GUPA Sociale Verzekeringsbank 60 jaar actief Sociaal commentaar D SM Drie ton subsidie van het Prins Bemhard Fonds AR •voorzitter vraagt meer eerbied voor DE 32ste BRUID 6. MARTINI Vrijheid en gezag Bijna iedereen heeft er mee té maken Oorzaak is niet vast te stellen JAN SCHOON t R.T.C.: compromis gevonden Terug op eigen plaats Zes doden bij ver keersongelukken Veel granaten in de Z andkreek Bob de Lange als Richard III Bij vergissing aan toneel gekomen het werk Roman uit Centraal Afrika door J. M. Eising Na pleno-vergadering dinsdag verdaging ZATERDAG 10 JUNI 1961 PAGINA 5 Stop met kneedbaar hout van Ceta-Bever Ramp „Hugo de Groot" voor mensen UNIE r O 4X "5 (Advertentie) Het gezag van de Kerk is tegen woordig voor velen een ernstig struikelblok. De oorzaak daarvan ligt waarschijnlijk in overschatting van de menselijke Persoon en in een verkeerd begrip n vrijheid. Het geestelijk klimaat ah onze tijd wordt dan ook geken merkt door een duidelijke gezagscri- As- Ook binnen de katholieke kring. ien weet net de Kerk geen raad, v°?Fal in zoverre zij met gezag is ekleed. Geest en Evangelie kan ftien maar moeilijk in overeenstem- brengen met Kerk en gezag. £°dat niet zelden de indruk wordt sewekt, dat men de Kerk als een |;aegradatie" van het Evangelie be schouwt. Kan men zich niet veiliger v°elen onder de onmiddellijke lei» dlng van de H. Geest? Die de Kerk toch niet nodig heeft om ons Zijn in braken te schenken? Het Evangelie yraagt van ons met nadruk een aan bidden in Geest en waarheid"; wat ,s daarvan nog terug te vinden in Wat langzamerhand een Yan gezag" is geworden? Heeft dez de boodschap van Christus vormd? Het liberaal Protestantisme veert die opvatting al heel ver door; sommige richtingen daarvan verwer pen zelfs de Kerk zonder meer. An dere beroepen zich op het Oude Tes tament en beweren, dat daar reeds een onloochenbare tegenstelling be stond tussen de profeten en de pries ters, en in één adem door, wordt dan op eenzelfde tegenstelling gewezen, die in de oer-Kerk zou hebben be staan tussen het gezag en de ver schillende charismatisch bevoor rechten. Zegt tenslotte St. Paulus niet, dat ,,de geestelijke mens alles beoordeelt zonder zelf door iemand beoordeeld te worden?" (1. Cor. 545). Op die manier meent men dan de Kerk te kunnen verwaarlozen en gerechtigd te zijn zijn godsdienstig heid te beperken tot een rechtstreeks contact met God. jrianiélou heeft dit probleem zeer relfler behandeld in zijn mooie boek- ,,De Christen in de wereld van a'' (Dekker v. d. Vegt, Nijme- ^eh). Hij wijst erop, dat er geen brake is van een tegenstelling in Oude Testament noch in het oer- ^hristendom. De moderne Bijbelexe gese heeft juist aangetoond, dat de Profeten weliswaar herhaaldelijk 4? °P Gods bevel tegen de des- Udse hiërarchie zijn opgetreden, maar dat geschiedde uitsluitend om haar erifg te brengen tot een zuivere op- acting van haar taak. En in zijn ;Je culte dans l'Eglise pri- CuiiXf" betoogt de Protestant O. stond ^nn' dat er een sterke band be- kerkpiHi-Ssen de charismata en het gezag. lc_ ?e^moirl0udt nmt het recht in al- *il. BovpS doen- wat men maar bee-riino, Zal men S°ed moeten liiko 'toT-u .at de vrijheid, de christe- ken worH+eiui clie de mens geschon- „het Doopsel, slechts een beginnende vrijheid" is. Dat kan immers niet anders. Zij moet veroverd worden, gelei delijk tot ontwikkeling worden gebracht. De vrijheid, zegt Da- hiélou, wordt in feite geschonken aan een mens, die nog slaaf is van "et vlees" (d.i. de zondige mense lijke natuur van de nog onverloste y^reld) en dus als een wet, die de r5 van het vlees tegenspreekt. Dit -fü een proefondervindelijk con- l met zich mee, dat St. Paulus m R0m 7 22-23 duidelijk onder woor- nen heeft gebracht. Echte vrijheid ®nistaat pas, wanneer onze door het Doopsel vrijgemaakte wil, vrijwillig zoa^mt met het goede, dat wij als er?anig erkennen en nastreven. Dit Vajfhnen en instemmen is het werk hw de genade, die niet in strijd is tot- °nze vrijheid maar haar juist ^ontwikkeling brengt. Het valt Ze niet te ontkennen, dat wij on kerkelijke vrijheid slechts kunnen j^werven door het „vlees" te on- n. DVerpen. „Vlees" en vrijheid zijn vlS