Op het spoor van de waarheid
\NA EEN WEG VOL VERSCHRIKKINGEN
Nederlandse
in
de
pater-arts
wdderms van Zuid-Tanganjika
IC
N:
katholieke president van V.S.
in conflict met het episcopaat
Jeffersons muur tussen Kerk en staat IM fg»;
T
D
SCHOOLSTRIJD IN AMERIKA
VRIJDAG 7 APRIL 1961
PAGINA 11
Het kost u even veel als
u meteen een goed hor
loge koopt...een Prisma!
Dan bent u zeker van 'n
mooi ...én goed horloge!
JJ Ir ifkllfi w-
Sommige Amerikaanse protes
tanten hebben in de verkie
zingscampagne van vorig jaar
gezegd, dat een katholiek geen goed
president kon zijn. Als John F.
Kennedy gekozen werd, zo beweerden
zij, zou hij door zijn godsdienstige
opvattingen in conflict kunnen ko
men met zijn constitutionele ver
plichtingen, en hij zou wellicht be
paalde ongewenste instructies accep
teren van het Amerikaanse Rooms-
Katholieke episcopaat. Kennedy
heeft zich indertijd heftig verzet
tegen deze veronderstellingen. Hij
verklaarde, dat hij de grondwet vol
ledig zou eerbiedigen, en hij zou „in
geen enkel opzicht ontvankelijk zijn
voor druk van kerkelijke zijde". De
katholieke kandidaat voor het pre
sidentschap zei ook, dat hij het prin
cipe van de scheiding vart Kerk en
staat zou respecteren, en dat hij bij
voorbeeld een tegenstander was van
federale subsidie aan katholieke
scholen.
De eerste katholieke president van
de Verenigde Staten is nog geen
twee maanden na zijn ambtsaanvaar
ding in moeilijkheden gekomen door
een „religious issue". Maar Kennedy
is nu niet in conflict met antipapis
tische protestanten, maar... met de
bisschoppen van zijn eigen Kerk. De
manier waarop hij op het ogenblik
zijn verkiezingsbelofte meent te
moeten nakomen, heeft de bezorgd
heid gewekt van het episcopaat, dat
zijn interpretatie van de grondwet
schadelijk acht voor de katholieke
belangen.
Op weg naar Kipatimoe overviel
mij plotseling de angst. Was ik
de reis niet te lichtvaardig be
gonnen? Men had my in Dar-
«s-Salaam toch gewaarschuwd.
„Als er regen komt", had men ge
legd, „kan het je gebeuren, dat je bin
nen het half uur tussen twee modder-
zeeën gevangen raakt en wat je nu nog
«en genoeglijk tochtje van 160 mijl
ljjkt, zal dan een moeizame reis van
dagen blijken."
Ik had de bezwaren weggewuifd.
„Het is droog", had ik gezegd, „de re
gen is dit jaar veel te laat en om een
oude vriend te verrassen moet je risi
co's durven lopen".
Nu herinnerde ik mij dat, Ik had ri-
ïico's gelopen en na 100 mjjl was ik er
nog diep van overtuigd dat ik groot
gelijk had. Een brandende zon, geen
druppel regen en een weg die geen
haar beter of slechter was dan die wel
ke ik in de binnenlanden van Oeganda
Of Kenya had aangetroffen.
Toen echter ging het plotseling mis.
„Als je met de ferry de rivier bent
overgestoken moet je na ongeveer
twintig mijl rechtsaf. Je kunt niet mis
tijden. Een andere weg is er niet."
Jawel, ik zie de situatie nog voor me.
De „hoofdweg", een mul zanderig
spoor tussen metershoog olifantengras,
vertoonde rechts een onbenullig zijpad.
De afstand tot de rivier kwam onge
veer overeen met de gegeven informa
ties, maar dat dit werkelijk de route
haar Kipatimoe zou zijn, leek onvoor
stelbaar. Een wegdek was nergens te
bekennen en dat men zo veertig mul
door de bergen naar omhoog zou moe
ten, ging mijn voorstellingsvermogen
te boven. Wij overlegden. Toch direct
dit zijpad nemen, kon gevaarlijk zijn.
