5 1 CUBA wordt bedroi iee O 1 Brief van een schismatieke „prelaat" D LONBENSE BRIEF M D ANTI-GODSDIENSTIGE PROPAGANDA „Patriottisch onderwijs" is van Marxistische aard „Yankee"- instituut Merkwaardige konijntjes in De Lier Expositie van Berlijn Al wat leeft en groeit Bijzondere uitgave van Proost's Prikkels nnrirrr Jenny's PI ace Uil Mexico POLITIEK DEBAT IN STRAATSBURG Het graf Van een Indiaanse Hoeveel diamanten |i in de kroon?Waarom Jonsons kist overeind staat DONDERDAG 2 MAART 1961 PAGINA Op verscheidene plaatsen in het land werden mij gevallen ge meld van geheel willekeurige Arrestaties, of in ieder geval: arres taties zonder opgave van motief. Êen advocaat, die verscheidene da gen zijn best deed om er achter te Wen, waarom de echtgenoot van e?n van zijn medewerksters was ge arresteerd kreeg tenslotte dit ant woord: „Omdat hij zich verzet heeft, toen men hem kwam halen". •.Maar waarom kwam men hem dan halen?" )Dan had hij maar geen nntfx?1" ^^ten bieden'', was het enige men °°rd' dat hi-i kree&> ook al ga ziin grif toe> dat de gevangene bij rn ..Verzet" geen gebruik had ge- -aakt van wapens en zelfs geen aPpen had uitgedeeld. Alleeen dit •.orzet" wag jn de ogen van de auto- l e'ten voldoende om zijn arrestatie jpRechtvaardigen en het gebrek aan =oere andere uitleg verhinderde niet, de „schuldige" nog weken daar- bli.Werd vastgehouden. Op het ogen- j,dat de advocaat mij zijn ver- v ai deed, was hij nog niet op vrije oeten. Indoctrinatie Verbannen" iiinnnnnniiiiiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiHiiiiiiiuuiiiMiii, ÜSPI f- e bijna 20 iaar Presi dent van Cuba is geweest, en die een waar schrikbewind heeft uitgeoefend. Een claque VII !nniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiininiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiinniiiiiiiiniUHniitiniI|iiniMni«n||i|""i"|||,|,|iiiiniinimn' SHOW YOUR RACE i Aanvallen van Castro op Cubaanse geestelijkheid een echte, hij staat aan onze kant". En de ander antwoordde: „Net als die bis schop uit Mexico. Je liebt toch in de krant gelezen, wat hij gezegd heeft". Voor ik deze laatste opmerking op ving, had ik nooit kunnen vermoeden, dat een brief, die verscheidene dagen tevoren gepubliceerd was door ,,La Calle en verscheidene andere bladen, kon,!1 W wantoestanden, die kenmer- Men 2 ,v?or ahe totalitaire stelsels, fommuni^c Pleer in het bijzonder het hoort hni'Svi 5 watermerk, als men Sen dienstne™- gaat met de Sedwon" retisch sa"i?lng in de militie (theo- eï in de beweg,Wld uit vrijwilligers) bellen (waarvan van de Jonge Re; is verzekerd i« de leden, naar mij onderwijs te' vniO'erboden godsdienst- gezien, die een Ik heb de brief Van veertien jaar winkelbediende rijn baas. Hij zette a geschreven aan hij zich als gevolg van arin uiteen, dat omgeving op hem uitrw druk, die zijn Sen had gezien zich de' gedwon- ae toesiemmmg eoi,.: u uaarvoor adders, die woedend waren 91\r.van zi-1n vader, die zelf nog wel com™,, huis" Ohetesteerde ook tegen de J was, «ader soortgelijke omstandighBi?l3ving van zijn zoons. Hij had Voa Ya.n te,?6 stappen bij de autoriteiten biilShdernemen vóór hij wist Wa.f 'erjarig kind zich bevond. Z1)n ts^en van de zorgen, die talrijke holieken vervult, is 6e indoctrina F1®.. waaraan de jongeren in deze re yolutionaire bewegingen worden on verworpen. „Men politiseert d' e^gd", heeft een jurist tegen mii e®Zegd, „De propaganda, die u in a. Pers kunt zien, doet daar dienst ..Patriottisch" onderwijs en het de )Ve'dra ook de leerstof worden van die §ere scholen." Een diplomaat, We ennis droeg van het nieuwe ont- - ,rP voor een wet op de