Eichmann schenkt weinig voldoening aan biografen Beeld van tamelijk kleurloos ambtenaar vormt anticlimax ■M I tuinier met meer plezier I GEELTJE KANARIE GAA T -DE WIJDE WERELD IN- BASKENLAND LITERAIRE EENDAGSVLIEGEN 1 B AG ADI R De vergulde kooi springt open GRIJSJE, het ijdeltuitje VRIJDAG 7 APRIL 1961 PAGINA 19 "TV j u het begin van het proces- \j Eichmann met zulke rasse schreden nadert, staat ieder, die zich tevoren enigszins wil oriënteren, voor een moeilijke keuze. In de etalages van de boek winkels verdringen elkaar op het ogenblik de werkjes van allerlei auteurs, die een onbeperkt ver trouwen stellen in de sensatie zucht van het publiek. Zij en hun uitgevers met hen gaan er van uit, dat het komende proces tegen de Joden ver volger Adolf Eichmann de belangstelling wekt van massa's mensen, die tevoren nooit de moeite hebben genomen een enigszins solide boek over de gruweldaden van de nazi's open *e slaan. Wat Reitlinger en Po- lakov b.v. hebben geschreven °Ver de „Endlösung der Juden- rage", veronderstellen zij onbe kend. 2elf nemen zij er naar har- Jelust uit over, vooral natuurlijk het materiaal, dat rechtstreeks betrekking heeft op de chef van afdeling IV B 4 van het Reichs- sicherheitshauptamt R.S.H. A. (Door B. J. Galjaard, tuinarchitect B.N.T.) S geven, een zeer sprekende bloemvorm. ffl Nieuwe Beeldzegels Dr. Gerhard von Preuschen, een West- duitse jurist uit Wiesbaden, zal tijdens het proces-Eichmann in Jeruzalem op treden als officieel waarnemer van de regering in Bonn. Aan dit materiaal voegen z|j de fi i?arse ^zonderheden toe, die na fcichmans gevangenneming bekend IJjn geworden over zijn doen en laten na de oorlog. Er wordt van de auteurs al heel wat (al dan niet intelligent) „guensswork" gevergd, voordat dit alles tot een aanvaardbaar geheel wordt. De meeste auteurs zullen daarna de teleurstelling van hun leven hebben be leefd. Adolf Eichmann wordt beschul digd van moord zjj het gepleegd in vereniging met anderen op enkele miljoenen mensen. En alles wat zijn gelegenheidsbiografen kunnen oproe pen, dat is het beeld van een tame lijk kleurloze man, een haast naamloze bureaucraat. Misschien is dit juist wel het meest fascinerende en griezelige aspect van de volkerenmoord der nationaal-socia- listen: dat hij is uitgevoerd onder lei ding van mannen, die zelf geen bloed konden zien of die tranen van ontroe ring schreiden onder de Kerstboom. Maar vele auteurs hebben dit resul taat te subtiel geacht voor hun lezers en dramatisch gesproken een te mager resultaat van al hun zwoegen. Van daar, dat we overal de neiging bespeu ren Eichmann allerlei kwaadaardige ei genschappen toe te dichten, die hy in werkelijkheid nooit heeft bezeten. Van de drie in het Nederlands ver taalde boeken, die hier aan de orde zyn (1), heeft dat van Moshe Pearlman die neiging het minst. De vroegere persattaché van Ben Goe- rion heeft zich gehouden aan de reeds eerder gepubliceerde feiten over Eich mann en hy heeft geen mislukte poging tot karakterbeschrijving gedaan. De voornaamste waarde van dit boek ligt in de zeer gedetailleerde beschrij ving van de wijze, waarop Eichmann in Argentinië is opgespoord en gevan gen genomen. Zo gedetailleerd is die be schrijving, dat er boze vragen over zijn gesteld in de Knesseth, het Israëlische parlement. Maar de zwakke plek in het boek is, dat het alle