Zweden bouwt ondergronds
is
grootste schuilkelder ter wereld
op behoud van welvaart
Bi
ALS RICHARD STRAUSS
ZICHZELF DIRIGEERT
Muziek, die de componist
zijn eigen werk hoort
H
NEDERLANDSE afdeling
ORDE VAN MALTA
Roemrijk verleden en
hedendaagse activiteit
W1
Opmerkelijke resultaten elders
Vergelijking met Duitsland
en Zwitserland
D
N
LUISTERRIJKE
VIERING IN UTRECHT
JVi
Dikke rotsbodem
als bescherming
tegen A-bommen
VRIJDAG 16 JUNI 1961
PAGINA 11
[N::0SN.
DIVERSE UITGAVEN
(Van onze speciale verslaggever)
Zweden is zoals men weet een
welvaartstaat. Het land
wordt als zodanig wellicht
alleen nog overtroffen door de
Verenigde Staten. Men kan deze
vrij unieke situatie o.m. verkla
ren aan de hand van het feit, dat
het land sinds 1870 een snelle
ontwikkeling heeft meegemaakt
van min of meer achtergebleven
agrarisch gebied tot een moderne
industriestaat. Deze ontwikkeling
en de daarmee gepaard gaande
Welstand danken de Zweden dan
v°oral aan de natuurlijke rijkdom
men, over welke zij kunnen be-
Schikken en aan het niet te ver
waarlozen feit, dat zij de laatste
150 jaren geen oorlog hebben
i
Overtroffen
KATARINABERCET
de
Copco" hadden ook een eroot aandeel
in de werkzaamheden
Zweden is bij uitstek een land dat
gesteld is op veiligheid èn doelmatig-
heid-in-alle-opzichten. De Burgerlijke
Luchtverdediging ontwierp en bouw
de de „Katarinaberget" Een grote, par
ticuliere maatschappij exploiteert de
zaak in vredestijd
H. HH.
Het werk van Arthur van Schendel,
door dr. F. W. van Heerikhuizen (Meu-
lenhoff-Amsterdam). Een nieuwe uit
voerige studie, die oorspronkelijk als
proefschrift verscheen, over achtergron
den, karakter en ontwikkeling van de
bekende auteur.
Clarius zoekt het geluk, door Gaston
Cauvin (Stok-Den Haag). Het levens
avontuur van een Fransman, die terug
keert uit Italië, waar hij als zouaaf
heeft gevochten. Als hij terugkeert in
zijn dorp blijkt daar geen plaats voor
hem. Verbitterd trekt hij naar een af
gelegen bergdorpje. Daar vindt hij het
plezier in het leven terug.
Nóch de maan bij nacht, door Joy
Packer Stok). Over een Londense ver
pleegster, die een fascinerend vaak
moeilijk leven tegemoet gaat, als zij
naar Zuid-Afrika vliegt om de man te
ontmoeten, waarmee zij jarenlang ge
correspondeerd heeft. Deze man is
hoofdjachtopziener van een wildreser
vaat.
Klein kansje, door A. Volmer Weij-
land (Stok). Een novelle. Over een jon
ge vrouw, die een hersenoperatie moet
ondergaan. Zij weet, dat zij slecht een
kleine kans heeft de operatie te over
leven. In een dramatisch gecompri
meerde vorm beschouwt zij haar leven.
Men leest over de zielestrijd, die zij
moet doormaken en die, na een crisis,
in positieve zin wordt opgelost.
Zoon van Amerika, door Richard
Wright (Stok). Een roman over de ras
sendiscriminatie in Amerika. Een her
druk.
et is tegenwoordig bij „e grammo
foon-industrie in zwang recon
structies te vervaardigen uit his.
torische tijden van de electro-
acoustiek. Men neemt daarbij natuurlijk
1 "j voorbaat voor lief dat div naar
onze hedendaagse maatstaven ge
rekend, gieen acoustisch ideale resul
taten oplevert. Dat de klank soms
wat vals en zweverig is, men aan
vrardt het evenzeer als dat de klank
n';t de volle ruimte, hoogte en diepte
van de moderne opnamen be
zit. Al die tekortkomingen, dank zij de
knapheid der geluidsingenieurs toch
nog aardig beperkt gehouden, horen er
bij. Daarvoor heeft men te doen met
historische opnamen, die hun aantrek
kelijkheid ontlenen aan andere hoeda
nigheden.
Ze zijn van documentaire waarde.
