Archeologen strijden
DE NAAKTE WAARHEID
(ruige sport voor select gezelschap)
-OVER HET ZEEZEILEN-
Hannibals CANNAE
-Tante Carola
Hooggeëerd publiek houdt
van het circus
VOL OPTIMISME OVER TOE
KOMST VAN HET CIRCUS
STAPELS GERAAMTEN IN BOERDERIJ
MIDDELEEUWS KERKHOF AANGEZIEN
VOOR EEN UIT DE OUDHEID
PAGINA 9
ZATERDAG 3 JUNI 1961
Grauw en somber
Vliegende Hollander
weer mee
De anthropologisch onderzochte ske
letten, een steekproef van 170 (67 man
nen, 42 vrouwen, 41 kinderen beneden
de veertien, de rest naar geslacht niet
precies te identificeren) behoren allen
tot het dolichocephale middellandse zee
ras. Er werden geen wapens gevonden,
wel enkel» byzanthijnse sieraden en en
kele grafstenen met een kruis erop ge
grift. Ook stootte men op de fundamen
ten van een christelijke kapel. Dr. Ber-
tocchi bevestigde voorts de vondst van
het vermoedelijke Cannae. Zij gaf toe,
dat pas een klein deel van het doden-
terrein opnieuw onderzocht was. Verde
re opgravingen in andere zones zullen
moeten leren, wat van prof. Gervasios
theorieën overeind blijft. Campo A is
in ieder geval verkeerd geïnterpreteerd
geweest.
De strijd gaat nu tussen de aanhan
gers van Gei—asios stellingen en die van
de Oudheidkundige Dienst. In wezen,
argumenteren de eersten, is er niets .weer
legd, slechts een detail werd herzien.
Gervasio heeft Cannae herontdekt. Het
feit, dat de vroege middeleeuwers een
kerkhof hadden op de plaats, waar de
mensen bij overlevering ongetwijfeld van
zeiden, dat de schaduw van de dood er
hing, kan Gervasios beeld zelfs ien
goede komen. De „Soprintendenza alle
Antichita" blijft skeptlsch, nu in elk
geval de vergissing van grafveld A ge
bleken is. Nadere onderzoekingen zul
len moeten leren, wie gelijk heeft.
gaveer 40.000 geraamten bloot, ter
wijl in de buurtschappen vlak bij er
nog ongeveer 10.000 gevonden werden.
Op een der heuvels groef Gervasio een
Apulisch dorp op, dat uit de IV-IIIe
eeuw stamde. Zijn conclusies werden
door veel experts bijgevallen: Hij had
het verloren Cannae teruggevonden
en het .merendeel der doden uit de
slag van 216.
De geordende graven waren z.l. van
de Karthagers, de anderen van de
verslagen Romeinen. De wetenschappe
lijke handboeken (en hun derivaten) ga
ven voortaan nauwkeurig aan, waar Can
nae gelegen had. Maar in vakkringen
bleef v^nige twijfel en kritiek bestaan.
In 1959 en I960 rustte de Oudheidkun
dige Dienst van Apulië en Matera een
formele expeditie uit; men wilde nu ein
delijk l et naadje van de kous weten.
De resultaten heeft de archeologe Ber-
tocchi, de leidster der expeditie, onlangs
medegedeeld aan de Italiaanse Acade
mie van Wetenschappen. Zij zijn nogal
opzienbarend. Het z.g. grafveld A van
prof. Gervasio door hem dus aan
Hannibal toegeschreven is zeker een
middeleeuws en christelijk kerkhof ge
weest.
zeilen hem verraadden
D,,Urania" joeg voort als een reusachtige vo
gel, met in het kolkende water de grillige
afmetingen van haar schaduw. De scheeps-
bel voor de grot» mast klepte loom met de
deining, wat ons als iets onheilspellends voorkwam.
We voeren met een bemanning van achttien kop
pen en duidelijk bleek hoe streng de Urania" in
voorbeeldige samenwerking met de elementen de
goeden van de slechten selecteerde. Wie niet kon
meekomen was gewoon nergens, lag volkomen on
bruikbaar over de reling te spugen en probeerde
tussen de periodes van diepe ontreddering door met
opgewekte fluittoontjes zichzelf een houding te geven.
Wijzelf beschouwden ons verre als een held
en bekennen eerlijk dat ook wij één keer door de
knieën gingen. Maar onmiddellijk voegen wij daar
aan toe. dat hiervoor een mok bruinebonensoep
het meest verantwoordelijk was, het donkere, drab
bige spul waarin naar het scheen de peperbus was
omgevallen. Een aangezien dit de enige keer was,
leek ons dit toch wel een reden om wat struisvogel
politiek toe te passen en stiekem in het stilletje
benedendeks ons zaakje kwijt te raken. Per slot
van rekening konden we ons verder knap op de
been houden en het leek echt met nodig om voor
deze ene keer in het aanzien van onze wachtsdivi-
sie aan dek het hoofd te buigen.