Het zou mijlen en mijlen kunnen duren
eer wij ontdekten dat we inderdaad ver
keerd waren en in typisch Europese
zorgeloosheid hadden wij geen extra
benzine meegenomen. Wat was hele
maal 160 mijl?
We vervolgden dus langzaam onze
tocht over'de „hoofdweg". Was daar
weer iets, dat een zijweg mocht heten?
Of daar? We twijfelden, maar het leek
onwaarschijnlijk. Binnen een afstand
van vijftien mijl bleef het eerste pad
kol ™eest voor de hand liggende. Dus
op r, n wjj om en zachtjes vloekend
Waaruachterlijkheid van een gebied,
mPn et begrip wegwijzer nog volko-
Enfin, stel u gerust, het is gelukt.
Diep in de avond hebben twee mannen
staande op de barazza van een missie
post het glas geheven en het „Io Vi
vat" gezongen, dat het tot ver in de
dalen te horen moet zijn geweest.
ipatimoe is een merkwaardige
post. Het lijkt oneindig ver va.n
de bewoonde wereld en toch is
het getekend door alle lijnen, die
de moderne geschiedenis over de aar
de getrokken heeft. Missiologisch be
gint het verhaal er in 1908 toen Tan-
ganjika nog Duits-Oost-Afrika heette
en er zich Duitse Benedictijnen van
St. Odilien vestigden. Het moet een
barbaarse tijd geweest zijn. De Duitse
koloniale machthebbers regeerden let
terlijk met de kiboko, de njjlpaarden-
zweep, en het heeft de witch-doctors
van de stam der Wamatoembi, die hier
wonen, dan ook weinig moeite gekost
dit sterke eigenzinnige volk tot opstand
te brengen. Een opstand, die in Kipa
timoe (wat graf op de heuvel betekent)
nu nog als een heldenoorlog herdacht
wordt. Het is nu eenmaal een strijd
lustige gemeente. Geen vijf jaar gele
den is er nog een bisschop vermoord
en dat duizenden en duizenden Wama-
toembi-hrijgers in die Majl-Maji op
stand gevallen zjjn, lijkt ook nu alleen
maar een reden tot fiere, zelfbewuste
trots. Tussen haakjes, Maji-Maji bete
kent water-water. De tovenaars hadden
de Wamatoembi namelijk verteld, dat
zij voor de Duitse kogels onKwetsbaar
zouden zijn. Zij zouden als water langs
hen aflopen.
In 1916 midden onder de eerste
wereldoorlog werden de Duitsers
door Indische troepen verjaagd. De
missiepost bleef zeven jaar verweesd
achter en wie schetst de verbazing van
de Zwitserse Capucijnen, die, toen zij
m 1923 Kipatimoe overnamen, er nog
een kleine missie van 78 christenen :n-
tact vonden. Een jonge man nu een
grijsaard Ambros Ngombale had al
die jaren als leek de rol van pastoor
vervuld. Hij had gepreekt, gedoopt, hu
welijken gesloten en in een volslagen
heidense omgeving een kleine gemeen
te in stand gehouden.
Een van de vele gruwzame ontdekkingen van een missie-arts. Een lepra-patiënt
met gezwel aan de schildklier.
staat Kipatimoe weer voor een
verandering. In de na-oorlogse
storm is Nederland Indonesië
kwijtgeraakt n een van de ge
volgen daarvan is, dat de Nederlandse
onbekend is, draaide ik links af.
Ik -
7in"®rinner mjj dat ik toen op de ben-
PgfiJbeter keek. Alles oké. Al zou Ki-
moe nog tachtig mijl zijn.
Eerlijk, het was geen tachtig. Het
waren er werkelijk veertig. Maar
ik zal ze mijn leven niet verge-
ten. Zo, dat ik het pad opreed,
moest ik terug tot in de eerste ver
snelling. De motor loeide als een bush-
orand en langs een onwaarschijnlijk
steile helling kroop ik omhoog over een
weg die al spoedig niet anders was dan
yerzarneling keien en kuilen. De
ene haarspeldbocht volgde de ander,
™y«n?.n en afgronden openden zich
ilng Yoor mijn wielen en ik weet
tJ. '10e ik minutenlang heb staan
«HoSuuS een omgevallen boom de
Mstiil-i „weg" volledig versperde,
te epn cioeierLde m°tor heb ik tenslot-
getrokken°°r ars door de wildernis
vegltatfenw^ap ^as barbaars. Of de
Overweldigen! ondoordringbaar en
daar fehrood b&Reling0 hier en
onstuimige bushhrnna v. b°men> of een
«n mijlen ipHPï» ba<1 over mijlen
Zo ver alsIe^obegroeiing verAd.
niets dan verschroeide aard!® me"
Capucijnen hun bloeiende missiën daar
niet van nieuw leven kunnen voorzien.
