VIJFHUIZEN ligt in de Meer, maar valt Een daar feitelijk buiten heel eigen wereldje rond de historische Eendenkooi m voor *3 —JAC. VAN LOOY EN TIJDGENOTEN— Interessante tentoonstelling als jaarlijks eerbetoon Er zijn geen echte eenden meer" wilde I GEVRAAGD KRANTENBEZORGERS Pastoor Van Eeden naar ,,'t Clooster" Gebroeders Stokman: AT AX-TAXI ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1961 PAGlNA 3 VIJFHUIZEN, augustus De Haarlemmermeerpolder is een oord van aparte landschappelijke bekoring, die elk jaargetijde an ders is: nü, terwijl de wijde, gol vende graanakkers gouder van tint Worden en hier en daar de oogst &1 is begonnen; straks, in de herfst, als de vruchtbare kleibodem open- geploegd ligt te wachten op het Zaad voor de oogst van volgend jaar; in de winter wanneer grillige, grauwe wolken door de kille noordooster over de verlaten landouwen worden gedreven en in de lente, als het veeltintige groen en de bloemenkleuren der gewas sen een bijna dagelijks wisselend schouwspel ten beste geven. Wat die polderschoonheid be treft, neemt „de Meer" zoals de bewoners hun streek noemen geen uitzonderingspositie in. Het bijzondere ligt meer in de bouw van het landschap. Wie een plat tegrond van de polder bekijkt, krijgt de indruk, dat het land in de vorige eeuw werd uitgezet met een rechte liniaal. De wegen zijn kaars recht; die van noord naar zuid liggen twee kilometer uit elkaar, die van west naar oost drie kilome ter. En daartussen strekken zich derde akkers uit als al naar de stand der seizoenen groene, gouden of grijszwarte rechthoeken, welke hier en daar worden on derbroken door een boerderij of een landarbeiderswoning. Of door een café, want het cafébedrijf is nauw verweven met de prille geschiedenis van de Haarlemmer- meerpolder. Wie echter een be zoek brengt aan het poldergedeel te ten noorden van Vijfhuizen, ontmoet daar een geheel ander wat glooiend. Eigenlijk is dat geen landschap. Deze streek ruwweg wonder. Bijna het gehele gebied, omsloten door de Zwarteweg, de dat nu de Haarlemmermeerpolder Spieringweg en de Vijfhuizerdijk vormt, was tot voor iets meer dan wijkt zowel wat opbouw als wat een eeuw geleden de bodem van Planten- en dierenwereld betreft, het Haarlemmer Meer. Dat is ech- 8f van de omgeving. De Spiering- ter niet het geval met Vijfhuizens Weg maakt er een paar gezellige eendenkooi en de naaste omge- bochten en wordt daarom in de ving, want deze streek werd zon- Volksmond de „kromme Spiering- der meer geannexeerd bij het Weg" genoemd. De sloten ten wes- nieuwe land. wmpf: - ten van deze weg zijn niet zo „langs-de-liniaal-getrokken" en het landschap is zelfs hier en daar f Geheimzinnig Eigen wereld Orgelconcerten in de Grote Kerk Tn het Haarlemse museum „Huis v. Looy" wordt als jaar lijks eerbetoon aan Jac. van Looy een (nog tot 16 september durende) tentoonstelling gehou den van een aantal werken \an Van Looy zelf alsmede van zijn tijdgenoten die tevens zijn studie genoten en geestverwanten waren en die behoorden tot de kring oer Amsterdamse impressionisten Het waren tevens de artistieke „reac tionairen" van de laatste decen nia van de vorige eeuw, in nau. e samenspraak met de litteratoren van de Beweging van '80. Schil derkunstig stelden zij zich tegen over de romantische stemmings kunst van het Haagse impressio nisme, maar in onze ogen bleven zij in de verwantschappen even sterk als in de verschillende tra ditie voortzetten. Wezenlijk kunstenaarschap *H|ll>IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIll>lll!l!llllllll1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIinilllllllllllllllllllllllllllll>'>i'>>lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||||||||||||||||l|||l|||||||||||||||||||||||||||||||||H||||||||!