Communistische revolutie doet zich
als Christelijke beweging voor
CUBA
wordt
bedrogen
Castro weet wat het
Christendom inhoudt
heeft de were
Op deze hint
d gewacht
CINEMA DU MIDI
Regeling voor verpleging
van langdurig zieken
NTET-MARXISTEN GEEN INVLOED MEER
Wonder en natuurwetenschap
Inleiding van prof. dr. A. Vendrik
voor Alcuin9 te Nijmegen
UIT DE PERS
Nog maar één
niet-Chinese
priester in China
Ministerraad keurt vergoeding
van helft van kosten goed
Denkt u over een nieuw
horloge? Verzuim dan
niet u de selecte Prisma
collectie te laten tonen!
Kleuter waarschijnlijk
verdronken
Twee Witte Paters uit
de Congo gezet
Katholieke Illustratie
Nederlandsche Ford
25 (v.j. 20) dividend
Kamer aanvaardt
motie drinkwater
voorziening
WOENSDAG 8 MAART 1961
PAGINA 11
Is er nog een gesprek mogelijk
tussen de Kerk en de Cu
baanse revolutie? Velen heb
ben lange tijd gedacht van wel,
met name leden van de clergé.
Ik heb gesproken met een gees
telijke uit een van de centra e
provincies, een zeer bekende pe -
soonlijkheid, die een van de -
tiefste leden was
van burgerlijk verzettegen Ba
tista en wiens sympathieën voor
de revolutie lange tijd boven iede
re twijfel verheven waren. Hij
vertelde mij, dat hij kort na de
overwinning van Fidel aan het
episcopaat had voorgesteld een
permanent orgaan te vormen, be
staande uit priesters en leken, dat
de verbinding zou moeten onder
houden tussen de revolutionaire
machthebbers en de Kerk. Daar-
d°or' zo dacht hij, zou de Kerk in
staat zijn geweest de autoriteiten
op een veel discretere manier en
ook veel regelmatiger deelgenoot
te maken van haar zorgen. Hij
geloofde nog steeds, dat het een
tactische fout is geweest om het
scheppen van zulk een orgaan
achterwege te laten; maar hij
was ook van mening, dat daar
door de breuk tussen de katholie
ken en de revolutie slechts zou
zijn vertraagd. Talrijke leden van
de lekengroep, waarvan hij zelf
de geestelijk adviseur is, werden
daags nadat ik met hem gespro
ken had gearresteerd. Sommigen
van hen had ik ontmoet en zij
maakten zich vreselijk bang. Het
feit, dat hij mij zelf pas had wil
len ontvangen, nadat andere
priesters hem hadden gerustge
steld over mijn identiteit, zegt ge
noeg over de ongerustheid, die
zich ook van hem had meester
gemaakt.
MURIEL
S
M
I
T
H
Een film, - nee: een GEBEURTENIS,
die u óók MOET beleven! Bespreel
tijdig uw plaatsen! Tel. 723653.
PREMIÈRE: 10 MAART 1961 - 8 UUR
Daarna dagelijks: 2.30, 7.15 en 9.30 uur. Zondag: 1.30,
3.45, 7.15 en 9.30 uur. Gewone prijzen.
Houding van K.V.P
In Alphen aan den Rijn
Op Cuba de dictatuur
van het proletariaat
De onaangename feiten, die ik heb
gerapporteerd, leiden onvermijdelijk
tot de volgende vraag: Is Fidel een
gecamoufleerde communist? Er is op
fiet ogenblik ongetwijfeld sprake van
een element van bedrog in zijn houding:
(Advertentie)
het communisme heerst op Cuba maar
de leider van de Revolutie, die dat
nooit zal toegeven, houdt de bevolking
in de waan, dat er zich een „Christe
lijke" Revolutie heeft voltrokken. Hij
weet heel goed, dat als hij ooit zou
zeggen, dat het communisme zich op
Cuba heeft gevestigd, hij bijna alle vol
gelingen zou verliezen, die hem nu nog
overblijven.
