Whiskey galore op de Heros
ster
van
aan de winches
Sibelius
en Mozart
De jacht op de
o
4
h
D
De honderd dagen van
ranklin
Toen de geldwisselaars gevlucht waren
van hun hoge setels in de tempel
H
De negentig dagen van
president Kennedy
A
R
D
R
in het holst
van de nacht
HET BEGIN VAN DE NEW DEAL
Renstal
Lokale sensatie
Oplopen
II!
55
Finland telt maar liefst twee
ëntwintig zeehavens. Ze
liggen keurig op een rijtje
van Hamino aan de zuidoost
punt tot Tornio in het uiterste
noorden. Alle zijn in hoge mate
zelfstandig en laten niet na
elkaar zo veel mogelijk kaas van
het brood te eten. Luidkeels
schreeuwen zij hun troeven en
belangen uit. Aanzienlijk min
der hard wordt hier dan het be
faamde „ijs en weder dienende"
aan toegevoegd. Al geldt dit voor
de een meer dan de ander, elke
Finse haven gaat gebukt onder
het ijzige noodlot van bevriezing.
Een blik in het spiegeltje aan de
wand leert dat Kotka en Helsinki
de beste papieren hebben, alleen
al om hun gunstige positie ten
opzichte van grote industriege
bieden. Maar daarmee is de strijd
niet gestreden en als wij de haven
experts mogen geloven, zal het in
de nabije toekomst uiterst moei
lijk zijn om de opmars te stuiten
van Mantyluoto, het kleine, in
tieme havenplaatsje met de exoti
sche naam, midden tussen de
eeuwig zingende bossen, een even
wonderlijke als grillige collectie
houten „knusper-knasper" huisjes.
Goed, het grootste deel van de nog
geen vijftienhonderd inwoners
trekt er dagelijks het drinkwater
uit de gemeenschappelijke dorps-
put en voor het doen van belang
rijke aanschaffingen kan men echt
niet ter plaatse terecht. Maar de
havenkuip ligt vol zeeschepen van
allerlei tonnage. Want Mantyluoto
heeft de houtaanvoer, de stroom
van het „groene goud", die tot
voordeel van heel Finland groter
en groter wordt.
55
et was zaterdag 4 maart
1933. In een open auto
reden twee mannen in
zwarte winterjassen door de stra
ten van Washington. Zij hielden
allebei een hoge hoed in de hand,
en zij hadden een plaid over de
knieën. Zij waren op weg naar
het Kapitool, het gebouw waar
het Congres vergadert. Er ston
den veel mensen langs de weg.
Voor de Amerikaanse hoofdstad
was dit een groots evenement.
De Republikeinse president Her-
bert Hoover stond op het punt
de regering over te dragen aan
de Democraat Franklin D. Roose
velt. In de auto probeerde Roose
velt een gesprek te voeren met
zijn medepassagier. Maar Hoover
bleef strak voor zich uitkijken,
en hij hulde zich in een ijzig stil
zwijgen. Hij was kennelijk somber
gestemd. Terwijl Roosevelt nu en
dan met zijn hoed naar het pu
bliek wuifde, reageerde Hoover
met geen enkel gebaar op het
gejuich van de mensen. Hoover
had zich niet over de nederlaag
heen kunnen zetten, die hij bij de
presidentsverkiezingen had gele
den. Hij was gegriefd door het
gebrek aan vertrouwen van het
Amerikaanse electoraat.
