ook oog hebben voor het allerkleinste detail I Een GOEDE film moet ook GAAN! w Geen bezwaren buitenlands tegen een staalbedriji O D is uw vertrouwen waard MINISTER DE POUS: Ook voor tweede Nederlands bedrijf hulp van elders nodig Christelijke vernieuwing WÊÊÊtm grondslag voor een traditie Lente in Italië «SMS# let 'US/SpJÊ™i5ÏÏ?' Passiezondag-biddag Gunstige ontwikkeling in probleemgebieden PAGINA 5 HAV LEVENSVERZEKERINGEN SCHIEDAM TELEFOON 1010) 6 93 04* HAV LEVENSVERZEKERINGEN (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 11 maart De minister van Economische Zaken, drs. J. W. de Pous, meent dat er geen gevaren verbonden zijn aan de vestiging van een buitenlands staalbedrijf op het eiland Rozen burg of elders in Nederland. Dit blijkt uit de memorie van ant woord over de begroting van Economische Zaken. Probleemgebieden Uitreiking muziekprijzen De Waerdye biedt U een kans de geldontwaarding te ontlopen door levensverzekering op basis van belegging in aandelen WORLD famous CIGARETTE LOR1LLARD - NEW YORK fl per 20 Een mens ergens in Nederland gaat een gedicht schrijven. Dat kan vrijblijvend. Hij schrijft een ro man, hij componeert een sympho- hle of hij schildert een schilderij. Ook dat is een kwestie van eigen initiatief. Maar nu haalt hij het in zijn hoofd een 'Urn te gaan maken. Daar beginnen de moeilijkheden, de bijna onoverzienbare moeilijkheden. Want een film maken kost geld. En doorgaans veel geld. Maar goed. De filmer slaagt er in het benodigde kapitaal los te krijgen. Hij maakt de film; en hij gaat draaien in de vaderlandse bioscopen. Nu moet hij geld opbrengen. Veel geld. Liefst aan zienlijk meer dan hij heeft gekost. De dichter en de componist moeten óók betaald worden, maar zij krijgen onvoorziene en ongewone omstandighe den voorbehouden zo goed als niets. In geval_ van de film moet ieder een aan zijn trekken komen; dat is con tractueel vastgelegd. Een film is han delswaar. En een in brede kring gang- fare opvatting is dan ook dat een film goed is, als hij veel opbrengt. Gezien in dat overigens duistere licht, is de maker van een Nederlandse film een bijzonder beklagenswaardig mens. Want nergens ter wereld wordt zó schoorvoe tend naar de bioscoop gegaan als te onzent. De statistieken hebben bewe zen, dat de Nederlander gemiddeld vier en een half keer per jaar („ja, gezel lig, samen") een film gaat zien. Over al elders gaan mensen tussen de twaalf en achttien keer per jaar. Een Neder landse speelfilm-industrie is dus van meet af aan een met moeilijkheden ge laden zaak. Want een film is goed, als hy gaat. Dezer dagen bracht ik een bezoek aan Fons Rademakers, zoals u weet de maker van de laatste Nederlandse speel film „Het Mes". Toen ik hem de hand drukte, verweet hy mij, zij het met iet wat ironische vrolijkheid uiteraard, dat ik „midzomer meebracht". Fons Rade makers immers heeft naar iedereen, die „Ir*" wRten kan, grif heeft getuigd, een ?ay® fderlandse speelfilm gemaakt; hpst=lsj wellicht, die aan de toch ook lende buiten het mercantiele val- heeft formen beantwoordt. Maar hij Kaan $echts één zorg; zal hij ook WnnHf I*™»1 ik met hem zit te praten, orat hij opgebeld door een financieel eianghebbend persoon, die zegt; „Zater- ,?8avond was het uitverkocht, maar zondagavond liep het sterk terug." Fons Rademakers keert zich tot mij: Wat wil je vraagt hij, „met dit Weer. U gaat s middags naar Zand- fh°rt en dan bent u 's avonds immers Gnoe om naar de bioscoop te gaan?" Part^ >>midzomerse weer" speelt hem zó nui, daarom moest nu net de zon dat 7iinrCliS schijnen op het moment bracht £--m -OP de markt" werd ge- fcemaa'kt heeft wel een goede film svmaakt, d iedereen maar