Men hoort hoe reeds overleden repro-
ducenten, die geliefde en bewonderde
De ingang van „Katarinaberget", de grootste schuilkelder in de wereld, die nu dienst doet als garage en parkeerplaats.
gekendMaar de welvaart is
er. Enkele cijfers mogen zulks
al is het summier illustreren.
De gemiddelde Zweedse industrie
arbeider verdient 10.500 kronen,
dat is ongeveer 7000 gulden per
jaar. Eén op de negen Zweden
heeft de beschikking over een
auto, en dat komt dan procen
tueel gesproken nergens anders in
Europa voor. Ieder jaar komen er
140.000 auto's bij. Dertig op de
honderd inwoners hebben tele
foon, en alleen in de Verenigde
Staten kent men wat dat betreft
sen nog „gunstiger" beeld. Vijfen
dertig op de honderd inwoners
tebben radio.
„..Sen welvaartstaat dus. De Zweden
5Un er zeer op gespitst die welvaart
behouden. En omdat welvaart en
joligheid nogal eens parallel willen lo-
P6P, zijn zij zeer beducht voor hun
Joligheid, zelfs in tijden van vrede. Zij
gouwen ondergronds. En zij kunnen dat
fHnakkelijk doen, zij worden er zelfs
een "''gelokt omdat hun land voor
ge bodorwegend deel "U een rotsachti-
bouwd©"^116^3»*- Twintig jaar geleden
briek onalt.n in Zweden de eerste fa-
men deze grond. Sindsdien heeft
oneekende"hv grondse" activiteit met
°ngZweden ^voortgezet. Daar wordt
bouwd of hot niets meer ge"
ken, ziekenhuizen of *£njngen:. fabn®I
er wordt meteen vfcphn0l.en z«n °f
grondse schuilplaats, eenm ffAdafrd
schuilplaats". He' gkaf £ie''sta£da^d;
kers, die zowel in tijden van vrede als
jn die van oorlog debewonerst van nut
kunnen zijn. Dat is bij de wet"geregeld
*>e standaardschuilplaats bildt een
Voortreffelijke bescherming tegen con
ventionele wapens en zelfs tegen aan
vallen met atoombommen, wanneer die
JU€t al te zeer in de nabijheid plaats
"«den.
Zweden heeft sinds 1945 over het
gehele land 30.000 van die ondergrond
se. standaardschuilkelders gebouwd.
kunnen, zoals de zaken nu liggen,
tnden van gevaar bescherming
^eden aan twee miljoen mensen, op
bevolking van 7,3 miljoen. Maar
»/5er jaar bouwt men er ongeveer
r^99 nieuwe „standaard-schuil
kelders" bij
v-Paar worden echter in de grote
JJ[eedse steden regelrecht in de rotsen
otieve schuilkelders „uitge-
dien+n Ui tijden van oorlog zullen zij
Ken doen als verblijfplaats voor de-
Ulke"' die regelrecht bij de „burger-
Maar ?.orlogsvoering betrokken zijn.
Sk®, 7-0 zijn, praktisch als men in het
Vrarf Javische land is, ook terdege op
DeAJd berekend.
«chi,iiu°Pw van deze veertien geplande
reed* i ers> die voor een goed deel
77 r?. voltooid is zal de ronde som van
tiar,,. guldens kosten. Twee-derde
de re«t\ tïn Mste van het .ijk,
De (en koste van de gemeenschap,
zii Jol "kelders zijn zó ingericht dat
In eniLV1 vredestijd zéér bruikbaar zijn.
de wAr? gevallen haalt men daardoor
Tn o. Jel} er voo 100 procent uit.
beree?kent men de „Katarina-
der j.s werelds grootste schuilkel-
Kara o-a roomenteel als ondergrondse
In tibf ,,en Parkeerplaats dienst doet.
Dlaaïv yan oorlog biedt zij een schuil-
er Ron =a? ,29'990 mensen, nu kunnen
ingerni^j s Parkeren en er is plaats
service VOOr fcen w'Jd-vertakte auto-
bergpt^"klamheden aan „Katarina-
dus K„ opblazen van de rotsen
comninv ^on 1Tl 1952 in 1955 werd het
rage heeft" gebl?ik genomen. De ga-
en zii it a -een le.ngte van 500 meter
twee vleugjeV®rdl0Pi?gen hoog' er ziin
rieën lu© lng?richt voor machine-
die elk vyf verdiepingen hoog
zijn. Er zijn „galerijen", die toegang
geven tot verschillende punten van de
stad. Eén er van mondt uit in de on
dergrondse. Het geheel wordt afgedekt
door een 25 meter dikke rots. Volgens
de deskundigen zou de schuilkelder al
leen in geval van een directe aanval
met een H-bom verwoest kunnen wor
den.
