Aandelen Vereenigd Bezit van 1894: risicospreiding, deskundig beheer, rendement Oude „Schola Carolina krijgt eigen huis Vernieuwde opleiding voor alle orden en congregaties George Sluizer: Denkfilmer, geen instinctfilmer G Francois Villon toont zich van zijn culturele zijde U.S.C. historisch te kijk gezet OMROEP A CAPELLAKOOR EN RADIO KAMERKOOR Niet steeds even goede indruk UNIFONDS Surinamer promoveert cum laude in Nederland INSTITUUT VOOR LATE ROEPINGEN BOLS EXPOSITIE IN UTRECHT GEOPEND I)e economische geschiedenis van Suriname Vierling geboren Nederlandse auto in West-Duitsland verongelukt DINSDAG 27 JUNI 1961 fAGINA 11 i&JSSfcnÊ? Aie de H.B.S.M.T.S., Kweekschool etc, hadden doorlopen, een één- of tweejarige cursus gegeven met een geconcentreerd programma van iatpn, grieks, klassieke cultuur en algemene geestelijke en profane ontwik keling ter voorbereiding op groot-semi narie of novitiaat. De opleiding, in 1924 in de pastorie aan de Da Costastraat in Den Haag, werd in 1925 overgebracht naar het Aloysiuscollege, waar zij tot op heden gevestigd is. Differentiaties BOLS IS zachter! Bols is een zuivere graan- genever een all-round belegging in de expansieve Duitse economie jjgj&EjjA' (Advertentie) (Van onze Haagse redacteur) DEN HAAG, 27 jui.i In het jaar 1925 verschenen in De Tpd, De Maas bode en De Residentiebode advertenties waarin te lezen stond, dat voor „god vruchtige jongelieden", die roeping ge voelden tot het H. Priesterschap en die een vijfjarige H.B.S. of daarmee onge veer gelijkstaande ontwikkeling hadden doorlopen, de gelegenheid bestond bij een r.k. priester, doctor in de klassie ke talen, „zich door de studie der oude talen tot de beoefening der hoogere we tenschappen voor te bereiden". u,t fe voor de buitenwereld een van de eJaar_ levenstekenen van een, het oniPj_ voor heel eenvoudig begonn ding voor late roepingen tekende nemer, dr. Carolus vvdd ontst in het schoolschrift, w»» en perste ontwikkeling van zijn „hcho- fa rae iTna°" beschreven heeft, aan, dat de eerste n'Tvertentte een zeer krachti ge uitwerking had: van verschillende kanten kwamen aanvragen. Vrij laco niek voegde hp er aan toe, dat verre weg het grootste gedeelte moest wor den afgewezen, maar het instituut bleek inderdaad in een behoefte te voorzien. De opzet breidde zich geleidelijk uit. .Er werd voor jongelieden uit het ge- hrsT~ maar vooral uit Den Haag De school was (en is) in handen van dr paters Tezuïeten, doch zij leidde (en leidt) niet speciaal op voor de Socië teit van Jezus: de Schola Carolina was in ons land het eerste instituut voor la- te roepingen, dat opleidde voor alle richtingen. Tot dit jaar heeft zij op een totaal van 625 cursisten over de ver schillende jaren er 57 „afgeleverd", die seculier priester zijn geworden en 213, die opgenomen zijn in 28 verschillende orden en congregaties. Er gingen oud- Carolingers naar de Jezuïeten, de Be nedictijnen, Minderbroeders, Trappis ten, Dominicanen, Norbertijnen enz. In het bekende boek van dr. J. J. Dellepoort over de priesterroepingen in Nederland wordt bijzondere aandacht geschonken aan de opleiding van de late roepingen. Door de bpna monopoli serende positie van de klein-seminaries leeft men tezeer in de ban van de ge dachte, dat met 12-13 jaar de normale „recrutering" voorbij is. Het is zaak ook de jeugd, die later geroepen wordt voor het priesterschap, goed op te van gen, aldus dr. Dellepoort. Op voorstel van een bisschoppelijke commissie zijn onlangs enige reeds bestaande institu ten voor late roepingen „aangewezen" als opleidingscentrale, elk met een eigen karakter en opzet. Zij vullen eikaar aan, doch hebben als belangrijk punt van overeenkomst, dat ze niet opleiden voor een bepaalde orde of congregatie, maar voor alle richtingen. Er zijn thans vier van deze „aange wezen