opvoeding, tam -gen mij: „Het is een typisch to- v'"aire en marxistische wet". De Va» eamste inspiratie ervoor komt vaa Carlos Rafael Rodriguez, het Sek amste lid van de commumsti- co™ Partij, hoofdredacteur van het stan ?Tnistische dagblad in de hoofd- Ve u i'H°y" en hoogleraar aan de uni- PoliV i'l" invloed op de cultuur- blikh van Cuba wordt op het ogen- Zou do.or niemand geëvenaard. Hij SovieA'.nd december nog naar de ste me. gaan om daar de nieuw- ren 'Pv°edingsmethoden te bestude- Wem j uaarna zou hij zijn wetsont- gerin» i tief door de Cubaanse re- "s laten aannemen. ïe sn™ue feiten bij elkaar zonder hijkans „n over de nationalisatie van gen (in hjt.e commerciële ondernemin- 'e eerst m,et de belofte van Fidel, eUrditeit" gezegd.bad, dat dat een ,,ab- Darti, i,v°U z?jn'> de confiscatie van culiere investeringen die hij eerst gezegd had te willen „aanmoedi gen" over het huisvestingssysteem, dat de burger thans verhindert te ver huizen zonder machtiging van de staat, enz. enz. vormen naar het oordeel van de meerderheid der katholieken een bundel overtuigende bewijzen: in het binnenland is de zonder meer com munistische oriëntering van de Revol- lutie voor hen net zo evident als de so lidariteit van Cuba in de buitenlandse politiek met het Sovjetblok. Daar ko men dan op het religieuze vlak enkele zeer verontrustendê verschijnselen bij: de aanvallen op de Kerk in de pers en in de redevoeringen van de autoriteiten, terwijl iedere openbare uiting van anti communistische gevoelens wordt be schouwd als een „contra-revolutionai re" en „anti-patriottische" daad. In ó'e antikelen of redevoeringen van officiële personen waarin de Kerk werd aangevallen, hebben sommigen tot vopr kort een actie van onverantwoor delijke elementen gezien, of zij hebben die activiteiten althans niet direct in verband willen brengen met de offici ële politiek. Maar de laatste tijd hebben „mm zij deze visie moeten herzien. Wat moet men onder deze omstandigheden bij voorbeeld denken van bepaalde teksten in de officiële pers, of van verklarin gen van leiders van verscheidene re geringsinstellingen? Toen ik op Cuba was, werd door „Adelante", een of ficieel blad uit de provincie Santa Cla ra, een lang artikel tgepubliceerd dat wilde aantonen dat het katholicisme het christendom had verraden. Deze methode van anti-katholieke propagan da was naar de vorm al even typisch communistisch als dat het geval was met de druk die op zekere groepen mensen wordt uitgeoefend. Een leraar van het middelbaar onderwijs vertelde h°e men het lerarencorps van zijn schooi bijeengeroepen had, om alle le raren één voor één een verklaring te la ten tekenen waarin die collega's die uit het land gevlucht waren van ver raad werden beschuldigd. (Mensen die in de zomer van het vorig jaar van een bezoek aan Polen terugkeerden, heb ben mij ook dergelijke feiten verteld). Naar men zegt, zijn bijna 100.000 Cuba nen naar het buitenland gevlucht en de pers publiceert herhaaldelijk lijsten van advocaten, artsen, ingenieurs etc. die voor „verraders" worden uitge maakt en die, als zodanig, „verban nen" zijn. (In werkelijkheid gaat het bijna altijd om mensen die het land reeds verlaten hebben). Als men de kranten aandachtig leest, ontdekt men vaak kleine onop vallende berichten ter ondersteuning van de anti-godsdienstige propagan da, zoals dat in de landen van het oostelijk blok gebeurt. „Een Ameri kaanse priester heeft een jong meisje geschaakt", of „Op de school te X geven zusters aan de jonge meisjes tegennatuurlijke sexuele voorlichting, waardoor de leerlingen later niet in staat zullen zijn een gelukkig