iihiimiihiimiimiib Rapport werpt nieuw licht op situatie van vroeger dominicanerklooster In kerk was ook een altaar ter ere van Thomas van Aquino ■voor Die gaat naar Den Bosch toe G. Brouwer, dinsdag jubilaris bij N.S. TAXI 13000 Prof. De Quay naar Bonn Credietbank HET SPAARNE Haarlem wil in beroep bij de Kroon RESTAURATIE HAARLEMS STADHUIS KREMER's ei dus ZATERDAG 15 JULI 1961 PAGINA 3 - THEE! I KRUISWEG 70 HAARLEM - TEL. 13239 Huurkoopfinanciering op eik gebied Uitbreiding Sportfondsenbad NAAIMACHINES HAARLEM, 14 juli Een van de opmerkelijkste punten van het algehele restauratieplan voor het Haarlems stadhuis, dat architect C. W. Royaards aan de gemeenteraad heeft toegezonden en waarover wij gisteren uitvoerig hebben bericht is de restauratie van het oude dominicanerklooster dat achter de oude Gravenzaal was gelegen en later bij het stadhuiscomplex is getrokken. Juist aan dit klooster zijn in de loop der eeuwen uit kunsthistorisch oogpunt dwaze en lelijke veranderingen aangebracht. De historische en kunsthistorische inleidingen op het rapport van architect Royaards omvatten een reeks interessante bijzonderheden, die voor een deel reeds bekend waren, maar die voor een ander deel toch sen nieuw licht werpen op de situatie van het klooster. Oude nisvattingen worden verworpen en de resultaten van de jongste onderzoekingen zijn in het rapport verwerkt. Zo meende men vroeger, dat de refter van het klooster gelegen was op de plaats, waar men thans de Librije de kloosterbibliotheek situeert. De refter blijkt echter aan de zuidkant van de kloostertuin te hebben gelegen, een fraaie zaal met in het midden een rij slanke zuiltjes, die eenmaal gerestaureerd als tweede trouwzaal dienst zal gaan doen. De oude kloosterkerk die in 1579 is afgebroken, blijkt niet langs de Jacobijnestraat te hebben gelegen, zoals men vroeger meende, maar aan de Zijlstraat-kant van het klooster. Bij het oudheidkundig bodemonderzoek, dat aan het samenstellen van het restauratieplan vooraf is gegaan, heeft men daar de zware fundamenten van de kloosterkerk teruggevonden. Situatie Op schilderij Herberg Het is wel duidelijk, dat Peter van Warmerdam niet van jongsaf zijn zinnen op het toneel heeft gezet. Hij is begonnen als koekebakker, zoals hij het zelf uitdrukt. In de oorlog moest hij onderduiken en toen schar relde hij wat rond in de zaak van zijn vader. Na de oorlog vroeg de stads schouwburg in Haarlem per adver tentie een toneelknecht. Er waren maar liefst zestig sollicitanten en dat was voor de jeugdige sollicitant reden genoeg om onmiddellijk rechts omkeer te maken. Op de terugweg ontmoette hij evenwel de legendari sche Jan Icas van Dijk, die hem te rugstuurde naar de schouwburg en meteen een goed woordje voor hem deed. Peter werd aangenomen als leerling en sindsdien heeft hij achter de schermen van de schouwburg veel werk verzet en veel geleerd. Dank baar spreekt hij zelf over toneel meester Henk Voskuilen, die hem het vak grondig heeft geleerd. Die technische kennis samen met zijn uitgesproken romantisch-artis- tieke aanleg heeft hem ertoe ge bracht zelf decors te gaan ontwer pen en uitvoeren: kleurrijke, sfeer volle decors, die technisch eenvoudig en degelijk in elkaar zitten en ge makkelijk hanteerbaar zijn. In 1947 speelden amateurs in de schouwburg een operette. Peter werd tot over zijn oren verliefd op een der koormeisjes en wierp als blijk daarvan, zijn ro mantische aard getrouw een rode roos op haar sluier. Het duurde niet lang of hij vroeg het meisje Thea ten huwelijk. Het speet hem altijd, dat zijn drie zoontjes geen zusje kregen. Dit voorjaar kregen ze er echter twee