met elkaar te verzoenen. Om de rilheid te bereiken is er dus een v?kere „dwang" nodig. In zoverre de rierk vasthoudt aan de eisen van de moraal en haar dogma's, dat is zij Verplicht te doen krachtens goddelij ke opdracht kan men het gezag Waarmee zij spreekt inderdaad in ze kere zin een „dwang" noemen, maar het karakter van deze „dwang" ver andert totaal, zodra men begrijpt, hat de bedoeling daarvan is er van harte mee in te stemmen, omdat men inziet dat dit de enige manier om ons'te helpen de ware vrijheid te verwerven. Wij moeten door het gazag met de waarheid en het giede zó vertrouwd raken, dat wij ze ten slotte in vrijheid aanvaarden. Dit be- kent echter niet, dat wij het gezag Kla" de Kerk uitsluitend als een S8 voorlopig hulpmiddel mogen twep. ?UWen- Vrijheid en Kerk zijn kaar v,egripPen> hie wezenlijk bij el- H. rOQ°yen. omdat in beide de éne bondehhli i*e bevrijding van de ge- Dp o aan bat „vlees' bewerkt, derpn o steliJke vrijheid van de kin- van j °hs is uitsluitend een gave aan a Geest, die door Christus m»ir a Kerk geschonken is en pri- 1 j haarin Zijn genadewerking ver gode i.„ zichtbare Kerk bezit een aan t leergezag en door ons daar- m 'e onderwerpen en gebruik te aken van haar Sacramenten ont- vpnge? wii van he H. Geest het bo- t,f„.amurlijke leven, waarvan de kenmerk 1 vrijheid een essentieel Km-kgfiuepnl®-het begrijpelijk, dat de I bij uitstek de plaats is, aar de ware vrijheid tot bloei kan ni'il1™' j Kerk staat de vrijheid ■int Vn«p weg' maar bevordert haar juist. Want, zegt Daniélou; de vrij- id is gebonden aan de Geest en de eest is gebonden aan de Kerk. mnlle ,h®rhalve de vrijheid zoekt, Kppp Z1aC, "chten tot de Geest in de nt« e geestelijke mens door p ^mand beoordeeld wordt (1. Cor. £15) hebben wij te bedenken, dat Iu®nSxi"pas geestelijk is, naar- rnm n én is met de Kerk. Om er alles te kunnen oordelen, moet rió in?en? eerst door de Kerk beoor- Gppct.Z1]I!' waardoor hij alleen de kan h1l°m«n.nfin en door heze Geest n hij °ver alles oordelen". (Van een medewerker) Dezer dagen was het 60 jaar gele den dat de Sociale Verzekerings bank in werking werd gesteld. Sindsdien zouden vele, tenslotte praktisch alle, werknemers in Neder land op hun briefpapier in navolging van rijke mensen en zakelijke instellin gen kunnen vermelden „Bankier. S. Amsterdam". En dan zpn we met de kring van de in die bank geïnteresseer den no- veel te eng. Immers, sinds we in ons bestel van sociale wetten een tweetal volksverzekeringen kennen, ho pen we allemaal van één van beiden namelijk de Algemene Ouderdomswet eens (en lang) te profiteren. De ande re de Algemene Weduwen- en Wezen wet geeft de gehuwde mannen min stens het gevoel dat het beruchte „on verzorgd achterlaten van vrouw en kinderen", niet meer in die gruwelijke mate van vroeger bestaat. En telkens zal dan weer onze relatie zijn: de So ciale Verzekering Bank te Amsterdam De geschiedenis van deze bank is eigenlijk de geschiedenis van de ont- derland1'8 h6t sociale denken in Ne- het^e?n, van deze eeuw werd in onze wettenfabriek in Den Haag, nog met zo aan de lopende band gewerkt lam tegenwoordig. De Ongevallenwet laui was de eerste wet van de nieuwe eeuw en betekende een eerste, haast revolutionaire, wijziging in de bestaans zekerheid van de werknemers. Wel be stonden op dat moment reeds enkele sociale wetten, zoals het kinderwetje- Van Houten en enkele beveiligende wetten, maar een wettelijke maatregel waardoor een arbeider, als hem tijdens het werk een ongeval was overkomen, een deel van zijn loon kreeg door betaald, was iets geheel nieuws. Zoals bekend, zyn we op het ogen blik bezig met een Kinderbijslagwet- Volksverzekering. In verband daarmee wordt heel dikwijls gesteld, dat een zo danige wet niet zou leven in het rechts bewustzijn van het volk. Wie oudere ge schriften over de sociale verzekerings wetten leest, tot de Handelingen van de Tweede Kamer toe, zal meerdere malen de uitdrukking, dat iets niet leeft in het rechtsbewustzijn, ontmoeten in verband met voorgestelde maatrege len „tot bescherming van de econo misch zwakkeren". Met deze uitdruk king werden (en worden) dan vaak twee dingen bedoeld. Vooreerst dat