m
Zomermode
in Parijs
NET ALS OP HET SPORTVELD
Hup-hup-roepers en fluiters in de
Italiaanse mode-arena
H'
In Florence: silhouet dat
als steel omhoog schiet
Anders eten dan gewoon
Kookboeken voor alle smaken
COUTURE NEIGT STERK
NAAR VEREENVOUDIGING
W
Hoedenparade Parijs
■BH
D
Mannequins van zeventien
m
Kleermaker van
de koninginnen
Tropenhelm
re levé. cloche
matelotpet en
Amerikaanse bob
af.
HM-
Vlekkenboekje
Mevr. Roosevelt
meest bewonderd
Met - geweven stoffen
i
Jf
Met spiedend oog
door de natuur
Hart zonder haat
VRIJDAG 27 JANUARI 1961
PAGINA 7
oonaangevende Franse con
fectie is dit modél van
Tiktiner. De rok is geplis-
seerd, het materiaal dacron en
ijle katoen, de kleur caramal.
lllfl!
V"
"""'""iiiiiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiinuiiiiiiiiiiiiiiii
liiiiinii ii ii ii 3i mimi win! ii nu iiiiiiimiwM minimi milium
Een groot Brits papierconcern en
een textielfirma hebben in Lon
den bekendgemaakt, dat zij een
nieuwe maatschappij zullen vormen
voor proeven met de vervaardiging
van met-geweven stoffen.
De werkzaamheden van de maat
man?,?1;' ZUll"n aanvankelijk experi-
later over'te' ,7" het is de b6d°eling
«iet-geweven iw? t0t de Produktie va"
«en nieuwe n' Dit ziJn stoffen Van
dere wij2e ,SarnensteHing> die op an-
Worden verJTT d°0r weven of breien
ervaardigd.
FLORENCE, januari,
et is op het terrein van de mode
al bijna hetzelfde ais op het
sportveld. De toeschouwers ver
delen zich in twee groepen: hup-roe-
pers en fluiters. Na iedere twee defi
le's in het palazzo Pitti volgt een pau
ze, waarin de bekwaamheden en de
nieuwe lijnen van de één worden afge
wogen tegen die van de ander. Daar
de resultaten van de match niet in
cijfers worden uitgedrukt, maar indivi
dueel vastgesteld, komt het niet tot
bokspartijen onder de kopers en jour
nalisten. Wij vrezen, dat de namen van
de in deze Italiaanse mode-arena strij
dende partijen u misschien even wei
nig zullen zeggen als ons de namen
van de elftallen, maar wij willen toch
een paar ontwerpers noteren, die van
zich doen spreken. Het echtpaar Simo-
netta en Fabiani heeft de meeste be
wonderaars. Zij hebben ieder een eigen
atelier en ontwerpen hun modellen ge
heel zelfstandig. Hun ideeën-associatie
schijnt echter zo volkomen te zijn, dat
de grote overeenkomst in hun produk-
tie opvalt.
Dit tweetal voelt ook het best de mo
derne tijd aan. Dit komt duidelijk tot
stinnen van het witte doek, en gaf
meestal te veel van het goede. Te
veel bontgarnering, te veel kunstro
zen en bloemmotieven. Deze keer
heeft hij zich op vereenvoudiging toe
gelegd: simpele mantelpakjes, rok
jes tot drie cm. onder de knie, jur
ken met een ceintuur, doch deze ver
beteringen vermogen niet de anti-
Schuberth's met hem te verzoenen.