Er zijn twee hoofdingangen, gewelfde
hallen, waar de „service-stations" van
de garages zijn gevestigd. Auto's kun
nen de parkeerplaatsen bereiken via
spiraal-vormige gangen, die geschraagd
worden door 8 meter dikke rots-pilaren.
Men kan nauwelijks uitmaken wat
het meest indrukwekkende is aan dit
reusachtige ondergrondse gebouw:
de praktische oplossing, die het biedt
voor de talrijke parkeerproblemen
die ook de Zweedse hoofdstad teiste
ren of de aard van de voorzienin
gen, die hét biedt aan eventueel voor
bommen vluchtende mensen. Het laat
ste is uiteraard het meest belang
wekkende. Maar die voorzieningen
mogen dan ook wellioht wel uniek ge
noemd worden.
Het ventilatie-systeem voorziet in
zuivering", zelfs in het desastreu-
een
ze geval dat de schuilkelder omgeven
zou ziin door ra.dio-a.cti6V6 ,,wolkon
Honderd en dertig luchtverversers zul
len eventueel de verschrikkelijke be
nauwdheid neutraliseren, die ontstaat
wanneer massa's mensen hermetisch
in beperkte ruimtes opgesloten zijn.
Men heeft daartoe verschillende malen
geslaagde proeven genomen. Onlangs
nog heeft men 400 Zweedse recruten
een dag lang in een kleine onderaardse
kelder opgesloten. Toen zij „bevrijd"
werden hadden zii zelfs geen last van
hoofdpijn
„Katarinaberget" is dusdanig van
sanitair, comfortabele slaapplaatsen,
watertoevoer, lichf, brandstof en voed
sel voorzien, dat men er 5000 dakloze
mensen in geval van nood gerieflijk
kan onderbrengen.
Het schuilkelder-complex is er op
berekend, dat het gedurende gerui
me tijd van de buitenwereld zou wor
den afgesloten. Daar is een kracht
centrale verwarming kan het ganse
vallen van elektrische stroom, onmid
dellijk in wf ang kan treden. Een
centrale verwarming kan het gans
complex op temperatuur houden, zo
als zij nu reeds 's winters de garage
verwarmt.
Nochtans gaat men „Katarinaber
get" nog uitbreiden en vervolmaken.
Wanneer het project voltooid is zal het
waarschijnlijk 12 miljoen gulden heb
ben gekost. Honderden tonnen dynamiet
werden gebruikt om de rotsen op te
blazen. Maar de drilboren van „Atlas
50 JAAR
altezer ridders In officieel te
nue, dat uit de 19e eeuw
stamt, lijken weggelopen uit
een voorbije aera. Ze roepen
romantische herinneringen wakker
aan vervlogen eeuwen en Kruistoch
ten en men zou zich kunnen voor
stellen, dat ze de slag bij Lepanto
tot op de dag van vandaag hebben
overleefd. Dat dezelfde ridders, in
twintigste-eeuws colbert, een werk
zaam aandeel hebben in allerlei mo
derne activiteiten op charitatief ge
bied, realiseert men zich minder ge
makkelijk. Niettemin is deze werk
zaamheid van meer betekenis dan
het uiterlijk vertoon bij plechtige ge
beurtenissen: de Soevereine en Mili
taire Orde van Malta is geen folklo
ristisch relict, maar brengt nog al
tijd de doelstellingen in praktijk, die
ze zich bij haar oprichting inde
twaalfde eeuw heeft gesteld: het ver
lenen van hulp in allerlei nood, spe
ciaal aan zieken en gewonden.
De huidige Nederlandse afdeling is
nog niet oud: op 24 juni viert ze haar
vijftigjarig ^ertaan. Des te ouder is de
adel van de individuele leden. De
Nederlandse ridders zijn namelijk
van minstens 150 jaar oude adel. Dat I
is overigens nog jong in vergelijking
met de Maltezers in andere landen.
Eigenlijk zouden ze 16 adellijke kwar
tieren moeten hebben, maar toen in
1911 het initiatief werd genomen tot
de heroprichting van de orde in Ne
derland, wist men wel, dat men het
daar nooit mee kon halen. Zelfs op
de huidige basis is het een moeilijke
zaak. Het merkwaardige feit doet
zich namelijk voor, dat het steeds
meer adellijke families aan manne
lijke nazaten ontbreekt, zodat de ene
naam na de andere uit de lijsten
verdwijnt. Enig soulaas brengt de la
ter ingevoerde bepaling, dat men die
150 iaar niet van de oprichting, maar
van heden af terugtelt, waardoor
langzamerhand ook jongere adel een
kans krijgt. Desondanks denkt men
erover, de adeldom op een eeuw te
gaan stellen.
at doen nu die Maltezer ridders
in Nederland. „Dat heeft men
zich in Rome ook wel eens af
gevraagd," zegt de president
van het Nederlandse kapittel, mr. E.