Is hij communist geworden, of was
hU het bij het begin al? Niemand
kan die vraag met zekerheid beant
woorden. Maar het heeft er alle
schijn van, dat men zich aan de
tweede hypothese moet houden. Ik
heb deze vraag voorgelegd aan be
kende communisten, die vooraan
staande posten bekleden. De open
hartigheid sommigen zullen zeggen
het cynisme waarmee zij ant
woordden, is een van mijn grote ver
rassingen geweest. Een van hen, die
een van de belangrijke organen van
het revolutionaire werk leidt, heeft
tegen mij gezegd: ,,Ja, wij hebben
het in feite voor het zeggen, wij heb
ben hier de dictatuur van het prole
tariaat gevestigd; de Revolutie is een
toepassing van onze leer. Voor het
ogenblik neemt hij niet als lid deel
aan de vergaderingen van het cen
trale comité van de communistische
partijmaar over alle onderwerpen
raadpleegt hij de partij. Maar het
ogenblik komt, wjj zien het komen,
waarop hjj lid wordt van ons centrale
comité. Hij kan nu natuurlijk tegen
de mensen niet zeggen, dat dit het
communisme is. Het volk staat daar
nog niet erg gunstig tegenover."
„U weet toch," zei Carlos Rafael
tussen de communisten en,,hem >>v°°r
hij tot beter inzicht kwam Tenslotte
heette het, dat de regering en de com
munisten het erover eens zpn, dat de
universiteiten, de vakbonden en de an
dere organisaties zich "v?' p®,'
dienst moeten stellen van de Revolu
tie". De revolutionaire ideologie heeft
een stevige organisatie nodig, als zq
niet ten older wil gaan. De organisatie
van de Beweging van de 26ste Juli
(waarin alle niet-marxistische leden
thans volledig iedere invloed hebben
verloren) was te zwak, aldus deze com
munistische analyse Daar wordt dan
nog aan toegevoegd, dat de commu
nistische partij de hare beschikbaar
heeft gesteld en dat in de praktijk het
communisme en de Revolutie op Cuba
één zijn.
Tot slot geef ik hier de ontroerende
woorden weer van een oude priester,
die de leraar van Fidel is geweest. Hij
weigerde met mij „over de politiek"
Rodriguez, die zich in hetzelfde vlieg
tuig bevond, waarmee ik Cuba verliet,
„dat alle landen de weg van het com
munisme opgaan. Op Cuba zijn we al
zover. Het is een onweerstaanbare
beweging. Wat doen de middelen er
toe? Als de Kerk ons aanvalt, wordt
zij vernietigd."
„De pers zegt, dat de Kerk de Re
volutie tart. Dat lijkt mij niet juist."
„Neen, zij valt niet frontaal aan,
maar langs omwegen. Als zij zich niet
met de politiek bemoeit, kan zij zich
handhaven. Maar zij bemoeit zich er
wel mee. Hebt u de open brief gelezen
van het episcopaat aan Fidel? Dat is
een politieke daad."
De conclusie, die uit deze woorden te
trekken valt, is niet bijster optimistisch.
Toen ik terug was in de Verenigde
Staten, dacht ik mijn vrienden te kun
nen verbazen door deze woorden van
Cubaanse communisten. Maar niets
daarvan. De „New York Times" van
30 november 1960 had een aantal rede
voeringen gepubliceerd van Carlos Ra
fael Rodriguez en andere leden van de
communistische partij, waarin __werd
uitgesproken, dat Fidel het schijnt te
hebben begrepen." Er werd ook ge
zegd, dat er geschillen zijn geweest
te praten. Hij zei, dat Fidel en zijn
broer Raoul en zijn schoonzuster Wilma
zoiets als familieleden van hem waren,
zó goed heeft hij ze gekend. En al de
tijd dat ik bij hem was, gaf hij me
geen enkele kans een vraag te stellen.
Hij liet mij samen met hem twee grote
fotoboeken bekijken, waarin men hem
dikwijls naast de revolutionaire leiders
zag staan, na hun overwinning. Maar
toen hij me naar de deur bracht, sprak
hij met dezelfde snelheid, waarmee hij
de foto's had toegelicht, deze woorden:
„Onthoud dit: Fidel kent de goede
weg, hij weet wat goed is, hij weet
wéér het goede is, hjj wéét het.'t
Ieder moet deze woorden zelf maar
interpreteren. Maar na alles wat ik op
Cuba had gezien en gehoord, na drie
weken contact te hebben gehad met de
meest uiteenlopende mensen, beteken
den die woorden voor mij, dat Fidel
weet wat het ware Christendom is, dat
hij het goed kent en dat het niet aan
een onbewuste verwarring zijnerzijds
is toe te schrijven, dat de communis
tische Revolutie op Cuba zich achter
de trekken van dat Christendom ver
bergt.
