4
4
©Lichte muziek op j&s
zwarte schijven
Lennie e Dave:
samen muziek
Zuidamerikaans vuur van
Berelientje mag dansen
op het bruiloftsfeest—
KLEDERDRACHTEN
Kalverstraat
TUINIER met meer plezier
Caterina
Valente
TOERNOOIBOEK
OLYMPIADE 1960
HET LAMMETJE
MOEST LACHEN
SEINEBRUGGEN
ELEKTRONENMICROSCOOP
De boskoning leert lachen
sjfïïs&iiïï? DidS
Spelling in de toekomst
rangen ÏW
VRIJDAG 24 MAART 1961
PAGINA 15
(Door B. J. Galjaard, tuinarchitect B.N.T.)
7roente
bloemen
bloemen
groente
1 bloemen 1
GROENTETUINEN
l^ËEBRUjKSUM^^
I kinderwintjes 8
„O" zei het schaapje Krullevacht,
„mijn lammetje wat ben je zacht!"
„Jazeker" zei haar vriendenkring.
„Het is een alleraardigst ding".
„Wat lief, wat lief' riep Mie, de koe.
„Hij lijkt zo sprekend op zijn moe.
Zeg, zie je die familietrek?"
„Ja" sprak het paard, „die zachte bete
„O, knorreporre kindje klein,
kom lach eens even" riep het zwijn.
De koe riep zachtjes „Poekieboe
Maar 't lam keek onbewogen toe.
„Hij is eenkennig" zei het zwijn.
„Och" sprak het paard, „dat kan wel zyn,
maar jullie kirren ook zo flauw'it
„Wat?" riep de koe. „Pats, da's voor jou
Ze gaf het paard een speelse tik,
en 't zwijn kreeg van de schrik de hw.
„O, kijk nou" riep Moe Krullevacht,
„o, kijk nou toch, mijn kindje lacht.
VERA WITTE
In de 17e eeuw werd de Seine te
Parijs overspannen door een tiental
bruggen, thans zijn het er drieëndertig.
Niet alle bruggen hebben nog de oorspron
kelijke vorm, enkele werden in het ver
leden herbouwd, zoals de Pont Royal
en de Pont de la Concorde.
De Parijse Gemeenteraad heeft on
langs het besluit genomen een viertal
bruggen te herbouwen.
De werkzaamheden zullen enkele ja
ren in beslag nemen. Men verwacht,
dat de nieuwe bruggen rond 1964 in ge
bruik zullen kunnen worden genomen.
In een groot bos woonde Berelientje
het beremeisje, dat dol op dansen was.
Dat kwam waarschijnlijk omdat groot
vader Beer vroeger altijd op kermissen
gedanst had. Zoiets wil wel eens over
gaan op de kleinkinderen. Maar Bere
lientje was de enige in het bos, die de
lust om te dansen geërfd had. De an
dere beren gingen liever vissen in de
bosbeek. Of ze gingen op jacht. En daar
moest Berelientje nou weer niets van
hebben.
Nu woonde er ook een boskoning in
het grote bos. En die boskoning werd
met de dag stiller en verdrietiger. Hij
woonde helemaal alleen in zijn grote
kasteel en iedereen vond, dat er maar
eens een koningin moest komen om de
boskoning wat op te vrolijken.
Jawel, uit allerlei landen werden ko
ningsdochters naar het bos gehaald.
Maar als die het sombere gezicht van
de koning zagen, zetten ze het op een
lopen. Ze wilden niet in een kasteel
wonen, met een boskoning die zo stil
en zo verdrietig was. Het werd iedere
dag een beetje erger met de boskoning.
Er moest wat aan gedaan worden. De
een zei: de koning moest een poosje
naar de zee, daar zal hij vrolijk van wor
den. En de koning vertrok naar zee,
maar hij kwam even stil en verdrietig
terug, als hij was weggegaan.
De ander zei: de koning moet eens
naar de bergen. Dat zal hem goed doen.
En de koning vertrok naar de bergen,
maar ook dat hielp niet.
De dokters gaven hem pillen, poeders
en drankjes. Het was goed bedoeld,
maar het liep allemaal op niets uit.
Op zekere dag trok Berelientje, het
beremeisje, de stoute schoenen aan en
ging naar het kasteel van de boskoning.
