5
1
CUBA
wordt
bedroi
iee
O
1
Brief van een schismatieke „prelaat"
D
LONBENSE BRIEF
M
D
ANTI-GODSDIENSTIGE PROPAGANDA
„Patriottisch onderwijs"
is van Marxistische aard
„Yankee"-
instituut
Merkwaardige konijntjes in De Lier
Expositie van Berlijn
Al wat leeft en groeit
Bijzondere uitgave van Proost's Prikkels
nnrirrr
Jenny's PI
ace
Uil Mexico
POLITIEK DEBAT
IN STRAATSBURG
Het graf Van een Indiaanse Hoeveel diamanten |i
in de kroon?Waarom Jonsons kist overeind staat
DONDERDAG 2 MAART 1961
PAGINA
Op verscheidene plaatsen in het
land werden mij gevallen ge
meld van geheel willekeurige
Arrestaties, of in ieder geval: arres
taties zonder opgave van motief.
Êen advocaat, die verscheidene da
gen zijn best deed om er achter te
Wen, waarom de echtgenoot van
e?n van zijn medewerksters was ge
arresteerd kreeg tenslotte dit ant
woord: „Omdat hij zich verzet heeft,
toen men hem kwam halen".
•.Maar waarom kwam men hem dan
halen?" )Dan had hij maar geen
nntfx?1" ^^ten bieden'', was het enige
men °°rd' dat hi-i kree&> ook al ga
ziin grif toe> dat de gevangene bij
rn ..Verzet" geen gebruik had ge-
-aakt van wapens en zelfs geen
aPpen had uitgedeeld. Alleeen dit
•.orzet" wag jn de ogen van de auto-
l e'ten voldoende om zijn arrestatie
jpRechtvaardigen en het gebrek aan
=oere andere uitleg verhinderde niet,
de „schuldige" nog weken daar-
bli.Werd vastgehouden. Op het ogen-
j,dat de advocaat mij zijn ver-
v ai deed, was hij nog niet op vrije
oeten.
Indoctrinatie
Verbannen"
iiinnnnnniiiiiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiHiiiiiiiuuiiiMiii,
ÜSPI
f- e bijna 20 iaar Presi
dent van Cuba is geweest, en die een
waar schrikbewind heeft uitgeoefend.
Een claque
VII
!nniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiininiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiinniiiiiiiiniUHniitiniI|iiniMni«n||i|""i"|||,|,|iiiiniinimn'
SHOW YOUR
RACE i
Aanvallen van Castro op
Cubaanse geestelijkheid
een echte, hij staat aan onze kant". En
de ander antwoordde: „Net als die bis
schop uit Mexico. Je liebt toch in de
krant gelezen, wat hij gezegd heeft".
Voor ik deze laatste opmerking op
ving, had ik nooit kunnen vermoeden,
dat een brief, die verscheidene dagen
tevoren gepubliceerd was door ,,La
Calle en verscheidene andere bladen,
kon,!1 W wantoestanden, die kenmer-
Men 2 ,v?or ahe totalitaire stelsels,
fommuni^c Pleer in het bijzonder het
hoort hni'Svi 5 watermerk, als men
Sen dienstne™- gaat met de Sedwon"
retisch sa"i?lng in de militie (theo-
eï in de beweg,Wld uit vrijwilligers)
bellen (waarvan van de Jonge Re;
is verzekerd i« de leden, naar mij
onderwijs te' vniO'erboden godsdienst-
gezien, die een Ik heb de brief
Van veertien jaar winkelbediende
rijn baas. Hij zette a geschreven aan
hij zich als gevolg van arin uiteen, dat
omgeving op hem uitrw druk, die zijn
Sen had gezien zich de' gedwon-
ae toesiemmmg eoi,.: u uaarvoor
adders, die woedend waren 91\r.van zi-1n
vader, die zelf nog wel com™,, huis"
Ohetesteerde ook tegen de J was,
«ader soortgelijke omstandighBi?l3ving
van zijn zoons. Hij had Voa Ya.n
te,?6 stappen bij de autoriteiten
biilShdernemen vóór hij wist Wa.f
'erjarig kind zich bevond. Z1)n
ts^en van de zorgen, die talrijke
holieken vervult, is 6e indoctrina
F1®.. waaraan de jongeren in deze re
yolutionaire bewegingen worden on
verworpen. „Men politiseert d'
e^gd", heeft een jurist tegen mii
e®Zegd, „De propaganda, die u in
a. Pers kunt zien, doet daar dienst
..Patriottisch" onderwijs en het
de )Ve'dra ook de leerstof worden van
die §ere scholen." Een diplomaat,
We ennis droeg van het nieuwe ont-
- ,rP voor een wet op de opvoeding,
tam -gen mij: „Het is een typisch to-
v'"aire en marxistische wet". De
Va» eamste inspiratie ervoor komt
vaa Carlos Rafael Rodriguez, het
Sek amste lid van de commumsti-
co™ Partij, hoofdredacteur van het
stan ?Tnistische dagblad in de hoofd-
Ve u i'H°y" en hoogleraar aan de uni-
PoliV i'l" invloed op de cultuur-
blikh van Cuba wordt op het ogen-
Zou do.or niemand geëvenaard. Hij
SovieA'.nd december nog naar de
ste me. gaan om daar de nieuw-
ren 'Pv°edingsmethoden te bestude-
Wem j uaarna zou hij zijn wetsont-
gerin» i tief door de Cubaanse re-
"s laten aannemen.
