Kort haar in zomer Zij moeten zelf beslissen Wat belet onze verpleegsters om de grens over te gaan?- WERKEN IN EEN NOORS ZIEKENHUIS IS GEEN GEMAKKELIJK AVONTUUR Vrouwen kunnen doorslag geven bij verkiezingen H r zi|n onder veei ana Italiaanse Ifabeten vrouwen Emigrante terug Verbaasd over kleding van tienersbaarden, en rommel op straat in Nederland D MODE voor BEHANG II IN WEST-DUITSLAND GOED GEKLEED GAAN Uit Frankrijk BRONNLEY Les per televisie in dorpszaaltje nylons VRIJDAG 7 APRIL 1961 rAGINA Het is een uitstekend idee, waar overigens jarenlang op gebroed is, om het instituut van de va derlandse meisjesbescherming een andere naam te geven. Na heel wat gepeins is er dan „Meisjesbelangen" uit de bus gekomen. Ook maar niet meer dat brave naam- etiket als een grote beveiligende pa raplu, wat bij de veranderde werk wijze ook niet meer past. Vroeger moest een meisje tegen van alles in de boze wereld beschermd worden. Nu vooral tegen zichzelf. Sinds de hele wereld voor haar open staat wil ze er uit en wil ze alle kanten tegelijk uit. Een van de veel benut te diensten, die „Meisjesbelangen" biedt, is de informatie-dienst voor adressen in het buitenland. „De Italianen lezen niet," horen wij dikwijls zeggen. Dit klinkt nogal paradoxaal, want het gaat er maar om, wat men lezen noemt. De dichters, de moderne schrijvers, de auteurs van wetenschappelijke werken hebben alle reden om zich te beklagen, de journalisten en kroniekschrijvers daar entegen verheugen zich in een grote belangstelling. De Italianen mogen dan al geen liefhebbers zijn van leze met een grote L, zij verslinden krante en tijdschriftartikelen, strip-stories en feuilletons. Zij gaan niet op reis zonder zich aan de kiosk voorzien te hebben van drie, vier tot een half dozijn geïllustreerde bladen plus hun lijfblad. Het is hier namelijk geen gewoonte om zich op een krant of tijdschrift te abonneren en wij zijn van mening, dat dit geen financieel nadeel voor de onderneming is, want op de spitsuren maakt men queue voor de krantenkiosken. begint met Onze medewerkster in Califor niëLouise Burghardt, besluit met dit artikel de beschrijving van haar weerzien met Nederland Televisie populair FRISSE CITROENZEEP UIT ENGELAND 1.40 WIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII'IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII De kapsels, die de haute coiffure in Parijs uitdenkt, zijn al net zo bestudeerd als de rest van de mode. Elk (gedenatureerd) haarpiekje wordt met reverentie, als gold het een mozaïekwerk, gevoegd in het broze bouwwerk, dat gedoemd is om bij een lichte bries alweer te ver gaan. Natuurlijk is het nieuwe kapsel voor de zomer 1961 kort. Zomerkapsels ple gen kort te zijn voor de luchtigheid en aangezien de mode nu eenmaal leeft bij de gratie' van afwisselingen, moest het lange haar weer eens des kundig worden afgeknipt. Maar het ,,kort" zit nog vol variaties, zoals de foto's, alle drie van Parijse voorjaars kapsels, tonen. Het gladde, sluike kopje is het mo delkapsel van het „Syndicat Haute Coiffure Francaise et Coiffure Créati- on", dat dezer dagen op een avond in het restaurant van Schiphol werd getoond, toen de mannequins enige uren na een demonstratie in Parijs, het zelfde schoons in Amsterdam lieten zien. Het kapsel heet ,,Audace". Hoe wel wij er de durf niet aan af zien. Opzij is het haar één tot drie centi meter, op de kruin vijf tot acht en achter drie tot vijf centimeter. Er zit een ietsje permanent in en de kleuren zijn volgens de stalenkaart van blond tot blauwzwart maar vooral veel blond- rose. Het boufferende hoofdje is een model Van de Parijse coiffeur Lintermans. De bedoeling is, dat het haar voor de avond luchtig wordt opgeborsteld en voor overdag plat tegen de slapen ligt om het „petite tête" effect te geven. Het strikjes-kapsel is van Serge Si mon, ook een Parijse figaro. Men zou het ,,twee vliegen in één klap" kun nen noemen. Het haar ligt deels vlak langs de slapen en is deels luchtig naar boven gewerkt en bijeengehouden door een kinderlijk strikje. Dat past dan ook alleen bij een kinderlijk we- *en. A. Bgl. 