m Zomermode in Parijs NET ALS OP HET SPORTVELD Hup-hup-roepers en fluiters in de Italiaanse mode-arena H' In Florence: silhouet dat als steel omhoog schiet Anders eten dan gewoon Kookboeken voor alle smaken COUTURE NEIGT STERK NAAR VEREENVOUDIGING W Hoedenparade Parijs ■BH D Mannequins van zeventien m Kleermaker van de koninginnen Tropenhelm re levé. cloche matelotpet en Amerikaanse bob af. HM- Vlekkenboekje Mevr. Roosevelt meest bewonderd Met - geweven stoffen i Jf Met spiedend oog door de natuur Hart zonder haat VRIJDAG 27 JANUARI 1961 PAGINA 7 oonaangevende Franse con fectie is dit modél van Tiktiner. De rok is geplis- seerd, het materiaal dacron en ijle katoen, de kleur caramal. lllfl! V" """'""iiiiiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiinuiiiiiiiiiiiiiiii liiiiinii ii ii ii 3i mimi win! ii nu iiiiiiimiwM minimi milium Een groot Brits papierconcern en een textielfirma hebben in Lon den bekendgemaakt, dat zij een nieuwe maatschappij zullen vormen voor proeven met de vervaardiging van met-geweven stoffen. De werkzaamheden van de maat man?,?1;' ZUll"n aanvankelijk experi- later over'te' ,7" het is de b6d°eling «iet-geweven iw? t0t de Produktie va" «en nieuwe n' Dit ziJn stoffen Van dere wij2e ,SarnensteHing> die op an- Worden verJTT d°0r weven of breien ervaardigd. FLORENCE, januari, et is op het terrein van de mode al bijna hetzelfde ais op het sportveld. De toeschouwers ver delen zich in twee groepen: hup-roe- pers en fluiters. Na iedere twee defi le's in het palazzo Pitti volgt een pau ze, waarin de bekwaamheden en de nieuwe lijnen van de één worden afge wogen tegen die van de ander. Daar de resultaten van de match niet in cijfers worden uitgedrukt, maar indivi dueel vastgesteld, komt het niet tot bokspartijen onder de kopers en jour nalisten. Wij vrezen, dat de namen van de in deze Italiaanse mode-arena strij dende partijen u misschien even wei nig zullen zeggen als ons de namen van de elftallen, maar wij willen toch een paar ontwerpers noteren, die van zich doen spreken. Het echtpaar Simo- netta en Fabiani heeft de meeste be wonderaars. Zij hebben ieder een eigen atelier en ontwerpen hun modellen ge heel zelfstandig. Hun ideeën-associatie schijnt echter zo volkomen te zijn, dat de grote overeenkomst in hun produk- tie opvalt. Dit tweetal voelt ook het best de mo derne tijd aan. Dit komt duidelijk tot stinnen van het witte doek, en gaf meestal te veel van het goede. Te veel bontgarnering, te veel kunstro zen en bloemmotieven. Deze keer heeft hij zich op vereenvoudiging toe gelegd: simpele mantelpakjes, rok jes tot drie cm. onder de knie, jur ken met een ceintuur, doch deze ver beteringen vermogen niet de anti- Schuberth's met hem te verzoenen. Vooral in de stoffen is veel nieuws en moois te .ontdekken. Deze keer voerde shantungweefsel de boventoon: zijden, katoenen, wollen en zelfs organdis-shan- tung. Voor zomermantels zal een gro ve en soms ongelijk geweven ottoman gebruikt worden. Er zijn veel combi naties van terital en wol, zijde prion en mussbryl of hoe die synthetische weefsels al mogen heten. In bijna iede re collectie zien wij enige modellen van soepel en uiterst licht chiffon, 01 doorzichtige mousseline, die in eer, enorme kwantiteit worden verwerkt, zodat alles om de figuur waait en flad dert, dat het een lieve lust is. Als er dan nog een hoed met Iarfer of kamde struisveren bij gedragen wordt wemelt het ons voor de ogen. Meter zijn de mantels van voile of zelfs van Een der Deense interieurs op de textielbeurs in de Amsterdamse R.AI.: een kait, ronde eettafel van teak en teakhouten stoelen. uiting in hun double-face capes en man tels. Madame maakt een kledingstuk, dat aan de voorzijde mantel is en waar aan de zijnaden een cape beves tigd