Ongelukken zelden M toevallig TUINIER MET MEER PLEZIER wm Doede Iza km uziek m Uitvinder Senefelder ZEEWIJDING ZWARTE WOUD PAS VERSCHENEN BOEKEN Preventie van kinderongevallen Vaste planten t OUDE KLOKKEN Jeugdpockets Andere jeugdboeken Kinderboeken Boek over het zeemansleven ZATERDAG 29 JULI 1961 PAGINA 13 Passieve houding tegenover „het ongeva (Door B. J. Galjaard, tuinarchitect B.N.T.) T-rtr*-'- pm door t OE BORDER Kruidachtige planten, die in het najaar afsterven en in de grond overwinteren met wortel- of stengel delen, worden vaste planten genoemd. Deze planten bieden ons een grote variatie in kleur, hoogte en vorm, het zijn de dankbaarste bloemplanten van de bljjvende tuinbeplanting. Het meest worden ze aan geplant in bordersrange stroken met planten langs het gazon of een pad, met een achtergrond van een haag of van struiken. De hoogte van de vaste plan ten loopt uiteen van enkele centimeters tot één of twee meter. De voorjaarsplanten zijn gemiddeld 20 cm hoog, de in de zomer bloeiende van 60100 cm en de hoogte van de najaarsbloeiers kan wel meer dan 150 cm bedragen. Op deze hoogte moeten we letten bij het maken van groeperingen, doch ook aan de bloemkleuren, bloeitijd en de vorm van de planten moeten we aandacht schenken. Omdat de lage vaste planten uitgroeien tot in het gras, legt men langs de border een rand van tegels, deze zor gen voor een overgang tussen gras en planten. Vaste planten kan men ook op andere plaatsen in de tuin gebruiken. Zo wordt er bij het terras of het huis wel een hoge plant geplaatst, die mooi bloeit of sierlijk blad heeft. Tussen lage vaste planten of in het gazon kunnen een of meer exemplaren van een hogere en decoratieve soort uw tuin verrijken. Zulke planten zyn b.v. toorts, vuurpijl of blauwe distel. Heeft men een groot terras of een andere geplaveide ruimte, dan kan men hier en daar ope ningen uitsparen en aardige combinaties maken met vaste planten, bloembollen of lage struikjes. Hoewel vele soorten lang en rijk bloeien, zijn er en kele vaste planten, zoals papaver, primula of doro- nicum, die sneller uitgebloeid zijn. Voor of tussen deze planten kan men eenjarige bloemen planten, die overigens ook op andere plaatsen in de border een fleurige aanvulling kunnen vormen In het al gemeen moet men om voldoende kleureffect in de border te bereiken, van elke soort minstens drie exemplaren planten. De grootte van de groepen hangt af van de groeikracht van de planten en van de bloemkleur: van een felle kleur heeft men minder planten nodig dan van een zachtere tint. Enkele goede vaste planten zijn In het voorjaar bloeiend: Iberis (scheefkelk), bloem wit; Doronicum (voorjaarszonnebloem), bloer geel; Trollius (kogelbloem) bloem geel en oranje. In de zomer bloeiend: Helenium, bloem geel of bruin; Salvia (salie) bloem paars; Phlox (vlam- bloem) bloem rood, rose, lila of wit; Iris, bloem blauw, wit of geel; Buphthalmum (koeieogen) bloem geel; Nepeta (kattenkruid) bloem lila. In het najaar bloeiend: Aster (herfstaster) bloem blauw, paars, rose of wit, Rudbeckia, bloem geel, Solidago (gulden roede), bloem geel. ;3 et de publieke be langstelling voor ziekte en dood is het merkwaardig gesteld. Het is niet zo moeilijk de aandacht van het publiek te trekken voor enkele ziekten die tot de verbeelding spreken en zelfs willen overheid en individu wel enig geld beschikbaar stellen voor de bestrij ding van een aantal ziekten, die ge zondheid en leven belagen. Tuberculo se. kanker, polio kent iedereen op zijn minst door propagandamateriaal en collectebussen. Het aantal slachtoffers ten gevolge van ongevallen is evenwel te drukken. Het fatalisme, zo niet on verschilligheid ten opzichte van het on geval als oorzaak van dood of invali diteit is op zijn minst merkwaardig. De getallen van ruim 4000 doden per