ïe sn™ue feiten bij elkaar zonder
hijkans „n over de nationalisatie van
gen (in hjt.e commerciële ondernemin-
'e eerst m,et de belofte van Fidel,
eUrditeit" gezegd.bad, dat dat een ,,ab-
Darti, i,v°U z?jn'> de confiscatie van
culiere investeringen die hij
eerst gezegd had te willen „aanmoedi
gen" over het huisvestingssysteem,
dat de burger thans verhindert te ver
huizen zonder machtiging van de staat,
enz. enz. vormen naar het oordeel
van de meerderheid der katholieken
een bundel overtuigende bewijzen: in
het binnenland is de zonder meer com
munistische oriëntering van de Revol-
lutie voor hen net zo evident als de so
lidariteit van Cuba in de buitenlandse
politiek met het Sovjetblok. Daar ko
men dan op het religieuze vlak enkele
zeer verontrustendê verschijnselen bij:
de aanvallen op de Kerk in de pers en
in de redevoeringen van de autoriteiten,
terwijl iedere openbare uiting van anti
communistische gevoelens wordt be
schouwd als een „contra-revolutionai
re" en „anti-patriottische" daad.
In ó'e antikelen of redevoeringen van
officiële personen waarin de Kerk werd
aangevallen, hebben sommigen tot
vopr kort een actie van onverantwoor
delijke elementen gezien, of zij hebben
die activiteiten althans niet direct in
verband willen brengen met de offici
ële politiek. Maar de laatste tijd hebben
„mm
zij deze visie moeten herzien. Wat moet
men onder deze omstandigheden bij
voorbeeld denken van bepaalde teksten
in de officiële pers, of van verklarin
gen van leiders van verscheidene re
geringsinstellingen? Toen ik op Cuba
was, werd door „Adelante", een of
ficieel blad uit de provincie Santa Cla
ra, een lang artikel tgepubliceerd dat
wilde aantonen dat het katholicisme
het christendom had verraden. Deze
methode van anti-katholieke propagan
da was naar de vorm al even typisch
communistisch als dat het geval was
met de druk die op zekere groepen
mensen wordt uitgeoefend. Een leraar
van het middelbaar onderwijs vertelde
h°e men het lerarencorps van zijn
schooi bijeengeroepen had, om alle le
raren één voor één een verklaring te la
ten tekenen waarin die collega's die
uit het land gevlucht waren van ver
raad werden beschuldigd. (Mensen die
in de zomer van het vorig jaar van een
bezoek aan Polen terugkeerden, heb
ben mij ook dergelijke feiten verteld).
Naar men zegt, zijn bijna 100.000 Cuba
nen naar het buitenland gevlucht en
de pers publiceert herhaaldelijk lijsten
van advocaten, artsen, ingenieurs etc.
die voor „verraders" worden uitge
maakt en die, als zodanig, „verban
nen" zijn. (In werkelijkheid gaat het
bijna altijd om mensen die het land
reeds verlaten hebben).