'T I' - - .-.-A b li s Avonds boufferend Ietsje permanent Kinderlijk strikje Het buitenland trekt. Het begint vooral weer te trekken in de tyd tegen de eindexamens als daarna de deuren naar het leven open gaan. Beginnen met een tijdje ervaring in het buiten land lt)kt altijd weer even aanlokkelijk. Het buitenland is een sterke magneet. En zeker voor de jeugdige bewoonsters (en niet voor haar alleen!) van een zo beperkt en klein land als het onze met een weinig schokkende natuur, een egale bodem en een griezelig opeenge pakte bevolking. Wie de grens nooit over gaat, weet niet wat het is en wel ke kanten van het mens-zijn geraakt worden in een schaars bewoond land, in een land met veel zon, in een berg land waar de natuur groots is en heel andere situaties schept Wi) dachten aan dit alles toen wii in het februari-maartnummer van het maandblad van de Meisjesbescherming (met nog ongewijzigde naam) over het wegtrekken van de verpleegsters uit Nederland lazen. Genoemd werd het feit, dat bijvoorbeeld drie ziekenhuizen in Brussel voor de helft met Neder landse verpleegsters werken. Nu is de trek van Nederlandse verpleegsters naar de goed betalende zieken huizen in België al langer bekend. Ook in Engeland werken Nederlandse meis jes in de verpleging, ook in Amerika ook in Noorwegen. En dat laatste nu loopt, volgens een overgenomen passa ge uit het Contactblad van de R.K.Z. in Hilversum, de spuigaten uit. Zes gediplomeerden hebben het plan opge vat om in Noorwegen te gaan werken en daartegen trekt een scribente in genoemd Contactblad, die signeert met zr. Maria Jutte, hevig van leer. „Waarom wil iedereen nu ineens naar Noorwegen? Is daar zo'n ge brek aan personeel? Zyn daar geen meisjes met opofferende liefde?" zo vraagt ze zich af. En de antwoorden die de betreffenden haar gaven in de trant van: ervaring opdoen, iets van een ander land zien, andere mensen leren kennen, apostolaat uitoefenen, minder sleur, vooruit ko men, avontuur, ontzenuwt ze stuk voor stuk. Ervaring kun je hier ook opdoen in allerlei klinieken, is haar verdediging. Rondneuzen in de kop van Noord-Holland is ook iets „an ders". Wat zyn nu „andere" men sen? Ook in Noorwegen zullen men sen zijn, waar je een gruwelijke he kel aan hebt en anderen waar je enorm plezier mee kunt maken. In onze eigen neutrale ziekenhuizen zijn ook patiënten die snakken naar ka tholieke verpleegsters. Dit laatste wat betreft het apostolaat. En de sleur? Ha, ha, Noren worden ook vuil en moeten geholpen worden. Ook in Noorwegen blijf je een vreemde ling en reken niet op vooruitkomen. Avontuur? Florence Nightingale en de engel van Dien Bien Phoe zijn uitzonderingen. Het grootste avontuur beleef je in jezelf. En na dit weinig verheffende plei dooi om de verpleegsters aan het eigen land te binden, volgt dan het toegeef- lpker slot: „Ga gerust het land uit, maar zorg dat je hier ervaring hebt opgedaan, zorg voor een degelijke ba sis hier." Het lezen van deze goedbedoelde po ging om de verpleegsters hier vast te houden zeer begrijpelijk voor iemand die dagelpks met de wanhoop van het verpleegsters-tekort te maken heeft maakte ons een beetje krie belig. Om de toon en ook om de on juistheid van de beweringen. Je neus buiten de grenzen steken betekent een vernieuwing die je binnen de eigen grens nooit vindt. Elk verblijf in een ander land is een ervaring, die de ba