is. Als wjj het te warm krijgen kan die worden opengeslagen en over de schouders geworpen. Monsieur lan ceert een robotmodel, dat uit vierkan ten en rechthoeken bestaat met op iedere hoek een grote knoop van rood bergkristal. De ronde schouderlijn van het vorig jaar zet zich bij beiden voort tot over de mouwen. Simonetta laat ze zeer wijd en stijf uitstaan, bij Fa biani zijn ze iets soepeler. De traditio nele ondemaad van de mouw is ver dwenen. Zo'n in vorm geknipte ballon heeft altijd de naad precies boven op de arm. Dit echtpaar weet wat stijl is. Het boetseert zijn modellen in een voudige, maar verantwoorde vormen. Deze strenge opvatting wordt verbro ken in de cocktail- en avondtoiletten, die ceintuurloos en schijnbaar zonder naad, toch taille en heupen aanduiden en een enkele bescheiden drapering of strik hebben. Schuberth, „il sarto delle regine" (de kleermaker van de konin ginnen) |enoemd, is in Floren- ce de steen des aanstoots. Hij heeft jarenlang zijn collectie afgestemd on de smaak van zpn klanten: Sorava van Perzië, Lollo en Loren de vor- Zuidwesterzo zouden wij dit model van Italiaans stro van Claude St. Cyr willen noemen. tule, die geen bepaalde functie hebben, maar wel elegant staan. Kleuren: alle nuances van de regen boog, maar weinig wit en marineblauw. In Florence werd ook ruime aan dacht aan bruid en bruidegom be steed. Links: een bruidstoilet van Vito. De schouders en armen zijn geborduurd met witte bloemen. De sluier valt over de japon. De brui- degom is aangekleed door Brioni. Rechts: een exclusieve bruidsjapon van Marucelli. Opvallend zijn de stroken. De laatste avond van de Floren tijnse show kregen wij de klap op de vuurpijl met de collectie van Patrick de Barentzen. Hij begon evenals de athleten kalmpjes aan: hemdjurken met in de taille een door- IIIIIII III III II It IIII III! II III II III III tlllllllltltlllllilllll II IllllllllllllUIII II i II HUH Mill I! Illll III III III III 11111111111111111111111111111111111111111 IIIIIIIUIII llllllllllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiulllllllllUIIUIIIIUIUIItlUUIUIIIIIUIIIIIIIItlllUIIUIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIllUIIIIIIIIIIIIIIIIIII ëe.regen elastiek, maar daarna ging de taulelijn van voren naar boven en van achteren naar beneden. Als u daaraan een ruim aangezet rokje denkt, laten wij aan u de indruk, die deze modellen wekken. Er ging een gefluister door de zaal. Bij de lange avondtoiletten ech ter, waar de ruimte aan de voorkant zo opgevoerd werd, dat de draagsters nu heus in gezegende omstandigheden schenen te verkeren, kwam er aan het gelach en applaus geen einde. Het applaus was natuurlijk voor de durf, waarmee Barentzen met de schaar en met kleuren omspringt. Wij menen dan ook. dat hij beter thuishoort onder de beoefenaars van de abstracte kunst, dan onder de „haute-couture", want van het kleermakersvak is er niet veel bi). Als wij zes dagen van shows met de gebruikelijke cocktails en recepties achter de rug hebben, lijkt ons hoofd een shaker, waarin een al te grote hoeveelheid van smaken zich door el kaar mengt en waaruit zich pas lang zaam iets concreets begint te ontwik kelen. Wel kunnen wij u vast zeggen, dat de mode sterk naar vereenvou diging neigt. Geen onlogische versie ring dus. Dat zij over 't algemeen prak tisch en draagbaar zal zijn en veel nieuwe stoffen en sprankelende kleuren zal brengen. De taillelijn vertoont nei ging tot zakken, maar daar zij haar natuurlijke punt heeft verloren, zijn de ontwerpers het niet eens over het punt, waar zij haar zulien plaatsen. De zomer brengt zelden een revolutie in de mode en dus ook nu bouwden de meeste couturiers voort op de lijnen van vorige seizoenen, zoals de ronde schouderlijn, het ruime of dichtgeknoop