Zweden bouwt ondergronds is grootste schuilkelder ter wereld op behoud van welvaart Bi ALS RICHARD STRAUSS ZICHZELF DIRIGEERT Muziek, die de componist zijn eigen werk hoort H NEDERLANDSE afdeling ORDE VAN MALTA Roemrijk verleden en hedendaagse activiteit W1 Opmerkelijke resultaten elders Vergelijking met Duitsland en Zwitserland D N LUISTERRIJKE VIERING IN UTRECHT JVi Dikke rotsbodem als bescherming tegen A-bommen VRIJDAG 16 JUNI 1961 PAGINA 11 [N::0SN. DIVERSE UITGAVEN (Van onze speciale verslaggever) Zweden is zoals men weet een welvaartstaat. Het land wordt als zodanig wellicht alleen nog overtroffen door de Verenigde Staten. Men kan deze vrij unieke situatie o.m. verkla ren aan de hand van het feit, dat het land sinds 1870 een snelle ontwikkeling heeft meegemaakt van min of meer achtergebleven agrarisch gebied tot een moderne industriestaat. Deze ontwikkeling en de daarmee gepaard gaande Welstand danken de Zweden dan v°oral aan de natuurlijke rijkdom men, over welke zij kunnen be- Schikken en aan het niet te ver waarlozen feit, dat zij de laatste 150 jaren geen oorlog hebben i Overtroffen KATARINABERCET de Copco" hadden ook een eroot aandeel in de werkzaamheden Zweden is bij uitstek een land dat gesteld is op veiligheid èn doelmatig- heid-in-alle-opzichten. De Burgerlijke Luchtverdediging ontwierp en bouw de de „Katarinaberget" Een grote, par ticuliere maatschappij exploiteert de zaak in vredestijd H. HH. Het werk van Arthur van Schendel, door dr. F. W. van Heerikhuizen (Meu- lenhoff-Amsterdam). Een nieuwe uit voerige studie, die oorspronkelijk als proefschrift verscheen, over achtergron den, karakter en ontwikkeling van de bekende auteur. Clarius zoekt het geluk, door Gaston Cauvin (Stok-Den Haag). Het levens avontuur van een Fransman, die terug keert uit Italië, waar hij als zouaaf heeft gevochten. Als hij terugkeert in zijn dorp blijkt daar geen plaats voor hem. Verbitterd trekt hij naar een af gelegen bergdorpje. Daar vindt hij het plezier in het leven terug. Nóch de maan bij nacht, door Joy Packer Stok). Over een Londense ver pleegster, die een fascinerend vaak moeilijk leven tegemoet gaat, als zij naar Zuid-Afrika vliegt om de man te ontmoeten, waarmee zij jarenlang ge correspondeerd heeft. Deze man is hoofdjachtopziener van een wildreser vaat. Klein kansje, door A. Volmer Weij- land (Stok). Een novelle. Over een jon ge vrouw, die een hersenoperatie moet ondergaan. Zij weet, dat zij slecht een kleine kans heeft de operatie te over leven. In een dramatisch gecompri meerde vorm beschouwt zij haar leven. Men leest over de zielestrijd, die zij moet doormaken en die, na een crisis, in positieve zin wordt opgelost. Zoon van Amerika, door Richard Wright (Stok). Een roman over de ras sendiscriminatie in Amerika. Een her druk. et is tegenwoordig bij „e grammo foon-industrie in zwang recon structies te vervaardigen uit his. torische tijden van de electro- acoustiek. Men neemt daarbij natuurlijk 1 "j voorbaat voor lief dat div naar onze hedendaagse maatstaven ge rekend, gieen acoustisch ideale resul taten oplevert. Dat de klank soms wat vals en zweverig is, men aan vrardt het evenzeer als dat de klank n';t de volle ruimte, hoogte en diepte van de moderne opnamen be zit. Al die tekortkomingen, dank zij de knapheid der geluidsingenieurs toch nog aardig beperkt gehouden, horen er bij. Daarvoor heeft men te doen met historische opnamen, die hun aantrek kelijkheid ontlenen aan andere hoeda nigheden. Ze zijn van documentaire waarde. Men hoort hoe reeds overleden repro- ducenten, die geliefde en bewonderde De ingang van „Katarinaberget", de grootste schuilkelder in de wereld, die nu dienst doet als garage en parkeerplaats. gekendMaar de welvaart is er. Enkele cijfers mogen zulks al is