Als men de kranten aandachtig
leest, ontdekt men vaak kleine onop
vallende berichten ter ondersteuning
van de anti-godsdienstige propagan
da, zoals dat in de landen van het
oostelijk blok gebeurt. „Een Ameri
kaanse priester heeft een jong meisje
geschaakt", of „Op de school te X
geven zusters aan de jonge meisjes
tegennatuurlijke sexuele voorlichting,
waardoor de leerlingen later niet in
staat zullen zijn een gelukkig leven
te leiden" etc.
De revolutionaire katholieken blijven
beweren, dat Fidel Castro deze opvat
tingen niet deelt. Als hij deze propa
ganda stilzwijgend toestaat, zo zeggen
deze katholieken, komt dat, omdat hij
de communisten niet kan beletten zich
zelf te zijn. Op het ogenblik kan hij die
communisten als bondgenoten nog niet
missen, zo luidt hun betoog. Maar sinds
Castro's redevoering van 27 november
1960 is deze visie van de revolutionaire
katholieken niet langer houdbaar.
Op die zondagavond stond ik midden
tussen de menigte aan de voet van
de trappen van de Universiteit van Ha
vana. De Revolutie herdacht de mar
teldood van enige studenten van de Me
dische Faculteit, die in 1871 het slacht
offer waren geworden van het Spaanse
kolonialisme. Castro begon met een hef
tige aanval op bepaalde universitaire
kringen, die hij als „haarden van de
contra-revolutie" betitelde. Vervolgens
richtte hij zich tegen de katholieke on
derwijsinstellingen, waar men vol
gens hem de haat tegen het volk
onderwijst. Hij zei, dat de katholieke
universiteit van Villaneuva een „Yan-
kee"-instituut was, en hij ging te keer
tegen bepaalde priesters die hij be
schreef als „beulen in soutanes".
Op dat ogenblik werd hij plotseling
door de menigte in de rede gevallen,
en de mensen riepen verscheidene
keren achtereen; Fidel, seguro! a
los curas dalle duro!" (Toe maar, Fi
del, geef die priesters er flink van
langs). Deze leuze had ik nog niet
eerder gehoord, maar de woorden
werden door zoveel mensen tegelijk
uitgeroepen, dat de zaak kennelijk in
scène gezet was. (ik had overigens
al eerder van een dergelijke „claque"
gehoord. Een paar dagen tevoren
had een soldaat mij verteld, dat mi
litairen vrijkaartjes krijgen voor de
bioscoop, waar ze dan in burgerkle
ding naar toe gaan. Zij begeven zich
onder het publiek, om op te van
gen wat de mensen zeggen en om
tijdens het journaal(l) op de juiste
ogenblikken te klappen).
Maar, om op de rede van Castro te
rug te komen: de „clou" van zijn
speech moest nog komen. De Cubaanse
premier had ook nog de priesters van
het platteland aangevallen, die even
als eertijds de Batistische politici,
steekpenningen zouden hebben aange
nomen. Hij zei, dat het volk heel goed
wist, waar de ware farizeeërs en de
ware „anti-Christen" gezocht moesten
worden, en hij beweerde, dat bepaalde
priesters die de Revolutie afwezen
niet uit godsdienstige motieven handel
den, maar dat zij zich lieten leiden
door economische belangen.
Plotseling riep hij uit: „Hier, op de
ze tribune, zijn al deze waarheden al
gezegd door een waardige katholieke
priester". Hij doelde op de heer Lence,
wiens reputatie bij alle welingelichte
katholieken helaas zeer slecht was.
Maar Castro die hem niet kon ne
geren gebruikte hem bij deze gele
genheid als het voorbeeld van „een
waardig priester". Zijn toehoorders,
voor het merendeel arbeiders en klei
ne ambtenaren, schenen de carrière
van de heer Lence niet te kennen. Ik
hoorde iemand tegen zijn buurman zeg
gen: „Ja, dat is een goede priester,
v
Fidel Castro bij zijn intocht in Havana in januari 1959, toen hij Batista verdreven had.
zó zou worden opgevat door het volk.