instituten. Het college van de (Advertentie) Gelijk bekend heeft het Openbaar Ministerie een _Pf°efproces tegen de VRIJE CARITAS LOTTO uitgelokt, dat tot in hoogste instantie zal worden uitgevochten. De heer Kantonrechter te Heerlen zag strijd met de wet, hoe zeer hij dit ook betreurde De Hoge Raad zal zeer zeker van andere over tuiging z«n. In het andere geval wordt het de hoogste tijd dat de Lo terijwet veranderd wordt m clie zin, dat de Nationale Vereniging Caritas haar zegenrijk werk voor het „goeue doel" kan voortzetten. Intussen zat de Vrije Caritas Lotto doorgaan, om dat ook het Openbaar Ministerie geen maatregelen tegen de Vrije Caritas Lotto zal treffen. Maakt dus Caritas sterk in haar strijd tegen de oude Io- terjjwet en in haar streven het „goede doel" te steunen. Speel mee in de Vrije Caritas Lotto welke beantwoordt aan de wens van de meerderheid van ons volk dat geïnteresseerd is bij de op lossing van het toto-vraagstuk en Caritas gehandhaafd wenst te zien. Prjjzenbedrag zondag aanstaande 75.000 met als hoofdprijs 50.000. Alle inlichtingen bij M. G. Hermes, Caritas, Postbus 85, Heerlen, telefoon 04440—74 61. ZEVEN (Ncdersaksen), 27 juni (DPA) Op de autoweg van Ham burg naar Bremen is gisteren een Ne derlandse vrachtauto met een lading van twintig ton asperges, komkommers en tomaten door nog onbekende oor zaak geslipt en op de rijbaan voor het tegemoetkomende verkeer terecht geko men. De auto botste >p een tegenfig- gende tankauto en kwam vervolgens te recht op een personenauto, die net op het punt stond de tankauto in te halen. De bestuurder van de Nederland se vrachtwagen, de 22-jarige J. Veld man uit Muntendam, en zijn bijrijder, alsmede de bestuurder van de perso nenwagen werden met zware verwon dingen in een ziekenhuis opgenomen. Het ongeluk gebeurde in de buurt van Hatzet, nabij Zeven. De rijbaan in de richting Bremen was zes uur lang door de wrakstukken der verongelukte voer tuigen versperd. Het duurde twee uur alvorens het verkeer in die richting via de andere rijbaan kon worden omge legd. missionarissen van de H. Familie te Horst in Limburg vangt i«i eeni nter- naat degenen op, die ook hun middel bare opleiding nog m0^fnÏC(?j^v",.,en- De Latijnse School van de Norbertijnen te Gemert richt zich op jongens, voor wie een gereduceerd programma ge wenst is: deze leerlingen verblijven in kosthuizen, waar meerderen inwonen bij een gezin. Het onder Franciscaan se leiding staande „Antonianum" te Amsterdam biedt een tehuis aan wer kende jongemannen, die in de avond uren hun klassieke, respectievelijk mid delbare vorming aanvullen. En ten vierde is er dan de „Schola Carolina" in Den Haag, welk instituut met in gang van 1 september a.s. een nieuw adres krijgt, waarmee tevens een ver nieuwde opzet begint. De school wordt gevestigd in een pand aan de Eerste Sweelinckstraat, waar de Schola Carolina zijn bestaan voortzet als studie- èn wooncentrum. De cursisten van buiten Den Haag kunnen er wonen, anderen kunnen er studeren en de lessen volgen. Het centrum zal geen „internaat" in de gebruikelijke zin zjjn. Men is er even vrij en even gebon den als de grotere kinderen in een nor maal gezin. De bedoeling is, dat er een huiselijke sfeer ontstaat in onderlinge samenwer king en medeverantwoordelijkheid. De cursisten kunnen deelnemen aan jeugd werk, ontwikkeling en ontspanning in de stad, maar anderzijds wordt er in het centrum zelf veel aandacht besteed aan de geestelijke vorming. Men krijgt een eigen kapel, geregelde instructies, re collecties, een jaarlijkse retraite van vier dagen, gezamenlijke oefeningen, Bijbelclubs etc. Door zijn openheid èn geslotenheid kan de vernieuwde Schola Carolina een geleidelijke overgang naar het klooster- en seminarieleven bieden. In de regel zullen de cursisten van buiten Den Haag inwonend