tegelijk. Zijn amoureuze con tact met de operettevereniging re sulteerde in een eerste decor-op- dvacht: Die Czardasfürstin. Vele tien tallen zijn er sindsdien gevolgd. Zijn oudste klant" is het Aerdenhouts Kindertoneel, waarvoor hij nog al tijd werkt. Prachtig is zijn herinne ring aan „De rechter van Zalamea", voor welke voorstelling in het Open luchttheater onder regie van Ton Lutz, hij het decor heeft gemaakt. Het hoogtepunt van zijn carrière tot nu toe vindt hij echter het monumen tale decor, dat hij in opdracht van „Alberdingk Thym" en in nauwe sa menwerking met Albert van Dalsum heeft gemaakt voor de voorstellingen van „Maria Boodschap". Graag was hij in Haarlem geble ven, omdat hij en zijn vrouw hier en vooral in zijn geboortedorp Spaam- dam, hun familie hebben wonen en veel goede vrienden hebben gemaakt. Maar zijn nieuwe functie was wel bij zonder aanlokkelijk. Wie weet, mis schien keert hij nog wel eens naar Haarlem terug. iiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii Dinsdag 18 juli hoopt de heer G. J. Brouwer, bankwerker-electriciën eerste klas bij de Centrale Werk plaats van de Nederlandse Spoorwe gen te Haarlem, zijn veertigjarig dienstjubileum bij N.Z.H. en N.S. te vieren. De heer Brouwer is 18 juli 1921 als electriciën tweede klas, na eerst bij particuliere patroons het vak geleerd te hebben, in dienst getreden bij de Noord-Zuid-Hollandsche Ver voer Maatschappij en heeft het daar in de loop der jaren gebracht tot bankwerker-electriciën 1ste klas. Al le ups en downs van de electrische tram heeft de jubilaris zodoende van dichtbij meegemaakt en toen de tram in de nazomer van 1957 voor goed van de „baan" ging, waardoor er voor hem geen werk meer aan de winkel was, werd de heer Brouwer met enkele collega's overgeplaatst naar de Centrale Werkplaats van het spoor. Zijn liefhebberijen en vrij tijd wor den geheel in beslag genomen door de EHBO. Vanaf 1953 heeft de heer Brouwer, die in 1946 het Eenheids diploma behaalde en nadien ook in het bezit kwam van het kaderdiplo ma EHBO voor instructeur, zitting in het bestuur van „Snelverband". Door zijn kennis van de EHBO en het door hem verworven kaderdiplo ma wordt de bankwerker-electriciën, Advertentie l.M. I RKT L-e-h-li-e-r Zeg (Advertentie) die er nu veertig jaar achter de schermen van het railvervoer op heeft zitten, tegenwoordig regelma tig ingeschakeld bij de medische dienst van de werkplaats. Voor belangstellenden bestaat dinsdag 18 juli de gelegenheid de heer Brouwer thuis (Geweerstraat 12) te feliciteren. 's-Morgens om ne gen uur wordt in de Kathedrale Ba siliek St.-Bavo een H. Mis voor de jubilaris opgedragen. DEN HAAG, 14 juli De Nederlandse delegatie naar de topconferentie van de zes landen van de Europese Gemeen schappen zal bestaan uit de minister president, prof. dr. J. E. de Quay, en de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, dr. J. M. A. H. Luns en dr. H. R. van Houten, aldus heeft een woordvoerder van het mini sterie van Buitenlandse Zaken vanmid dag; meegedeeld. Buiten het eigenlijke kloostercomplex, ten oosten van de kloosterkerk, treft men op oude tekeningen nog een ruim huis aan. Waarschijnlijk woonde hier de magister van de dominicaner kloos tergemeenschap. De kloosterlingen kon den de kerk via een eigen ingang in de kloostergang bereiken. Voor de poorters van de stad was er een toegang aan de kant van de Zijlstraat, ongeveer ter plaatse waar nu nog het smalle gange tje naar het Prinsenhof ligt. Der tra ditie getrouw vestigde zich tegenover deze toegang tot de kerk in de Zijlstraat een voortvarende kastelein. Men treft boven de radiozaak in de