jaar en de vele duizenden gewonden maken minder indruk dan een enkel geval van pokken. Onze houding ten opzichte van de on gevallen is te vergelijken met die van de middeleeuwers ten opzichte van de besmettelijke ziekten: z;j zagen pest, pokken, cholera enz. als een onafwend baar noodlot, een on-geluk. Ongeluk ken zijn echter zelden toevallig. Bij vele malen groter dan dat van kin derverlamming. Voor de preventie en behandeling van deze ziekte spaart men kosten noch moeite, maar invali- teit en zelfs de dood door ongevallen van een veel groter aantal mensen on dergaan wij met een zekere gelaten heid. Ongevallen zijn voor sommige publi- citeitsorganen voornamelijk zo niet al leen een nooit opdrogende bron, die de sensatiebehoeften van het publiek be vredigt zonder dat daarmee een no beler doel wordt nagestreeft. Wist u dat er van de kinderen in de schoolgaande leeftijd meer sterven ten gevolge van ongevallen dan door alle ziekten bij elkaar. En wist u dat er in ons land in 1959 meer dan 4000 mensen tengevolge van een ongeval om het leven kwamen en dat daarvan bijna 1300 door een dodelijk ongeval in hun eigen woning werden getrof fen. In de U.S.A. spreekt men daarom wel van home risky home als variant op home «weet home. In 1959 werden ruim 1700 mensen bij een verkeerson geval gedood en zeker meer dan 45 000 mensen gewond van wie meer dan de helft ernstig. In de Wereldgezondheidsorganisatie heeft dit jaar een Braziliaan het is opvallend hoezeer de Brazilianen in de Verenigde Naties zich altijd voor de gezondheidszorg hebben geïnteresseerd de veelvuldige ongevallen een mo derne plaag genoemd, die de wereld van vandaag teistert. Na kanker en hartziekten staat de sterfte door on gevallen in ons land thans op de 3e plaats in de statistiek var de doods oorzaken. Het leed. dat word' veroor zaakt door tijdelijke of blijvende inva liditeit is echter niet in statistieken uit een groot percentage van de ongeval len nie* alleen in het verkee is een oorzaak aanwijsbaar, die voorko men had kunnen worden. De zegswijze, daar komen ongelukken van, spreekt voor zich zelf. Naast een goede behan deling en revalidatie van slachtoffers van ongevallen, zal derhalve onder zocht moeten worden in hoeverre pre ventie van een deel der ongevallen mo gelijk is onder het simpele motto: voorkomen is beter dan genezen. Wij zullen een veel minder passieve houding tegenover „het ongeval" moe ten innemen en ons daarbij kunnen spiegelen aan de bestrijding van de be smettelijke ziekten, die wij voor een deel de baas zijn geworden dankzij een meer doeltreffende behandeling, maar vooral door een konsekwent doorge voerde preventie, waarbij publiek, medici en overheid elk het hunne heb ben bijgedragen Hierdoor zijn de bo vengenoemde ziekten die in vroeger tijden een bevolking konden decime ren, in onze streken vrijwel uitgeroeid, terwijl zij elders nog vele slachtoffers eisen. „De studie van het ongevalsgebeuren en hieraan aansluitend de bestrijding van ongevallen moet een essentieel on derdeel van de gezondheidszorg wor den": (Hagenbeek). Als de veiligheid in huis. oo het werk en op de weg ver beterd en het begrip van het publiek voor eventuele gevaren vergroot wordt zal althans een deel van de ongevallen voorkomen kunnen worden. S. Enkele gegevens ln deze kroniek werden ontleend aan een artikel van dr J. Hagenbeek in Medisch Contact van 7 april 1961. Nu door de grote successen die zijn bereikt met de behandeling en preventie van een aantal ziekten, die het kind en vooral de zuigeling bedreigen, het aantal sterfgevallen sterk is verminderd, valt het op dat zoveel kinderen het slachtoffer worden van ongevallen. Dit is nog eens duidelijk naar voren gekomen bij een analyserend onder zoek dat de sociaal-geneeskundige Dr. J. H. Baay met enkele verpleegsters van de