H. J. Baron van Voorst tot Voorst,
oud-burgemeester 'van Tilburg. „De
kwestie is, dat hier ieder lid indivi
dueel veel activiteiten beoefent. Ze
E re-dame prinses Beatrix ontvangt de benoemingsbrieven.
doen zoveel, dat ze aan activiteiten
binnen het verband van de orde vaak
nauwelijks toekomen." Desondanks zijn
er toch diverse werkzaamheden aan te
wijzen, die in ons land door de Orde
van Malta worden verricht; werkzaam
heden die voor een deel uniek zijn voor
ons land, maar die toch allemaal in de
ljjn liggen die de orde heel de historie
door heeft gevolgd.
Ere-baljuw Grootkruis Baron van
Voorst tot Voorst wandelt met ons die
historie door en hij vertelt ervan met
een gemak en een levendigheid alsof
hij het allemaal zelf heeft meegemaakt.
Malta had er oorspronkelijk niets mee
te maken: de ridders van St.-Jan (de
Doper) hadden aanvankelijk hun domi
cilie in Jerusalem, waar ze het hospi
taal en de H. Plaatsen bewaakten.
Eeuwenlang werd daar bloedig om ge
vochten en de orde kreeg tussen de
VASTENACTIE NEDERLAND
—WAS TELEURSTELLEND—
verschillende kruistochten door
voortdurend nieuw bloed uit Duitsland,
Frankrijk en Engeland, misschien ook
uit Nederland. Toen ze zich uiteindelijk
uit Jerusalem moest terugtrekken, be
gon ze een zwervend bestaan. Korte
tijd had ze haar zetel in Jaffa, daarna
op Cyprus en vervolgens op Rhodus,
waar ze tot 1522 gevestigd bleef. Nog
altijd vindt men op dit eiland van alles
wat aan dit eeuwenlange verblijf her
innert. De orde voerde de naam Rho
dus ook in haar naam, zoals ze nu nog
naar Malta heet, het eiland waarmee
ze in 1530 door Karei V werd beleend.
Van Malta uit bewaakten de ridders
lange tijd de Middellandse Zee om de
Turkse vloot uit het westen te houden.
De strijd bereikte een hoogtepunt in
de slag bij Lepanto, toen de Turken
na langdurige gevechten werden terug
geslagen.
(Van onze missiologische medewerker)
's-HERTOGENBOSCH, juni Kon
half april worden gemeld, dat het voor
lopig resultaat van de Zwitserse vasten
actie 10,7 miljoen gulden was, nu be
richt het betreffende secretariaat in
Luzern, dat het totaal van deze vasten
actie is opgelopen tot 15,2 miljoen Zwit
serse franken, dat is 13,2 miljoen gul
den. Dit betekent per Zwitserse katho
liek 6,95 ©n dat is te meer opmerke
lijk, wanneer men het vergelijkt met
het resultaat van de vastenactie onder
de Nederlandse katholieken.
Kort voor de afgelopen vasten, op 14
februari, heeft Kardinaal Alfrink na
mens het Nederlandse episcopaat op een
sneeiale persconferentie deze eerste spe
ciale vastenactie in Nederland gelan
ceerd. Eerste bedoeling zou zijn om in
dit tijdperk van groeiende welvaart een
nieuwe impuls te geven aan de christe
lijke zelfverloochening, om aan de vas
tentijd weer een concrete zin te geven.
De aartsbisschop beklemtoonde daarom,
dat het zwaartepunt van deze speciale
vastenactie zou worden gelegd op de
parochies en via de parochies op de
gezinnen. Vandaar de „noodkistjes"
in de gezinnen. De concrete zin van
deze eigentijdse, christelijke zelfverloo
chening diende te zijn een versterking
van ons aller verantwoordelijkheidsbe-
wustzijn voor de noden in de wereld en
voor de noden van de Kerk, uit te druk
ken in een speciaal vastenoffer.
jTen aanzien van de verwachtingen
hebben de bisschoppen zich ook bij de
start van deze vastenactie uitgesproken.