Men had nu kennelijk alle hoop
gevestigd op F.D.R. De Democra
tische president zou het land
moeten redden uit de crisis, die
gevolgd was op de beurskrach
van 1929.
motto
Frontier
L AY L A
mAntyluoto
Op de kade van Mantyluoto zagen
wij Layla. Wie hierbij denkt aan een
romantische ontmoeting komt bedro
gen uit. Layla was in de verste verte
geen romantische jeugd, maar meer
wat men zou mogen noemen een
moederlijke dame van bepaald impo
nerende omvang. Layla maakte nu
niet direct de indruk dat haar dit
ook maar iets kon schelen, integen
deel uit van haar kleding en houding
bleek dat zij eigenlijk niets liever
wilde. Zij droeg de meest smerige
overall die wij ooit van ons leven
gezien hebben met een opgewekte
glimlach en kloste met haar zwaar
gezoolde knielaarzen dapper de loop
plank van een kustvaarder op. Haar
schouders waren bedekt door twee
grote leren plakken, waarvan de
rechtse in vol bedrijf, want er rustte
een grote ruige boomstam op die wij
dat wisten we wel zeker nooit
van de grond zouden krijgen. Layla
daarentegen vertrok geen spier van
haar verweerde gezicht, kiepte de
stam in het ruim van de coaster en
maakte een gebaar van dat is dat.
Wij hebben natuurlijk naar Layla ge
ïnformeerd en we kregen te horen dat
zij als de beste, de meest veelzijdige
havenarbeidster van heel Finland be
kend staat. En aangezien een groot per
centage vrouwen op deze wijze het da
gelijks brood verdient moet de reputa
tie, die Layla in de loop van vele ja
ren heeft opgebouwd, zeker niet onder
schat worden Met Layla aan de win
ches zwaaien de lasten precies zoals
het moet. Zij slaat de hijs aan als
geen ander, doet voor de beste reeps-
gast niet onder en verstaat evenals al
haar vrouwelijke collega's de bijzon
dere kunst om de houtboten zo vol en
toch ook zo veilig mogelijk te laden.
Uit dit alles moge blijken dat Layla
en de ongeveer vijftig andere vakvrou
wen een vooraanstaande plaats inne
men in het aparte wereldje van Manty
luoto, niet alleen het zelfde salaris
verdienen als de mannen naast haar,
maar ook als volkomen volwaardig wor
den geaccepteerd. Zij hebben net zo
goed hun vaste plaatsen in de ultra-
havencantine en indien
Knusse en intieme straatjes.
je in een van de paar knusse en in
tieme straatjes tussen de havenkom en
een brede uitloper van de Botnische
Golf.
In deze, sombere tijd van het jaar,
als de zon voortdurend schuil gaat
achter een dichte, grauwe lucht,
het daglicht nauwelijks doorkomt,
sneeuw en ijs de wegen onbegaanbaar
maken, ziet alles er wat troosteloos uit.
Maar zomers echter bloeit Mantyluoto
op tot een welhaast sprookjesachtige
schoonheid. Dan staat de zon vol en
hoog aan de hemel tot de lucht ver
kleurt in wat vlokkige rozigheid en het
water in de haven en de baai aan het
slot van een dag vol intense kabbeling
verstilt. Na de blakte van de schemer,
die pas wijkt voor de morgenstond om
dat de zon dan nooit helemaal verstek
laat gaan, komt er weer een vleugje
wind, van kleine, driftige rimpelgolfjes,
als een adem die een blinkende spiegel
beslaat. Dan spoelt het water in de
kieren van het basalt en tussen de ha-
venschoeiingen, maakt het een loom en
smakkend geluid. Dat zijn de dagen
waarop men ir Mantyluoto van geen
slapen weten wil, in een bijna constant
overwerk doorhaalt om zo veel moge
lijk te genieten van het licht en de mil
de temperaturen. Dat zijn de dagen
van de grote feesten wanneer de Hi-
talyses, de Pirka's en de Maryattes
op hun best zijn en meer dan anders
een bezoek brengen aan het eenvoudi
ge dorpsdanszaaltje, waarvoor de zee
man, enigszins verbaasd door de gang
van zaken aldaar, de naam „renstal"
uitvond.
En inderdaad, wij die er een blik
naar binnen hebben geworpen, zagen
er de Finse jeugd verzonken in de
dans en een spel, dat iets van strijd,
een jacht op zijn prooi scheen weg te
hebben. Voor iedere dans immers ver
zamelden zich dc jongenz tot een gro
te, onrustige groep en plaatsten zich
in een. waaiervorm tegenover de meis
jes, die nerveus giechelend samen
schoolden in een hoek van het zaaltje.
