetse Marialiedjes hoor zingen, die ik als jongen meegegalmd heb in de kerk van het „Heilige Zand" te Amersfoort. Zo verklaar ik ook de kerkebouw. Ga naar Goeloe. En of ge de kathedraal neemt of de kleinste bui tenstatie, ze hebben allemaal iets van de St. Pieter, de Santa Maria Maggiore of de Sint Jan van Lateranen. De Ve- rona-fathers, die hier missioneren, heb ben Oeganda hun Kerk, de Kerk van Italië gegeven. Ze zingen Italiaans, z\j bidden Italiaans en het is nog elke dag spaghetti en macaroni. In Nsam- bya is het Nederland. Iedere kerk ver raadt het dorp van de broeder-bouw meester en in de Kerstnacht hebben kleine Oegandese jongens tot verrukking van clerus en volk een repertoire afge werkt, dat de K.R.O. geen schade zou berokkenen. Deze houding dit in zijn tijd wel licht noodzakelijke teruggrijpen naar zijn eigen cultuur heeft nog andere gevolgen. Op, de eerste plaats voor de missionaris zelf. Zijn bekerings werk is een enorm succes geweest. De Kerk van Oeganda doet procentsgewijs niets onder voor die van Nederland en dit moet hem het bewijs geleken hebben voor de stelling, dat kerkvestiging iden tiek is met algemene cultuuroverdracht. Wie bekeerd werd, bekeerde zich ook tot Europa. Op dat terrein was de Oe- gandees echter een kind. Zijn eigen cul tuur deed hem in die nieuwe wereld volkomen teloorlopen en daarmee staat men aan de wieg van het paternalisme, die neerbuigende zorg van de goedwil lende missionaris, die zjjn zwarte ka tholieken langzaam maar zeker inleidt tot een nieuw Europees-christelijk le ven. Uit die zorg, uit die verklaarbare, maar onjuiste vermenging van Kerk en cultuur moet men maatregelen ver klaren als die in de aanvang van dit artikel genoemd. Ze bieden meer be scherming dan het Sacrament vraagt of gedoogt. Het tweede gevolg betreft de inland se clerus. Hij werd geheel ge schoold in de westerse gedachten- wereld van het seminarie. Misschien zou hem dat althans gedeeltelijk onbe roerd hebben gelaten, als niet ook de praktische verschillen zo gronde loos diep waren. Het Westen met zijn techniek, zijn vaardigheid, zijn arbeids- lust en comfort moest wel de waarheid vertolken er. zo komt het, dat op dit ogenblik nu de aandrang om in de kerk van Oeganda eigen Oegandese waarden tot gelding te brengen, steeds groter wordt juist de landeigen clerus conservatief is. Hij is zich het Europese overwicht zo wel bewust geworden, dat hij een teruggrijpen op eigen cultuur afwijst. Hij ervaart die als inferieur en daarbij reikt het paternalisme tot zijn grootste diepte. Het besmet zelfs de Oegandezen en het biedt oude, in de „bush" vergrijsde missionarissen een welkom argument tegen alle nieuwlich ters. Geen liturgie-vernieuwing, geen eigen taal en geen tam-tam, want ,,Ze willen het immers zelf niet." Het zal de Afrikaanse clerus moeten duidelijk gemaakt worden, dat een eigen Kerk alleen op eigen waarden kan stoe len. Dit alles verklaart natuurlijk nog niet, waarom de Europese priesters in Oegan da nog altijd ver in de meerderheid niet het roer hebben omgegooid. En toch is ook dat begrijpelijk. De Kerk vestiging is voor Oeganda een zegen geweest. Ze heeft grote, ook sociaal maatschappelijke vooruitgang teweeg gebracht en daarbij is het paterna lisme, die verhouding van meester en leerling, vaak van groot belang ge weest. Op vele terreinen is dat mis schien zelfs nog zo. Oeganda kan van Europa nog veel leren. Alle missiona rissen zijn daartoe bereid, maar in ge heel Afrika is plotseling een