Zijlstraat, die thans gevestigd is op de plaats waar destijds de herberg gestaan heeft, nog de gevelsteen aan van „De gouden leeuw". (Advertentie) Persoonlijke en discrete behandeling HAARLEM, 15 juli Haarlem wil in beroep gaan bij de Kroon tegen het besluit van G.S. om geen goedkeuring te hechten aan het overdragen van grond in erfpacht in het Frederikspark door de gemeente aan de N.V. Sport fondsenbad „Haarlem". Het Sportfond senbad had er een openluchtbad willen aanleggen en een zonneweide. Een aan-" tal buurtbewoners hebben tegen het betreffende raadsbesluit beroep aange tekend en G.S. zijn voor hun argumen ten bezweken. B. en W. stellen de raad nu voor in beroep te gaan bjj de Kroon en in het beroepschrift zou volgens B. en W. ge steld moeten worden, dat Haarlem slechts over de openluchtbaden aan Kleverlaan en Houtvaart beschikt, als mede over het openluchtbad van Stoop's bad te Overveen. De zwemge- legenheid is in Haarlem zeer onvoldoen de, temeer als gevolg van de vervui ling der binnenwateren. Zelfs na de aan leg van de zwembaden aan de Plane- tenlaan en in Parkwijk bestaat er voor al voor de bewoners van Haarlem-oost, -zuid en -centrum behoefte aan zwem- gelegenheid. Ook Heemstede zal daar van kunnen profiteren. De uitbreiding van het Sportfondsenbad zou de gemeen te betrekkelijk niet veel gekost hebben. Het verlies van de recreatieve beteke nis van het Frederikspark achten B. en W. niet groot, omdat het publiek er slechts doorheen wandelt en er niet ver blijft. Het recreati?ve gedeelte langs de Kleine Houtweg blijft onaangetast. Het project, zoals de gemeente het zich gedacht had, zou juist de actieve recreatiebetekenis van deze omgeving stimuleren. De bezwaren van de bewo ners richten zich juist tegen de aan tasting van de functie van openbaar park. De nabijgelegen Hout biedt mo gelijkheden te over voor passieve re creatie. Bovendien geloven B. en W. niet, dat het geluid van baders in het openluchtbad niet zal uitkomen boven het reeds nu aanwezige vele geluid op de verkeerswegen, die het Frederiks park omgeven. Voor het optreden van nozems en baldadige jeugd, zoals de omwonenden vrezen, bestaat nauwe lijks enig gevaar. (Advertentie) alle merken ruime keuze Grote Houtstr 181 - Haarlem Architect Royaards houdt op goede grondeu aan, dat Graaf Willem II in 1247 het dominicanerklooster heeft ge sticht. De dominicanen waren afkom- ug uit Parijs, waar zij hun moeder huis hadden in de Rue St. Jacques. Van daar dat oudtijds het Haarlemse domi nicanerklooster vaak het Jacobijnen- klooster werd genoemd en vandaar ook de naam van de nabijgele gen Jacobijnestraat. Vroeger heeft men wel gemeend, dat Graaf Floris V het klooster in 1287 had gesticht, maar ar chitect Royaards is van oordeel dat dit uitsluitend een uitbreiding betrof van het klooster in dat jaar. Voor de opvat ting van de heer Royaards pleit ook, dat Graaf Willem II in 1247 rooms ko ning werd en hij zou heel goed het kloos ter hebben kunnen stichten uit dankbaar heid of domweg om een goede beurt te maken bij de kerkelijke autoriteiten. Het klooster werd dus gebouwd op een terrein vlak achter de grote Gra venzaal, waar de. graven van Holland feesten plachten te geven, wanneer zij in Den Hout een jacht hadden geor ganiseerd. Het is we) bëgrijpelük, dat de graaf graag een klooster in de buurt van zijn jachtverblijf dat gaandeweg bestuurscentrum werd had, want de geletterde monniken waren uitsteken de bestuursklerken. Tijdens de grote stadsbranden van 1347 en 1351 hebben het klooster en het grafelijk slot veel geleden. Het klooster is toen herbouwd. Het is niet onmogelijk, dat bij die