(Nadruk verboden)
(Advertentie)
„Een van de mooiste films ooit gezien... een
triomf der kunst. U ziet enige der grootste
talenten. De muziek is onvergetelijk."
Los Angeles Herald Expres'
APPOLLOLAAN 4 - AMSTERDAM
(reeds geheel bezet)
Produktie Morele Herbewapening, uitgebracht door N.V. City Film
De Detooimté
The Crowning Experience
(Van onze universitaire correspondent)
NIJMEGEN, 8 maart In het ka
der van een lezingcyclus over „Het
Wonder", die de theologische facul
teitsvereniging „Alcuin" bij gelegen
heid van haar derde lustrum organi
seert, heeft in de aula van de r.k.
universiteit de eerste spreker in de-
Persconferentie van Fidel Castro op het New Y orkse vliegveld Idlewild in januari vorig jaar.
Opneming in deee rubriek ie niet noodeakelijk een bewijs van instemming,
Wij lezen in „De Opmars", het leden
blad van de K.V.P.:
Als er bij andere partijen bezwaren
bestaan tegen de opzet voor een alge
mene kinderbijslagregeling, zoals ze er
nu ligt, dan is de K.V.P. uiteraard be
reid om wijzigingen te overwegen, die
aan die bezwaren tegemoetkomen.
Uitgangspunt voor de KVP moet ech
ter bljjven, dat er een kinderbijslagre
geling komt, waarin ook de zelfstandi
gen worden betrokken. Onze partij heeft
daarop jaar op jaar en met toenemen
de klem aangedrongen. En bij het op
treden van het kabinet-de Quay, dat de
algemene kinderbijslagregeling in ztfn
program opnam, is de KVP er dan ook
van uitgegaan, dat de partijen, die geest
verwanten in het kabinet hebben, be
reid zouden zijn om het kabinet nok in
dit opzicht te steunen.
Ook de KVP kan het dus niet als een
„vrije kwestie" beschouwen of die steun
nu al dan niet in voldoende mate gege
ven zal worden. Met het optreden van
het kabinet-de Quay, waarin voor
het eerst na de oorlog geen socia
listen zitten en de liberalen hun plaats
innamen, zijn nieuwe politieke verhou
dingen ontstaan. De KVP wil ook bin
nen die nieuwe politieke verhoudingen
in 's lands belang haar aandeel leveren.
De KVP heeft er van haar kant ook
begrip voor, dat binnen elke samenwer
king naar compromissen moet worden
gezocht.
ZINLOOS
Voor de KVP wordt een samenwer
king echter zinloos, wanneer die niet de
mogelijkheid zou bieden om een van
haar belangrijkste programpunten te
verwezenlijken, hetgeen de algemene
kinderbijslagregeling onverminderd
blijft. Dit geldt niet alleen voor nu,
maar ook voor straks. Degenen, die het
aangaat, zullen goed doen ook dit bij
het bepalen van hun houding ten opzich
te van de algemene kinderbijslagwet te
betrekken.
ALPHEN AAN DEN RIJN, 8 maart
Sinds gisterenmiddag wordt hier de vijf
jarige André van Zomeren vermist. De
jongen is na het verlaten van de kleu
terschool niet in de ouderlijke woning
aangekomen. Mer heeft zijn jasje bij
de Rijn ten zuiden van de Koningin
Julianabrug gevonden en vermoedt dat
het ventje spelenderwijs te water is ge
raakt en verdronken. Tot middernacht
heeft de politie zonder resultaat ge
dregd.
ze cyclus, prof. dr. A J. H. Vendrik,
hoogleraar 'n de medische fysica,
een inleiding gehouden over „Wonder
en Natuurwetenschap".
Het wonder, aldus prof. Vendrik,
speelt in de moderne tijd bij de wes
terse mens een steeds kleinere rol.
Deze kleinere rol spreekt niet in de
eerste plaats uit het feit, dat wonderen
minder zouden voorkomen, hoewel dit
wellicht ook het geval is, maar vooral
uit de geringere behoefte, die de mens
van heden lijkt te hebben in deze won
derbare tekenen, waarbij buitengewo
ne verschijnselen van fysische aard
een uitwendig begeleidend verschijn
sel zijn. Ontbreekt het geloof, dat een
conditio sine qua non voo. deze wijze
van openbaring is, of heeft het mens
dom zich naar een nieuw mensentype
ontwikkeld, waarvoor wonderen niet
een geëigende symboliek vormen?