Ook in Rome heeft men dat bemerkt
en dat heeft er nu toe geleid dat de
Zwitserse Capucijnen hun werk in Tan-
ganjika geleidelijk aan zullen staken om
hun activiteit mar Indonesië te verleg
gen. De Nederlandse Capucijnen trekken
naar Tanganjika en het zal misschien
nog maar een paar jaar ..uren eer de
missiepost Kipatimoe geheel Neder
lands is. In 1962 komen de Francisca
nessen van Veghel en dan reizen ook
de Zwitserse Zusters naar Indonesië.
Zo trekt de politiek haar spoor door
de bush.
Pater Van Marnen bij deze ver
anderingen de Nederlandse pio
nier. Hu staat alleen voor de
taak het hospitaal, waarop weer
bijna 250.000 mensen zijn aangewezen,
uit te breiden. Hij heeft natuurlijk geen
geld en tobt bovendien over de moei
lijkheid, dat de stijl der Zwitserse mis
sionarissen met die van de Nederlan
ders verschilt. Dat moge onbelangrijk
schijnen, wie zo ver van huis werkt,
heeft enig houvast nodig.
Enfin, hij zal het wel redden. Hij
heeft dit werk werkelijk gekozen en
bovendien heeft hij een bevrijdend ge
voel voor humor. Toen ik wegreed,
drukte hij mij de capsule in de hand van
de laatste fles, die wfl samen gedron
ken hadden.
„Uit dankbaarheid. Op de valreep,
Ajap" stond er op.
Je moest gewoon ur.nen antwoorden:
„De dank is geheel aan ons".
Maar wie zal dat waar maken?
ALBERT WELLING
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
N.B. Na mjjn vorige artikel hebben en
kele lezers schriftelijk gevraagd op wel
ke wijze zij dr. Schroder zouden kun
nen helpen. Het gironummer is 903017,
Penningmeester comité dr. E. Schro
der, Adrianaweg 7, Nijmegen.
Alle foto's bij dit artikel zijn van dr.
W. Germeraad, Rotterdam.
Gruwzame verminkingen ontstaan door een aangeboren afwijking.
gewaarschuwd had. Ook zonder regen
zwarte geblakerde bomen. Je kreeg het
gevoel of je van de kraterbodem tegen
de wand van een vulkaan omhoog
klom. De motor gilde. Grote keien
sprongen met geweld van onder de wie
len de afgrond in en ondertussen wor
stelden wij met twee vragen. Zou dit
werkelijk de goede weg zijn en zo ja,
hoe lang zou deze cross-country nog
duren? De benzinemeter liep snel te
rug en de wijzers van de klok leken
gevleugeld.
Na een uur passeerden wij een paar
hutten. Er kwamen drie vrouwen te
voorschijn en de witte pater, die mij
vergezelde, stapte uit. Hij bleek haar
taal en zij de zijne niet te verstaan,
maar met behulp van wat Kiswahili
kwam er toch een gesprek op gang. Ja,
dit was de weg naar Kipatimoe. Maar
waar het precies lag? De vrouwen wis
ten het niet. Het moest ver zijn, heel
ver. Zij waren er nog nooit geweest.
Ik zal de rest van het verhaal be
korten. Ik weet nu waarom men ons
0g|
is deze weg bijna onbegaanbaar. Men
vermoordt zijn motor en iedere keer
als hij bij een extra uitdaging hoge gie
rende geluiden maakt, realiseert men
zich wat pech betekent. Men zou, ge
dwongen door de aanwezigheid van
groot wild, genoodzaakt zijn te wach
ten. En dat wachten zou even goed een
uur als drie dagen kunnen duren.