zijn de pensionkosten liggen beneden die van een kamer in de stad maar in bij zondere gevallen zijn ook andere rege lingen mogelijk. Voor semi-huisgenoten worden aangepaste pensionprijzen vast gesteld. In de gekozen „intemaatsopzet" ztjn allerlei mogelijkheden voorzien en dit geldt tevens voor het zeer variabele stu dieprogramma, dat ai is het daar dan niet om begonnen tevens bij voortduring een interessant onderwijs kundig experiment vormt. Er worden dagelijks lessen gegeven in Latijn en Grieks en verder omvat het program ma lessen in antieke cultuurgeschiede nis, zang en gymnastiek. Ten dele wer den de lessen gegeven in de Sweelinck straat, ten dele op het Aloysiuscollege. In verband met de verschillen in voor opleiding, toekomstplannen en talenten van de leerlingen zijn er'in repetitie- en practicumoefeningen grote individu ele differentiaties mogelijk. Men kan op de Schola Carolina ook studeren voor het aanvullend staatsexa men gymnasium alpha of bèta. Hier door worden verschillende studiegroe- Advertentie) pen gevormd met een eigen cursus. Priesterkandidaten, die in Den Haag en omgeving werken, kunnen mits ze een middelbare vooropleiding hebben, met een avondcursus in de klassieken worden bijgewerkt. Ze worden dan te vens opgenomen in de Carolina-gemeen- schap, waaraan juist zij grote behoefte hebben. De staf van het nieuwe centrum wordt gevormd door een inwonend di recteur en zijn assistenten, van wie er ook elders wonen. De hoofddocenten zijn bevoegde classici; verscheidene le raren doceren tevens aan het Aloysius college. De gehele opzet is nog experimenteel aldus de directeur, dr. J. C. M. Fruy- tier S.J. Het centrum aan de Eerste Sweelinckstraat nr. 16 is niet bedoeld ais een definitieve behuizing. Deze zal eerst tot stand komen als men in het huis, waar over enkele maanden begon nen wordt, de nodige ervaring heeft op gedaan. De Schola Carolina belichaamt de idee, dat ook jonge mensen met een "iet-gymnasiale vorming priesterroe ping kunnen hebben en dat zij met hun anders geaarde vooropleiding zelfs een verrijking kunnen zjjn voor de priester- stand. Deze nog te weinig aangeboor de bron van priesterroep'ngen moet de grootst mogelijke aandacht krijgen. Dank zij de verbetering van de rivieren in het achterland en het graven van een kanaal tussen Rotterdam en het open water, werd deze stad het „oog van Europa". Rotterdam is nu op één na de grootste haven ter wereld. Een beeld uit de film De lage landen". VILLONVILLE, 27 juni In eigen persoon heeft Francois Villon maandag middag de geschiedenis van het Utrecht se Studenten Corps althans een ge deelte daarvan publiek gemaakt. Al enige tijd pleegt hij de stad onrustig te maken, maar maandag toonde hij zich in het Gebouw Kunstliefde van zijn cul turele zijde door met enkele welgeko zen woorden de expositie te openen, waarop een overzicht wordt gegeven van Utrecht ten tijde van de echte Vil lon en voorts van de maskerades die het Corps door de tijd heen heeft onder nomen. Eén afbeelding van die maske rades hangt ook, netjes ingelijst, in het Universiteits-museum, die tjjdens een rondgang trots werd getoond door de conservatrice van het museum, mevr. dr. Van Cittert. In het Universiteits-museum was trou wens eveneens veel materiaal bijeen gebracht om een Indruk te geven van de vereniging. In tegenwoordigheid van de voltallige senatus, de lustrumcom missie en diverse andere officiële ver tegenwoordigers werd in de vroege avonduren de opening van deze tweede expositie verricht door de rector van de Senatus Veteranorum. Te beginnen bij 1796, het jaartal waaruit het oudste Corps-document stamt, tot de huidige tijd is hier veel interessants verzameld. De bul uit 1796 is nog uitgegeven door de Senatus Veteranorum Glirium, wel ke naam na de Franse overheersing Senatus Veteranorum