Eichmann schenkt weinig
voldoening aan biografen
Beeld van tamelijk kleurloos
ambtenaar vormt anticlimax
■M
I tuinier met meer plezier I
GEELTJE KANARIE GAA T
-DE WIJDE WERELD IN-
BASKENLAND
LITERAIRE EENDAGSVLIEGEN
1
B
AG ADI R
De vergulde kooi springt open
GRIJSJE,
het ijdeltuitje
VRIJDAG 7 APRIL 1961
PAGINA 19
"TV j u het begin van het proces-
\j Eichmann met zulke rasse
schreden nadert, staat
ieder, die zich tevoren enigszins
wil oriënteren, voor een moeilijke
keuze. In de etalages van de boek
winkels verdringen elkaar op het
ogenblik de werkjes van allerlei
auteurs, die een onbeperkt ver
trouwen stellen in de sensatie
zucht van het publiek. Zij en
hun uitgevers met hen gaan er
van uit, dat het komende proces
tegen de Joden ver volger Adolf
Eichmann de belangstelling wekt
van massa's mensen, die tevoren
nooit de moeite hebben genomen
een enigszins solide boek over de
gruweldaden van de nazi's open
*e slaan. Wat Reitlinger en Po-
lakov b.v. hebben geschreven
°Ver de „Endlösung der Juden-
rage", veronderstellen zij onbe
kend. 2elf nemen zij er naar har-
Jelust uit over, vooral natuurlijk
het materiaal, dat rechtstreeks
betrekking heeft op de chef van
afdeling IV B 4 van het Reichs-
sicherheitshauptamt R.S.H. A.
(Door B. J. Galjaard, tuinarchitect B.N.T.)
S geven, een zeer sprekende bloemvorm.
ffl
Nieuwe Beeldzegels
Dr. Gerhard von Preuschen, een West-
duitse jurist uit Wiesbaden, zal tijdens
het proces-Eichmann in Jeruzalem op
treden als officieel waarnemer van de
regering in Bonn.
Aan dit materiaal voegen z|j de
fi i?arse ^zonderheden toe, die na
fcichmans gevangenneming bekend
IJjn geworden over zijn doen en laten
na de oorlog. Er wordt van de auteurs
al heel wat (al dan niet intelligent)
„guensswork" gevergd, voordat dit alles
tot een aanvaardbaar geheel wordt.
De meeste auteurs zullen daarna de
teleurstelling van hun leven hebben be
leefd. Adolf Eichmann wordt beschul
digd van moord zjj het gepleegd in
vereniging met anderen op enkele
miljoenen mensen. En alles wat zijn
gelegenheidsbiografen kunnen oproe
pen, dat is het beeld van een tame
lijk kleurloze man, een haast naamloze
bureaucraat.
Misschien is dit juist wel het meest
fascinerende en griezelige aspect van
de volkerenmoord der nationaal-socia-
listen: dat hij is uitgevoerd onder lei
ding van mannen, die zelf geen bloed
konden zien of die tranen van ontroe
ring schreiden onder de Kerstboom.
Maar vele auteurs hebben dit resul
taat te subtiel geacht voor hun lezers
en dramatisch gesproken een te mager
resultaat van al hun zwoegen. Van
daar, dat we overal de neiging bespeu
ren Eichmann allerlei kwaadaardige ei
genschappen toe te dichten, die hy in
werkelijkheid nooit heeft bezeten.
Van de drie in het Nederlands ver
taalde boeken, die hier aan de
orde zyn (1), heeft dat van Moshe
Pearlman die neiging het minst.
De vroegere persattaché van Ben Goe-
rion heeft zich gehouden aan de reeds
eerder gepubliceerde feiten over Eich
mann en hy heeft geen mislukte poging
tot karakterbeschrijving gedaan.
De voornaamste waarde van dit boek
ligt in de zeer gedetailleerde beschrij
ving van de wijze, waarop Eichmann
in Argentinië is opgespoord en gevan
gen genomen. Zo gedetailleerd is die be
schrijving, dat er boze vragen over zijn
gesteld in de Knesseth, het Israëlische
parlement.