Vooral in de stoffen is veel nieuws en
moois te .ontdekken. Deze keer voerde
shantungweefsel de boventoon: zijden,
katoenen, wollen en zelfs organdis-shan-
tung. Voor zomermantels zal een gro
ve en soms ongelijk geweven ottoman
gebruikt worden. Er zijn veel combi
naties van terital en wol, zijde prion
en mussbryl of hoe die synthetische
weefsels al mogen heten. In bijna iede
re collectie zien wij enige modellen
van soepel en uiterst licht chiffon, 01
doorzichtige mousseline, die in eer,
enorme kwantiteit worden verwerkt,
zodat alles om de figuur waait en flad
dert, dat het een lieve lust is. Als er
dan nog een hoed met Iarfer of
kamde struisveren bij gedragen wordt
wemelt het ons voor de ogen. Meter
zijn de mantels van voile of zelfs van
Een der Deense interieurs op de textielbeurs in de Amsterdamse R.AI.: een kait,
ronde eettafel van teak en teakhouten stoelen.
uiting in hun double-face capes en man
tels. Madame maakt een kledingstuk,
dat aan de voorzijde mantel is en
waar aan de zijnaden een cape beves
tigd is. Als wjj het te warm krijgen
kan die worden opengeslagen en over
de schouders geworpen. Monsieur lan
ceert een robotmodel, dat uit vierkan
ten en rechthoeken bestaat met op
iedere hoek een grote knoop van rood
bergkristal. De ronde schouderlijn van
het vorig jaar zet zich bij beiden voort
tot over de mouwen. Simonetta laat
ze zeer wijd en stijf uitstaan, bij Fa
biani zijn ze iets soepeler. De traditio
nele ondemaad van de mouw is ver
dwenen. Zo'n in vorm geknipte ballon
heeft altijd de naad precies boven op de
arm. Dit echtpaar weet wat stijl is.
Het boetseert zijn modellen in een
voudige, maar verantwoorde vormen.
Deze strenge opvatting wordt verbro
ken in de cocktail- en avondtoiletten,
die ceintuurloos en schijnbaar zonder
naad, toch taille en heupen aanduiden
en een enkele bescheiden drapering of
strik hebben.
Schuberth, „il sarto delle regine"
(de kleermaker van de konin
ginnen) |enoemd, is in Floren-
ce de steen des aanstoots. Hij heeft
jarenlang zijn collectie afgestemd on
de smaak van zpn klanten: Sorava
van Perzië, Lollo en Loren de vor-
Zuidwesterzo zouden wij dit model
van Italiaans stro van Claude St. Cyr
willen noemen.
tule, die geen bepaalde functie hebben,
maar wel elegant staan.
Kleuren: alle nuances van de regen
boog, maar weinig wit en marineblauw.
In Florence werd ook ruime aan
dacht aan bruid en bruidegom be
steed. Links: een bruidstoilet van
Vito. De schouders en armen zijn
geborduurd met witte bloemen. De
sluier valt over de japon. De brui-
degom is aangekleed door Brioni.
Rechts: een exclusieve bruidsjapon
van Marucelli. Opvallend zijn de
stroken.
De laatste avond van de Floren
tijnse show kregen wij de klap
op de vuurpijl met de collectie
van Patrick de Barentzen. Hij begon
evenals de athleten kalmpjes aan:
hemdjurken met in de taille een door-
IIIIIII III III II It IIII III! II III II III III tlllllllltltlllllilllll II IllllllllllllUIII II i II HUH Mill I! Illll III III III III 11111111111111111111111111111111111111111
IIIIIIIUIII
llllllllllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiulllllllllUIIUIIIIUIUIItlUUIUIIIIIUIIIIIIIItlllUIIUIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIllUIIIIIIIIIIIIIIIIIII
ëe.regen elastiek, maar daarna ging de
taulelijn van voren naar boven en van
achteren naar beneden. Als u daaraan
een ruim aangezet rokje denkt, laten
wij aan u de indruk, die deze modellen
wekken. Er ging een gefluister door de
zaal. Bij de lange avondtoiletten ech
ter, waar de ruimte aan de voorkant
zo opgevoerd werd, dat de draagsters
nu heus in gezegende omstandigheden
schenen te verkeren, kwam er aan
het gelach en applaus geen einde. Het
applaus was natuurlijk voor de durf,
waarmee Barentzen met de schaar en
met kleuren omspringt. Wij menen dan
ook. dat hij beter thuishoort onder de
beoefenaars van de abstracte kunst,
dan onder de „haute-couture", want
van het kleermakersvak is er niet veel
bi).
