Kort haar
in zomer
Zij moeten zelf beslissen
Wat belet onze verpleegsters
om de grens over te gaan?-
WERKEN IN EEN NOORS ZIEKENHUIS
IS GEEN GEMAKKELIJK AVONTUUR
Vrouwen kunnen doorslag
geven bij verkiezingen
H
r zi|n
onder
veei ana
Italiaanse
Ifabeten
vrouwen
Emigrante terug
Verbaasd over kleding
van tienersbaarden,
en rommel op straat
in Nederland
D
MODE voor
BEHANG
II
IN WEST-DUITSLAND
GOED
GEKLEED
GAAN
Uit Frankrijk
BRONNLEY
Les per televisie in
dorpszaaltje
nylons
VRIJDAG 7 APRIL 1961
rAGINA
Het is een uitstekend idee, waar
overigens jarenlang op gebroed
is, om het instituut van de va
derlandse meisjesbescherming een
andere naam te geven. Na heel wat
gepeins is er dan „Meisjesbelangen"
uit de bus gekomen. Ook
maar niet meer dat brave naam-
etiket als een grote beveiligende pa
raplu, wat bij de veranderde werk
wijze ook niet meer past. Vroeger
moest een meisje tegen van alles in
de boze wereld beschermd worden.
Nu vooral tegen zichzelf. Sinds de
hele wereld voor haar open staat
wil ze er uit en wil ze alle kanten
tegelijk uit. Een van de veel benut
te diensten, die „Meisjesbelangen"
biedt, is de informatie-dienst voor
adressen in het buitenland.
„De Italianen lezen niet," horen wij dikwijls zeggen. Dit klinkt nogal
paradoxaal, want het gaat er maar om, wat men lezen noemt. De dichters,
de moderne schrijvers, de auteurs van wetenschappelijke werken hebben
alle reden om zich te beklagen, de journalisten en kroniekschrijvers daar
entegen verheugen zich in een grote belangstelling. De Italianen mogen
dan al geen liefhebbers zijn van leze met een grote L, zij verslinden krante
en tijdschriftartikelen, strip-stories en feuilletons. Zij gaan niet op reis
zonder zich aan de kiosk voorzien te hebben van drie, vier tot een half
dozijn geïllustreerde bladen plus hun lijfblad. Het is hier namelijk geen
gewoonte om zich op een krant of tijdschrift te abonneren en wij zijn van
mening, dat dit geen financieel nadeel voor de onderneming is, want op
de spitsuren maakt men queue voor de krantenkiosken.
begint met
Onze medewerkster in Califor
niëLouise Burghardt, besluit
met dit artikel de beschrijving
van haar weerzien met
Nederland
Televisie populair
FRISSE
CITROENZEEP
UIT ENGELAND 1.40
WIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII'IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII
De kapsels, die de haute coiffure
in Parijs uitdenkt, zijn al net
zo bestudeerd als de rest van
de mode. Elk (gedenatureerd)
haarpiekje wordt met reverentie, als
gold het een mozaïekwerk, gevoegd in
het broze bouwwerk, dat gedoemd is
om bij een lichte bries alweer te ver
gaan.
Natuurlijk is het nieuwe kapsel voor
de zomer 1961 kort. Zomerkapsels ple
gen kort te zijn voor de luchtigheid
en aangezien de mode nu eenmaal
leeft bij de gratie' van afwisselingen,
moest het lange haar weer eens des
kundig worden afgeknipt. Maar het
,,kort" zit nog vol variaties, zoals de
foto's, alle drie van Parijse voorjaars
kapsels, tonen.
Het gladde, sluike kopje is het mo
delkapsel van het „Syndicat Haute
Coiffure Francaise et Coiffure Créati-
on", dat dezer dagen op een avond
in het restaurant van Schiphol werd
getoond, toen de mannequins enige
uren na een demonstratie in Parijs, het
zelfde schoons in Amsterdam lieten
zien. Het kapsel heet ,,Audace". Hoe
wel wij er de durf niet aan af zien.