Maar de zwakke plek in het boek is,
dat het alle aanwijzingen weglaat, die
tot de conclusie zouden kunnen leiden,
dat de Israëlische regering méér be
moeienis met de ontvoering van Eich
mann heeft gehad dan zy officieel wil
toegeven. Zo is er wel telkens sprake
van ,,het vliegtuig", waarmee de ge
vangene naar Lydda is overgebracht.
Maar Pearlman vermijdt zorgvuldig
de vermelding, dat het een Bristol Bri
tannia was van de El Al, die eerst mi
nister Abba Eban als officieel afgevaar
digde naar de Argentijnse onafhanke
lijkheidsfeesten te Buenos Aires had af
gezet.
Charles Wighton is het andere uiter
ste. Hij neemt jegens Israël het tegen
deel van égards in acht. Op uiterst bit
se wijze deelt hij op een gegeven ogen
blik mee, dat Eichmann naar zijn me
ning al vele jaren eerder gearresteerd
had kunnen worden door de Britse ge
heime dienst, „indien er minder Engel
se officieren van de geheime dienst no
dig waren geweest voor het verhinde
ren van de clandestiene en soms terro
ristische activiteiten van de verschillen
de Joodse groeperingen in Belsen
en elders in Duitsland en Oostenrijk".
Als men beseft, dat deze „clandestiene
en soms terroristische activiteiten" wa
ren gericht op het ontduiken van het
Britse verbod van Joodse immigratie
in Palestina, dan lijkt dit een nogal
onbeschaamde uitlating.
Wighton is ook sterk in het opptjpen
van Eichmanns particuliere zwakheden:
wijntje en trijntje. Het worden alle
maal „orgieën". u--
Maar in dit opzicht haalt hu met dij
Quentin Reynolds, die het materiaal
van twee Israëlische journalisten,
Ephraaim Katz en Zwy Aldouby, heeft
bewerkt. In „Gezant des doods wor
den herhaaldelijk pogingen gedaan aan
te tonen, dat Eichmann niet alleen de
Jodenvervolging heeft georganiseerd
Dr. Gabriel Bach, die voor de oorlog
enige tijd in Nederland heeft gewoond,
is aangewezen als plaatsvervanger van
de openbare aanklager in het proces-
Eichmann, dr. Gideon Hauser.
en geadministreerd, maar dat hij ook
persoonlijk Joods bloed heeft vergoten.
Bij dit soort pogingen overschrijdt men
licht de grenzen van fiction en non-
fiction. Dat is bij Quentin Reynolds
stellig een paar keer gebeurd. Een an
der bezwaar tegen zijn boek is, dat
het zo verward is gecomponeerd. Men
zou het het liefst in stukken knippen en
opnieuw monteren.
Maar dat neemt niet weg, dat
zijn boek heel veel interessante me
dedelingen bevat. Zijn beide materi
aal-leveranciers hebben kennis ge
nomen van de mémoires van Eich
mann, zoals de voormalige Nederlan
der en oud SS-man Wim Sassen die
aan het tijdschrift „Life" heeft ver
kocht. Zij delen merkwaardige din
gen mee over contacten, die Eich
mann in de de jaren dertig moet heb
ben onderhouden met een vertegen
woordiger van de Haganah in Pales
tina.
De boeken over Eichmann hebben
diverse trekjes gemeen. Zij zijn
in haast en daardoor slecht ver
taald. Alle drie vermelden zy,
dat Eichmann door bemiddeling van
officiële katholieke zijde kans heeft ge
zien via Italië naar Argentinië uit te
wijken. De bron van dit verhaal schynt
Simon Wiesenthal te zijn, een Israë
lisch ingenieur, die al in een heel
vroeg stadium heeft deelgenomen aan
de jacht op Eichmann. Dat Eichmann
een Vaticaans paspoort zou hebben ont
vangen, is van bevoegde zijde tegenge
sproken. Maar de mogelijkheid bluft be
staan, dat hij, onder een andere naam
en zonder herkend te worden, heeft ge
profiteerd van bepaalde diensten, die
katholieke organisaties hebben bewe
zen aan vluchtelingen uit Midden- en
Oost-Europa. Misschien, dat tijdens het
proces opheldering wordt gegeven over
deze kwestie. Misschien, dat dan ook
andere punten, waarover thans one
nigheid bestaat, aan de orde komen,
zoals de verhouding tussen Eichmann
en de Moefti van Jerusalem.