Vast staat, dat de ontwikkeling van
wetenschap en techniek een andere
levens- en beschouwingswijze, een an
dere waardebepaling ten gevolge heeft
en wel juist, zo meende prof. Vendrik,
op het geestesgebied, waar het won
der kan ingrijpen. Wonderen en na
tuurwetenschappen mogen niet slechts
besproken worden op grond van de
kenmerken en eigen geaardheid van
beide, waarbij men moet constateren,
dat er van een zeggingskracht van
de natuurwetenschappen over het won
der geen sprake kan zijn, maar ook
de invloed van deze wetenschappen op
de geestelijke structuur van de mens,
in zoverre deze met het verschijnsel
„wonder" te maken heeft, moet in be
schouwing genomen worden.
Prof. Vendrik duidde het wonder aan
als een op buitengewone wijze optre
dend verschijnsel, dat een relièieuze
betekenis heeft. Maar niet de buiten
gewone wijze van optreden stempelt
een gebeurtenis tot wondei, doch de
wijze van beleven van die gebeurtenis
doet dit. Het is dus een innerlijke gees
teshouding, die een belevenis tot won
der maakt.
De fysicus tracht een zekere orde
ning te scheppen in zijn ervarings
gegevens en een complex van soort
gelijke verschijnselen te verklaren.
Hij tracht een verband te brengen
tussen deze verschijnselen, waar
bij dat verband altijd het karakter
heeft het meer bijzondere verschijn
sel te begrijpen vanuit een algemene
wetmatigheid. Wanneer iemand een
beoefenaar der natuurwetenschappen
de vraag stelt of een wonder al dan
niet in strijd is met de bekende na
tuurwetten, dan zal deze zich prin
cipieel van een oordeel moeten ont
houden. Het wonder, in zijn uitwen
dig waarneembare natuurweten
schappelijke aspecten, zou in princi
pe een object voor de natuurweten
schap kunnen vormen. Maar essen
tieel voor het wonder is, dat het een
zelden optredend verschijnsel is. Van
wege deze zeldzaamheid mist het
de reproduceerbaarheid, heeft dus
niet tot de vorming van de natuur
wetenschappelijke theorie bijgedra
gen. De theorie biedt hiervoor der
halve geen bewezen geldigheid.
Vervolgens vroeg prof. Vendrik zich
af of de fisicus het wonder-karakter
van de verschijnselen niet ervaart,
wanneer hij zegt dat hr fysicus
geen enkel oordeel over wonderen wil
en mag vormen en of de invloed van
de natuurwetenschappen op het gees-
tesleven der mensen ertoe zou kunnen
leiden, dat het wondèr minder wordt
ervaren, dat de beschouwende gees
teshouding ontbreekt, die noodzakelijk
is voor deze „verwondering" in zijn
meest strikte zin. In zijn antwoord op
de eerste vraag wees de spreker erop,
dat de fysica de verschijnselen slechts
In hun natuurwetenschappelijke aspec
ten en samenhangen beschouwt en de
ze verklaart aan de hand van natuur
wetenschappelijke wetmatigheden en
modellen. Zodra b.v. het wonder van
Kana een natuurwetenschappelijk ob
ject zou worden, hetgeen het moeilijk
kan omdat het de vereiste reprodu
ceerbaarheid niet heeft, wordt daar
mede direct geabstraheerd van de
„wonderlijke" aspecten. Kan men zo'n
wonderlijk verschijnsel niet in bestaan
de theorieën onderbrengen, dan zou
men een nieuwe of uitgebreider theo
rie maken van hetzelfde natuurweten
schappelijk karakter als alle anderen,
die dit en dergelijke wonderen zouden
beschrijven. Er is binnen de natuurwe
tenschappen voor God methodisch
geen plaats: God is een werkelijkheid,
die aan de exacte wetenschap ont
snapt.
Antwoordend op de tweede vraag,
zei prof. Vendrik dat de beoefenaar
van de natuurwetenschap wel het
sterkst de beïnvloeding van deze we
tenschap op zijn geestesleven ervaart.