De poortwachters wilden haar eerst
niet binnen laten, maar ze hield zó aan
en de koning was er die dag zó ver
schrikkelijk aan toe, dat ze tenslotte
zeiden: vooruit dan maar.
Sire, zei Berelientje, ik weet wat u
scheelt. U moet leren dansen en als u
dansen kunt, dan nodigt u alle aardige
koningsdochters op een groot bal. Ko
ningsdochters dansen graag, dat weet
u toch?
Wie zal mij leren dansen in dit bos?
vroeg de koning treurig. Iedereen gaat
hier liever uit vissen of op jacht.
Ik majesteit, zei Berelientje. Ik heb
het geleerd van mijn grootvader. Die
was vroeger op de kermissen heel be
roemd.
Toen begon Berelientje te dansen en
ze deed het zo keurig in de maat en
zo mooi, dat de koning dacht: kon ik
het ook maar zo. Hij wipte van zijn
troon en nam Berelientje bij de voor
poot. Het kriebelde wel een beetje, die
harige berepoot aan zo'n fijne konings
hand, maar daar wilde de koning niet
op letten. Berelientje gaf dansles aan
mil
Wij dienen ons eerst af te vragen,
waarom het bij het gebruik van een
microscoop eigenlijk begonnen is. Het
antwoord luidt dan kort en goed: om
méér details.
Gesteld bijvoorbeeld dat wij een mil-
joenvoudige vergroting zouden weten
te verwezenlijken, dan zou een men
senhaar worden tot een machtige
boomstam met een middellijn van ze
ventig meter. Maar dat zou alleen nut
hebben, als er daarbij ook voortdurend
meer nieuwe details voor de dag kwa
men. Dat is echter niet het geval, men
verkrijgt slechts een „lege" vergroting.
Dat wordt ons duidelijk, als we eens
denken aan een gewone foto, die we
„tot op de korrel" vergroot hebben.
Gaan we die nog verder vergroten, dan
zullen de korrelstippen wel groter
worden ze worden zelfs vlekken
maar er worden geen nieuwe details
meer aan toegevoegd.
Het gaat dus om méér details: de
vergroting interesseert ons alleen in zo
verre zij een nuttige vergroting is. En
bij het verkrijgen van meer details gaat
op de duur niet zozeer het vergrotend
vermogen een rol spelen, alswel het zo
genaamd „scheidend vermogen". Onder
die term „scheidend vermogen" verstaat
men het vermogen van de microscoop
om twee vlak bij elkaar gelegen stippen
nog als twee aparte, van elkaar ge
scheiden stippen waar te nemen en niet
als één enkele, min of meer vage, vlek.
Hoe vreemd het op het eerste gezicht
misschien moge schijnen, het „zien"
van een voorwerp heeft iets met de
golflengte van het licht te maken. Het
voorwerp dient namelijk de golfbewe
ging ervan te beïnvloeden. Er behoeft
zelfs geen microscoop aan te pas te
komen om ons dit te doen begrijpen;
aan het strand van de zee kan dit ons al
duidelijk worden. Daar toch hebben wij
de beschikking over golven, die een
heel wat grotere golflengte hebben dan
de lichtgolven, de zeegolven namelijk.
Kijkt men van uit een helikopter neer
op de golven die op de kust afkomen,
dan zal men zien dat een in zee uit
stekende pier iets verandert aan de golf
beweging, maar een uit het water om
hoogstekende dunne stok er hoegenaamd
geen invloed op heeft. De golven spoe
len er ongehinderd omheen. Wij zouden
dus kunnen zeggen: met behulp van
watergolven de kust verkennend kan
Electronenmicroscoop van Philips.
Ouderwetse microscoop uit het midden
van de achttiende eeuw.
men wel een grote pier „zien", maar
niet een dunne stok.
Weinig had men kunnen vermoeden,
dat men electronenstralen in plaats van
lichtstralen zou kunnen gebruiken; dat
een elektronenbundel zich zou kunnen
gedragen als een lichtbundel en dat ook
daarmede het afbeelden van voorwer
pen mogelijk zou zijn. En toch zou dit
later inderdaad mogelijk blijken.