||||||l MnwwiHIIII Hiiiniiiiiiiiiii Honderden jaren geleden, toen het Haarlemmermeer nog een véél kleine- te watervlakte was dan ten tijde van de droogmaking, was er al een dorp dat Vijfhuizen heette. Dat lag niet op de plaats van het dorp dat nu onder deze naam voortbestaat en dat werd genoemd naar zijn voorganger. Het oude Vijfhuizen bevond zich in de buurt "vaar nu de IJ weg en de Schipholweg rikaar kruisen. Twee keer heeft het geschiedenis ge- Taakt, zij het -beide keren met een droevige afloop. De eerste keer tijdens het beleg, dat de Spanjaarden in de laren 1572-1573 om Haarlem hadden ge slagen. De Haarlemmers deden een Uitval en wisten de belegeraars inder daad terug te jagen. De Spaanse troe pen verschansten zich in Vijfhuizen, daaruit ze na felle gevechten werden Verjaagd. Echter niet snel genoeg, om hen te beletten het dorp in brand te steken. Vijfhuizen werd weer opgebouwd, maar zou dertig jaar later voorgoed van de kaart verdwijnen. Tijdens een £ware storm bulderden de sehuimbe- kopte golven van het Haarlemmermeer 'egen de oevers bij het dorp. Deze be zweken en Vijfhuizen verdween in het v-'ater, als het zoveelste slaqhtoffer van het meer. Latere stormen deden steeds meer afbreuk aan dit gebied. Tenslotte was van hetgeen eens tot het dorp Vjjfhui- Zen had behoord, nog maar een klein fedeelte over: de polders (die nu wor- hen opgespoten om ze bouwrijp te Taken als tweede deel van Haarlems stadsuitbreiding Schalkwijk) en de lan- herÜen bij de eendenkooi. De kooi zelf •tak als een schiereiland boven het •vater uit. Toen er plannen werden gemaakt °m het Haarlemmermeer droog te malen, volgde men bij het aanleggen van de ringdijk en het graven van de ringvaart niet overal de meer- oever, ook niet bij Vijfhuizen. De dijk werd niet vóór langs, maar achter om de kooi gelegd. Hierdoor kwam deze streek bij het „nieuwe land". Dat is de verklaring van de schijn bare tegenstrijdigheid, dat één plekje van de nu honderd en tien jaar be staande Haarlemmermeerpolder ten minste vijf eeuwen oud is! Daarom ook is het landschap hier zo afwij kend van het overige deel van de Haarlemmermeerpolder: de ring vaart is hier namelijk zo maar een grenslijn. De planten die in de om geving van de kooi groeien, vindt men elders in de Meer niet, maar wél aan de overkant van de ring vaart. Ook het pad, dat in het verre verleden langs de meeroever liep, bestaat nog ten dele. De huisnum mers van de woningen behoren tot de Spieringweg. Maar de bevolking noemt het nog ,,de kaai", afgeleid van het woord kade. Het ligt zó hoog boven de oppervlakte van de eigen lijke polder, dat van de boerderijen en huizen aan de Spieringweg van hieraf slechts de daken te zien zjjn. Wat de geschiedenis betreft, heeft de eendenkooi dus al iets geheimzinnigs. Maar ook in ander opzichi is dat het geval, want er zijn maar weinig men sen die ooit het interieur van het tussen de weilanden oprijzend bos met eigen ogen hebben aanschouwd. Stilte en nóg eens stilte is een eerste vereiste om het kooikerswerk te doen slagen en de gebroeders Stokman die nu als op volgers van vele generaties van voor gangers eigenaar zijn van de kooi kunnen hun vak alléén uitoefenen in dien er volkomen rust heerst. Daarom worden bezoekers geweerd en moet men genoegen nemen met hetgeen men vanaf de „kromme" Spieringweg ziet: bomen en struiken waartussen wat rietmatten schemeren Wilgen, berken, elzen en andere bo men zijn slechts de uiterlijke omlijsting. Deze omgeven de kooivijver in het cen trum, die omzoomd is met laag struik gewas. Vanaf deze vijver lopen in vier richtingen de vangpijpen. Deze