Deze kwestie hangt samen met de z.g.
ontmenselijking van het wereldbeeld,
dat sterk door de natuurwetenschap
pen zou zijn beïnvloed, waarbij een
controverse ontstond tussen natuur- en
geesteswetenschappen. Prof. Vendrik
ontkende niet, dat de indringende pre
sentatie van de natuurwetenschappeln-
ke denkwereld, met vele schijnbaar
aan de menselijke gedachtenwereld
vreemde elementen, maar die de over-
tuigmgskracht van da overwinnaar
met zich mee draagt, het geestelijk
evenwicht heeft doorbroken. Maar dit
beeld ontneemt de mens niet zijn ge
voel voor het wonder. Nergens onder
stellen de natuurwetenschappen het
wonder, maar ook nergens zullen zfi
ue mens uiteindelijk belemmeren dit
te onderkennen.
's-HERTOGENBOSCH, 8 maart
Via Rome is het nieuws binnengeko
men, dat in Hongkong bericht is ont
vangen over de dood van pater Anatole
Ghesin s.j., Frans missionaris in Sienh-
sien, in de Chinese provincie Hopei.
Voor zover bekend verblijft er nu nog
slechts één niet-Chinese missionaris In
China: de Amerikaanse mgr- James
Walsh, die in maart 1960 werd veroor
deeld tot twintig jaar gevangenisstraf
en deze straf nu ondergaat.
Pater Ghestin was 89 jaar oud. Niet
minder dan 54 jaar verbleef hij in Chi
na- zonder ooit zijn vaderland Frank
rijk te hebben teruggezien. Toen de
communistische autoriteiten de buiten
landse priesters uit het Bisdom Sienh-
sien uitwezen, was pater Ghestin bijna
80 jaar. Omdat zijn zeer zwakke ge
zondheidstoestand het hem absoluut on
mogelijk maakte met het plaatselijke
vervoermiddel, de „Chinese wagen",
de vijftig kilometer naar het dichtstbij
zijnde station af te leggen, kreeg pa
ter Ghestin toestemming in Sienhsien
achter te blijven.
Met grote tussenpozen had hij gele
genheid enig nieuws door te geven. Zo
schreef hij in 1956 over de zeer be
scheiden viering van zijn gouden pries
terfeest. Bijna blind geworden was
hem alle schrijven spoedig daarna goed
deels onmogelijk. In de afgelopen win
ter ontving zijn familie het laatste le
vensteken.
De laatste volledige overzichtsgege-
vens, in het Jaarboek van de Missione
ring in China van 1949, vermeldden
dat zich 3090 buitenlandse priesters in
China bevonden. Na de dood van pater
Ghestin is de in de gevangenis verblij
vende mgr. Walsh de enig overgeble
vene.
LEOPOLDSTAD, 8 maart Naar
eerst thans uit de Kivoe-provincie in
de Congo bekend wordt is pater A. van
der Laak W.P. uit Tilburg enkele we
ken geleden met zijn Belgische en Ita
liaanse onfraters uit de missiepost
Baraka aan het Tanganjika-meer ver
dreven. Zijn confraters zijn inmiddels
daar teruggekeerd, doch pater Van der
Laak ontving van de plaatselijke auto
riteiten een uitwijzingsbevel. Hij bevindt
zich thans in Usumbura in Ruanda U-
rundi.
De oorzaak van de arrestatie, welke
begin februari plaats vond, is het da
len van een V.N.-helikopter bii de mis
sie. De bemanning maakte een praatje
met de missionarissen. Daaruit resul
teerde de beschuldiging van de Congo
lese autoriteiten, dat de paters contact
hadden met parachutisten. Pater Van
der Laak behoort tot de Belgische pro
vincie der Witte Paters.
De tweede Nederlandse Witte Pater,
die uitgewezen werd, is pater H. Dag
gers uit Stadskanaal. Hij werkt in Ki-
baku in het bisdom Kasongo, hetzelfde
bisdom als van pater Van der Laak. Hij
werd 14 februari gearresteerd, maar 16
februari kon hij zich bij de V.N.-troe-
pen onder bescherming stellen. Ook de
ze priester kreeg van de provinciale
autoriteiten een uitwijzingsbevel. Na
dere bijzonderheden over de redenen
van zijn arrestatie en zijn huidige ver
blijfplaats ontbreken nog.
