Whiskey galore op de Heros ster van aan de winches Sibelius en Mozart De jacht op de o 4 h D De honderd dagen van ranklin Toen de geldwisselaars gevlucht waren van hun hoge setels in de tempel H De negentig dagen van president Kennedy A R D R in het holst van de nacht HET BEGIN VAN DE NEW DEAL Renstal Lokale sensatie Oplopen II! 55 Finland telt maar liefst twee ëntwintig zeehavens. Ze liggen keurig op een rijtje van Hamino aan de zuidoost punt tot Tornio in het uiterste noorden. Alle zijn in hoge mate zelfstandig en laten niet na elkaar zo veel mogelijk kaas van het brood te eten. Luidkeels schreeuwen zij hun troeven en belangen uit. Aanzienlijk min der hard wordt hier dan het be faamde „ijs en weder dienende" aan toegevoegd. Al geldt dit voor de een meer dan de ander, elke Finse haven gaat gebukt onder het ijzige noodlot van bevriezing. Een blik in het spiegeltje aan de wand leert dat Kotka en Helsinki de beste papieren hebben, alleen al om hun gunstige positie ten opzichte van grote industriege bieden. Maar daarmee is de strijd niet gestreden en als wij de haven experts mogen geloven, zal het in de nabije toekomst uiterst moei lijk zijn om de opmars te stuiten van Mantyluoto, het kleine, in tieme havenplaatsje met de exoti sche naam, midden tussen de eeuwig zingende bossen, een even wonderlijke als grillige collectie houten „knusper-knasper" huisjes. Goed, het grootste deel van de nog geen vijftienhonderd inwoners trekt er dagelijks het drinkwater uit de gemeenschappelijke dorps- put en voor het doen van belang rijke aanschaffingen kan men echt niet ter plaatse terecht. Maar de havenkuip ligt vol zeeschepen van allerlei tonnage. Want Mantyluoto heeft de houtaanvoer, de stroom van het „groene goud", die tot voordeel van heel Finland groter en groter wordt. 55 et was zaterdag 4 maart 1933. In een open auto reden twee mannen in zwarte winterjassen door de stra ten van Washington. Zij hielden allebei een hoge hoed in de hand, en zij hadden een plaid over de knieën. Zij waren op weg naar het Kapitool, het gebouw waar het Congres vergadert. Er ston den veel mensen langs de weg. Voor de Amerikaanse hoofdstad was dit een groots evenement. De Republikeinse president Her- bert Hoover stond op het punt de regering over te dragen aan de Democraat Franklin D. Roose velt. In de auto probeerde Roose velt een gesprek te voeren met zijn medepassagier. Maar Hoover bleef strak voor zich uitkijken, en hij hulde zich in een ijzig stil zwijgen. Hij was kennelijk somber gestemd. Terwijl Roosevelt nu en dan met zijn hoed naar het pu bliek wuifde, reageerde Hoover met geen enkel gebaar op het gejuich van de mensen. Hoover had zich niet over de nederlaag heen kunnen zetten, die hij bij de presidentsverkiezingen had gele den. Hij was gegriefd door het gebrek aan vertrouwen van het Amerikaanse electoraat. Men had nu kennelijk alle hoop gevestigd op F.D.R. De Democra tische president zou het land moeten redden uit de crisis, die gevolgd was op de beurskrach van 1929. motto Frontier L AY L A mAntyluoto Op de kade van Mantyluoto zagen wij Layla. Wie hierbij denkt aan een romantische ontmoeting komt bedro gen uit. Layla was in de verste verte geen romantische jeugd, maar meer wat men zou mogen noemen een moederlijke dame van bepaald impo nerende omvang. Layla maakte nu niet direct de indruk dat haar dit ook maar iets kon schelen, integen deel uit van haar kleding en houding bleek dat zij eigenlijk niets liever wilde. Zij droeg de meest smerige overall die wij ooit van ons leven gezien hebben met een opgewekte glimlach en kloste met haar zwaar gezoolde knielaarzen dapper de loop plank van een kustvaarder op. Haar schouders waren bedekt door twee grote leren plakken, waarvan de rechtse in vol bedrijf, want er rustte een grote ruige boomstam op die wij dat wisten we wel zeker nooit van de grond zouden krijgen. Layla daarentegen