sis van je leven verbreedt, je begrip verruimt en je inzicht corrigeert. Met name is een verblijf in Noorwegen een „opfrisser" als weinig andere omdat de rustieke Noren zo'n totaal ander le vensritme hebben dan wy en men er sterk beïnvloed wordt door het nauwe samenleven met de nooit ook in de stad niet te ontwijken prachtige har de, woeste natuur, die veel mogelijk heden tot sport biedt maar ook saam horigheid eist. Men leeft er elemen tair, met veel minder haast dan hier en veel meer ruimte om zich heen. Noorwegen heeft nog geen 7 inwoners per vierkante kilometer, terwyl wy btj- na met z'n vierhonderden op diezelfde ruimte opeengepakt zitten. Het aangrijpende en overweldigende van een natuur, die je direct buiten de menselijke bewoning vindt in een woeste en eenzame ongereptheid, „doet" iets met je. Dat is een erva ring, die wij hier niet alleen als een persooniyke naar voren brengen, maar die iedereen onderschrijft, die in Noor wegen is geweest. Maar wat ons vooral ook hinder de in het gewraakte stukje was het klakkeloos wegvegen van het aposto- laatsmotief. Als een verpleegster wer- keiyk met die bedoeling naar dit noordeiyke land trekt, dan is Noor wegen nu precies het land, waar de moeizaam opgerichte en in stand ge houden katholieke ziekenhuizen snak ken naar katholieke verpleegsters. Wie maakt er bezwaar als een leken- verpleegster naar de missie in Afri ka gaat? Noorwegen hoort ook tot de landen waar gemissioneerd wordt. Niet omdat men er het christendom niet kent het is overwegend Lu thers maar omdat men er de vreemdste vooroordelen heeft tegen over katholieken en omdat die voor al zullen verdwynen door het leven de contact mèt katholieken. Verschillende religieuze zustercongre gaties hebben er ziekenhuizen, maar het wordt steeds moeiiyker die in stand te houden door het tekort aan roepingen. Katholieke lekenverpleeg- sters zijn de aangewezenen om in de open plaatsen te voorzien. Noorwegen zelf heeft er maar heel weinig. De ont brekende religieuzen zijn aangevuld met niet-katholieke lekenverpleegsters. Het land van ruim drie miljoen inwo ners telt slechts één op de duizend ka tholieken. Wie als verpleegster door haar beroep werkeiyk apostolisch wil zyn, kan zeker naar Noorwegen gaan. De taal heeft affiniteit met de onze. En Nederlanders aarden er goed. In de grootse natuur, die je nooit kwijt raakt, ligt het verpleegstershuis van het katholieke ziekenhuis Florida aan de fjord van Bergen, Noorwegens westkust. (Van onze correspondent in Bonn) et zal in belangrijke mate van dé vrouwen afhangen, wie van de twee grote politieke partijen in West-Duitsland de Christelijk- Demokratische Unie of de Sociaaldemo- kratische Partij op 17 september a.s. bij de algemene verkiezingen voor de 4e Bondsdag de overwinning behaalt en wie van de twee „kemphanen", de 85- jarige dr. Konrad Adenauer of de 47- jarige Berlijnse burgemeester Willy Brandt het „Palais Schaumburg" als kanselarij en dienstbureau zal betrek ken. Van de 37 miljoen West-Duitsers, die hun stemrecht zullen kunnen uit oefenen de Bondsrepubliek kent geen stemplicht zijn namelijk 20.3 mil joen (bijna 55 procent) vrouwen. Voor elke 100 vrouwen, die mogen stemmen, kunnen maar 83 mannen hun stembil jetten invullen. Het aantal stemgerechtigden is in september aanstaande 1.7 miljoen meer dan bij de laatste Bondsdagverkiezin gen in 1957. Zowel de omstandigheid, dat de vrouwen in het kiezerscorps zo verre in de meerderheid zijn als het feit dat het aantal stemgerechtigden zo sprongsgewijze is toegenomen, zul len vermoedelijk uitwerken ten gunste van dr. Adenauers Christelijk Demokra- tische Unie. De ervaring heeft name lijk geleerd, dat de 85-jarige bondskan selier nog altijd een bijzondere