Tijdens de vermelde persconferentie zei
de aartsbisschop onder meer: „Van
zelfsprekend hopen de bisschoppen, dat
de Nederlandse katholieken in hun vas
tenoffer werkelijk zo ver mogelijk zul
len gaan". En ook: „In vergelijking met
de ontstellende noden in grote delen
van de wereld mogen wij ondanks de
eigen zorgen de eigen welvaart niet
voorbijzien. Dit brengt dan juist voor
ons christenen consequenties mee. Reeds
de zuiver sociale consequentie, ande
ren in die welvaart te laten delen door
onze helastingbijdragen en door steun
aan het vaak voortreffelijke werk der
intergouvernementele organisaties. Ons
christenen stelt het echter met name
ook voor de evangelische consequentie,
anderen niet alleen naar vermogen in
die welvaart te laten delen, maar in dif
altruïsme zover te gaan, dat er waar
lijk sprake kan znn van zelfverlooche
ning".
Een concrete raming van de verwach
te resultaten viel vooraf moeilijk te ma-
n, maar op die persconferentie waag-
men wel een voorzichtige vergelij
king met de resultaten van de eerste
vastenactie in Duitsland in 1959, door
«iVi00r 'd men zich gesterkt acht
te. Welnu, m 1959 bracht de Duitse vas-
q? ÜSu "Misereor" niet minder dan
37 miljoen Mark op. Vergelijkenderwijs
gaf dat voor de Nederlandse vastenactie
een richtbedrag van 5,5 miljoen gulden.
In een gezamenlijk herderlijk schrijven
op de eerste zondag van de vasten her-
haalden de bisschoppen dit dringende
beroep" op alle katholieken. In dat
schrijven vroegen de bisschoppen om
aan het traditionele kleine geldelijke of
fer aan het einde van de vasten ,,in ver
band met de grote_ noden van de We
reldkerk een heel bijzondere uitbreiding
te geven en meer te geven veel meer
te geven dan in andere jaren". Verge
lijkend en tevens de christelijke, zelf
verloochenende zin van het gevraagde
vastenoffer aangevend gaven de bis
schoppen in dit herderlijk schrijven op-
ni-uw een normering aan voor de grootte
van de verhoopte vastengave: „Waar mil
joenen in de wereld sterven door ge
brek aan alles, door honger, ziekte, na
tuurrampen, betekent navolging van
Christus voor ons die de welvaart ken
nen: tot het uiterste gaan voor de an
der die van ellende sterft".
In een klein persbericht maakte het
secretariaat van onze Bisschoppelijke
Vastenactie op 8 april bekend, dat een
eerste tussentijds opgemaakte balans
als opbrengst gaf 1,1 miljoen gulden.
Een 500 parochies moesten echter nog
hun opgave inzenden. Het was echter
al duidelijk wat de omvang van de re
sultaten ongeveer zou zijn. In een radio
causerie bij gelegenheid van de jaar
lijkse „Nederlandse Missieweek" voor
Pinksteren noemde de provinciaal van
de Paters van de H. Geest, de hoogeer
waarde pater A. Blommaert, de op
brengst van de voorbije vastenactie dan
ook reeds zeer teleurstellend. Een dag
later, op Tweede Pinksterdag zei pater
.dr. Th. Steltenpool s.v.d. in zijn preek
bij de Mis-uitzending voor de K.R.O.
precies hetzelfde.
Op 24 mei gaf het Katholiek Neder
lands Persbureau echter een korte me
dedeling door; afkomstig van het aarts
bisdom. Daarin werd meegedeeld: „Met
zeei grote voldoening en dankbaarheid
hebben de bisschoppen kunnen consta
teren, dat hun oproep veel weerklank
heeft ondervonden. Het is duidelijk, dat
de meer-opbrengst van het traditionele
vastenoffer alle verwachtingen heeft
overtroffen".
Wat was dan wel het uiteindelijk re
sultaat: „ongeveer anderhalf miljoen
gulden". Dit is 40 cent per Nederlandse
katholiek. In Zwitserland was het 6,95.
Neemt men de Duitse vastenactie-1961
met een opbrengst van 50 miljoen Mark
als vergelijking, dan is dat f 2,14 per
Duitse katholiek.
De Nederlandse vastenactie wilde heel
speciaal een gezinsactie zijn. Globaal
ongerekend is de opbrengst dan onge
veer anderhalve gulden per gezin over
een veertigdaagse vastentijd. In Duits
land was de gezinsbijdrage goed zeven-
eneenhalve gulden en in Zwitserland
zelfs ruimschoots vijfentwintig gulden.
