Na „Battle of Holland" De kleine ploeteraars RECLAME-LUCHTVAART HEEFT DE VREDE GETEKEND Thans gelden eenheidsprijzen en luie niet horen wil moet voelen Voor een appel en een ei krijgt men zijn naam niet meer in het luchtruim D werden het slachtoffer van oorlog om deprijs Prof. dr. J. E. de Quay: Volgende week zestig jaar AT Grote drie delen de lakens uit ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1961 PAGINA 9 Come back Buikri em aan Prijs daalt Grote verzoening Les geleerd Gewonnen Gelukkig? en meer op de achtergrond. Zijn tegen standers maakten gretig gebruik van deze „verslapping ter plaatse". e dagen zijn voorbij, dat men voor een appel en een ei zijn naam en die van zijn produkten achter een li l vliegtuigje door het vaderlandse uchtruim kon laten trekken. „The battle ?l Holland", de felle prijzenoorlog jassen de luchtreclamebedrjjven, is ge- ftteden. Maandenlang hebben de kemp hanen elkaar als ware duivels in de "aren gezeten, rood van nijd, de prjj- >..n gedumpt tot een belachelijk niveau. II moesten er gewoon zelf geld bij .Sgen, maar dat kon hen niet deren als daarmee een ander een klant wisten snoepen. De man, die zich bjj- uns va- deze tactiek distancieerde, "eeft het gevecht gewonnen, glansrijk glorieus zoals dat past in heel de "ure van zijn jong en modern lucht- Uartwereldje op Schiphol. Tien jaar fBleden begon de ex-korporaal-vlieger tartin Schroder met een „op de pof" ?ehuurde piper Cup. Thans is hij direc- Jf"r van verschillende luchtvaarton- ^""neminkjes, waaronder het Iuchtre- 'amebedrijf Nederland NV, en zetelt fl achter een reusachtig teakhouten ""■■lllllllilllHIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllt """"iiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiHimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii i?*eau in een peperduur en uiterst ijhaakvol ingericht kantoor. Hier is on- an8s de sterkste concurrentie binnenge- t«Tpt- In de leren fauteuils vond de gro- tp,vBrz°ening plaats, werd de vrede ge- W*"'! en een verdrag gesloten dat tot een tevredenheid en geruststelling Wiegen "bcidsprijs voor het reclame- Sinds jaar en dag is het de gewoon te om bij grote evenementen als inter landwedstrijden, bloemencorso's, motor- faces en zonnige stranddagen op grote Jchaal luchtreclame te voeren. Zij, die bet kunnen en willen betalen, huren de fleine, bontgekleurde een- of 'weedek- Itertjes, die als knorrende bee. en met enorme reclameteksten achter zich aan door het luchtruim zeulen. Een nog be- Fekkelijk nieuwe vorm van aandacht tfekken, die het uitstekend doet, omdat ?6 mens nu eenmaal gemakkelijk om- kijkt en vliegtuigjes met iets er «chter altijd de moeite van het bekp- hii1 waard zijn. Bij de drie speciaal 195nV°or opgerichte bedrijfjes, die rond dé het grote avontuur begonnen, was Hik u"1?6 Martin Schroder. Gezamen- vijpdadden zij de beschikking over vijf af fmigen. Hier vielen een paar van h,! °bn in 1955 een van de drie er de bur aan Saf en voortaan de Aero Ypen- en Martin Schroder het rijk al- #r hadden. Zij beten elkaar niet. Wat v6n e halen viel, was voor beide bedrij- *ek v°ldoende om er langzaam maar atonJ heter van te worden en zij be- kaa gelukkig en tevreden naast el- ltwar> totdat in 1958 nieuwe gegadigden dien?on aanvliegen. Skylight en Nastra ju hden zich aan, fel en onstuimig. Ook land een ^ans en °mdat de Neder- De start van een reclametoestel met „aanhangsel" aan de sleepkabel. rti„a5Tl6h aanvliegen. Skylight en Nastra riehden zich aan, fel - 'den een kans er tr --a markt niet op een dergelijk dp t aanbod was afgestemd, begon den c°hcurrentiestrijd. De prijzen daal- Vlii Van de aantrekkelijke f 200 per v. BgUUr tot 160 voor ruim zestig mi nuten 6 hèt thst^eZe situat'e toch allesbehalve ge- hoe-6n i luchtreclame en ofschoon" dat bjj j. I rendabel was, voelde men zich Martin Schroder, die het niet alleen bij luchtreclame had gehouden, maar ook mot rondvluchten en charterdien sten was begonnen zocht voor zijn re- clamevloot