pijpen zijn sloten, die zich geleidelijk aan ver nauwen. Het gedeelte bij de vijver is open, verderop is er gaas overheen ge spannen. Uiteindelijk komt de pijp uit op het droge en is het een soort „kippen ren", die eindigt bij een luik. De wilde eenden in de vijver worden naar bin nen gelokt. Ze zien hoe de halftamme eenden die in de kooi thuishoren voedsel krijgen en zich hieraan tegoed doen. Samen met de lokvogels zwem men ze steeds verder de pijp in. Tussen schuin langs de pijpen opgestelde riet matten kan de kooiker het gedrag van de vogels gadeslaan, zonder dat de een den hem in het oog krijgen. Opeens staat hij op, zodat de vogels hem zien. De lokeenden kennen dit kunstje: ze vlie gen op en keren terug naar het open water van de vijver. De wilde eenden daarentegen vluchten weg, van de man af, en komen zo steeds verder in de pijp, tot ze belanden in het aan het eind van de „ren" opgestelde net om hun bestaan te eindigen in één of andere poelierswinkel. Het kooien is toegestaan in de periode, waarin de jacht op wilde eenden is toe gestaan, dus van juli tot en met 31 ja nuari. Al naar gelang de windrichting worden de pijpen gebruikt. De kooi in Vijfhuizen heeft er vier, in elke richting één, omdat wilde eenden (evenals een vliegtuig) tegen de wind in opstijgen. Trouwens, de weersomstandigheden zijn toch ten zeerste van invloed op de vangsten. De kooikers Stokman hebben het liefst wind uit het westen of zuid westen, want dit is bevorderlijk voor het aantal eenden. Overigens is het met de vangsten niet al te rooskleurig gesteld. In de oude tijd, toen het Haarlemmer Meer nog een uitgestrekte waterplas was, kon de kooiker met de eendenvangst een flink stuk brood verdienen. Talloze eenden zwierven in de omgeving rond: 's nachts zochten ze voedsel op het meer en over dag dachten ze een „veilig" heenko men te kunnen vinden nabij de oever in de stilte en de eenzaamheid van het kcoibos. Toen het meer was droogge- gemaakt, verdwenen veel eenden. Later werden door een ver doorgevoerde drainage tal van poldersloten ge dempt of ze staan in de zomermaanden droog. Bovendien en dat vinden de gebroeders Stokman een voorname re den worden de eenden te mak. „Er zen geen échte wilde eenden meer", Midden in het weiland langs de Soieringweg bij Vijfhuizen rijzen de bomen van de eendenkooi op (rechts). In het midden op de ach tergrond ligt de boerderij van de gebroeders Stokman, de kooikers, die door de Vijf huizenaars nog steeds worden aangeduid met de oude ..kooi boeren". Hier begint één der vangpijpen van de eendenkooi. Links ziet men de schuin op de pijp opgestelde riet matten, waartussendoor de kooiker de eenden in de pijp kan obser veren. zondere dieren- en plantenwereld, die stad kun je de vogels aantreffen". Deze eendenkooi die zo oud is dat deze al voorkomt op kaarten van de vijftiende eeuw heeft ook een bij zondere dieren- en platenwereld, die geheel afwijkt van het aangrenzende graslandgebied. In de weilanden stap pen hooggebeende grutto's rond. Kie viten buitelen boven het gras. Leeu werikken tierelieren hoog in de lucht Tureluurs lopen op hun rode stelten langs de slootoevers en scholeksters staan dromerig in de verte te staren. Kortom, het is het échte Hollandse weidelandschap. Maar nauwelijks een meter verder aan de overzijde van de sloot, die de weide van het kooibos scheidt waant de bezoeker zich in de omgeving van de Brouwerskolk bij Overveen of een soortgelijke plaats. Daar vliegen bontgekleurde vlaamse gaaien. Fitis, gekraagde roodstaart en andere bosvogels die men elders in deze hoek van de Haarlemmer meerpolder tevergeefs zal zoeken maken er hun nest. Bovendien geniet de kooi in de wijde