Daar was het wachten geblazen, wat
vooral in het mannenkamp de span
ning ten top scheen te drijven en her
haaldelijk zagen wij hoe de schou
ders er aan te pas kwamen om de
paar overgebleven posities op het eer
ste plan, die niet door de sterren van
de dorpsgemeenschap bezet waren, te
behouden of te veroveren. De eerste
tonen, waarmee het bandje een of
andere schlager inzette, ontketenden
een geweldig rumoer. Men vloog let
terlijk op elkaar af, daarbij de grote
favoriet geen moment uit het oog ver
liezend. Toen eenmaal de kruitdam
pen waren opgetrokken, daalde er
een vredige! rust over de dansvloer
en wiegden deze jeugdige Finnen in
een weliswaar bijzonder voorbarige
„cheek to cheek", maar veel min
der beweeglijk dan men in onze om
geving gewend is, in het rond op het
ritme van foxtrot en Engelse wals.
ok de ouderen hebben hun at-
tractie in Mantyluoto. Voor hen
geldt het stokoude hotelli als de
plaatselijke sensatie. In het hotelli kun
nen zij aan wankele vierkante tafeltjes
hun geliefde siiakka's de Finse vis
jes bij uitnemendheid verorberen en
als het zo uitkomt op de schorre, maar
toch niet onverdienstelijke klanken uit
een koffergrammofoön een dansje wa
gen. Men heeft ons eerlijk toegegeven
dat dit alles voor de grote Finse „uit
laatklep" van het „groene goud" eigen
lijk een beetje bese.hamend is, maar,
zo werd er bij verteld, men heeft er
vrede mee. Per slot van rekening spaart
men liever voor het grote ideaal van
iedere Fm, een eigen eilandje met zo
merhuisje en sauna er op, in een van
de duizenden meren, die dit prachtige
land rijk is. En ach, als het er dan
toch eens van moet komen, wel dan
rijdt de bus in nog geen drie kwartier
naar het winkel- en vermaakcentrum
van Pori, die vrolijke stad die de Finse
humorist Nortamo eerde met een in
drukwekkend monument.
De zeeman weet uit overlevering dat
er in Mantyluoto niet aan passagieren
te denken valt en de stijfkop, de stugge
stapper van het elfde uur die kost wat
kost de wal op moet, komt er op on
dubbelzinnige vijze achter, dat Man
tyluoto een haven is en niets, maar dan
ook helemaal niets, anders. Overdag
zij*niet'^etrouwcTzUn hun eigen huis- Izwaaien er de kranen van opmerkelijk
i/J
nieuwe makelij en rijden er een
groot aantal vorkheftrucks af en aan
met hun meestal zware houtvrachten,
's Nachts zetten geweldige schijnwer
pers op hoge lichtmasten de haven in
een zee van licht en verstoort, als het
werk eenmaal gedaan is, eigenlijk niets
de stilte, dan de krakende voetstappen
van een wachtsman, die zwijgend door
de sneeuw baggert: het niet bijster ac
tieve verzet tegen de verregaande
dranklust van de Finnen, die soms uren
lang in temperaturen van meer dan tien
graden onder het vriespunt staan te
kleumen aan de valrepen van de sche
pen. Stil en gedwee wachten zij tot
misschien iemand aan dek verschijnt
aan wie zij met een bijna smekende
kreet kunnen duidelijk maken dat zij
bijzonder veel over hebben voor een
fles cognac,
Nee, wie in de haven van Mantyluoto
meert, doet er het beste aan zijn activi
teit in de vrije avonduren te beperken
tot gewoon aan boord blijven of zijn
heil te zoeken in het „oplopen", het be
zoeken van andere schepen. Dat is bij
na altijd mogelijk in Mantyluoto, want
het heeft een buitengewoon drukke ha
ven. Ze liggen er soms wel twee rijen
dik, de schepen van werkelijk alle plui
mage. Kleine, bazige kusters, kreunend
onder geweldige dekladingen hout,
prachtige, brede motorschepen met spe
ciale voorzieningen aan de boeg voor
de ijsvaart. Gore, zwartgeblakerde ko-
lentramps, kortademig als zij zijn met
hun eerbiedwaardige leeftijd van soms
meer dan zestig jaar. Hier wordt de
lading nog met touwen over de ver
schansing getro' cn, terwijl de beman
ning nog slaapt in de voorpiek, tot zij
steeds opnieuw bij een nachtelijk „Let
go anchor", in een duivelse orgie van
dreunen en lawaai uit de kooien trilt.