te rugpand, de capemodellen, de bole ro en natuurlijk de korte vlotte jasjes op soms knievrije rokjes. G PARIJS, 25 januari. °rcel opent dit keer de e-ea i en.?arade met een collectie fti"deHe,?,.eliT geïnspireerd op de tvt» J U16 1 rITPn Pn iavon p-pjp mod© jaren en jaren geleden VervnaiU,ren; Deze hoeden hebben len en i!i -e retle en hoge ronde bol- Een nf ei"e naar beneden rondgebo gen brui randen. Om de bol is tijn znrio* ruche gelegd van zij of sa- dat de bol minder hoog lijkt. een rand h„Inod en hebben een rechte telo»« i? i un dus een soort van ma- geïmniri jZeer vcel hoofddeksels zijn rikanna«» .°P de bo1 van Ame- monumentale maar dan in het hoed» VWg SfoVol.JS be- de garn er ingT a noren rceL Platst staat uit een rose rnn« u deze be aardigste modelletjes i?„et.zbn a!ler' die men hier -Geranium" heet deze rode en groene toque met voile van Balmain. Amerikaanse hoedjes noemt omdat de dames uit de Verenigde Staten een voorliefde hebben voor zulke kleine gevalletjes. Behalve Orcel komt alleen Pierre Balmain met minuscuul kleine hoed jes. Dikwijls bestaan ze alleen uit een satijnen cirkel die erg schuin en naar voren op het hoofd is gezet. De hoog te van dergelijke modelletjes wordt aangegeven door een reep satijn of een bloem die op zij de lucht in- StAUe andere modisten hebben alleen hoeden met hoge ronde bollen, hoe vprschillend de modellen ook zijn. Ze weten maar al te goed dat de mode slechts langzaam evolueert. Wel zijn de bollen iets lager dan die in het na- jaar gelanceerd werden. Geen Fran- caise heeft die trouwens gedragen.... Men wilde hier alleen hoeden die geen astronomische hoogte bereikten. Een collectie kan natuurlijk met op een enkel model opgebouwd worden. Maar meer dan drie of vier verschil lende ziet men toch nooit. Wel wor den er tot in het oneindige variaties opgemaakt, want een collectie bestaat gauw uit een honderd hoeden Dit keer worden gelanceerd: de tropenhelm, de relevé, dat is de hoed waarvan de rand van voren is omge slagen, de breton, de min of meer grote cloche, de matelot, groot en klein, de pet met ronde stijve bol, zo als de jagers dragen en de Ameri kaanse bob. Wat a! die hoeden kenmerkt is hun grote soberheid. Het atelierwerk waar de damesmodisten zo van houden is uit de mode, tenminste als het duide lijk zichtbaar is. Voor de hoeden geldt nu hetzelfde als in de couture: men mag niet meer zien waarom een hoed van de haute mode zoveel werk eist. Dit is misschien een soort van sno bisme dat voor wat de couture be treft, al jaren bestaat. Het is dus het summum van ele gance als een hoed eenvoudig lijkt maar toch veel werk heeft vereist.... Barthet is daar dit jaar erg sterk in. Zijn cloches hebben dikwijls incrusta ties in dezelfde kleur, zo aangebracht dat ze nauwelijks opvallen. Soms is een grote ronde bol geheel van lusjes :f' i? Canotier van rood en groen bedrukte zij. gegarneerd met een bronskleurig geribd lint en een zilveren balletje. (Model Lanvin Castillo) picot gemaakt. Van een andere bol zag men niets anders dan lusjes picot de lucht insteken. Zo'n bol leek een soort van stekelvarken. Nieuw is het verwerken van twee soorten materiaal op één hoed. Een strobol met een rand van zij of een bol uit Iaize en satijn, ook wordt een lint dikwijls niet om de bol gelegd maar geïncrusteerd. De modisten heb ben allen dergelijke modellen in hun collecties, maar lieten er evenwel geen foto's van maken.... Diny K.