Vlak vóór het uitbreken van de twee
de wereldoorlog bestond er aan het la
boratorium voor technische fysica van
de Technische Hogeschool te Delft gro
te belangstelling voor de elektronenmi-
croscopie. Doordat ten gevolge van de
oorlogsomstandigheden de mogelijkheid
voor het aanschaffen van een elektro
nenmicroscoop uitgesloten was, besloot
men te Delft tot het inslaan van een
andere weg en tijdens de oorlogsjaren
slaagde men er in een elektronenmi
croscoop met opmerkelijke eigenschap
pen te construeren. Door een vrucht
bare samenwerking tussen Philips en
de Technische*Hogeschool werden de
grondslagen gelegd voor een succesvol
le ontwikkeling van een elektronenmi
croscoop.
Het resultaat van het ontwikkelings
werk was een type elektronenmicro
scoop dat uitmuntte door zijn bruikbaar
heid. Het was zeer gemakkelijk te be
dienen, bood veelzijdige mogelijkheden
en bezat een goed scheidend vermo
gen. Daardoor kon het de wereld ver
overen en beslag leggen op een voor
aanstaande plaats. Terwijl het eerste
door Philips gebouwde apparaat reeds
een scheidend vermogen bezat dat be
ter was dan 5/1000 micron, demonstreer
de men in 1958 het prototype van een
supermicroscoop met een scheidend
vermogen beter dan 1/1000 micron
Daarmee konden dus details van één
miljoenste millimeter zichtbaar worden
gemaakt.
Het is niet te veel gezegd, als men
beweert dat de elektronenmicroscoop
op haar beurt een deur in het rijk der
de koning en ze deed het bijzonder knap.
Alle dagen moest ze nu op het kasteel
komen en drie weken later kende de
boskoning alle pasjes, zowel met zijn
linker- als met de rechtervoet.
Toen werd er een groot bal in het
boskasteel gehouden, waarop alle ko
ningsdochters uit de buurt werden uit
genodigd.
De koningsdochters keken wel een
beetje zuinig in het eerst: een bal bij
die stille, verdrietige koning in het bos?
Maar tenslotte waren ze zo dol op dan
sen en de bals lagen zomaar niet voor
het opscheppen, ze waagden het er maar
eens op.
Het werd een hele drukte en op
winding in het kasteel van de sombere
boskoning. Het wemelde er van de
mooie, vrolijke prinsessen. De bosko
ning voelde wat kriebelen aan het ene
hoekje van zijn bovenlip. Het was een
heel klein lachje, dat voor het eerst,
na heel veel jaren, te voorschijn kwam.
Het bal begon en de koning danste
het mooist van allemaal. Hij was er
zó blij om, dat aan het andere hoekje
van zijn bovenlip ook een lachje be
gon te kriebelen.
Dans met mij, dans met mij, riepen
alle koningsdochters en ze waren zó
mooi en zó vrolijk, dat de boskoning
eensklaps begon te lachen met zijn he
le gezicht. Het bal duurde drie dagen.
Op het einde van de derde dag vroeg
de koning aan de allermooiste prinses
of ze zijn koningin wilde worden.
Graag, zei de koningsdochter. Ik
vind u zo lief en zo vrolijk. En vroeger
was u zo somber en verdrietig. Wie
heeft daar toch voor gezorgd? Diege
ne wil ik wel eens zien en als het kan
zou ik die graag belonen.
Beschaamd dacht de koning toen aan
Berelientje. Hij nam de koningsdochter
bij de hand en samen gingen ze het
bos in. Ze vonden Berelientje eindelijk
op een heel stil plekje, naast een holle
boom en ze huilde dikke berentranen.
De boskoning kroop stilletjes achter
een struik en de mooie koningsdochter
Kunnen jullie dit lezen:
Ik speel op een harmoni K en woon
te B-verwijk.
Een Amsterdammer, die de zee ziet,
schrijft X-ie de C.
Pas op, daar staat een M-mer.
X Z T zegt tante K-tje.