Voor het overige konden we ons dus aardig red
den al moesten we onze oren dichtstoppen toen de
Katwijker tijdens de onstuimige vaart smeuïg begon
te vertellen over het verorberen van „hammetjes
in de hozesmoel", een soort zeeduivel, zeldzame
vis die de vissers als grootste lekkernij beschouwen
en derhalve zelf opeten. In zulke gevallen betekende
de kreet „klaarmaken voor de Genua" of „los die
staag" als het ware onze redding en trokken wij
nu dankbaar aan schoten en lieren. Soms kruiste
een der jachten onze koers, zoals dat van de bou
wers Riekus van der Stad, de „Pionier". Het kleine,
scherpe plasticjacht boezemde het grootste ontzag
in, zoals het daar eenzaam over de golftoppen
danste, het tuig gereefd en keurig bijgezet, met in
het kuipje de machtige gestalte van Riekus zelf,
de helmstok achter de elleboog en de rukkende
schoot in zijn sterke knuisten, een „Vliegende Hol
lander" in alle opzichten.
geboren organisatietalent liet haar ook
toen niet in de steek. In een minimum
van tijd was circus Williams heropge
richt. Met steun van haar drie kinde
ren en vele van haar vroegere perso
neelsleden, die meteen bereid waren
om weer bjj „tante Carola" te komen
werken, kwam circus Williams de im
passe van 1951 te boven.
Glansrijk zelfs, aangezien circus Wil
liams onder leiding van zijn vrouwe
lijke directeur, gedurende de afgelopen
jaren is uitgegroeid tot een van de
grootste circusbedrijven in Europa. Il
lustratief in dit verband zijn wel deze
cijfers: de ovaalvormige circustent
(één viermaster!) telt maar liefst vier
duizend zitplaatsen, gegroepeerd rond
een ruime renbaanpiste; het wagen
park bestaat uit rond 150 wagens; de
menagerie omvat meer dan 250 dieren
en het aantal medewerkers en perso
neelsleden bedraagt ruim tweehonderd.
Diverse Europese landen o.a. Zwe
den, Engeland, Italië, Frankrijk,
Oostenrijk, Luxemburg en België
maakten reeds kennis met het
circus van mevrouw Williams. Ons
land is thans aan de beurt. Voor de
toernee door Nederland de tiende
sinds de heroprichting in 1952 heeft
de thans 58-jarige directrice extra voor
zieningen getroffen. In het pasgebouw
de hypermoderne winterkwartier te
Keulen heeft zij de wagens van een
nieuwe verflaag laten voorzien (blauw
wit) zij heeft een geheel nieuw voor
front en een nieuwe circustent aange
schaft en uiteraard heeft zij, overeen
komstig de hoge eisen van het heden
daagse publiek, gezorgd voor een uit
stekend programma. Bij de samenstel
ling van het uit 26 nummers bestaande
programma heeft mevrouw Williams
terdege rekening gehouden met de sterk
uiteenlopende interesse van de circus
bezoekers. Iedereen moet er iets van
zijn gading vinden, meent zij. De lief
hebber van paardendressuur evengoed
als de liefhebber van acrobatiek, van
roofdierenshow, van clownerie of van
sensationele stunts. Niemand zal het
mevrouw Williams euvel duiden, dat
ook haar voorkeur voor dieren de sa
menstelling van het programma heeft
beïnvloed. Speciaal haar liefde voor
het paard. Niet voor niets telt de me
nagerie van haar circus honderd paar
den. waaronder 2 prachtige Lipizza-
ners.
Na afloop van de toernee van zes
maanden door Nederland, inmiddels
met succes ingeze' te Maastricht, hoopt
mevrouw Williams-Althoff haar fraaie
paardencollectie te hebben kunnen uit
breiden met een stel volbloed „Frie
zen".
Zij zuilen deel uitmaken van de ,,ar-
tistengroep" voor 1962, want mevrouw
Carola Williams-Althoff heeft nog steeds
vertrouwen in de toekomst. Alle lasten
(tienduizend gulden per dag) ten spijt...
COR BERTRAND
De Urania heeft ons danig geteisterd, het uiter
ste van onze krachtsinspanning gevergd, ook
al konden wjj door gebrek aan ervaring en
kennis maar het meest eenvoudige matrozen-
werk verrichten. Bovendien werkten de weergoden
in alle opzichten tegen, bleef het tot het laatst toe
hard waaien, -verkten de tijstromen constant tegen
en Drachten o.m. het ronden van het laatste ob
stakel, het lichtschip „Smith's Knoll" voor de En
gelse kust enorme problemen met zich mee. De zin
van dit alles was ons soms volkomen onduidelijk,
kou en verkleumd als wij waren, toen wij dachten
aan een warme kachel, een pittige dronk en koele
ijns' toch, toen we tenslotte als een halve
wilde op de kade van de Hoek kropen en met een
stap die nog altijd berekend was op de zeegang,
naar de trein waggelden, waren we er al zeker
van dat we de volgende keer opnieuw zouden mee
gaan. Opeens bleken alle standpunten spoorloos,
waardoor we hadden willen breken met het zilte
geloof en afvallen van de aloude kreet: „Loof de
Urania en prps de zee".
HAYE THOMAS.