leven te leiden" etc. De revolutionaire katholieken blijven beweren, dat Fidel Castro deze opvat tingen niet deelt. Als hij deze propa ganda stilzwijgend toestaat, zo zeggen deze katholieken, komt dat, omdat hij de communisten niet kan beletten zich zelf te zijn. Op het ogenblik kan hij die communisten als bondgenoten nog niet missen, zo luidt hun betoog. Maar sinds Castro's redevoering van 27 november 1960 is deze visie van de revolutionaire katholieken niet langer houdbaar. Op die zondagavond stond ik midden tussen de menigte aan de voet van de trappen van de Universiteit van Ha vana. De Revolutie herdacht de mar teldood van enige studenten van de Me dische Faculteit, die in 1871 het slacht offer waren geworden van het Spaanse kolonialisme. Castro begon met een hef tige aanval op bepaalde universitaire kringen, die hij als „haarden van de contra-revolutie" betitelde. Vervolgens richtte hij zich tegen de katholieke on derwijsinstellingen, waar men vol gens hem de haat tegen het volk onderwijst. Hij zei, dat de katholieke universiteit van Villaneuva een „Yan- kee"-instituut was, en hij ging te keer tegen bepaalde priesters die hij be schreef als „beulen in soutanes". Op dat ogenblik werd hij plotseling door de menigte in de rede gevallen, en de mensen riepen verscheidene keren achtereen; Fidel, seguro! a los curas dalle duro!" (Toe maar, Fi del, geef die priesters er flink van langs). Deze leuze had ik nog niet eerder gehoord, maar de woorden werden door zoveel mensen tegelijk uitgeroepen, dat de zaak kennelijk in scène gezet was. (ik had overigens al eerder van een dergelijke „claque" gehoord. Een paar dagen tevoren had een soldaat mij verteld, dat mi litairen vrijkaartjes krijgen voor de bioscoop, waar ze dan in burgerkle ding naar toe gaan. Zij begeven zich onder het publiek, om op te van gen wat de mensen zeggen en om tijdens het journaal(l) op de juiste ogenblikken te klappen). Maar, om op de rede van Castro te rug te komen: de „clou" van zijn speech moest nog komen. De Cubaanse premier had ook nog de priesters van het platteland aangevallen, die even als eertijds de Batistische politici, steekpenningen zouden hebben aange nomen. Hij zei, dat het volk heel goed wist, waar de ware farizeeërs en de ware „anti-Christen" gezocht moesten worden, en hij beweerde, dat bepaalde priesters die de Revolutie afwezen niet uit godsdienstige motieven handel den, maar dat zij zich lieten leiden door economische belangen. Plotseling riep hij uit: „Hier, op de ze tribune, zijn al deze waarheden al gezegd door een waardige katholieke priester". Hij doelde op de heer Lence, wiens reputatie bij alle welingelichte katholieken helaas zeer slecht was. Maar Castro die hem niet kon ne geren gebruikte hem bij deze gele genheid als het voorbeeld van „een waardig priester". Zijn toehoorders, voor het merendeel arbeiders en klei ne ambtenaren, schenen de carrière van de heer Lence niet te kennen. Ik hoorde iemand tegen zijn buurman zeg gen: „Ja, dat is een goede priester, v Fidel Castro bij zijn intocht in Havana in januari 1959, toen hij Batista verdreven had. zó zou worden opgevat door het volk. Hat K een stuk, dat het op schrift dr°eg- De Mexicaanse Katho lieke Apostolische Kerk, en dat onder tekend was door José-Xavier Cortes, Vicaris-generaal van Mexico. De brief bevatte een hartelijke gelukwens voor de heer Lence, die geprezen werd om zijn samenwerking met de Revolutie en °™-„ z'An voorbeeldige houding. Aange zien de brief van geen enkele toelich- vnlk wet a2Si?len'/noest het Cubaanse volk wel denken, dat het schrijven af- ksthtllfif\'an een prelaat