Beschouwt men Zwitserland als een be
nijdenswaardig uitzonderingsgeval, dan
valt van de Duitse gezinsbijdrage toch
op te merken, dat het een gemiddelde
betreft. Voor een massaal initiatief als
de vastenactie is dit hoogst bevredigend.
Maar hiermee vergelijkend en den
kend aan het appèl van de bisschoppen,
waarin werd gesproken van „een zov r
mogelijk gaand offer" en van „waar
achtige zelfverloochening", kunnen we
het resultaat van de T derlandse vasten
actie niet anders dan teleurstellend
noemen.
Natuurlijk zoeken we meteen naar
verklaringen. Propaganda en organisa
tie kunnen zonder meer niet normerend
zijn voor de zelfverloochening en offer
vaardigheid van de mensen. Maar zeker
wel richtinggevend en stimulerend. En
op dit punt steekt er ongetwijfeld een
stuk verklaring in de vergelijking met
de Duitse en Zwitserse vastenactie. In
Nederland werd de organisatie en pro
paganda toevertrouwd aan het landelijk
secretariaat van de actie „Voor God"
te Heemstede. Wat dit reeds overbelaste
secretariaat heeft gedaan was niet on
verdienstelijk. Maar het kon niet halen
bij de uitermate deskundige en zeer ef
fectieve propaganda in Duitsland en
Zwitserland. Een paar voorbeelden. De
speciale „Missionsillustrierte" in Zwit
serland in een oplage van 400.000 en
van niet minder dan 80 pagina's was
eenvoudig een openbaring. Er stak een
grote dosis eersteklas deskundigheid in,
en kon in lay-out en typografie wedijve
ren met een Life. In Duitsland had men
een speciaal handboek samengesteld
voor de parochiegeestelijkheid, waarin
deze documentatiemateriaal, preken en
gebeden afgestemd op de noden in de
wereld, kon vinden. Daardoor kon in de
gewone zielzorg de vastenactie effectief
aan de orde worden gesteld.
De eerste ervaring in Nederland met
een speciale vastenactie was waarde
vol. Laat het een teleurstelling zijn *e-
weest. Deze ervaring én een eerlijke ver
gelijking met de Duitse en Zwitserse
vastenacties bieden echter betere per
spectieven voor volgende keren.
Drs. A. 3. Kramer
aar de orde was en is niet al
leen een militaire, maar ook
een geestelijke macht: een
geestelijke orde van geprofes
te ridders, die overal goederen kre
gen. In ons land had ze een com
manderij in Alphen en vestigingen
in Haarlem, Utrecht, Nijmegen en
Arnhem, alwaar respectievelijk de
St.-Janskerk, het St.-Catrijnecon-
vent, een commanderij met kerk en
een bezit, waarvan de tegenwoordige
kathedraal deel uitmaakte. De naam
Sonsbeek n.oet geëvolueerd zijn uit
St. Jansbeek, maar de namen Janssin
gel, Jansstraat en Jansplaats aldaar
duiden ongetwijfeld op de vroegere
vestiging der Ridders van St. Jan.
Van Malta is de orde in 1798 door
Napoleon verdreven. De hoofdzetel is
sedert 1834 te Rome gevestigd, waar
de luitenant-grootmeester en de Soe
vereine Raad zetelen, een college
waarin ook de nationale afdelingen
vertegenwoordigd zijn. Een dergelijke
afdeling is het eerst in Westfalen
omhooggekomen. Naast de geprofes-
ten kwamen toen de ere- en devotie
ridders, zoals we die in ons land
kennen men zou ze kunnen verge
lijken met een derde orde en ma
gistrale ridders, die door de groot
vorst worden benoemd en die men
voornamelijk in Noord- en Zuid-Ame-
rika vindt, waar geen adel bestaat.
In de constitutie van 1956 is daar
naast nog een nieuwe categorie in
het leven geroepen: die van de rid
ders van obedientie. In totaal telt de
orde tegenwoordig ongeveer 9000 le
den, in Nederland 50, allen ere-rid-
ders.
e soevereiniteit van de Maltezers
wordt nog altijd door vele landen
erkend: met 37 landen onder
houdt de orde diplomatieke be
trekkingen. Voorts heeft ze een gevol
machtigd minister bij het internationa
le Roode Kruis in Geneve. De orde
van Malta heeft destijds de conventie
ondertekend waarbij het Roode Kruis
werd opgericht. Alle andere onderteke
naars: de tsaar van alle Russen, de
koning van Pruisen, Napoleon van
Frankrijk, de koning van Italië en de
keizer van Oostenrijk, zijn intussen van
het wereldtoneel verdwenen
De laatste jaren heeft de orde zich
sterk toegelegd op de leprabestrijding,
speciaa] in Afrika. In Duitsland heeft
ze. met de Johannieters en het Roode
Kruis, de hele militaire geneeskundige
dienst in handen. Het potentieel van
de Maltezers omvat zelfs vliegtuigen.