zij, (Advertentie) (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 10 juni Naar het oor deel van de raad voor de luchtvaart is de oorzaak van de ramp met de KLM Super-Constellation „Hugo de Groot", die in de nacht van 14 augustus 1958 nabij Ierland in de Atlantische Oceaan stortte, niet met zekerheid vast te stel len. In de conclusie van de uitspraak, die gistermiddag werd voorgelezen door de voorzitter, mr. J. E. van der Meu- len, zegt de 'And, ,een hoge graad van waarschijnlijkheid toe te kennen aan de juistheid van de veronderstelling dat het optreden van overspeedmg van een der buitenste propellors de oorzaak van het ongeval zou zijn geweest. Volgens deze veronderstelling is er tijdens het overschakelen van de aan jager van de bijbehorende motor p een hogere versnelling een breuk ont staan in een tandwiel. Metaaldeeltje, van dit tandwiel zouden in de one zijn terecht gekomen en de regulateur- schuif en de klep hebben geblokkeerd, waardoor de stand var de schroefbladen niet meer kon worden geregeld en de propellor ,op hol sloeg Alleen door snel ingrijpen kan de bemanning bij zul ke gevallen het toestel nog in bedwang houden. „Het is echter niet altijd te voorkomen, dat dit ingrtlpen te laat komt", aldus de raad. „Er bestaat geen aanwyzing of vermoeden, dat de ver- mC! *estoring te wijten zou zijn aan nalatigheid van het onderhoudsperso neel of een onjuiste handeling van de bemanning, noch dat deze na het op- J?i„Van i?e. "Storing tekort geschoten zou zijn in het besturer van het vlieg- hit nnHor»f van de resultaten van liapfnlrwfaHnB bevaelt de raad aan ter of ^hlnofmf„han- kans °P storingen rfjn door verontrei niging an de olie de olievoorziening van deze mechanismen te scheiden van die van de motor. die over een voorgestelde maatregel heb ben te oordelen er eigenlijk niets voor voelen, maar daarnaast en dat was zeker in een grijs verleden dikwijls het geval dat de a.s. begunstigden nooit aan de mogelijkheden als beoogd had den durven denken. Toen de eerste stap evenwel eenmaal was gezet, kwamen als vanzelf vragen naar andere garanties bij andersoortige bestaansrisico's. Waarom dan ook geen uitkering bij ziekte, bij invaliditeit, bij werkloosheid? Dat deze verlangens nauw verband hielden met de heersen de „loonpolitiek", of wat daarvoor door- ging behoeft geen nader betoog. We eefden nog volledig onder de ijzeren loonwet en in de sfeer van: wie niet werkt behoeft ook niet te eten. De men selijke verminking van dit oorspronke lijke bijbelse woord had meer dan een eeuw lang een stempel van hardheid op de samenleving gedrukt. betrekkelijk bescheiden start ran de Sociale Verzekerings bank, toen nog Rijksverzekerings bank geheten, vond dan ook zpn oorzaak niet alleen in de tec'\nisf„a onmogelijkheid om van meet af voor alle werknemers de ongevallenwet te laten werken, maar evenzeer in ner streven om de omvang van de sac'.a f verzekeringswetten voor wat de kring der verzekerden betreft zo klein m°S®" Hjk te houden. Kenmerkend voor wat wij boven noemden de ontwikkeling va het sociale denken is de ëe'eld®4„® uitbreiding van de kring der verzeite - den en van de uitleg van wat een ongeval dient te worden verstaan. Deze ontwikkeling is natuurlijk wel n cijfers uitdrukbaar, maar als we zon der meer zouden vaststellen, dat net aanvankelijk ging over ongeveerr 5io. ondernemingen en nu over meer aan 200.000 met rond 2.500.000 werknem .rs dan ;s b duidelijk datniet - veranderde sociale denken hierop invloed was maar evenzeer de uitbrei ding van ons industriële Pot®"beek De veranderde taakopvafhng, zoals die zich in de loop der jaren heeft ont wikkeld spreekt in sterke mate uit fl oprichting in 1950 van een eigeni reva lidatiecentrum. Hiermee werd da,deTk gemaakt, dat als voornaamste taak niet langer werd gezien het garanderen een inkomen bij arbeidsongeschiktheid wegens een ongeval, maar v<xiral het helpen van mensen om weer een volwaardige plaats in de gemeenschap in te nemen. Er is nog een ander feit dat uit de oprichtingsperiode moet worden verteld en dat van enorme in vloed zou blijken op de gehele ontwikkeling van de soc^"P0'^' verhoudingen in ons land Aanvankelijk lag het in de