aantrek- kingskracht op de vrouwen uitoefent, niet vanwege zijn schoonheid of zijn „jeugd", maar omdat hij nu eenmaal vertrouwen uitstraalt als de man die West-Duitsland door zestien moeilijke naoorlogse jaren heeft heen-geloodst. De recente gemeenteraadsverkiezingen in Noordrijnland-Westfalen en Neder- saksen, waarin de C.D.U. geweldige stemmenwinsten boekte, laten de con clusie toe, dat een groot deel van de „Erstwahler" of „Jungwahler", dat zijn zy die voor het eerst naar de stembus gingen, de C.D.U. heeft ge kozen. En als het weer op 17 september nu nog een beetje meeloopt, is het ze ker mogelijk, dat de C.D.U. haar ab solute meerderheid van 1957 zal herha len. Goed weer komt namelijk ook dat heeft de ervaring geleerd altijd de C.D.U. fen goede. Deze partij kan niet rekenen op zulk een grote kiezers- stam als de S.P.D. Mooi weer verlokt altijd wat meer tot het gebruiken van het stemrecht. Het aantal „Jungwahler" zal in sep tember 3.7 miljoen bedragen. In 1957 waren het er 3.1 miljoen. Van hen maak te 80.6 procent van hun stemrecht ge bruik. De stemgerechtigde vrouwen kunnen hun overwicht op het resultaat nog versterken, wanneer zij een ruimer ge bruik maken van hun stemrecht. In 1957 ging 89.5 procent van de mannen en maar 86.4 procent van de vrouwen naar de stefnbus. 4.5 procent der vrou wen gaf een ongeldige stem af... Maar een makkeiyke opgave is het niet. Dat moet men zich goed voor ogen houden. Zeker niet voor wie op haar eentje gaat. En wie de vryheid in dit vrije land niet aan kan, zal, als ze het stempel katholiek in haar le venshouding niet waar maakt, meer kwaad dan goed doen. Dat is een gro te verantwoordeiykheid. Ook in het werk moet de verpleegster bereid zijn verantwoordelijkheid op zich te nemen en het is niet de juiste instelling om de entourage belangryker te vinden dan het werk. Maar is de zelfdiscipline, die een beroepsverbiyf in het buiten land vraagt, niet juist ook een verry- king en een levenservaring, die men mist als men thuis blijft? Het is niet weg te praten, een tyd in Noorwegen te wonen en te werken is een unieke ervaring, die het verde re leven inspirerend kan werken. Wat niet wegneemt, dat het een moeilyke zaak blijft als de verpleegsters, die hier zo broodnodig zyn, wegtrekken. Al zyn ze dadr ook nodig. Maar dat is ieders persooniyke zaak, die men met de eigen omstandigheden moet uit vechten. A. Bgl. Op hun ezeltje komen zij naar de les, schoolschrift tussen de olijven. E „De Italianen lezen niet." Bank- en ministeriële beambten zouden tydens en na hun werkuren best tijd heb ben om naast de krant ook een boek te lezen, maar de vrouwen? Het is al mooi als zy na haar zware huis- houdelyke dagtaak de zwarte kro niek, die hier verschillende pagina's beslaat, heeft uitgesponnen en zich op de hoogte gesteld van de nieuwe mode door middel van een paar op pervlakkige damesbladen. Voegt u by het aantal niet-lezenden dan nog de analfabeten, die dus ver stoken biy'ven van het genot van de zwarte- en modekroniek, dan houdt werkeiyk een bescheiden aantal lezen de Italianen en vooral Italiaansen over. Het aantal hele of halve analfabeten is moeiiyk vast te stellen. Dorpen, waar vijf a zes procent van de bevol king analfabeet is, zyn geen zeldzaam heid. In de grote steden wordt hun aantal natuurlpk steeds kleiner, maar toch hebben nog velen een dienstbode, die het boodschappenUjstje niet kan le zen en meer keren zagen wjj op post kantoor of bank een oude vrouw, die met een kruisje ondertekende. Want tenslotte vormen de vrouwen het groot ste deel van de analfabeten. De zoons mochten nog wel eens de lagere school bezoeken, maar de kunst van lezen en schryven was voor de vrouw immers totaal overbodig! Hoe staat het dan met de leer