aanwijzingen weglaat, die tot de conclusie zouden kunnen leiden, dat de Israëlische regering méér be moeienis met de ontvoering van Eich mann heeft gehad dan zy officieel wil toegeven. Zo is er wel telkens sprake van ,,het vliegtuig", waarmee de ge vangene naar Lydda is overgebracht. Maar Pearlman vermijdt zorgvuldig de vermelding, dat het een Bristol Bri tannia was van de El Al, die eerst mi nister Abba Eban als officieel afgevaar digde naar de Argentijnse onafhanke lijkheidsfeesten te Buenos Aires had af gezet. Charles Wighton is het andere uiter ste. Hij neemt jegens Israël het tegen deel van égards in acht. Op uiterst bit se wijze deelt hij op een gegeven ogen blik mee, dat Eichmann naar zijn me ning al vele jaren eerder gearresteerd had kunnen worden door de Britse ge heime dienst, „indien er minder Engel se officieren van de geheime dienst no dig waren geweest voor het verhinde ren van de clandestiene en soms terro ristische activiteiten van de verschillen de Joodse groeperingen in Belsen en elders in Duitsland en Oostenrijk". Als men beseft, dat deze „clandestiene en soms terroristische activiteiten" wa ren gericht op het ontduiken van het Britse verbod van Joodse immigratie in Palestina, dan lijkt dit een nogal onbeschaamde uitlating. Wighton is ook sterk in het opptjpen van Eichmanns particuliere zwakheden: wijntje en trijntje. Het worden alle maal „orgieën". u-- Maar in dit opzicht haalt hu met dij Quentin Reynolds, die het materiaal van twee Israëlische journalisten, Ephraaim Katz en Zwy Aldouby, heeft bewerkt. In „Gezant des doods wor den herhaaldelijk pogingen gedaan aan te tonen, dat Eichmann niet alleen de Jodenvervolging heeft georganiseerd Dr. Gabriel Bach, die voor de oorlog enige tijd in Nederland heeft gewoond, is aangewezen als plaatsvervanger van de openbare aanklager in het proces- Eichmann, dr. Gideon Hauser. en geadministreerd, maar dat hij ook persoonlijk Joods bloed heeft vergoten. Bij dit soort pogingen overschrijdt men licht de grenzen van fiction en non- fiction. Dat is bij Quentin Reynolds stellig een paar keer gebeurd. Een an der bezwaar tegen zijn boek is, dat het zo verward is gecomponeerd. Men zou het het liefst in stukken knippen en opnieuw monteren. Maar dat neemt niet weg, dat zijn boek heel veel interessante me dedelingen bevat. Zijn beide materi aal-leveranciers hebben kennis ge nomen van de mémoires van Eich mann, zoals de voormalige Nederlan der en oud SS-man Wim Sassen die aan het tijdschrift „Life" heeft ver kocht. Zij delen merkwaardige din gen mee over contacten, die Eich mann in de de jaren dertig moet heb ben onderhouden met een vertegen woordiger van de Haganah in Pales tina. De boeken over Eichmann hebben diverse trekjes gemeen. Zij zijn in haast en daardoor slecht ver taald. Alle drie vermelden zy, dat Eichmann door bemiddeling van officiële katholieke zijde kans heeft ge zien via Italië naar Argentinië uit te wijken. De bron van dit verhaal schynt Simon Wiesenthal te zijn, een Israë lisch ingenieur, die al in een heel vroeg stadium heeft deelgenomen aan de jacht op Eichmann. Dat Eichmann een Vaticaans paspoort zou hebben ont vangen, is van bevoegde zijde tegenge sproken. Maar de mogelijkheid bluft be staan, dat hij, onder een andere naam en zonder herkend te worden, heeft ge profiteerd van bepaalde diensten, die katholieke