Communistische revolutie doet zich als Christelijke beweging voor CUBA wordt bedrogen Castro weet wat het Christendom inhoudt heeft de were Op deze hint d gewacht CINEMA DU MIDI Regeling voor verpleging van langdurig zieken NTET-MARXISTEN GEEN INVLOED MEER Wonder en natuurwetenschap Inleiding van prof. dr. A. Vendrik voor Alcuin9 te Nijmegen UIT DE PERS Nog maar één niet-Chinese priester in China Ministerraad keurt vergoeding van helft van kosten goed Denkt u over een nieuw horloge? Verzuim dan niet u de selecte Prisma collectie te laten tonen! Kleuter waarschijnlijk verdronken Twee Witte Paters uit de Congo gezet Katholieke Illustratie Nederlandsche Ford 25 (v.j. 20) dividend Kamer aanvaardt motie drinkwater voorziening WOENSDAG 8 MAART 1961 PAGINA 11 Is er nog een gesprek mogelijk tussen de Kerk en de Cu baanse revolutie? Velen heb ben lange tijd gedacht van wel, met name leden van de clergé. Ik heb gesproken met een gees telijke uit een van de centra e provincies, een zeer bekende pe - soonlijkheid, die een van de - tiefste leden was van burgerlijk verzettegen Ba tista en wiens sympathieën voor de revolutie lange tijd boven iede re twijfel verheven waren. Hij vertelde mij, dat hij kort na de overwinning van Fidel aan het episcopaat had voorgesteld een permanent orgaan te vormen, be staande uit priesters en leken, dat de verbinding zou moeten onder houden tussen de revolutionaire machthebbers en de Kerk. Daar- d°or' zo dacht hij, zou de Kerk in staat zijn geweest de autoriteiten op een veel discretere manier en ook veel regelmatiger deelgenoot te maken van haar zorgen. Hij geloofde nog steeds, dat het een tactische fout is geweest om het scheppen van zulk een orgaan achterwege te laten; maar hij was ook van mening, dat daar door de breuk tussen de katholie ken en de revolutie slechts zou zijn vertraagd. Talrijke leden van de lekengroep, waarvan hij zelf de geestelijk adviseur is, werden daags nadat ik met hem gespro ken had gearresteerd. Sommigen van hen had ik ontmoet en zij maakten zich vreselijk bang. Het feit, dat hij mij zelf pas had wil len ontvangen, nadat andere priesters hem hadden gerustge steld over mijn identiteit, zegt ge noeg over de ongerustheid, die zich ook van hem had meester gemaakt. MURIEL S M I T H Een film, - nee: een GEBEURTENIS, die u óók MOET beleven! Bespreel tijdig uw plaatsen! Tel. 723653. PREMIÈRE: 10 MAART 1961 - 8 UUR Daarna dagelijks: 2.30, 7.15 en 9.30 uur. Zondag: 1.30, 3.45, 7.15 en 9.30 uur. Gewone prijzen. Houding van K.V.P In Alphen aan den Rijn Op Cuba de dictatuur van het proletariaat De onaangename feiten, die ik heb gerapporteerd, leiden onvermijdelijk tot de volgende vraag: Is Fidel een gecamoufleerde communist? Er is op fiet ogenblik ongetwijfeld sprake van een element van bedrog in zijn houding: (Advertentie) het communisme heerst op Cuba maar de leider van de Revolutie, die dat nooit zal toegeven, houdt de bevolking in de waan, dat er zich een „Christe lijke" Revolutie heeft voltrokken. Hij weet heel goed, dat als hij ooit zou zeggen, dat het communisme zich op Cuba heeft gevestigd, hij bijna alle vol gelingen zou verliezen, die hem nu nog overblijven. Is hij communist geworden, of was hU het bij het begin al? Niemand kan die vraag met zekerheid beant woorden. Maar het heeft er alle schijn van, dat men zich aan de tweede hypothese moet houden. Ik heb deze vraag voorgelegd aan be kende communisten, die vooraan staande posten bekleden. De open hartigheid sommigen zullen zeggen het cynisme waarmee zij ant woordden, is een van mijn grote ver rassingen geweest. Een van hen, die een van de belangrijke organen van het revolutionaire