In 1953 kwamen er enkele met dekens
naar het Nederlandse watersnoodge-
bied.
De Nederlandse afdeling bezet even
als de Nederlandse Johannieten een ze
tel in het dagelijks bestuur van het
Roode Kruis en de Nationale Katho
lieke Gezinszorg en is beschermheer
van de R.-K. EHBO. Zij werkt voorts
aar. de opleiding van Maltezer help
sters, die bij rampen of in oorlogstijd
kunnen inspringen in ziekenhuizen. Bij
de oprichting had men de bedoeling,
een eigen hospitaal te stichten. Dat is
er niet van gekomen, maar wel heeft
de afdeling lange tijd in vijf ziekenhui
zen een vrjjbed gehad voor onbemid
delde patiënten. Door de uitbreiding
van de sociale verzekeringen is daar
nu haast geen behoefte meer aan. Te
genwoordig wordt meer aandacht be-
beroemdheden in hun dagen zijn ge
weest, het deden. Daarom spreken ze
ook sterk tot het sentiment van velen.
Konden we het nog maar eens horen,
verzucht menige liefhebber, wanneer
hij terug denkt aan het intense genot,
dat een pianist, zangeres of dirigent
hem in lang vervlogen jaren bereid
heeft. Welnu, als men de catalogi van
de grammofoonmaatschappijen na
kijkt, blijkt dat men tegenwoordig heel
wat kan horen van kunstenaars van
vroeger.
Bij wijze van vrij willekeurig geko
zen proeve luisterde ik eens naar een
45-t plaatje (30 431 EPL) uit de serie
„Die groszen ihrer Zeit", van de Deut
sche Grammophon Gesellschaft. Het
is een opname, waarop een reproductie
is vastgelegd door Richard Strauss met
de Staatskapelle Berlin van zijn eigen
„Till Eulenspiegel". Richard Strauss
was in zijn beste jaren een beroemd
dirigent, niet alleen als vertolker van
eigen werk. Behalve componist was
hjj beroepsdirigent. Hij is niet voor
niets vrij geruime tijd chef-dirigent
van de Weense Staatsopera geweest.
Het staat dus vast, dat hij niet al
leen precies wist wat hij wilde, maar
ook dat hij beschikte over de ambachte
lijke capaciteiten om dit nauwkeurig
te realiseren. Zulk een weergave* door
een vakman-dirigent van zijn eigen
werk heeft dus op de volmaaktheid
van de klank na een hoge mate va»
authenticiteit. Het wonderlijke nu was.
dat zü bp het luisteren voor het uiter»
aard subjectieve oor van de hedendaag
se luisteraar heel weinig muzikaal-re-
productieve charme bleek te bezitten.
Ik heb die opname vergeleken met
die van verschillende andere beroeps-
dirigenten, geen componisten wel te ver
staan doch mensen die zich uitsluitend
aan het dirigeren wijden. Ze vertoon
den onderlinge verschillen en de ene
was beter dan de andere, maar zij wa
ren alle stukken beter da nde vertol
king van de componist zelf.
Is dit een kwestie van generatie-ver
schil? Mogelijk, ofschoon ik het betwij
fel. Een van hen, Clemens Krauss is
reeds overleden. Hjj was weliswaar
een generatie jonger dan Richard
Strauss, maar hij is nog goeddeels met
zijn werk groot geworden en heeft veel
van de meester zelf geleerd. Clemens
Krauss gold als een Strauss-specialist.
maar wat hij speelde klinkt heel anders
dan bij Strauss.
De voornaamste eigenschappen
waardoor Strauss' eigen lezing van „Till
Eulenspiegel" zich kenmerkt zijn lang
zaamheid, bedachtzaamheid en duide
lijkheid. Dat is bij een componist wel
begrijpelijk. Strauss legt kennelijk de
nadruk op de structuur van zijn stuk.
Componisten, die eigen werk vertolken
doen dit gemeenlijk zo. Zij analyseren
alj het ware nog, terwijl zij spelen Bij
hen geldt voor alles de manier, waar
op het stuk gemaakt is. Dat wat zij ge
maakt hebben is de compositie, die al
les bevat.