organisaties hebben bewe zen aan vluchtelingen uit Midden- en Oost-Europa. Misschien, dat tijdens het proces opheldering wordt gegeven over deze kwestie. Misschien, dat dan ook andere punten, waarover thans one nigheid bestaat, aan de orde komen, zoals de verhouding tussen Eichmann en de Moefti van Jerusalem. Want die verdienste hebben deze literaire ééndagsvliegen dan toch, dat zij de lezer attent maken op de inte ressante punten, die straks in het pro ces aan de orde komen. H.J.N. (1) Moshe Pearlman, „Eichmann, 6.000.000 doden vragen gerechtigheid" (Scheltens Giltay H. J. W. Becht, Amsterdam). Charles Wighton, „Eichmann, sym bool van een regime" (Prisma-pocket). Quentin Reynolds, Adolf Eichmann, Gezant des Doods" (Hollandia-poc- ket 2-3). niiiiiiiiiiiiiiuiii,,,,,,,,,,,,mi"immuun mm ZOMERBOII FM direct Stok plaatsen begonia opgepotte knollen in de tak anemoon dahlia i PLANTEN gladiool PLANTDIEPTE gesproten plan- j? ten In mei iUB» uitzetten WORKIEMEN ANEMOON KNOL- BEGONIAS rijshout crmu VOOR GLADIOLEN GLADIOLEN Zomerbollen Een kleurrijke aanvulling van de tuinbeplanting ■ormen de bol- en knolgewassen, die in de zomer UilUCU KohnnHolina K.u, vormen de dui- cu o--- in de zomer bloeTen Bij een goede behandeling hebt schillende iaren achtereen plezier van. somi soorten kan men als anemoon), dere ook als stekplant (dahlia, knolbegoma) ko u er ver- Sommige m), an kopen. pen !?n. "In anrii worden de knollen van dahlia en knol- S begonia wel in bloempotten gezet en ingegraven in 1 de koude bak of op een beschut plekje in de tuin 1 (beschermen tegen%achtvorst) E,nd mei worden I de uitgelopen knollen voorzichtig uit de pot ge- haald en in de bloemvakken uitgeplant Direct na 1 het planten een stok erbij zetten en ze later regel- matig aanbinden. Dahlia's I Verlangen volle zon en een schut t6jSPfhankeUik al de hoge soorten. De plantafstand is afhankehjk van de groei. De belangrijkste g P eerste heb- TUS- en DECORATIEVE D^IAh?:TfhfadIr|n In ben opgerolde, de tweede vlakke purschakering beide groepen vinden we een #e k sniibloe- en vaak zeer grote bloemen. Uitstek 1 border men, ze kriigen een plaats achter in 1 of beter nofop len Afzonderlijke hoek voor snij- bloemen. I POMPONDAHLIA'S. Bloemen kogelvormig, m hoogte staan deze tussen de vorige en de groepen in. Heel goede snijbloemen, vooral hloemstukjes! 5 HALSKRAAGDAHLIA'S. Een rozet ,van l^"e bloemblaadjes wordt door een grote „kraag om- gsven, een zeer sprekende bloemvorm MIGNONDAHLIA'S. Lage groep met vele rijk- bloeiende vertegenwoordigers, die tot de beste perk- planten behoren. Geven een langdurige en egale bloei, vooral als de uitgebloeide bloemen regelmatig worden weggenomen. Knolbegonia's De cultuur komt overeen met die van de dahlia's, ook deze planten moeten niet voor half mei in de volle grond worden uitgezet. Op droge gronden moe ten de knolbegonia's tegen te felle zon worden be schermd. In vochtige grond verlangen ze voor een rijke bloei meer zon, al kan men op een lichtbe- schaduwde plaats wel begonia's kweken. Ze vallen tussen de andere bloemplanten op door de grote bloemen en heldere kleuren. Plantafstand 15-20 cm Gladiolen Ook onder deze bloemen komen vele kleuren voor, bijzonder mooi zijn de variëteiten met een afste kende vlek in de keel van de bloem. Ze zijn ge schikt om in groepjes van 10-15 tussen de vaste planten te