werk leidt, heeft tegen mij gezegd: ,,Ja, wij hebben het in feite voor het zeggen, wij heb ben hier de dictatuur van het prole tariaat gevestigd; de Revolutie is een toepassing van onze leer. Voor het ogenblik neemt hij niet als lid deel aan de vergaderingen van het cen trale comité van de communistische partijmaar over alle onderwerpen raadpleegt hij de partij. Maar het ogenblik komt, wjj zien het komen, waarop hjj lid wordt van ons centrale comité. Hij kan nu natuurlijk tegen de mensen niet zeggen, dat dit het communisme is. Het volk staat daar nog niet erg gunstig tegenover." „U weet toch," zei Carlos Rafael tussen de communisten en,,hem >>v°°r hij tot beter inzicht kwam Tenslotte heette het, dat de regering en de com munisten het erover eens zpn, dat de universiteiten, de vakbonden en de an dere organisaties zich "v?' p®,' dienst moeten stellen van de Revolu tie". De revolutionaire ideologie heeft een stevige organisatie nodig, als zq niet ten older wil gaan. De organisatie van de Beweging van de 26ste Juli (waarin alle niet-marxistische leden thans volledig iedere invloed hebben verloren) was te zwak, aldus deze com munistische analyse Daar wordt dan nog aan toegevoegd, dat de commu nistische partij de hare beschikbaar heeft gesteld en dat in de praktijk het communisme en de Revolutie op Cuba één zijn. Tot slot geef ik hier de ontroerende woorden weer van een oude priester, die de leraar van Fidel is geweest. Hij weigerde met mij „over de politiek" Rodriguez, die zich in hetzelfde vlieg tuig bevond, waarmee ik Cuba verliet, „dat alle landen de weg van het com munisme opgaan. Op Cuba zijn we al zover. Het is een onweerstaanbare beweging. Wat doen de middelen er toe? Als de Kerk ons aanvalt, wordt zij vernietigd." „De pers zegt, dat de Kerk de Re volutie tart. Dat lijkt mij niet juist." „Neen, zij valt niet frontaal aan, maar langs omwegen. Als zij zich niet met de politiek bemoeit, kan zij zich handhaven. Maar zij bemoeit zich er wel mee. Hebt u de open brief gelezen van het episcopaat aan Fidel? Dat is een politieke daad." De conclusie, die uit deze woorden te trekken valt, is niet bijster optimistisch. Toen ik terug was in de Verenigde Staten, dacht ik mijn vrienden te kun nen verbazen door deze woorden van Cubaanse communisten. Maar niets daarvan. De „New York Times" van 30 november 1960 had een aantal rede voeringen gepubliceerd van Carlos Ra fael Rodriguez en andere leden van de communistische partij, waarin __werd uitgesproken, dat Fidel het schijnt te hebben begrepen." Er werd ook ge zegd, dat er geschillen zijn geweest te praten. Hij zei, dat Fidel en zijn broer Raoul en zijn schoonzuster Wilma zoiets als familieleden van hem waren, zó goed heeft hij ze gekend. En al de tijd dat ik bij hem was, gaf hij me geen enkele kans een vraag te stellen. Hij liet mij samen met hem twee grote fotoboeken bekijken, waarin men hem dikwijls naast de revolutionaire leiders zag staan, na hun overwinning. Maar toen hij me naar de deur bracht, sprak hij met dezelfde snelheid, waarmee hij de foto's had toegelicht, deze woorden: „Onthoud dit: Fidel kent de goede weg, hij weet wat goed is, hij weet wéér het goede is, hjj wéét het.'t Ieder moet deze woorden zelf maar interpreteren. Maar na alles wat ik op Cuba had gezien en gehoord, na drie weken contact te hebben gehad met de meest uiteenlopende mensen, beteken den die woorden voor mij, dat Fidel weet wat het ware Christendom is, dat hij het goed kent en dat het niet aan een onbewuste verwarring zijnerzijds is toe te schrijven, dat de communis tische Revolutie op Cuba zich achter de trekken van dat Christendom ver bergt. (Nadruk