G.G.D. in een stad in ons land heeft verricht op verzoek van de Bond voor Moederschapszorg en kin- derhygiëne. Verkeersongevallen wer den bij dit onderzoek niet betrokken. Op dit nog we'nig ontgonnen terrein komt Baay tot 'nteressante conclusies o.a. dat in zijn serie niet minder dan 38 pet. van de geregistreerde ongeval len bij kinderen redelijkerwijs voor komen had kunnen worden. Slordig heid bij het opbergen van geneesmid delen (aspirine!) waardoor een kleu ter ervan kan snoepen, een ketel met kokend water op de rand van het aan recht waar een kleintje net bij kan, of een theekopje op een tafel waar het kind gemakkelijk het kleedje af kan trekken, gladde vloeren waar een kind (of een bejaarde!) op kan uitglij den, zo zijn er talrijke voorbeelden van dagelijks voorkomende ongeluk ken, die bij enig nadenken of groter zorgvuldigheid voorkomen kunnen wor den. Erger dan slordig is een van de voorbeelden uit dit rapport: een niet goed functionerende schoolpoort waar reeds 14 kinderen hun vingers tussen hadden gekneld. De betreffend! instan ties hadden niet gereageerd op ver zoeken van het schoolhoofd om verbe tering. Aan het slot van het boekje geeft Baay enkele voorbeelden van de mo gelijkheden tot preventie van kinder ongevallen. In de eerste plaats moet he! kind leren zich veilig te gedragen, hetgeen een sch;jnbaar voor de hand liggende opvoedingskwestie in gezins verband is, maar waaraan in de prak tijk veel ontbreekt. Er zjjn kinderen die ongeluksvogels Hiker te zijn, maar als men dergelijke ongevallen analy seert, blijkt tiet nog al eens dat deze kinderen de ongevallen over zich af roepen door roekeloosheid, onnaden kendheid of onwetendheid. De taak van de Overheid is niet be perkt tot maatregelen om de verkeers veiligheid te verhogen. Het veiligheids instituut, dat zich momenteel voorna melijk nog beperkt to* toezicht op de veiligheid in bedrijven, zou zijn akti- viteit moeten uitbreiden tot een con trole op alle gevaarlijke huishoudelijke apparaten, die in de handel worden gebracht. Voor in deze materie geïnteresseer de onderwijzers, politiefunctionarissen, G.G.D.-artsen en verpleegsters, Kruis verenigingen, jeugdleiders is dit boek je zeer aan te bevelen. Voor de een voudige huisvader- en moeder zijn de resultaten van dit onderzoek op be vattelijke wjjze verwerkt in een bro chure „Was dat nu nodig?". S. 1) Ongevallen bij kinderen, Dr. J. H. Baay Uitg. Van Gorcum, Assen. /VASTEPLANTEtnÈ BORDER voor' voor- na- herfst jaar zomer zomer HOOGTE VAN DE VASTE PLANTEN RANDAFWERKING VASTE PLANTEN n Toorts SOLITAIR «ucfev Vuurpijlen Blauwe distel DECORATIEVE PLANTEN PLANTEN OP HET TERRAS vXyi; Voor een echte Schot bestaat er geen geluid dat mooier is dan de „skirl", de klank van doedelzakken. Doedelzakken behoren tot de oudste muziekinstrumenten zo oud, dat hun oorsorong onbekend is. Keizer Nero be speelde de doedelzak en ze waren reeds bekend in het oude Babylon. In sommi ge landen vindt men de doedelzak in diverse uitvoeringen, maar in Schot land is deze vorm van muziek sterk tot ontwikkeling gekomen. In z;jn moderne vorm bestaat de doe delzak uit de Schotse Hooglanden uit een luchtzak, gewoonlijk gemaakt van schaapshuid, waaraan vijf pijpen ver bonden zjjn: een bas drone, twee tenor drones, het mondstuk en de chanter, de pijp waarmee de melodie wordt ge speeld. Deze laatste is een korte pijp met acht gaten, een voor de duim en zeven voor de vingers en met deze ach: gaten kan de bespe'er negen noten bla zen. van de lage G tot de hoge A. Maar h(j haalt meer uit de beperkte mogelijkheden door gebruik te maken van „warblers" (trillers) die, samen met de grondtoon, de welbekende „skirl" laten horen. De doedelzakmuz^k van de Hooglan den dateert grotendeels van na de zes tiende eeuw. Voor die tjjd improviseer den de rondtrekkende