bj) steekt vol zorgen" hij steekt dus films°rgein" Want hij kan zestig goede «lms maken, maar als zij zestig keer gewege°<fid gaa" zy?n het slechte films w1«teS V °f en dat is dan het onge- w sse alternatief zij moeten het in het Koéd ctai?d dóen- Werkelijk, daar is een Voor nriiv onverveerd beroeps-idealisme film ta i? om in Nederland een speel- Worden don" ,Paken en dan geleid te iiiiiiiinnHiiiiiiiiinniniiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiimiiiiiiiinnniiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiNiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiyi FONS RADEMAKERS: „Het mes Fons Rademakers aan het werk tijdens de opnamen van „Het Mes". iT 11111111111 f miniminnuminimin (Advertentie) °Penbaart zich aan mö als tr»;,ee? f?n£mnische man in een iintZet trUSpdle^eï grote radheid be gint te praten H« heeft het hart op de wng, maar hp wéét wat hij zegt Dat by weet wat hij doet, heeft hij o m bewezen door „Het Mes"® te £i«kem Nu het werk voltooid is houdt hij er «ch weuicht meer mee bezig dan ooit. ie» F00p m,ppt' hat ?r reacties zul- n komen j ietwat nerveus K uns zeu -t^ z. - &eneren ons j^Uwens toch gauw. Dat is de ene zijde, ti* andere zijde is: „De Bioscoopbond pu bjj ons een bijzonder machtig li- ^aulloises rokend, „het is m Neder- i^bd moeilijk om er mee dóór te gaan. Til hebben bij ons een zekere gêne 01 ons zelf generen ons i ai aam; die jongens zijn niet bereid ri- vie°'s te nemen." Niettemin wil hy niet ..Abelen dat, waar het gaat om het <.eshgen van een Nederlandse speelfilm- ]p?dbie, het nemen van (ook financië- ve), risico's tot de onvermijdelijkheden Pehoort. Men kan slechts naar Neder- Andse films kijken als ze er zijn. Nie- AAd staat 's morgens zo maar op met vA1 niet te stillen behoefte aan Neder- tóndse films. Fons Rademakers werd In 1920 in Roosendaal geboren. Hij doorliep er de H.B.S. en ging naar Am sterdam, want het lag in de be doeling, dat hij voor arts zou gaan studeren. Het werd echter, overeen komstig een diep gekoesterd jeugo- ideaal, toneelschool. In die dagen gmg hij, als leerling natuurlijk, t°nfeIo„JSo in de Amsterdamse toneelschool, boms gebeurde het dat hij met 27 mensen in de zaal zat. Want er heerste des tijds malaise, ook in het theaterleven. En dat was dan een weinig bemoedi gende situatie voor de man, die daarin straks een plaats zou moeten verove ren. Toen kwamen oorlog en bezetting. In 1943 vluchtte Rademakers hij had daarvóór al toneel gespeeld bij Cor van der Lugt naar Zwitserland. Daar was alle reden voor, want hij had Jood se mensen geholpen. Dat vluchten ech ter had gevolgen, die zijn verdere ont wikkeling zeker mede hebben bepaald. In Genève immers leerde hij mensen kennen als Michel Simon, Jacques Fé- der en Marcel Carné, die er een film schooltje had. De twee laatsten waren ook refugé's en zij mochten als zoda nig, evenals Rademakers, niet werken. Er werd natuurlijk tóch gewerkt. Tij dens besloten bijeenkomsten, voor wel ke de upper ten van Genève per convo catie werd uitgenodigd. De invasie bracht Rademakers op de gedachte „dat hij wilde vechten'1. Hij vatte het plan op om zich als vrijwilliger op te geven en belandde in Brussel, waar al spoedig bleek dat men op zijn strijd lust niet veel prijs stelde en van vech ten kwam dus niets terecht. Rademakers kwam in het bevrijde Parijs terecht, waar hem door Jean Louis Barrault een contract werd aan geboden. Maar hij kon noch een ver- blijfs- noch een werkvergunning loskrij gen. Hij ging dus terug naar Neder land en ging er bij Cor Hermus toneel spelen. In 1948 werd hem een beurs voor filmregie aangeboden en hij zou naar Londen gaan. Maar vanwege een staking bij de