bedoeling de gehele uit voering van deze en volgende sociale wetten aan één rijksinstituut op te dra- fen Daartegenover stelde toen ar. braham Kuyper zijn bekende „groot amendement", dat beoogde het bedrijfs leven de kans te geven, uitgevaardigde wetten zelf dus onder eigen verant woordelijkheid, zfj het onder toezicht van de staat uit te voeren. Daar mo gen we aan denken als we zien dat tal van sociale wetten (Ziektewet, Kinder bijslagwet, Werkloosheidswet en Zieken- fondsbesluit) niet door de bank wor den uitgevoerd maar door bedrijfsver enigingen en in eigen beheer zijnde zie kenfondsen. In deze instituten beslissen derhalve werkgevers en werknemers op voet van gelijkheid. Het is tenslotte wel interessant enke le cijfers te geven van de „omzetten" van deze zo kostbare instelling. Niet minder dan 2400 man personeel, zorgen er voor dat de getroffenen van de ruim 400.000 ongevallen per jaar (dat is bijna 1300 per dag) zo vlot mogelijk hun uitkering krijgen en natuurlijk ook geneeskundige behandeling, eventueel een revalidatiekans. Het aantal rentetrekkers krachtens de Invaliditeitswet is momenteel 550.000, die gezamenlijk aan rente plus toeslagen en kinderbijslag 'ontvangen een bedrag van één miljard vier-hon- derd-vier-en-dertig miljoen gulden! De 800.000 pensioentrekkers krachtens de AOW ont 'angen samen een-miljard-hon derd-negenentwintig miljoen. De 111.000 weduwen en 2.000 wezen krijgen geza menlijk per jaar f 208.600.000 uitge keerd. Waartoe die eerste sociale wet van deze eeuw al niet heeft geleid. per 1/1 fles f. 6.95 per 1/2 (les f. 3.55 AMSTERDAM, 10 juni Het be stuur van het Prins Bernharó Fonds heeft opnieuw een aantal subsidies toegewezen en wel tot een totaal be drag van ruim 300.000 voor objecten van zeer uiteenlopend aard. Onder meer werden verleend: 17.000 voor de stichting ter be vordering van de vertaling van Neder lands letterkundig werk, om de uitgave in Engeland van een reeks in het Engels vertaalde Nederlandse literaire werken (w.o. werken van Vondel, Van Schendel, Hooft, Multatuli, Du Perron e.a.) mogelijk te maken; f 5.000 voord eintichting van een ten toonstelling ter gelegenheid van het Elfde internationale orgelconcours te Haarlem; 10.500 voor de uitbreiding van de •laapaccomodatie van Nederlandse stu denten aan het kunsthistorisch insti tuut der Nederlandse universiteit te Florence en voor de aanschaf van een grammofooninstallatie ten behoeve van het onderwijs in de Nederlandse muziekgeschiedenis aan dit instituut; 10.000 voor de kosten van décor en montage van de in het kader van het Holland Festival te houden reeks opvoeringen van Bert Brechts „Der Kaukasische Kreidekreis"; 5.000 voor de aanschaf van een nieuwe boekerij in de herbouwde bi bliotheek van de afgebrande Leidse studentensociëteit Minerva"; 39.000 om de „Vereeniging Rem brandt" in staat te stellen voor ver schillende Nederlandse musea beel dende kunst aan te kopen. Met dit bedrag zal o.m. worden aangekocht eet stel jardinières uit ong. i700 van gekleurde Delfts aardewerk, een schil derij van H.B.Weenix en een beeld van St.Catherina uit begin 1500, af komstig uit Troyes en uitgevoerd in Franse kalksteen; f 30.000 als bijdrage aan de Neder- (Van onze parlementaire redacteur) UTRECHT, 10 jyni Dr. Berghuis, voorzitter van de A.R., heeft in een kaderbijeenkomst van zijn partij, Waarin een herziening van het begin selprogram aan de orde was, kritiek geuit op de wijze, waarop de laatste tijd in het openbaar over onze hoog ste gezagsdragers wordt gesproken. Hij noemde ondermeer de manier waarop Wim Kan soms de minister president in zijn politieke spot betrekt. Voor die spot zelf had hij alle waar dering. „Die kan voor de slachtoffers weieens nuttig zijn," aldus dr. Berg huis, „maar het steeds verder gaan in de miskenning van de hoogheid van het overheidsambt acht hij een uitglijden in'de verkeerde richting". Ook sommi ge kranten bezondigen zich daaraan, door in hun koppen ministers alleen met hun naam te noemen en te spreken van De Quay, De Pous of Zijlstra, als of het Jan, Piet of Klaas is, die rij aanduiden. Dr. Berghuis ziet dit verschijnsel ontstaan als een reactie op de over spanning van