De vlaggen van deze schepen vertegen
woordigen vrijwel alle varende naties
en altijd is er wel een maat te vinden
die je per se zijn droom van een hut
nale figuur, al was hij nu niet bepaald
de man om zich daarover erg druk te
maken. Zijn „Heros" was een juweel
en „perkele" (het Finse „Alle Duivels"),
voor iedereen die dat tegensprak had
hij het nodige in het vet. Verder was hij
verliefd op de Zuidamerikaanse landen
en de Spaanse taal, iets waar hij ge
regeld aan herinnerde door een beslist
overmatig gebruik van de krachtterm
„caramba". En verder kon 's zomers
vier weken lang iedereen, tot zelfs de
heren reders toe, wat hem betrof naar
de maan lopen, omdat hij dan met
vrouw en beeldschone dochters zijn pri-
vé-eiland bewoonde om er uitgebreid te
sauna-en en uit te rusten van het bij
zonder zware leven dat hij, kapitein
Möller, leidde.
We hebben lang, heel lang naar deze
gezagvoerder met zijn hese zware
stem geluisterd en op het laatst be
trapten wij ons zelf op een flitsende
Caramba toen hij boudweg weigerde
te geloven dat wij zijn whiskey inder
daad als een godendrank beschouwden.
Aan opstappen viel niet te denken. Ieder
gebaar dat wij in die richting maakten,
zelfs elke moeizaam onderdrukte geeuw,
leidde tot een geweldige roffel op onze
toch al zo geteisterde schouders, zodat
ons verlangen naar de warme kooi weer
voor minstens een uur verdoofde.
En omdat kapitein Möller ten leste
inzag, dat zelfs hij niet in staat was,
met zijn verhalen te blijven boei
en, schakelde hij plotseling over naar
een geheel ander chapiter. In eens
was ze daar, de kleine, dofglimmende
viool, vastgeklemd tussen de dubbe
le kin en de machtige schouder, di
rect in volle actie met een onstuimi
ge ouverture. Op een geweldige pick
up in de hoek van de hut speelde de
ene klassieke langspeelplaat na de
andere; machtige en dreunende or
kestwerken met Gunnar Möller als de
grote, gevierde solist. Zijn strijkstok
suisde in een wilde cadans over de
snaren, tot hij haar buiten adem van
zich afwierp, met speelse tokkels ver
der ging, en nog kans zag wij
weten echt niet meer hoe de whis
key in onze glazen niet beneden Fins
peil te laten dalen.
De machinist, volkomen vertrouwd
met deze situatie, merkte met kalme
stem op dat kapitein Möller een van de
vooraanstaande Finse vlolisten was, be
geesterd door het werk van de grote
nationale componist Jean Sibelius. En
dat hebben wij geweten. Kapitein Möl
ler en Sibelius, volkomen eensgezind in
deze nacht van whiskey als water. Alle
zeven symphonieën, „Finlandia" inclu
sief, kwamen er aan te pas, alvorens
wij in de vroege morgen eindelijk kans
zagen om aan de schouderroffels en de
onuitputtelijke drankvoorraad te ont
snappen. Kapitein Möller scheen einde
lijk met ons vertrek in te stemmen en
om een herhaling van de nogal geweld
dadige begroeting te voorkomen, wip
ten wij haastig voor onze gastheer de
deur uit. We hoorden de kapitein achter
ons de trap opstommelen en toen we aan
dek met één been op de valreep om
keken zagen wij nog een keer zijn bre
de, gedrongen gestalte op de brug,
scherp afgetekend in het schijnsel van
de dekverlichting, nog altijd de viool
tussen kin en schouder.