is geworden. Hier aan herinnert o.a. een lint uit 1816. De theologen hebben zich altijd apart ge houden en zo ontstond in 1831 de Sena tus Theologorum. In 1848 echter heeft men zich verbonden en kreeg ook de penning van beide verenigingen dezelf de voorstelling. In 1855 was er nog een uitlooppoging van een groep die zich Mutua Fides noemde. Deze afsplitsing was het gevolg van enige onenigheden die vooral waren gebaseerd op de ont groening. in i860 was de vrede alweer getekend en nog alleen maar vijf al manakken getuigen van dit korte leven. Ook een afbeelding van de grote voor- AMSTERDAM, 26 juni De grote aula van het Kon. Instituut voor de Tropen is voor een warme zomeravond als concertzaal niet te versmaden. Door de grote openslaande y/ ran.en wuift koelte binnen uit de tv met het helder ge fluit van de vogels, eer natuurgeluid dat niet stoort en met het vallen van <Je avond geleidelijk verstilt. Voor het eerst in de geschiedenis van het Holland Festival is het Omroep a Capellakoor ingeschakeld, een groeps- kem uit het Groot Omroepkoor, dat in verband met diverse activiteiten ver schillende splitsingen mogelijk maakt. Een van die splitsingen is o.a. het Ka merkoor, dat wij voor de pauze beluis terden in drie Canciones Sacrae van Sweelinck, twee Canciones Sacrae van Schütz en een koorwerk van Rudolf Escher, „Le vrai visage de la paix", een werk van polymelodische structuur, vage vormgeving en met te weinig dy namische tegenstellingen om te blijven boelen. Het Radio Kamerkoor telt ze ventien vocalisten, van wie de tenoren- groep een uitzonderlijk mooi timbre heeft en de sopranen geen pianissimo hebben kunnen zingen zonder een scherp doordringende bijklank. Het optreden van dit kamerkoor onder leiding van Krelage was niet onverdeeld gunstig te noemen. De dirigent leek me wat ge jaagd en enerverend in zijn beweging, de polyfonie ligt hem niet bijzonder en het koor zat nog te zeer verklonken aan het notenbeeld om tot een boeiende voor dracht te komen. Dit was zo bij de werken van Swee linck en handhaafde zich in die van Schütz. De Venetiaanse invloed van Ga- brieli op de stijl van Schütz was in de vertolking niet terug te vinden. Wij mis ten de doorzichtige glans van de lagu nen en de zuidelijke klankenpracht, door de schoonheid van dë San Marco ge ïnspireerd. Wij hoorden een koor dat zpn partijen zong, goed en gedegen maar droog en zonder het ware feu sacré. Na de pauze stond er een veel grote re groep, het Omroep a Capellakoor, gereed voor de uitvoering van „Figure Humaine" van Poulenc. Men moet we ten dat het Omroep a Capellakoor een samenvatting is van het Klein Om roepkoor en het Kamerkoor. In deze sa menstelling is de koorklank veel mooi er, warmer en boeiender. Het gaf een zeer goede vertolking van het stuk. „Fi gure Humaine" is een cantate, gecom poneerd op verzetspoëzie van Paul Elu- ard. Poulenc's inspiratie is grillig en geeft aanleiding tot een klankbeeld, dat wisselt in vele toonaarden van introver te beschouwing tot extase. Het koor be heerste de veeleisende stof uitmuntend en kwam in bepaalde delen, o.a. in het zesde en zevende, tot een verrassend mooie weergave van vocale weelderig heid en mentale beheersing. Zelfs in het laatste en langste deel acht, „Liber- té", werden wij verrast door een goed voorbereide climax, waardoor het stuk niet voortijdig wegebde. Krelage heeft dit werk kundig en geïnspireerd geleid en moest daarvoor de spontane hulde in casseren van een klein, select publiek. T.Vr. vechter van deze beweging, Daantje Koorders, is te zien. Bij het honderdjarig bestaan in 1914 werd een speciaal voor deze gelegen heid vervaardigd odeurflesje met in houd in omloop gebracht, dat nu, bijna 50 jaar later, nog ruikt! Een aparte hoek is ingeruimd voor de afgelopen oorlogstijd. De PHRM. ..de kroeg" werd