plicht? Natuurlpk is hier een wet in die geest, maar de Italiaan zelf geeft (Advertentie) e algehele Indruk van Nederland, na myn langdurige afwezigheid was die van een land, dat zich, gedurende een periode van rust en welvaart, bijna geheel van de gevol gen van de oorlog heeft weten te her stellen, waarvan het indrukwekkendste voorbeeld wel Rotterdam is. Maar ook de Noordoost-Polder met zijn mooie boerderijen en het moderne bedryvi- ge stadje Emmeloord heeft me zeer getroffesi evenals de nieuwe fabrieks complexen en de wederopbouw van Arnhem en Nümegen. Maar over twee dingen kon ik niet zo enthousiast zyn: de vervuiling, die ik in vele plaatsen, maar vooral ook in Amsterdam zag en het uiteriyk van de vrouwelijke jeugd, die men, met een voor my nieuw woord als „tieners" placht aan te duiden. Wat het eerste punt aangaat, het pu bliek schynt de openbare weg te zün gaan beschouwen als de aangewezen nlaats om alles, wat het kwijt wil zyn te deponeren, van vettige papieren, vertrapte patates en haringkoppen, tot afgedankte meubelresten en kleding stukken toe. In Los Angeles kunnen litterbugs" zoals dergelijke noncha lante lieden hier heten, door fikse boe tes tot betere gewoonten worden opge voed Bovendien beloven grote borden lanes de weg een ruime beloning aan hen die dergelijke delinkwenten aan geven. Navolging van deze laatste methode lijkt mij om vele redenen min der gewenst, maar ik zag met vreugde in ontvangen periodieken, dat men zich in Nederland nu ook van hoger hand met dit probleem gaat bemoeien. Het is alleen jammer, dat het In ons, vroeger om zy'n spreekwoordelyke zin- delykheid bekende land zover moest ko men. Het tweede punt: het uiteriyk van de „tieners", dat ik werkeiyk met verba zing heb gadegeslagen. By mijn aan komst trof my by de vrouweUjke jeugd vooral de blykbaar juist „uitstervende" haardracht, die naar men my meedeel de als Farah-Dibakapsel bekend stond, In elk geval was dit kapsel, al flat teerde het slechts weinigen, te prefe reren boven de slordige, lange haar- slierten, die daarna favoriet schenen te zyn. Zy zien kans, met de blijkbaar zo geliefde „tights" (maillots), die, denk ik, zelfs ,de glans van de benen van een Marilyn Monroe enigszins zou den verduisteren, de vormloze truien en de veel te zware ogen make-up, zelfs midden op de dag, van een anders fris jong meisje maar een tameiyk onaan- trekkelyk geheel te maken. Een aldus uitgedoste jonge dochter te zien wande len, stevig gearmd met mama, zelf de personificatie van de degeiyke Hol landse burgerdame, beiden blijkbaar on bewust welk een ongerymd paar zy vormden, was voor my overigens tel kens weer een bron van privé amuse ment. Wat de jonge mannen betreft, ik heb nog nooit in zo korte tyd zoveel baar den en ongebruikeiyke haardrachten, van „Caesar"-coiffures tot vatenkwast- stijl toe gezien. Waarbij nauwe broeks- pypen en glimmende lichtgrijze schoe nen blykbaar de vereiste finishing touch moesten verlenen. Waren dit nu de „nozems", waarvan de bedenkeiy- ke faam zelfs tot hier is doorgedron gen? Zeer zeker heb ik in Californië nog niet zo talryke wonderiyk uitge doste jonge mensen van beiderlei kun ne gezien, waarvoor de reden wellicht kan zyn, dat men zelf, evenals de jeugd, gewoonlyk in een auto zit. De volgende ervaring deed my echter vermoeden, dat in Holland de verandering in de grote-stadsjeugd dieper gaat, dan de, tenslotte vry on schuldige neiging om zich uit te dos sen in een styi, waarschyniyk geïn spireerd door de foto's van beatnik typen, die de Amerikaanse pers zich beyverd heeft wereldkundig te ma ken. In een winkel in de binnenstad van Amsterdam waren, toen ik bin nen kwam, een paar Jongens van een jaar of tien bezig zich op hoogst er- geriyke wijze te