bran den de kloosterarchieven verloren zijn gegaan, want de teruggevonden docu menten die zich tegenwoordig in het dominicanerklooster in Gent bevin den gaan niet verder terug dan tot ongeveer 1350. Ook de kloosterkerk moet in zijn laatste gedaante ongeveer uit die tijd dateren. Uit het oudheidkun dig bodemonderzoek zou men kunnen afleiden, dat ongeveer op dezelfde plaats een houten kerk gestaan moet hebben. Wat er tegenwoordig nog rest van het Klooster, moet van omstreeks 1500 da teren. Althans in 1478 heeft de magis ter-generaal van de dominicanen een oproep tot de burgerij gericht om by te dragen in de herstelkosten van het klooster. Of de oproep veel heeft uitge- haald is niet bekend, maar in 1515 doet de bisschip van Utrecht een dringend beroep op zijn diocesanen om gelden bij een te brengen, teneinde het domini canerklooster in Haarlem voor instor ten te behoeden. Men moet zich de situatie van het klooster aldus voorstellen; Men kwam binnen via de Pandpoort aan de Ko ningstraat om vervolgens via de bin nenpoort (met de lege nis!) de klooster tuin te bereiken. Links van de binnen poort lag de Kapittelzaal, die men ook nu nog herkennen kan. Rechts van de poort was zoals gezegd de Librije of kloosterbibliotheek gelegen en boven de kapittelzaal en librije bevond zich het dormitorium, de slaapzalen van de paters. De zuidelijke afsluiting van de lllllllllllllllllillllllllllllltUIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHlllllllllllillll Een tekening van de oude kloosterhof, ook wel de Pandplaats geheten. Onze w.edewerker voor beeldende kunst, Le- vinus Tollenaar, maakte de tekening jaren geleden. Men ziet erop de nvri L.ingen' die in later fa-ren op de Deze 00sterga.ngen zijn aangebracht. Verdiepingen, zullen weer ver- dwiinen. kloostertuin werd gevormd door. de ref ter en de noordelijke door een kloos tergang, waartegen de zuidelijke muur van de kerk was gebouwd. De westelij ke afsluiting van de tuin werd gevormd door een verblijf voor lekebroeders. La ter is tegen dit gedeelte het Prinsenhof gebouwd. De kerk had de merkwaardige vorm, die men bij meer dominicanerkerken aantreft: twee evenwijdige beuken. De kerk was toegewijd aan Maria en de H. Dominicus. Zij heeft dus haar opvolger gekregen in de Spaarnekerk. In de ene beuk bevond zich het altaar ter ere van Maria, in de andere dat ter ere van St. Dominicus. Overigens is bekend, dat in de kerk ook reeds een altaar was toe gewijd aan de grote dominicaner theo loog Thomas van Aquino. De domini canen hebben dus wei snel bij de een voudige poorters van Haarlem hun hoog- Het paneel „Jezus voor Pontius Pilatus" van de Meester van Bellaert. Op de achtergrond is de voorgevel van het stadhuis te zien. Het paneel dateert van omstreeks 1460. Boven de Gravenzaal ziet men de beide beuken van de in 1579 afgebroken kloosterkerk, die was toegewijd aan Maria en de H. Dominicus. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiiiii geleerde ordegenoot geïntrduceerd. In de kerk moeten de adellijke fami lies Van Opdam, Berkenrode en Brede- rode hun familiegraven hebben gehad, terwijl er in 1573 nog twee onderbevel hebbers van Don Frederik de heren Lazaros de -Munnos de Salazar en Jo hannes Chyros begraven zijn, die tij dens het beleg gesneuveld waren. De heren hebben er niet lang kunnen liggen, want in 1579 werd de kerk afgebroken, nadat de stad de kerkelijke goederen had overgenomen. Uit de oude docu menten weet men ook nog, dat de stad Haarlem in 1432 een gebrandschilderd raam heeft geschonken aan de domini- canerkerk. Een van de weinige schilderijen, waarop men de kerk nog kan zien, is „Jezus voor