het summier illustreren. De gemiddelde Zweedse industrie arbeider verdient 10.500 kronen, dat is ongeveer 7000 gulden per jaar. Eén op de negen Zweden heeft de beschikking over een auto, en dat komt dan procen tueel gesproken nergens anders in Europa voor. Ieder jaar komen er 140.000 auto's bij. Dertig op de honderd inwoners hebben tele foon, en alleen in de Verenigde Staten kent men wat dat betreft sen nog „gunstiger" beeld. Vijfen dertig op de honderd inwoners tebben radio. „..Sen welvaartstaat dus. De Zweden 5Un er zeer op gespitst die welvaart behouden. En omdat welvaart en joligheid nogal eens parallel willen lo- P6P, zijn zij zeer beducht voor hun Joligheid, zelfs in tijden van vrede. Zij gouwen ondergronds. En zij kunnen dat fHnakkelijk doen, zij worden er zelfs een "''gelokt omdat hun land voor ge bodorwegend deel "U een rotsachti- bouwd©"^116^3»*- Twintig jaar geleden briek onalt.n in Zweden de eerste fa- men deze grond. Sindsdien heeft oneekende"hv grondse" activiteit met °ngZweden ^voortgezet. Daar wordt bouwd of hot niets meer ge" ken, ziekenhuizen of *£njngen:. fabn®I er wordt meteen vfcphn0l.en z«n °f grondse schuilplaats, eenm ffAdafrd schuilplaats". He' gkaf £ie''sta£da^d; kers, die zowel in tijden van vrede als jn die van oorlog debewonerst van nut kunnen zijn. Dat is bij de wet"geregeld *>e standaardschuilplaats bildt een Voortreffelijke bescherming tegen con ventionele wapens en zelfs tegen aan vallen met atoombommen, wanneer die JU€t al te zeer in de nabijheid plaats "«den. Zweden heeft sinds 1945 over het gehele land 30.000 van die ondergrond se. standaardschuilkelders gebouwd. kunnen, zoals de zaken nu liggen, tnden van gevaar bescherming ^eden aan twee miljoen mensen, op bevolking van 7,3 miljoen. Maar »/5er jaar bouwt men er ongeveer r^99 nieuwe „standaard-schuil kelders" bij v-Paar worden echter in de grote JJ[eedse steden regelrecht in de rotsen otieve schuilkelders „uitge- dien+n Ui tijden van oorlog zullen zij Ken doen als verblijfplaats voor de- Ulke"' die regelrecht bij de „burger- Maar ?.orlogsvoering betrokken zijn. Sk®, 7-0 zijn, praktisch als men in het Vrarf Javische land is, ook terdege op DeAJd berekend. «chi,iiu°Pw van deze veertien geplande reed* i ers> die voor een goed deel 77 r?. voltooid is zal de ronde som van tiar,,. guldens kosten. Twee-derde de re«t\ tïn Mste van het .ijk, De (en koste van de gemeenschap, zii Jol "kelders zijn zó ingericht dat In eniLV1 vredestijd zéér bruikbaar zijn. de wAr? gevallen haalt men daardoor Tn o. Jel} er voo 100 procent uit. beree?kent men de „Katarina- der j.s werelds grootste schuilkel- Kara o-a roomenteel als ondergrondse In tibf ,,en Parkeerplaats dienst doet. Dlaaïv yan oorlog biedt zij een schuil- er Ron =a? ,29'990 mensen, nu kunnen ingerni^j s Parkeren en er is plaats service VOOr fcen w'Jd-vertakte auto- bergpt^"klamheden aan „Katarina- dus K„ opblazen van de rotsen comninv ^on 1Tl 1952 in 1955 werd het rage heeft" gebl?ik genomen. De ga- en zii it a -een le.ngte van 500 meter twee vleugjeV®rdl0Pi?gen hoog' er ziin rieën lu© lng?richt voor machine- die elk vyf verdiepingen hoog zijn. Er zijn „galerijen", die toegang geven tot verschillende punten van de stad. Eén er van mondt uit in de on dergrondse. Het geheel wordt afgedekt door een 25 meter dikke rots. Volgens de deskundigen zou de schuilkelder al leen in geval van een directe aanval met een H-bom verwoest kunnen wor den. Er zijn twee hoofdingangen, gewelfde hallen, waar de „service-stations" van de garages zijn gevestigd. Auto's kun nen de parkeerplaatsen bereiken via spiraal-vormige gangen, die geschraagd worden door 8 meter dikke rots-pilaren. Men kan nauwelijks uitmaken wat het meest indrukwekkende is aan dit reusachtige ondergrondse gebouw: de praktische oplossing, die het biedt voor de talrijke parkeerproblemen die ook de Zweedse hoofdstad teiste ren of de aard van de voorzienin gen, die hét biedt aan eventueel voor bommen vluchtende mensen. Het laat ste is uiteraard het meest belang wekkende. Maar die voorzieningen mogen dan ook wellioht wel uniek ge noemd worden. Het ventilatie-systeem voorziet in zuivering", zelfs in het desastreu- een ze geval dat de schuilkelder omgeven zou ziin door ra.dio-a.cti6V6 ,,wolkon Honderd en dertig luchtverversers zul len eventueel de verschrikkelijke be nauwdheid neutraliseren, die ontstaat wanneer massa's mensen hermetisch in beperkte ruimtes opgesloten zijn. Men heeft daartoe verschillende malen geslaagde proeven genomen. Onlangs nog heeft men 400 Zweedse recruten een dag lang in een kleine onderaardse kelder opgesloten. Toen zij „bevrijd" werden hadden zii zelfs geen last van hoofdpijn „Katarinaberget" is dusdanig van sanitair, comfortabele slaapplaatsen, watertoevoer, lichf, brandstof en voed sel voorzien, dat men er 5000 dakloze mensen in geval van nood gerieflijk kan onderbrengen. Het schuilkelder-complex is er op berekend, dat het gedurende gerui me tijd van de buitenwereld zou wor den afgesloten. Daar is een kracht centrale verwarming kan het ganse vallen van elektrische stroom, onmid dellijk in wf ang kan treden. Een centrale verwarming kan het gans complex op temperatuur houden, zo als zij nu reeds 's winters de garage verwarmt. Nochtans gaat men „Katarinaber get" nog uitbreiden en vervolmaken. Wanneer het project voltooid is zal het waarschijnlijk 12 miljoen gulden heb ben gekost. Honderden tonnen dynamiet werden gebruikt om de rotsen op te blazen. Maar de drilboren van „Atlas 50 JAAR altezer ridders In officieel te nue, dat uit de 19e eeuw stamt, lijken weggelopen uit een voorbije aera. Ze roepen romantische herinneringen wakker aan vervlogen eeuwen en Kruistoch ten en men zou zich kunnen voor stellen, dat ze de slag bij Lepanto tot op de dag van vandaag hebben overleefd. Dat dezelfde ridders, in twintigste-eeuws colbert, een werk zaam aandeel hebben in allerlei mo derne activiteiten op charitatief ge bied, realiseert men zich minder ge makkelijk. Niettemin is deze werk zaamheid van meer betekenis dan het uiterlijk vertoon bij plechtige ge beurtenissen: de Soevereine en Mili taire Orde van Malta is geen folklo ristisch relict, maar brengt nog al tijd de doelstellingen in praktijk, die ze zich bij haar oprichting inde twaalfde eeuw heeft gesteld: het ver lenen van hulp in allerlei nood, spe ciaal aan zieken en gewonden. De huidige Nederlandse afdeling is nog niet oud: op 24 juni viert ze haar vijftigjarig ^ertaan. Des te ouder is de adel van de individuele leden. De Nederlandse ridders zijn namelijk van minstens 150 jaar oude adel. Dat I is overigens nog jong in vergelijking met de Maltezers in andere landen. Eigenlijk zouden ze 16 adellijke kwar tieren moeten hebben, maar toen in 1911 het initiatief werd genomen tot de heroprichting van de orde in Ne derland, wist men wel, dat men het daar nooit mee kon halen. Zelfs op de huidige basis is het een moeilijke zaak. Het merkwaardige feit doet zich namelijk voor, dat het steeds meer adellijke families aan manne lijke nazaten ontbreekt, zodat de ene naam na de andere uit de lijsten verdwijnt. Enig soulaas brengt de la ter ingevoerde bepaling, dat men die 150 iaar niet van de oprichting, maar van heden af terugtelt, waardoor langzamerhand ook jongere adel een kans krijgt. Desondanks denkt men erover, de adeldom op een eeuw te gaan stellen. at doen nu die Maltezer ridders in Nederland. „Dat heeft men zich in Rome ook wel eens af gevraagd," zegt de president van het Nederlandse kapittel, mr. E. H. J. Baron van Voorst tot