Rank-organization ging dat niet door. Rademakers ging regis seren bij „Comedia": Scribe, Anouilh, Roussin. Achard, Marceau en Biichner. In die tijd kwamen er mensen met centen naar hem toe en vroegen: „Voel A ,er "jet voor om te gaan filmen?" Natuurlijk voelde hij er voor want Jac- SAr ,?er had in die Geneefse tijd zijn liefde voor de film definitief opge wekt. Maar niettemin wilde hü „eerst het vak goed bekijken." Dat kón toen door toedoen van O., K. en W. Hij ging de Sica assisteren bij „Het dak", hy ging kyken hoe Renoir en Joris Ivens het deden en hy sloeg gade hoe Charles Chrichton zijn „Man in the sky" maakte. Toen hjj terugkwam in het vader land leerde hy Friso Wiegersma kennen, die vol verhalen stak over zjjn vader, de schilder-dokter. Een film", dacht Rademakers. „Ze «taan in een boek, die verhalen," zei Friso Wiegersma, „in Dorp aan de ri vier" van Antoon Coolen." Hugo Claus schreef een scenario gebaseerd op los se anecdotes. En de film kwam tot stand Fons Rademakers zegt: „Hier kreeen wij op ons donder, omdat zy te fragmentarisch was; in het buitenland nrees men ons op dezelfde grond. In êerlijn verwierf „Dorp aan de Rivier net niet ,De gouden beer"; en dat scheelde dan precies één stem een Hollandse. In Amerika vie de rolprent een „nomination „ten. d?fl'>> ftont film niet „uit zijn kosten al staat het vast dat zulks binnen afzienbare tijd ruimschoots het geval zal zyn. „Dorp aan de rivier immers gaat, in het buitenland dan. Inmiddels waren Rademakers en Hugo Claus gaan werken aan een sce nario van „Het Mes", naar een ver haal van laatstgenoemde. Zy hadden dat overigens gedaan in de ietwat ont moedigende veronderstelling dat een film, gebaseerd op zulk een subtiel- poëtische geschiedenis „hoogstens een week in „De Uitkijk" zou gaan." De synopsis werd dus „op een laag pitje gezet". Zy werd nader uitgewerkt toen Rademakers en Claus samen op win tersport-vakantie in Sestrière waren en laatstgenoemde zy'n been brak en „in het gips kwam te liggen." Maar nie mand gaf een cent voor het idee. Toen kwam „die malle invitatie voor Hollywood". Rademakers nam haar aan en kreeg aan gene zyde van de Oceaan verschillende aanbiedingen voor scenario's, die „te onbenullig wa ren om over te praten". Hugo Claus ver toefde destijds in New York. Radema kers ging hem opzoeken en riep: „Hoe staat het met het scenario". De schrij ver „schrok zich dood" en ging met een aan het werk. Het scenario kwam er; de film ook. Zij het met pijn en moeite, omdat men slechts op het nip pertje de hoofdrol, het jongetje dus, ontdekte: Reitze v. d. Linden. Fons Rademakers spreekt over het maken van films met een onbe vangenheid, die nog slechts wordt overtroffen door zyn, goed be heerste geestdrift. Toneel en film? „Al le grote film-regisseurs, gaat u maar na, hebben een toneel-verleden." Dat zegt niets, behalve dan, dat een derge lijke afkomst riet storend, laat staan fnuikend hoeft te werken. Toneel is „verrukkeiyk". Film ook, maar anders. Misschien „dóe je meer" bij toneel. En dan laat Rademakers ineens een soort filmisch credo los: „Het fantas tische van een film maken vind ik, dat je je kunt en moet verdiepen in allerlei kleine menseRjke details." Met welk een geconcentreerde inten siteit hij dat doet heb ik kunnen con stateren toen ik destijds in het Lim burgse Voerendaal één dag filmen aan „Het Mes" kon meemaken. Nu toont hy mjj het draaiboek van die rolprent. Een tot in de geringste details, van meter tot meter, bijgehouden beschrij ving van de film, compleet met situa tie-schetsjes. Verliest een regisseur zich, zo werkende, niet in de details? Neen. Hij heeft het geheel immers „in zijn kop". Detailwerk echter is