VIJFHUIZEN ligt in de Meer,
maar valt
Een
daar feitelijk buiten
heel eigen wereldje rond de
historische Eendenkooi
m
voor
*3
—JAC. VAN LOOY EN TIJDGENOTEN—
Interessante tentoonstelling als
jaarlijks eerbetoon
Er zijn geen echte
eenden meer"
wilde
I
GEVRAAGD
KRANTENBEZORGERS
Pastoor Van Eeden naar ,,'t Clooster"
Gebroeders Stokman:
AT AX-TAXI
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1961
PAGlNA 3
VIJFHUIZEN, augustus De
Haarlemmermeerpolder is een
oord van aparte landschappelijke
bekoring, die elk jaargetijde an
ders is: nü, terwijl de wijde, gol
vende graanakkers gouder van tint
Worden en hier en daar de oogst
&1 is begonnen; straks, in de herfst,
als de vruchtbare kleibodem open-
geploegd ligt te wachten op het
Zaad voor de oogst van volgend
jaar; in de winter wanneer grillige,
grauwe wolken door de kille
noordooster over de verlaten
landouwen worden gedreven en in
de lente, als het veeltintige groen
en de bloemenkleuren der gewas
sen een bijna dagelijks wisselend
schouwspel ten beste geven.
Wat die polderschoonheid be
treft, neemt „de Meer" zoals de
bewoners hun streek noemen
geen uitzonderingspositie in. Het
bijzondere ligt meer in de bouw
van het landschap. Wie een plat
tegrond van de polder bekijkt,
krijgt de indruk, dat het land in de
vorige eeuw werd uitgezet met een
rechte liniaal. De wegen zijn kaars
recht; die van noord naar zuid
liggen twee kilometer uit elkaar,
die van west naar oost drie kilome
ter. En daartussen strekken zich
derde akkers uit als al naar de
stand der seizoenen groene,
gouden of grijszwarte rechthoeken,
welke hier en daar worden on
derbroken door een boerderij of
een landarbeiderswoning. Of
door een café, want het cafébedrijf
is nauw verweven met de prille
geschiedenis van de Haarlemmer-
meerpolder. Wie echter een be
zoek brengt aan het poldergedeel
te ten noorden van Vijfhuizen,
ontmoet daar een geheel ander wat glooiend. Eigenlijk is dat geen
landschap. Deze streek ruwweg wonder. Bijna het gehele gebied,
omsloten door de Zwarteweg, de dat nu de Haarlemmermeerpolder
Spieringweg en de Vijfhuizerdijk vormt, was tot voor iets meer dan
wijkt zowel wat opbouw als wat een eeuw geleden de bodem van
Planten- en dierenwereld betreft, het Haarlemmer Meer. Dat is ech-
8f van de omgeving. De Spiering- ter niet het geval met Vijfhuizens
Weg maakt er een paar gezellige eendenkooi en de naaste omge-
bochten en wordt daarom in de ving, want deze streek werd zon-
Volksmond de „kromme Spiering- der meer geannexeerd bij het
Weg" genoemd. De sloten ten wes- nieuwe land.
wmpf:
-
ten van deze weg zijn niet zo
„langs-de-liniaal-getrokken" en
het landschap is zelfs hier en daar
f
Geheimzinnig
Eigen wereld
Orgelconcerten in de
Grote Kerk
Tn het Haarlemse museum
„Huis v. Looy" wordt als jaar
lijks eerbetoon aan Jac. van
Looy een (nog tot 16 september
durende) tentoonstelling gehou
den van een aantal werken \an
Van Looy zelf alsmede van zijn
tijdgenoten die tevens zijn studie
genoten en geestverwanten waren
en die behoorden tot de kring oer
Amsterdamse impressionisten Het
waren tevens de artistieke „reac
tionairen" van de laatste decen
nia van de vorige eeuw, in nau. e
samenspraak met de litteratoren
van de Beweging van '80. Schil
derkunstig stelden zij zich tegen
over de romantische stemmings
kunst van het Haagse impressio
nisme, maar in onze ogen bleven
zij in de verwantschappen even
sterk als in de verschillende tra
ditie voortzetten.