worden gebruikt: als rand langs het pad of afzonderlijk gekweekt voor de snij. Omdat de grote bloemstengels gauw omwaaien, moeten de gla diolen worden gesteund; door ze aan stokken tf binden, draad tussen de planten te spannen of c rijshout tussen te plaatsen. Plantafstand 10 cm. Anemonen De In de zomer bloeiende anemonen (Anemone de Caen, St. Brigid) worden begin maart uitge plant op een zonnige plaats. Onder de helderge kleurde bloemen treffen we enkele en halfgevukh variëteiten aan. Plantafstand 10-15 cm. DAHLIAS POMPON CACTUS HALSKRAAG HOOGTE 160 MIGNON decoratief cactus halskraag pompon mignon decoratieve DAHUA AFSTAND 5 ***-« .1.0.0. VA JCÖ WUI Ul UUUi Ctn yyjk32 S *»ii.u.«nuui..ni.,.,,.,i„,„,,„„i,......,...mra.m.iUM.nMHUUU.HBiHnmin..n.nnnnnnnni.dmiinni.ini.inmnui.um.mimnnn.....u..i.idnn.i..Mm..n..i.duuUnUi WAV i'u'iMi'iV In een prachtig vergulde kooi woonde een geel vogeltje, dat Geeltje Kana rie heette. Hy had een licht en vro lijk stemmetje en als hij aan het zingen was, hielden de mensen hun mond. De mensen hielden var Geeltje Kanarie. Daarom hadden ze hem zo'n mooie kooi gegeven. Daarom kreeg hij iedere dag lekkere zaadjes om te eten en fris water om te drinken. Maar Geeltje Kanarie keek naar bui ten, waar de hoge pereboom stond. Hij zag in de verte de kerktoren met het gouden haantje erop. En hij dacht: wat moet het heerlijk zbn in de wijde wereld waar de pereboom al zo groen is en het haantje van de kerktoren van zuiver goud. Kon ik toch maar weg uit mijn kooitje. Kon ik toch maar de wijde we reld in. En op een morgen, toen het raam wyd-open stond, morrelde Geeltje Kana rie net zolang met zijn snavel aan het deurtje tot het plotseling openwlpte. Toen vloog Geeltje Kanarie zijn vergul de kooitje uit en h(j voelde zich heel blij, want de wijde wereld lag voor hem open. In de pereboom zat juffrouw Merel Hallo, zei Geeltje Kanarie uitgelaten Maar juffrouw Merel zei: ben jij niet dat vogeltje, dat altijd in dat vergulde kooi tje bij de mensen zat? Zeg eens vriend je, mag jij zomaar naar buiten vliegen? Weten de mensen daar van? O ja, ik heb mijn vrije zaterdag van daag, zei Geeltje Kanarie, want daar had hij bij dé mensen de laatste tijd nog al eens over horen praten. Waar moet het naar toe, als zelfs de gele vogeltjes een vrije zaterdag gaan houden? zei juffrouw Merel. En ze vloog kop-schuddend weg. Daardoor zag ze niet, dat er wat vreemds gebeurde met het gele vogeltje. Het had voor het eerst van zijn leven gejokt en van schaamte kreeg het een vuurrode kleur. Nu was Geeltje Kanarie plotseling een rood vo geltje geworden. Maar beneden, onder aan de pere boom, kwam een grote, grijze kat aan geslopen. Hij had Geeltje Kanarie daar zien zitten en hij dacht: zulke wonder lijke vogeltjes vang ik niet alle dagen. Daarom sloop hij op zijn zachte pootjes dichter en dichterby. Toen nam hij een grote sprong en kwam op een laaghan gende tak van de pereooom terecht. Vlakbij Geeltje Kanarie met zijn rode kleur. Wat schrok GeeRje Kanarie. Het scherpe klauwtje van de kat was al vlak bij hem, toen hij nog nèt op tijd zijn vleugeltjes uit kon spreiden en wegvlie gen. Roets, roets... en van schrik werd Geeltje Kanarie toen helemaal bleek. Een wit Geeltje Kanarie streek even la ter op de dakgoot neer. Maar gelukkig, daar kon de kat hem toch niet pakken. Nu ben ik dus eindelijk in de wjjde