pijpers maar zo'n beetje, of speelden variaties op volks liederen. Pas nadat de Schotten de doe delzak als hun volksinstrument gingen beschouwen, werden de Schotse dansen en de krijgsmarsen gecomponeerd, wel ke het repertoire vormen van de heden daagse pijper. In die ti)d had iedere clan zijn eigen doedelzakspeler, wiens werk het was de morgenserenade te brengen, de dans melodieën te spelen voor de dansers en verder een speciaal stuk b(j geboor te of dood van hot hoofd van de clan. Voor 1830 leerde de pijper zijn melo dieën door middel van symbolen, maar thans wordt alle doedelzakmuziek ge schreven in notenschrift in de G- sleutel. In de pijperschool in het Edin burgh Castle leert de moderne pijper de pibroch, de echte klassieke muziek voor de doedelzak, waarvan meer dan duizend yoorbeelden zijn verzameld. Verschillende beroemde Britse leger- regimenten hebben hun eigen pijpers en pópercorpsen. Elk regiment houdt zich aan een eigen repertoire van marsen, dansen en taptoes. Schotse pijpers in Amsterdam Eind juli zal in de straten van Am sterdam het geluid van Schotse doedel zakken klinken. Een geluid dat zal wor den veroorzaakt door de Hawick Boys' Brigade Pipe Band, die gedurende hun trip door Noordeuropese landen ook een tweedaags bezoek zullen brengen aan Amsterdam alvorens zij hun reis via Groningen naar Stockholm zullen voort zetten. Men hoopt, dat de Pipe Band, onder leiding van Pipe Major Robert Short, uitvoeringen zal geven op het Leidseplein, het Damplein en in andere delen van Amsterdam. Hun bezoek zal plaatsvinden op zaterdag 29 en zondag 30 juli. De doedelzak behoort tot de oudste muziekinstrumenten. Een merkwaardig museum is geves tigd in de Franse stad Avignon. De col lectie van dit museum omvat uitsluitend klokken, torenklokken afkomstig zowel uit Frankrijk als uit het Verre Oosten. Men kan er enorme exemplaren zien, die eens zongen in de torens van trotse kathedralen en kleine, ranke klokjes, gered uit vervallen kapelletjes of uit tot de ondergang gedoemde kloosters. Over al in dit stemmige museum zijn klokken opgehangen, langs de buitengevels, aan de zoldering en boven de trappen. Op de binnenplaats hebben de fraaiste exemplaren daterend uit de 15e, 16e en 18e eeuw een plaats gekregen. Dat klinkt nu wel erg tragisch, maar zo noemt men gewoonlijk steden welke feen bloeiend bestaan meer hebben. !en van deze bedoelde stadjes is Veere in Zeeland. Jullie hebt natuurlijk alle maal gehoord via radio, televisie of kranten over sluiting enige tijd geleden van het Veerse gat, in verband met de Deltawerken. Dat is een groots werk geweest en deze betonnen dam is ge legd in de buurt van het stadje Veere. Het is een oud stadje, want ten tijde van graaf Floris V komt het eigenlijk voor het eerst ter sprake. Hij liet daar namelijk een dijk aanleggen tegen de zee en bouwde er een burcht. Daarna werden wallen en poorten gebouwd en ontstond er een klein vissersdorp, dat echter gestadig uitgroeide tot een klei ne stad. want tegen het eind van de dertiende eeuw kreeg Veere stads rechten. Veere werd een bekende op slagplaats van de landstreken langs de Noordzee. De visserij en handel bloeiden (voor al met Schotland) en er was welvaart. In de vijftiende eeuw werd een mooie kerk gebouwd en het prachtige stad huis. Maar geleidelijk aan ging de wel vaart van Veere achteruit, de pakhui zen stonden leeg en in hoofdzaak ge schiedde dit door het verzanden van het Veerse Gat en het Sloe, waardoor geen grote schepen meer in de haven konden komen. In de 19e eeuw was Veere een dode stad. Eigenlijk is het sindsdien zo ongeveer gebleven, maar de visserij was toch aldaar van belang. Nu moeten de vissers weer naar elders vertrekken en Veere wordt nu wel echt een „dode stad". 