Voorst, oud-burgemeester 'van Tilburg. „De kwestie is, dat hier ieder lid indivi dueel veel activiteiten beoefent. Ze E re-dame prinses Beatrix ontvangt de benoemingsbrieven. doen zoveel, dat ze aan activiteiten binnen het verband van de orde vaak nauwelijks toekomen." Desondanks zijn er toch diverse werkzaamheden aan te wijzen, die in ons land door de Orde van Malta worden verricht; werkzaam heden die voor een deel uniek zijn voor ons land, maar die toch allemaal in de ljjn liggen die de orde heel de historie door heeft gevolgd. Ere-baljuw Grootkruis Baron van Voorst tot Voorst wandelt met ons die historie door en hij vertelt ervan met een gemak en een levendigheid alsof hij het allemaal zelf heeft meegemaakt. Malta had er oorspronkelijk niets mee te maken: de ridders van St.-Jan (de Doper) hadden aanvankelijk hun domi cilie in Jerusalem, waar ze het hospi taal en de H. Plaatsen bewaakten. Eeuwenlang werd daar bloedig om ge vochten en de orde kreeg tussen de VASTENACTIE NEDERLAND —WAS TELEURSTELLEND— verschillende kruistochten door voortdurend nieuw bloed uit Duitsland, Frankrijk en Engeland, misschien ook uit Nederland. Toen ze zich uiteindelijk uit Jerusalem moest terugtrekken, be gon ze een zwervend bestaan. Korte tijd had ze haar zetel in Jaffa, daarna op Cyprus en vervolgens op Rhodus, waar ze tot 1522 gevestigd bleef. Nog altijd vindt men op dit eiland van alles wat aan dit eeuwenlange verblijf her innert. De orde voerde de naam Rho dus ook in haar naam, zoals ze nu nog naar Malta heet, het eiland waarmee ze in 1530 door Karei V werd beleend. Van Malta uit bewaakten de ridders lange tijd de Middellandse Zee om de Turkse vloot uit het westen te houden. De strijd bereikte een hoogtepunt in de slag bij Lepanto, toen de Turken na langdurige gevechten werden terug geslagen. (Van onze missiologische medewerker) 's-HERTOGENBOSCH, juni Kon half april worden gemeld, dat het voor lopig resultaat van de Zwitserse vasten actie 10,7 miljoen gulden was, nu be richt het betreffende secretariaat in Luzern, dat het totaal van deze vasten actie is opgelopen tot 15,2 miljoen Zwit serse franken, dat is 13,2 miljoen gul den. Dit betekent per Zwitserse katho liek 6,95 ©n dat is te meer opmerke lijk, wanneer men het vergelijkt met het resultaat van de vastenactie onder de Nederlandse katholieken. Kort voor de afgelopen vasten, op 14 februari, heeft Kardinaal Alfrink na mens het Nederlandse episcopaat op een sneeiale persconferentie deze eerste spe ciale vastenactie in Nederland gelan ceerd. Eerste bedoeling zou zijn om in dit tijdperk van groeiende welvaart een nieuwe impuls te geven aan de christe lijke zelfverloochening, om aan de vas tentijd weer een concrete zin te geven. De aartsbisschop beklemtoonde daarom, dat het zwaartepunt van deze speciale vastenactie zou worden gelegd op de parochies en via de parochies op de gezinnen. Vandaar de „noodkistjes" in de gezinnen. De concrete zin van deze eigentijdse, christelijke zelfverloo chening diende te zijn een versterking van ons aller verantwoordelijkheidsbe- wustzijn voor de noden in de wereld en voor de noden van de Kerk, uit te druk ken in een speciaal vastenoffer. jTen aanzien van de verwachtingen hebben de bisschoppen zich ook bij de start van deze vastenactie uitgesproken. Tijdens de vermelde persconferentie zei de aartsbisschop onder meer: „Van zelfsprekend hopen de bisschoppen, dat de Nederlandse katholieken in hun vas tenoffer werkelijk zo ver mogelijk zul len gaan". En ook: „In vergelijking met de ontstellende noden in grote delen van de wereld mogen wij ondanks de eigen zorgen de eigen welvaart niet voorbijzien. Dit brengt dan juist voor ons christenen consequenties mee. Reeds de zuiver sociale consequentie, ande ren in die welvaart te