va.', toen al zeven kisten con tracten in het buitenland. Hij vond de ze in grote hoeveelheden op de wereld tentoonstelling te Brussel en in minde re mate ook in Scandinavië. Hierdoor raakte hii wat Nederland betrof meer Minder belangstelling buiten de gren zen dwong hem een come back te ma ken. Gemakkelijk zou dat niet gaan maar wilde hij zijn bedrijfje gaande houden, dan moest hij de Nederlandse markt heroveren. Hij zocht daarvoor hel oude vertrouwde gezelschap van de Aero Ypenburg en gezamenlijk speelden zij het klaar. Zij namen het luchtruim stormenderhand in. De situatie leek weer ideaal, totdat als dobbers op de hoogconjunctuur het ene nieuwe lucht reclamebedrijf na het andere boven kwam drijven. Meestal nadden ze niel meer dan één toestel tot hun be schikking, maar ze waren er en dongen mee naar de gunsten van de cliënten. In een korte tijd telde Nederland acht ondernemingen van het hoge noorden tot het verre zuiden, waar behalve een bedrijf op het vliegveld Beek bij Maas tricht, ook nog de veelbesproken Marcel Smeets zijn mannetje staat en vanaf een stoffig vliegveldje even over da Belgische grens zijn activiteiten ver richt. Overigens blijven deze twee als regel boven „het bronsgroene eiken hout" en vechten daar hun privé-oorlog uit. De anderen echter troffen elkaarbo ven randstad Holland, de concentra tie van miljoenen mensen en dus bij uitstek het werkterrein waar zij het van moesten hebben. Wie niet sterk is, moet slim zijn, dachten de kleineren en zij daalden met de dag in prijs. Van de nog altijd gebruikelijke 160 bleef bij hen niet veel over. Zij dumpten zelfs tot 80 per uur, hoewel -ieder zinnig mens op zijn vingers zou kunnen natellen, dat De „slimmerik van Schiphol": Martin Schroder, die zo'n belangrijke rol speel de in de keiharde prijzenoorlog van de luchtreclamebedrijven. dit voor de huur, het onderhoud, de per soneelskosten, brandstof etc. verre van voldoende was. Klanten trekken, dan redden we het wel, dachten de kleine ren en zij haalden de buikriem aan. Zij zouden er als het moet voor honge ren.... Welk een1 grote vergissing maakten zij. Zij sleepten iedereen mee in hun „dumpvertoon", behalve Martin Schro der, die met de vuisten op zijn teak houten bureau roffelde en met zijn snelle gejaagde stem besliste, dat 160 de uiterste limie' was en bleef. „Ver der zak ik niet. Dit is het absolute mi nimum om gezond te kunnen draaien. Ik zal ze wat laten zien, die beunhazen. Bij mij gaat de goodwill het doen. Ik bied de cliënten zekerheid en service. Ik heb een heel apparaat achter de rug, zij veelal geen rooie cent. Let op mijn woorden, meer dan een paar klanten zal het me echt niet kosten." Meer dan een paar klanten heeft het Martin Schroder niet gekost. Hij bleef de re clamekoning van de lucht. Hü kreeg de beschikking over vijftien toestellen, allemaal verbeterd en keurig onderhou den materiaal. Dit zette hij volledig in voor zijn goodwill-offensief. De werke lijk grote jongens bleven zijn klanten. Zij zagen in hem de bonafide zakenman, die in staat was om boven een groot evenement ineens met een formatie van tien toestellen uit de wolken te duiken, de meterslange teksten klapperend ach ter zich aan en daarmee de activitei ten van een hier en daar verspreide enkeling met één klap weg te vagen. In zijn ruime en lichte kantoor heeft Martin Schroder ons Met verhaal van zijn overwinning gedaan in een stort vloed van woorden, die hem schijnbaar moeiteloos van de lippen rolde. „Ik ben ook heel klein geweest. Ik heb mijn les geleerd en weet wat ploeteren is. De jongens hebben het verkeerd aange pakt. De kleineren onder hen creperen al of zullen het niet lang meer maken. Zij hebben gewoon stom gedaan. Met hun prijsdalingen troffen ze niet mij, maar zichzelf. Hoeveel risico's loop je niet met een bedrijf als dit. Het weer bijvoorbeeld, in Nederland bijzonder on stabiel. Regen en wind kunnen vermale- Een reclame-squadron van Schroder in de aanval boven een groot sportevene ment in het Olympisch