Misschien was het
toeval, misschien
„ok deed hij het er
0m, maar Mozarts
Kleine Nachtmu-
sik" vormde de slot
akkoorden, een bij
na ontroerende fina
le in lieve bibber-
toontjes van een
even wilde als on
vergetelijke nacht
in Mantyluoto.
Enigszins verdwaasd
en ook wel onder
de Indruk zijn wij
van de „Heros" af
gestapt. Wij voelden
ons heerlijk licht
zwevend, een Noor
se Troll, gelukkig
en tevree op eigen
terrein. Maar de
wachtsman van de
kade dacht er ken
nelijk anders over.
Hij deed iets wat
wij eerst de andere
morgen op prijs
konden stellen: hing
zorgzaam een grote
witte reddingsboei
om onze schokken
de schouders. De
met sneeuw en ijs
bedekte kaden zijn
glad en jiet water
in de haven van
Mantyluoto is diep
genoeg om in te
verdrinken, moet hij
gedacht hebben
.vastgeklemd, tussen de dubbele kin en de machtige
schouders
HAYE THOMAS
wil laten zien, de foto van zijn „lief"
in een wilde, dikke lijst tegen de muur.
Stil en gedwee wachtten zij.
an gaat men „oplopen", In het
sterke pak op bezoek aan boord
van een vreemd sohip zoals wij
op een kille, winderige winteravond de
valreep opstommelden van de „Heros"
uit Helsingfors, een van die slanke wa
terfeeën, waarmee de Finska-rederij
duidelijk maakt dat zij niet alleen met
vertegenwoordigsters uit de oudste ge
neratie tramps, maar ook met sche
pen van deze tijd de zeven zeeën be
vaart. Onze gastheer was de als Zweed
geboren kapitein Gunnar Möller, een
kleine, constant blozende man, die er
een bijzondere manier van begroeten
op na houdt. In zijn formidabele teak
houten hut was het eerste wat hij deed
toen wij hem opgewekt goeden-avond
wensten, ons met zijn mokerachtige
handen lang en krachtig de keel
dichtknijpen, tot we knalrood werden
en met onze laatste gedachten vaststel
den dat ons beleefdheidsbezoek aan de
„Heros" op een wel zeer fatale vergis
sing berustte. Maar kapitein Möller
bleek toch niet zo moordzuchtig als hij
deed voorkomen. Terwijl zijn eerste
machinist onbewogen op een paar pin
da's kauwde, liet hij bijtijds los, sloeg
ons keihard op beide schouders en be
toogde in vloeiend Engels, dat wij eerst
nu op temperatuur waren om met enig
succes tte kunnen vaststellen, dat zijn
whiskey de beste ter wereld is. En
vanaf dat moment hadden wij slechts
te drinken en te luisteren naar de
vreemdste kapitein, die wij in onze nau
tische praktijken ontmoetten.
Hij, kapitein Möller had na de oorlog
het eerste koffieschip naar Finland ge
bracht en gold derhalve als een natio-
Hoover (links) en Roosevelt op weg naar het Kapitool: 4 maart 1933. F.D.R. zei later van deze sombere rit: „Protocol of
geen protocol, er moest iets gedaan worden. We konden daar maar niet met onze handen op de knieën blijven zitten, ter
wijl we elkaar en de mensen langs de weg negeerden. Dus begon ik met mijn hoge hoed terug te wuiven naar het publiek.
F
D. Roosevelt
Toen Roosevelt, even later, zijn in
augurele rede hield, luisterden de se
natoren en afgevaardigden ademloos
naar zijn woorden. En in het hele land
zaten miljoenen mensen aan Lv.n radio
toestel om te horen wat de nieuwe pre
sident zou zeggen. Het Amerikaanse
volk werd niet teleurgesteld, want de
oud-gouverneur van New York hield
een indrukwekkende speech Hij had
kennelijk grootse plannen.