Hat K een stuk, dat het op
schrift dr°eg- De Mexicaanse Katho
lieke Apostolische Kerk, en dat onder
tekend was door José-Xavier Cortes,
Vicaris-generaal van Mexico. De brief
bevatte een hartelijke gelukwens voor
de heer Lence, die geprezen werd om
zijn samenwerking met de Revolutie en
°™-„ z'An voorbeeldige houding. Aange
zien de brief van geen enkele toelich-
vnlk wet a2Si?len'/noest het Cubaanse
volk wel denken, dat het schrijven af-
ksthtllfif\'an een prelaat van de
m^hoiH ifo J k Mexico. In werke-
aiï J v, men ler te doen met een
eeeofimvvï overlevenden van de
geestelijkheid van de schismatieke
kerk' j e,In ^et begin van deze eeuw
F je Mexlcaanse revolutie was in
gesteld. De persoon in kwestie is trou
wens helemaal geen priester, en de
beweging die hij vertegenwoordigt,
heeft op het ogenblik in Mexico niet de
minste invloed meer.
(Nadruk verboden)
n het Westlandse dorp De Lier zijn de konijntjes van de heer Chr Pellikaa
aan de Prinses Wilhelminastraat 40 het onderwerp van het gesprek van de
dag. Het is al een paar weken geleden, dat de worp van negen konijnen,
babies ter wereld kwam. Een van de negen was slechts zes centimeter lang
en stierf spoedig na de geboorte. De acht overigen groeiden normaal op en
niemand had er iets bijzonders aan gemerkt, tot bleek, ie komjntjes s]!ec_
één oor hebben. Zij dragen het zelfs als een horentje midden op de kop. E
vierde konijntje heeft in het geheel geen oren. i...if
De 83-jarige heer Pellikaan, die al vijftig aar konijnen houdt, heeft nog nooit
eerder dergelijke afwijkingen gezien.
vens nog eens overzichtelijk bij el
kaar ziet, maakt dit toch weer op
nieuw een grote indruk. Er^ zijn ook
(1) Een schrijver vertelde me, dat hij
er bij was geweest, toen het volk de
Verklaring van Havana goedkeurde.
„Op de plaats waar ik mij in de me
nigte bevond, kon men geen woord
verstaan van wat Fidel zei. Maar toen
hij riep, of men de verklaring wilde
goedkeuren, gaf iedereen een instem
mend antwoord. De mensen laten zich
ophitsen. Het is een ongezonde toe
stand", aldus mijn zegsman.
STRAATSBURG, 2 maart (ANP)
De raadgevende vergadering van de
Raad van Europa, waarin 132 parle
mentaire afgevaardigden uit 15 Europe
se landen zitting hebben, is gisteren de
maartzitting begonnen met een alge
meen politiek debat, dat thans nog
voortduurt. Waarnemers uit Zwitser
land, dat zich uit hoofde van strikte
neutraliteit afzijdig houdt, woonden
het debat voor het eerst bij. Er wordt
gesproken over de mogelijkheden tot
samengaan tussen de Europese Zes en
Zeven.
e Berlijners weten hoe zij de be
langstelling van de wereld voor
hun stad warm moeten houden.
Ze organiseren graag internatio
nale congressen, ze ontvangen jaar
lijks stromen journalisten, ze drukken
hun gasten een speldje in de revers
met een afbeelding van de Branden
burger Tor, ze verspreiden sigaretten-
dovers in de vorm van de Berlijnse
beer enz. enz. Bij de middelen, die
benut worden om de gedachte „Ber
lijn, bolwerk van de vrijheid'' Jn
brede kring uit te dragen, behoort
ook een reizende tentoonstelling, wel
ke zo pas een tournee heeft gemaakt
door Zwitserland en Zuid-Frankrijk
en nu voor enkele maanden in ons
land is gekomen.
In de grafelijke zalen op het Bin
nenhof is deze expositie thans voor
het eerst te bezichtigen. De senator
van Economische Zaken van West-
BerRjn, dr. p. Hertz balling in
de nazi tijd was naar Den Haag
overgekomen voor de officiële ope
ning woensdag in aanwezigheid van
vele belangstellenden uit het Neder
landse politieke leven en uit de krin
gen van het corps diplomatique. De
staatssecretarissen Van Houten en Stij-
kel vertegenwoordigden de regering.
De tentoonstelling geeft een duide
lijk beeld van het probleem-Berlijn;
de deplorabele toestand, waarin de
stad verkeerde na het eind van de
oorlog; de gebeurtenissen, die leidden
tot de absurde splitsing; de blokka
de en de luchtbrug; het vluchtelingen
vraagstuk en nog vele andere pun
ten uit de geschiedenis en het leven
van deze bijzonder interessante stad.