Pontius Pilatus" van de kunstenaar die bekend staat als de „Meester van Bellaert". Bellaert was een bekende Haarlemse drukker uit de vyftiende eeuw. Hij had een houtsny- der in dienst, die voor hem gravures maakte. Deze houtsnijder zou zich ook met schilderijen hebben bezig gehouden en staat bekend als de Meester van Bel laert. Het schilderij „Jezus voor Pila tus" dateert van ca. 1460. Op de voor grond ziet men het tafereel van Jezus voor de rechterstoel van Pilatus, ter- wyi op de achtergrond het Haarlemse stadhuis te zien is, waarachter men de twee-beukige dominicaner kerk ziet. Het schilderij zal vermoedelijk ge hangen hebben in de vierschaar van het stadhuis, waar dus recht gespro ken werd. Later is het verdwenen tot het in 1928 in Rome opdook en via Am sterdam terecht kwam bij mr. J. W. Frederiks in Den Haag, de voorzitter van de Monumentenraad. Omstreeks 1930 heeft men het aan de gemeente Haarlem aangeboden voor 3000. Verwacht mocht worden, dat Haar lem voor dit unieke schilderij, dat een van de vroegste beelden geeft -an de stad, wel belangstelling zou hebben. Dat bleek echter niet het geval. We hebben vernomen, dat het werk thans opnieuw te koop is, nu voor 7000. De gemeente heeft onlangs voor een schilderij van Karei Appel 8000 neer geteld, zodat men misschien mag aannemen, dat men tegen de prijs van dit historisch paneel geen be zwaar zal hebben. Boyendien bestaat er nog een oude platte grond van Haarlem, vervaardigd door Thomas Thomassen. Zij dateert van 1578, van een jaar dus voor de kerk op last van de stedelijke magistraat werd afgebroken. Ook daarop is heel duidelijk te zien, dat de kerk niet aan De Pandpoort in het Haarlemse stad huiscomplex. De poort vormt de door gang van de overkluizing tussen oud en nieuw stadhuisgedeelte aan de Koning straat naar de oude Kloosterhof, die ook wel ,,'t Pand" werd genoemd. Bo ven deze poort bevindt zich de nog al tijd lege nisdie vraagt om een beeldje van St. Dominicus, als herinnering aan het Dominicanerklooster dat daar ge vestigd is geweest tussen 1247 en 1579. Links op de foto ziet men nog de ra men van de oude kapittelzaal. Rechts van de poort bevindt zich de librije of kloosterbibliotheek. iilliiiililiiiiiiiliiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiMllliiliiiiiiiiii:i de Jacobijnestraat heeft gelegen, maar aan de Zijlstraatkant van het klooster. „Er kan gebeuren wat wil, maar ik zal nooit van m'n leven een schil derskwast in mijn handen nemen," zei Peter van Warmerdam toen zijn vader hem voorstelde bij hem in Spaamdam in zijn schildersbedrijf te komen. Het is anders uitgepakt. Pe ter heeft wel degelijk de kwast ter hand genomen, tot grote voldoening van een groot aantal amateur-toneel gezelschappen in Haarlem en verre omgeving. Vele kostelijke decors heeft hij ontworpen en uitgevoerd. Voorlopig zullen ze het echter zon der hem moeten stellen, want met ingang van 1 augustus is Peter van Warmerdam benoemd tot cheftoneel meester van de Casino-schouwburg in 's Hertogenbosch. De amateurs zal hij echter niet in de steek laten, want in Den Bosch zitten ze bij wij ze van spreken al op hem te wach ten. Het amateurtoneel ginds heeft een malaise meegemaakt en het. ge meentebestuur wil het opnieuw tot bloei brengen. Bij dat streven zal Pe ter van Warmerdam ongetwijfeld een rol van betekenis spelen. De gezel schappen hier zullen het zonder hem moeten stellen, al is een enkeling zo gelukkig hem nogenige tijd te be houden. Voor „Alberdingk Thym" zal hij dit najaar nog het decor ma ken voor het nieuwe stuk „Quaran taine" van Jan Staal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 3