verboden) (Advertentie) „Een van de mooiste films ooit gezien... een triomf der kunst. U ziet enige der grootste talenten. De muziek is onvergetelijk." Los Angeles Herald Expres' APPOLLOLAAN 4 - AMSTERDAM (reeds geheel bezet) Produktie Morele Herbewapening, uitgebracht door N.V. City Film De Detooimté The Crowning Experience (Van onze universitaire correspondent) NIJMEGEN, 8 maart In het ka der van een lezingcyclus over „Het Wonder", die de theologische facul teitsvereniging „Alcuin" bij gelegen heid van haar derde lustrum organi seert, heeft in de aula van de r.k. universiteit de eerste spreker in de- Persconferentie van Fidel Castro op het New Y orkse vliegveld Idlewild in januari vorig jaar. Opneming in deee rubriek ie niet noodeakelijk een bewijs van instemming, Wij lezen in „De Opmars", het leden blad van de K.V.P.: Als er bij andere partijen bezwaren bestaan tegen de opzet voor een alge mene kinderbijslagregeling, zoals ze er nu ligt, dan is de K.V.P. uiteraard be reid om wijzigingen te overwegen, die aan die bezwaren tegemoetkomen. Uitgangspunt voor de KVP moet ech ter bljjven, dat er een kinderbijslagre geling komt, waarin ook de zelfstandi gen worden betrokken. Onze partij heeft daarop jaar op jaar en met toenemen de klem aangedrongen. En bij het op treden van het kabinet-de Quay, dat de algemene kinderbijslagregeling in ztfn program opnam, is de KVP er dan ook van uitgegaan, dat de partijen, die geest verwanten in het kabinet hebben, be reid zouden zijn om het kabinet nok in dit opzicht te steunen. Ook de KVP kan het dus niet als een „vrije kwestie" beschouwen of die steun nu al dan niet in voldoende mate gege ven zal worden. Met het optreden van het kabinet-de Quay, waarin voor het eerst na de oorlog geen socia listen zitten en de liberalen hun plaats innamen, zijn nieuwe politieke verhou dingen ontstaan. De KVP wil ook bin nen die nieuwe politieke verhoudingen in 's lands belang haar aandeel leveren. De KVP heeft er van haar kant ook begrip voor, dat binnen elke samenwer king naar compromissen moet worden gezocht. ZINLOOS Voor de KVP wordt een samenwer king echter zinloos, wanneer die niet de mogelijkheid zou bieden om een van haar belangrijkste programpunten te verwezenlijken, hetgeen de algemene kinderbijslagregeling onverminderd blijft. Dit geldt niet alleen voor nu, maar ook voor straks. Degenen, die het aangaat, zullen goed doen ook dit bij het bepalen van hun houding ten opzich te van de algemene kinderbijslagwet te betrekken. ALPHEN AAN DEN RIJN, 8 maart Sinds gisterenmiddag wordt hier de vijf jarige André van Zomeren vermist. De jongen is na het verlaten van de kleu terschool niet in de ouderlijke woning aangekomen. Mer heeft zijn jasje bij de Rijn ten zuiden van de Koningin Julianabrug gevonden en vermoedt dat het ventje spelenderwijs te water is ge raakt en verdronken. Tot middernacht heeft de politie zonder resultaat ge dregd. ze cyclus, prof. dr. A J. H. Vendrik, hoogleraar 'n de medische fysica, een inleiding gehouden over „Wonder en Natuurwetenschap". Het wonder, aldus prof. Vendrik, speelt in de moderne tijd bij de wes terse mens een steeds kleinere rol. Deze kleinere rol spreekt niet in de eerste plaats uit het feit, dat wonderen minder zouden voorkomen, hoewel dit wellicht ook het geval is, maar vooral uit de geringere behoefte, die de mens van heden lijkt te hebben in deze won derbare tekenen, waarbij buitengewo ne verschijnselen van fysische aard een uitwendig begeleidend verschijn sel zijn. Ontbreekt het geloof, dat een conditio sine qua non voo. deze wijze van openbaring is, of heeft het mens dom zich naar een nieuw mensentype ontwikkeld, waarvoor