Want die verdienste hebben deze
literaire ééndagsvliegen dan toch, dat
zij de lezer attent maken op de inte
ressante punten, die straks in het pro
ces aan de orde komen.
H.J.N.
(1) Moshe Pearlman, „Eichmann,
6.000.000 doden vragen gerechtigheid"
(Scheltens Giltay H. J. W. Becht,
Amsterdam).
Charles Wighton, „Eichmann, sym
bool van een regime" (Prisma-pocket).
Quentin Reynolds, Adolf Eichmann,
Gezant des Doods" (Hollandia-poc-
ket 2-3).
niiiiiiiiiiiiiiuiii,,,,,,,,,,,,mi"immuun mm
ZOMERBOII FM
direct
Stok
plaatsen
begonia
opgepotte knollen
in de tak
anemoon
dahlia i
PLANTEN
gladiool
PLANTDIEPTE
gesproten plan-
j? ten In mei
iUB» uitzetten
WORKIEMEN
ANEMOON
KNOL-
BEGONIAS
rijshout
crmu VOOR GLADIOLEN
GLADIOLEN
Zomerbollen
Een kleurrijke aanvulling van de tuinbeplanting
■ormen de bol- en knolgewassen, die in de zomer
UilUCU KohnnHolina K.u,
vormen de dui- cu o--- in de zomer
bloeTen Bij een goede behandeling hebt
schillende iaren achtereen plezier van. somi
soorten kan men als anemoon),
dere ook als stekplant (dahlia, knolbegoma) ko
u er ver-
Sommige
m), an
kopen.
pen
!?n.
"In anrii worden de knollen van dahlia en knol-
S begonia wel in bloempotten gezet en ingegraven in
1 de koude bak of op een beschut plekje in de tuin
1 (beschermen tegen%achtvorst) E,nd mei worden
I de uitgelopen knollen voorzichtig uit de pot ge-
haald en in de bloemvakken uitgeplant Direct na
1 het planten een stok erbij zetten en ze later regel-
matig aanbinden.
Dahlia's
I Verlangen volle zon en een schut t6jSPfhankeUik
al de hoge soorten. De plantafstand is afhankehjk
van de groei. De belangrijkste g P eerste heb-
TUS- en DECORATIEVE D^IAh?:TfhfadIr|n In
ben opgerolde, de tweede vlakke purschakering
beide groepen vinden we een #e k sniibloe-
en vaak zeer grote bloemen. Uitstek 1 border
men, ze kriigen een plaats achter in
1 of beter nofop len Afzonderlijke hoek voor snij-
bloemen.
I POMPONDAHLIA'S. Bloemen kogelvormig, m
hoogte staan deze tussen de vorige en de
groepen in. Heel goede snijbloemen, vooral
hloemstukjes!
5 HALSKRAAGDAHLIA'S. Een rozet ,van l^"e
bloemblaadjes wordt door een grote „kraag om-
gsven, een zeer sprekende bloemvorm
MIGNONDAHLIA'S. Lage groep met vele rijk-
bloeiende vertegenwoordigers, die tot de beste perk-
planten behoren. Geven een langdurige en egale
bloei, vooral als de uitgebloeide bloemen regelmatig
worden weggenomen.
Knolbegonia's
De cultuur komt overeen met die van de dahlia's,
ook deze planten moeten niet voor half mei in de
volle grond worden uitgezet. Op droge gronden moe
ten de knolbegonia's tegen te felle zon worden be
schermd. In vochtige grond verlangen ze voor een
rijke bloei meer zon, al kan men op een lichtbe-
schaduwde plaats wel begonia's kweken. Ze vallen
tussen de andere bloemplanten op door de grote
bloemen en heldere kleuren. Plantafstand 15-20 cm
Gladiolen
Ook onder deze bloemen komen vele kleuren voor,
bijzonder mooi zijn de variëteiten met een afste
kende vlek in de keel van de bloem. Ze zijn ge
schikt om in groepjes van 10-15 tussen de vaste
planten te worden gebruikt: als rand langs het pad
of afzonderlijk gekweekt voor de snij. Omdat de
grote bloemstengels gauw omwaaien, moeten de gla
diolen worden gesteund; door ze aan stokken tf
binden, draad tussen de planten te spannen of c
rijshout tussen te plaatsen.