Als wij zes dagen van shows met
de gebruikelijke cocktails en recepties
achter de rug hebben, lijkt ons hoofd
een shaker, waarin een al te grote
hoeveelheid van smaken zich door el
kaar mengt en waaruit zich pas lang
zaam iets concreets begint te ontwik
kelen. Wel kunnen wij u vast zeggen,
dat de mode sterk naar vereenvou
diging neigt. Geen onlogische versie
ring dus. Dat zij over 't algemeen prak
tisch en draagbaar zal zijn en veel
nieuwe stoffen en sprankelende kleuren
zal brengen. De taillelijn vertoont nei
ging tot zakken, maar daar zij haar
natuurlijke punt heeft verloren, zijn de
ontwerpers het niet eens over het
punt, waar zij haar zulien plaatsen. De
zomer brengt zelden een revolutie in
de mode en dus ook nu bouwden de
meeste couturiers voort op de lijnen
van vorige seizoenen, zoals de ronde
schouderlijn, het ruime of dichtgeknoop
te rugpand, de capemodellen, de bole
ro en natuurlijk de korte vlotte jasjes
op soms knievrije rokjes.
G PARIJS, 25 januari.
°rcel opent dit keer de
e-ea i en.?arade met een collectie
fti"deHe,?,.eliT geïnspireerd op de
tvt» J U16 1 rITPn Pn iavon p-pjp
mod©
jaren en jaren geleden
VervnaiU,ren; Deze hoeden hebben
len en i!i -e retle en hoge ronde bol-
Een nf ei"e naar beneden rondgebo
gen brui randen. Om de bol is
tijn znrio* ruche gelegd van zij of sa-
dat de bol minder hoog lijkt.
een
rand h„Inod en hebben een rechte
telo»« i? i un dus een soort van ma-
geïmniri jZeer vcel hoofddeksels zijn
rikanna«» .°P de bo1 van Ame-
monumentale maar dan in het
hoed» VWg SfoVol.JS
be-
de garn er ingT a noren rceL Platst
staat uit een rose rnn« u deze be
aardigste modelletjes i?„et.zbn a!ler'
die
men hier
-Geranium" heet deze rode en groene
toque met voile van Balmain.
Amerikaanse hoedjes noemt omdat de
dames uit de Verenigde Staten een
voorliefde hebben voor zulke kleine
gevalletjes.
Behalve Orcel komt alleen Pierre
Balmain met minuscuul kleine hoed
jes. Dikwijls bestaan ze alleen uit een
satijnen cirkel die erg schuin en naar
voren op het hoofd is gezet. De hoog
te van dergelijke modelletjes wordt
aangegeven door een reep satijn of
een bloem die op zij de lucht in-
StAUe andere modisten hebben alleen
hoeden met hoge ronde bollen, hoe
vprschillend de modellen ook zijn. Ze
weten maar al te goed dat de mode
slechts langzaam evolueert. Wel zijn
de bollen iets lager dan die in het na-
jaar gelanceerd werden. Geen Fran-
caise heeft die trouwens gedragen....
Men wilde hier alleen hoeden die geen
astronomische hoogte bereikten.
Een collectie kan natuurlijk met op
een enkel model opgebouwd worden.
Maar meer dan drie of vier verschil
lende ziet men toch nooit. Wel wor
den er tot in het oneindige variaties
opgemaakt, want een collectie bestaat
gauw uit een honderd hoeden
Dit keer worden gelanceerd: de
tropenhelm, de relevé, dat is de hoed
waarvan de rand van voren is omge
slagen, de breton, de min of meer
grote cloche, de matelot, groot en
klein, de pet met ronde stijve bol, zo
als de jagers dragen en de Ameri
kaanse bob.