laten delen door onze helastingbijdragen en door steun aan het vaak voortreffelijke werk der intergouvernementele organisaties. Ons christenen stelt het echter met name ook voor de evangelische consequentie, anderen niet alleen naar vermogen in die welvaart te laten delen, maar in dif altruïsme zover te gaan, dat er waar lijk sprake kan znn van zelfverlooche ning". Een concrete raming van de verwach te resultaten viel vooraf moeilijk te ma- n, maar op die persconferentie waag- men wel een voorzichtige vergelij king met de resultaten van de eerste vastenactie in Duitsland in 1959, door «iVi00r 'd men zich gesterkt acht te. Welnu, m 1959 bracht de Duitse vas- q? ÜSu "Misereor" niet minder dan 37 miljoen Mark op. Vergelijkenderwijs gaf dat voor de Nederlandse vastenactie een richtbedrag van 5,5 miljoen gulden. In een gezamenlijk herderlijk schrijven op de eerste zondag van de vasten her- haalden de bisschoppen dit dringende beroep" op alle katholieken. In dat schrijven vroegen de bisschoppen om aan het traditionele kleine geldelijke of fer aan het einde van de vasten ,,in ver band met de grote_ noden van de We reldkerk een heel bijzondere uitbreiding te geven en meer te geven veel meer te geven dan in andere jaren". Verge lijkend en tevens de christelijke, zelf verloochenende zin van het gevraagde vastenoffer aangevend gaven de bis schoppen in dit herderlijk schrijven op- ni-uw een normering aan voor de grootte van de verhoopte vastengave: „Waar mil joenen in de wereld sterven door ge brek aan alles, door honger, ziekte, na tuurrampen, betekent navolging van Christus voor ons die de welvaart ken nen: tot het uiterste gaan voor de an der die van ellende sterft". In een klein persbericht maakte het secretariaat van onze Bisschoppelijke Vastenactie op 8 april bekend, dat een eerste tussentijds opgemaakte balans als opbrengst gaf 1,1 miljoen gulden. Een 500 parochies moesten echter nog hun opgave inzenden. Het was echter al duidelijk wat de omvang van de re sultaten ongeveer zou zijn. In een radio causerie bij gelegenheid van de jaar lijkse „Nederlandse Missieweek" voor Pinksteren noemde de provinciaal van de Paters van de H. Geest, de hoogeer waarde pater A. Blommaert, de op brengst van de voorbije vastenactie dan ook reeds zeer teleurstellend. Een dag later, op Tweede Pinksterdag zei pater .dr. Th. Steltenpool s.v.d. in zijn preek bij de Mis-uitzending voor de K.R.O. precies hetzelfde. Op 24 mei gaf het Katholiek Neder lands Persbureau echter een korte me dedeling door; afkomstig van het aarts bisdom. Daarin werd meegedeeld: „Met zeei grote voldoening en dankbaarheid hebben de bisschoppen kunnen consta teren, dat hun oproep veel weerklank heeft ondervonden. Het is duidelijk, dat de meer-opbrengst van het traditionele vastenoffer alle verwachtingen heeft overtroffen". Wat was dan wel het uiteindelijk re sultaat: „ongeveer anderhalf miljoen gulden". Dit is 40 cent per Nederlandse katholiek. In Zwitserland was het 6,95. Neemt men de Duitse vastenactie-1961 met een opbrengst van 50 miljoen Mark als vergelijking, dan is dat f 2,14 per Duitse katholiek. De Nederlandse vastenactie wilde heel speciaal een gezinsactie zijn. Globaal ongerekend is de opbrengst dan onge veer anderhalve gulden per gezin over een veertigdaagse vastentijd. In Duits land was de gezinsbijdrage goed zeven- eneenhalve gulden en in Zwitserland zelfs ruimschoots vijfentwintig gulden. Beschouwt men Zwitserland als een be nijdenswaardig uitzonderingsgeval, dan valt van de Duitse gezinsbijdrage toch op te merken, dat het een gemiddelde betreft. Voor een massaal initiatief als de vastenactie is dit hoogst bevredigend. Maar hiermee vergelijkend en den kend aan het appèl van de bisschoppen, waarin werd gesproken van „een zov r