geliquideerd, maar niet alleen deze. ook alle andere in de gehele stad gingen dicht en werden gebruikt ten behoeve van de bezetters. Er is te zien de op roep vanuit Londen om niet te tekenen vóór het nazi-regime en daarbij de op roep waarin men vriendelijk doch drin gend werd verzocht het toch maar wel te doen, omdat anders wel eens getoond zou worden wie er de baas was in Ne derland. Er is gelukkig veel dat rustiger tij den in herinnering brengt. Zo wordt er uitgebreid aandacht besteed aan figu ren die in de loop der tijden iets met het Corps te maken hebben gehad. Bij voorbeeld Bloemen-Bertha, die bij elke studentengelegenheid voor de corsages en de versiering zorgde, Daisy, de koet sier en niet te vergeten „Solferino", een hulpbediende in de sociëteit PHRM, die meegevochten had in de slag bij Solfe rino en nog de littekens ken tonen van de in deze strijd opgelopen wemden. Van Herman Theodoor s'Jacob, die later curator van de universiteit werd en com missaris van de Koningin, hangt er een kroniek van zijn jaarclub „Fuif". En er is ook aan Boutens gedacht, van wie een foto prijkt te midden van groenenboekjes uit vele jaren. Hij stu deerde in Utrecht Nederlands, was lid van het Corps en schreef gedich ten, een groenen vers en in zijn hoeda nigheid als lid van de redactie van Minerva, het latere Forum Acade- miale, ook daarin en in de almanakken poëzie. In één van de tentoongestelde doekaerken schreef Frederik van Eeden in een kritiek op deze gedichten van Boutens „Hij kan nog heel wat van mij leren". Niet vergeten is Utrechts eeuwige student Frits Coens, die meer dan der tig jaar medicijnen studeerde, echter niet verder kwam dan zijn candidaats- examen, maar overigens veel plezier maakte. Vaii hem wordt echter ook een goede en zelfs zeer verdienstelijke zijde getoond, namelijk zijn ijveren te trach ten het lied populair te maken. Dat hij hierin slaagde getuigen de berichten van instemming van onder meer Alber- dingk Thifm en Willem Wagenaar. Aan muziek is trouwens heel wat meer gedaan. Er zijn diverse programma's tentoongesteld, reeds daterend uit 1823, van uitvoeringen, gegeven door het Stu denten-orkest. Men heeft nog een par tituur uit 1828 en de namen van de componisten die werden gespeeld bewe zen dat men vrij veel noten op zijn zang had. Dat men het aandurfde om concer ten te geven van Berlioz, Beethoven en anderen was echter geen zelf-overschat- ting: men was er ook toe in staat. Zo blonk men ook uit op het gebied van het toneel, zo zelfs dat buitenland se kranten de opvoering van Oedipus Rex in 1892 bespraken. Enny Vrede is niet vergeten. Zij was de eerste vrouw die in het studententoneel optrad. Later trouwde zij met Eduard Verkade. Er zou enorm veel kunnen worden ge- exposeerd. Bovendien zijn er zoveel on derafdelingen dat men alles niet bijeen zou kunnen brengen. Maar aan Triton, de roeivereniging die al vaak roemrij ke successen heeft behaald, kan men beslist niet voorbijgaan. En al evenmin aan de Vox Studiosorum, die alle over winningen en nederlagen heeft geregis treerd en die in 1965 zijn honderdjarig bestaan gaat vieren. Tenslotte is er de kroeg, de PHRM, opgericht in 1816. Toen stond hij nog op he - Domplein. In 1901 vertrokken de studenten naar het Janskerkhof, maar geldgebrek dreigde de bouw stop te zetten. Door het uitgeven van aandelen ter waarde van duizend gulden, is men er evenwel bovenop gekomen. Het is nu zelfs zo dat de sociëteit te klein is. In enkele hoofdtrekken is op deze ma nier een overzicht gegeven van de ge schiedenis van het Utrechts Studenten Corps. Het zijn bepaald interessante aspecten die getoond worden, maar min stens zo interessant is een gedeelte van de tentoonstelling die ter gelegenheid van het universiteitslustrum werd ge houden, dat de ontwikkeling aangeeft van de verschillende