De Katholieke Illustratie brengt deze
week een interessant stukje historie
onder de titel: „Een vloot presenteert
zich". Hierin wordt de geschiedenis ver
teld van de opkomst van de Ameri
kaanse vloot in de eerste jaren van de
twintigste eeuw. Onder de kop: „Tref
fers met de camera", kan men in dit
nummer wilde dieren in kleuren be
wonderen. Rigo Kalkhoven schetst een
portret van de beroemde Spaanse gita
rist Andres Segovia; hieruit kan men
de grote kunstenaar leren kennen in zijn
dagelijks leven; de afstand tussen hem
en publiek wordt nu eens niet overbrugd
door zijn unieke kunst, maar door, zo-
als blijkt, een bescheiden kunstenaar,
die een praatje met een verslaggever
maakt Dr. A. Melchior is in dit nummer
ook weer van de partij, met tekst en
tekeningen; onderwerp: de grotbewo
ners. Rogier van Aerde houdt een vraag
gesprek met Dom Pieter van der Meer
de Walcheren. Het verhaal is voorzien
van enkele karaktervolle foto's.
AMSTERDAM, 8 maart In de ver
gadering van de raad van beheer der
Nederlandsche Ford Automobiel Fa
briek is besloten aan aandeelhouders
voor te stellen het dividend voor het
boekjaar 1960 te bepalen op vijfentwin
tig procent (vorig jaar twintig procent),
waarvan reeds op 27 december 1960 tien
procent (vorig jaar acht procent) als
interimdividend werd uitgekeerd.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG, 8 maart Nog in de
loop van dit jaar zal een regeling voor
de verpleging /an langedurig zieken
kunnen ingaan. Minister Van Rooy deel
de gisteren in de Tweede Kamer mee,
dat de ministerraad onlangs goedkeu
ring heeft gehecht aan een regeling,
waardoor vijftig procent van de kosten,
met een maximum van 7,50 gulden per
dag, zal worden vergoed.
De mededeling van de bewindsman
kwam tjjdens het debat over de afde
ling Volksgezondheid van de begroting
van Sociale Zaken. Er was daarbij van
vele zijden aangedrongen op maatrege
len ter bestrijding van het tekort aan
verplegend personeel. De minister ant
woordde, dat in het georganiseerd over
leg thans een herziening van de ver
pleegsterssalarissen aan de orde is.
Men streeft daarbij ook naar een zekere
rangdifferentiatie, waardoor er meer
promotiekansen komen.
Mr. Van Rooy bleek voorstander
van de inschakeling van eenvoudig
geschoolde ziekenverzorgsters ter
assistentie van de verpleegsters. Er
zijn nog studies gaande over een alge
mene regeling voor deze ziekenver
zorgsters, maar de minister over
weegt, vooruit lopende op het resul
taat van deze studies, reeds tot in
voering over te gaan.
Nog deze maand zal verder een be
slissing worden genomen over de even
tuele inschakeling van „schooltandver-
zorgsters" die onder leiding van de
schooltandarts eenvoudige behandelin
gen zouden mogen verrichten.
De kamer aanvaardde een motie,
waarin werd aangedrongen op een spoe
dige beslissing over de subsidiëring van
de aanleg van drinkwaterleidingen in
de zogenaamde „super-onrendabele ge
bieden". Het tienjarenplan voor de
drinkwatervoorzieningen loopt in 1963
af en dan moet een plan gereed liggen
voor de aansluiting van woningen, die
ook dan nog geen waterleiding hebben,
zo meent de Kamer. De minister is het
er geheel mee eens en hij verzette zich
niet tegen de motie. „Ik heb er geen
pijn aan", was zijn reactie.
Enige amendementen van de heren
Van Lienden en Suurhoff (PvdA) wer
den ingetrokken, nadat de bewindsman
een uiteenzetting had gegeven, waarom
de subsidies voor een aantal instellingen
van volksgezondheid niet zijn verhoogd.
De minister deed daarbij de toezegging
dat de r.k. federatie van verpleegin
richtingen voor langdurig zieken in het
komende jaar een startsubsidie krpgt.
Op een vraag van mr. De Vreeze
(KVP) beloofde minister Van Rpoy, dat
hij de raad van de volksgezondheid zal
inschakelen voor de opstelling van een
„volksgezondheidsprogramme