mogelijk gaand offer" en van „waar achtige zelfverloochening", kunnen we het resultaat van de T derlandse vasten actie niet anders dan teleurstellend noemen. Natuurlijk zoeken we meteen naar verklaringen. Propaganda en organisa tie kunnen zonder meer niet normerend zijn voor de zelfverloochening en offer vaardigheid van de mensen. Maar zeker wel richtinggevend en stimulerend. En op dit punt steekt er ongetwijfeld een stuk verklaring in de vergelijking met de Duitse en Zwitserse vastenactie. In Nederland werd de organisatie en pro paganda toevertrouwd aan het landelijk secretariaat van de actie „Voor God" te Heemstede. Wat dit reeds overbelaste secretariaat heeft gedaan was niet on verdienstelijk. Maar het kon niet halen bij de uitermate deskundige en zeer ef fectieve propaganda in Duitsland en Zwitserland. Een paar voorbeelden. De speciale „Missionsillustrierte" in Zwit serland in een oplage van 400.000 en van niet minder dan 80 pagina's was eenvoudig een openbaring. Er stak een grote dosis eersteklas deskundigheid in, en kon in lay-out en typografie wedijve ren met een Life. In Duitsland had men een speciaal handboek samengesteld voor de parochiegeestelijkheid, waarin deze documentatiemateriaal, preken en gebeden afgestemd op de noden in de wereld, kon vinden. Daardoor kon in de gewone zielzorg de vastenactie effectief aan de orde worden gesteld. De eerste ervaring in Nederland met een speciale vastenactie was waarde vol. Laat het een teleurstelling zijn *e- weest. Deze ervaring én een eerlijke ver gelijking met de Duitse en Zwitserse vastenacties bieden echter betere per spectieven voor volgende keren. Drs. A. 3. Kramer aar de orde was en is niet al leen een militaire, maar ook een geestelijke macht: een geestelijke orde van geprofes te ridders, die overal goederen kre gen. In ons land had ze een com manderij in Alphen en vestigingen in Haarlem, Utrecht, Nijmegen en Arnhem, alwaar respectievelijk de St.-Janskerk, het St.-Catrijnecon- vent, een commanderij met kerk en een bezit, waarvan de tegenwoordige kathedraal deel uitmaakte. De naam Sonsbeek n.oet geëvolueerd zijn uit St. Jansbeek, maar de namen Janssin gel, Jansstraat en Jansplaats aldaar duiden ongetwijfeld op de vroegere vestiging der Ridders van St. Jan. Van Malta is de orde in 1798 door Napoleon verdreven. De hoofdzetel is sedert 1834 te Rome gevestigd, waar de luitenant-grootmeester en de Soe vereine Raad zetelen, een college waarin ook de nationale afdelingen vertegenwoordigd zijn. Een dergelijke afdeling is het eerst in Westfalen omhooggekomen. Naast de geprofes- ten kwamen toen de ere- en devotie ridders, zoals we die in ons land kennen men zou ze kunnen verge lijken met een derde orde en ma gistrale ridders, die door de groot vorst worden benoemd en die men voornamelijk in Noord- en Zuid-Ame- rika vindt, waar geen adel bestaat. In de constitutie van 1956 is daar naast nog een nieuwe categorie in het leven geroepen: die van de rid ders van obedientie. In totaal telt de orde tegenwoordig ongeveer 9000 le den, in Nederland 50, allen ere-rid- ders. e soevereiniteit van de Maltezers wordt nog altijd door vele landen erkend: met 37 landen onder houdt de orde diplomatieke be trekkingen. Voorts heeft ze een gevol machtigd minister bij het internationa le Roode Kruis in Geneve. De orde van Malta heeft destijds de conventie ondertekend waarbij het Roode Kruis werd opgericht. Alle andere onderteke naars: de tsaar van alle Russen, de koning van Pruisen, Napoleon van Frankrijk, de koning van Italië en de keizer van Oostenrijk, zijn intussen van het wereldtoneel verdwenen De laatste jaren heeft de orde zich sterk toegelegd op de leprabestrijding, speciaa] in Afrika. In Duitsland heeft ze. met de Johannieters en het Roode Kruis, de hele militaire geneeskundige dienst in handen. Het potentieel van de Maltezers omvat zelfs vliegtuigen. In 1953 kwamen er enkele met dekens naar het Nederlandse watersnoodge- bied. De Nederlandse afdeling bezet even als de Nederlandse Johannieten een ze tel in het dagelijks bestuur van het Roode Kruis en de Nationale Katho lieke Gezinszorg en is beschermheer van de R.