Opzij is het haar één tot drie centi
meter, op de kruin vijf tot acht en
achter drie tot vijf centimeter. Er zit
een ietsje permanent in en de kleuren
zijn volgens de stalenkaart van blond
tot blauwzwart maar vooral veel blond-
rose.
Het boufferende hoofdje is een model
Van de Parijse coiffeur Lintermans. De
bedoeling is, dat het haar voor de avond
luchtig wordt opgeborsteld en voor
overdag plat tegen de slapen ligt om
het „petite tête" effect te geven.
Het strikjes-kapsel is van Serge Si
mon, ook een Parijse figaro. Men zou
het ,,twee vliegen in één klap" kun
nen noemen. Het haar ligt deels vlak
langs de slapen en is deels luchtig
naar boven gewerkt en bijeengehouden
door een kinderlijk strikje. Dat past
dan ook alleen bij een kinderlijk we-
*en.
A. Bgl.
'T
I'
- - .-.-A b li
s Avonds boufferend
Ietsje permanent
Kinderlijk strikje
Het buitenland trekt. Het begint
vooral weer te trekken in de tyd tegen
de eindexamens als daarna de deuren
naar het leven open gaan. Beginnen
met een tijdje ervaring in het buiten
land lt)kt altijd weer even aanlokkelijk.
Het buitenland is een sterke magneet.
En zeker voor de jeugdige bewoonsters
(en niet voor haar alleen!) van een zo
beperkt en klein land als het onze met
een weinig schokkende natuur, een
egale bodem en een griezelig opeenge
pakte bevolking. Wie de grens nooit
over gaat, weet niet wat het is en wel
ke kanten van het mens-zijn geraakt
worden in een schaars bewoond land,
in een land met veel zon, in een berg
land waar de natuur groots is en heel
andere situaties schept
Wi) dachten aan dit alles toen wii in
het februari-maartnummer van het
maandblad van de Meisjesbescherming
(met nog ongewijzigde naam) over het
wegtrekken van de verpleegsters uit
Nederland lazen. Genoemd werd het
feit, dat bijvoorbeeld drie ziekenhuizen
in Brussel voor de helft met Neder
landse verpleegsters werken. Nu is de
trek van Nederlandse verpleegsters
naar de goed betalende zieken
huizen in België al langer bekend. Ook
in Engeland werken Nederlandse meis
jes in de verpleging, ook in Amerika
ook in Noorwegen. En dat laatste nu
loopt, volgens een overgenomen passa
ge uit het Contactblad van de R.K.Z.
in Hilversum, de spuigaten uit. Zes
gediplomeerden hebben het plan opge
vat om in Noorwegen te gaan werken
en daartegen trekt een scribente in
genoemd Contactblad, die signeert met
zr. Maria Jutte, hevig van leer.
„Waarom wil iedereen nu ineens
naar Noorwegen? Is daar zo'n ge
brek aan personeel? Zyn daar geen
meisjes met opofferende liefde?" zo
vraagt ze zich af. En de antwoorden
die de betreffenden haar gaven in
de trant van: ervaring opdoen, iets
van een ander land zien, andere
mensen leren kennen, apostolaat
uitoefenen, minder sleur, vooruit ko
men, avontuur, ontzenuwt ze stuk
voor stuk. Ervaring kun je hier ook
opdoen in allerlei klinieken, is haar
verdediging. Rondneuzen in de kop
van Noord-Holland is ook iets „an
ders". Wat zyn nu „andere" men
sen? Ook in Noorwegen zullen men
sen zijn, waar je een gruwelijke he
kel aan hebt en anderen waar je
enorm plezier mee kunt maken. In
onze eigen neutrale ziekenhuizen zijn
ook patiënten die snakken naar ka
tholieke verpleegsters. Dit laatste
wat betreft het apostolaat. En de
sleur? Ha, ha, Noren worden ook
vuil en moeten geholpen worden. Ook
in Noorwegen blijf je een vreemde
ling en reken niet op vooruitkomen.