vertrok geen spier van haar verweerde gezicht, kiepte de stam in het ruim van de coaster en maakte een gebaar van dat is dat. Wij hebben natuurlijk naar Layla ge ïnformeerd en we kregen te horen dat zij als de beste, de meest veelzijdige havenarbeidster van heel Finland be kend staat. En aangezien een groot per centage vrouwen op deze wijze het da gelijks brood verdient moet de reputa tie, die Layla in de loop van vele ja ren heeft opgebouwd, zeker niet onder schat worden Met Layla aan de win ches zwaaien de lasten precies zoals het moet. Zij slaat de hijs aan als geen ander, doet voor de beste reeps- gast niet onder en verstaat evenals al haar vrouwelijke collega's de bijzon dere kunst om de houtboten zo vol en toch ook zo veilig mogelijk te laden. Uit dit alles moge blijken dat Layla en de ongeveer vijftig andere vakvrou wen een vooraanstaande plaats inne men in het aparte wereldje van Manty luoto, niet alleen het zelfde salaris verdienen als de mannen naast haar, maar ook als volkomen volwaardig wor den geaccepteerd. Zij hebben net zo goed hun vaste plaatsen in de ultra- havencantine en indien Knusse en intieme straatjes. je in een van de paar knusse en in tieme straatjes tussen de havenkom en een brede uitloper van de Botnische Golf. In deze, sombere tijd van het jaar, als de zon voortdurend schuil gaat achter een dichte, grauwe lucht, het daglicht nauwelijks doorkomt, sneeuw en ijs de wegen onbegaanbaar maken, ziet alles er wat troosteloos uit. Maar zomers echter bloeit Mantyluoto op tot een welhaast sprookjesachtige schoonheid. Dan staat de zon vol en hoog aan de hemel tot de lucht ver kleurt in wat vlokkige rozigheid en het water in de haven en de baai aan het slot van een dag vol intense kabbeling verstilt. Na de blakte van de schemer, die pas wijkt voor de morgenstond om dat de zon dan nooit helemaal verstek laat gaan, komt er weer een vleugje wind, van kleine, driftige rimpelgolfjes, als een adem die een blinkende spiegel beslaat. Dan spoelt het water in de kieren van het basalt en tussen de ha- venschoeiingen, maakt het een loom en smakkend geluid. Dat zijn de dagen waarop men ir Mantyluoto van geen slapen weten wil, in een bijna constant overwerk doorhaalt om zo veel moge lijk te genieten van het licht en de mil de temperaturen. Dat zijn de dagen van de grote feesten wanneer de Hi- talyses, de Pirka's en de Maryattes op hun best zijn en meer dan anders een bezoek brengen aan het eenvoudi ge dorpsdanszaaltje, waarvoor de zee man, enigszins verbaasd door de gang van zaken aldaar, de naam „renstal" uitvond. En inderdaad, wij die er een blik naar binnen hebben geworpen, zagen er de Finse jeugd verzonken in de dans en een spel, dat iets van strijd, een jacht op zijn prooi scheen weg te hebben. Voor iedere dans immers ver zamelden zich dc jongenz tot een gro te, onrustige groep en plaatsten zich in een. waaiervorm tegenover de meis jes, die nerveus giechelend samen schoolden in een hoek van het zaaltje. Daar was het wachten geblazen, wat vooral in het mannenkamp de span ning ten top scheen te drijven en her haaldelijk zagen wij hoe de schou ders er aan te pas kwamen om de paar overgebleven posities op het eer ste plan, die niet door de sterren van de dorpsgemeenschap bezet waren, te behouden of te veroveren. De eerste tonen, waarmee het bandje een of andere schlager inzette, ontketenden een geweldig rumoer. Men vloog let terlijk op elkaar af, daarbij de grote favoriet geen moment uit het oog ver liezend. Toen eenmaal de kruitdam pen waren opgetrokken, daalde er een vredige! rust over de dansvloer en wiegden deze jeugdige Finnen in een weliswaar bijzonder voorbarige „cheek to cheek", maar veel min der beweeglijk dan men in onze om geving gewend is, in het rond op het ritme van foxtrot en Engelse wals. ok de ouderen hebben hun at- tractie in Mantyluoto. Voor hen geldt het stokoude hotelli als de