gebouwen van de RU. Bovendien zijn er de aanwinsten te bezichtigen uit de collecties van de paleontologische afdeling van het geo- logisch-mineralogisch instituut der uni versiteit waaronder fossielen uit de li thografische kalksteen van Zollenhofen en uit het onder-Devoon van Bunden- bach. DEN HAAG, 27 juni De koningin heeft kolonel Richard J. Hunt benoemd tot commandeur in de Orde van Oran- je-Nassau met de zwaarden. Kolonel Hunt heeft enkele dagen geleden af scheid genomen als militair attaché bij de Amerikaanse ambassade. eorge Sluizer, de man die on langs tijdens de Filmweek in Arnhem de Staatsprijs-1961 voor filmkunst in ontvangst mocht nemen, is 28 jaar. Hij werd in Parijs geboren uit een Nederlandse vader en een Noorse moeder. Maar in 1942, hij was dus toen 10 jaar, trok hij met ztjn ouders naar Engeland, waar zijn vader werkzaam was bij Radio-Oranje. Na de bevrijding ging de familie dan in Nederland, met name in Hilversum wonen. George Sluizer doorliep er de H.B.S. En in die dagen reeds waren „de filmaspiraties in vrij ruwe vorm aanwezig". Maar hij ging nu één jaar als scheepsklerk varen bij de KNSM, want hij was „nogal nieuwsgierig". Nieuwsgierig naar mensen dan. En de mogelijkheid om met mensen in aanraking te komen kreeg hij tijdens zijn reizen ruimschoots. Met mensen van de meest uiteenlopende soort. Hij ging om „met de meest schlemie lige negers, maar de volgende dag zat hü by de gouverneur." Die be hoefte tot dieper gaand maatschappe- hjk contact bracht hem er ook toe om in Oslo vyf maanden lang een baan als tram-conducteur te accepte ren. Sommigen vonden dat „zogenaamd beneden zyn waardigheid" en zy spraken van „zonde van je tpd." Slui zer verschilde met hen ingrüpend van mening en hij ging rustig verder. Hy spreekt nu over deze, zün jeugd ervaringen, met een soort bedeesde vastberadenheid. En hy ontpopt zich als een helder denkend en concies formulerend man, die precies weet wat hij wil en hóe hij het wil. Zijn prille jeugd moge al vry avontuur lijk zyn geweest, er zat Ujn in het avontuur. Sluizer pakte het avon tuur methodisch aan. Hoe dat zy, in zyn diensttpd nam het denkbeeld om filmer te wor den vaste vorm aan. Sluizer zegt met enige betekenisvolle nadruk: „Ik ben tot de film gekomen vanuit de denkgedachte, niet vanuit een literair- filosofische gedachte." Men ziet het: de methode. Na de dienst ging hy een paar maanden als assistent-cameraman bp „Profilty" werken. Maar de praktische kant van de zaak en de vakbeheersing werden hem dan bijgebracht aan de filmschool in Pa rijs, aan het „Institut des hautes étu des cynnmatografiques" dus. Voor Fran sen zelf was het toelatingsexamen tot de school zeer moeilijk. Met buitenlan ders gooide men het destyds echter vrij wel op een akkoordje, vanwege de in ternationale reputatie, maar niet min der vanwege de deviezen. Niettemin had Sluizer in zpn diensttyd zich de volledige stof voor het Franse toela tingsexamen eigen gemaakt. Hij wilde In Parus niet „als domoor te kpk staan" en sterker, hy begeerde de stu die op het zelfde niveau als de Fran sen, m de wetenschap vooral dat het hier ging om de vorming van „de hoog ste laag van film-creatieve mensen." De studie duurde twee jaar. Het eer ste jaar bekostigde de jonge Sluizer zelf met het spaarzame uit zün vaar- tpd overgehouden geld. Dat bracht zo zpn moeiiykheden mee; hp had nau- weiyks of geen geld voor métro of bus I (Advertentie) Participatiebewijzen UNIFONDS worden dagelijks op de Amsterdamse beurs verhandeld. Bezitters van deze participatiebewijzen hebben een goed gespreid belang bij de best geklasseer de Duitse aandelen. Het halfjaarverslag per 31 maart 1961 is verkrijgbaar bij uw ej- 1 "H" Koers per bewijs van 5 partici paties ca f 228- Over het boek jaar 1959/1960 werd per 5 participaties ca f 10.50 uitge