Avontuur? Florence Nightingale en
de engel van Dien Bien Phoe zijn
uitzonderingen. Het grootste avontuur
beleef je in jezelf.
En na dit weinig verheffende plei
dooi om de verpleegsters aan het eigen
land te binden, volgt dan het toegeef-
lpker slot: „Ga gerust het land uit,
maar zorg dat je hier ervaring hebt
opgedaan, zorg voor een degelijke ba
sis hier."
Het lezen van deze goedbedoelde po
ging om de verpleegsters hier vast te
houden zeer begrijpelijk voor
iemand die dagelpks met de wanhoop
van het verpleegsters-tekort te maken
heeft maakte ons een beetje krie
belig. Om de toon en ook om de on
juistheid van de beweringen. Je neus
buiten de grenzen steken betekent een
vernieuwing die je binnen de eigen
grens nooit vindt. Elk verblijf in een
ander land is een ervaring, die de ba
sis van je leven verbreedt, je begrip
verruimt en je inzicht corrigeert. Met
name is een verblijf in Noorwegen een
„opfrisser" als weinig andere omdat
de rustieke Noren zo'n totaal ander le
vensritme hebben dan wy en men er
sterk beïnvloed wordt door het nauwe
samenleven met de nooit ook in de
stad niet te ontwijken prachtige har
de, woeste natuur, die veel mogelijk
heden tot sport biedt maar ook saam
horigheid eist. Men leeft er elemen
tair, met veel minder haast dan hier
en veel meer ruimte om zich heen.
Noorwegen heeft nog geen 7 inwoners
per vierkante kilometer, terwyl wy btj-
na met z'n vierhonderden op diezelfde
ruimte opeengepakt zitten.
Het aangrijpende en overweldigende
van een natuur, die je direct buiten
de menselijke bewoning vindt in een
woeste en eenzame ongereptheid,
„doet" iets met je. Dat is een erva
ring, die wij hier niet alleen als een
persooniyke naar voren brengen, maar
die iedereen onderschrijft, die in Noor
wegen is geweest.
Maar wat ons vooral ook hinder
de in het gewraakte stukje was het
klakkeloos wegvegen van het aposto-
laatsmotief. Als een verpleegster wer-
keiyk met die bedoeling naar dit
noordeiyke land trekt, dan is Noor
wegen nu precies het land, waar de
moeizaam opgerichte en in stand ge
houden katholieke ziekenhuizen snak
ken naar katholieke verpleegsters.
Wie maakt er bezwaar als een leken-
verpleegster naar de missie in Afri
ka gaat? Noorwegen hoort ook tot de
landen waar gemissioneerd wordt.
Niet omdat men er het christendom
niet kent het is overwegend Lu
thers maar omdat men er de
vreemdste vooroordelen heeft tegen
over katholieken en omdat die voor
al zullen verdwynen door het leven
de contact mèt katholieken.
Verschillende religieuze zustercongre
gaties hebben er ziekenhuizen, maar
het wordt steeds moeiiyker die in
stand te houden door het tekort aan
roepingen. Katholieke lekenverpleeg-
sters zijn de aangewezenen om in de
open plaatsen te voorzien. Noorwegen
zelf heeft er maar heel weinig. De ont
brekende religieuzen zijn aangevuld
met niet-katholieke lekenverpleegsters.
Het land van ruim drie miljoen inwo
ners telt slechts één op de duizend ka
tholieken. Wie als verpleegster door
haar beroep werkeiyk apostolisch wil
zyn, kan zeker naar Noorwegen gaan.
De taal heeft affiniteit met de onze.
En Nederlanders aarden er goed.