Ten laatste werd de situatie angstig,
De zon kroop weg achter hoge berg
kammen, de benzinemeter was in het
fatale rode deel van de laatste kilome
ters beland en het zweet stond in mijn
handen. Ik kende de verhalen van pa
ter Ajap van Maanen, die hier zelfs
met een landrover was vastgelopen en
twee dagen lang in de open lucht ge
bivakkeerd had. 's Nachts hadden oli
fanten rond zijn cabine gewandeld en
's morgens had hij op de laadbak mis
gelezen. Na uren en uren zwoegen had
hij de wagen weer vlot gekregen en was
uitgeput en uitgehongerd in Kipatimoe
aangeland. Een helse malaria was het
gevolg geweest. Op iedere top hoopte
ik dan ook de spits van het typische
bergkerkje te zien, maar het bleef on
vindbaar. Het leek of het in een val
avond steeds verder weg week, totdat
het plotseling na een haarspeldbocht
onaangekondigd voor ons stond. De
tank bleek nog twee liter benzine te
bevatten.
0n*« verlaten auto in de bush. Er is niemand verdwaald. De auto staat op de
officiële verbindingsweg
Zo'n ontvangst op een afgelegen
missiepost is altijd hetzelfde.
Iedereen hoort en ziet de onbeken
de wagen direct en m minder
dan geen tijd is men het middelpunt
van een grote kring. Paters, broeders
en zusters lijken uit het niets op te dui
ken en al bjj de tweede keer weet men,
dat hun verwachtingsvolle blikken niet
op de eerste plaats de bezoeker gel
den. Het gaat om post. Iedere auto kan
post meebrengen en die hoop blijft, hoe
vaak ook bedrogen, levendig. Ik had
post. Ik schudde handen, deelde brie
ven uit en ondertussen vroeg ik naar
pater Van Maanen. Voor hem was ik
gekomen en hjj was de enige, die ont
brak.
Hij is nog in het hospitaal, zei de
superior. Ik keerde mij om en sloeg de
weg in naar de operatiekamer. Ik zal
het maar niet weer beschrijven. U kunt
uit mijn vorige verhaal weten hoe hos
pitalen hier zijn ingericht en ik wil niet
de indruk wekken dat ik bedel. Wij
kunnen de kerk van Ta.i'anjika die
nen en als wij daartoe niet bereid zijn,
moeten wjj dat heerlijke zachte gevoel
van meeleven maar bedwingen.
Pater Van Maanen zat achter zijn
bureau. Hij was somber en reageerde
nauwelijks op mijn enthousiaste begroe
ting. Nu ken ik pater Van Maanen al
jaren. Hu was een van de meest le
venslustige medische studenten van
het Utrechtse „Veritas" in de jaren dat
ik er de toneelgroep placht te regisse
ren. Hjj heeft mij danig ontgroend. Wij
hebben samen menige feestelijke
avond gevierd en toen hij, na afgestu
deerd te zijn, plotseling in een Capu-
cunerklooster verdween, heeft hij velen
achtergelaten met dat vreemde gevoel
dat ieder mens een geheim blijft. Nu
zat hjj tegenover me. Een baardeloze
capucun, want geen arts kan hier een
baard dragen. Hij zweeg. Hij speelde
met zijn stethoscoop en het duurde ge
ruime tijd eer ik begreep, dat hjj net
een ingreep achter de rug had, die van
een eenzame missiearts alles eist aan
beheersing en morele kracht. Het was
gelukt en nu zat hij in die leegte van
waaruit het zo moeilijk is om tot de
orde van' de dag terug te keren.