Vele van de beelden, die hier getoond
worden, zijn bekend iedereen heeft
wel eens een foto gezien van de
waarschuwende borden aan de secto-
rengrens maar als men de gege-
pleteerd wordt met gegevens van de
vroegere geschiedenis en met Berlijn
se kunstvoortbrengselen.
De expositie, die gratis toegangkelijk
is, blijft tot 11 maart in Den Haag;
van 15 tot 24 maart komt zij in ae
Flevozaal in Rotterdam, vervolgens
in Amsterdam en Utrecht en waar
schijnlijk zullen daarna ook nog het
noorden, oosten en zuiden van het
land aan de beurt komen.
nder het motto „Al wat leeft en
groeit" zal van 31 augustus tot
16 september in het Groninger
Stadspark de intern, tuinbouw-
en bloementeeltshow MG 61 wor
den gehouden. Deze expositie wordt In
de nacht van 30 op 31 augustus om nul
uur nul geopend door het ontsteken
van een groot aantal lichten.
Het tentoonstellingsterrein in het
fraaie stadspark is direct aan de nieu
we rijksweg 43 van Groningen naar
Amsterdam gelegen. Aan overdekte
expositiehallen, die elk tien meter hoog
zijn, is in totaal ongeveer tienduizend
m2 voor exposanten beschikbaar.
Drie grote kassen zullen eveneens als
tentoonstellingsruimte worden inge
richt; zij vormen de overgang van net
buitenterrein naar de overdekte expo
sitie.
Het buitenterrein wordt voor een
aanzienlijk deel ingenomen door bij
zondere tuinen, als bijvoorbeeld een
blindentuin, een rozentuin en een tuin,
die in de zestiende eeuw de liefdestuin
werd genoemd.
Er komen speciaal ingezaaide ga
zons en water- en rotspartijen. Het ligt
in de bedoeling van de organisatoren
van deze tentoonstelling, mens en re
creatie in hun contact en verbinding
met bloem en plant in allerlei facetten
binnen het kader van de expositie te
brengen. Er wordt daarom ook aan
dacht besteed aan het kamperen, de
mode, de watersport en het toerisme.
tekeningen te zien van Berlijnse kin
deren, die de verdeeldheid van hun
stad treffend tot uitdrukking hebben
gebracht. Daarnaast wordt ook ge
toond hoe Berlijn zijn moeilqkheden
te boven is gekomen het herstel
van de industrie, de wederopbouw,
de recreatie van de Berlpners enz.
terwijl de tentoonstelling gecom-
mum,urn
Op het grote middenterrein van de
renbaan van het Stadspark zijn diver
se grote manifestaties. Er zijn contac
ten gelegd met o.a. organisaties en In
stellingen in noordwest-Duitsland. Men
verwacht minstens tweehonderddui
zend bezoekers.
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimuimiiiiiiiiiiHiiiiimmiiiiiiiiiiiia
atoaka, beter bekend
onder haar bijnaam
Pocahontas, was een
mooi Indiaans meisje,
en alleen al daarom het ge
denken waard. Maar haar
schoonheid was niet alles. Zij
werd gegijzeld door de kolo
nisten van Virginia en ging
vervolgens over tot het chris
tendom en ontving een nieu
we naam, Rebecca. Zij huw
de met een blanke Brit, de
kolonist John Rolfe. Zij begaf
zich in 1616 naar Engeland,
waar zij koninklijk werd ont
vangen aan het Hof. Maar
het tumult en de roem duur
den niet lang. Zij verviel tot
armoede. In 1617 zou zij te
rugkeren naar haar geboor
teland, maar zij stierf onder
weg in Gravesend en werd
begraven in blijvende bal
lingschap op het kerkhof van
de Eenheidskerk van St.-
George in genoemde Engelse
badplaats. Het voorafgaande
is historisch, evenals het feit
dat de vader van Pocahontas
een Indiaans stamhoofd was.
Maar de historische feiten
zijn omwoekerd door fantas
tische legendes, meest bijeen-
^^uiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii[|iiiiiiiii,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii,iiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii!i^^
■uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiinDiniinMimiminiDDDimnDMi,Hum,,inniiniMiiiiiiiiMiiiiiimimiii,
gelogen door een zeekapitein,
een zekere John Smith, een
man met een rijke fantasie.