wonderen niet een geëigende symboliek vormen? Vast staat, dat de ontwikkeling van wetenschap en techniek een andere levens- en beschouwingswijze, een an dere waardebepaling ten gevolge heeft en wel juist, zo meende prof. Vendrik, op het geestesgebied, waar het won der kan ingrijpen. Wonderen en na tuurwetenschappen mogen niet slechts besproken worden op grond van de kenmerken en eigen geaardheid van beide, waarbij men moet constateren, dat er van een zeggingskracht van de natuurwetenschappen over het won der geen sprake kan zijn, maar ook de invloed van deze wetenschappen op de geestelijke structuur van de mens, in zoverre deze met het verschijnsel „wonder" te maken heeft, moet in be schouwing genomen worden. Prof. Vendrik duidde het wonder aan als een op buitengewone wijze optre dend verschijnsel, dat een relièieuze betekenis heeft. Maar niet de buiten gewone wijze van optreden stempelt een gebeurtenis tot wondei, doch de wijze van beleven van die gebeurtenis doet dit. Het is dus een innerlijke gees teshouding, die een belevenis tot won der maakt. De fysicus tracht een zekere orde ning te scheppen in zijn ervarings gegevens en een complex van soort gelijke verschijnselen te verklaren. Hij tracht een verband te brengen tussen deze verschijnselen, waar bij dat verband altijd het karakter heeft het meer bijzondere verschijn sel te begrijpen vanuit een algemene wetmatigheid. Wanneer iemand een beoefenaar der natuurwetenschappen de vraag stelt of een wonder al dan niet in strijd is met de bekende na tuurwetten, dan zal deze zich prin cipieel van een oordeel moeten ont houden. Het wonder, in zijn uitwen dig waarneembare natuurweten schappelijke aspecten, zou in princi pe een object voor de natuurweten schap kunnen vormen. Maar essen tieel voor het wonder is, dat het een zelden optredend verschijnsel is. Van wege deze zeldzaamheid mist het de reproduceerbaarheid, heeft dus niet tot de vorming van de natuur wetenschappelijke theorie bijgedra gen. De theorie biedt hiervoor der halve geen bewezen geldigheid. Vervolgens vroeg prof. Vendrik zich af of de fisicus het wonder-karakter van de verschijnselen niet ervaart, wanneer hij zegt dat hr fysicus geen enkel oordeel over wonderen wil en mag vormen en of de invloed van de natuurwetenschappen op het gees- tesleven der mensen ertoe zou kunnen leiden, dat het wondèr minder wordt ervaren, dat de beschouwende gees teshouding ontbreekt, die noodzakelijk is voor deze „verwondering" in zijn meest strikte zin. In zijn antwoord op de eerste vraag wees de spreker erop, dat de fysica de verschijnselen slechts In hun natuurwetenschappelijke aspec ten en samenhangen beschouwt en de ze verklaart aan de hand van natuur wetenschappelijke wetmatigheden en modellen. Zodra b.v. het wonder van Kana een natuurwetenschappelijk ob ject zou worden, hetgeen het moeilijk kan omdat het de vereiste reprodu ceerbaarheid niet heeft, wordt daar mede direct geabstraheerd van de „wonderlijke" aspecten. Kan men zo'n wonderlijk verschijnsel niet in bestaan de theorieën onderbrengen, dan zou men een nieuwe of uitgebreider theo rie maken van hetzelfde natuurweten schappelijk karakter als alle anderen, die dit en dergelijke wonderen zouden beschrijven. Er is binnen de natuurwe tenschappen voor God methodisch geen plaats: God is een werkelijkheid, die aan de exacte wetenschap ont snapt. Antwoordend op de tweede vraag, zei prof. Vendrik dat de beoefenaar van de natuurwetenschap wel het sterkst de beïnvloeding van deze we tenschap op zijn geestesleven ervaart. Deze kwestie hangt samen met de z.g. ontmenselijking van het wereldbeeld, dat sterk door de natuurwetenschap