-W. at zal er nu eigenlijk straks ,,mode zijn?" wilt u weten. Alles, behalve.het klassieke tailleurtje, de petticoat, de met een ceintuur ingesnoerde taille, de met borstnaadjes etcetera verkregen su per-buste vorm, het kokerrokje, de gro. te kraag en de lange mouw. Ner gens het type Lollobrigida dus, maar de lange platte jongedame uit de periode 1925 tot '30, een silhouet dat als een steel omhoog schiet en over- dekt wordt door een enorme noed. Want hoe en op welk uur van de dag de vrouw ook in het publiek zal ver schijnen, zij zal altijd een hoed dragen en welk een hoed! Een hoge afgeknotte kegel van zijde, een zeskantige bus of een cylinder van stro, een tiara van bloempjes en blaadjes, een gevaarte van tule, een wagenrad van stro met uitgekamde struisveren. De meest draagbare hoofddeksels voor de morgenuren zijn de fez-vormi- ge dingen van leer of grof gevlochten stro en voor de middag de flatteuze hoedjes van bloemen, die nu eens niet de pretentie hebben van echt te willen lijken, omdat zij gemaakt zijn van veel kleurig vilt. Onze grootmoeders knut selden ook al deze bloemen, maar dan zetten zij ze niet op haar hoofd, maar op volkomen nutteloze dingen zoals speldenkussens en sierkleedjes. Zelfs in haar avondtoilet zal madame 1961 niet ongedekt zijn. Zij zal enige gekruide vogelpennen in haar kapsel hebben, zij zal haar, met de nieuwe make-up van Elisabeth Arden bewerk te, gezicht omhullen met een hoes van tule en als het dan helemaal niet an ders kan zal zij een pruik opzetten. STINE PISANI uitgeverij C. A J. van Dis- hoeck te Bussum nGPtt mGt h3&r serie ..Praktische Boekjes" al menigeen zeer aan zich verplicht. In een bijzonder prettige vorm worden daarin op voor ieder begrijpelijke wijze allerlei interessante onderwerpen be handeld, waarvan men graag op de hoogte wil zijn. Spelenderwijze doet men aldus aardig wat kennis op die vooral daarom zo nuttig is, omdat ze geheel en al de praktijk van alle dag tracht te dienen. Enkele titels zullen U daarvan aanstonds overtuigen: Het koelkastboekje; Kaas cn Wijn; Mode en Stijl; Hoe houd ik kinderen bezig? Behangen en stofferen; Wat is antiek' Bloemen, planten en kruiden; Modern interieur enz. enz. Het laatste draaft als titel: Het viekkenboekje. Het is echt niet overdreven dit zeer leerzame boekje, geschreven door J. Petiet, voor elke huisvrouw onmisnaar te achten. En wel om de eenvoudige reden, die J. Spaander terecht in zijn voorwoord noemt, dat de textielindus trie een steeds groter aantal stoffen op de markt brengt, die hun eigen behan deling eisen, maar ook. omdat de vlek- kenmiddelen blijven toenemen. Boven dien komen er telkens nieuwe artikelen in gebruik, die een speciaal soort vlek ken maken, waar men geen raad tegen weet! Terecht waarschuwt de schrij ver met van hem te verwachten, dat hij overal en steeds het verlossende woord spreekt. Dat is eenvoudig onmo gelijk. Wil men met het bestrijden van vlek ken succes hebben, dan zal men drie dingen moeten kunnen vaststellen: het karakter van de vlek, de aard van de stof, waarop de vlek voorkomt, en het oplosmiddel en de wijze, waarop dit moet worden gebruikt. Dat het verkrij gen van zekerheid hierover niet altijd gemakkelijk is, ligt voor de hand. De auteur helpt U echter heel goed hier bij met duidelijke, algemene richtlij nen. Verder geeft hij nuttige aanwij zingen over het reinigen van tapijten, meubelbekleding en dikke weefsels en van Uw... auto! Tenslotte is er een al fabetische, zeer praktische vlekkenlijst. U ziet, een boekje, dat U heus niet zelden dankbaar zult consulteren. Voor de twaalfde maal ig mevrouw Eleanor Roosevelt gekozen tot de meest bewonderde vrouw in de Verenigde Staten. Op haar volgt Ma- mie Eisenhower. Mrs. Jacqueline Ken nedy staat op de zevende plaats. Al thans wat de publieke bewondering voor haar persoon betreft. Het ig het vermelden waard juist omdat de nieu we knappe presidentsvrouw juist is ge kozen tot de best geklede vrouw van de wereld. Als vrouw dwingt om haar prestaties, blijkens de keuze van het publiek, Patricia Nixon, de vrouw van de voomalige