Stadion. dijde spelbrekers zijn. Daar móét men rekening mee houden. Men is verplicht deze risico's in de prijzen te verdiscon teren. Anders gaat men eenvoudig over de kop". Strak en bijna bewegingloos zit de lange donkere jonge man achter zijn bureau. Af en toe roffelen zijn dunne vingers in volle vaart over het teak hout. „Ik heb mijn bedrijfje straf geor ganiseerd", gaat hij verder. „Ik houd van discipline. Dat is trouwens noodza kelijk in dit metier. Ik moet op mijn teksten voor de reclame worden in het nylonsleepnet bevestigd. De politieke toeschouwer, die prot. dr. J. E. de Quay sedert lang uit het openbare leven kent, zoekt, nu hij zich op Wem bezint bij bet naderen van zijn zestigste verjaardag, op 26 augustus, naar een punt in zijn nogal veelzijdige bestaan, dat men als centraal kan beschouwen. On ontkoombaar dringt zich in de herinne ring op een zomerse avond in een cafeetje bij het station in Vogelenzang in het midden van de dertiger jaren. Het moet althans voor deze toeschouwer meer dan een zakelijk gesprek geweest zijn over het onderwerp dat ons daar bijeen bracht, veeleer tets dat men een ontmoeting noemt. Er kwam een pret tige geest over dat gesprek get aren, losheid van toon, scherpzinnigneid die ztch enigszins verhulde, veet humor; heldere maar door mildheid verzachte ogen lachten vanuit een achtergrond, waar een dunne sluier van een peinzen de melancholie over hing. Prof. De Quay was in padvindersunrform. De omstandigheden van die ontmoe ting waren toevallig, maar het Kan zijn dat dit „toeval" nu juist nodig was om een toegang tot zijn wezen te krijgen, die zich onder andere omstandigheden, in een andere verschijning minder ge makkelijk geopend zou hebbeu. Het zij daargelaten of ontmoetingen werkelijk door het toeval geleid worden, maar het is nauwelijks twijfelachtig, dat hun betekenis niet door het toeval bepaald wordt. Prof. De Quay wat dus een pad vinder, en het had er op die avond inderdaad veel van weg, dat hij een speler was, een „homo ludens", een spelende mens. Deze kostelijke eigen schap loopt ais een voornaam ieiümo tief door het karakter van de thans zestigjarige. Zij bepakt de onthechtheid waarmee hij de vele luncties vervulde, waar zijn bestaan hem voor geplaatst heeft. Zij geeft een verklaring voor die lachende geestrijke ogen tegen die ach tergrond van een weemoedig stemmend besef van alle menselijke ontoereikend heid. De wegglijdende blik met zich lichtelijk 'afwendend hoofd is een ka rakteristiek van prof. De Quay's voor komen tijdens het gesprek Het doet zich voor zo vaak hij op een pui.t Komt. waarop hij er gevoelig voor wordt hoe ver de worp tekort komt bij het ideale doel. En er worden veel ideale doelen in het oog gevat bij de conversatie met prof. De Quay. Maar na dat moment, waarop hij zich terugtrekt in zelfpeiling, is er ook altijd weer de terugkeer tot de ge sprekspartner en het onderwerp, de her vatting van het thema met een bedaar de glimlach om de mond: het vast houden aan de aanvaarde plicht, het opbrengen van het nodige, maar zonder veel illusies of overspannen eisen. Men moet altijd handelen, maar niet onder een dwang doch uit verantwoordelijk heid jegens zichzelf. De uitkomst heeft de mens niet in dè hand en staat ook niet aan zijn eigen beoordeling. Het doen onder de drang van de gehoor zaamde wil is zelfverwerkelijking, maar onvermijdelijk in en ten opzichte van de samenleving, waarin men geplaatst is. Wie dat zo kan zien is geen ver krampte doorbijter, maar een losge komen mens. „Vouloir n'est pas se crisper mais se détendre", <;t Gabriel Marcel. De niet samengebalde, de ont spannen mens, die zijn natuurlijk wel aanwezige spanningen wij relative ren door ze te sublimeren in de houding der belangeloze werkdadigheid dat is het beeld van prof. De Quay. Het is het wezen van de spelende mens. De speler in hem verklaart intussen niet alles van de grote verschei denheid van functies, waartoe zijn bestaan hem gevoerd heeft. Want behalve padvinder, is hij