Wezenlijk kunstenaarschap
*H|ll>IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIll>lll!l!llllllll1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIinilllllllllllllllllllllllllllll>'>i'>>lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||||||||||||||||l|||l|||||||||||||||||||||||||||||||||H||||||||!||||||l
MnwwiHIIII
Hiiiniiiiiiiiiii
Honderden jaren geleden, toen het
Haarlemmermeer nog een véél kleine-
te watervlakte was dan ten tijde van
de droogmaking, was er al een dorp
dat Vijfhuizen heette. Dat lag niet op
de plaats van het dorp dat nu onder
deze naam voortbestaat en dat werd
genoemd naar zijn voorganger. Het
oude Vijfhuizen bevond zich in de buurt
"vaar nu de IJ weg en de Schipholweg
rikaar kruisen.
Twee keer heeft het geschiedenis ge-
Taakt, zij het -beide keren met een
droevige afloop. De eerste keer tijdens
het beleg, dat de Spanjaarden in de
laren 1572-1573 om Haarlem hadden ge
slagen. De Haarlemmers deden een
Uitval en wisten de belegeraars inder
daad terug te jagen. De Spaanse troe
pen verschansten zich in Vijfhuizen,
daaruit ze na felle gevechten werden
Verjaagd. Echter niet snel genoeg, om
hen te beletten het dorp in brand te
steken.
Vijfhuizen werd weer opgebouwd,
maar zou dertig jaar later voorgoed
van de kaart verdwijnen. Tijdens een
£ware storm bulderden de sehuimbe-
kopte golven van het Haarlemmermeer
'egen de oevers bij het dorp. Deze be
zweken en Vijfhuizen verdween in het
v-'ater, als het zoveelste slaqhtoffer van
het meer.
Latere stormen deden steeds meer
afbreuk aan dit gebied. Tenslotte was
van hetgeen eens tot het dorp Vjjfhui-
Zen had behoord, nog maar een klein
fedeelte over: de polders (die nu wor-
hen opgespoten om ze bouwrijp te
Taken als tweede deel van Haarlems
stadsuitbreiding Schalkwijk) en de lan-
herÜen bij de eendenkooi. De kooi zelf
•tak als een schiereiland boven het
•vater uit.
Toen er plannen werden gemaakt
°m het Haarlemmermeer droog te
malen, volgde men bij het aanleggen
van de ringdijk en het graven van
de ringvaart niet overal de meer-
oever, ook niet bij Vijfhuizen. De dijk
werd niet vóór langs, maar achter
om de kooi gelegd. Hierdoor kwam
deze streek bij het „nieuwe land".
Dat is de verklaring van de schijn
bare tegenstrijdigheid, dat één plekje
van de nu honderd en tien jaar be
staande Haarlemmermeerpolder ten
minste vijf eeuwen oud is! Daarom
ook is het landschap hier zo afwij
kend van het overige deel van de
Haarlemmermeerpolder: de ring
vaart is hier namelijk zo maar een
grenslijn. De planten die in de om
geving van de kooi groeien, vindt
men elders in de Meer niet, maar
wél aan de overkant van de ring
vaart. Ook het pad, dat in het verre
verleden langs de meeroever liep,
bestaat nog ten dele. De huisnum
mers van de woningen behoren tot
de Spieringweg. Maar de bevolking
noemt het nog ,,de kaai", afgeleid
van het woord kade. Het ligt zó hoog
boven de oppervlakte van de eigen
lijke polder, dat van de boerderijen
en huizen aan de Spieringweg van
hieraf slechts de daken te zien zjjn.
Wat de geschiedenis betreft, heeft de
eendenkooi dus al iets geheimzinnigs.
Maar ook in ander opzichi is dat het
geval, want er zijn maar weinig men
sen die ooit het interieur van het tussen
de weilanden oprijzend bos met eigen
ogen hebben aanschouwd. Stilte en nóg
eens stilte is een eerste vereiste om
het kooikerswerk te doen slagen en de
gebroeders Stokman die nu als op
volgers van vele generaties van voor
gangers eigenaar zijn van de kooi
kunnen hun vak alléén uitoefenen in
dien er volkomen rust heerst. Daarom
worden bezoekers geweerd en moet
men genoegen nemen met hetgeen men
vanaf de „kromme" Spieringweg ziet:
bomen en struiken waartussen wat
rietmatten schemeren
Wilgen, berken, elzen en andere bo
men zijn slechts de uiterlijke omlijsting.