vice-president méér be wondering af. Zij staat op plaats zes van de lijst. Terecht heeft Helen Keiler, de doof stomme en blinde vrouw die het on danks haar handicap tot een grote in tellectuele ontwikkeling heeft gebracht, de vierde plaats gekregen van bewon deraars en bewonderaarsters, die in haar een voorbeeld zien van wat wils kracht ondanks de meest zware be lemmeringen vermag. Koningin Elizabeth van Engeland staat op plaats no. drie. Zjj verdient bewondering om de niet aflatende zelf discipline die haar leven vraagt en waarvan ze naar huiten toe nooit Iets laat merken. Het is echt geen sprookje om regerend vorstin te zjjn. Italiaanse voorjaarsmode, het katoenen pakje is van Legler. Ligt het aan de welvaart dat er zoveel kookboeken verschijnen? Zonder twijfel wordt er steeds beter en verfijnder gegeten. Ten eerste omdat men van gezondheid en voeding steeds meer afweet, ten tweede omdat de internationale uitwisseling op eik gebied is toegenomen. Daarbij vindt men ideeën en ingrediënten van overal en tenslotte is door de voedselindus trie alles in elk jaargetijde bereikbaar. Het is in de mode om anders te eten dan gewoon, al apprecieert lang niet iedereen de uit Amerika stammende gewoonte om naar hartelust hartig en loet te vermengen. Moeten we nu per se e^n plak ananas op een braaf bief stukje lekker vinden? En mag je nog wel eerlijk griezelen als je in net voorafje" dat kreeften-cocktail heet, na op een stuk kreeftenvlees gebeten te hebben, daarna je tanden voelt weg- zakken een door de saus gecamou fleerde part sinaasappel. eteneverandert ook. Tlke^generSfe paalde ^mair'feranderd^'fs ook het paate verschil dat er vroeger bestond fussen de maaltijden van de eenvoudi- e-en en d'1 overvloed aan de tateis dij degenen die van alles goed voorzien waren en waar bij feestelijke Se]eg heden zoveel gangen op elkaar volgden, dat men bij het overlezen van oude menuT zich afvraagt, hoe ze het in hemelsnaam allemaal konden verstou wen. Het zal ook wel vooral ten plezie- re van de mannen zijn geweest wan hoe konden de ingepende vrouwen het verwerken? Er is in de eetgewoonten een sterke nivellering ontstaan, precies als in het wonen en de wijze van kle den De eerstgenoemde groep eet be ter.' de tweede eenvoudiger. Iedereen koopt dezelfde pakjes soep, dezelfde blikken. In alle steden en dorpen wo nen huisvrouwen die gauw klaar wil len zijn. Misschien zal er ooit wel weer eens een nieuwe „eetcultuur ontstaan Het is onvermijdelijk dat de geschie denis af en toe met een bulldozer over het oude heengaat. Het is nodig nu en dan. In een Amerikaans pocketboekje dat we dezer dagen in handen kre gen. lazen we over de ongebreidelde eetgewoonten van sommige vroegere vorsten en vorstinnen. En de schrij ver Will Cuppy schijnt een buitenge woon consciëntieus vorser te zijn ge weest in oude kronieken, hij schreef heus niet zomaar iets neer. In zijn boekje „The decline and fall of prac tically everybody" kan men bijvoor beeld lezen in het hoofdstukje over „koninklijke magen" waaruit het sou per bestond van Lodewijk XIV. Dit avondmaal bevatte vier soorten soep, een patrijs, een fazant, een schotel sla. een flink stuk lamsbout, twee plakken ham, een aanzienlijk brok taart on nog een bergje andere zoe tigheden plus veel fruit. Daarna be gaf de vorst zich, voor zover hij nog in staat was zich te bewegen, naar zijn slaapvertrek, waar een koud buffet gereed stond voor geval Zijn Koninklijke Hoogheid des nachts honger mocht gevoelen. Maar hij be greep nooit, waar zijn nachtmerries vandaan kwamen. De Amerikaan die dit heeft opgetekend, voegt er ech ter aan toe, dat men zich geen zor gen hoeft te maken over al die soep aan het begin, want Lodewijk de Veertiende was een spilzuchtig heer en het staat niet vast dat