„Het enige wat wij te vrezen neo-
ben,' zo sprak hij, „is de vrees zelf,
de naamloze, onredelijke en ongemo
tiveerde angst, die verlammend werkt
op de noodzakelijke inspanning om
Is Dwight D. Eisen
hower op 20 janua
ri zijn ambt over
draagt aan John F. Ken"
nedy, zullen vele oudere
Amerikanen terug den
ken aan di.' dag in 1°3J,
toen een andere Republi
keinse president m0®®1
plaats maken voor een
Democraat. GeiuKK
koestert Eisenhower mei
zulke persoonlijke grieven
tegen Kennedy, als inder
tijd Hoover tegei.
velt. De situatie in 1961
is ook wel heel verschil
lend van die in 1933.
Moest de nit iwe presi
dent achtentwintig jaar
geleden het accent leggen
op het binnenlands eco
nomisch herstel, nu zal
de nieuwe bewoner van
het Witte Huis zijn groot
ste aandacht moeten wij
den aan de versterking
van de nationale defensie
Het economisch herstel
programma van Roosevelt
is bekend geworden als
de „New Deal". Kennedy
spreekt van e „New
Frontier". Zoals in de vo
rige eeuw de grens van
bet ontwikkelde Amerika
geleidelijk in westelijke
richting verlegd werd, zo
moeten de Amerikanen
ook nu hun horizon ver
breden. Zij moeten hun
blik verruimen, en hun
verantwoordelijkheid voor
de veiligheid en de wel
vaart van de vrije wereld
beseffen.
oosevelt heeft In de
eerste honderd da
gen van zijn rege
ring een kolossaal pro
gramma uitgewerkt. Ken
nedy heeft, in een ver-
kiezingsredevoering van dat het Amerikaanse volk
20 september j.l., gezegd hem heeft gegeven.
een drievoudig program
ma lanceren. Er zou een
krachtig verdedigingsstel
sel moeten worden opge
bouwd. De Amerikanen
zouden, met hun bondge
noten, een programma
moeten opstellen voor eco
nomische hulp aan on
derontwikkelde gebieden,
en tenslotte zou de nog
oestaande armoede in
sommige delen van de
V.S. moeten worden be
streden.
Het Republikeins ge
zinde weekblad „Time"
heeft een paar weken
geleden geschreven, dat
Kennedy zijn aangekon
digde „negentigdaagse"
ral moete opgeven, om
dat hij slech met een
uiterst geringe meerder
heid is geko :en. Maar Ken
nedy heeft verklaard, dat
de stemverhouding niets
afdoet aan het mandaat,
Hij
dat hij de eerste negentig
dagen van zij.i bewind als
een beslissende periode
zou beschouwen. In die
negentig dagen zou hij
wil zich door de hachelij
ke verkiezingsuitslag met
laten weerhouden een
krachtig bewind te voe
ren.
onze terugtocht in een opmars te ver
anderen". De nieuwe president gaf
een levendige schildering van de kri
tieke toestand waarin Amerika ge
raakt was, en hij legde een bijzonder
accent op de financiële crisis. „De
geldwisselaars", aldus Roosevelt,
„zijn gevlucht van hun hoge zetels in
de tempel van onze beschaving." Hij
waarschuwde echter voor een te ma
terialistische visie op de Amerikaan
se problemen. „Het geluk is niet lou
ter te vinden in het bezit van geld.
Men vindt het in de vreugde over de
prestatie, in de voldoening over crea
tief werk". En Roosevelt besloot zijn
oratie met een aansporing tot grote
inspanningen. „This nation asks for
action, and action now". Hij kondigde
aan, dat hjj drastische maatregelen
zou nemen.
De Amerikaanse kiezers die hun stem
op F.D.R. hadden uitgebracht, koester
den grote verwachtingen van deze man.