Plantafstand 10 cm.
Anemonen
De In de zomer bloeiende anemonen (Anemone
de Caen, St. Brigid) worden begin maart uitge
plant op een zonnige plaats. Onder de helderge
kleurde bloemen treffen we enkele en halfgevukh
variëteiten aan.
Plantafstand 10-15 cm.
DAHLIAS
POMPON
CACTUS
HALSKRAAG
HOOGTE
160
MIGNON
decoratief
cactus
halskraag
pompon
mignon
decoratieve
DAHUA
AFSTAND
5 ***-« .1.0.0. VA JCÖ WUI Ul UUUi Ctn yyjk32 S
*»ii.u.«nuui..ni.,.,,.,i„,„,,„„i,......,...mra.m.iUM.nMHUUU.HBiHnmin..n.nnnnnnnni.dmiinni.ini.inmnui.um.mimnnn.....u..i.idnn.i..Mm..n..i.duuUnUi
WAV
i'u'iMi'iV
In een prachtig vergulde kooi woonde
een geel vogeltje, dat Geeltje Kana
rie heette. Hy had een licht en vro
lijk stemmetje en als hij aan het
zingen was, hielden de mensen hun
mond. De mensen hielden var Geeltje
Kanarie. Daarom hadden ze hem zo'n
mooie kooi gegeven. Daarom kreeg hij
iedere dag lekkere zaadjes om te eten
en fris water om te drinken.
Maar Geeltje Kanarie keek naar bui
ten, waar de hoge pereboom stond. Hij
zag in de verte de kerktoren met het
gouden haantje erop. En hij dacht: wat
moet het heerlijk zbn in de wijde wereld
waar de pereboom al zo groen is en het
haantje van de kerktoren van zuiver
goud. Kon ik toch maar weg uit mijn
kooitje. Kon ik toch maar de wijde we
reld in.
En op een morgen, toen het raam
wyd-open stond, morrelde Geeltje Kana
rie net zolang met zijn snavel aan het
deurtje tot het plotseling openwlpte.
Toen vloog Geeltje Kanarie zijn vergul
de kooitje uit en h(j voelde zich heel
blij, want de wijde wereld lag voor hem
open.
In de pereboom zat juffrouw Merel
Hallo, zei Geeltje Kanarie uitgelaten
Maar juffrouw Merel zei: ben jij niet dat
vogeltje, dat altijd in dat vergulde kooi
tje bij de mensen zat? Zeg eens vriend
je, mag jij zomaar naar buiten vliegen?
Weten de mensen daar van?
O ja, ik heb mijn vrije zaterdag van
daag, zei Geeltje Kanarie, want daar
had hij bij dé mensen de laatste tijd nog
al eens over horen praten.
Waar moet het naar toe, als zelfs de
gele vogeltjes een vrije zaterdag gaan
houden? zei juffrouw Merel. En ze vloog
kop-schuddend weg. Daardoor zag ze
niet, dat er wat vreemds gebeurde met
het gele vogeltje. Het had voor het eerst
van zijn leven gejokt en van schaamte
kreeg het een vuurrode kleur. Nu was
Geeltje Kanarie plotseling een rood vo
geltje geworden.
Maar beneden, onder aan de pere
boom, kwam een grote, grijze kat aan
geslopen. Hij had Geeltje Kanarie daar
zien zitten en hij dacht: zulke wonder
lijke vogeltjes vang ik niet alle dagen.
Daarom sloop hij op zijn zachte pootjes
dichter en dichterby. Toen nam hij een
grote sprong en kwam op een laaghan
gende tak van de pereooom terecht.
Vlakbij Geeltje Kanarie met zijn rode
kleur. Wat schrok GeeRje Kanarie. Het
scherpe klauwtje van de kat was al vlak
bij hem, toen hij nog nèt op tijd zijn
vleugeltjes uit kon spreiden en wegvlie
gen. Roets, roets... en van schrik werd
Geeltje Kanarie toen helemaal bleek.