pen zou zijn beïnvloed, waarbij een controverse ontstond tussen natuur- en geesteswetenschappen. Prof. Vendrik ontkende niet, dat de indringende pre sentatie van de natuurwetenschappeln- ke denkwereld, met vele schijnbaar aan de menselijke gedachtenwereld vreemde elementen, maar die de over- tuigmgskracht van da overwinnaar met zich mee draagt, het geestelijk evenwicht heeft doorbroken. Maar dit beeld ontneemt de mens niet zijn ge voel voor het wonder. Nergens onder stellen de natuurwetenschappen het wonder, maar ook nergens zullen zfi ue mens uiteindelijk belemmeren dit te onderkennen. 's-HERTOGENBOSCH, 8 maart Via Rome is het nieuws binnengeko men, dat in Hongkong bericht is ont vangen over de dood van pater Anatole Ghesin s.j., Frans missionaris in Sienh- sien, in de Chinese provincie Hopei. Voor zover bekend verblijft er nu nog slechts één niet-Chinese missionaris In China: de Amerikaanse mgr- James Walsh, die in maart 1960 werd veroor deeld tot twintig jaar gevangenisstraf en deze straf nu ondergaat. Pater Ghestin was 89 jaar oud. Niet minder dan 54 jaar verbleef hij in Chi na- zonder ooit zijn vaderland Frank rijk te hebben teruggezien. Toen de communistische autoriteiten de buiten landse priesters uit het Bisdom Sienh- sien uitwezen, was pater Ghestin bijna 80 jaar. Omdat zijn zeer zwakke ge zondheidstoestand het hem absoluut on mogelijk maakte met het plaatselijke vervoermiddel, de „Chinese wagen", de vijftig kilometer naar het dichtstbij zijnde station af te leggen, kreeg pa ter Ghestin toestemming in Sienhsien achter te blijven. Met grote tussenpozen had hij gele genheid enig nieuws door te geven. Zo schreef hij in 1956 over de zeer be scheiden viering van zijn gouden pries terfeest. Bijna blind geworden was hem alle schrijven spoedig daarna goed deels onmogelijk. In de afgelopen win ter ontving zijn familie het laatste le vensteken. De laatste volledige overzichtsgege- vens, in het Jaarboek van de Missione ring in China van 1949, vermeldden dat zich 3090 buitenlandse priesters in China bevonden. Na de dood van pater Ghestin is de in de gevangenis verblij vende mgr. Walsh de enig overgeble vene. LEOPOLDSTAD, 8 maart Naar eerst thans uit de Kivoe-provincie in de Congo bekend wordt is pater A. van der Laak W.P. uit Tilburg enkele we ken geleden met zijn Belgische en Ita liaanse onfraters uit de missiepost Baraka aan het Tanganjika-meer ver dreven. Zijn confraters zijn inmiddels daar teruggekeerd, doch pater Van der Laak ontving van de plaatselijke auto riteiten een uitwijzingsbevel. Hij bevindt zich thans in Usumbura in Ruanda U- rundi. De oorzaak van de arrestatie, welke begin februari plaats vond, is het da len van een V.N.-helikopter bii de mis sie. De bemanning maakte een praatje met de missionarissen. Daaruit resul teerde de beschuldiging van de Congo lese autoriteiten, dat de paters contact hadden met parachutisten. Pater Van der Laak behoort tot de Belgische pro vincie der Witte Paters. De tweede Nederlandse Witte Pater, die uitgewezen werd, is pater H. Dag gers uit Stadskanaal. Hij werkt in Ki- baku in het bisdom Kasongo, hetzelfde bisdom als van pater Van der Laak. Hij werd 14 februari gearresteerd, maar 16 februari kon hij zich bij de V.N.