Maar de werkelijkheid zou hun stoutste
dromen overtreffen. Wat Roosevelt in
de eerste maanden van zijn eerste
ambtsperiode presteerde, was zonder
precedent in de geschiedenis van Ame
rika. Men heeft de omwenteling die hij
teweeg bracht wel betiteld als een re
volutie. Er was een nieuw tijdperk be
gonnen in de historie van de Verenigde
Staten.
Van deze bewogen dagen vindt men
een boeiende beschrijving in het boek
„The Coming of the New Deal" door
prof. Arthur M. Schlesinger jr. Het
werk, dat onlangs bij Heinemann in
Londen is verschenen, is het tweede
deel van een serie over „The Age of
Roosevelt". (Het eerste deel „The Cri
sis of the Old Order", over het voor
spel van de New Deal, is indertijd jok
in deze krant besproken).
Schlesinger geeft een dramatisch
beeld van Roosevelts eerste werkdag.
Hij vertelt het verhaal zoals hij het on
geveer uit de mond van z;jn hoofdper
soon heeft opgetekend.
Al vroeg in de ochtend had de pre
sident (die sinds jaren gedeeltelijk
verlamd was) zich in een rolstoel naar
zijn werkkamer in het Witte Huis la
ten rjjden. Hij wist, dat er heel hard
gewerkt zou moeten' worden. Maar
toen hij in de presidentiële zetel zat,
ontdekte hij dat de schrijftafel hele
maal leeg was, en er zat niets in de
laden. Hij kon zelfs geen potlood of
schrijfpapier vinden. Hij zocht naar
een belknop op het bureau, om con
tact te leggen met de buitenwereld.
Maar er was niets. Zo zat hij daar een
ogenblik stil in die holle grote kamer-
Het centru n van alle activiteit was
afgesneden van de natie, en dat in
deze kritieke tijd Weldra kwam Roo
sevelt tot bezinning. Hij slaakte een
kreet van ongeduld, en onmiddellijk
snelde er een secretaresse toe. F.D.R.
kon aan de slag.
Sommige mensen die dit verF??i
de president hoorden, beschouwden het
als een vorm van zelfspot over zpn li
chamelijke hulpeloosheid. ^oor
Roosevelt zelf was het een parabel die
de nationale onmacht symboliseerde.
e toestand was werkelijk erbarme
lijk Het nationale inkomen was
nog niet half zo groot als vier
jaar tevoren. Bijna dertien miljoen
Amerikanen - ongeveer éénvmrde van
alle arbeidskrachten ™nder
werk De huisvesting en voeding van
al die werklozen lieten zeer veel te wen
sen over. En één dag te voren, enkele
uren voor Je inauguratie, hadden alle
banken in Amerika hun deuren gesloten
Het gevaar voor een gewelddadige op
stand van de misdeelden was niet denk
beeldig. De nood was tot het uiterste ge
stegen.
Roosevelt beschouwde het als zijn
eerste en voornaamste taak het
bankstelsel te redden. Binnen enkele
uren had hij twee proclamaties uitge
vaardigd, die hij al enige tijd te voren
had opgesteld. In de eerste boodschap
werd een speciale zitting van het Con
gres uitgeschreven, en in de tweede
werd bepaald, dat de banken voorlopig
dicht zouden blijven, terwijl de goud
export aan banden zou worden gelegd.
Met zijn minister van Financiën,
William Woodin, en andere financieei-
economische experts werkte de presi
dent gedurende enige dagen dag en
nacht aan een oplossing voor de geld-
crisis. Roosevelt had de banken kun
nen nationaliseren, als hij dat gewild
had. Het Congres zou zelfs een zo
radicale maatregel geaccepteerd heb
ben. Maar de president besloot het be
staande 'stelsel te handhaven en al
leen enige noodmaatregelen te ne
men. De bankiers of „geldwisselaars"
die in de inaugurele rede het voor
werp waren geweest van Roosevelts
spot haalden verlicht adem. Op woens
dagavond maart hadden Roosevelt
en zijn „Secretary of the Treasury"
een wetsontwerp gereed. Een journa
list vroeg William Woodin of hij klaar
was met zijn wet, zijn „bill". „Yes,
it's finished", antwoordde Woodin met
wrange humor: „My name is Bill
and I'm finished too".