het staatsgezag, zoals wij die aan den lijve ondervonden heb ben tijdens de Duitse bezetting, waar in wij met dictatuur te maken kregen. Ook liet intensieve verkeer, dat de laat ste tijd tussen overheid en burgerij is seeroeid, kan volgens hem aanleiding hiertoe zijn geworden. Een doelbewust hooghouden van het gezag noemde hij een levensvoorwaarde voor de demo cratie. Over het begrip vrijheid sprekende, zei dr. Berghuis, dat de overheid ten opzichte van de burgers niet mag dis crimineren en het christelijk geloof niet mag bevoorrechten boven andere geestelijke stromingen. Alle gezindten moeten voor haar gelijk zijn. Dit be treft de lasten, maar ook de gunsten van de overheid. De norm is, dat iedere burger gelijk is, wanneer hij de openbare orde en goede zeden in acht neemt en de grond slagen van de samenleving niet onder mijnt. Dr. Berghuis zei, dat de christe lijke staat geen totalitaire staat is. „Onze nog steeds niet opgeheven vrees voor de rooms-kntholieke staatsgedach- te is juist het in beginsel totalitaire Uaraktei daarvan", zo merkte de A.R.- ieider op. Hij noemde de vrijheid in politieke zin een zo groot goed, dat daaraan geen beperkingen mogen wor den opgelegd, al is het met de beste christelijke bedoelingen. DEN HAAG, 10 juni Vrij plotseling mt een der meest actieve krachten van ons muziekleven te overlijden. Wie kende hem niet in de zangerswereld: Jan Schoon, als hoofdbestuurslid van het Koninklijk Nederlands Zangersver bond. als vice-voorzitter en mede-op richter van het koninklijk mannenkoor Die Haghesanghers, waarvan hij meer dan veertig jaar actief lid is geweest? Ondanks zijn 69 jaren was hij steeds vol initiatieven en van een kinderlijk-ont vankelijke geestdrift die vele jongeren ten voorbeeld was. Jan Schoon behoorde tot een generatie die volkomen onbaat zuchtig louter om de vreugde van het zingen of musiceren alle vrije uren aan een der edelste ontspanningen van de menselijke geest, die de koorzang nog steeds is opofferde. Sterft deze genera tie uit? We hopen van niet, maar wel betreuren we Jiep dat de jongeren dit prachtig voorbeeld nu moeten derven. De plechtige uitvaart zal niet in Rot terdam. waar hij de laatste jaren woon. di. plaatsvinden doch in de St. Jozef kerk aan de Van Limburg Stirumstraat in Den Haag a.s. dinsdag om half elf. Getuigt het niet van een naïef geloof dat hij bij laatste wilsbeschikking nog eenmaal daér zijn Requiemmis wilde laten zingen waar eenmaal zijn eigen stem als knaap heeft geklonken in onze liturgische zang, die de vreugde was van zijn jeugdjaren? M. Vaticaan De Paus heeft gisteren de minister-president van België, Theo Lefèvre, in particuliere audiëntie ont vangen. (U.P.I.) (Advertentie) 59 Daar stond de menigte, toelbhet~ leden zowel van de beschuldigde a s van het slacht offer, en hield de adern in. Het gelaat van de onge lukkige was krampachtig vertrokken. PT stond hij daar met de handen tegen de maag^Toen voeren er rillingen door zun lichaam. He convulsieve bewegingen. Hij opende deJ™)" h„ was alsof hij zou braken. Een zucht van verlicnti g steeg uit de groep van zijn verwanten en terwijl Kiloemboe zenuwachtig was, want ais oe ue schuldigde het gif uitbraakte zou dat het bewijs zijn, dat hij de dorpstovenaar zich vergist had en dan zou hij een zware boete te betalen hebben. M-aal de beschuldigde braakte niet. Er liep alleen een beet je slijm uit zijn mond. Hij richtte het hoofd op, keek ontzet om zich heen en wilde weglopen, maar wankelde en viel. Even lag hij nog op de grond te kronkelen van de pijn. Schuim verscheen op zijn lippen. Schuldig! riep Kiloemboe. Een woest gehuil beantwoordde deze uitroep. De omstanders wierpen zich op de beschuldigde, sloe gen hem het hoofd in, hakten hem armen en benen af en wierpen het verminkte lijk op een brandstapel. Zo worden in het land van Baloeba de misdadigers gestraft die gemene zaak maken met de boze gees ten en hun medemensen met toverkunsten om het leven brengen! Dat geding heeft Banzoe als kind meegemaakt. En thans staat haar iets dergelijks te wachten. Met of zonder gifproef, staat de dood dreigend voor naar. De gifproef betekent alleen maar een klem uitstel. Zij moet