ook in dit opzicht van ongemeen belang; een film maken kost geld. „Je huurt een zaal en je huurt 300 figuranten. Maar je moet dan ook precies weten wèt je gaat doen. Een beslissing ter plaatse zou twee a drie uur kunnen scheien. En weet u wat dat kóst met zoveel per soneel?" Fons Rademakers maakt Nederland se speelfilms. Zij worden mede bepaald door dat Nederlandse. Is het niet aardig dat Nederlandse mensen naar Italiaan se films zitten te kijken en zeggen: „Gut zyn ze zo? Dat kennen wij niet." Zou het niet even aardig zijn dat ze in Rio de Janeiro naar een Nederland se film kyken en zeggen: „Gut, zyn ze zo? Dat kennen wy niet". Het Neder landse volk is een eigenaardig volk, zoals elk ander. In „Van oude mensen, de dingen, die voorbijgaan", van Cou perus, zou een fantastische film zitten, denkt u niet? Al die gekke, merk waardige menseipke details. De documentaire film. Neen Fons Ra demakers heeft er nooit een gemaakt. Dat is „een heel ander vak". Tja, „Prys de Zee" van Herman van der Horst. Een meesterwerk in haar ge heel. Maar waar ligt het hoogtepunt? In die scène van de man, die de üzeren plaat aan de boeg van het schip „diri geert" Dat is menselijk drama. Is hij, Rademakers in die zin soms documen tair in „Het Mes"? Het kan zyn, hü weet het niet. Fons Rademakers heeft de eerste Nederlandse speelfilm gemaakt, waarvan de deskundigen algemeen zeggen dat hij internationaal ni veau heeft. In welke mate zulks het ge val is zal wellicht blijken als hij straks met Franse ondertitels, naar Cannes gaat. Ach, men kan met Fons Rademakers urenlang over de film praten; over ie van vrede en rust. hai" over Orson Welles, over „Umber- to D", een film zó vol menselijke de tails „Jat de tranen soms uit je smoel springen." Natuurlijk heeft Fons Rademakers plannen, ofschoon het voor een Neder landse filmer „wel moeilijk is om er mee door te gaan." Hij denkt aan een film van satirische geaardheid. Maar, weet u, je hebt alle kans dat de synop sis eerst weer „op een laag pitje moet". Fons Rademakers staat er op goede Nederlandse films te maken. Wellicht heeft hp met „Het Mes" de grondslag gelegd voor een traditie in deze zin. Maar dat wordt dan wel een kwestie van zwoegen, en van bloed, zweet en tra nen. Vooralsnog is het echter meer een kwestie van goed, dat wil dus zeggen slecht weer. HERMAN HOFHUIZEN Hét schitterende herontwa- ken der natuur in haar steden, die flonkerende edelstenen in de geschiede nis der kunst. Goedkope benzine voor toe risten - reductie op spoor wegtarieven. Inlichtingen: NATIONAAL ITALIAANS VERKEERS BUREAU (E.N.I.T.), Rokin 52, Amsterdam-C. en alle reisbureaus. UTRECHT, 11 maart Met goed keuring en aanbeveling van de bis schoppen van Nederland zal op Passie zondag ook dit jaar een Biddag gehou den worden voor allen, die om hun over tuiging vervolging te verduren hebben. De voorbereiding van deze Passiezon dag-Biddag geschiedt wederom door het Comité Middagklok-Noodklok" in sa menwerking met Oostpriesterhulp en andere apostolaten. Advertentie) VERZEKERD KAPITAAL RUIWI 1 MILJARD GULDEN „Vele buitenlandse industrieën, die in ons land zyn gevestigd, dragen ai by tot onze industriële ontplooiing. Deze bedrüven hebben niet alleen het exportpakket van industriële produk- ten in belangrijke mate vergroot en versterkt, maar ook de ontwikkeling der nationale industrieën verstevigd." Hetzelfde zal volgens de bewindsman ook gelden voor een buitenlandse staalindustrie. De totstandkoming van een Neder landse staalindustrie zou weliswaar zyn toe te juichen, maar ook in dit geval zou voor een plan van allure, dat binnen korte termijn zou moeten worden verwezenlijkt, buitenlandse medewerking wellicht