nieuwe stroming met geweld doorgebroken. Er groeit een groot, vastberaden gevoel voor eigen waarde ook daar, waai er geen enkele basis voor is jn deze plotselinge niet te stuiten stroom heeft de kerk in Oeganda verrast. Ze is niet zo jong en dus niet zo flexibel als b.v. die van Tanganjika en men aarzelt nu het er om gaat nieuwe we gen in te slaan, om aan nieuwe noden het hoofd te bieden. Die aarzeling is niet enkel een gevolg van paternalis me. Ook in Oeganda is een jonge clerus, die bereid is te vechten met alle wa penen, die de omstandigheden vereisen. De situatie is echter buitengewoon on doorzichtig. Ik heb in een vorig artikel al ge wezen op alle dreigingen' van bui ten. Ik heb gewezen op de grote politieke spanningen, op een onbeschrij felijk groeiend materialisme, op inter nationale druk en economische depres sie. Daar komt nog iets bij. De kerken van Oeganda worden vanouds geken merkt door felle politieke tegenstellin gen. Het katholicisme werd er gebracht door Fransen en dus was katholiek identiek met Frans. Het protestantis me was Engels en dus was een pro testant Engels georiënteerd. Die tegen stellingen zijn al dadelijk zo scherp ge bleken, dat Rome het noodzakelijk oor deelde om naast de missionerende Franse Witte Paters, Engelse Mill-Hill Fathers te laten komen. Een katholiek kon ook Engels zijn. Desalniettemin is de controverse gebleven. De protestant se en de katholieke Kerk zijn tot op de dag van vandaag eikaars gezworen vijanden. Er mag dan aan de top be grip groeiend zijn er is één voor beeld van een gezamenlijke herderlij ke brief in het gewone leven zijn de moeilijkheden evident. Dit heeft de Kerk voorzichtig gemaakt als het er om ging uitspraken te doen, die prak tische maatschappelijke consequenties hadden. Dit heeft hun ervan weerhou den tijdig de katholieken wakker te ma ken, en dat heeft op dit ogenblik tot gevolg dat in de verwarrende strijd om de eigen vrijheid van Oeganda of Boeganda de stem van de katholieken weinig of niet wordt gehoord. Aan de andere kant heeft de felle tegenstelling tussen katholieken en protestanten met hevige en directe repercussies voor het onderwijs de aandacht van de ge lovigen scherp verplaatst naar buiten kerkelijke terreinen. Het aantal werke lijk praktiserenden Christenen is bijzon der gering en in die baaierd van felle en schier onoplosbare tegenstellingen bidt de Kerk van Oeganda uit onge schokt paternalisme geboren om uit redding. Men mag daarbij niet wan hopen. Op de laatste bisschopsver gadering van 23 november j.l. heeft het episcopaat besloten om naar het voorbeeld van Tanganjika en op aan drang van de apostolische delegaat een „Uganda Catholic Welfare Orga nization" op te bouwen, die de brain- trust moet worden voor komende ont wikkelingen. Dit principe-besluit is bij zonder belangrijk. Maar men mag zich de moeilijkheden niet ontveinzen. De Kerk van Oeganda betaalt voor haar fouten, maar men begrijpe wel, dat er zonder fouten geen missio narissen en dan ook geen Kerk geweest zou zijn op een ogenblik, dat alle krachten tegen haar samenspannen. De politieke situatie is duister, de roep om vrijheid verwarrend, en het ont breken van een evenwichtige katholieke voormannen pijnlijk. Aan deze situatie is de Kerk mede schuldig. Ze heeft gezwegen, om dat zij geen voedsel wilde geven aan de godsdiensttwisten. Ze heeft zich consequent onthouden van iedere politieke inmenging, en daardoor zelfs vergeten eigen mensen te activeren om op eigen