omtrek bekend heid door de spreeuwen. Elke avond komend uizenden spreeuwen van heinde en ver aanvliegen om er de nacht door te brengen. brengen. In de maanden van de herfst- trek zijn het er soms meer dan een mil joen en hun gekwetter is dan tot in de verre omtrek te horen. Het is vooral in teressant wanneer deze niet te tellen vo- gelschare ergens van afschrikt en zich met machtig vleugelgeruis uit de bomen van de kooi verheft. Deze vogels zijn ook de oorzaak van het „uitzaaien" van bomen. In de koppen van oude wilgen van de kooi staan soms vlier- en ljjsterbesstrui- ken. De spreeuwen hebben de zaadjes van deze struiken ergens gelijk met de bessen verorberd. Het zachte vruchtvlees verteerde in het vogelli chaam, maar de pitten verlieten dit met de uitwerpselen, waarbij de kiemkracht behouden bleef. Hierdoor schoten op de vreemdste plaatsen deze besdragende bomen op. Zo is Vijfhuizens eendenkooi één der interessantste plekjes van de Haarlem mermeerpolder. Op een zomeravond, wanneer de donkere silhouetten van de bomen hun scherpe lijnenspel tekenen tegen de sterrenhemel, weerklinkt uit het donker de tragische kreet van een uil, afgewisseld door het gekwaak van de eenden en het lispelen van de sla pende spreeuwen. Als een vijfhonderd jaar oud monument met eigen sfeer en eigen geluiden ligt daar dan de kooi, aand e rand van het moderne gemecha niseerde landbouwgebied, de Haarlem mermeer, die ampel honderd jaar be staat. Freek van der Meer. (Advertentie) Leeftijd boven 16 jaar Bezorgtijd tussen 3 en 5 uur Aanmelden: Smedesiraal 5 HAARLEM, 18 aug. De orgelcon certen in de Grote of Sint Bavokerk, die dinsdags van acht tot negen en donderdags van drie tot vier uur wor den gehouden, worden volgende week uitgevoerd door Albert de Klerk. Dins dag zal Albert de Klerk werken spelen van Jean Frangois Dandrieu, César Franck, Olivier Messiaen en Jehan Alain. Voor donderdag staan werken van Jan Pieterszoon Sweelinck, Pieter Cornet, Abraham Kerckhoven, Anthon van der Horst, Henk Badings en Al- bert de Klerk op het programma. De concerten zijn vrij toegankelijk. door vrijwillige handen tot zo grote bloei was gekomen, het werk van de geestelijke verenigingen en van vele andere organisaties. Tijdens gesprekken met parochia nen vloeien de verhalen in rijke ma te. Ieder heeft zijn persoonlijke erva ringen. Maar alle spreken over de ramptijd van de bezetting, toen Oud- Schoten geëvacueerd moest worden. Nimmer zal men de laatste plech tigheid in de kerk vergeten. De pas toor. die gekleed was in toog en superplie, droeg de Eucharistie de kerk uit en bracht deze. nadat Koster Schoorl de deur had ~ci< i over naar de Liduinakerk, gevolgd door zijn kapelaans, de zusters en verschil lende parochianen. Die voettocht maakte grote indruk. Zou len ooit de kerk weer binnentred* - lit die ti.id van de hongerwinter dateert ook de treffende gebeurtenis, die de per soon van de scheidende pastoor vol komen tekent. Pastoor Van Eeden wilde nog een keer in zijn gesloten kerk de Mis opdragen. Met behulp van zijn koster bleek dat mogelijk. Na afloop stond er een vorstelijk ontbijt gereed, verzorgd door een van zijn parochianen. Brood met vlees en warme melk. Maar de eerste reactie van pastoor Van Eeden was: inpakken koster, in de Leeuwerik- straat ligt een zieke v rouw. Die hoe het harder nodig. Men zal ook nooit vergeten, hoe in de hongerwinter pastoor Van Eeden een boerenkar leende, op de bok klom en met paard-en-wagen naar buiten trok om aardappelen te bedelen voor zijn hongerigste paro- zich de minder spectaculaire erva ringen herinneren, namelijk die van Toen in oktober 1932 pastoor Des_ sing van de Bavo- parochie in Oud- Schoten