Deze omgeven de kooivijver in het cen
trum, die omzoomd is met laag struik
gewas. Vanaf deze vijver lopen in vier
richtingen de vangpijpen. Deze pijpen
zijn sloten, die zich geleidelijk aan ver
nauwen. Het gedeelte bij de vijver is
open, verderop is er gaas overheen ge
spannen. Uiteindelijk komt de pijp uit
op het droge en is het een soort „kippen
ren", die eindigt bij een luik. De wilde
eenden in de vijver worden naar bin
nen gelokt. Ze zien hoe de halftamme
eenden die in de kooi thuishoren
voedsel krijgen en zich hieraan tegoed
doen. Samen met de lokvogels zwem
men ze steeds verder de pijp in. Tussen
schuin langs de pijpen opgestelde riet
matten kan de kooiker het gedrag van
de vogels gadeslaan, zonder dat de een
den hem in het oog krijgen. Opeens
staat hij op, zodat de vogels hem zien.
De lokeenden kennen dit kunstje: ze vlie
gen op en keren terug naar het open
water van de vijver. De wilde eenden
daarentegen vluchten weg, van de man
af, en komen zo steeds verder in de
pijp, tot ze belanden in het aan het eind
van de „ren" opgestelde net om hun
bestaan te eindigen in één of andere
poelierswinkel.
Het kooien is toegestaan in de periode,
waarin de jacht op wilde eenden is toe
gestaan, dus van juli tot en met 31 ja
nuari. Al naar gelang de windrichting
worden de pijpen gebruikt. De kooi in
Vijfhuizen heeft er vier, in elke richting
één, omdat wilde eenden (evenals een
vliegtuig) tegen de wind in opstijgen.
Trouwens, de weersomstandigheden
zijn toch ten zeerste van invloed op de
vangsten. De kooikers Stokman hebben
het liefst wind uit het westen of zuid
westen, want dit is bevorderlijk voor
het aantal eenden.
Overigens is het met de vangsten niet
al te rooskleurig gesteld. In de oude
tijd, toen het Haarlemmer Meer nog een
uitgestrekte waterplas was, kon de
kooiker met de eendenvangst een flink
stuk brood verdienen. Talloze eenden
zwierven in de omgeving rond: 's nachts
zochten ze voedsel op het meer en over
dag dachten ze een „veilig" heenko
men te kunnen vinden nabij de oever
in de stilte en de eenzaamheid van het
kcoibos. Toen het meer was droogge-
gemaakt, verdwenen veel eenden. Later
werden door een ver doorgevoerde
drainage tal van poldersloten ge
dempt of ze staan in de zomermaanden
droog. Bovendien en dat vinden de
gebroeders Stokman een voorname re
den worden de eenden te mak. „Er
zen geen échte wilde eenden meer",
Midden in het weiland langs de
Soieringweg bij Vijfhuizen rijzen de
bomen van de eendenkooi op
(rechts). In het midden op de ach
tergrond ligt de boerderij van de
gebroeders Stokman, de kooikers,
die door de Vijf huizenaars nog steeds
worden aangeduid met de oude
..kooi boeren".
Hier begint één der vangpijpen van
de eendenkooi. Links ziet men de
schuin op de pijp opgestelde riet
matten, waartussendoor de kooiker
de eenden in de pijp kan obser
veren.
zondere dieren- en plantenwereld, die
stad kun je de vogels aantreffen".
Deze eendenkooi die zo oud is dat
deze al voorkomt op kaarten van de
vijftiende eeuw heeft ook een bij
zondere dieren- en platenwereld, die
geheel afwijkt van het aangrenzende
graslandgebied. In de weilanden stap
pen hooggebeende grutto's rond. Kie
viten buitelen boven het gras. Leeu
werikken tierelieren hoog in de lucht
Tureluurs lopen op hun rode stelten
langs de slootoevers en scholeksters
staan dromerig in de verte te staren.
Kortom, het is het échte Hollandse
weidelandschap. Maar nauwelijks een
meter verder aan de overzijde van
de sloot, die de weide van het kooibos
scheidt waant de bezoeker zich in de
omgeving van de Brouwerskolk bij
Overveen of een soortgelijke plaats.