keerd. Deze uitkeringen zijn vrij van Duitse dividendbelasting. fectenhandelaar of bij onderge- tekende, die gaarne inlichtingen verstrekt. Tesselschadestraat 12, Amsterdam. GRONINGEN, 27 juni Maandag is aan de Rijksuniversiteit alhier cum laude tot doctor in de economische wetenschappen gepromoveerd de Hin- doestaanse Surinamer Jan Hansdew Adhin. Promotor was prof. dr. Joh. J. Hanrath. Het proefschrift „development plan ning in Surinam in historical perspec tive" geeft een beschrijving van de economische geschiedenis van Surina me vanuit het gezichtspunt van „plan ning". In zijn stellingen poneert dr. Adhin o.a., dat het economische verval van Suriname moet worden toegeschreven aan de volkomen afhankeiykheid van het buitenland voor wat betreft kapitaal en arbeid, en vooral aan de principiële „laissez faire"-verhouding in de vorige eeuw van regering en parlement van Nederland. In een samenvatting van het proef schrift wordt uiteengezet, dat de stelling over deze „laissez faire"-verhouding in het geheel geen beschuldiging inhoudt tegen wie ook. Er is aldus dr. Adhin hier geen sprake geweest van kwaad willigheid, dcch slechts van gevangen heid in de historische stromingen, waar door eenvoudig niet kon worden ge dacht aan de opstelling van welvaarts plannen voor Suriname. Het huidige tienjarenplan wordt in het proefschrift geanalyseerd. Ondanks en kele zwakke plekken aldus dr. Adhin verdient het plan toch alleszins als een integrale aanpak van de problemen te worden beschouwd. Hij meent, dat nu het vyf jaren in werking is, er wel degeiyk enige vooruitgang is geboekt. Deze was echter vooral nog zeer ge ring omdat er ook ernstige fouten wer den begaan. Dr. H. Adhin, die in 1927 in Ornamibo in Suriname werd geboren, volgde daar de onderwü'zersopleiding, behaalde de hoofdakte en de akten Engels, wiskun de en tekenen. Sedert 1943 is hij werk zaam by het onderwüs, van 1955 tot 1958 als onderdirecteur van de open bare muloschool te Nieuw Nickerie. Hp vertrok in 1952 als eerste Surina mer met een studiebeurs naar Indië, waar hij een jaar later aan het New Delhi college van de Panjab universi teit het radicaal „bachelor of arts" be haalde, met „honours" in filosofie. Hü stelde in Irdië ook een Hindi-Neder- lands woordenboek samen. In 1958 vertrok Adhin met studieverlof naar Nederland, slaagde in 1959 te Utrecht voor het doctoraal examen in de niet-westerse sociologie en een jaar later voor het doctoraal examen paeda- gogkIn 1961 slaagde hij voor meester in de rechten. Tevoren had hp aan de gemeentelpke universiteit te Amster dam doctoraal examen gedaan in de ethnologie. Hü was voorts de eerste Surinamer die afstudeerde in de poli- tiek-sociale faculteit. RENNES (Frankrük), 27 juni (UPI) In een kliniek in de Franse stad Rennes heeft de 37-jarige mevrouw Gauthier, echtgenote van een electri- cien, gisteravond het leven geschonken aan een vierling. De vierling, drie jon gens en een meisje, wegen samen twee kilo. Mevrouw Gauthier verkeert in een uitstekende gezondheid. en legde waanzinnige afstanden per fiets af. Maar hp was wél vrp en onaf- hankelpk. Na dat eerste jaar legde hy een overgangsexamen af en klas seerde zich daarbp als beste buitenlander. Ook had hp in die tpd kans gezien een door de Franse spoorwegen uitgeschreven scenario- prpsvraag te winnen. Dat vestigde de aandacht op hem; en zelfs in die mate, dat zowel de Franse als de Ne derlandse regering hem een studie beurs ter beschikking stelden. Dat tweede jaar bestond dan hoofdzake- lpk uit een op praktpk gerichte studie. Sluizer werd geconfronteerd met zul ke illustere figuren als Becker, Clair, Renoir en Bresson, die regie-lessen aan de school kwamen geven. Hp maakte, als alle andere studenten, een korte speelfilm, waarbp het sehrpven van een scenario en het regisseren waren