plaatselijke sensatie. In het hotelli kun nen zij aan wankele vierkante tafeltjes hun geliefde siiakka's de Finse vis jes bij uitnemendheid verorberen en als het zo uitkomt op de schorre, maar toch niet onverdienstelijke klanken uit een koffergrammofoön een dansje wa gen. Men heeft ons eerlijk toegegeven dat dit alles voor de grote Finse „uit laatklep" van het „groene goud" eigen lijk een beetje bese.hamend is, maar, zo werd er bij verteld, men heeft er vrede mee. Per slot van rekening spaart men liever voor het grote ideaal van iedere Fm, een eigen eilandje met zo merhuisje en sauna er op, in een van de duizenden meren, die dit prachtige land rijk is. En ach, als het er dan toch eens van moet komen, wel dan rijdt de bus in nog geen drie kwartier naar het winkel- en vermaakcentrum van Pori, die vrolijke stad die de Finse humorist Nortamo eerde met een in drukwekkend monument. De zeeman weet uit overlevering dat er in Mantyluoto niet aan passagieren te denken valt en de stijfkop, de stugge stapper van het elfde uur die kost wat kost de wal op moet, komt er op on dubbelzinnige vijze achter, dat Man tyluoto een haven is en niets, maar dan ook helemaal niets, anders. Overdag zij*niet'^etrouwcTzUn hun eigen huis- Izwaaien er de kranen van opmerkelijk i/J nieuwe makelij en rijden er een groot aantal vorkheftrucks af en aan met hun meestal zware houtvrachten, 's Nachts zetten geweldige schijnwer pers op hoge lichtmasten de haven in een zee van licht en verstoort, als het werk eenmaal gedaan is, eigenlijk niets de stilte, dan de krakende voetstappen van een wachtsman, die zwijgend door de sneeuw baggert: het niet bijster ac tieve verzet tegen de verregaande dranklust van de Finnen, die soms uren lang in temperaturen van meer dan tien graden onder het vriespunt staan te kleumen aan de valrepen van de sche pen. Stil en gedwee wachten zij tot misschien iemand aan dek verschijnt aan wie zij met een bijna smekende kreet kunnen duidelijk maken dat zij bijzonder veel over hebben voor een fles cognac, Nee, wie in de haven van Mantyluoto meert, doet er het beste aan zijn activi teit in de vrije avonduren te beperken tot gewoon aan boord blijven of zijn heil te zoeken in het „oplopen", het be zoeken van andere schepen. Dat is bij na altijd mogelijk in Mantyluoto, want het heeft een buitengewoon drukke ha ven. Ze liggen er soms wel twee rijen dik, de schepen van werkelijk alle plui mage. Kleine, bazige kusters, kreunend onder geweldige dekladingen hout, prachtige, brede motorschepen met spe ciale voorzieningen aan de boeg voor de ijsvaart. Gore, zwartgeblakerde ko- lentramps, kortademig als zij zijn met hun eerbiedwaardige leeftijd van soms meer dan zestig jaar. Hier wordt de lading nog met touwen over de ver schansing getro' cn, terwijl de beman ning nog slaapt in de voorpiek, tot zij steeds opnieuw bij een nachtelijk „Let go anchor", in een duivelse orgie van dreunen en lawaai uit de kooien trilt. De vlaggen van deze schepen vertegen woordigen vrijwel alle varende naties en altijd is er wel een maat te vinden die je per se zijn droom van een hut nale figuur, al was hij nu niet bepaald de man om zich daarover erg druk te maken. Zijn „Heros" was een juweel en „perkele" (het Finse „Alle Duivels"), voor iedereen die dat tegensprak had hij het nodige in het vet. Verder was hij verliefd op de Zuidamerikaanse landen en de Spaanse taal, iets waar hij ge regeld aan herinnerde door een beslist overmatig gebruik van de krachtterm „caramba". En verder kon 's zomers vier weken lang iedereen, tot zelfs de heren reders toe, wat hem betrof naar de maan lopen, omdat hij dan met vrouw en beeldschone dochters zijn pri- vé-eiland bewoonde om er uitgebreid te sauna-en en uit te rusten van het bij zonder zware leven dat hij, kapitein Möller, leidde. We hebben lang, heel lang naar deze gezagvoerder met zijn hese zware stem geluisterd en