we reld waarvan ik al zolang gedroomd heb, zei Geeltje Kanarie in zichzelf. Ik voel me nog wel wat witjes van de schrik, maar dat zal wel overgaan. En kijk eens op dat balconnetje daar! Een klein meisje is daar broodkruimeltjes aan het strooien. Eerlijk gezegd heb ik best trek. Ik heb mijn bakje met zaadjes vanmor gen gemist. Geeltje Kanarie, die nog steeds een wit vogeltje was, vloog naar het balcon netje. Maar jammer genoeg was Geel tje niet de enige, die het meisje met de broodkruimels had gezien. Plotseling kwamen er van alle kanten mussen aan gevlogen. Scheer je weg jij! riepen ze boos tegen Geeltje Kanarie. Die krui mels zyn voor ons en niet voor vogel tjes als jij, die in vergulde kooitjes thuishoren. Ze pikten naar Geeltje Kanarie met hun scherpe snaveltjes. Ze sloegen met hun vleugels. En Geeltje Kanarie riep: dat is gemeen, met jullie allen tegen mij. Je hebt hier niets te maken, schreeuwden de mussen brutaal. En ze prikten en sloegen nog veel harder. 'Toen moest Geeltje Kanarie wel weg vliegen. Maar boos als hij was, bóós! Paars van boosheid was Geeltje Kana rie geworden. Zulke lelijke mussen, mop perde hij, om zó met hun allen tegen mij te keer te gaan. Paars Geeltje Kanarie vloog verder over de wijde wereld. Hij zag mooie bloemen in de parken. Hij zag hoge hui zen. En hij zag ook drukke straten met allemaal auto's erin. Daar was Geeltje Kanarie een beetje bang van. Ze maak ten zoveel'stof en zoveel herrie. Maar hoe later het werd, hoe meer honger Geeltje Kanarie kreeg. Hij moest telkens aan zijn volle bakje met zaadjes denken. U, o, en dan liep het water uit zyn bek je. Groen van de honger werd Geeltje Ka narie op het laatst. Helemaal groen. Maar hy durfde nergens wat eten weg te pikken, want overal waren brutale mussen, die hem boos aankeken. Toen vloog Geeltje Kanarie naar de kerktoren, waar het gouden haantje stond. Mag ik bij jou komen wonen? vroeg Geeltje Kanarie. Gerust, zei hel gouden torenhaantje. Het is hier gezellig. Je hebt een prach tig uitzicht over de stad. Wat ik vanaf myn plaatsje allemaal al gezien heb! Ik zou er een boek over vol kunnen schrijven. Jaja, knikte Geeltje Kanarie, die nog altijd groen van de honger zag. Maar heb je soms iets te eten voor my? Eten? zei het gouden haantje. Gou den haantjes eten niet. Dat hebbén wij niet nodig. O, zei Geeltje Kanarie en de koude noordenwind blies door zijn veertjes. Het is hier op de kerktoren wel frisjes, zei geen last van, zei het gouden haantje. Maar ik ben helemaal blauw van de kou geworden, riep Geeltje Kanarie toen. Wat is dat voor esp wijde wereld? Waar de kat op me loert, waar de mus sen me wegjagen, waar geen eten voor me is en waar ik blauw word van de kou? Ben je vandaag soms ook rood ge weest? vroeg het torenhaantje. Ja, zei Geeltje Kanarie heel zachtjes. Omdat ik gejokt had tegen juffrouw Me rel. Toen draalde het torenhaantje driemaal In het rond en zei: ga terug naar huis, naar je vergulde kooitje b(j het raam, waar Ik je altfjd heb zien zitten. In de wijde wereld is het niets voor jou ge daan. Heb je me heus gezien? vroeg Geeltje Kanarie. Ik jou ook. Wil je niet eens naar me zwaaien als ik weer thuis ben? Als je me belooft nu regelrecht naar huis te gaan, zei het torenhaantje. En dat deed Geeltje Kanarie dan ook. Het vloog door het raam, dat nog al- tfjd openstond, naar binnen, roetste