ook ge leerde, die briljante studies maakte hier in Utrecht en aan de overkant aan Amerikaanse universiteiten het lijkt evenmin toeval dat het terrein van zijn wetenschap psychologie is als dat het zich meer in het bijzonder bepaalt lot praktische, toegepaste psychologie en z\jn bestaan boog hem dan weer af van de wetenschap naar bestnurs- en poli tieke functies. Hij was minister van Oorlog maar dat lijkt voor hem meer een korte, voorbereidende zijlijn voor wezenlijker dingen; hij was lid van het college van Algemene Commissarissen, dat na de bevrijding in het zuiden aan het Militair Gezag werd toegevoegd, hij EEN SPOORZOEKER .altijd uiaren er de lachende ogen. .en de peinzende blik. was een van de Driemannen der Neder landse Unie in de eerste bezettingsja ren, commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en is thans minister president. Men mag zich over dat rijtje op het eerste gezicht verbazen, maar prof. De Quay dat werd boven reeds aange stipt heeft de gewoonte zijn handelen af te stellen op ideale doelen, die van nature altijd een tiKje boven de werke lijkheid van alledag liiggen. Geen twijfel dat deze trek, in het totaal van zijn aard, verband houdt met het feit uat hp in zijn jongere jaren, men zou hier eigenlijk moeten zeggen zich bekende tot de padvinderij. Als padvinder echter is hij, zich uitlevende in deze speel- bedrijvigheid, een spoorzoeker, een voortrekker, een verkenner. Prof. De ■■iiiiiiiimtiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii Quay is langs vele wegen gegaan, die grillig verschillende richtingen uitgin gen. Die wegen kronkelen, sommigen zeggen: hij dwaalt ook wel eens. Het ligt er maar aan, hoe men dat ziet. Het dwalen is hier een soms onvermij delijk bijverschijnsel van het dolen. Hij volgt immers een spoor. Het spoor dat de psycholoog De Quay zoekt is de mens, maar door hoog maatschappelijk verantwoordelijkheids gevoel bezield als hij is, weet hij zijn belangstelling voor de mens vooral be paald door diens- betrekking tot de samenleving, waarin en waardoor deze te voorschijn treedt. Samenleving ech ter stelt voor de naar buiten gekeerde kant. der mensen en hun onderlinge verhouding, dat wat hun levensgeluk bepaalt in hun samen leven, dat grond voorwaarde is om te kunnen bestaan. Vandaar zijn leiderschap in de padvin derij, zijn arbeidsleer en psychotech niek die hij doceerde, zijn bestuurs functies, zijn politieke werkdadigheden. Hij wil iets. Hij wil dat de plaats van de mens in de'samenleving beter onder kend wordt, opdat de samenleving zich daarop zal afstellen en lichter te dra gen zal vallen. Hij is bereid om als men dat van hem verlangt, daarin voor te gaan en zijn deel bij te dragen aan de creatie van de vormen, die daartoe naar de omstandigheden zoals zij zich op het ogenblik van zijn keuze voor doen, vereist worden. Hij is de zoon van een officier. Hij weet wat plicht is en discipline. Prof. De Quay doet veel in zijn be staan. Hij is de animerende krachl geweest achter menig goed werk, de overtuigende bepleiter van gerechtvaardigde belangen, de ver zoener van tegenstellingen opdat beter bestaan te voorschijn kon treden. Als commissaris der Koningin in Noord- Brabant, waar inzichtrijke mense lijkheid meer verstaan wordt dan kei harde doortastendheid, was hij de men selijkste der magistraten, omdat hij de hoogheid van hel gezag dat hij droeg, losmaakte uit zijn formalistische enca- drering en het herleidde tot zijn ver schijningsvorm van geestelijke noblesse. Hij zag de samenleving van het sterk dynamische en toch aan mediaevale tradities gebonden gewest in haar orga nische correlatie van economische, so ciale en geestelijk-culturele drijfveren. Terwijl hij met kennis en begrip de meer materiële behoeften van de Bra bantse samenleving vervulde, kon hij uit een eigen overtuiging, want uit levende ervaringskennis haar culturele aspiraties tegemoet treden en ze aan het licht brengen door er vorm aan te geven. En altijd waren er de lachende