handelen, Kalala-Iloenga opzoeken m het dorp bij de rivier, onmiddellijk, nu men w?a lijk nog niet algemeen weet waar men naa van beschuldigt. Het gaat om leven of dood. Het kom er voor alles op aan zich te beheersen, rij schuift het deurtje van haar hut weg en stapt naar Duiten. ■>n krijger verspert haar de weg. Je moet binnen blijven, Banzoe. Yo, dat is toch te gek. Ik wil alleen maar even naar het dorp. Je moet binnen blijven! Nou, goed. Het is niet zo belangrijk, maar ik wil Ngoie, mijn kleine slavin roepen. Daar heb je toch zeker niets tegen I Nee, daar heeft de man niets tegen Hg heeft opdracht gekregen de mfoemoe-vrouw te beletten de hut te verlaten. Dus geeft Banzoe een paar spe lende kinderen opdracht Ngoie te Saan zoeken. Zijzelf keert weer rustig naar binnen. Maar als het deurtje dicht is, moet zj) de hand op haar hart leg- 6e" omdat het zo onstuimig klopt. Builen weerklinken stemmen. Daar heb je Ngoie. Fluisterend vertelt Banzoe haar wat er gebeurd is en geeft haat opdracht Kalala-Iloenga te gaan opzoeken, hem op de hoogte te brengen en om hulp te smeken. Met een korf op het hoofd en de hakbijl op de schouder, verlaat de slavin de hut en staat een poosje met de wachter te praten en te lachen alsof zij helemaal geen haast heeft en geen zorgen kent. Eenmaal buiten de omheining loopt zij echter zo vlug mogelijk zonder argwaan te wekken. De hut waar Kalala-Iloenga gewoon is de nacht door te brengen, staat open. maar er is niemand. Een vrouw, die in de buurt een mand zit te vlechten, beweert hem een poosje geleden de weg naar de rivier te hebben zien inslaan. Ngoie gaat de aangeduide richting uit en zet het op een lopen zodra het dorp achter haar ligt In de verte bemerkt zij een man die naar de vallei slentert en spoedig heeft ze hem inge haald. Het is Kalala-Iloenga. Hij was op weg naar de rivier, echter zonder bepaald doel, daar het werk achter de rug is. Hij wacht alleen op de be grafenis van Moetoemboe, want dan begint diens opvolger pas te regeren en kan hu zijn verzoek indienen om Banzoe vrij te kopen. Het nieuws van de kleine slavin doet hem ontstellen. Hij zet zich op een boomstronk en overlegt wat hem nu te doen staat. Banzoe moet geholpen worden. Hij kan tiueen op zichzelf rekenen en op de steun vau Ngoie. Het plan een poging te ondernemen om Kiombo te vermurwen laat hij al gauw varen. Als Kiloemboe en de raadsleden mede In het geval betrokken zijn, loopt hij alleen maar kans zelf nog te worden aangehouden. Het enige wat hern te doen staat is te trachten zijn geliefde te bevrijden en met haar te vluchten. Het gebeurt zelden of nooit dat een Baloeba haast heeft en van de tijd heeft hij maar een heel vaak begrip, maar Kalala-Iloenga beseft dat er nu geen enkel ogenblik verspild mag worden. Zo gauw zijn plan gemaakt is, springt hij op en trekt de slavin mee. Wat wil je! Wat ga je doen? Terug naar het dorp. 't Kan alles of mets worden, maar ze zullen ondervinden dat Kalala- Iloenga van niemand bang is. Ngoie wil weten wat haar taak is. Jij moet je er verder buiten houden, want anders zullen ze het je zeei kwalijk nemen als mijn plan slaagt. Luister! Jij laat je niet meer In het dorp zien. Ik loop naar mijn hut met jouw mand en breng die terug naar hier met mijn boog en al mijn pijlen. En dan? Een ogenblik! We zijn er! Kijk, jij blijft hier, bij deze boom wachten en plukt ondertussen een hoopje maïskolven. Ik zal mijn wapens achter de boom verbergen en dan ga ik naar Banzoe. Onder tussen hoef jij er alleen maar voor te zorgen dat niemand boog en pijlen aanraakt. Begrepen? Zeker, knikt Ngoie. Het is niet moeilijk. Vooruit dan! (Wordf vervolgd landse Kastelenstichting voor de re stauratie van de slingermuur van slot Zuylen en het herstel van de oorlog- schade aan kasteel Haamstede; 4.834 voor de aankoop door de „Vereeniging Hendrick de Keyser" tot behoud van architectonisch- of histo- risch-belangrijke gebouwen" van een perceel te Monnickendam. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG, 10 juni Den Haag verwacht dat dinsdag, wanneer de RTC weer in voltallige vergadering bij eenkomt, een voor de Surinamers be vredigende oplossing van hun proble men zal worden ingediend. De geringe vorderingen die de onder handelingen tot dusverre hebben ge had hebben geleid tot het instellen van een nieuwe commissie, waarin de Surinaamse minister-president met en kele Surinaamse statenleden vertegen woordigd z\jn, naast een drietal Neder landse en een drietal Antiliaanse mi nisters. Zij hebben onder elkaar een naar hun mening aanvaardbaar compro mis gevonden. De formule zou kunnen leiden tot verdaging van de RTC, om de zaak in een nader stadium definitief te regelen, nu eenmaal het juiste uit gangspunt zou zijn gevonden. Het gaat er nu ook nog om, wat de binnenlandse politiek in Suriname zelf zal zeggen. Er is in de afgelopen we ken in Suriname al veel gemopperd in kranten van de oppositie. ROTTERDAM, 10 juni Het viel het Duitse schip „Ingrid Leonhardt" ken nelijk zwaar om te scheiden van Wilton- Fyenoords dok zeven. Donderdagmid dag werd na een periodieke onder houdsbeurt de dokdeur opengedraaid voor de 5.932 ton metende vrachtvaar der, nauwelijks vijfenvijftig uur later was het schip al weer terug bij de Schie- damse werf met een ingedeukte voor steven, een herinnering aan de aanva ring die het gisternacht in het Nauw van Calais had met de Poolse „Nowa Huta". Om vier uur lag de „Ingrid Leonhardt" op haar vertrouwde plaats ...dok zeven. West-Duitsland De Indonesische minister van defensie, generaal Nasoe- tion, zal tijdens zijn bezoek aan Bonn, dat op 26 juni begint, o.a. besprekingen voeren met bondskanselier Adenauer en minister van buitenlandse zaken Von Brentano. (Reuter) (Advertentie) als verdediging tegen geldontwaarding (Advertentie) O WELL, 10 juni Bij een verkeers ongeluk zijn gistermiddag hier twee Duitse jongelui uit Essen om het leven gekomen. De slachtoffers, de_ 18-jarige mej. G. Ernisch en de 24-jarige D. Kraay zaten in een auto, die werd ge grepen door een autobus. Van de inzittenden van de autobus werden enige passagiers licht gewond; een passagiere kreeg een shock. Het ongeluk gebeurde, doordat de personen auto met het Duitse paar in een bocht tegen het linker voorwiel van een te- iremoetkomende bus van de Zuidoos ter botste en daarna over de kop sloeg. TURNHOUT De 43-jarige houthan delaar A. Keim uit Breda is gistermid dag om het leven gekomen toen hij met de door hem bestuurde personenauto in botsing kwam met een grote vracht wagen. Het ongeluk gebeurde op de weg van Antwerpen naar Turnhout onder Westmalle. Oorzaak van het ongeluk was het springen van een band van de auto van de heer Keim. AMERSFOORT Op de Utrechtse- weg is de 49-jarige huisknecht H. Beurs- kens door een merkwaardige loop van omstandigheden in het verkeer omge komen. Nadat hij door een passerende bromfietser was aangereden zou hij met een voorbijganger naar een zieken huis gaan. De voorbijganger hield, om de huisknecht te vervoeren, een auto aan De heer Beurskens heeft toen, ter wijl hij zijn helper volgde niet op het verkeer geiet. Hij werd door een pas serende auto aangereden en is bij die aanrijding omgekomen. GELEEN Het driejarig zoontje van de familie Hermans werd gistermiddag gegrepen door een vrachtauto en op slag gedood. De kleuter stak de drukke rijksweg Noord over. APELDOORN Gisteravond is bij het oversteken van de weg voor zijn woning in, Meerveld de 67-jange H. Bleijenberg door een auto gegrepen en op slag gedood, Het slachtoffer laat een vrouw en negen kinderen achter. KORTGENE, 10 juni De laatste weken worden er hier op de schorren granaten gevonden, afkomstig van ge allieerde of Duitse vliegtuigen uit de oorlog. Omdat de schorren niet meer onder water komen als gevolg van de afsluiting van de Zandkreek gaan deze afbrokkelen. De niet ontplofte grana ten komen zo te voorschijn. De mijnopruimingsdienst heeft inmid dels vier weggehaald, een der grana ten bleek op scherp te staan. Gister middag zijn er weer enkele granaten ge vonden. De kans is niet denkbeeldig, dat er nog meer zijn. In de oorlogsjaren zijn er verwoede luchtgevechten geleverd boven de Zeeuwse stromen en ook zijn in de Zandkreek veel boten beschoten door geallieerde jachtvliegtuigen. Bob de Lange doet graag het verhaal, dat hij eigenlijk bij ver gissing aan het toneel gekomen