-K. EHBO. Zij werkt voorts aar. de opleiding van Maltezer help sters, die bij rampen of in oorlogstijd kunnen inspringen in ziekenhuizen. Bij de oprichting had men de bedoeling, een eigen hospitaal te stichten. Dat is er niet van gekomen, maar wel heeft de afdeling lange tijd in vijf ziekenhui zen een vrjjbed gehad voor onbemid delde patiënten. Door de uitbreiding van de sociale verzekeringen is daar nu haast geen behoefte meer aan. Te genwoordig wordt meer aandacht be- beroemdheden in hun dagen zijn ge weest, het deden. Daarom spreken ze ook sterk tot het sentiment van velen. Konden we het nog maar eens horen, verzucht menige liefhebber, wanneer hij terug denkt aan het intense genot, dat een pianist, zangeres of dirigent hem in lang vervlogen jaren bereid heeft. Welnu, als men de catalogi van de grammofoonmaatschappijen na kijkt, blijkt dat men tegenwoordig heel wat kan horen van kunstenaars van vroeger. Bij wijze van vrij willekeurig geko zen proeve luisterde ik eens naar een 45-t plaatje (30 431 EPL) uit de serie „Die groszen ihrer Zeit", van de Deut sche Grammophon Gesellschaft. Het is een opname, waarop een reproductie is vastgelegd door Richard Strauss met de Staatskapelle Berlin van zijn eigen „Till Eulenspiegel". Richard Strauss was in zijn beste jaren een beroemd dirigent, niet alleen als vertolker van eigen werk. Behalve componist was hjj beroepsdirigent. Hij is niet voor niets vrij geruime tijd chef-dirigent van de Weense Staatsopera geweest. Het staat dus vast, dat hij niet al leen precies wist wat hij wilde, maar ook dat hij beschikte over de ambachte lijke capaciteiten om dit nauwkeurig te realiseren. Zulk een weergave* door een vakman-dirigent van zijn eigen werk heeft dus op de volmaaktheid van de klank na een hoge mate va» authenticiteit. Het wonderlijke nu was. dat zü bp het luisteren voor het uiter» aard subjectieve oor van de hedendaag se luisteraar heel weinig muzikaal-re- productieve charme bleek te bezitten. Ik heb die opname vergeleken met die van verschillende andere beroeps- dirigenten, geen componisten wel te ver staan doch mensen die zich uitsluitend aan het dirigeren wijden. Ze vertoon den onderlinge verschillen en de ene was beter dan de andere, maar zij wa ren alle stukken beter da nde vertol king van de componist zelf. Is dit een kwestie van generatie-ver schil? Mogelijk, ofschoon ik het betwij fel. Een van hen, Clemens Krauss is reeds overleden. Hjj was weliswaar een generatie jonger dan Richard Strauss, maar hij is nog goeddeels met zijn werk groot geworden en heeft veel van de meester zelf geleerd. Clemens Krauss gold als een Strauss-specialist. maar wat hij speelde klinkt heel anders dan bij Strauss. De voornaamste eigenschappen waardoor Strauss' eigen lezing van „Till Eulenspiegel" zich kenmerkt zijn lang zaamheid, bedachtzaamheid en duide lijkheid. Dat is bij een componist wel begrijpelijk. Strauss legt kennelijk de nadruk op de structuur van zijn stuk. Componisten, die eigen werk vertolken doen dit gemeenlijk zo. Zij analyseren alj het ware nog, terwijl zij spelen Bij hen geldt voor alles de manier, waar op het stuk gemaakt is. Dat wat zij ge maakt hebben is de compositie, die al les bevat. Dit werpt een interessant licht op de mentaliteit van de componist, van wie velen ten onrechte menen, dat hij in vi sioenen en revelaties werkt, in een ex tase waarin hjj met zijn geestesoor