Onze haan roept Q-kele-Q.
natuur heeft opengeworpen. Het was
de deur die toegang gaf tot de wereld
van het ultra-kleine. En de verrassin
gen die daarvan het gevolg waren, wa
ren niet veel geringer dan die welke
Van Leeuwenhoek wachtten toen hij
een blik sloeg in zijn microscoop. Zo
als Van Leeuwenhoek voor het eerst
verbaasd bacteriën bezag, zo werden
de werkers met de elektronenmicro
scoop geboeid door het aanschouwen
van de virussoorten, die zo klein wa
ren, dat men ze zelfs onder de sterkste
lichtmicroscoop nooit had kunnen waar
nemen. Grote moleculen werden zicht
baar en het werd mogelijk de fijnste
structuur van metaaloppervlakken na
der te bestuderen.
minimin
De omstandigheden, welke in hoofd
zaak de vorm en de wijze van de men
selijke kleding bepalen, zijn vooral het
volkskarakter en de gesteldheid van
de grond en het klimaat van een
streek.
De volksklederdrachten zijn het best
en meest onveranderd bewaard in
streken, welke een min of meer ge-
isoleerde ligging hebben, of welke te
vens een zakelijk en economisch be
lang bij het behoud van de volkskleder
drachten hebben gekregen.
Smaakvolle Griekse klederdracht
(Epyrus).
vroeg aan Berelientje: waarom huil je
toch zo?
Omdat de koning nu alle danspasjes
al kent en omdat ik zelf nooit meer
dansen kan.
En waarom dan niet? vroeg de ko
ningsdochter.
De andere beren houden meer van
vissen en van jagen, snikte Berelientje.
Maar ik dans liever. Dat heb ik van
mijn opa, schone prinses.
Toen kwam de boskoning te voor
schijn van achter de struik. Kom mee
naar het kasteel, zei hij. Daar mag je
blijven wonen en telkens als er een bal
gehouden wordt, mag je dansen zoveel
je maar wilt.
De koning en de prinses namen haar
ieder bij een voorpoot. Het was wel
even een vreemd gevoel, die harige
voorpoot in zo'n fijne prinsesse-hand.
Maar daar liet de prinses niets van
merken.
Op het bruiloftsfeest van de bosko
ning mocht Berelientje zoveel dansen
ais ze wou. Er kwam zelfs een foto
van het dansende beremeisje in de
krant te staan. De andere Leren lach
ten er eens om. Ze gingen op jacht of
uit vissen en vergaten het. Maar een
heel oude bere-opa, in het oude-beer-
tjeshuis, knipte de foto uit de krant en
hing die boven zijn bed.
Zo mag ik het zien Berelientje, lach
te hij. Dans maar zoveel je kunt, want
als je eenmaal in het oude-beertjes-
huis zit, dan kun je het niet meer!
LEA SMULDERS.
Het was in de Spaanse tijd en te
Delft staan, bjj late avond, een paar
wachters op de wallen. Het was een
bange tijd en door angst overmand zegt
de een: „Hoor je niets?" „Jawel, ik
hoor wat", zegt de ander. „Zou het mis
schien een Spaanse spion zijn?" „Dat
kan best wezen, het komt naderbij,' zie
je wel." „Jawel hoor. het komt nader
bij. Wat zullen we doen?" „Schieten in
die richting zeg ik je, of de Spanjool
schiet op jou nog." Daar knalt een
schot, de nagalm sterft weg. Dodelijke
stilte. „Hoor jij nog wat?" „Nee." „Nu
dan is hij geraakt."
Bij het eerste schemeren van de
dageraad wordt een onderzoek ingesteld,
dat tot de ontdekking leidt van een dood
geschoten kalf. Toen dit voorval bekend
we ^eroorzaakte het een ontzaglijke
pret. En de spotters zongen later de
Delftenaren toe:
„Nooit zullen wij vergeten
Dat, tot verweer van lijf en goed,
Uw wak're burgers, vol van moed.
voorheen, ten tijde van Due d'Alf
(Al va)
Geschoten hebben op een kalf."
Tot buiten Delft hoorde men het lied:
„Zij schoten met een groot gedruis
En ongemene dapperheden
Een kalf, terzijde van het kruithuis
Met kruit en lood door al zijn leden."
Zo waren de Delftenaren voor goed
tot kalverschieters bestempeld. Doch
dezen lieten het er niet bij zitten en
brachten er tegen in, dat het beter is
kalveren voor vijanden, dan vijanden
voor kalveren te houden!
Rijk geborduurd kostuum uit de Griekte
Peloponesus,
Voornamelijk is het echter toch het
gevoel voor traditie, de hoogachting
voor het van de voorouders overgeërf
de, dat bij de eenvoudige plattelan
ders het sterkst spreekt.