niet kunnen worden ontbeerd, aldus de minister. In verband hiermee acht hy het ook niet nodig door een groep deskundigen een onderzoek te laten instellen naar de vestigingsmogeiykheden van een tweede staalbedrijf. De industriële ontwikkeling in de probleemgebieden, met name in het noorden van Nederland, heeft een gunstig verloop, zo merkt minister De Pous op. De tot 8 februari van dit jaar ingewilligde premieverzoeken zullen in de probleemgebieden tezamen naar schatting een toename van 17.450 arbeidsplaatsen ten gevolge heb ben. Hiervan komt tuim 53 procent aan het noorden ten goede. Op basis van de ingediende premie-aanvragen is een uitbreiding van het aantal arbeidplaatsen van 22.900 te verwach ten. Van dit aantal heeft ruim 13.200 betrekking op het noordelyk probleem gebied. De ondernemingen, die zijn en worden opgericht in de probleem gebieden, zün bepaald niet alleen nevenvestigingen van enkele grote be- dryven. Van de 56 gerealiseerde of nog op te richten vestigingen in het noorde lyk probleemgebied hebben er ruim 30 betrekking op overplaatsingen van ondernemingen buiten dit gebied of ge heel nieuw totstandgekomen onder nemingen. De resterende twintig zyn voor het overgrote deel neven vestigingen van kleine of middelgrote ondernemingen. Slechts zeven daarvan zijn van grote ondernemingen, aldus de bewindsman. Hy acht de vrees ongegrond, dat in geval van recessie de stabiliteit van de economie in het noorden zou worden geschaad, doordat de produk- tie zou worden teruggetrokken naar de elders gevestigde moederbedrij ven. „In de grote nevenvestigingen worden namelyk veelal produkten gefabriceerd, die in de moederonder neming nog niet werden gemaakt of vandaar zyn overgeplaatst." Minister De Pous zegt in zijn memorie van antwoord een voorstan der te zyn van uitzending van ge combineerde Benelux-handelsmissies. Een dergelyke samenvoeging van de Ffiltnai mlssles z°u, naast het on miskenbare voordeel van een bredere )e™gónwoordiging tevens het nut nebben, dat het gemeenschappelyk handelspolitieke optreden van de Bene- tegenover derde landen nog eens wordt onderstreept. De regering zal echter, zo stelt de bewindsman, be perkte invloed kunnen uitoefenen, om dat de uitzending van dergelyke mis sies door het georganiseerde bedrüfs- leven geschiedt. Over prijsverlagingen zegt de minis ter, dat het praktisch uitvoerbaar is gebleken deze toe te passen, als de produktiviteitsstyging het nationale ge middelde overtreft. DEN HAAG, 11 maart In het be richt dat gisteren is geplaatst over de uitreiking van de muziekpryzen die door de Johan Wagenaarstichting zyn toegekend, werd vermeld dat drs. W. Schmelzer oud-leerling is geweest van Johan Wagenaar. Dit was niet juist: de staatssecretaris heeft enige tyd com positielessen gehad by Robert de Roos, de winnaar van de Willem Pyperprijs. (Advertentie) COOLSINGEL 57 - ROTTERDAM nder de vele pogingen tot ver nieuwing van het geestelijk le ven in de Kerk van onze tijd mag men, menen wij, de grootscheepse vastenacties, die in verschillende landen worden georga niseerd, zeker een bijzondere bete kenis toekennen. In Duitsland wordt nu reeds voor de derde keer onder het evangelische motto: „Misereor super turbam" de „Fastenaktion gegen Hunger und Krankheit in der Welt" gehouden, en wel met de bedoeling deze actie tot een permanente bis schoppelijke instelling te maken. Het resultaat van de twee eerste jaren was overweldigend door een op brengst van resp. 35 en 43 miljoen R.M., welk bedrag werd verdeeld over Afrika, Azië, Oceanië, Latijns Amerika en internationale organisa ties voor hulpbetoon en opleidings- werk in Europa. In Oostenrijk wordt sinds 1958 de