Daar vliegen bontgekleurde vlaamse
gaaien. Fitis, gekraagde roodstaart
en andere bosvogels die men elders
in deze hoek van de Haarlemmer
meerpolder tevergeefs zal zoeken
maken er hun nest. Bovendien geniet
de kooi in de wijde omtrek bekend
heid door de spreeuwen. Elke avond
komend uizenden spreeuwen van
heinde en ver aanvliegen om er de
nacht door te brengen.
brengen. In de maanden van de herfst-
trek zijn het er soms meer dan een mil
joen en hun gekwetter is dan tot in de
verre omtrek te horen. Het is vooral in
teressant wanneer deze niet te tellen vo-
gelschare ergens van afschrikt en zich met
machtig vleugelgeruis uit de bomen van
de kooi verheft. Deze vogels zijn ook de
oorzaak van het „uitzaaien" van bomen.
In de koppen van oude wilgen van de
kooi staan soms vlier- en ljjsterbesstrui-
ken. De spreeuwen hebben de zaadjes
van deze struiken ergens gelijk met
de bessen verorberd. Het zachte
vruchtvlees verteerde in het vogelli
chaam, maar de pitten verlieten dit met
de uitwerpselen, waarbij de kiemkracht
behouden bleef. Hierdoor schoten op de
vreemdste plaatsen deze besdragende
bomen op.
Zo is Vijfhuizens eendenkooi één der
interessantste plekjes van de Haarlem
mermeerpolder. Op een zomeravond,
wanneer de donkere silhouetten van de
bomen hun scherpe lijnenspel tekenen
tegen de sterrenhemel, weerklinkt uit
het donker de tragische kreet van een
uil, afgewisseld door het gekwaak van
de eenden en het lispelen van de sla
pende spreeuwen. Als een vijfhonderd
jaar oud monument met eigen sfeer
en eigen geluiden ligt daar dan de kooi,
aand e rand van het moderne gemecha
niseerde landbouwgebied, de Haarlem
mermeer, die ampel honderd jaar be
staat.
Freek van der Meer.
(Advertentie)
Leeftijd boven 16 jaar
Bezorgtijd
tussen 3 en 5 uur
Aanmelden:
Smedesiraal 5
HAARLEM, 18 aug. De orgelcon
certen in de Grote of Sint Bavokerk,
die dinsdags van acht tot negen en
donderdags van drie tot vier uur wor
den gehouden, worden volgende week
uitgevoerd door Albert de Klerk. Dins
dag zal Albert de Klerk werken spelen
van Jean Frangois Dandrieu, César
Franck, Olivier Messiaen en Jehan
Alain. Voor donderdag staan werken
van Jan Pieterszoon Sweelinck, Pieter
Cornet, Abraham Kerckhoven, Anthon
van der Horst, Henk Badings en Al-
bert de Klerk op het programma. De
concerten zijn vrij toegankelijk.
door vrijwillige handen tot zo grote
bloei was gekomen, het werk van
de geestelijke verenigingen en van
vele andere organisaties.
Tijdens gesprekken met parochia
nen vloeien de verhalen in rijke ma
te. Ieder heeft zijn persoonlijke erva
ringen. Maar alle spreken over de
ramptijd van de bezetting, toen Oud-
Schoten geëvacueerd moest worden.
Nimmer zal men de laatste plech
tigheid in de kerk vergeten. De pas
toor. die gekleed was in toog en
superplie, droeg de Eucharistie de
kerk uit en bracht deze. nadat Koster
Schoorl de deur had ~ci< i over
naar de Liduinakerk, gevolgd door zijn
kapelaans, de zusters en verschil
lende parochianen. Die voettocht
maakte grote indruk. Zou len ooit
de kerk weer binnentred* - lit die
ti.id van de hongerwinter dateert ook
de treffende gebeurtenis, die de per
soon van de scheidende pastoor vol
komen tekent. Pastoor Van Eeden
wilde nog een keer in zijn gesloten
kerk de Mis opdragen. Met behulp
van zijn koster bleek dat mogelijk.
Na afloop stond er een vorstelijk
ontbijt gereed, verzorgd door een van
zijn parochianen. Brood met vlees
en warme melk. Maar de eerste
reactie van pastoor Van Eeden was:
inpakken koster, in de Leeuwerik-
straat ligt een zieke v rouw. Die hoe
het harder nodig.
Men zal ook nooit vergeten, hoe
in de hongerwinter pastoor Van
Eeden een boerenkar leende, op de
bok klom en met paard-en-wagen
naar buiten trok om aardappelen te
bedelen voor zijn hongerigste paro-
zich de minder spectaculaire erva
ringen herinneren, namelijk die van
Toen in oktober
1932 pastoor Des_
sing van de Bavo-
parochie in Oud-
Schoten overleed,
kwam daarmee
een eind aan zijn
vijfjarig pastoraat.