Begin maart heeft de Amerikaanse
president bij het Congres een wet inge
diend voor federale steun aan het open
bare onderwijs. Deze wet bevatte een
bepaling voor het verlenen van subsi
die voor scholenbouw en onderwijzers-
salarissen. De regeling zou niet van
toepassing zijn op het katholieke onder
wijs. Prompt werd door het Ameri
kaanse episcopac.t een vergadering be
legd om deze kwestie onder ogen te
zien. Na afloop van deze bijeenkomst
werd door de aartsbisschop van Cin
cinnati, Mgr. Karl J. Alter, verklaard,
dat de Kerk zich tegen deze wet zou
verzetten als er geen voorzieningen in
kwamen voor subsidie aan de katholie
ke scholen. (Er zijn een kleine 13.000
katholieke lagere en middelbare scho
len in de Verenigde Staten). Die sub
sidie zou, volgens de bisschoppen in de
vorm gegoten kunnen worden van le
ningen op lange termijn tegen een lage
rente.
klaard, dat federale subsidie aan het
katholiek onderwijs in strijd zou zijn
met het eerste amendement op de
grondwet. In dit amendement, dat in
1791 van kracht werd, staat: „Het
Congres zal geen wet opstellen die
betrekking heeft op een godsdiensti
ge instelling." In 1947 heeft het
Hooggerechtshof dit amendement zó
geïnterpreteerd, dat geen belas
ting kan worden geheven voor
steun aan enige godsdienstige acti
viteit of enige godsdienstige instelling"
Dat sloeg toen vooral op directe steun
aan het katholiek onderwijs, en volgens
Kennedy valt over die vorm van sub
sidie eenvoudig niet te praten. Het epis
copaat denkt echter aan :on soort in
directe steun, en hoewel Kennedy per
soonlijk var mening is, 'a* ook subsi
die in de vorm van lange leningen
tegen lage rente ongrondwettig is,
zou hjj het congres daar nog wel over
willen laten beslissen. Maar het voor
stel van het episcopaat zou dan los-
femaakt moeten worden vafi de on-
erwjjswet die nu is ingediend. Het
plan zou afzonderljjk behandeld moe
ten worden. Tegen een dergelijke af
zonderlijke behandeling heeft het epis
copaat echter bezwaren, vooral omdat
er dan hoegenaamd geen kans zou
zjjn, dat het plan er door kwam.
Kardinaal Spellman heeft zeer onlangs
gezegd, dat Kennedy's wet „niet eerlijk
en niet onpartijdig" is. Gedurende de
laatste weken heeft een groot aantal
katholieke bladen in Amerika betoogd,
dat de katholieken, die als belastingbe
talers het openbaar onderwijs al onder
steunen, zich grote financiële offers
moeten getroosten voor het katholiek
onderwijs. Als het openbaar onderwijs
nu nog meer steun kreeg en het ka
tholiek onderwijs helemaal geen steun,
zou het voor de katholieke scholen
steeds moeilijker worden het on der wijs-
peil van de openbare scholen te even
aren.
Kennedy heeft echter geweigerd Abraham Ribicoff. Amerikaans minister
zijn wet te veranderen. Hjj heeft ver- van Onderwijs.
homas Jefferson, de derde presi
dent van de Verenigde Staten,
heeft indertijd het eerste amen
dement op de grondwet betiteld
als „een muur waardoor Kerk en staat
zijn gescheiden". Maar sommige Ame
rikaanse katholieken betogen, dat er
al minstens twee keer een gat in die
muur is gehakt, en dat er dus wel meer
gaten gemaakt zouden kunnen worden.
In 1946 werd immers de zogenaamde
„School Lunch Act" aangenomen. Bij
deze wet wordt aan openbare én ka
tholieke scholen subsidie gegeven voor
het verstrekken van maaltijden aan
scholieren. Vervolgens heeft in 1917
het Hooggerechtshof verklaard, dat
niet alleen leerlingen van openbare,'
maar ook die van katholieke scholen
recht hadden op gratis busvervoer.
Van beide subsidieregelingen is echter
wel gezegd, dat het in deze gevallen
niet ging om steun aan katholieke on
derwijsinstellingen, maar aan de leer
lingen van die instellingen; een sub
tiel onderscheid.
Kennedy is wel heel rigoreus in
zjjn interpretatie van de grondwet.
Er zü'n verscheidene vooraanstaande
rechtsgeleerden die zjjn visie niet de
len. Reeds in 1952 gaf een der rech
ters in het Hooggerechtshof, William
O. Douglas, een opmerkelijk com
mentaar op het eerste amendement.