een muziek hoort, die hij dan noteert. Dit is een geromantiseerde voorstelling, die met de werkelijkheid van het com poneren weinig van doen heeft. De componist stelt samen. Hij maakt een structuur, hij is dus in zekere zin een bouwer. Als hij een bouwer is, dan moet hij niet minder passen, meten en be rekenen dan een architect. De construc ties, waartoe hij komt zijn de vondsten, die hij doet. Die vondsten zijn dan wel muziek, als het goed is, maar goed of niet goed, dat doet voor de zwoe gende componist pas in tweede instan tie terzake. Het goede is voor hem af hankelijk van de mate, waarin hij zijn vak verstaat. Beter geschreven muziek is meer muziek dan slecht geschreven muziek. In de mentaliteit van de com ponist ligt dus het zwaartepunt op het gecomponeerde. Zo moet men het, dunkt mij, vooral verklaren, dat Richard Strauss zijn „Till Eulenspiegel" zo saai speelt, dat men kende men het stuk niet uit de vertolking van anderen nauwelijks zou vermoeden welk een briljant en vervoerend geestrijke muziek het is. En het z\jn dus toch de specialisten-vakdi rigenten die er de muziek beter uit kunnen halen dan de componist zelf, ook al is deze een man, die de materie van het vak dirigeren terdege beheerst. Dit althans lijkt mij een conclusie, die op grond van vele andere ervarin- ten in het algemeen te trekken is. ir zjjn varianten op die regel; wel licht doet er zich ook wel eens een echte uitzondering op voor. Gustav Mahler was ook een groot vakdirigent: hij was eveneens, en wel tien jaren lang, directeur van de Weense Staats opera, en de faam van zijn reproduc ties leeft nog altijd voort. Ik heb bet niet meer meegemaakt en bij mijn we ten bestaat er geen voor-historische grammofoonopname van hem. Mis schien was hij de uitzondering. Een man als Ravel was geen dirigent. Hij was eenvoudig een componist, die vermoedelijk het meest gedreven door financiële overwegingen zijn eigen stuk ken (slecht) dirigeerde. Stravvinsky le vert een ander beeld op. Er zijn heel weinig dirigenten, die zijn werken even goed spelen als hjj zelf, maar er is ze ker niemand die het beter doet. Hij is zeker niet een all-round gespecialiseerd dirigent en hij pretendeert het ook niet te zijn. Maar de aard van zijn muziek laat in leite heei weinig interpretatie ve mogelijkheden toe. De noten op zich zelf, zo exact mogelijk uitgevoerd zijn voor een overgroot deel bepalend voor de muzikale waarde. De dirigent die hier naar interpretaties zoekt grijpt er meestal naast. L.H. steed aan gezinshulp, aan wagentjes voor invaliden en andere zaken die (nog) niet onder het ziekenfonds val len. Verder heeft de Nederlandse af deling nauwe relaties met de medische missiezusters. aast de ridders zijn er ook en kele ere-dames, onder wie rinses Wilhelmina en prinses eatrix. Prins Bernhard Is Ere-Baljuw Grootkruis. Ook prins Hendrik is dat sinds 1911 geweest. Twee jaar tevoren: in 1909 had hij de Nederlandse Johanmeteraf deling opgericht, de hervormde tak van de orde. Deze vindt zijn oorsprong in de 16-de eeuw, toen de Duitse groot prior van de Maltezers de richting van Luther koos. De Johannieters, die in Duitsland in 1840 heropgericht zijn, hebben het verband met de Malte zers nooit helemaal verbroken, in te genstelling met de Anglikaanse Order of St.-John. Engeland erkent de soe vereiniteit van de Maltezers niet. Dat ze, na de val van Napoleon, niet meer op het eiland Malta zijn terug gekeerd, is ook een gevolg van het feit, dat Albion het heef' „achterge houden". Het Nederlandse jubileum wordt op de feestdag van St.-Jan, 24 juni, in Utrecht gevierd. Dat die viering om geven wordt met alle luister waar over de Maltezers en hun hoge gas ten beschikken, behoeft geen betoog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11