's Zomers echter komen er veel vreemdelingen, want het is een be zienswaardig schilderachtig stadje. Een Schotse Hooglander bespeelt de doedelzak. Aloys Senefelder, de uitvinder van de steendrukkunst (lithografie) werd te Praag geboren. Senefelder was de oud ste zoon uit een groot gezin. Na de dood van zijn vader was hij aangewezen voor zijn moeder en acht broertjes en zusjes te zorgen. Hij trachtte dit eerst te doen als toneelspeler, later door het schrijven van toneelstukken. Maar veel leverde dit niet op en hij besloot zijn werken zelf te drukken. Daar hij geen letters of drukkerij ter beschikking had, probeerde hij op metaal te graveren, maar dit voldeed niet en hij probeerde het op steen. Hij werkte en zocht met de vurige ijver van de uitvinder en na lang ploeteren kwam hij in aanraking met enige vermogende personen, die in zijn werk belang stelden. Het gevolg was, dat in 1796 de eerste produkten der steendrukkunst het licht zagen, echter vanzelfsprekend niet zo volmaakt als dit tegenwoordig gebeurt. Maar Senefel der hield vol, hij bleef zoeken en tot zijn vreugde zag hij zijn werk langzaam beter worden, maar leidde het moeilijk en veelbewogen leven van de arme uit vinder. In januari 1834 werd hij door blindheid getroffen en overleed spoe dig daarna op 26 februari 1834. Te Amsterdam heet een grote steen drukkerij, thans óók offsetdrukkerij, naar zijn naam en zijn beeld siert de gevel. Er bestaat aan de Belgische kust een schilderachtig gebruik waarvoor al len die, om welke reden ook hun hart verpand hebben aan de zee, een bijzon dere belangstelling koesteren. De dich ters die haar bezingen, de schilders die haar op het doek brengen, de zomergas ten die aan haar strand hun vakantie doorbrengen en vooral zij, die van de zee leven, de vissers en de zeelieden die iedere dag hun leven wagen op dat on tembaar element, houden machtig veel van die folkloristische godsdienstige ge beurtenis: de Zeewijding. Vooral de zeelieden hechten aan dat vroom ge bruik voor hen zelf en voor him een voudige haardsteden die zo vaak door de stormen werden geteisterd. Tegenover het geweld der ontketende natuurverschijnselen is de mens on machtig en bestaat slechts de toevlucht tot God. Gedreven door de angst voor de zee en uit dankbaarheid voor het be staan dat zij hun schenkt, namen de kustbewoners de gewoonte aan de gol ven te doen wijden. Dit oude gebruik is sedert 1448 in de oude stadsrekenin gen van Oostende en sedert 1486 in die van Nieuwpoort vermeld. Het voorbeeld werd door andere kustplaatsen gevolgd en van jaar tot jaar neemt de plechtig heid in omvang en belangrijkheid toe. Thans behoort de zeewijding tot de folklore van al onze badplaatsen en is zij een der grote evenementen van het seizoen. Terwijl de processie door de straten van de stad trekt om zich naar de dijk te begeven, kruisen ver in zee de weelderig versierde vissloepen en ple zierboten. En terwijl de sirenes der schepen loeien, zegent de priester de menigte en de golven der zee., De klokkentoren van het stadhuis te Veere. Het zuidwesten van Duitsland is vol afwisseling en verrassingen, maar te vens vervuld van harmonie en rust. Dit land is bedekt met mysterieuze bos sen, zonnige grazige hellingen en vruchtbare akkers, verlucht met blin kende meren, bonte dalweiden en stei le wijnrank-hellingen. Opgewekt leven gaat er uit van de moderne grote ste den, de middeleeuwse stadjes, stille dorpjes en afgelegen boerenhoeven, ge dragen door velerlei culturele geledin gen, die duizenden jaren omvatten. Een pittig bos- en bergklimaat, tal rijke geneeskrachtige bronnen van ve lerlei samenstelling, schenken aan de gezonde mens aanvullende reserves, de rustbehoevenden lang-ontbeerde krach ten en aan de zieken nieuwe levensja ren. Het Zwarte Woud ligt in een 150 km lange en 50 km brede rechthoek tussen Karlsruhe, Stuttgart, Bazel en