alle soep je iö IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIUIIIIIUIIIIIIIIIUIIIIIIIUIIIIIIUUIUIIIIUIIIIIIIIIIIIlllllllllllllll PARIJS, 24 jan. Deze foto is van de jongste en kleinste mannequin, die deze week in Parijs bij de openings week van de voorjaarsmode modellen toont. Hélène April is zeventien jaar en meet één meter zesenvijftig. Ze is in dienst bij Nina Ricci, wier laatste col lectie, ontworpen door de Belg Jules Crahay, een houvast bood van realiteit in de steeds onwezenlijker mode. Maan dag begonnen in Parijs de shows van de voorjaarscollecties, die uiteindelijk toch weer bepalend zijn voor het gezicht van de mode. Er is, zoals wij al eerder op deze pagina berichtten, een strijd ont brand omdat zoveel mooie buitenland se meisjes als mannequin of fotomodel in Parjjs werken. Waar echter tegen over staat, dat ook veel Franse mooie meisjes ih de Verenigde Staten een baantje hebben in de modewereld. De me st exotische mannequin, die in Parijs haar intrede heeft gedaan en wel bij Jacues Estérel, de ontwerper-lied jeszanger, is een Algerijnse, met de poëtische naam Yasmina. Yasmina Ka di is ook pas zeventien en dochter van een eenvoudige Berber. Maar ze hoeft niet meer te leren om haar loop te ver beteren met een stapel boeken op haar hoofd, want ze heeft de vorstelijke gang van alle vrouwen die gewend zijn een kruik water op het hoofd te dragen, zoals zjj zelf gedaan heeft, en ook haar moeder en haar grootmoeder. Die na tuurlijk gracieuze wijze om zich te be wegen trof Estérel bij de jonge Yasmi na, die op een Algerijnse dansschool les nam. Ze gaat zich nu in Parijs vestigen als mannequin. Voor vijf jaar, zoals ze zegt. om dan naar Algerije terug te ke ren en het eerste couturehuis in Afri ka te vestigen! Overigens is de Parijse modewe reld niet zo frivool of er xomen ook roepingen uit voort. De eenen twintig-jarige Myriam JoyeUx, die op het atelier bij Cardin werkte, treedt over enkele dage- in bij de Dochters van Wijsheid. Ze hoopt haar opgedane kennis met de naald in de hogeschool der cou ture later te benutten bij het onder wijs dat ze op school zal geven. Dat ze het vrije leven in Parijs heeft leren kennen, beschouwt ze als een ervaring, die verrijkenc. is geweest voordat ze de grote stap gaat zetten. Hélène April, de jongste en kleinste mannequin in Parijs. Hélène, die pas zeventien jaar oud en 1.56 m groot is, showt by het beroemde modehuis Nina Ricci. op de plaats van bestemming ook belandde. Maar sindsdien heeft de mens heel wat geleerd en ontdekt over zichzelf en zijn voedsel, het leven is veel min der spel en veel meer organisatie ge worden en de culinaire geheimen zit ten tegenwoordig samengepropt in poc kets. Zo bevat het nieuwe „Prisma Kook boek" van Mia Snelder, een uit gave van het Spectrum, een onge lofelijke hoeveelheid recepten, op waar lijk „uitgekookte" wijze bijeenge bracht. Ze volgt namelijk een nieuw systeem en wel dat van het basis-re cept. Ze geeft bijvoorbeeld het basis recept van een witte saus, wat voor elke beginnelinge prettig is, en laat dan daarop alle mogelijkheden volgen om er een champignonsaus, een gar nalensaus of een kerriesaus van te ma ken. Zo vergaat het de soep, de ome let, de gesudderde vis, de, macaroni. Het is een bijzonder praktisch boekje maar het heeft „les défauts Je ses qua- lités" en dat is. dat de zakelijkheid het wint van de „gezelligheid" (het ll meer een spoorboekje dan een smeu ïge keukengids) en dat de letters waar mee het register is aangegeven erg griezelig zijn. Dat register toont overi gens, welke zorg de samenstelster aan deze uitgaaf heeft besteed, want be halve een Nederlands is er ook een Frans register. Mia Snelder, kooklerares van haar vak en culinair medewerkster aan ver schillende