Een wit Geeltje Kanarie streek even la
ter op de dakgoot neer. Maar gelukkig,
daar kon de kat hem toch niet pakken.
Nu ben ik dus eindelijk in de wjjde we
reld waarvan ik al zolang gedroomd heb,
zei Geeltje Kanarie in zichzelf. Ik voel
me nog wel wat witjes van de schrik,
maar dat zal wel overgaan. En kijk
eens op dat balconnetje daar! Een klein
meisje is daar broodkruimeltjes aan het
strooien. Eerlijk gezegd heb ik best trek.
Ik heb mijn bakje met zaadjes vanmor
gen gemist.
Geeltje Kanarie, die nog steeds een
wit vogeltje was, vloog naar het balcon
netje. Maar jammer genoeg was Geel
tje niet de enige, die het meisje met de
broodkruimels had gezien. Plotseling
kwamen er van alle kanten mussen aan
gevlogen. Scheer je weg jij! riepen ze
boos tegen Geeltje Kanarie. Die krui
mels zyn voor ons en niet voor vogel
tjes als jij, die in vergulde kooitjes
thuishoren.
Ze pikten naar Geeltje Kanarie met
hun scherpe snaveltjes. Ze sloegen met
hun vleugels. En Geeltje Kanarie riep:
dat is gemeen, met jullie allen tegen
mij. Je hebt hier niets te maken,
schreeuwden de mussen brutaal. En ze
prikten en sloegen nog veel harder.
'Toen moest Geeltje Kanarie wel weg
vliegen. Maar boos als hij was, bóós!
Paars van boosheid was Geeltje Kana
rie geworden. Zulke lelijke mussen, mop
perde hij, om zó met hun allen tegen
mij te keer te gaan.
Paars Geeltje Kanarie vloog verder
over de wijde wereld. Hij zag mooie
bloemen in de parken. Hij zag hoge hui
zen. En hij zag ook drukke straten met
allemaal auto's erin. Daar was Geeltje
Kanarie een beetje bang van. Ze maak
ten zoveel'stof en zoveel herrie. Maar
hoe later het werd, hoe meer honger
Geeltje Kanarie kreeg. Hij moest telkens
aan zijn volle bakje met zaadjes denken.
U, o, en dan liep het water uit zyn bek
je.
Groen van de honger werd Geeltje Ka
narie op het laatst. Helemaal groen.
Maar hy durfde nergens wat eten weg
te pikken, want overal waren brutale
mussen, die hem boos aankeken.
Toen vloog Geeltje Kanarie naar de
kerktoren, waar het gouden haantje
stond. Mag ik bij jou komen wonen?
vroeg Geeltje Kanarie.
Gerust, zei hel gouden torenhaantje.
Het is hier gezellig. Je hebt een prach
tig uitzicht over de stad. Wat ik vanaf
myn plaatsje allemaal al gezien heb!
Ik zou er een boek over vol kunnen
schrijven.
Jaja, knikte Geeltje Kanarie, die nog
altijd groen van de honger zag. Maar
heb je soms iets te eten voor my?
Eten? zei het gouden haantje. Gou
den haantjes eten niet. Dat hebbén wij
niet nodig.
O, zei Geeltje Kanarie en de koude
noordenwind blies door zijn veertjes. Het
is hier op de kerktoren wel frisjes, zei
geen last van, zei het gouden haantje.
Maar ik ben helemaal blauw van de
kou geworden, riep Geeltje Kanarie toen.
Wat is dat voor esp wijde wereld?
Waar de kat op me loert, waar de mus
sen me wegjagen, waar geen eten voor
me is en waar ik blauw word van de
kou?
Ben je vandaag soms ook rood ge
weest? vroeg het torenhaantje.
Ja, zei Geeltje Kanarie heel zachtjes.
Omdat ik gejokt had tegen juffrouw Me
rel.
Toen draalde het torenhaantje driemaal
In het rond en zei: ga terug naar huis,
naar je vergulde kooitje b(j het raam,
waar Ik je altfjd heb zien zitten. In de
wijde wereld is het niets voor jou ge
daan.