Wat a! die hoeden kenmerkt is hun
grote soberheid. Het atelierwerk waar
de damesmodisten zo van houden is
uit de mode, tenminste als het duide
lijk zichtbaar is. Voor de hoeden geldt
nu hetzelfde als in de couture: men
mag niet meer zien waarom een hoed
van de haute mode zoveel werk eist.
Dit is misschien een soort van sno
bisme dat voor wat de couture be
treft, al jaren bestaat.
Het is dus het summum van ele
gance als een hoed eenvoudig lijkt
maar toch veel werk heeft vereist....
Barthet is daar dit jaar erg sterk in.
Zijn cloches hebben dikwijls incrusta
ties in dezelfde kleur, zo aangebracht
dat ze nauwelijks opvallen. Soms is
een grote ronde bol geheel van lusjes
:f' i?
Canotier van rood en groen bedrukte
zij. gegarneerd met een bronskleurig
geribd lint en een zilveren balletje.
(Model Lanvin Castillo)
picot gemaakt. Van een andere bol
zag men niets anders dan lusjes picot
de lucht insteken. Zo'n bol leek een
soort van stekelvarken.
Nieuw is het verwerken van twee
soorten materiaal op één hoed. Een
strobol met een rand van zij of een
bol uit Iaize en satijn, ook wordt een
lint dikwijls niet om de bol gelegd
maar geïncrusteerd. De modisten heb
ben allen dergelijke modellen in hun
collecties, maar lieten er evenwel
geen foto's van maken....
Diny K.-W.
at zal er nu eigenlijk straks
,,mode zijn?" wilt u weten.
Alles, behalve.het klassieke
tailleurtje, de petticoat, de met een
ceintuur ingesnoerde taille, de met
borstnaadjes etcetera verkregen su
per-buste vorm, het kokerrokje, de gro.
te kraag en de lange mouw. Ner
gens het type Lollobrigida dus, maar
de lange platte jongedame uit de
periode 1925 tot '30, een silhouet dat
als een steel omhoog schiet en over-
dekt wordt door een enorme noed.
Want hoe en op welk uur van de dag
de vrouw ook in het publiek zal ver
schijnen, zij zal altijd een hoed dragen
en welk een hoed! Een hoge afgeknotte
kegel van zijde, een zeskantige bus of
een cylinder van stro, een tiara van
bloempjes en blaadjes, een gevaarte
van tule, een wagenrad van stro met
uitgekamde struisveren.
De meest draagbare hoofddeksels
voor de morgenuren zijn de fez-vormi-
ge dingen van leer of grof gevlochten
stro en voor de middag de flatteuze
hoedjes van bloemen, die nu eens niet
de pretentie hebben van echt te willen
lijken, omdat zij gemaakt zijn van veel
kleurig vilt. Onze grootmoeders knut
selden ook al deze bloemen, maar dan
zetten zij ze niet op haar hoofd, maar
op volkomen nutteloze dingen zoals
speldenkussens en sierkleedjes.
Zelfs in haar avondtoilet zal madame
1961 niet ongedekt zijn. Zij zal enige
gekruide vogelpennen in haar kapsel
hebben, zij zal haar, met de nieuwe
make-up van Elisabeth Arden bewerk
te, gezicht omhullen met een hoes van
tule en als het dan helemaal niet an
ders kan zal zij een pruik opzetten.
STINE PISANI
uitgeverij C. A J. van Dis-
hoeck te Bussum nGPtt mGt h3&r
serie ..Praktische Boekjes" al
menigeen zeer aan zich verplicht. In
een bijzonder prettige vorm worden
daarin op voor ieder begrijpelijke wijze
allerlei interessante onderwerpen be
handeld, waarvan men graag op de
hoogte wil zijn. Spelenderwijze doet
men aldus aardig wat kennis op die
vooral daarom zo nuttig is, omdat ze
geheel en al de praktijk van alle dag
tracht te dienen. Enkele titels zullen
U daarvan aanstonds overtuigen: Het
koelkastboekje; Kaas cn Wijn; Mode
en Stijl; Hoe houd ik kinderen bezig?