bladen, weet haar stof zo op te dienen, dat ze met een minimum aan woorden zoveel mogelijk zegt, en ook vaktechnisch duidelijk maakt. De kook-poëzie laat ze voor, wat die is. Daar zijn genoeg boekjes over. Zij geeft nuchter, precies, zonder omhaal en daardoor zeer efficiënt wat de huis vrouw wil weten. Kookboeken zijn er voor alle sma ken. Voor liefhebbers van omelet is er een boekje verschenen bij Uitge verij „Het gouden Spoor" in Antwer pen, over „Omeletten, flensjes, pan nekoeken". Onze Zuiderburen weten daar wel iets van. In dit omelet boekje van L. S. Looy staan niet min der dan tweehonderdenvijftig wijzen om een omelet op tafel te brengen: „het gerecht waarmee men vriend schap sluit en waaraan men zich regel matig te goed kan doen". De fijnproe ver is hier aan het woord, die eerst de pan en de te gebruiken warmte nauw keurig beschrijft, „vermits de dikte van de bodem in nauw verband staat met de hitte". Overigens zegt de „Ome- lette royale" al, zoals het voorwoord vermeldt, dat het sinds eeuwen ko ninklijk eten is! A. Bgl. Een van de fraaiste natuurboeken die de laatste jaren verschenen zjjn is de uitgave „Met spiedend oog door de natuur" (N.V. Gebr. Zomer en Keunings uitgeversmij - Wa peningen). Zestig fotografen hebben er m totaal 300 opnamen voor beschik baar gesteld, waarin de schoonheid van fauna en flora op vaak adem benemende wijze naar voren komt. Het boek bevat veel nieuwe unieke vogelopnamen, maar het beperkt zich niet tot de voor fotografen altijd dank bare avifauna: het bevat ook foto's van zoogdieren, insecten. planten, waterdieren en zelfs fossielen en ze zyn allemaal fraai en interessant. Extra verrassend zijn kleurenopnamen zoals die van de grote kneu in een omlysting van bessen, in kleuren van groen tot blauw-zwart, met bloedrood als dominant. De teksten in dit kostbare platenboek nemen een ondergeschikte plaats in, maar dit betekent niet, dat ze on belangrijk zjjn. De schrijver, Franz, A. Roedelberger, en de bewerker A. B. Wigman, hebber geen poging gedaan om encyclopaedische volledig heid te bereiken. Zich beperkend tot enkele saillante bijzonderheden geven ze een zeer interessante aanvulling op de beelden. V. L. Tegen het grillig en grimmig décor van de jungle, het modderige moe ras, de eindeloze regenbossen, de angstaanjagende geluiden van de nacht en het doen en laten van de meest pri mitieve Papoea's van ongecultiveerd Nieuw-Guinea, speelt zich het drama af, dat Anthony van Kampen in zijn nieuwste boek „Hart zonder haat", met veel kleur en gevoel voor detail be schrijft. V,an Kampen heeft al meer werken over Nieuw-Guinea op zijn naam staan de trilogie „Jungle Pimpernel b.v. die een mooi succes werd en ook in dit boek weet hij de lezer te boeien. Een jonge, energieke, ja zelfs fana tieke bestuurs-ambtenaar Nijland moet zich realiseren, dat zijn vrouw Heieen afkomstig uit het Haagse sociëty- leven zich niet kan aanpassen aan de moeilijkheden die Nieuw-Guinea pio niers steil. Ze mist in haar man de echt genoot, die haar terzijde staat in dat dilemma. N\jland is immers vóór alles bestuursambtenaar. Een missionaris, die wil helpen, weet slechts een tijde lijke verbetering te bewerkstelligen. Een collega van Nijland, die gewond is en door Heieen verzorgd wordt, maakt de verwijdering nog groter. Het wordt een echte tragedie, die leidt tot een ongelukkige dood van de bestuursamb tenaar. Zijn vrouw, nu wel door Nieuw- Guinea gegrepen, vindt een andere le venstaak, n.l. verpleegster van melaat sen. „Hart zonder haat", uitgegeven bij C. de Boer jr. te Hilversum, is een mooi boek, waarmee Van Kampen opnieuw ons van zijn schrijftalent en van zijn kennis van die aparte sfeer in Nieuw-Guinea laat genieten. G.L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 7