gedragen door zich met alles en iedereen te bemoeien en overal met de handen aan te zit ten. De eigenaar deed nu en dan een m.l. veel te gematigde poging om ze tot de orde te roepen, in plaats van ze kort en goed de deur uit te zetten. Toen myn beurt kwam, waren de jongelui juist uit eigen beweging vertrokken, en ik kon niet nalaten met duidelyke af keuring aan de winkelier te vragen: „Uw kinderen?" „Jammer genoeg niet, mevrouw", was het antwoord. „Dan zou ik ze wel anders leren! Het zyn jongens uit de buurt en als ik ze te hard aanpak, loop ik kans, dat straks een stel „gro te broers" hier de boel kort en klein komt slaan. En ik heb hier nu een maal myn zaak..." En hy haalde veel betekenend zijn schouders op. Over dreef hy? Ik weet het niet. Maar dat hy met de mogeiykheid rekening meen de te moeten houden geeft toch te den ken. LOUISE BURGHARDT. daar een afdoend antwoord op. „De wetten zyn er om ontdoken te wor den," zegt hy. Dit geldt dan voor grotere plaatsen, want in de bergen en in de afgelegen gehuchten van het zuiden waren een halve eeuw, en korter, geleden nog geen scholen, dus ook geen inspecteurs, die het oog hielden op het nakomen van de leer plicht. Er waren hier en daar enkele liefdadige dames die ir plaats van levensmiddelen onderwys in lezen en schryven uitdeelden, „zy leerden ons in het kerkboek lezen," zei een oude vrouw uit Calabrië, „maar niet schryven." Een sociaal voelend jongmens, die een enquête gehouden heeft omtrent het analfabetisme in Italië, vertelde ons, dat de analfabeet er een zekere genoegdoening in vindt om analfabeet te blyven. Deze zeer persooniyke me ning berustte op de tragicomische on dervinding, die hy opdeed in de omge ving van Napels. Hy vroeg daar, zon der verdere inleiding aan een paar vrouwen, die met haar boodschappen tas naar de markt gingen, of zy niet graag zouden willen leren lezen en schryven en prees de voordelen van het een zowel als van het ander aan. zy keken hem eerst verbluft aan en toen er zich een kring van vrouwen om hen verzameld had, kregen zy lef: „Wat dacht hy wel? Dat zy tyd had den om school te gaan? Zy hadden wel wat anders te doen. En dan: wat had het voor doel dat lezen en schryven? Betaalde hy er soms voor? Neen, man netje, als je ons er tussen wilt ne men, moet je vroeger opstaan!" En daarmee was de zaak afgedaan. De ondernemende jongeman boezemde de dorpelingen blijkbaar geen vertrouwen of sympathie in. Gelukkig is er één vertegenwoordiger van cultuur in Italië zeer populair: de televisie. Op de platte daken van de flatgebouwen in de grote steden ziet men een waar bos van antennes. In de dorpen is het een beetje anders, maar daar is toch altyd wel een café, dat er een televisietoestel op nahoudt en dank zy dit instrument een grote hoeveelheid klanten trekt. Het ministe rie van Onderwys schoot dus in de roos, toen het het televisieprogramma liet verryken met een uitzending voor analfabeten en tweeduizend gehoor- plaatsen schiep. Zo'n gehoorcentrum bestaat uit een zaaltjê van een plaat- seiyk verenigingsgebouw, waar een te levisietoestel staat en waar twee maal in de week een pas gediplomeerd on- derwyzeresje de fessen komt verduide- lyken. Alles gratis natuurlpk! De uit zendingen staan in de radio- en tele visiegids vermeld onder de titel: „non mai troppo tardi." (het is nooit te laat). In de meeste plaatsen wordt dit lesuurtje druk bezocht, want de spea ker verlevendigt zyn lessen met bij de letters passende tekeningen en film pjes. De leeftyd van de leerlingen gaat van 30 tot plm. 80 jaar. De mannen ko men op de rug van hun ezeltje, bela den met manden olyven en vaten wyn het cahier onder hun arm. De jonge vrouwen nemen haar kinderen mee en het is vaak een wedstryd, wie het