In Griekenland, het land van kunst
en traditie, is het Grieks kostuum uit
nemend bewaard gebleven volgens ou
de voorschriften. Een voortreffelijke
kleurencombinatie kenmerkt de Griek
se klederdracht; zij is ook gesierd met
uiterst fijn borduurwerk in goud en zil
ver, dat onmiddellijk getuigt van de
bijzonder hoogstaande zin voor kunst
bij deze bevolking. Vooral echter de
prachtige lijn, de stijl van deze kos
tuums, naast een opvallende eenvoud
in de gebruikte middelen vallen sterk
op en maken deze klederdracht tot de
meest imponerende en smaakvolle
uiting van volkskunst in Europa.
±0n»ke u°ek ?f achter in de tuin onderbren
gen, net is echter niet nodig om hem helemaal weg
efn g.roentetuin, die ordelijk en schoon
wordt gehouden, is het aanzien best waard en kan
een lust voor het oog zijn. Men kan zelfs de hele
turn bestemmen voor het kweken van groente en
truit en alleen in de omgeving van het huis bloe
men en sierheesters planten. Op heuvelachtig ter
rein ligt het huis met het omringende terras vaak
min of meer verhoogd. Men overziet dan de hele
moestuin, waarvan door zijn duidelijke indeling een
zekere bekoring uitgaat.
Het centrum van de moestuin wordt gevormd
door een gereedschapschuurtje of een bank,- waar
men tevens wat materiaal in kan bergen, wat broei-
ramen en een kraan of waterput. Hier wordt een
verhard plaatsje gemaakt en omdat we er het
meest verblijven, brengen we wat fleur aan met
randplanten (anjers, engels gras of hoornbloem) en
een enkele aardige heester.
Verder zijn noodzakelijk niet te smalle, verharde
paden en een compost hoop, die van het begin af
in het plan moeten worden opgenomen. Zo mogelijk
houden we er rekening mee, dat de moestuin op
de duur geheel of voor een deel bij de siertuin wordt
getrokken. Men maakt dan geen uitgesproken schei
ding tussen de beide delen van de tuin, slechts
een lage haag of bloembeplanting geeft de grens
aan. Naar behoefte kan deze laag worden weggeno
men of verplaatst.
Moes- en keukenkruiden worden vlak bij het huis
gekweekt, zodat zij ook bij slecht weer bereikbaar
zijn uit de keuken.
De faam van de oud-leerling van Da
rius Milhaud, de pianist Dave Bru-
beck, mag bekend worden veronder
steld. Met de leden van zijn kwartet
Paul Desmond, alt, Gene Wright,
bas, en Joe Morello, drums heeft
hij tal van voortreffelijke opnamen ge
maakt. De langspeler Fontana 682 080
TL nu opent wat de muziek van Bru-
beck betreft enigszins nieuwe perspec
tieven. „Bernstein plays Brubeck plays
Bernstein" is de titel. Kant I bevat een
uitvoering van „Dialogues for Jazz
Combo and Orchestra", een compositie
van Dave's broer, Howard Brubeck.
Het is een „modern" gecomponeerd
concert voor orkest, waarin wordt g
tracht een balans te vinden tns-
„The New York Philharmonic °D«
directie van „Lennie" Bernstein
Dave Brubeck-kwartet. Het varia_
Voornamelijk op een Mherna^ ulteraard
hes-techmek" gebomvd; ^artet daar-
Bliiid AAuIgro-Blüesn We horen allerlei
idioom In het laatste deel speelt het
kwartet een 12-maten schema; het or
kest gaat hier van een 16-maten sche
ma uit. Dit geeft een opmerkelijke wis
selwerking tussen Brubeck en Bern
stein. het resultaat is echter jazz noch
klassiek. Het combineren van deze twee
componenten opent een aantal opmer
kelijke en interessante perspectieven,
maar als geheel is het toch geen erg
opzienbarende gebeurtenis. De altist
Desmond weet zich echter best bij de
beide partijen aan te passen. Deze op
name is gekoppeld met vijf uitstekende
nummers van het kwartet, waaronder
„I feel pretty, Somewhere, Tonight
Liefhebbers van de zogenaamde re
vival-jazz zullen zich wel thuis voelen
bij de twaalf nummers tellende Decca
ACL 1037; „The best of Chris Barber".