In de grootse natuur, die je nooit kwijt raakt, ligt het verpleegstershuis van het
katholieke ziekenhuis Florida aan de fjord van Bergen, Noorwegens westkust.
(Van onze correspondent in Bonn)
et zal in belangrijke mate van dé
vrouwen afhangen, wie van de
twee grote politieke partijen in
West-Duitsland de Christelijk-
Demokratische Unie of de Sociaaldemo-
kratische Partij op 17 september a.s.
bij de algemene verkiezingen voor de 4e
Bondsdag de overwinning behaalt en
wie van de twee „kemphanen", de 85-
jarige dr. Konrad Adenauer of de 47-
jarige Berlijnse burgemeester Willy
Brandt het „Palais Schaumburg" als
kanselarij en dienstbureau zal betrek
ken. Van de 37 miljoen West-Duitsers,
die hun stemrecht zullen kunnen uit
oefenen de Bondsrepubliek kent geen
stemplicht zijn namelijk 20.3 mil
joen (bijna 55 procent) vrouwen. Voor
elke 100 vrouwen, die mogen stemmen,
kunnen maar 83 mannen hun stembil
jetten invullen.
Het aantal stemgerechtigden is in
september aanstaande 1.7 miljoen meer
dan bij de laatste Bondsdagverkiezin
gen in 1957. Zowel de omstandigheid,
dat de vrouwen in het kiezerscorps zo
verre in de meerderheid zijn als het
feit dat het aantal stemgerechtigden
zo sprongsgewijze is toegenomen, zul
len vermoedelijk uitwerken ten gunste
van dr. Adenauers Christelijk Demokra-
tische Unie. De ervaring heeft name
lijk geleerd, dat de 85-jarige bondskan
selier nog altijd een bijzondere aantrek-
kingskracht op de vrouwen uitoefent,
niet vanwege zijn schoonheid of zijn
„jeugd", maar omdat hij nu eenmaal
vertrouwen uitstraalt als de man die
West-Duitsland door zestien moeilijke
naoorlogse jaren heeft heen-geloodst.
De recente gemeenteraadsverkiezingen
in Noordrijnland-Westfalen en Neder-
saksen, waarin de C.D.U. geweldige
stemmenwinsten boekte, laten de con
clusie toe, dat een groot deel van de
„Erstwahler" of „Jungwahler", dat
zijn zy die voor het eerst naar de
stembus gingen, de C.D.U. heeft ge
kozen. En als het weer op 17 september
nu nog een beetje meeloopt, is het ze
ker mogelijk, dat de C.D.U. haar ab
solute meerderheid van 1957 zal herha
len. Goed weer komt namelijk ook
dat heeft de ervaring geleerd altijd
de C.D.U. fen goede. Deze partij kan
niet rekenen op zulk een grote kiezers-
stam als de S.P.D. Mooi weer verlokt
altijd wat meer tot het gebruiken
van het stemrecht.
Het aantal „Jungwahler" zal in sep
tember 3.7 miljoen bedragen. In 1957
waren het er 3.1 miljoen. Van hen maak
te 80.6 procent van hun stemrecht ge
bruik.
De stemgerechtigde vrouwen kunnen
hun overwicht op het resultaat nog
versterken, wanneer zij een ruimer ge
bruik maken van hun stemrecht. In
1957 ging 89.5 procent van de mannen
en maar 86.4 procent van de vrouwen
naar de stefnbus. 4.5 procent der vrou
wen gaf een ongeldige stem af...
Maar een makkeiyke opgave is het
niet. Dat moet men zich goed voor
ogen houden. Zeker niet voor wie op
haar eentje gaat. En wie de vryheid
in dit vrije land niet aan kan, zal, als
ze het stempel katholiek in haar le
venshouding niet waar maakt, meer
kwaad dan goed doen. Dat is een gro
te verantwoordeiykheid. Ook in het
werk moet de verpleegster bereid zijn
verantwoordelijkheid op zich te nemen
en het is niet de juiste instelling om
de entourage belangryker te vinden
dan het werk. Maar is de zelfdiscipline,
die een beroepsverbiyf in het buiten
land vraagt, niet juist ook een verry-
king en een levenservaring, die men
mist als men thuis blijft?