Behangen en stofferen; Wat is antiek'
Bloemen, planten en kruiden; Modern
interieur enz. enz. Het laatste draaft
als titel: Het viekkenboekje.
Het is echt niet overdreven dit zeer
leerzame boekje, geschreven door J.
Petiet, voor elke huisvrouw onmisnaar
te achten. En wel om de eenvoudige
reden, die J. Spaander terecht in zijn
voorwoord noemt, dat de textielindus
trie een steeds groter aantal stoffen op
de markt brengt, die hun eigen behan
deling eisen, maar ook. omdat de vlek-
kenmiddelen blijven toenemen. Boven
dien komen er telkens nieuwe artikelen
in gebruik, die een speciaal soort vlek
ken maken, waar men geen raad tegen
weet! Terecht waarschuwt de schrij
ver met van hem te verwachten, dat
hij overal en steeds het verlossende
woord spreekt. Dat is eenvoudig onmo
gelijk.
Wil men met het bestrijden van vlek
ken succes hebben, dan zal men drie
dingen moeten kunnen vaststellen: het
karakter van de vlek, de aard van de
stof, waarop de vlek voorkomt, en het
oplosmiddel en de wijze, waarop dit
moet worden gebruikt. Dat het verkrij
gen van zekerheid hierover niet altijd
gemakkelijk is, ligt voor de hand. De
auteur helpt U echter heel goed hier
bij met duidelijke, algemene richtlij
nen. Verder geeft hij nuttige aanwij
zingen over het reinigen van tapijten,
meubelbekleding en dikke weefsels en
van Uw... auto! Tenslotte is er een al
fabetische, zeer praktische vlekkenlijst.
U ziet, een boekje, dat U heus niet
zelden dankbaar zult consulteren.
Voor de twaalfde maal ig mevrouw
Eleanor Roosevelt gekozen tot de
meest bewonderde vrouw in de
Verenigde Staten. Op haar volgt Ma-
mie Eisenhower. Mrs. Jacqueline Ken
nedy staat op de zevende plaats. Al
thans wat de publieke bewondering
voor haar persoon betreft. Het ig het
vermelden waard juist omdat de nieu
we knappe presidentsvrouw juist is ge
kozen tot de best geklede vrouw van
de wereld. Als vrouw dwingt om
haar prestaties, blijkens de keuze van
het publiek, Patricia Nixon, de vrouw
van de voomalige vice-president méér be
wondering af. Zij staat op plaats zes
van de lijst.
Terecht heeft Helen Keiler, de doof
stomme en blinde vrouw die het on
danks haar handicap tot een grote in
tellectuele ontwikkeling heeft gebracht,
de vierde plaats gekregen van bewon
deraars en bewonderaarsters, die in
haar een voorbeeld zien van wat wils
kracht ondanks de meest zware be
lemmeringen vermag.
Koningin Elizabeth van Engeland
staat op plaats no. drie. Zjj verdient
bewondering om de niet aflatende zelf
discipline die haar leven vraagt en
waarvan ze naar huiten toe nooit Iets
laat merken. Het is echt geen sprookje
om regerend vorstin te zjjn.
Italiaanse voorjaarsmode, het katoenen
pakje is van Legler.
Ligt het aan de welvaart dat er
zoveel kookboeken verschijnen?
Zonder twijfel wordt er steeds
beter en verfijnder gegeten. Ten eerste
omdat men van gezondheid en voeding
steeds meer afweet, ten tweede omdat
de internationale uitwisseling op eik
gebied is toegenomen. Daarbij vindt
men ideeën en ingrediënten van overal
en tenslotte is door de voedselindus
trie alles in elk jaargetijde bereikbaar.