is. Hij werd in 1934 door Van Dalsum en Defresne bij de Am sterdamse Toneelvereniging aan genomen op een recommandatie, die betrekking had op een an dere jongeman. Welke vergis sing er echter ook begaan mag zijn, in ieder geval hadden zijn superieuren op het kantoor, waar hij voordien jongste be diende was, het niet mis toen zij hun duidelijke twijfellieten blijken over zijn geschiktheid voor een kantoorloopbaan. Zijn levensroeping lag op de planken en nergens anders. De „Louis d'Or", die hij deze week ontving, heeft dit ten overvloede weer eens bevestigd. In zijn eerste tijd te Amster dam viel Bob de Lange reeds op door goede typeringen in kleine rollen. In 1938 kwam hij bij het Residentie Toneel onder Dirk Verbeek. In de oorlogsjaren verdween hij van het toneel. Hij hield zich destijds bezig met voordrachten in besloten kring niet dat hij nu zo'n geweldige liefhebber van het voordragen is, maar In die dagen moest van de nood wel een deugd wor den gemaakt. Na de bevrijding speelde Bob de Lange eerst bij Comedia, ver volgens maakte hij een tournee door Indonesië en in 1950 trad hij toe tot de Haagse Comedie. In die tweede Haagse periode heeft hij onder meer meegespeeld in de voorstelling van „De Kersentuin", die nog altijd mag gelden als een der hoogtepunten van het Nederlandse toneelleven in de gehele naoorlogse periode. Hij speelde de rol van de groothandelaar Lopachin, afstammeling van lijfeigenen. Deze succesvolle zakenman is de winnaar in dit stuk van verliezers, maar hij bestaat het toch niet om het huwelijksaanzoek te doen, waardoor hij werkelijk zou triomferen, een diepindringende rol, door Bob de Lange onder regie van Peter Scharoff met veel diepte vertolkt. Zes jaar later, in 1960, heeft de acteur dezelfde rol in een nieuwe Kersentuin-voorstelling van de Haagse Comedie gespeeld, wederom zeer fraei, doch iets minder subtiel, menen we te moeten zeggen. In die tussentijd heeft Bob de Lange bij twee andere gezelschappen een leidende functie vervuld. In 1953 volgde hij Cor Ruys op als artistiek leider bij het Vrije Toneel. Na een jaar gingen de spelers van dit gezelschap over naar het Rotterdams Toneel, waar Bob de Lange directeur werd. Vijf jaar heeft hij te Rotterdam in de directie gezeten, geregisseerd en gespeeld^ Kostelijk waren o.a. zijn monsieur Jourdain in „Le Bourgeois Gentilhomme en zijn „Mercadet" van Balzac. Toch moest m die Rotterdamse tijd ook wel eens geconstateerd worden dat deze komediant bij uitstek in de zotternij niet de gewenste maat wist te houden. Waarom zou het verzwegen moeten wordende uitsluitende vermelding van lof maakt de acteur niet groter dan hij Is Men heeft mij eens een raspaard genoemd, dat zichzelf over de kop rent als het niet met de straffe teugel gemend wordt. We zouden ook Bob de Lange zelf kunnen citeren, die eens schreef, dat ieder toneelspeler ge durende kortere of langere tijd verroutineerd kan raken, waarmee intussen niet gezegd wil zijn, dat Rotterdam hem niet graag zag optreden. Bob de Lange vertiet het Rotterdams Toneel met een nogal vage bestemming in Den Haag Hij zou met een klein eigen gezelschap de nog te bouwen nieuwe „Kleine Comedie" gaan bespelen. Dat nieuwe theatertje is er nog niet. maar de acteur-regisseur heeft zijn plaats hervonden bij de Haagse Comedie waar bij zich in het afgelopen seizoen zo onderscheiden heeft, dat hem het ereteken van acteur van het jaar is toegekend ,t De emotioneel geladen auditeur-militair in „Het proces Andersonville was een respectabele, doch nog niet zijn beste acteursprestatie Vrijwel onverdeelde bewondering verwierf zijn spel alt Hendrik II in Anoüllhs Becket". De ruwe koning, die hunkert naar vriendschap, zette hij zeer 'indrukwekkend op de planken. Daarna bereikte hij met Nieuwjaar een hoogtepunt in een andere koningsrol: Richard III in het gelijknamige ituk van Shakespeare. Het grove, maar ook de intelliaentie en de zelfspot van deze mismaakte vorst wist hij meesterlijk tot uitdrukking te laten komen Terecht heeft de jury, die hem uitkoos voor de Louis d'Or van dit jaar. in haar rapport bewondering geuit voor zijn doorleefde spel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 5