Zijn voorganger,
pastoor Van der
Drift, was reeds na
drie jaar door de
dood verrast. Geen
wonder dus, dat de
parochianen zich
afvroegen, wie de
opvolger van pas
toor Dessing zou
worden en hoe
kort hij zou blij
ven leven. Die op
volger werd pas
toor A. P. van Ee_
den uit Nieuwer-
kerk aan de IJssel.
Bijna negen en
twintig jaar zou
hij over hen her
deren! Morgen
neemt hij afscheid,
en gaat hij een
rustiger leven te
gemoet in t vroegere dorpskerk van Schoten, welke in het begin van chianen. Maar meer nog zal met
Clooster te Heem. pastoraat van pastoor Van Eeden is afgebroken en door
stede. een nieuwe vervangen.
Met slechts vijf regels werd in,
onze courant de benoeming van pas- houden. Op Oud-Schoten heeft hij zijn het persoonlijk contact, waarin
toor Van Eeden gemeld. In die da- stempel gedrukt. Vie noemt de pa- scheidende pastoor zovelen van z
gen was onze rubriek „Levensfilm rochie behalve op officieel papier mensen heeft geholper
van bekende Haarlemmers" een ge- 9P ?)n el®en manier: meditatief en mensen neeit genoipen.
wilde rubriek, maar pastoor Van Ee- mud-vermanend. Bovenal zal men Morgen zal dit bijzondere paste
den was geen bekende Haarlemmer, zlch hem blijven herinneren als de ten einde zijn. Voor pastoor V
al nam hij wel grote faam zeker man, die voor iedereen persoonlijke Eeden is grote offerzin gevraagd om
als predikant mee uit zijn Over- belangstelling had. Iedere paro- zijn ontslag aan de bisschop te vra
veense kapelaansjaren (1911-1917). aan kon "ij hem terecht, en dat gen. Hij weet, dat eenzaam!: ee
Tegen wil en dank is hij sedertdien ^9 ,n'et: Mleen geestelijk maar ook grote kwelling kan z: i. Hei
een der bekendste Haarlemmers ge- materieel de helpende hand bood, heeft hij zjjn parochianen aangespoorc
worden, wiens levensfilm wij nu als welen ve - de eenzame mensen in hu. ngt
een indrukwekkende pastorale zien. Zijn belangstelling gold ook alle v'ng niet te vergeten. Hopelijk er-
Er zal morgen weemoed zijn in de activiteiten, welke in zijn parochie geten zij nu hem niet, wanneer
parochie van Oud-Schoten. Maar ontplooid werden: onderwijs en jeugd- m Heemstede zij laatste leven
ook vreugde: bij pastoor Van Eeden. werk, de sociale jeugdzorg, 'welke in ..'t Clooster' slijt,
omdat hij het grootste deel van zijn
priesterleven in zo'n parochie heeft
mogen werken; bij zijn parochianen,
omdat zij zoveel jaren zo'n pastoor
hebben gehad. Toen pastoor Van
Van Eeden in 1932 van Nieuwerkerk
naar het toen enkele jaren tevoren
door Haarlem geannexeerde Schoten
verhuisde, trof hij daar een parochie
van ongeveer drieduizend zielen aan
met een dorpskerk die slechts aan
zeshonderd mensen plaats bood. De
reeds bestaande plannen werden don
pastoor van Eeden verwezenlijkt.
De oude keri; werd afgebroken c
aan de andere zijde van de terwill
van de kosten gehandhaafde pastorie
verrees de forse, aan twaalfhonderd
mensen plaats biedende kerk, toege
wijd aan Onze Lieve Vrouw van Ze
ven Smarten en Sint Bavo.
De parochie groeide. Grote stukken
land werden volgebouwd, in het noor
den werd zelfs een nieuwe parochie
gesticht, en thans neemt de in de
zielzorg vergrijsde priester afscheid
van ruim achtduizend parochianen,
stijl. Wanneer pastoor Van Eeden
het evangelie voorlas, was men er
aan gewend, dat hij herhaaldelijk zijn
voorlezing onderbrak om een actueel
puntje te behandelen. Hij deed daj.
anders dan „de parochie van pasj
toor Van Eeden' Wie noemt d<
kerk ooit bij haar langademige naam
en spreekt niet liever van „de kerk
van pastoor Van Eden'
Daarom zal het vreemd zijn, w;.
neer hij niet meer in Oud-Schoten is.