Het is in de mode om anders te eten
dan gewoon, al apprecieert lang niet
iedereen de uit Amerika stammende
gewoonte om naar hartelust hartig en
loet te vermengen. Moeten we nu per
se e^n plak ananas op een braaf bief
stukje lekker vinden? En mag je nog
wel eerlijk griezelen als je in net
voorafje" dat kreeften-cocktail heet,
na op een stuk kreeftenvlees gebeten
te hebben, daarna je tanden voelt weg-
zakken een door de saus gecamou
fleerde part sinaasappel.
eteneverandert ook. Tlke^generSfe
paalde ^mair'feranderd^'fs ook het
paate verschil dat er vroeger bestond
fussen de maaltijden van de eenvoudi-
e-en en d'1 overvloed aan de tateis dij
degenen die van alles goed voorzien
waren en waar bij feestelijke Se]eg
heden zoveel gangen op elkaar volgden,
dat men bij het overlezen van oude
menuT zich afvraagt, hoe ze het in
hemelsnaam allemaal konden verstou
wen. Het zal ook wel vooral ten plezie-
re van de mannen zijn geweest wan
hoe konden de ingepende vrouwen het
verwerken? Er is in de eetgewoonten
een sterke nivellering ontstaan, precies
als in het wonen en de wijze van kle
den De eerstgenoemde groep eet be
ter.' de tweede eenvoudiger. Iedereen
koopt dezelfde pakjes soep, dezelfde
blikken. In alle steden en dorpen wo
nen huisvrouwen die gauw klaar wil
len zijn. Misschien zal er ooit wel weer
eens een nieuwe „eetcultuur ontstaan
Het is onvermijdelijk dat de geschie
denis af en toe met een bulldozer over
het oude heengaat. Het is nodig nu en
dan.
In een Amerikaans pocketboekje
dat we dezer dagen in handen kre
gen. lazen we over de ongebreidelde
eetgewoonten van sommige vroegere
vorsten en vorstinnen. En de schrij
ver Will Cuppy schijnt een buitenge
woon consciëntieus vorser te zijn ge
weest in oude kronieken, hij schreef
heus niet zomaar iets neer. In zijn
boekje „The decline and fall of prac
tically everybody" kan men bijvoor
beeld lezen in het hoofdstukje over
„koninklijke magen" waaruit het sou
per bestond van Lodewijk XIV. Dit
avondmaal bevatte vier soorten soep,
een patrijs, een fazant, een schotel
sla. een flink stuk lamsbout, twee
plakken ham, een aanzienlijk brok
taart on nog een bergje andere zoe
tigheden plus veel fruit. Daarna be
gaf de vorst zich, voor zover hij
nog in staat was zich te bewegen,
naar zijn slaapvertrek, waar een
koud buffet gereed stond voor geval
Zijn Koninklijke Hoogheid des nachts
honger mocht gevoelen. Maar hij be
greep nooit, waar zijn nachtmerries
vandaan kwamen. De Amerikaan die
dit heeft opgetekend, voegt er ech
ter aan toe, dat men zich geen zor
gen hoeft te maken over al die soep
aan het begin, want Lodewijk de
Veertiende was een spilzuchtig heer
en het staat niet vast dat alle soep
je iö
IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIUIIIIIUIIIIIIIIIUIIIIIIIUIIIIIIUUIUIIIIUIIIIIIIIIIIIlllllllllllllll
PARIJS, 24 jan. Deze foto is van
de jongste en kleinste mannequin, die
deze week in Parijs bij de openings
week van de voorjaarsmode modellen
toont. Hélène April is zeventien jaar en
meet één meter zesenvijftig. Ze is in
dienst bij Nina Ricci, wier laatste col
lectie, ontworpen door de Belg Jules
Crahay, een houvast bood van realiteit
in de steeds onwezenlijker mode. Maan
dag begonnen in Parijs de shows van de
voorjaarscollecties, die uiteindelijk toch
weer bepalend zijn voor het gezicht van
de mode. Er is, zoals wij al eerder op
deze pagina berichtten, een strijd ont
brand omdat zoveel mooie buitenland
se meisjes als mannequin of fotomodel
in Parjjs werken. Waar echter tegen
over staat, dat ook veel Franse mooie
meisjes ih de Verenigde Staten een
baantje hebben in de modewereld.