Dit werpt een interessant licht op de
mentaliteit van de componist, van wie
velen ten onrechte menen, dat hij in vi
sioenen en revelaties werkt, in een ex
tase waarin hjj met zijn geestesoor een
muziek hoort, die hij dan noteert. Dit
is een geromantiseerde voorstelling,
die met de werkelijkheid van het com
poneren weinig van doen heeft. De
componist stelt samen. Hij maakt een
structuur, hij is dus in zekere zin een
bouwer. Als hij een bouwer is, dan moet
hij niet minder passen, meten en be
rekenen dan een architect. De construc
ties, waartoe hij komt zijn de vondsten,
die hij doet. Die vondsten zijn dan wel
muziek, als het goed is, maar goed
of niet goed, dat doet voor de zwoe
gende componist pas in tweede instan
tie terzake. Het goede is voor hem af
hankelijk van de mate, waarin hij zijn
vak verstaat. Beter geschreven muziek
is meer muziek dan slecht geschreven
muziek. In de mentaliteit van de com
ponist ligt dus het zwaartepunt op het
gecomponeerde.
Zo moet men het, dunkt mij, vooral
verklaren, dat Richard Strauss zijn
„Till Eulenspiegel" zo saai speelt, dat
men kende men het stuk niet uit de
vertolking van anderen nauwelijks
zou vermoeden welk een briljant en
vervoerend geestrijke muziek het is. En
het z\jn dus toch de specialisten-vakdi
rigenten die er de muziek beter uit
kunnen halen dan de componist zelf,
ook al is deze een man, die de materie
van het vak dirigeren terdege beheerst.
Dit althans lijkt mij een conclusie,
die op grond van vele andere ervarin-
ten in het algemeen te trekken is.
ir zjjn varianten op die regel; wel
licht doet er zich ook wel eens een
echte uitzondering op voor. Gustav
Mahler was ook een groot vakdirigent:
hij was eveneens, en wel tien jaren
lang, directeur van de Weense Staats
opera, en de faam van zijn reproduc
ties leeft nog altijd voort. Ik heb bet
niet meer meegemaakt en bij mijn we
ten bestaat er geen voor-historische
grammofoonopname van hem. Mis
schien was hij de uitzondering.
Een man als Ravel was geen dirigent.
Hij was eenvoudig een componist, die
vermoedelijk het meest gedreven door
financiële overwegingen zijn eigen stuk
ken (slecht) dirigeerde. Stravvinsky le
vert een ander beeld op. Er zijn heel
weinig dirigenten, die zijn werken even
goed spelen als hjj zelf, maar er is ze
ker niemand die het beter doet. Hij is
zeker niet een all-round gespecialiseerd
dirigent en hij pretendeert het ook niet
te zijn. Maar de aard van zijn muziek
laat in leite heei weinig interpretatie
ve mogelijkheden toe. De noten op zich
zelf, zo exact mogelijk uitgevoerd zijn
voor een overgroot deel bepalend voor
de muzikale waarde. De dirigent die
hier naar interpretaties zoekt grijpt
er meestal naast.
L.H.
steed aan gezinshulp, aan wagentjes
voor invaliden en andere zaken die
(nog) niet onder het ziekenfonds val
len. Verder heeft de Nederlandse af
deling nauwe relaties met de medische
missiezusters.
aast de ridders zijn er ook en
kele ere-dames, onder wie
rinses Wilhelmina en prinses
eatrix. Prins Bernhard Is
Ere-Baljuw Grootkruis. Ook prins
Hendrik is dat sinds 1911 geweest.
Twee jaar tevoren: in 1909 had hij
de Nederlandse Johanmeteraf deling
opgericht, de hervormde tak van de
orde. Deze vindt zijn oorsprong in
de 16-de eeuw, toen de Duitse groot
prior van de Maltezers de richting
van Luther koos. De Johannieters, die
in Duitsland in 1840 heropgericht zijn,
hebben het verband met de Malte
zers nooit helemaal verbroken, in te
genstelling met de Anglikaanse Order
of St.-John. Engeland erkent de soe
vereiniteit van de Maltezers niet. Dat
ze, na de val van Napoleon, niet
meer op het eiland Malta zijn terug
gekeerd, is ook een gevolg van het
feit, dat Albion het heef' „achterge
houden".
Het Nederlandse jubileum wordt op
de feestdag van St.-Jan, 24 juni, in
Utrecht gevierd. Dat die viering om
geven wordt met alle luister waar
over de Maltezers en hun hoge gas
ten beschikken, behoeft geen betoog.