zfjn kooi in en trok het deurtje achter zich dicht. Toen dronk het al zfjn water op en at het zyn bakje met zaadjes hele maal leeg. En het zag er niets van, dat het gouden torenhaantje de hele tijd maar met zijn pootje stond te wuiven. Voorlopig had Geeltje Kanarie geen tijd om daarnaar te kijken. Hij keek pas, toen hij weer een gewoon geel vogeltje geworden was. Maar toen had het gouden torenhaantje zich juist omgekeerd. Maar nooit meer is Geeltje Kanarie de wijde wereld in gegaan. Zelfs niet om aan het gouden torenhaantje te vertel len, dat hij onderhand toch wel 'ns even naar hem zwaaien mocht! LEA SMULDERS Uiillllllltlllllllllllllllll'IIIIIIIIIIX'BIIIIIIIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIBKIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Deze twee Marokkaantjes zijn tijdelijk ondergebracht in een onderkomen in de omgeving van de zwaar getroffen stad Agadir. Marokkaanse regering, in overleg met de Marokkaanse Jeugdorganisaties, op roepen uit aan de jeugd over de gehe le wereld, met het verzoek om, teza men met de Marokkaanse jeugd, de grote taak, de opbouw van de stad ter hand te nemen, waarmede in de zomer van 1060 een aanvang werd gemaakt. Jonge vrijwilligers uit alle landen zul len worden uitgenodigd, om samen een jeugdstad te bouwen, waar een solide, tijdelijk verblijf voor de daklozen zal komen, die nu nog opeengepakt in ten ten hun enige tenuis wonen. Als aanvulling op het grote werk kamp in „AGADIR'', zullen er nu een aantal ploegen van vrijwilligers in de zes naburige, verwoeste dorpjes gaan werken. Jonge mensen, uit vele landen, zullen helpen om leder dorp van nieu we huizen, een school, een gezondheids centrum en andere benodigdheden te voorzien. Alle inlichtingen verschaft het „Unes- co-centrum-Neoerland". OranjNas- saulaan 8, Amsterdam. Op 13 maart I960 werden door een ver schrikkelijke aardbeving de Marok kaanse stad „AGADIR" en zes omlig gende dorpen verwoest. Dit natuurge- weid, dat de gehele wereld door zijn onverhoedse verwoesting in beroering bracht, kostte niet alleen duizenden mensenlevens, maar liet ook een even groot aantal daklozen achter. De Ma rokkaanse regering deed een beroep op de mensheid zich met moed en ver trouwen tegen deze uitdaging te weer te stellen, onmiddellijk werd aan deze oproep gehoor gegeven. Vele regeringen en een onnoemelijk aantal organisaties kwamen het Ma rokkaanse volk te hulp. Men begreep, dat het niet voldoende Is alleen won den te helen, maar dat er naar ge streefd moest worden, een nieuwe stad „AGADIR" te bouwen, mooier en le vendiger dan de verwoeste stad. De opbouw van AGADIR is geen gemak kelijke taak en het heeft daarom de steun nodig van ieder mens, ongeacht zijn nationaliteit. Daarom stuurde de In de serie albums met beeldzegels, die het Amsterdams Schrift-museum in samenwerking met het Unesco Centrum Nederland doet uitkomen met het doel de belangstelling voor ons land te stimuleren en bij te dragen tot de bevordering van de internationale samenwerking is thans een nieuw al bum verschenen. Deze uitgave bevat 86 beeldzegels van de voornaamste bezienswaardighe den van Amersfoort, Apeldoorn, Deven ter, Dordrecht, Eindhoven, Den Helder, Leiden en Marken, en tevens 42 af beeldingen van Nederlands Nieuw-Gui- nea. Bij elk der beelden is een toelichten de tekst in het Nederlands en Engels afgedrukt. Het