Het is niet weg te praten, een tyd
in Noorwegen te wonen en te werken
is een unieke ervaring, die het verde
re leven inspirerend kan werken. Wat
niet wegneemt, dat het een moeilyke
zaak blijft als de verpleegsters, die
hier zo broodnodig zyn, wegtrekken.
Al zyn ze dadr ook nodig. Maar dat is
ieders persooniyke zaak, die men met
de eigen omstandigheden moet uit
vechten.
A. Bgl.
Op hun ezeltje komen zij naar de les, schoolschrift tussen de olijven.
E
„De Italianen lezen niet." Bank- en
ministeriële beambten zouden tydens
en na hun werkuren best tijd heb
ben om naast de krant ook een boek
te lezen, maar de vrouwen? Het is
al mooi als zy na haar zware huis-
houdelyke dagtaak de zwarte kro
niek, die hier verschillende pagina's
beslaat, heeft uitgesponnen en zich
op de hoogte gesteld van de nieuwe
mode door middel van een paar op
pervlakkige damesbladen.
Voegt u by het aantal niet-lezenden
dan nog de analfabeten, die dus ver
stoken biy'ven van het genot van de
zwarte- en modekroniek, dan houdt
werkeiyk een bescheiden aantal lezen
de Italianen en vooral Italiaansen over.
Het aantal hele of halve analfabeten
is moeiiyk vast te stellen. Dorpen,
waar vijf a zes procent van de bevol
king analfabeet is, zyn geen zeldzaam
heid. In de grote steden wordt hun
aantal natuurlpk steeds kleiner, maar
toch hebben nog velen een dienstbode,
die het boodschappenUjstje niet kan le
zen en meer keren zagen wjj op post
kantoor of bank een oude vrouw, die
met een kruisje ondertekende. Want
tenslotte vormen de vrouwen het groot
ste deel van de analfabeten. De zoons
mochten nog wel eens de lagere school
bezoeken, maar de kunst van lezen en
schryven was voor de vrouw immers
totaal overbodig!
Hoe staat het dan met de leer
plicht? Natuurlpk is hier een wet in
die geest, maar de Italiaan zelf geeft
(Advertentie)
e algehele Indruk van Nederland,
na myn langdurige afwezigheid
was die van een land, dat zich,
gedurende een periode van rust
en welvaart, bijna geheel van de gevol
gen van de oorlog heeft weten te her
stellen, waarvan het indrukwekkendste
voorbeeld wel Rotterdam is. Maar ook
de Noordoost-Polder met zijn mooie
boerderijen en het moderne bedryvi-
ge stadje Emmeloord heeft me zeer
getroffesi evenals de nieuwe fabrieks
complexen en de wederopbouw van
Arnhem en Nümegen.
Maar over twee dingen kon ik niet
zo enthousiast zyn: de vervuiling, die
ik in vele plaatsen, maar vooral ook
in Amsterdam zag en het uiteriyk van
de vrouwelijke jeugd, die men, met een
voor my nieuw woord als „tieners"
placht aan te duiden.
Wat het eerste punt aangaat, het pu
bliek schynt de openbare weg te zün
gaan beschouwen als de aangewezen
nlaats om alles, wat het kwijt wil zyn
te deponeren, van vettige papieren,
vertrapte patates en haringkoppen, tot
afgedankte meubelresten en kleding
stukken toe. In Los Angeles kunnen
litterbugs" zoals dergelijke noncha
lante lieden hier heten, door fikse boe
tes tot betere gewoonten worden opge
voed Bovendien beloven grote borden
lanes de weg een ruime beloning aan
hen die dergelijke delinkwenten aan
geven. Navolging van deze laatste
methode lijkt mij om vele redenen min
der gewenst, maar ik zag met vreugde
in ontvangen periodieken, dat men
zich in Nederland nu ook van hoger
hand met dit probleem gaat bemoeien.