Dit amendement, zo betoogde hjj,
kan niet betekenen, dat er een vollef
dige scheiding moet bestaan tussen
Kerk en staat. „Anders zouden staat
en godsdienst als vreemden tegen
over elkaar staan vijandig en achter
dochtig". Hij zei, dat het eerste
amendement immers niet werd ge
schonden door het feit, dat er in het
Congres soms een gebed wordt uit
gesproken. Hij herinnerde er aan,
dat de president in zijn boodschappen
aan het congres de naam van God
pleegt te gebruiken, dat in de rechts
zaal de uitdrukking ,,so help me God"
wordt gebezigd, dat „Thankgivings
Day" een officiële nationale feestdag
is, etc.
Arthur Sutherland, een protestantse
hoogleraar in de rechtswetenschap aan
de Harvard-universiteit, heeft zich nog
veel duidelijker uitgedrukt: „Als ik
president was", zo zei hij, „zou ik geen
duidelijke grondwettelijke reden kunnen
bedenken om een veto uit te brengen
tegen een wet voor steun aan scholen
van een kerkgenootschap".
Het standpunt van de Amerikaanse
bisschoppen is overigens niet nieuw.
Reeds in 1948 heeft het episcopaat ver
klaard, dat het zich kan verenigen met
het grondwettelijke principe van schei
ding van Kerk en staat, maar dat
staatssubsidie aan katholieke scholen
niet met dit beginsel in strijd is. Een
jaar later kwam kardinaal Spellman in
een ernstig conflict met mevrouw
Riosevelt, die zich tegen een wets
voorstel betreffende indirecte steun
•aan het katholiek ondei'wijs had ge
keerd. De kardinaal verweet de wedu
we van president Roosevelt, dat zii
voor „een anti-katholieke zaak" streed
en hij noemde haar krantenartikelen-
„discriminerend" en „een Amerikaanl
se moeder onwaardig". Kaan-
Kardinaal Spellman, aartsbisschop van
New York.
oor dit verschil van mening tus
sen de president en het episco
paat komen verscheidene leden
van het Congres in een moeilijke
positie. Van de 100 senatoren znn er 12
katholiek, en van de 433 leden van het
Huis van Afgevaardigden 87. Boven
dien zijn er verscheidene protestantse
senatoren en afgevaardigden die hun
zetel vooral aan katholieke kiezers te
danken hebben. Al deze Congresleden
zouden door de katholieken uit hun
kiesdistiicten of staton ondsr druk 26-
zet kunnen worden om tegen Kennedy's
wet te stemmen, als zij dat uit zich
zelf al met zouden doen. De Democra
tische fractievoorzitter in het Huis van
Afgevaardigden, John McCormack, een
katholiek uit Massachusetts (de staat
^?ne, y ook vandaan komt)
ctola tvtq ,achTer de bisschoppen ge-
steld. Maar de Democratische fractie-
voorzitter in de Senaat, Mike Mans-
noi niff16 °n katholiGk is. heeft zich
nog niet willen uitspreken.
De Amerikaanse minister van On
derwijs, Abraham A. Ribicoff, heeft
°"Lang.s Yn een televisie-interview
gezegd, dat hu de katholieke bis
sen PhP=Ti, niet zou kunne!1 garande-
r®":dat, hun plan voor steun aan het
katholiek onderwus in de vorm van
een wet aan het Congres zou worden
voorgelegd Ribicoff voorspelde ook,
dat uitemdeluk Kennedy's wet zon
der enig amendement zou worden
aangenomen, al zou daar een felle
sti ijd aan voorafgaan. Dit optimisms
m'ivf niet gedeeld door som-
r7kIlnPs°ellbieakdecn0mmentat0rS in Ame"
Volgens vele Amerikanen laat het
peil van het onderwijs in de V.S. nog
vee1 te wensen over. Als Kennedy'!
i!-!Uet.-door komt' zou dat zèer
scnadeluk zijn voor het openbaar on
derwijs. Maar de Amerikaanse bis
schoppen willen zich door die overwe
ging niet af laten brengen van hun ver
zet tegen de wet, aangezien zij de dis
criminatie ten aanzien van het katho
liek onderwijs onaanvaardbaar achten.
H. Br.
De baardeloze Capucijn
van Kipatimoe
Advertentie
Hoi
laat is
tot?