De volgende dag kwam 's middags
om twaalf uur het Congres bijeen. Het
debat in het Huis van Afgevaardigden
werd beperkt tot veertig minuten, maar
reeds voor die tijd verstreken was, werd
er geroepen om een stemming. Die avond
om half acht was de wet op het bank
stelsel, zowej door het Huis als door
de Senaat, aangenomen, en een uur
later zette de president zijn handteke
ning onder het stuk. De banken konden
weer open. In dit zelfde tempo werden
in de volgende weken nog een hele reeks
andere wetten ingediend goedgekeurd,
die alle ten doei hadden de sociaal-eco
nomische crisis te overwinnen. Op de
„Emergency Banking Act" volgde, op
20 maart, de „Economy Act". In april
besloot men de goudstandaard los te la
ten, in mei werd een fonds van drie
miljard dollar gevormd voor steun aan
werklozen, en in de zelfde maand kwam
er een project voor werkverschaffing.
De nieuwe regeringsbureaus kwamen
als paddestoelen uit de grond. Tot de
meest spectaculaire nieuwe projecten
behoorden wel: het plan voor hulpverle
ning aan de boeren; de organisatie
voor de opbouw van "e industrie; en
de vorming van een gezagsorgaan voor
het dal van de rivier de Tennessee,
De „Tennessee Valley Authority"
moest niet alleen overstromingen voor
komen, maar het orgaan had vooral
ten doel goedkope elektriciteit te ver
schaffen aa onderontwikkelde gebieden
in zeven zuidelijke Staten. Op 16 juni,
de laatste dag van de speciale zitting
van het Congres, kon Roosevelt met vol
doening op het resultaat van al die ac
tiviteit terug zien. in honderd dagen wa
ren vijftien belangrijke noodwetten aan
genomen. in die zelfde honderd dagen
had de president tien grote redevoerin
gen gehouden, had hij tweemaal per
week de pers ontvangen, en had hij tal
rijke belangrijke beslissingen genomen.
oosevelts „Honderd Dagen" wa
ren het begin van zijn New Deal,
een term die hij reeds gebruikt
had op de Democratische conventie in
Chicago van 1932. „I pledge you, X
Pledge myself" zo had de kandidaat
voor het presidentschap uitgeroepen,
>>to a new deal for the American peop
le". Een nieuwe verdeling van het na
tionale inkomen en de nationale wel
vaart was Let grote doel van Roose
velts beleid.
„Roosevelt is een ontdekkingsreizi
ger", zo schreef Winston Churchill
indertijd, „een ontdekkingsreiziger die
zich ingescheept heeft voor een tocht
even onzeker als die van Columbus.
Zjjn onderneming zou wel eens net
zo belangrijk kunnen zijn, als de ont
dekking van de Nieuwe Wereld." En
een vooraanstaand Amerikaans gene
raal heeft later gezegd, dat Amerika
in maart 1933 nog heel wat gemak
kelijker een dictator had kunnen krij
gen, dan Duitsland Hitier kreeg. Zo
diep was bet vertrouwen in de de
mocratie geschokt. Het Amerikaan
se volk w„s bereid ieder regerings
stelsel en edere regeerder te accep
teren, als er maar iets aan de cri
sis gedaan werd. Het kreeg een pre
sident die met krachtige hand, maar
met democratische middelen, het ge
vaar wist te keren.
Hoe het volk dit waardeerde bleek bij
de Congres verkiezingen van 1934, maar
vooral bij de presidentsverkiezingen van
1936, toen F.D R. de Republikein Alfred
Landon versloeg met 27 tegen 16 miljoen
stemmen.
HANS BRONKHORST