Omdat wij het verhaal ken
nen, weten wij waar Poca
hontas begraven ligt, zoals
wij ook de laatste zielige bij
zonderheid weten omtrent
wat er neergeschreven werd
in het begrafenisregister van
de genoemde kerk. In dit re
gister wordt de overledene
met trieste zwier beschreven
als Rebecca Rolfe, „een dame
uit Virginia". Vele Engelsen
kennen het verhaal van de
Indiaanse prinses, en het ver
wonderde ons niets dat op
een examen, dat onlangs te
Londen plaats vond, de vraag
bevredigend werd beant
woord door de meeste can
didates
Londen beschikt de laatste
tijd over officiële gidsen.
Voordat de gidsen aan de ar
beid kunnen gaan om toeris
ten bij te staan in hun noden
en benarrenis moeten zij een
examen afleggen. Een derge
lijk examen vond onlangs
plaats en Londen is zestien
nieuwe gidsen rijker. Onder
de vragen was er één over
de plaats waar Pocahontas
begraven was. Voor deze
vraag zouden wij zijn ge
slaagd. Er was een tweede
vraag welke wij hadden kun
nen beantwoorden: „Wie ligt
begraven in het graf dat
Kardinaal Wolsey voor zich
zelf gereed had laten maken?"
Antwoord: „Admiraal Lord
Nelson". Maar op de vraag
hoe hoog de kathedraal van
St.-Paulus is en hoe hoogde
zuil is waarop zich Lord Nel
son in Trafalgar Square bloot-
stelt aan de elementen en de
duiven, zouden wij het ant
woord schuldig hebben moe
ten blijven. En wij wisten
niet hoe lang de wijzers zijn
van de klok in de Big Ben
noch welke de diepste onder
grondse spoorweg is in Lon-
den. Wij wisten dat koningin
Elizabeth I begraven ligt in
het graf van koningin Mary
I, maar wij waren vergeten
dat er drieduizend diaman
ten waren in de Britse Im
periale Stnatsiekroon. Wij
moeten zelfs nederig toege
ven dat, indien wij deelge
nomen hadden aan het exa-
meFo' slechts gezakt
zouden zijn, maar zulks ge
daan zouden hebben in smaad
en schande.
De gidsen weten over
Londen veel meer dan
wij. Zij wisten dat de
zuil van Nelson eenen
zestig meter hoog is. Maar
wij kunnen niet nalaten stie
kem bij ons zelf te hopen dat
"j niet weten dat op de drie
ëntwintigste dag van de
maand april van het jaar
1843, een paar dagen voordat
het standbeeld van Nelson
op de zuil werd geplaatst,
veertien onvervaarde Lon-
sen allemaal weten wat er
gebeurd is met de raven
tijdens de oorlog? Aan het
begin van de oorlog telde het
garnizoen van The Tower zes
raven. Hiervan had een een
ongeluk en moest afgemaakt
worden. Een tweede raaf
werd vermoord, wellicht door
een handlanger van Hitier
Korte tijd later gaven we
derom twee raven de geest.
Garnizoenscommandanten ziin
realisten en geloven niet in
sprookjes en legenden. Des
ondanks werd bevel gegeven
het ravengarniMen op volle
f te brengen. Zulks ge
schiedde. En om te voorko-
men dat opnieuw aanslagen
gericht zouden worden tegen
de gevederde leden van het
garnizoen, gaf de comman
dant bevel dat vanaf tien uur
in de avond tot aan het bla
zen van dc reveille in de
morgen een speciale raven-
wacht moest worden gehou
den. Voor dit doel werd een
sergeant met zes soldaten ge
detacheerd.
e gidsen weten natuur
lijk dat de doodkist
waarin de dichter Ben
Jonson in 1637 werd
begraven in de Westminster
Abdij overeind in de grond
geplaatst werd, omdat Jon
sons nabestaanden niet be
schikten over de middelen
om een volledige grafruimte
te bekostigen, zoals zij ook
niet konden betalen voor een
opschrift op de kleine graf
steen. En zij weten dat een
voorbijganger betaalde voor
het opschrift en dat dienten
gevolge de naam van Jor.ron
verkeerd gespeld is. Maar
zouden de gidsen ook weten
dat er niet ver van Londen
nog een ander graf is waar
in de lijkkist overeind is ge
plaatst? En niet alleen dat.