overleed, kwam daarmee een eind aan zijn vijfjarig pastoraat. Zijn voorganger, pastoor Van der Drift, was reeds na drie jaar door de dood verrast. Geen wonder dus, dat de parochianen zich afvroegen, wie de opvolger van pas toor Dessing zou worden en hoe kort hij zou blij ven leven. Die op volger werd pas toor A. P. van Ee_ den uit Nieuwer- kerk aan de IJssel. Bijna negen en twintig jaar zou hij over hen her deren! Morgen neemt hij afscheid, en gaat hij een rustiger leven te gemoet in t vroegere dorpskerk van Schoten, welke in het begin van chianen. Maar meer nog zal met Clooster te Heem. pastoraat van pastoor Van Eeden is afgebroken en door stede. een nieuwe vervangen. Met slechts vijf regels werd in, onze courant de benoeming van pas- houden. Op Oud-Schoten heeft hij zijn het persoonlijk contact, waarin toor Van Eeden gemeld. In die da- stempel gedrukt. Vie noemt de pa- scheidende pastoor zovelen van z gen was onze rubriek „Levensfilm rochie behalve op officieel papier mensen heeft geholper van bekende Haarlemmers" een ge- 9P ?)n el®en manier: meditatief en mensen neeit genoipen. wilde rubriek, maar pastoor Van Ee- mud-vermanend. Bovenal zal men Morgen zal dit bijzondere paste den was geen bekende Haarlemmer, zlch hem blijven herinneren als de ten einde zijn. Voor pastoor V al nam hij wel grote faam zeker man, die voor iedereen persoonlijke Eeden is grote offerzin gevraagd om als predikant mee uit zijn Over- belangstelling had. Iedere paro- zijn ontslag aan de bisschop te vra veense kapelaansjaren (1911-1917). aan kon "ij hem terecht, en dat gen. Hij weet, dat eenzaam!: ee Tegen wil en dank is hij sedertdien ^9 ,n'et: Mleen geestelijk maar ook grote kwelling kan z: i. Hei een der bekendste Haarlemmers ge- materieel de helpende hand bood, heeft hij zjjn parochianen aangespoorc worden, wiens levensfilm wij nu als welen ve - de eenzame mensen in hu. ngt een indrukwekkende pastorale zien. Zijn belangstelling gold ook alle v'ng niet te vergeten. Hopelijk er- Er zal morgen weemoed zijn in de activiteiten, welke in zijn parochie geten zij nu hem niet, wanneer parochie van Oud-Schoten. Maar ontplooid werden: onderwijs en jeugd- m Heemstede zij laatste leven ook vreugde: bij pastoor Van Eeden. werk, de sociale jeugdzorg, 'welke in ..'t Clooster' slijt, omdat hij het grootste deel van zijn priesterleven in zo'n parochie heeft mogen werken; bij zijn parochianen, omdat zij zoveel jaren zo'n pastoor hebben gehad. Toen pastoor Van Van Eeden in 1932 van Nieuwerkerk naar het toen enkele jaren tevoren door Haarlem geannexeerde Schoten verhuisde, trof hij daar een parochie van ongeveer drieduizend zielen aan met een dorpskerk die slechts aan zeshonderd mensen plaats bood. De reeds bestaande plannen werden don pastoor van Eeden verwezenlijkt. De oude keri; werd afgebroken c aan de andere zijde van de terwill van de kosten gehandhaafde pastorie verrees de forse, aan twaalfhonderd mensen plaats biedende kerk, toege wijd aan Onze Lieve Vrouw van Ze ven Smarten en Sint Bavo. De parochie groeide. Grote stukken land werden volgebouwd, in het noor den werd zelfs een nieuwe parochie gesticht, en thans neemt de in de zielzorg vergrijsde priester afscheid van ruim achtduizend parochianen, stijl. Wanneer pastoor Van Eeden het evangelie voorlas, was men er aan gewend, dat hij herhaaldelijk zijn voorlezing onderbrak om een actueel puntje te behandelen. Hij deed daj. anders dan „de parochie van pasj toor Van Eeden' Wie noemt d< kerk ooit bij haar langademige naam en spreekt niet liever van „de kerk van pastoor Van Eden' Daarom zal het vreemd zijn, w;. neer hij niet meer in Oud-Schoten is. In de straten was hij een vertrouw de