De me st exotische mannequin, die in
Parijs haar intrede heeft gedaan en wel
bij Jacues Estérel, de ontwerper-lied
jeszanger, is een Algerijnse, met de
poëtische naam Yasmina. Yasmina Ka
di is ook pas zeventien en dochter van
een eenvoudige Berber. Maar ze hoeft
niet meer te leren om haar loop te ver
beteren met een stapel boeken op haar
hoofd, want ze heeft de vorstelijke
gang van alle vrouwen die gewend zijn
een kruik water op het hoofd te dragen,
zoals zjj zelf gedaan heeft, en ook haar
moeder en haar grootmoeder. Die na
tuurlijk gracieuze wijze om zich te be
wegen trof Estérel bij de jonge Yasmi
na, die op een Algerijnse dansschool les
nam. Ze gaat zich nu in Parijs vestigen
als mannequin. Voor vijf jaar, zoals ze
zegt. om dan naar Algerije terug te ke
ren en het eerste couturehuis in Afri
ka te vestigen!
Overigens is de Parijse modewe
reld niet zo frivool of er xomen
ook roepingen uit voort. De eenen
twintig-jarige Myriam JoyeUx, die op
het atelier bij Cardin werkte, treedt
over enkele dage- in bij de Dochters
van Wijsheid.
Ze hoopt haar opgedane kennis met
de naald in de hogeschool der cou
ture later te benutten bij het onder
wijs dat ze op school zal geven.
Dat ze het vrije leven in Parijs
heeft leren kennen, beschouwt ze
als een ervaring, die verrijkenc. is
geweest voordat ze de grote stap
gaat zetten.
Hélène April, de jongste en kleinste
mannequin in Parijs. Hélène, die pas
zeventien jaar oud en 1.56 m groot is,
showt by het beroemde modehuis Nina
Ricci.
op de plaats van bestemming ook
belandde.
Maar sindsdien heeft de mens heel
wat geleerd en ontdekt over zichzelf
en zijn voedsel, het leven is veel min
der spel en veel meer organisatie ge
worden en de culinaire geheimen zit
ten tegenwoordig samengepropt in poc
kets.
Zo bevat het nieuwe „Prisma Kook
boek" van Mia Snelder, een uit
gave van het Spectrum, een onge
lofelijke hoeveelheid recepten, op waar
lijk „uitgekookte" wijze bijeenge
bracht. Ze volgt namelijk een nieuw
systeem en wel dat van het basis-re
cept. Ze geeft bijvoorbeeld het basis
recept van een witte saus, wat voor
elke beginnelinge prettig is, en laat
dan daarop alle mogelijkheden volgen
om er een champignonsaus, een gar
nalensaus of een kerriesaus van te ma
ken. Zo vergaat het de soep, de ome
let, de gesudderde vis, de, macaroni.
Het is een bijzonder praktisch boekje
maar het heeft „les défauts Je ses qua-
lités" en dat is. dat de zakelijkheid
het wint van de „gezelligheid" (het ll
meer een spoorboekje dan een smeu
ïge keukengids) en dat de letters waar
mee het register is aangegeven erg
griezelig zijn. Dat register toont overi
gens, welke zorg de samenstelster aan
deze uitgaaf heeft besteed, want be
halve een Nederlands is er ook een
Frans register.
Mia Snelder, kooklerares van haar
vak en culinair medewerkster aan ver
schillende bladen, weet haar stof zo
op te dienen, dat ze met een minimum
aan woorden zoveel mogelijk zegt, en
ook vaktechnisch duidelijk maakt. De
kook-poëzie laat ze voor, wat die is.
Daar zijn genoeg boekjes over. Zij
geeft nuchter, precies, zonder omhaal
en daardoor zeer efficiënt wat de huis
vrouw wil weten.