op het laatst be trapten wij ons zelf op een flitsende Caramba toen hij boudweg weigerde te geloven dat wij zijn whiskey inder daad als een godendrank beschouwden. Aan opstappen viel niet te denken. Ieder gebaar dat wij in die richting maakten, zelfs elke moeizaam onderdrukte geeuw, leidde tot een geweldige roffel op onze toch al zo geteisterde schouders, zodat ons verlangen naar de warme kooi weer voor minstens een uur verdoofde. En omdat kapitein Möller ten leste inzag, dat zelfs hij niet in staat was, met zijn verhalen te blijven boei en, schakelde hij plotseling over naar een geheel ander chapiter. In eens was ze daar, de kleine, dofglimmende viool, vastgeklemd tussen de dubbe le kin en de machtige schouder, di rect in volle actie met een onstuimi ge ouverture. Op een geweldige pick up in de hoek van de hut speelde de ene klassieke langspeelplaat na de andere; machtige en dreunende or kestwerken met Gunnar Möller als de grote, gevierde solist. Zijn strijkstok suisde in een wilde cadans over de snaren, tot hij haar buiten adem van zich afwierp, met speelse tokkels ver der ging, en nog kans zag wij weten echt niet meer hoe de whis key in onze glazen niet beneden Fins peil te laten dalen. De machinist, volkomen vertrouwd met deze situatie, merkte met kalme stem op dat kapitein Möller een van de vooraanstaande Finse vlolisten was, be geesterd door het werk van de grote nationale componist Jean Sibelius. En dat hebben wij geweten. Kapitein Möl ler en Sibelius, volkomen eensgezind in deze nacht van whiskey als water. Alle zeven symphonieën, „Finlandia" inclu sief, kwamen er aan te pas, alvorens wij in de vroege morgen eindelijk kans zagen om aan de schouderroffels en de onuitputtelijke drankvoorraad te ont snappen. Kapitein Möller scheen einde lijk met ons vertrek in te stemmen en om een herhaling van de nogal geweld dadige begroeting te voorkomen, wip ten wij haastig voor onze gastheer de deur uit. We hoorden de kapitein achter ons de trap opstommelen en toen we aan dek met één been op de valreep om keken zagen wij nog een keer zijn bre de, gedrongen gestalte op de brug, scherp afgetekend in het schijnsel van de dekverlichting, nog altijd de viool tussen kin en schouder. Misschien was het toeval, misschien „ok deed hij het er 0m, maar Mozarts Kleine Nachtmu- sik" vormde de slot akkoorden, een bij na ontroerende fina le in lieve bibber- toontjes van een even wilde als on vergetelijke nacht in Mantyluoto. Enigszins verdwaasd en ook wel onder de Indruk zijn wij van de „Heros" af gestapt. Wij voelden ons heerlijk licht zwevend, een Noor se Troll, gelukkig en tevree op eigen terrein. Maar de wachtsman van de kade dacht er ken nelijk anders over. Hij deed iets wat wij eerst de andere morgen op prijs konden stellen: hing zorgzaam een grote witte reddingsboei om onze schokken de schouders. De met sneeuw en ijs bedekte kaden zijn glad en jiet water in de haven van Mantyluoto is diep genoeg om in te verdrinken, moet hij gedacht hebben .vastgeklemd, tussen de dubbele kin en de machtige schouders HAYE THOMAS wil laten zien, de foto van zijn „lief" in een wilde, dikke lijst tegen de muur. Stil en gedwee wachtten zij. an gaat men „oplopen", In het sterke pak op bezoek aan boord van een vreemd sohip zoals wij op een kille, winderige winteravond de valreep opstommelden van de „Heros" uit Helsingfors, een van die slanke wa terfeeën, waarmee de Finska-rederij duidelijk maakt dat zij niet alleen met vertegenwoordigsters uit de oudste ge neratie tramps, maar ook met sche pen van deze tijd de zeven zeeën be vaart. Onze gastheer was de als Zweed geboren kapitein Gunnar Möller, een kleine, constant blozende man, die er een bijzondere manier van begroeten op na houdt. In zijn formidabele teak houten hut was het eerste wat hij deed toen wij hem opgewekt goeden-avond wensten, ons met zijn mokerachtige handen lang en krachtig