figuur, wanneer hij op de fiets ergens op aftrok. Zijn woordje in de kerk had altijd een heel persoonlijke In die groei is pastoor Van Eeden de centrale figuur gebleven, hoe hij ook poogde, zich op de achtergrond te der vele beelden uit de levensfilm van pastoor Van Eeden: huldiging door de schoolkinderen. Nauwelijks jonger waren Toorop. Mon driaan, Derkinderen, Roland Holst, Van Konijnenburg en Thorn Prikker: fi guren die metterdaad meer betrokken zjjn geweest bij de kunst zoals deze zich tot de dag van vandaag in inter nationaal opzicht heeft ontwikkeld. Toch waren zowel de impressionisten als deze iets jongeren allen leerlingen van de Amsterdamse Academie tijdens Allebé, maar eerst de jongeren hebben de in stelling van hun grote hoogleraar goed kunnen overnemen. Mede tengevolge van zjjn opleiding in Antwerpen en het daar heersende neo-classicisme is het intiem-romanti- sche van de Haagse school aan hem voorbij gegaan. Aldus werd een uitste kend uitgangspunt geschapen voor een werkelijke reactie op 't vormvervagend impressionisme, dat in ons land boven, dien nog de kleur moest ontberen. De groep der Amsterdamse impres sionisten men zie er de tekeningen op aan vertoont een reeds versterkt besef van de vorm. en het zijn deze werken, die hen binden aan onze tijd. Een tekening als ..Amsterdamse Gracht" van Isaac Israels uit het bezit van J. Brants wijst vooruit naar de twin tigste eeuw. Vooral Jan Veth, die Van Gogh begrepen moet hebben, maar ook Dijsselhof, wiens studies van vis sen (bezit Frans Halsmuseum) monu mentaal zijn, ën plastisch als beeldhou werstekeningen. vormen een schakel met onze tijd. Los van de historische rol van Jac. van Looy's tijdgenoten staat hun artis tieke persoonlijkheid. Van een figuur als Breitner hoeft men zijn grootse schilderijen van naakten niet te kennen om reeds aan de „Meisjeskop' hier aanwezig, en aan de toch wel impressio nistische aquarel „Twee vrouwen" een kunstenaarschap te herkennen, te groot, dan dat het aan een richting kan worden gebonden. Een zelfde gevoel krijgt men bij de tekening van Floris Verster. Zowel bij zijn globalise! ende zwart krjjt-vlekken in „Breed water" als in zijn „Schets voor een bloemstuk" en zijn analyserende ..Boomstudie". Men wordt hier, vóór de verwantschap met de tijdgenoten het wezenlijke kunstenaarschap gewaar, dat dwars door de tijd heen de pre-histor;- sche grottekenaars via Massaccio en Rembrandt verbindt met Goya en Pi casso. Het moge dan zijn, dat het Amster damse Impressionisme als stroming een interne Hollandse aangelegenheid is geweest, in de beste werken van zijn vertegenwoordigers wordt het peil bereikt, dat buiten de grenzen van tijd en plaats uitgaat. Aan deze Haarlemse tentoonstelling hebben musea en particulieren royaal meegewerkt. De naamgever van het museum is met o.a. „Studie van een maaier", „Glimlachend meisje". „Fi guren aan de rand van een bos btj Madrid" en „Akkers met oude bomen", tussen ziin tijdgenoten waardig verte genwoordigd. Men kan helaas in haar expressio nistische tendens hier niet zo duidelijk werk van Suze Robertson zien, van ae weinig bekende Pieter Meiners en men zal verrast worden door de eveneens te weinig genoemde Maurits W. van der Valk. De tentoonstelling begint met een aquarel van de constructieve August Al lebé, de man die de geestelijke vader is van ook deze groep, maar die via Thom Prikker buiten onze lands grenzen meer gewaardeerd heeft doorgewerkt tot in de leerlingen van Campendonck, welke in de huidige Ne derlandse kunst zulk een vooraanstaan de plaats innemen. L.T. (Advertentie) 1.2.3.4.5. Mobilofoon service dag en nacht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 3