Kookboeken zijn er voor alle sma
ken. Voor liefhebbers van omelet is
er een boekje verschenen bij Uitge
verij „Het gouden Spoor" in Antwer
pen, over „Omeletten, flensjes, pan
nekoeken". Onze Zuiderburen weten
daar wel iets van. In dit omelet
boekje van L. S. Looy staan niet min
der dan tweehonderdenvijftig wijzen
om een omelet op tafel te brengen:
„het gerecht waarmee men vriend
schap sluit en waaraan men zich regel
matig te goed kan doen". De fijnproe
ver is hier aan het woord, die eerst de
pan en de te gebruiken warmte nauw
keurig beschrijft, „vermits de dikte
van de bodem in nauw verband staat
met de hitte". Overigens zegt de „Ome-
lette royale" al, zoals het voorwoord
vermeldt, dat het sinds eeuwen ko
ninklijk eten is! A. Bgl.
Een van de fraaiste natuurboeken
die de laatste jaren verschenen
zjjn is de uitgave „Met spiedend
oog door de natuur" (N.V. Gebr.
Zomer en Keunings uitgeversmij - Wa
peningen). Zestig fotografen hebben er
m totaal 300 opnamen voor beschik
baar gesteld, waarin de schoonheid
van fauna en flora op vaak adem
benemende wijze naar voren komt.
Het boek bevat veel nieuwe unieke
vogelopnamen, maar het beperkt zich
niet tot de voor fotografen altijd dank
bare avifauna: het bevat ook foto's
van zoogdieren, insecten. planten,
waterdieren en zelfs fossielen en ze
zyn allemaal fraai en interessant.
Extra verrassend zijn kleurenopnamen
zoals die van de grote kneu in een
omlysting van bessen, in kleuren van
groen tot blauw-zwart, met bloedrood
als dominant.
De teksten in dit kostbare platenboek
nemen een ondergeschikte plaats in,
maar dit betekent niet, dat ze on
belangrijk zjjn. De schrijver, Franz,
A. Roedelberger, en de bewerker
A. B. Wigman, hebber geen poging
gedaan om encyclopaedische volledig
heid te bereiken. Zich beperkend tot
enkele saillante bijzonderheden geven
ze een zeer interessante aanvulling op
de beelden.
V. L.
Tegen het grillig en grimmig décor
van de jungle, het modderige moe
ras, de eindeloze regenbossen, de
angstaanjagende geluiden van de nacht
en het doen en laten van de meest pri
mitieve Papoea's van ongecultiveerd
Nieuw-Guinea, speelt zich het drama
af, dat Anthony van Kampen in zijn
nieuwste boek „Hart zonder haat", met
veel kleur en gevoel voor detail be
schrijft. V,an Kampen heeft al meer
werken over Nieuw-Guinea op zijn naam
staan de trilogie „Jungle Pimpernel
b.v. die een mooi succes werd en
ook in dit boek weet hij de lezer te
boeien.
Een jonge, energieke, ja zelfs fana
tieke bestuurs-ambtenaar Nijland moet
zich realiseren, dat zijn vrouw Heieen
afkomstig uit het Haagse sociëty-
leven zich niet kan aanpassen aan
de moeilijkheden die Nieuw-Guinea pio
niers steil. Ze mist in haar man de echt
genoot, die haar terzijde staat in dat
dilemma. N\jland is immers vóór alles
bestuursambtenaar. Een missionaris,
die wil helpen, weet slechts een tijde
lijke verbetering te bewerkstelligen.
Een collega van Nijland, die gewond is
en door Heieen verzorgd wordt, maakt
de verwijdering nog groter. Het wordt
een echte tragedie, die leidt tot een
ongelukkige dood van de bestuursamb
tenaar. Zijn vrouw, nu wel door Nieuw-
Guinea gegrepen, vindt een andere le
venstaak, n.l. verpleegster van melaat
sen.
„Hart zonder haat", uitgegeven bij
C. de Boer jr. te Hilversum, is een
mooi boek, waarmee Van Kampen
opnieuw ons van zijn schrijftalent en
van zijn kennis van die aparte sfeer in
Nieuw-Guinea laat genieten. G.L.