de keel dichtknijpen, tot we knalrood werden en met onze laatste gedachten vaststel den dat ons beleefdheidsbezoek aan de „Heros" op een wel zeer fatale vergis sing berustte. Maar kapitein Möller bleek toch niet zo moordzuchtig als hij deed voorkomen. Terwijl zijn eerste machinist onbewogen op een paar pin da's kauwde, liet hij bijtijds los, sloeg ons keihard op beide schouders en be toogde in vloeiend Engels, dat wij eerst nu op temperatuur waren om met enig succes tte kunnen vaststellen, dat zijn whiskey de beste ter wereld is. En vanaf dat moment hadden wij slechts te drinken en te luisteren naar de vreemdste kapitein, die wij in onze nau tische praktijken ontmoetten. Hij, kapitein Möller had na de oorlog het eerste koffieschip naar Finland ge bracht en gold derhalve als een natio- Hoover (links) en Roosevelt op weg naar het Kapitool: 4 maart 1933. F.D.R. zei later van deze sombere rit: „Protocol of geen protocol, er moest iets gedaan worden. We konden daar maar niet met onze handen op de knieën blijven zitten, ter wijl we elkaar en de mensen langs de weg negeerden. Dus begon ik met mijn hoge hoed terug te wuiven naar het publiek. F D. Roosevelt Toen Roosevelt, even later, zijn in augurele rede hield, luisterden de se natoren en afgevaardigden ademloos naar zijn woorden. En in het hele land zaten miljoenen mensen aan Lv.n radio toestel om te horen wat de nieuwe pre sident zou zeggen. Het Amerikaanse volk werd niet teleurgesteld, want de oud-gouverneur van New York hield een indrukwekkende speech Hij had kennelijk grootse plannen. „Het enige wat wij te vrezen neo- ben,' zo sprak hij, „is de vrees zelf, de naamloze, onredelijke en ongemo tiveerde angst, die verlammend werkt op de noodzakelijke inspanning om Is Dwight D. Eisen hower op 20 janua ri zijn ambt over draagt aan John F. Ken" nedy, zullen vele oudere Amerikanen terug den ken aan di.' dag in 1°3J, toen een andere Republi keinse president m0®®1 plaats maken voor een Democraat. GeiuKK koestert Eisenhower mei zulke persoonlijke grieven tegen Kennedy, als inder tijd Hoover tegei. velt. De situatie in 1961 is ook wel heel verschil lend van die in 1933. Moest de nit iwe presi dent achtentwintig jaar geleden het accent leggen op het binnenlands eco nomisch herstel, nu zal de nieuwe bewoner van het Witte Huis zijn groot ste aandacht moeten wij den aan de versterking van de nationale defensie Het economisch herstel programma van Roosevelt is bekend geworden als de „New Deal". Kennedy spreekt van e „New Frontier". Zoals in de vo rige eeuw de grens van bet ontwikkelde Amerika geleidelijk in westelijke richting verlegd werd, zo moeten de Amerikanen ook nu hun horizon ver breden. Zij moeten hun blik verruimen, en hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de wel vaart van de vrije wereld beseffen. oosevelt heeft In de eerste honderd da gen van zijn rege ring een kolossaal pro gramma uitgewerkt. Ken nedy heeft, in een ver- kiezingsredevoering van dat het Amerikaanse volk 20 september j.l., gezegd hem heeft gegeven. een drievoudig program ma lanceren. Er zou een krachtig verdedigingsstel sel moeten worden opge bouwd. De Amerikanen zouden, met hun bondge noten, een programma moeten opstellen voor eco nomische hulp aan on derontwikkelde gebieden, en tenslotte zou de nog oestaande armoede in sommige delen van de V.S. moeten worden be streden. Het Republikeins ge zinde weekblad „Time" heeft een paar weken geleden geschreven, dat Kennedy zijn aangekon digde „negentigdaagse" ral moete opgeven, om dat hij slech met een uiterst geringe meerder heid is geko :en. Maar Ken nedy heeft verklaard, dat de stemverhouding niets afdoet aan het mandaat, Hij dat hij de eerste negentig dagen van zij.i bewind als een beslissende periode zou beschouwen. In die negentig dagen zou hij wil zich door de hachelij ke verkiezingsuitslag met laten weerhouden een krachtig