Het is alleen jammer, dat het In ons,
vroeger om zy'n spreekwoordelyke zin-
delykheid bekende land zover moest ko
men.
Het tweede punt: het uiteriyk van de
„tieners", dat ik werkeiyk met verba
zing heb gadegeslagen. By mijn aan
komst trof my by de vrouweUjke jeugd
vooral de blykbaar juist „uitstervende"
haardracht, die naar men my meedeel
de als Farah-Dibakapsel bekend stond,
In elk geval was dit kapsel, al flat
teerde het slechts weinigen, te prefe
reren boven de slordige, lange haar-
slierten, die daarna favoriet schenen
te zyn. Zy zien kans, met de blijkbaar
zo geliefde „tights" (maillots), die,
denk ik, zelfs ,de glans van de benen
van een Marilyn Monroe enigszins zou
den verduisteren, de vormloze truien en
de veel te zware ogen make-up, zelfs
midden op de dag, van een anders fris
jong meisje maar een tameiyk onaan-
trekkelyk geheel te maken. Een aldus
uitgedoste jonge dochter te zien wande
len, stevig gearmd met mama, zelf de
personificatie van de degeiyke Hol
landse burgerdame, beiden blijkbaar on
bewust welk een ongerymd paar zy
vormden, was voor my overigens tel
kens weer een bron van privé amuse
ment.
Wat de jonge mannen betreft, ik heb
nog nooit in zo korte tyd zoveel baar
den en ongebruikeiyke haardrachten,
van „Caesar"-coiffures tot vatenkwast-
stijl toe gezien. Waarbij nauwe broeks-
pypen en glimmende lichtgrijze schoe
nen blykbaar de vereiste finishing
touch moesten verlenen. Waren dit nu
de „nozems", waarvan de bedenkeiy-
ke faam zelfs tot hier is doorgedron
gen? Zeer zeker heb ik in Californië
nog niet zo talryke wonderiyk uitge
doste jonge mensen van beiderlei kun
ne gezien, waarvoor de reden wellicht
kan zyn, dat men zelf, evenals de
jeugd, gewoonlyk in een auto zit.
De volgende ervaring deed my
echter vermoeden, dat in Holland de
verandering in de grote-stadsjeugd
dieper gaat, dan de, tenslotte vry on
schuldige neiging om zich uit te dos
sen in een styi, waarschyniyk geïn
spireerd door de foto's van beatnik
typen, die de Amerikaanse pers zich
beyverd heeft wereldkundig te ma
ken. In een winkel in de binnenstad
van Amsterdam waren, toen ik bin
nen kwam, een paar Jongens van een
jaar of tien bezig zich op hoogst er-
geriyke wijze te gedragen door zich
met alles en iedereen te bemoeien
en overal met de handen aan te zit
ten.
De eigenaar deed nu en dan een m.l.
veel te gematigde poging om ze tot
de orde te roepen, in plaats van ze kort
en goed de deur uit te zetten. Toen
myn beurt kwam, waren de jongelui
juist uit eigen beweging vertrokken, en
ik kon niet nalaten met duidelyke af
keuring aan de winkelier te vragen:
„Uw kinderen?"
„Jammer genoeg niet, mevrouw",
was het antwoord. „Dan zou ik ze wel
anders leren! Het zyn jongens uit de
buurt en als ik ze te hard aanpak,
loop ik kans, dat straks een stel „gro
te broers" hier de boel kort en klein
komt slaan. En ik heb hier nu een
maal myn zaak..." En hy haalde veel
betekenend zijn schouders op. Over
dreef hy? Ik weet het niet. Maar dat
hy met de mogeiykheid rekening meen
de te moeten houden geeft toch te den
ken.