Heb je me heus gezien? vroeg Geeltje
Kanarie. Ik jou ook. Wil je niet eens
naar me zwaaien als ik weer thuis ben?
Als je me belooft nu regelrecht naar
huis te gaan, zei het torenhaantje.
En dat deed Geeltje Kanarie dan ook.
Het vloog door het raam, dat nog al-
tfjd openstond, naar binnen, roetste zfjn
kooi in en trok het deurtje achter zich
dicht. Toen dronk het al zfjn water op
en at het zyn bakje met zaadjes hele
maal leeg. En het zag er niets van,
dat het gouden torenhaantje de hele tijd
maar met zijn pootje stond te wuiven.
Voorlopig had Geeltje Kanarie geen
tijd om daarnaar te kijken.
Hij keek pas, toen hij weer een gewoon
geel vogeltje geworden was. Maar toen
had het gouden torenhaantje zich juist
omgekeerd.
Maar nooit meer is Geeltje Kanarie
de wijde wereld in gegaan. Zelfs niet om
aan het gouden torenhaantje te vertel
len, dat hij onderhand toch wel 'ns even
naar hem zwaaien mocht!
LEA SMULDERS
Uiillllllltlllllllllllllllll'IIIIIIIIIIX'BIIIIIIIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIBKIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Deze twee Marokkaantjes zijn tijdelijk ondergebracht in een onderkomen in de
omgeving van de zwaar getroffen stad Agadir.
Marokkaanse regering, in overleg met
de Marokkaanse Jeugdorganisaties, op
roepen uit aan de jeugd over de gehe
le wereld, met het verzoek om, teza
men met de Marokkaanse jeugd, de
grote taak, de opbouw van de stad ter
hand te nemen, waarmede in de zomer
van 1060 een aanvang werd gemaakt.
Jonge vrijwilligers uit alle landen zul
len worden uitgenodigd, om samen een
jeugdstad te bouwen, waar een solide,
tijdelijk verblijf voor de daklozen zal
komen, die nu nog opeengepakt in ten
ten hun enige tenuis wonen.
Als aanvulling op het grote werk
kamp in „AGADIR'', zullen er nu een
aantal ploegen van vrijwilligers in de
zes naburige, verwoeste dorpjes gaan
werken. Jonge mensen, uit vele landen,
zullen helpen om leder dorp van nieu
we huizen, een school, een gezondheids
centrum en andere benodigdheden te
voorzien.
Alle inlichtingen verschaft het „Unes-
co-centrum-Neoerland". OranjNas-
saulaan 8, Amsterdam.
Op 13 maart I960 werden door een ver
schrikkelijke aardbeving de Marok
kaanse stad „AGADIR" en zes omlig
gende dorpen verwoest. Dit natuurge-
weid, dat de gehele wereld door zijn
onverhoedse verwoesting in beroering
bracht, kostte niet alleen duizenden
mensenlevens, maar liet ook een even
groot aantal daklozen achter. De Ma
rokkaanse regering deed een beroep
op de mensheid zich met moed en ver
trouwen tegen deze uitdaging te weer
te stellen, onmiddellijk werd aan deze
oproep gehoor gegeven.
Vele regeringen en een onnoemelijk
aantal organisaties kwamen het Ma
rokkaanse volk te hulp. Men begreep,
dat het niet voldoende Is alleen won
den te helen, maar dat er naar ge
streefd moest worden, een nieuwe stad
„AGADIR" te bouwen, mooier en le
vendiger dan de verwoeste stad. De
opbouw van AGADIR is geen gemak
kelijke taak en het heeft daarom de
steun nodig van ieder mens, ongeacht
zijn nationaliteit. Daarom stuurde de
In de serie albums met beeldzegels,
die het Amsterdams Schrift-museum
in samenwerking met het Unesco
Centrum Nederland doet uitkomen met
het doel de belangstelling voor ons
land te stimuleren en bij te dragen tot
de bevordering van de internationale
samenwerking is thans een nieuw al
bum verschenen.