Bovendien werd de dode on
dersteboven neergezet in zijn
graf. De man was Peter
Labelliere, die 5 Dorking
woonde en meende dat de
denaren naar bi ven klauter- - wereld op zijn kop stond.
Het is altijd een verrassing. De
enveloppe is immens groot of
lilliputterig klein, vierkant of
rond, cilinder- of driehoek-
vormig; w(j geloven niet dat het
huisorgaan van Proost en Brandt
n.v., „Prikkels", ooit dezelfde vorm
heelt gehad. De inhoud, die aan
relaties en geïnteresseerden enkele
mededelingen wil doen over de
kwaliteit van een aantal papiersoor
ten, is net zo gevarieerd en altijd
origineel. Soms staat men tegenover
een kalender of een aantal tekenin
gen, dan tegenover een vel papier zo
groot als een tafellaken of een
minuscuul boekje met een omvang
van enkele centimeters. De ene keer
zoeken de samenstellers het in een
goed geschreven verhaal, de
andere keer vrijwel alleen in de
vorm. Onveranderd interessant is het
van deze, in wezen, reclame-uiting
kennis te nemen.
In de laatste Prikkels zij ver
schijnen om de twee maanden en
men is al aan no 252 is het
orginele opschrift als reclamebood
schap op ruit, in étalage of op kar
aan de orde. De redactie van Prik
kels is met fijne neus er op uit ge
gaan en heeft de bekende fotograaf
Eddy Posthuma de Boer een zestien
tal bijzonder geslaagde foto's laten
maken van kenschetsende, meestal
rijmende, opschriften. Het zijn alle
S Amsterdamse foto's, die vo°r een
deel specifiek de sfeer va de hoofd
stad ademen, maar die anderdeels
ook in een andere stad te zien zouden
kunnen zijn. Achter op deze toto s,
die alle op een verschillend soort
papier zijn gedrukt, staan voor de
belangstellende enkele gegevens over
de gebruikte papiersoort. Maar wij
nemen aan dat uw belangstelling
meer naar de voorzijde uitgaat.
Aan de hierbij geplaatste foto's
ziet U al wat voor variatie er in
de diverse opschriften bestaat. Wij
willen er nog enkele voor u opschrij
ven, waarbij U er rekening mee moet
houden dat aan de sfeer en de en
tourage, ook aan het vaak „kreupel-
achtige" schrift, geen recht kan
worden gedaan. Allereerst heel
levenswijs:
„De naam is oud,
adres vertrouwd.
Ondervinding leert:
loopt niet verkeerd!"
een speciale ravenwacht
den en zich boven op de
zuil te buiten gingen aan ge
bakken biefstukken. De gid
sen weten natuurlijk alles
omtrent de raven van The
Tower; dat zij evenals de
Barbarijse apen op de rots
van Gibraltar officieel deel
uitmaken van de plaatselijke
garnizoenen en dat volgens
de legende The Whu Tower
ineen zou storten, indien de
raven zouden verdwijnen, zo
als er ook een legende is dat
Gibraltar op zal houden Brits
bezit te zijn, zodra de laatste
apen de rots zouden hebben
verlaten. Maar zouden de gid-
Derhalve koos hij deze zelfde
positie voor zijn begrafenis.
Het graf ligt boven op de
heuveltop van Box Hill van
waar men een groots uitzicht
heeft over het dal. Daar heb
ben wij menigmaal op ons
eentje neergekeken op de
hijgende treintjes die altijd
zo'n haast hebben tussen de
akkers en bossen. Maar als
de gidsen weten omtrent Pe
ter Labelliere, zal het gedaan
zijn met de rust welke wij
zo vaak hebben gevonden op
de heuveltop.
DAAN VAN DER VAT. S
Vervolgens, kort en krachtig;
Keus ruim
in pruim",
Dan, in fraai „kreupelschrift"
boven een haringkar:
Wie Lekkere vis Wil eTen moeT
Thijmpie nieT VergeTen!"
Tenslotte: ook Proost en Brandt
doet mee:
„In de banden van de boeken
om de appels en de koeken
op het schip en aan de wal
PROOST PAPIER is 't overall"