LOUISE BURGHARDT.
daar een afdoend antwoord op. „De
wetten zyn er om ontdoken te wor
den," zegt hy. Dit geldt dan voor
grotere plaatsen, want in de bergen
en in de afgelegen gehuchten van
het zuiden waren een halve eeuw,
en korter, geleden nog geen scholen,
dus ook geen inspecteurs, die het oog
hielden op het nakomen van de leer
plicht. Er waren hier en daar enkele
liefdadige dames die ir plaats van
levensmiddelen onderwys in lezen en
schryven uitdeelden, „zy leerden ons
in het kerkboek lezen," zei een oude
vrouw uit Calabrië, „maar niet
schryven."
Een sociaal voelend jongmens, die
een enquête gehouden heeft omtrent
het analfabetisme in Italië, vertelde
ons, dat de analfabeet er een zekere
genoegdoening in vindt om analfabeet
te blyven. Deze zeer persooniyke me
ning berustte op de tragicomische on
dervinding, die hy opdeed in de omge
ving van Napels. Hy vroeg daar, zon
der verdere inleiding aan een paar
vrouwen, die met haar boodschappen
tas naar de markt gingen, of zy niet
graag zouden willen leren lezen en
schryven en prees de voordelen van
het een zowel als van het ander aan.
zy keken hem eerst verbluft aan en
toen er zich een kring van vrouwen
om hen verzameld had, kregen zy lef:
„Wat dacht hy wel? Dat zy tyd had
den om school te gaan? Zy hadden wel
wat anders te doen. En dan: wat had
het voor doel dat lezen en schryven?
Betaalde hy er soms voor? Neen, man
netje, als je ons er tussen wilt ne
men, moet je vroeger opstaan!" En
daarmee was de zaak afgedaan. De
ondernemende jongeman boezemde de
dorpelingen blijkbaar geen vertrouwen
of sympathie in.
Gelukkig is er één vertegenwoordiger
van cultuur in Italië zeer populair: de
televisie. Op de platte daken van de
flatgebouwen in de grote steden ziet
men een waar bos van antennes. In
de dorpen is het een beetje anders,
maar daar is toch altyd wel een café,
dat er een televisietoestel op nahoudt
en dank zy dit instrument een grote
hoeveelheid klanten trekt. Het ministe
rie van Onderwys schoot dus in de
roos, toen het het televisieprogramma
liet verryken met een uitzending voor
analfabeten en tweeduizend gehoor-
plaatsen schiep. Zo'n gehoorcentrum
bestaat uit een zaaltjê van een plaat-
seiyk verenigingsgebouw, waar een te
levisietoestel staat en waar twee maal
in de week een pas gediplomeerd on-
derwyzeresje de fessen komt verduide-
lyken. Alles gratis natuurlpk! De uit
zendingen staan in de radio- en tele
visiegids vermeld onder de titel: „non
mai troppo tardi." (het is nooit te
laat). In de meeste plaatsen wordt dit
lesuurtje druk bezocht, want de spea
ker verlevendigt zyn lessen met bij de
letters passende tekeningen en film
pjes. De leeftyd van de leerlingen gaat
van 30 tot plm. 80 jaar. De mannen ko
men op de rug van hun ezeltje, bela
den met manden olyven en vaten wyn
het cahier onder hun arm. De jonge
vrouwen nemen haar kinderen mee en
het is vaak een wedstryd, wie het
eerst de letters tot een woord kan vor
men de moeder of het dochtertje, dat
al op school gaat. Het grootste deel
van deze late leerlingen wordt echter
gevormd door oude vrouwen, wy zien
een ry gryze hoofden gebogen over het
schrift en kromme onwillige vingers,
die moeizaam de letters van het alfa
bet vormen. Onwillekeurig vragen wy
ons af tot hoever zy het zullen bren
gen voor de school des levens voor hen
gesloten wordt, maar een van de oud
jes geeft hier ongevraagd antwoord
op: „ik ben 82" zegt zy, „en ga naar
myn eindje, maar toch ben ik schry
ven gaan leren, want als ik my moet
aanmelden by Ónze Lieve Heer, wil ik
tenminste m;jn handtekening kunnen
zetten."