van de m^hoiH ifo J k Mexico. In werke- aiï J v, men ler te doen met een eeeofimvvï overlevenden van de geestelijkheid van de schismatieke kerk' j e,In ^et begin van deze eeuw F je Mexlcaanse revolutie was in gesteld. De persoon in kwestie is trou wens helemaal geen priester, en de beweging die hij vertegenwoordigt, heeft op het ogenblik in Mexico niet de minste invloed meer. (Nadruk verboden) n het Westlandse dorp De Lier zijn de konijntjes van de heer Chr Pellikaa aan de Prinses Wilhelminastraat 40 het onderwerp van het gesprek van de dag. Het is al een paar weken geleden, dat de worp van negen konijnen, babies ter wereld kwam. Een van de negen was slechts zes centimeter lang en stierf spoedig na de geboorte. De acht overigen groeiden normaal op en niemand had er iets bijzonders aan gemerkt, tot bleek, ie komjntjes s]!ec_ één oor hebben. Zij dragen het zelfs als een horentje midden op de kop. E vierde konijntje heeft in het geheel geen oren. i...if De 83-jarige heer Pellikaan, die al vijftig aar konijnen houdt, heeft nog nooit eerder dergelijke afwijkingen gezien. vens nog eens overzichtelijk bij el kaar ziet, maakt dit toch weer op nieuw een grote indruk. Er^ zijn ook (1) Een schrijver vertelde me, dat hij er bij was geweest, toen het volk de Verklaring van Havana goedkeurde. „Op de plaats waar ik mij in de me nigte bevond, kon men geen woord verstaan van wat Fidel zei. Maar toen hij riep, of men de verklaring wilde goedkeuren, gaf iedereen een instem mend antwoord. De mensen laten zich ophitsen. Het is een ongezonde toe stand", aldus mijn zegsman. STRAATSBURG, 2 maart (ANP) De raadgevende vergadering van de Raad van Europa, waarin 132 parle mentaire afgevaardigden uit 15 Europe se landen zitting hebben, is gisteren de maartzitting begonnen met een alge meen politiek debat, dat thans nog voortduurt. Waarnemers uit Zwitser land, dat zich uit hoofde van strikte neutraliteit afzijdig houdt, woonden het debat voor het eerst bij. Er wordt gesproken over de mogelijkheden tot samengaan tussen de Europese Zes en Zeven. e Berlijners weten hoe zij de be langstelling van de wereld voor hun stad warm moeten houden. Ze organiseren graag internatio nale congressen, ze ontvangen jaar lijks stromen journalisten, ze drukken hun gasten een speldje in de revers met een afbeelding van de Branden burger Tor, ze verspreiden sigaretten- dovers in de vorm van de Berlijnse beer enz. enz. Bij de middelen, die benut worden om de gedachte „Ber lijn, bolwerk van de vrijheid'' Jn brede kring uit te dragen, behoort ook een reizende tentoonstelling, wel ke zo pas een tournee heeft gemaakt door Zwitserland en Zuid-Frankrijk en nu voor enkele maanden in ons land is gekomen. In de grafelijke zalen op het Bin nenhof is deze expositie thans voor het eerst te bezichtigen. De senator van Economische Zaken van West- BerRjn, dr. p. Hertz balling in de nazi tijd was naar Den Haag overgekomen voor de officiële ope ning woensdag in aanwezigheid van vele belangstellenden uit het Neder landse politieke leven en uit de krin gen van het corps diplomatique. De staatssecretarissen Van Houten en Stij- kel vertegenwoordigden de regering. De tentoonstelling geeft een duide lijk beeld van het probleem-Berlijn; de deplorabele toestand, waarin de stad verkeerde na het eind van de oorlog; de gebeurtenissen, die leidden tot de absurde splitsing; de blokka de en de luchtbrug; het vluchtelingen vraagstuk en nog vele andere pun ten uit de geschiedenis en het leven van deze bijzonder interessante stad. Vele van de beelden, die hier getoond worden, zijn bekend iedereen heeft wel eens een foto