In de straten was hij een vertrouw
de figuur, wanneer hij op de fiets
ergens op aftrok. Zijn woordje in de
kerk had altijd een heel persoonlijke
In die groei is pastoor Van Eeden de
centrale figuur gebleven, hoe hij ook
poogde, zich op de achtergrond te
der vele beelden uit de levensfilm van pastoor Van Eeden: huldiging door
de schoolkinderen.
Nauwelijks jonger waren Toorop. Mon
driaan, Derkinderen, Roland Holst, Van
Konijnenburg en Thorn Prikker: fi
guren die metterdaad meer betrokken
zjjn geweest bij de kunst zoals deze
zich tot de dag van vandaag in inter
nationaal opzicht heeft ontwikkeld. Toch
waren zowel de impressionisten als deze
iets jongeren allen leerlingen van de
Amsterdamse Academie tijdens Allebé,
maar eerst de jongeren hebben de in
stelling van hun grote hoogleraar goed
kunnen overnemen.
Mede tengevolge van zjjn opleiding
in Antwerpen en het daar heersende
neo-classicisme is het intiem-romanti-
sche van de Haagse school aan hem
voorbij gegaan. Aldus werd een uitste
kend uitgangspunt geschapen voor een
werkelijke reactie op 't vormvervagend
impressionisme, dat in ons land boven,
dien nog de kleur moest ontberen.
De groep der Amsterdamse impres
sionisten men zie er de tekeningen
op aan vertoont een reeds versterkt
besef van de vorm. en het zijn deze
werken, die hen binden aan onze tijd.
Een tekening als ..Amsterdamse
Gracht" van Isaac Israels uit het bezit
van J. Brants wijst vooruit naar de twin
tigste eeuw. Vooral Jan Veth, die Van
Gogh begrepen moet hebben, maar
ook Dijsselhof, wiens studies van vis
sen (bezit Frans Halsmuseum) monu
mentaal zijn, ën plastisch als beeldhou
werstekeningen. vormen een schakel
met onze tijd.
Los van de historische rol van Jac.
van Looy's tijdgenoten staat hun artis
tieke persoonlijkheid. Van een figuur
als Breitner hoeft men zijn grootse
schilderijen van naakten niet te kennen
om reeds aan de „Meisjeskop' hier
aanwezig, en aan de toch wel impressio
nistische aquarel „Twee vrouwen" een
kunstenaarschap te herkennen, te
groot, dan dat het aan een richting
kan worden gebonden.
Een zelfde gevoel krijgt men bij de
tekening van Floris Verster. Zowel bij
zijn globalise! ende zwart krjjt-vlekken in
„Breed water" als in zijn „Schets voor
een bloemstuk" en zijn analyserende
..Boomstudie". Men wordt hier, vóór
de verwantschap met de tijdgenoten het
wezenlijke kunstenaarschap gewaar, dat
dwars door de tijd heen de pre-histor;-
sche grottekenaars via Massaccio en
Rembrandt verbindt met Goya en Pi
casso.
Het moge dan zijn, dat het Amster
damse Impressionisme als stroming
een interne Hollandse aangelegenheid
is geweest, in de beste werken van
zijn vertegenwoordigers wordt het
peil bereikt, dat buiten de grenzen
van tijd en plaats uitgaat.
Aan deze Haarlemse tentoonstelling
hebben musea en particulieren royaal
meegewerkt. De naamgever van het
museum is met o.a. „Studie van een
maaier", „Glimlachend meisje". „Fi
guren aan de rand van een bos btj
Madrid" en „Akkers met oude bomen",
tussen ziin tijdgenoten waardig verte
genwoordigd.
Men kan helaas in haar expressio
nistische tendens hier niet zo duidelijk
werk van Suze Robertson zien, van ae
weinig bekende Pieter Meiners en men
zal verrast worden door de eveneens te
weinig genoemde Maurits W. van der
Valk.
De tentoonstelling begint met een
aquarel van de constructieve August Al
lebé, de man die de geestelijke vader
is van ook deze groep, maar die via
Thom Prikker buiten onze lands
grenzen meer gewaardeerd heeft
doorgewerkt tot in de leerlingen van
Campendonck, welke in de huidige Ne
derlandse kunst zulk een vooraanstaan
de plaats innemen.
L.T.
(Advertentie)
1.2.3.4.5.
Mobilofoon service dag en nacht