Schaff- hausen. Zijn zuidelijk zwaartepunt ligt in het gebied rondom de oude univer- siteits-, bisacuops-, wijn-, en woudstad Freiburg in de Breisgau. Hier vereni gen zich binnen een kring van nauwe lijks 30 km waarlijk wonderbaarlijke landschappen zoals de meer dan 1000 m hoge uitkijk-toppen van de Feldberg, de Schauinsland (Kijk-in-'t-land), Kan del era., voort# een lering van voorma lige glets)er-ïü«! sn en moderne stuw meren. Hier zijn de voorwereldachtige ravijnen van het Höllental (Hellendal), het Albdal, e.a., de van wijn en ooft boordevolle hellingen van de Kaiser- stuhl bij de voormalige Rijnvesting Brei- sach. Hierbij komen dan nog de menig te van internationale badplaatsen, zo als het reeds door de Romeinen hoog gewaardeerde Badenweiler, in de om geving waarvan telkens nieuwe warme bronnen worden ontdekt en uitgebreid. Maar ook vele stil-in-zichzelf verzon ken reservaten van wereldverre rust liggen verborgen in het Zwarte Woud. Als aan een parelsnoer rijgen zich hier de ver over het land en over de nabije Elzassische grens uitkijkende badhotels aaneen. Prachtig gezicht vanuit een dal op het Zwarte Woud. t Blizsard, de witte hengst, door Ber grand Shurtleff (Prisma-juniores 148) Alask grote avontuur van een Paard in Maud pakt aan, door Mabel Esther m (Prisma.-juniores 149). u-V^ud ontvlucht voor twee maanden doL burSerlijk milieu waarin zij leeft au te solliciteren naar een baantje deWie°jUvernante ln Bretagne. Zij ont- bWL, at daar ook niet alles even pro- Pil? ?s is' Voor oudere meisjes. Laur-o oek voor <le jeugd I, door 151) A' Daane (Prisma-juniores IN raadsels. dorJ? ^?°,n van Black, de zwarte hengst, dam) Farley (Ten Brink-Amster- feefcs derde deel in de Zwarte Hengst- Jacht om het handschrift, door Debo ■Hage (Dieben, Den Haag). Een kostbare verzameling boeken is verdwenen De vrienden Han en Henk schrikken nergens voor terug om ze terug te vinden. Verkenners en bolhoeden, door Debo Hage (Dieben). De verwisseling van Dikkie's school tas met die van een geheime agent, waarin één miljoen gulden zit, blijkt in gewikkelde gevolgen te hebben. Gevecht in de rimboe, door Johan Hidding (Kok, Kampen). Edward Smit vertrekt na zijn HBS- examen naar de Oostafrikaanse wilder nis, waar zijn vader werkt aan een stuwdam. Als de dam bijna klaar is, dreigt een opstand onder de inlanders. Edward spant zich geweldig in, om die tamp te voorkomen. Koekoe met de groene duimen, door Maurice Druon (van der Peet, Amster dam). Koekoe is de zoon van een wapen fabrikant en hij is bestemd om zijn vader op te volgen. Hij voelt daar ech ter weinig voor. Hi) ontdekt, dat hij „groene duimen" heeft, waardoor uit alles, wat hij aanraakt bloemen op groeien. Zo kan hjj zelfs de wapenfa- brikage blokkeren. Mary Jane, een negermeisje in de klas, door Dorothy Sterling (van der Peet). Beschreven worden de lotgevallen van een negermeisje in de Verenigde Staten van Noord Amerika, die het moedige besluit neemt om voor haar middelbare schoolopleiding een „blan ke" school te kiezen. Expeditie „de verdwenen koe", door Nan Chauncy (Ploegsma, Amsterdam). Als het enige1 wat je in de eenzaam heid van Australië bezit, een koe, ver dwijnt, wordt het de moeite waard al les in het werk te stellen om deze te rug te vinden en er de grootste geva ren voor te riskeren. Bossy, dat krantenkind, door A. Rut gers van der Loeff Basenau (Ploegs ma). Een vierde druk van het verhaal over het dappere meisje, dat de harde realiteit van het leven op we ,g sen timentele wijze beleeft. Die ene zomer, door Dorothy Pitkin (Ploegsma). Over die ene vakantie van Kitty buiten, die zo ontzettend saai leek te worden en die uiteindelijk zo'n verras sende openbaring werd. Uitgeverij het Spectrum is gestart met een nieuwe serie pocketboeken. Deze zjjn speciaal bedoeld voor kleuters en jongere