gezien van de waarschuwende borden aan de secto- rengrens maar als men de gege- pleteerd wordt met gegevens van de vroegere geschiedenis en met Berlijn se kunstvoortbrengselen. De expositie, die gratis toegangkelijk is, blijft tot 11 maart in Den Haag; van 15 tot 24 maart komt zij in ae Flevozaal in Rotterdam, vervolgens in Amsterdam en Utrecht en waar schijnlijk zullen daarna ook nog het noorden, oosten en zuiden van het land aan de beurt komen. nder het motto „Al wat leeft en groeit" zal van 31 augustus tot 16 september in het Groninger Stadspark de intern, tuinbouw- en bloementeeltshow MG 61 wor den gehouden. Deze expositie wordt In de nacht van 30 op 31 augustus om nul uur nul geopend door het ontsteken van een groot aantal lichten. Het tentoonstellingsterrein in het fraaie stadspark is direct aan de nieu we rijksweg 43 van Groningen naar Amsterdam gelegen. Aan overdekte expositiehallen, die elk tien meter hoog zijn, is in totaal ongeveer tienduizend m2 voor exposanten beschikbaar. Drie grote kassen zullen eveneens als tentoonstellingsruimte worden inge richt; zij vormen de overgang van net buitenterrein naar de overdekte expo sitie. Het buitenterrein wordt voor een aanzienlijk deel ingenomen door bij zondere tuinen, als bijvoorbeeld een blindentuin, een rozentuin en een tuin, die in de zestiende eeuw de liefdestuin werd genoemd. Er komen speciaal ingezaaide ga zons en water- en rotspartijen. Het ligt in de bedoeling van de organisatoren van deze tentoonstelling, mens en re creatie in hun contact en verbinding met bloem en plant in allerlei facetten binnen het kader van de expositie te brengen. Er wordt daarom ook aan dacht besteed aan het kamperen, de mode, de watersport en het toerisme. tekeningen te zien van Berlijnse kin deren, die de verdeeldheid van hun stad treffend tot uitdrukking hebben gebracht. Daarnaast wordt ook ge toond hoe Berlijn zijn moeilqkheden te boven is gekomen het herstel van de industrie, de wederopbouw, de recreatie van de Berlpners enz. terwijl de tentoonstelling gecom- mum,urn Op het grote middenterrein van de renbaan van het Stadspark zijn diver se grote manifestaties. Er zijn contac ten gelegd met o.a. organisaties en In stellingen in noordwest-Duitsland. Men verwacht minstens tweehonderddui zend bezoekers. liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimuimiiiiiiiiiiHiiiiimmiiiiiiiiiiiia atoaka, beter bekend onder haar bijnaam Pocahontas, was een mooi Indiaans meisje, en alleen al daarom het ge denken waard. Maar haar schoonheid was niet alles. Zij werd gegijzeld door de kolo nisten van Virginia en ging vervolgens over tot het chris tendom en ontving een nieu we naam, Rebecca. Zij huw de met een blanke Brit, de kolonist John Rolfe. Zij begaf zich in 1616 naar Engeland, waar zij koninklijk werd ont vangen aan het Hof. Maar het tumult en de roem duur den niet lang. Zij verviel tot armoede. In 1617 zou zij te rugkeren naar haar geboor teland, maar zij stierf onder weg in Gravesend en werd begraven in blijvende bal lingschap op het kerkhof van de Eenheidskerk van St.