enige jaren geleden uitgekomen eerste album bevat 88 beeldzegels van karakteristieke punten in Amsterdam en in de elf provinciale hoofdsteden, voorts 18 afbeeldingen van Suriname en 24 van de Nederlandse Antillen. iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiii Baskische volkstypen Eskual-Herri „het land, waar men Baskisch spreekt". Zo noemt de Bask zijn geboortegrond, die hy een liefde toedraagt die slechts is te vergelijken met de hartstocht waarmee de Corsi- caan zijn eiland bemint. Er zouden trou wens wel meer vergelijkingen zijn te trekken tussen Basken en Corsicanen. Beiden bewonen een gebied, dat in ve le opzichten afwijkt van de rest van Frankrijk en beiden spreken een eigen taal, zij het dan dat het Corsicaans met een beetje goede wil en wat oefening nog wel valt te begrijpen, terwijl het hij bibberend. D aar hebben gouden torenhaantjes Grijsje is de (jdelste poes van het Katerstraatje in Miermeledam. Als al le poezen hun mandje al hebben opge zocht zit Grysje nog voor haar spiegel en wrijft haar snorharen schoon en poetst haar tandjes met echte tandpas. tel Nu loopt Grijsje deftig door het Ka terstraatje op en neer. Alle andere poe zen lachen-en ondertussen denkt Grys je hoe ze er nog deftiger uit kan zien. Ze zou een zwarte poes willen zyn maar ja ze was nu eenmaal grijs en niet zwart. Ze zuchtte en vergat bijna haar deftigheid. Opeens bedacht Grysje dat ze de hoed van „vrouwtje" die ze gisteren nieuw had gekocht wel eens op kon zetten. Vlug ging Grijsje naar huis en zette de hoed op haar kopje en ging naar buiten maar o wee, de eerste poes die ze tegen kwam begon zo hard te la chen, zo hard te lachen, dat Grijsje er van schrok. Ze wou gauw doorlopen maar daai kwamen nog mee - poezen aangelopen en stonden in een kring om haar heen. O, Grijsje, wat een rare hoed, o, wat gek klonk het van alle kanten. De tra nen drongen Grysje uit haar ogen, maar moedig zei ze: „Bemoei je daar niet mee". Het huilen stond haar na der dan het lachen. Grysje holde de grote weg op, hoe wel het vrouwtje het haar verboden had. Ze liet alle poezen lachend ach ter. Maar Grysje holde zo hard dat hot mooie hoedje van haar kopje waaide en het rolde pardoes in het slootje langs de weg. Arme Grijsje. Het hoedje dreef mid den in het slootje. Daar kwamen de andere poezen aan lopen. Grysje duw de van schaamte haar kopje tussen haar pootjes en huilde dikke poezen- tranen. De andere poezen kregen me delijden en haalden het hoedje uit de sloot en droogden het in de zon. Geluk kig was het niet kapot. En Grijsje? Grijsje beloofde nóóit meer zo deftig te doen! LOES V.D. WIJNGAARD (11 jaar). SCHIEDAM Baskisch voor niet-Basken een welis waar welluidende, maar volkomen onverstaanbare taal is. Eeuwenlang heeft men gemeend, dat deze taal on mogelijk door een buitenstaander kon worden geleerd en dat men met een Baskisch spreken, hoewel hun wieg el- de lange, moeilijke woorden te kunnen uitspreken, maar dit blijkt toch niet he lemaal waar te zijn daar er enkele taalgeleerden bestaan, die vloeiend Baskisch spreken, howel hun wieg el ders stond. Zelfs deze wetenschapsmen sen echter zeggen, dat het Baskisch een van de moeilijkste talen ter we reld is, een taal bovendien die los staat van alle andere en derhalve geen en kel houvast biedt. Dit wetende klinkt, de oude legende, die verhaalt hoe eens, in