inbegrepen. Sluizer studeerde met succes af, maar dat hield ook in, dat hij een aan een film-onderwerp gewpd essay moest sehrpven. Hij koos toen: „Het gebruik van musique con- crète in de film". En hij deed dat om de ietwat paradoxale reden dat het een onderwerp was „waar hp niets van wist", maar waar hp dus ook „nog alles van kon leren". De zaak uitwerkende kwam hp dus o.m. tot de ontdekking, dat de „musique con- crète" dezelfde bewerkingen vereiste als de film en dat zij zich krachtens haar bouw en structuur uitstekend aan het medium laat aanpassen. Maar zpn essay werd tenslotte „meer een analyse van verschpnselen dan een betoog." Na zpn studie bleef Sluizer nog enige tijd in Parijs, assisteerde o.m. bij Sacha Guitry en bij de totstandkoming van het Franse gedeelte van de film „De reis om de wereld in 80 dagen". Maar dat v as alles artistiek gezien van weinig betekenis. In Nederland teruggekeerd was hp assistent-regisseur bij Jacobi („Kleren maken de man") en bp Bert Haanstra („Fanfare"). Zpn nu bekroonde „De lage landen" was zijn eerste zelfstan dige film. Wie nu zou denken, dat die bekro ning de 28-jarige George Sluizer vervult van een jeugdige over moed vergist zich terdege. Hij zelf brengt de zaak onmiddellpk tot de voor hem juiste proporties terug. „De film is na de bekroning dezelfde gebleven als daarvoor. Ik geloof dat je het in deze sfeer van relativiteit moet zien", zegt hp. En hp gaat daarna over tot een rus tige en weloverwogen zelf-analyse. „Ik ben een denkende filmer, géén instinct- filmer", zegt hy, „ik heb bp wp'ze van spreken een film klaar als hp op pa pier staat." In het onderhavige geval, dat van „De lage landen" dus was het de kwestie geweest de opdrachtgever (de Shell) tevreden te stellen zonder „fil misch niveauverlies". En hp is daar kennelpk in geslaagd. Iedereen was zeer tevreden. Over het filmisch niveau gesproken. „Wie begint over een film over Neder land en. het water", zo zegt Sluizer, „ver valt al gauw in cliché's en oude koek. Dat wilde ik uiteraard vermpden. Ik ging dus uit van de realiteit en ver vormde die vclgens mpn inzichten in een nieuwe vorm. Ik heb er geen repor tage van gemaakt, maar ik heb willen suggereren dat de Nederlander lpkt op zijn landschap. Daar ben ik ook van overtuigd. En ik ben er zelfs van over tuigd, dat zowel Rembrandt als Mon driaan anders geschilderd zouden heb ben als zp Amerikanen zouden zpn ge weest". George Sluizer heeft zeer gedeci deerde opvattingen over de filmkunst. „Ik houd van helder, strak, goed gecomponeerd werk", zegt hij, „ik wil het litteraire stadium graag overslaan, en mijn ge- dachtenwereld direct en zonder omwe gen uitdrukken." Hü houdt „van het Cartesiaanse, het lucide en het lo gische". En hy steekt zpn Franse opvoeding waarachtig niet onder stoe len of banken. Hp houdt van het klas sieke, maar hp vat er zo goed Shake speare als Camus onder samen. Men vraagt hem naar plannen. En hp antwoordt: „Als ik iemand hoor zeggen: Ik ga dat boek sehrpven of die film maken, dan zeg ik: je bent een aardige jongen. Maar als kunste naar bestaat hij op dat moment voor mp niet. Het contactpunt tussen het publiek en mp als kunstenaar is al leen datgene wat ik heb gemaakt." Niettemin vindt hü het voor de hand liggen dat hij binnen vijf jaar met een speelfilm voor de dag zou kunnen komen. Hp heeft immers een speelfilm-opleiding meegekregen. George Sluizer heeft zich met zpn 28 jaren wat op zpn hals gehaald met zün bekroning. Maar hp heeft één keer „een miljoen jaar in een half uur samengevat"; zie „De lage landen". En hp heeft de 28 jaren, die hem tot nu toe waren toegemeten zo geordend-chaotisch doorgebracht dat men van hem als filmer het beste voor de toekomst kan verwachten, dunkt ons. HERMAN HOFHUIZEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11