-troe- pen onder bescherming stellen. Ook de ze priester kreeg van de provinciale autoriteiten een uitwijzingsbevel. Na dere bijzonderheden over de redenen van zijn arrestatie en zijn huidige ver blijfplaats ontbreken nog. De Katholieke Illustratie brengt deze week een interessant stukje historie onder de titel: „Een vloot presenteert zich". Hierin wordt de geschiedenis ver teld van de opkomst van de Ameri kaanse vloot in de eerste jaren van de twintigste eeuw. Onder de kop: „Tref fers met de camera", kan men in dit nummer wilde dieren in kleuren be wonderen. Rigo Kalkhoven schetst een portret van de beroemde Spaanse gita rist Andres Segovia; hieruit kan men de grote kunstenaar leren kennen in zijn dagelijks leven; de afstand tussen hem en publiek wordt nu eens niet overbrugd door zijn unieke kunst, maar door, zo- als blijkt, een bescheiden kunstenaar, die een praatje met een verslaggever maakt Dr. A. Melchior is in dit nummer ook weer van de partij, met tekst en tekeningen; onderwerp: de grotbewo ners. Rogier van Aerde houdt een vraag gesprek met Dom Pieter van der Meer de Walcheren. Het verhaal is voorzien van enkele karaktervolle foto's. AMSTERDAM, 8 maart In de ver gadering van de raad van beheer der Nederlandsche Ford Automobiel Fa briek is besloten aan aandeelhouders voor te stellen het dividend voor het boekjaar 1960 te bepalen op vijfentwin tig procent (vorig jaar twintig procent), waarvan reeds op 27 december 1960 tien procent (vorig jaar acht procent) als interimdividend werd uitgekeerd. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG, 8 maart Nog in de loop van dit jaar zal een regeling voor de verpleging /an langedurig zieken kunnen ingaan. Minister Van Rooy deel de gisteren in de Tweede Kamer mee, dat de ministerraad onlangs goedkeu ring heeft gehecht aan een regeling, waardoor vijftig procent van de kosten, met een maximum van 7,50 gulden per dag, zal worden vergoed. De mededeling van de bewindsman kwam tjjdens het debat over de afde ling Volksgezondheid van de begroting van Sociale Zaken. Er was daarbij van vele zijden aangedrongen op maatrege len ter bestrijding van het tekort aan verplegend personeel. De minister ant woordde, dat in het georganiseerd over leg thans een herziening van de ver pleegsterssalarissen aan de orde is. Men streeft daarbij ook naar een zekere rangdifferentiatie, waardoor er meer promotiekansen komen. Mr. Van Rooy bleek voorstander van de inschakeling van eenvoudig geschoolde ziekenverzorgsters ter assistentie van de verpleegsters. Er zijn nog studies gaande over een alge mene regeling voor deze ziekenver zorgsters, maar de minister over weegt, vooruit lopende op het resul taat van deze studies, reeds tot in voering over te gaan. Nog deze maand zal verder een be slissing worden genomen over de even tuele inschakeling van „schooltandver- zorgsters" die onder leiding van de schooltandarts eenvoudige behandelin gen zouden mogen verrichten. De kamer aanvaardde een motie, waarin werd aangedrongen op een spoe dige beslissing over de subsidiëring van de aanleg van drinkwaterleidingen in de zogenaamde „super-onrendabele ge bieden". Het tienjarenplan voor de drinkwatervoorzieningen loopt in 1963 af en dan moet een plan gereed liggen voor de aansluiting van woningen, die ook dan nog geen waterleiding hebben, zo meent de Kamer. De minister is het er geheel mee eens en hij verzette zich niet tegen de motie. „Ik heb er geen pijn aan", was zijn reactie. Enige amendementen van de heren Van Lienden en Suurhoff (PvdA) wer den ingetrokken, nadat de bewindsman een uiteenzetting had gegeven, waarom de subsidies voor een aantal instellingen van volksgezondheid niet zijn verhoogd. De minister deed daarbij de toezegging dat de r.k. federatie van verpleegin richtingen voor langdurig zieken in het komende jaar een startsubsidie krpgt. Op een vraag van mr. De Vreeze (KVP) beloofde minister Van Rpoy, dat hij de raad van de volksgezondheid zal inschakelen voor de opstelling van een „volksgezondheidsprogramme

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11