kinderen. De titel van de serie is: Prisma-Kinderpockets. Zjj zul len hier worden aangegeven als Pris ma KP. Kindertekenboek, door Piet Marée (Prisma KP 1). Nieuwe ideeën voor kinderen, die graag tekenen, maar steeds bij huisje, boompje, schoorsteentje bjijven steken. Kleuterknutselboek, door Piet Marée (Prisma KP 4) Hetzelfde voor knutselaars. Kleuterrijmpjes uit Oma's tijd (Pris ma KP 9) Om voor te lezen of zelf te lezen. Kleuterklas ln kabouterland, door Piet Marée (Prisma KP 12). Ook kabouters gaan naar school. Wat ze daar allemaal doen kun je in dit boek lezen. Misschien kun je zelf ook wel, wat die kabouters kunnen. Vijftig kinderspelen binnen, -door Piet Marée (Prisma KP 18) Ais het regent en je weet zelf niet meer wat je moet doen, kan dit boekje je misschien helpen. Vijftig kinderspelen buiten, door Piet Marée (Prisma KP 19). Hetzelfde voor als de zon schijnt. Deze boekjes zijn alle geïllustreerd en in een royaal lettertype gedrukt. De Bode Draak, door Gwendolyn Bo wers (Prisma-J-141). Het verhaal over een jongen, die in historische tijden leef de en na de bossen, waarin hij leefde, verlaten te hebben een belangrijke fi guur gaat worden aan het koninklijk bof ANDERE UITGAVEN: Altijd wat an ders, door Marie Schmitz (Ploegsma- Amsterdam) Steeds is er iets te beleven in het gezellige gezin van Jan Joris en zijc vrouw en hun drie vrolijke kinde ren. Illustraties van Elly van Beek. De twee verdwenen lepelaars, dooi Jean Oliivier (Van Hölkema «Sc Waren dorf-Amsterdam)Twee kinderen heb ben een prijs gewonnen en mogen een reis maken naar Nederland en wel naai Texel. Daar ontdekken zij, dat twee zeld zame lepelaars uit een reservaat zijn verdwenen. Hoe zit dat in elkaar? Het boek werd in Frankrijk tweemaal be kroond. Lokl - de wolf, Fleet - het hert, en Ba- ja - de olifant; drie dierenverhalen dooi C. Bernard Rutley. Fulgor, de steenarend, door Cecilia Knowles. Deze boekjes komen uit in de serie: dierenverhalen uit de wildernis. Zij worden uitgegeven door De Verken ner te Baarn, en zijn alle met tekeningen geïllustreerd. Kees en de heks, door J. Betera (Spruyt, van Mantgem de Does-Lei den) Een geïllustreerd leesboekje voor jonge kinderen. Jan en Joppie, Jan en Joppie en de witte wagen, Jan en Joppie en een rare verjaardag, alle drie door M. Clarenbeek-van Klave ren (Spaarnestad-Haarlem). Drie verha- Bakvis op eigen benen, door Mabel Es ther Allan (Prisma-J-139). Een boek voor oudere meisjes over Katy. die er de voorkeur aan geeft op eigen houtje rond te trekken in plaats van met een stel vriendinnen. len voor kinderen van zes tot acht jaai over dezelfde Jan en Joppie. De dood van de Grote Bever, door J l,. Egermon. (Spaarnestad) Een india nenverhaal. Tijs Tippel en de biggetjes, door Riei van den Brink (Spaarnestad) De ge schiedenis van een boerenknecht, die de biggetjes waar hij voor moet zorgen al lerlei kunstjes leert en daarna vele avon turen met ze beleeft. Maak er een feest van, onder redactie van Lou Hoefnagels (Arbeiderspers-Am sterdam). Vele tips voor als kinderen feest willen gaan vieren. Spelletjes, hoe je zelf veel kunt maken enzovoort. oor oudere jongens met belangstei- Vling voor de scheepvaart is in de Sneeuwbalserie bjj de uitgeverij Kluitman te Alkmaar een relaas verschenen van een oud-marineman (J. Rommerts), die de belevenissen vertelt van Nederlandse zeelieden tijdens de afgelopen oorlog. De Nederlanders, die in de meidagen van 1940 naar Enge land overstaken, bevinden zich aan ooord van de oude Amerikaanse tor pedojager „Montfertown" en nebben tot taak vrachtschepen met oorlogs materiaal tegen de Duitsers te bescher men. Hoogtepunt in dit interessante en spannende verhaal „Met de Mont fertown op konvooi" vormt de on dergang van de Bismarck.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 13