bewind te voe ren. onze terugtocht in een opmars te ver anderen". De nieuwe president gaf een levendige schildering van de kri tieke toestand waarin Amerika ge raakt was, en hij legde een bijzonder accent op de financiële crisis. „De geldwisselaars", aldus Roosevelt, „zijn gevlucht van hun hoge zetels in de tempel van onze beschaving." Hij waarschuwde echter voor een te ma terialistische visie op de Amerikaan se problemen. „Het geluk is niet lou ter te vinden in het bezit van geld. Men vindt het in de vreugde over de prestatie, in de voldoening over crea tief werk". En Roosevelt besloot zijn oratie met een aansporing tot grote inspanningen. „This nation asks for action, and action now". Hij kondigde aan, dat hjj drastische maatregelen zou nemen. De Amerikaanse kiezers die hun stem op F.D.R. hadden uitgebracht, koester den grote verwachtingen van deze man. Maar de werkelijkheid zou hun stoutste dromen overtreffen. Wat Roosevelt in de eerste maanden van zijn eerste ambtsperiode presteerde, was zonder precedent in de geschiedenis van Ame rika. Men heeft de omwenteling die hij teweeg bracht wel betiteld als een re volutie. Er was een nieuw tijdperk be gonnen in de historie van de Verenigde Staten. Van deze bewogen dagen vindt men een boeiende beschrijving in het boek „The Coming of the New Deal" door prof. Arthur M. Schlesinger jr. Het werk, dat onlangs bij Heinemann in Londen is verschenen, is het tweede deel van een serie over „The Age of Roosevelt". (Het eerste deel „The Cri sis of the Old Order", over het voor spel van de New Deal, is indertijd jok in deze krant besproken). Schlesinger geeft een dramatisch beeld van Roosevelts eerste werkdag. Hij vertelt het verhaal zoals hij het on geveer uit de mond van z;jn hoofdper soon heeft opgetekend. Al vroeg in de ochtend had de pre sident (die sinds jaren gedeeltelijk verlamd was) zich in een rolstoel naar zijn werkkamer in het Witte Huis la ten rjjden. Hij wist, dat er heel hard gewerkt zou moeten' worden. Maar toen hij in de presidentiële zetel zat, ontdekte hij dat de schrijftafel hele maal leeg was, en er zat niets in de laden. Hij kon zelfs geen potlood of schrijfpapier vinden. Hij zocht naar een belknop op het bureau, om con tact te leggen met de buitenwereld. Maar er was niets. Zo zat hij daar een ogenblik stil in die holle grote kamer- Het centru n van alle activiteit was afgesneden van de natie, en dat in deze kritieke tijd Weldra kwam Roo sevelt tot bezinning. Hij slaakte een kreet van ongeduld, en onmiddellijk snelde er een secretaresse toe. F.D.R. kon aan de slag. Sommige mensen die dit verF??i de president hoorden, beschouwden het als een vorm van zelfspot over zpn li chamelijke hulpeloosheid. ^oor Roosevelt zelf was het een parabel die de nationale onmacht symboliseerde. e toestand was werkelijk erbarme lijk Het nationale inkomen was nog niet half zo groot als vier jaar tevoren. Bijna dertien miljoen Amerikanen - ongeveer éénvmrde van alle arbeidskrachten ™nder werk De huisvesting en voeding van al die werklozen lieten zeer veel te wen sen over. En één dag te voren, enkele uren voor Je inauguratie, hadden alle banken in Amerika hun deuren gesloten Het gevaar voor een gewelddadige op stand van de misdeelden was niet denk beeldig. De nood was tot het uiterste ge stegen. Roosevelt beschouwde het als zijn eerste en voornaamste taak het bankstelsel te redden. Binnen enkele uren had hij twee proclamaties uitge vaardigd, die hij al enige tijd te voren had opgesteld. In de eerste boodschap werd een speciale zitting van het Con gres uitgeschreven, en in de tweede werd bepaald, dat de banken voorlopig dicht zouden blijven, terwijl de goud export aan banden zou worden gelegd. Met zijn minister van Financiën, William Woodin, en andere financieei- economische experts werkte de presi dent gedurende enige dagen dag en nacht aan een oplossing voor de