Het zijn opnamen uit 1954 en 1955, ge
deeltelijk stukken gespeeld op het „Ne-
tional Jazz Federation Concert" in de
Royal Festival Hall te Londen. Het
orkest, met de leider, trombone, Pat
Halcox, cornet, Monty Sunshine, klari
net, Lonnie Donegan, banjo en gitaar,
Jim Bray, bas, en Ron Bowden,
drums, speelt echter lang niet altijd
even zuiver en aan de afwerking man
keert ook nog wel het een en ander.
De ritmegroep is oyer het algemeen
bonkerig. terwijl in „I'd love it" de toe
voeging van de altsaxofonist Bertie
King ook al geen onverdeeld succes is.
De zangeres Ottilie Patterson komt over
Dave Brubeck
net geheel genomen nog het best uit
de bus. Enfin, deze plaat zal zu 8
naar de liefhebbers toch wel weten te
vinden. Alleen mag men objectief wel
concluderen dat mis nafaonale dix e-
land-orkest „The ;^f£atj„W1"gn pulfl
ge" deze Britse combinatie van Chris
Barber altijd nog met vele klarinet-
lengten achter zich laat.
In de wereld van de lichte muze
doet Caterina Valente nog altijd
knap werk. Zij weet van de meest
simpele melodietjes meestal wel iets
pittigs te maken. Haar enthousiasme
en haar gedegen vakmanschap win
nen het haast altijd. Zo ook op Decca
FM 235 171, waar zij, begeleid door
het orkest van Edmundo Ros, met
Zuid-Amerikaans vuur „Suadades da
Bahia" en „Ba" zingt. Op Fontana
463 218 TE zingt het Nederlandse
zangeresje Ria Valk, heet wat min
der, overigens vier rock 'n roll-achtige
liedjes met op de achtergrond het
orkest van Jack Buiterman. Om de
luisteraars direct te acclimatiseren
is een van de Wild-West-interpreta-
taties voorzien van inleidend koeien-
geloei. Het zal er bij de tieners alle
maal goed ingaan, hoewel het voort
durend gebruiken van dezelfde ma
niertjes en de soms onzinnige tekst
op den duur bepaald vermoeiend
gaan werken.
Caterina Valente
De operaliefhebbers zullen misschien
bij het horen van de naam Mario del
Monaco de oren spitsen. Op Decca DL
25040 echter geen opera, maar twee
gezongen filmmelodieën uit de rolprent
Schlussakkord". 'een alleszins accep
tabel plaatje, maar we zouden toch wil
len zeggen: schoenmaker, blijf bij je
leest. Billy Vaughan levert met
„Wheels" en „Orange Blossom Spe
cial" zijn gebruikelijke recept af. Voor
de teenagers een gemakkelijk in te ne
men drankje, vermengd met een grap
pige elektrische gitaar-essence. Ten
slotte door Werner Muller en zijn or
kest op Decca DX 2151 een „Aufforde-
rung zum Tanz" met „Unsere Tanz-
party nr. 2". Een pretentieloos, maar
correct uitgevoerd muziekje in strikt
danstempo, fris en goed gespeeld.
Vier „evergreens", te weten „Exactly
like you, Lady be good, There's a
small hotel, Somebody loves me".
P. L.
KINDERTUINTJES
Als de kinderen de zandbak zijn ontgroeid en ze
hebben voldoende belangstelling voor het tuinwerk
richt dan een hoekje voor hen in. We kiezen een
beschut, zonnig plekje, niet direct op het gezicht,
waar ze ongestoord kunnen rondscharrelen. Sta de
kinderen met raad en daad bij, om de belangstelling
gaande te houden maar zonder teveel met ze te
bemoeien.
In de kindertuintjes moet steeds wat te beleven
zijn en de kinderen willen spoedig resultaat zien.
Daarom kiezen we plantjes, die snel groeien, zo
als tuinkers, radijs en worteltjes en met wat aard
beien, sla of een paar tomatenplanten is de groen
tetuin voor hen compleet. Als bloemplanten geven
we sleutelbloemen, violen of duizendschonen, plan
ten die bloeiend kunnen worden verzet en niet moei
lijk te verzorgen zijn. Ook eenjarigen zijn makkelijk
te kweken; korenbloemen, goudsbloemen, ridder
sporen, kattestaarten en natuurlijk zonnebloemen.