z.g. „Familienfasttag" telkens op een vastgestelde, bepaal de nood gericht. Het initiatief tot de ze actie is uitgegaan van het „Ka- tholisches Frauenwerk". De eerste opbrengst bedroeg 2.839.000 Schilling en werd bestemd voor Korea ten be hoeve van weeshuizen, seminaries, ziekenhuizen, een studentenhuis en een melaatsendorp. In 1959 bracht men, weer voor Korea, 4.277.000 Schil ling bijeen. De „Katholische Manner- beweging voerde in hetzelfde jaar een actie voor Flores (2.155.000 Schil ling), terwijl de „Katholische Jung- schar" geld inzamelde voor de Afri kaanse Missie (2.647.000 Sch.). Dat betekent dat de 6,3 miljoen Oosten rijkse Katholieken, in 1959 9 miljoen Schilling offerden. Dit Oostenrijkse voorbeeld heeft navolging gevonden in Engeland. Aangespoord door de Wereldunie van Katholieke Vrouwen organisaties heeft de Katholieke Vrou wenbeweging in Engeland in 1960 de „Familienfasttag" in eigen land in gevoerd onder dezelfde naam: „Fa mily Fast Day". De opbrengst, die ons tot nog toe onbekend is, werd bestemd voor het eiland Dominica op de Britse Antillen. In België zetten de verschillende bisdommen dit jaar een „Vastenoffensief tegen de honger in de wereld" in. Dit wordt in elk bisdom op eigen wijze georganiseerd. Brugge heeft de bakende Strada-be weging gemobiliseerd, die haar actie richt op de gezinnen, net als in ons land, onder het motto: „Kinderen lijden honger." Hoe de vastenactie in Nederland is opgezet, mag nu wel bekend worden geacht. at deze acties alle in de H. Vas tentijd zijn geplaatst, wijst er op, dat zij vóór alles dienen te worden gezien als een gods dienstige zaak. De Kerk heeft het vasten immers nooit als een gezond heidsmaatregel beschouwd, maar als een daad van zelfverloochening uit liefde tot God. Zo moeten deze groots opgezette collecten ook op de eerste plaats gezien worden in het licht van hun zuiver-religieus motief, vf.F he* niet ie ontkennen, dat het feitelijk resultaat achteraf niet ten on rechte als norm kan worden gehan teerd voor de beoordeling van de ma te, waarin men voor dit godsdienstig motief gevoelig is geweest. Het is, dunkt ons, niet toevallig, dat genoemde algemene acties juist in onze tijd worden georganiseerd. Wil men ze wat overigens nood zakelijk is in hun ware betekenis zien, dan dient men ze te plaatsen in het raam van de christelijke ver nieuwingsbeweging in de hedendaag se Kerk. En daar elke poging tot vernieuwde beleving van het Christen dom als conditio sine qua non be hoort uit te gaan van de prioriteit der liefde, zoals wij verleder, week nebben betoogd, ligt het voor de hand, dat bedoelde acties zich allereerst richten op een activeren van de ech te evangelische naastenliefde. Kar dinaal Alfrink heeft erop gewezen, dat bezinning op de redenen voor en het echt beleven van deze actie een zeer geschikt middel is tot iulfm gewetensvorming, in zoverre n.l. dat de verhouding tussen materiële wel vaart en geestelijke onthechting voor elke Christen een gewetens vraag is. Bovendien passen de vas tenacties zeer goed in de nieuwe op vatting van de moraal, die het hoota- accent legt op het positief-goede. Niet-zondigen alléén is geen ideaal van echt zedelijk leven; men moet ook het goede doen! Léon Bloy had het bij het rechte eind, toen hij schreef: „Nos péchés les plus graves sont nos péches d'omission. Lief de en edelmoedigheid stellen on uitputtelijke eisenEn dit alles klemt te meer, daar God van ons vraagt onze 'liefde tot Hem waar te maken in en door onze liefde tot de mede mens. Waar deze ontbreekt, mag men met recht twijfelen aan de op rechtheid van onze liefde tot God. (Advertentie;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 5