- George in genoemde Engelse badplaats. Het voorafgaande is historisch, evenals het feit dat de vader van Pocahontas een Indiaans stamhoofd was. Maar de historische feiten zijn omwoekerd door fantas tische legendes, meest bijeen- ^^uiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii[|iiiiiiiii,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii,iiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii!i^^ ■uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiinDiniinMimiminiDDDimnDMi,Hum,,inniiniMiiiiiiiiMiiiiiimimiii, gelogen door een zeekapitein, een zekere John Smith, een man met een rijke fantasie. Omdat wij het verhaal ken nen, weten wij waar Poca hontas begraven ligt, zoals wij ook de laatste zielige bij zonderheid weten omtrent wat er neergeschreven werd in het begrafenisregister van de genoemde kerk. In dit re gister wordt de overledene met trieste zwier beschreven als Rebecca Rolfe, „een dame uit Virginia". Vele Engelsen kennen het verhaal van de Indiaanse prinses, en het ver wonderde ons niets dat op een examen, dat onlangs te Londen plaats vond, de vraag bevredigend werd beant woord door de meeste can didates Londen beschikt de laatste tijd over officiële gidsen. Voordat de gidsen aan de ar beid kunnen gaan om toeris ten bij te staan in hun noden en benarrenis moeten zij een examen afleggen. Een derge lijk examen vond onlangs plaats en Londen is zestien nieuwe gidsen rijker. Onder de vragen was er één over de plaats waar Pocahontas begraven was. Voor deze vraag zouden wij zijn ge slaagd. Er was een tweede vraag welke wij hadden kun nen beantwoorden: „Wie ligt begraven in het graf dat Kardinaal Wolsey voor zich zelf gereed had laten maken?" Antwoord: „Admiraal Lord Nelson". Maar op de vraag hoe hoog de kathedraal van St.-Paulus is en hoe hoogde zuil is waarop zich Lord Nel son in Trafalgar Square bloot- stelt aan de elementen en de duiven, zouden wij het ant woord schuldig hebben moe ten blijven. En wij wisten niet hoe lang de wijzers zijn van de klok in de Big Ben noch welke de diepste onder grondse spoorweg is in Lon- den. Wij wisten dat koningin Elizabeth I begraven ligt in het graf van koningin Mary I, maar wij waren vergeten dat er drieduizend diaman ten waren in de Britse Im periale Stnatsiekroon. Wij moeten zelfs nederig toege ven dat, indien wij deelge nomen hadden aan het exa- meFo' slechts gezakt zouden zijn, maar zulks ge daan zouden hebben in smaad en schande. De gidsen weten over Londen veel meer dan wij. Zij wisten dat de zuil van Nelson eenen zestig meter hoog is. Maar wij kunnen niet nalaten stie kem bij ons zelf te hopen dat "j niet weten dat op de drie ëntwintigste dag van de maand april van het jaar 1843, een paar dagen voordat het standbeeld van Nelson op de zuil werd geplaatst, veertien onvervaarde Lon- sen allemaal weten wat er gebeurd is met de raven tijdens de oorlog? Aan het begin van de oorlog telde het garnizoen van The Tower zes raven. Hiervan had een een ongeluk en moest afgemaakt worden. Een tweede raaf werd vermoord, wellicht door een handlanger van Hitier Korte tijd later gaven we derom twee raven de geest. Garnizoenscommandanten ziin realisten en geloven niet in sprookjes en legenden. Des ondanks werd bevel gegeven het ravengarniMen op volle f te brengen. Zulks ge schiedde. En om te voorko- men dat opnieuw aanslagen gericht zouden worden tegen de gevederde leden van het garnizoen, gaf de comman dant bevel dat vanaf tien uur in de avond tot aan het bla zen van dc reveille in de morgen een speciale raven- wacht moest worden gehou den. Voor dit doel werd een sergeant met zes soldaten ge detacheerd. e gidsen weten natuur lijk dat de doodkist waarin de dichter Ben Jonson in 1637 werd begraven in de Westminster Abdij overeind in de grond geplaatst werd, omdat Jon sons nabestaanden niet be schikten over de middelen om een volledige grafruimte te bekostigen, zoals zij ook niet konden betalen voor een opschrift op de kleine graf steen. En zij weten dat een voorbijganger betaalde voor het opschrift en dat dienten gevolge de naam van Jor.ron verkeerd gespeld is. Maar zouden de gidsen ook weten dat er niet ver van