verantwoordelijkheid hun rol In Londen wordt op het ogenblik een tentoonstelling gehouden onder de naam „Schooljongens eigen tentoonstelling". Kinderen kunnen hier hun verzamelingen laten zien en die van hun leeftijdgenootjes bewonderen. Een klein meisje oogstte veel belangstelling door met een levensgrote, echte Afrikaanse python aan te komen zetten. De belangstelling groeide nog toen bleek, dat het dier niets deed en dat je hem zomaar aan mocht raken. in het openbare leven mee te spelen en zij is er tot dusver niet in geslaagd haar paternalisme duidelijk en voor iedereen zichtbaar te overwinnen. Zij streeft in die richting. De inspan ning is onmiskenbaar. Maar de situatie is moeilijk, verwarrend en ondoorzich tig. Zij vraagt mannen met grote moed en een diepe doordringende visie. Daar om herhaal ik, dat de Kerk van Oegan da meer dan het geld al zal zij dat voor grote projecten nodig blijven heb ben een gebed behoeft om kracht en wijsheid. Want, de wind steekt op... ALBERT WELLING Liefhebbers van onvervalste Engel se humor kunnen aan dit Prisma- boek (het Spectrum, Utrecht) hun hart ophalen. De schrijver is P. G. Wo- dehouse; de vertaler, die verdienste lijk werk heeft gedaan: A. J. Richel. De titel duidt reeds de hoofdpersoon aan de onvergelijkelijke butler Jeeves, de held uit zovele andere boeken van Wodehouse, de meest onberispelijke en trouwste van alle onberispelijke en trou we butlers uit het oude Engeland. De geest van het verhaal is door en door Victoriaans. Men moet, dunkt ons, wel enigszins daarmee vertrouwd zijn om dit speciale soort humor te kunnen waar deren. Jonge lezers zullen er mogelijk niet goed weg mee weten, al blijft er toch altijd nog genoeg kolderieks over om zich mee te amuseren ook in deze tijd. Het verhaal navertellen of kort samenvatten heeft al heel weinig zin, juist omdat het zelf geen zin heeft. Het is de schrijver alleen om het spel te doen, en wie dit boek zo leest, zal er plezier aan beleven. Het is maar een zonderling stelle tje artiesten, dat Valère Depauw, van wie we beslist betere boeken hebben gelezen we denken aan „Het lied van de oude getrouwen" hier bij elkaar heeft geraapt. Nog vreemder is, zoals zij leven, waarbij een gezond den kend mens zich afvraagt, in welke eeuw zjj verkeren. Een van hen gelooft bij het graven naar een vermoede schat ook al zo'n onzinnige situatie, gelijk het hier verteld wordt nog in spo ken. Het boek, overgoten met een braaf rooms sausje, wanneer er sprake is van de liefde tussen een meisje en een gescheiden artiest, zonder de wezenlijke problematiek te benaderen, moet de goê-gemeente wel een rare indruk ge ven van een kunstenaar en kunst. Het wemelt bovendien van banaliteiten, als grappen bedoeld, maar volkomen zout loos. Neen, De Lanteern heeft ditmaal met het brengen van goede volkslec tuur, naast de roos geschoten. I.A. „Wij artiesten", door Valère Depauw. N.V. Uitgeverij De Lanteern, Utrecht. Verenigde Staten. In New York heeft een jongen van zeventien jaar een jongen van tien jaar doodgestoken, omdat deze weigerde hem een bedrag van nog geen halve gulden af te staan. De tienjarige had dit bedrag verdiend met het bezorgen van kerstbomen. (Rtr) Rood-China Het Engelstalige blad „China Post", dat verschijnt op For mosa, heeft bericht over inlichtingen te beschikken, waaruit blijkt, dat com munistisch China eind 1961 zjjn eerste atoombom tót ontploffing zal brengen. (UPI)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1960 | | pagina 11