eerst de letters tot een woord kan vor men de moeder of het dochtertje, dat al op school gaat. Het grootste deel van deze late leerlingen wordt echter gevormd door oude vrouwen, wy zien een ry gryze hoofden gebogen over het schrift en kromme onwillige vingers, die moeizaam de letters van het alfa bet vormen. Onwillekeurig vragen wy ons af tot hoever zy het zullen bren gen voor de school des levens voor hen gesloten wordt, maar een van de oud jes geeft hier ongevraagd antwoord op: „ik ben 82" zegt zy, „en ga naar myn eindje, maar toch ben ik schry ven gaan leren, want als ik my moet aanmelden by Ónze Lieve Heer, wil ik tenminste m;jn handtekening kunnen zetten." ROME STINE PISANI n vroeger eeuwen bezaten veel van onze voorouders, tenminste de goed- gesitueerden onder h >n zomer- en wintermeubelen, - obelins en vloer kleden. Ze vonden het heel natuurlijk twee keer per jaar alle kamers leeg te halen, het huisraad op -e bergen en de kamers te meubileren met wat ze zes maandn te voren er uit hadden gehaald. Later ging die gewoonte verloren en keken de mensen hun leven lang tegen dezelfde meubels aan. Ze lieten de stoelen af en toe opnieuw overtrekken, kochten een nieuw kleed als het oude versleten was en hingen gordynen in een andere kleur voor de ramen. In ons land zochten ze om de paar jaar een nieuw behang uit. Go belins hingen al lang niet meer aan de wand, maar de huiseigenaars had den de gewoonte hun huurders als de huur werd verlengd een nieuw behang aan te bieden en een verfje op deur en raamkozynen. Die gewoonte heelt men hier nooit ge kend. Al woonde men vyftig jaar lang in hetzelfde appartement dan nog liet de eigenaar er niets aan doen. De be woners bekostigden dat zelf of ze lieten alles by het oude. Niemand voelt zich hier ongelukkig als zyn kamers niet om de twee jaar opgeschilderd worden! De muren van boven tot onder bedek ken met behangselpapier is hier eerst Advertentie Ben groot dessin verlevendigt een smalle gang. in het begin dezer eeuw mode géwor den en dan alleen nog in nieuwbouw. In de binnenstad hadden nagenoeg alle kamers betimmeringen, wat ze nu trou wens ook nog hebben. Voor de eetka mers in afgry'selyk chocoladebruin en voor de andere vertrekken in zacht grys of zacht groen. Het muurgedeelte dat boven de betimmering uitkwam was meestal beschilderd, hoewel er soms be hang in vierkante vakken was opgeplakt die omiyst waren door een rand van een ander behang. In de salon werd op die vakken geen behang maar gebrocheerde zy geplakt, dezelfde waar ook de gordynen van wa ren. Terwyl van modern ingerichte kamers de muren met „peinture Ia colle" werden beschilderd, tot groot ver driet van de fabrikanten van behang selpapier, die hun verkoop steeds zagen verminderen. Daarom besloten ze dit seizoen om op het ogenblik dat de Haute Couture haar modellen toont, met een collectie van „de mode in het behangselpapier" te komen. „De kliniekstyi gaat zo langzamer hand uit de mode. Men heeft ingezien dat deze dikwyis tot een kaalheid leidt die by het armoedige af is. Dat doet het verlangen ontstaan naar interieurs waarvan de muren niet aan een opera tiezaal doen denken", zo zeggen ze. Maar het is moeiiyk om niet in een ander uiterste te vallen. En zo komen ze dikwyis met grote spreken de patronen, die alle aandacht op de muren vestigen, wat ook weer verkeerd is. Daarentegen geeft een stylvol be hang cachet aan een smalle gang en laat zien dat een behangsel afgewis seld met effen papier bijzonder goed kan zy'n. In groten getale zijn de Parijzenaars naar die „behangselshow" komen ky- ken. Vooral de manier waarop van de smalle gang (zie foto) wat gemaakt was, trok de aandacht. PARIJS DINY K.-W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 17