Londen nog een ander graf is waar in de lijkkist overeind is ge plaatst? En niet alleen dat. Bovendien werd de dode on dersteboven neergezet in zijn graf. De man was Peter Labelliere, die 5 Dorking woonde en meende dat de denaren naar bi ven klauter- - wereld op zijn kop stond. Het is altijd een verrassing. De enveloppe is immens groot of lilliputterig klein, vierkant of rond, cilinder- of driehoek- vormig; w(j geloven niet dat het huisorgaan van Proost en Brandt n.v., „Prikkels", ooit dezelfde vorm heelt gehad. De inhoud, die aan relaties en geïnteresseerden enkele mededelingen wil doen over de kwaliteit van een aantal papiersoor ten, is net zo gevarieerd en altijd origineel. Soms staat men tegenover een kalender of een aantal tekenin gen, dan tegenover een vel papier zo groot als een tafellaken of een minuscuul boekje met een omvang van enkele centimeters. De ene keer zoeken de samenstellers het in een goed geschreven verhaal, de andere keer vrijwel alleen in de vorm. Onveranderd interessant is het van deze, in wezen, reclame-uiting kennis te nemen. In de laatste Prikkels zij ver schijnen om de twee maanden en men is al aan no 252 is het orginele opschrift als reclamebood schap op ruit, in étalage of op kar aan de orde. De redactie van Prik kels is met fijne neus er op uit ge gaan en heeft de bekende fotograaf Eddy Posthuma de Boer een zestien tal bijzonder geslaagde foto's laten maken van kenschetsende, meestal rijmende, opschriften. Het zijn alle S Amsterdamse foto's, die vo°r een deel specifiek de sfeer va de hoofd stad ademen, maar die anderdeels ook in een andere stad te zien zouden kunnen zijn. Achter op deze toto s, die alle op een verschillend soort papier zijn gedrukt, staan voor de belangstellende enkele gegevens over de gebruikte papiersoort. Maar wij nemen aan dat uw belangstelling meer naar de voorzijde uitgaat. Aan de hierbij geplaatste foto's ziet U al wat voor variatie er in de diverse opschriften bestaat. Wij willen er nog enkele voor u opschrij ven, waarbij U er rekening mee moet houden dat aan de sfeer en de en tourage, ook aan het vaak „kreupel- achtige" schrift, geen recht kan worden gedaan. Allereerst heel levenswijs: „De naam is oud, adres vertrouwd. Ondervinding leert: loopt niet verkeerd!" een speciale ravenwacht den en zich boven op de zuil te buiten gingen aan ge bakken biefstukken. De gid sen weten natuurlijk alles omtrent de raven van The Tower; dat zij evenals de Barbarijse apen op de rots van Gibraltar officieel deel uitmaken van de plaatselijke garnizoenen en dat volgens de legende The Whu Tower ineen zou storten, indien de raven zouden verdwijnen, zo als er ook een legende is dat Gibraltar op zal houden Brits bezit te zijn, zodra de laatste apen de rots zouden hebben verlaten. Maar zouden de gid- Derhalve koos hij deze zelfde positie voor zijn begrafenis. Het graf ligt boven op de heuveltop van Box Hill van waar men een groots uitzicht heeft over het dal. Daar heb ben wij menigmaal op ons eentje neergekeken op de hijgende treintjes die altijd zo'n haast hebben tussen de akkers en bossen. Maar als de gidsen weten omtrent Pe ter Labelliere, zal het gedaan zijn met de rust welke wij zo vaak hebben gevonden op de heuveltop. DAAN VAN DER VAT. S Vervolgens, kort en krachtig; Keus ruim in pruim", Dan, in fraai „kreupelschrift" boven een haringkar: Wie Lekkere vis Wil eTen moeT Thijmpie nieT VergeTen!" Tenslotte: ook Proost en Brandt doet mee: „In de banden van de boeken om de appels en de koeken op het schip en aan de wal PROOST PAPIER is 't overall"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 7