De tuintjes leggen we aan als bedjes in het gras,
tegels en een bank kan het een aantrekke-
zeif rtlwï i6-1 Van de tuin worden. Het spreekt van-
niet te groot ofdtereri hun eigen gereedschap hebben,
baar ziin en t zwaar, maar het moet goed bruik
baar zijn en tegen een stootje kunnen.
GROENTETUIN
Vele mensen kweken graaf zelf eroente, maar
zoeken naar de goede vorm en plaats in hun tuin.
Op een groot terrein kan men dP moestuin in een
De American Contract Bridge League
(33 West 60th Street, New York 23)
heeft een fraai toernooiboek uitgegeven
met 350 spellen /an de „First World
Bridge Olympiad", gespeeld te Turijn in
1960. Bestellingen worden door de ACBL
uitgevoerd tegen 2,50 dollar per exem
plaar. Deze prijs is voor de ware wed-
strijdbridge-liefhebber gering in verge
lijking met de schat van gegevens, welke
men door dit werk verkrijgt. Behalve
een overzicht van de talrijke belang
rijke wedstrijdej die tussen Frankrijk,
Engeland, Ame/'ka en Italië werden ge
speeld, vindt men er ook korte duide
lijke overzichten in van de door de top-
bridgers toegepaste biedsystemen Ten
slotte zijn de spellen alle voorzien van
een kort overzicht over het afspelen.
Bij het doorwerken van de spellen uit
dit boek ziet men vaak zéér merkwaar-
Opvallend is b.v. hoe het
E gelse team het sterkste Amerikaanse
team op een verschrikkelijke wijze af
droogde; vrijwel om het spel deden de
Engelsen het bete: dan hun tegenstan
ders en zij wonnen na 60 spellen dan
ook met de onwaarschijnlijk grote score
van 10539.
Bijzonder leerzaam is het volgende
spel uit deze wedstrijd een helder
voorbeeld van het enorme verschil in
opvatting over biedstijl:
A H B 10
9? VB7
H 9
H10 2
*986 N *543
v> H 10 6 4 WO 3
V 7 2 Z O B 10 6 4 3
«TB96 A V 7 3
4 V7
O A9 8 5 2
O A8 5
8 5 4
West was gever en OW stonden kwets
baar. De Amerikanen Becker -Kay bo
den als NZ de spellen „volmaakt": noord
1 schoppen OW pasten zuid 1 SA
noord 2 SA zuid 3 harten noord
4 harten allen passen.
west kwam uit met O. noord won de
slag er speelde C Vrouw, welke oost en
zuid lieten gaan en west maakte O Heer.
West speelde toer, Boer na en oost
maakte 2 slagen in die kleur. Daar zuid
niet met glazen kaarten speelde en dus
geen reden had op VJ 10 te snijden, ging
het contract één down daar NZ verlo
ren 2 klaverslagen en 2 troefslagen
In de andere kamer sp 1de het ver
maarde Engelse paar Reese 'ichapiro als
NZ. Niemand der internationale bridge-
experts laat ooit beter zien dan Reese,
dat het bridgespel maar tot EEN ZEKE
RE HOOGTE WETENSCHAPPELIJK
gespeeld kan worden en een BELANG
RIJK ELEMENT KANSSPEL TELT.
Ook in dit spel Iwon de nuchtere doel
treffendheid het van de wetenschappe
lijke aanpak, want NZ boden: noord I
Sansatout-zuid 2 Sansatout - noord 3
Sansatout - einde.
Als u het even wilt nakijken 3 SA
is op geen enkele wijze down te spelen.
Oost kwam ook met O uit, noord won,
sneed mis in V, doch maakte daarna
gemakkelijk zijn contract.
Noord bood lus géén schoppen, zuid
bood dus géén harten en toch kwam
het meest ideale eindbod eruit. Voor
vele bridgers zal dit abracadabra lijken,
maar in feite is het absolute logica. Het
noordspel ziet er goed uit om Sansatout
mee te spelen en het zuidspei lijkt een
prima Sansatout-steun. Ik weet niet wat
u geboden had, lezer, maar als het géén
3 SA is, kan ik u de Engelse methode
aanbevelen.
MIMIR