geld- crisis. Roosevelt had de banken kun nen nationaliseren, als hij dat gewild had. Het Congres zou zelfs een zo radicale maatregel geaccepteerd heb ben. Maar de president besloot het be staande 'stelsel te handhaven en al leen enige noodmaatregelen te ne men. De bankiers of „geldwisselaars" die in de inaugurele rede het voor werp waren geweest van Roosevelts spot haalden verlicht adem. Op woens dagavond maart hadden Roosevelt en zijn „Secretary of the Treasury" een wetsontwerp gereed. Een journa list vroeg William Woodin of hij klaar was met zijn wet, zijn „bill". „Yes, it's finished", antwoordde Woodin met wrange humor: „My name is Bill and I'm finished too". De volgende dag kwam 's middags om twaalf uur het Congres bijeen. Het debat in het Huis van Afgevaardigden werd beperkt tot veertig minuten, maar reeds voor die tijd verstreken was, werd er geroepen om een stemming. Die avond om half acht was de wet op het bank stelsel, zowej door het Huis als door de Senaat, aangenomen, en een uur later zette de president zijn handteke ning onder het stuk. De banken konden weer open. In dit zelfde tempo werden in de volgende weken nog een hele reeks andere wetten ingediend goedgekeurd, die alle ten doei hadden de sociaal-eco nomische crisis te overwinnen. Op de „Emergency Banking Act" volgde, op 20 maart, de „Economy Act". In april besloot men de goudstandaard los te la ten, in mei werd een fonds van drie miljard dollar gevormd voor steun aan werklozen, en in de zelfde maand kwam er een project voor werkverschaffing. De nieuwe regeringsbureaus kwamen als paddestoelen uit de grond. Tot de meest spectaculaire nieuwe projecten behoorden wel: het plan voor hulpverle ning aan de boeren; de organisatie voor de opbouw van "e industrie; en de vorming van een gezagsorgaan voor het dal van de rivier de Tennessee, De „Tennessee Valley Authority" moest niet alleen overstromingen voor komen, maar het orgaan had vooral ten doel goedkope elektriciteit te ver schaffen aa onderontwikkelde gebieden in zeven zuidelijke Staten. Op 16 juni, de laatste dag van de speciale zitting van het Congres, kon Roosevelt met vol doening op het resultaat van al die ac tiviteit terug zien. in honderd dagen wa ren vijftien belangrijke noodwetten aan genomen. in die zelfde honderd dagen had de president tien grote redevoerin gen gehouden, had hij tweemaal per week de pers ontvangen, en had hij tal rijke belangrijke beslissingen genomen. oosevelts „Honderd Dagen" wa ren het begin van zijn New Deal, een term die hij reeds gebruikt had op de Democratische conventie in Chicago van 1932. „I pledge you, X Pledge myself" zo had de kandidaat voor het presidentschap uitgeroepen, >>to a new deal for the American peop le". Een nieuwe verdeling van het na tionale inkomen en de nationale wel vaart was Let grote doel van Roose velts beleid. „Roosevelt is een ontdekkingsreizi ger", zo schreef Winston Churchill indertijd, „een ontdekkingsreiziger die zich ingescheept heeft voor een tocht even onzeker als die van Columbus. Zjjn onderneming zou wel eens net zo belangrijk kunnen zijn, als de ont dekking van de Nieuwe Wereld." En een vooraanstaand Amerikaans gene raal heeft later gezegd, dat Amerika in maart 1933 nog heel wat gemak kelijker een dictator had kunnen krij gen, dan Duitsland Hitier kreeg. Zo diep was bet vertrouwen in de de mocratie geschokt. Het Amerikaan se volk w„s bereid ieder regerings stelsel en edere regeerder te accep teren, als er maar iets aan de cri sis gedaan werd. Het kreeg een pre sident die met krachtige hand, maar met democratische middelen, het ge vaar wist te keren. Hoe het volk dit waardeerde bleek bij de Congres verkiezingen van 1934, maar vooral bij de presidentsverkiezingen van 1936, toen F.D R. de Republikein Alfred Landon versloeg met 27 tegen 16 miljoen stemmen. HANS BRONKHORST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 8