ROME STINE PISANI
n vroeger eeuwen bezaten veel van
onze voorouders, tenminste de goed-
gesitueerden onder h >n zomer- en
wintermeubelen, - obelins en vloer
kleden. Ze vonden het heel natuurlijk
twee keer per jaar alle kamers leeg te
halen, het huisraad op -e bergen en
de kamers te meubileren met wat ze
zes maandn te voren er uit hadden
gehaald.
Later ging die gewoonte verloren
en keken de mensen hun leven lang
tegen dezelfde meubels aan. Ze
lieten de stoelen af en toe opnieuw
overtrekken, kochten een nieuw kleed
als het oude versleten was en hingen
gordynen in een andere kleur voor de
ramen. In ons land zochten ze om de
paar jaar een nieuw behang uit. Go
belins hingen al lang niet meer aan
de wand, maar de huiseigenaars had
den de gewoonte hun huurders als de
huur werd verlengd een nieuw behang
aan te bieden en een verfje op deur
en raamkozynen.
Die gewoonte heelt men hier nooit ge
kend. Al woonde men vyftig jaar lang
in hetzelfde appartement dan nog liet
de eigenaar er niets aan doen. De be
woners bekostigden dat zelf of ze lieten
alles by het oude. Niemand voelt zich
hier ongelukkig als zyn kamers niet om
de twee jaar opgeschilderd worden!
De muren van boven tot onder bedek
ken met behangselpapier is hier eerst
Advertentie
Ben groot dessin verlevendigt een smalle
gang.
in het begin dezer eeuw mode géwor
den en dan alleen nog in nieuwbouw.
In de binnenstad hadden nagenoeg alle
kamers betimmeringen, wat ze nu trou
wens ook nog hebben. Voor de eetka
mers in afgry'selyk chocoladebruin en
voor de andere vertrekken in zacht grys
of zacht groen. Het muurgedeelte dat
boven de betimmering uitkwam was
meestal beschilderd, hoewel er soms be
hang in vierkante vakken was opgeplakt
die omiyst waren door een rand van
een ander behang.
In de salon werd op die vakken geen
behang maar gebrocheerde zy geplakt,
dezelfde waar ook de gordynen van wa
ren. Terwyl van modern ingerichte
kamers de muren met „peinture Ia
colle" werden beschilderd, tot groot ver
driet van de fabrikanten van behang
selpapier, die hun verkoop steeds zagen
verminderen.
Daarom besloten ze dit seizoen om
op het ogenblik dat de Haute Couture
haar modellen toont, met een collectie
van „de mode in het behangselpapier"
te komen.
„De kliniekstyi gaat zo langzamer
hand uit de mode. Men heeft ingezien
dat deze dikwyis tot een kaalheid leidt
die by het armoedige af is. Dat doet
het verlangen ontstaan naar interieurs
waarvan de muren niet aan een opera
tiezaal doen denken", zo zeggen ze.
Maar het is moeiiyk om niet in
een ander uiterste te vallen. En zo
komen ze dikwyis met grote spreken
de patronen, die alle aandacht op de
muren vestigen, wat ook weer verkeerd
is. Daarentegen geeft een stylvol be
hang cachet aan een smalle gang en
laat zien dat een behangsel afgewis
seld met effen papier bijzonder goed
kan zy'n.
In groten getale zijn de Parijzenaars
naar die „behangselshow" komen ky-
ken. Vooral de manier waarop van de
smalle gang (zie foto) wat gemaakt
was, trok de aandacht.
PARIJS DINY K.-W.