een heel ver verleden, de duivel zich in het riviertje de Nive stortte, wanhopig omdat hij geen Baskisch ver stond, met eens meer zo onwaarschijn lijk. Veel is er reeds geschreven over de Basken, een volk waarvan de origine zich verliest in de nacht der tijden. Vruchteloos heeft men getracht ze te voorzien van een achtergrond. Zij zou den uit Japan stammen beweren som mige geleerden, maar anderen weer proberen te bewijzen dat Hongarije hun stamland was, terwijl er zelfs wordt gezegd, dat zfj veel overeenkomst ver tonen met het ras der Indianen. De Basken zelf maken zich niet druk om al deze veronderstellingen. Zij zijn er heilig van overtuigd het oudste volk van Europa te zijn en dat is ze vol doende, zo lezen wij in „France", uit gave van het Frans verkeersbureau te 's-Gravenhage. Ze zijn landbouwers, die met noeste vlijt hun akkers bewerken, bijgestaan door geduldige blonde ossen, waarvan de horens verdwijnen onder een schaapsvacht, of herders, die om hun buitengewone kwaliteiten zeer gezocht zijn in Noord-Amerika (jaarlijks ver trekken honderden Baskische herders naar Amerika. Velen maken ginds for tuin en keren na jaren weer terug naar hun geboortegrond, waar ze een huis laten bouwen, dat zoals gebruikelijk na hun dood aan de oudste zoon of doch ter komt) of vissers, die met heimwee terugdenken aan de tijd toen hun voor vaderen op walvissen jaagden, die toen vlak onder de Baskische kust voorkwa men. Wanneer ze geen van deze be roepen uitoefenen zijn het kleine hand werkslieden, die leren wijnzakken vervaardigen of attributen voor de tra ditionele Baskische balsport of stevige sandalen met touwzolen, maar nimmer baretten, want hoewel de Bask ondenk baar is zonder dit hoofddeksel worden deze niet in de streek zelf gemaakt, doch ingevoerd uit andere delen van Frankrijk. Het is een taai volk met een beslist meer dan middelmatig uit houdingsvermogen. Van zijn geloof getuigen de kerkjes, simpel en blank, waar meer missen worden opgedragen dan in vele grote kathedralen. Ze vormen het hart van de verstilde dorpjes met hun tintelend- witte huizen, gedekt door helrode pan nendaken. Soms hangen strengen pe pers langs de muren, waartegen ze vreemd hel afsteken. De luiken zijn ge schilderd in frisse kleuren en op het kleinste lapje grond staan bloemen. Ja, het is een goed land, dat Basken land, vrolijk, doch niet uitbundig even als zijn inwoners. Er Valt voor een toe rist veel te genieten. Daar is de kust met blonde, wijde stranden en een fel le oceaan, die vaker van kleur wisselt dan een kameleon en die nog altijd moeite schijnt te doen de grillige rots blokken te verjagen, die zich hier en daar hebben opgestapeld in de branding en op het strand. Daar is een plaats als Biarritz, mondain en luxueus met bloemenomzoomde boulevards, bruisen de galafeesten en weelderige villa's, maar ook een schilderachtig dorpje Ciboure, waar kleurige visserbootjes op en neer deinen in het haventje, Bayonne met zijn Baskisch museum en zijn vestingwallen en Hendaye, waar lieden die zich dit kunnen veroor loven hun winterresidentie hebben. Dat men echter vooral het achterland niet vergete, waar dorpjes met ingewikkel de namen, snelstromende beekjes met zilverglanzende forellen, ronde heuvels en bergpieken elkaar afwisselen. Boerenhoeve in het Baskenland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 19