Deze uitgave bevat 86 beeldzegels
van de voornaamste bezienswaardighe
den van Amersfoort, Apeldoorn, Deven
ter, Dordrecht, Eindhoven, Den Helder,
Leiden en Marken, en tevens 42 af
beeldingen van Nederlands Nieuw-Gui-
nea.
Bij elk der beelden is een toelichten
de tekst in het Nederlands en Engels
afgedrukt.
Het enige jaren geleden uitgekomen
eerste album bevat 88 beeldzegels van
karakteristieke punten in Amsterdam
en in de elf provinciale hoofdsteden,
voorts 18 afbeeldingen van Suriname
en 24 van de Nederlandse Antillen.
iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiii
Baskische volkstypen
Eskual-Herri „het land, waar men
Baskisch spreekt". Zo noemt de Bask
zijn geboortegrond, die hy een liefde
toedraagt die slechts is te vergelijken
met de hartstocht waarmee de Corsi-
caan zijn eiland bemint. Er zouden trou
wens wel meer vergelijkingen zijn te
trekken tussen Basken en Corsicanen.
Beiden bewonen een gebied, dat in ve
le opzichten afwijkt van de rest van
Frankrijk en beiden spreken een eigen
taal, zij het dan dat het Corsicaans met
een beetje goede wil en wat oefening
nog wel valt te begrijpen, terwijl het
hij bibberend.
D
aar hebben gouden torenhaantjes
Grijsje is de (jdelste poes van het
Katerstraatje in Miermeledam. Als al
le poezen hun mandje al hebben opge
zocht zit Grysje nog voor haar spiegel
en wrijft haar snorharen schoon en
poetst haar tandjes met echte tandpas.
tel
Nu loopt Grijsje deftig door het Ka
terstraatje op en neer. Alle andere poe
zen lachen-en ondertussen denkt Grys
je hoe ze er nog deftiger uit kan zien.
Ze zou een zwarte poes willen zyn
maar ja ze was nu eenmaal grijs en
niet zwart. Ze zuchtte en vergat bijna
haar deftigheid.
Opeens bedacht Grysje dat ze de
hoed van „vrouwtje" die ze gisteren
nieuw had gekocht wel eens op kon
zetten.
Vlug ging Grijsje naar huis en zette
de hoed op haar kopje en ging naar
buiten maar o wee, de eerste poes die
ze tegen kwam begon zo hard te la
chen, zo hard te lachen, dat Grijsje
er van schrok.
Ze wou gauw doorlopen maar daai
kwamen nog mee - poezen aangelopen en
stonden in een kring om haar heen.
O, Grijsje, wat een rare hoed, o, wat
gek klonk het van alle kanten. De tra
nen drongen Grysje uit haar ogen,
maar moedig zei ze: „Bemoei je daar
niet mee". Het huilen stond haar na
der dan het lachen.
Grysje holde de grote weg op, hoe
wel het vrouwtje het haar verboden
had. Ze liet alle poezen lachend ach
ter.
Maar Grysje holde zo hard dat hot
mooie hoedje van haar kopje waaide
en het rolde pardoes in het slootje
langs de weg.
Arme Grijsje. Het hoedje dreef mid
den in het slootje. Daar kwamen de
andere poezen aan lopen. Grysje duw
de van schaamte haar kopje tussen
haar pootjes en huilde dikke poezen-
tranen. De andere poezen kregen me
delijden en haalden het hoedje uit de
sloot en droogden het in de zon. Geluk
kig was het niet kapot.
En Grijsje? Grijsje beloofde nóóit
meer zo deftig te doen!
LOES V.D. WIJNGAARD (11 jaar).
SCHIEDAM
Baskisch voor niet-Basken een welis
waar welluidende, maar volkomen
onverstaanbare taal is. Eeuwenlang
heeft men gemeend, dat deze taal on
mogelijk door een buitenstaander kon
worden geleerd en dat men met een
Baskisch spreken, hoewel hun wieg el-
de lange, moeilijke woorden te kunnen
uitspreken, maar dit blijkt toch niet he
lemaal waar te zijn daar er enkele
taalgeleerden bestaan, die vloeiend
Baskisch spreken, howel hun wieg el
ders stond. Zelfs deze wetenschapsmen
sen echter zeggen, dat het Baskisch
een van de moeilijkste talen ter we
reld is, een taal bovendien die los staat
van alle andere en derhalve geen en
kel houvast biedt. Dit wetende klinkt,
de oude legende, die verhaalt hoe eens,
in een heel ver verleden, de duivel
zich in het riviertje de Nive stortte,
wanhopig omdat hij geen Baskisch ver
stond, met eens meer zo onwaarschijn
lijk.
Veel is er reeds geschreven over de
Basken, een volk waarvan de origine
zich verliest in de nacht der tijden.
Vruchteloos heeft men getracht ze te
voorzien van een achtergrond. Zij zou
den uit Japan stammen beweren som
mige geleerden, maar anderen weer
proberen te bewijzen dat Hongarije hun
stamland was, terwijl er zelfs wordt
gezegd, dat zfj veel overeenkomst ver
tonen met het ras der Indianen. De
Basken zelf maken zich niet druk om
al deze veronderstellingen. Zij zijn er
heilig van overtuigd het oudste volk
van Europa te zijn en dat is ze vol
doende, zo lezen wij in „France", uit
gave van het Frans verkeersbureau
te 's-Gravenhage.
Ze zijn landbouwers, die met noeste
vlijt hun akkers bewerken, bijgestaan
door geduldige blonde ossen, waarvan
de horens verdwijnen onder een
schaapsvacht, of herders, die om hun
buitengewone kwaliteiten zeer gezocht
zijn in Noord-Amerika (jaarlijks ver
trekken honderden Baskische herders
naar Amerika. Velen maken ginds for
tuin en keren na jaren weer terug naar
hun geboortegrond, waar ze een huis
laten bouwen, dat zoals gebruikelijk na
hun dood aan de oudste zoon of doch
ter komt) of vissers, die met heimwee
terugdenken aan de tijd toen hun voor
vaderen op walvissen jaagden, die toen
vlak onder de Baskische kust voorkwa
men. Wanneer ze geen van deze be
roepen uitoefenen zijn het kleine hand
werkslieden, die leren wijnzakken
vervaardigen of attributen voor de tra
ditionele Baskische balsport of stevige
sandalen met touwzolen, maar nimmer
baretten, want hoewel de Bask ondenk
baar is zonder dit hoofddeksel worden
deze niet in de streek zelf gemaakt,
doch ingevoerd uit andere delen van
Frankrijk. Het is een taai volk met
een beslist meer dan middelmatig uit
houdingsvermogen.
Van zijn geloof getuigen de kerkjes,
simpel en blank, waar meer missen
worden opgedragen dan in vele grote
kathedralen. Ze vormen het hart van
de verstilde dorpjes met hun tintelend-
witte huizen, gedekt door helrode pan
nendaken. Soms hangen strengen pe
pers langs de muren, waartegen ze
vreemd hel afsteken. De luiken zijn ge
schilderd in frisse kleuren en op het
kleinste lapje grond staan bloemen.
Ja, het is een goed land, dat Basken
land, vrolijk, doch niet uitbundig even
als zijn inwoners. Er Valt voor een toe
rist veel te genieten. Daar is de kust
met blonde, wijde stranden en een fel
le oceaan, die vaker van kleur wisselt
dan een kameleon en die nog altijd
moeite schijnt te doen de grillige rots
blokken te verjagen, die zich hier en
daar hebben opgestapeld in de branding
en op het strand. Daar is een plaats
als Biarritz, mondain en luxueus met
bloemenomzoomde boulevards, bruisen
de galafeesten en weelderige villa's,
maar ook een schilderachtig dorpje
Ciboure, waar kleurige visserbootjes
op en neer deinen in het haventje,
Bayonne met zijn Baskisch museum
en zijn vestingwallen en Hendaye,
waar lieden die zich dit kunnen veroor
loven hun winterresidentie hebben. Dat
men echter vooral het achterland niet
vergete, waar dorpjes met ingewikkel
de namen, snelstromende beekjes met
zilverglanzende forellen, ronde heuvels
en bergpieken elkaar afwisselen.
Boerenhoeve in het Baskenland.