ogen en de peinzende blik. Altijd waren er de ideale doelen en de relativering van alk geslaagde ondernemingen in het weten, dat ze slechts afzetpunt zijn voor een nieuwe worp naar het doel, dat verder wijkt. Zijn redevoeringen waren zoals zijn conversatie doorstraald van die eenvoudige, maar geenszins simpele menselijke wijsheid. Ze werden ver staan door allen, wier oren onbevangen genoeg waren om ze te kunnen horen. In wat hij zegt gloeit iets, op hetzelfde moment waarop hij In zijn toon en woordkeus de idee die hem bezielt in zijn persoonlijke dimensie betrekkelijk stelt. Zulk een man is niet uit het meest geschikte hout gesneden, waaruit een minister-president zou moeten gemaakt worden. Zulk een hout is ebbenhout en het is zeldzaam, al wordt het bij tijd en wijle aan de buitenkant wel nage bootst. Het is nodig om weerstand te bieden aan de nagels die erin gezet worden, in die leeuwenkuil van het poli tieke bedrijf. Er zijn daar dompteurs, die met de aaiende zweep der gespeelde zachtmoedigheid werken, er zijn er ook die de zweep doen knallen. Maar het moet altijd de zweep zijn en de leeuwen moeten haar herkennen. In die strijd schiet er voor niemand de geduldige aandacht over om te horen naar wat de man bedoelt, om uit zijn wijze twijfels de getrouwheid te verstaan, waarmee hij op het spoor blijft van zijn idee. Het gaat om zaken en men wil geregeerd worden. Prof. De Quay kwijt zich van het hoge ambt, omdat hij ertoe geroe pen -s. Hij gehoorzaamt. Voor de „politieke politiek", zoals wijlen Willem Xieuwenhuis een zekere sector van het politieke toneel placht te ken schetsen, heeft hij weinig begrip en zeker geen waardering. Van politiek begrijpt hij veel meer dan menigeen, die er een grote mond bü opzet. Hij die meer weet van de betekenis der samenleving voor de menselijke per soon dan de meesten, staat een beetje alleen in wat nu zijn wereld is. Maar de zeldzame en wie weet wel onprak tische deugd der integriteit is in hoge mate zijn deel. Ja toch, een spoorzoeker, overziet men het nog eens goed. Het spoor voert door benarde passen op hoge bergen, maar hij volgt en hij heeft een hoofd vol rijk begrip. Men wenst hem op zijn zestigste verjaardag terwille van de Nederlandse samenleving toe, dat hij in het opene van de vlakte zal komen, waar hij zich kan uitbreiden in de laatste wasdom van zijn grote vermo gens. LIBRA vliegers aan kunnen, volledig! De reclamekreten, die wij zelf formuleren en met grote letters in nylon netten hangen, moeten zij aan het publiek ver kopen. Zy mogen zich niet interesseren voor wat er achter hen hangt. Zij moe ten de mensen opzoeken en hun de teksten zo goed mogelyk boven het hoofd laten dansen. En dat alleen al vereist hun volle capaciteiten. Boven land moet dat op minimaal 1200 voet plaats vin den, maar boven zee mag één myi uit de kust tot 600 voet gedaald worden. Dat is een mogelijkheid, die de wet ons biedt, en daarvan moeten wy profite ren. Aan luie kerels heb ik dan ook niets. By my moeten zy er uit halen wat er in zit. Ik wTerk dan ook met conduitestaatjes, waarop hun presta ties en vorderingen nauwkeurig worden bijgehouden. Ik controleer ze niet al leen hier op de begane grond, maar ook in de lucht", vertelt Martin Schro der opgewekt en hij toont ons de kleu renfoto van een snel Amerikaans sport vliegtuigje, een Cessna, waarmee hy dikwijls zelf achter zqn vliegers aan jaagt, hen controleert op de juiste hoog te, hun wendbaarheid en al hun activi teiten. Hij bespioneert hen soms van af grote hoogte, dan weer laag onder hen en zy weten daardoor dat zy steeds op hun qui-vive moeten zijn. „Wat wilt u". vervolgt hij ietwat veront schuldigend. „Als een man met een kist opstijgt, zijn wq hem kwyt. Dan ligt alles in zijn hand. Er moet wel contro le zijn". Door zijn systeem heeft Mar tin Schroder een uiterst slagvaardig en gedisciplineerd team opgebouwd. Er zitten verschillende van zijn oude dienst- makkers in, jonge ambitieuze mannen zoals hy, die hetzij in vaste dienst, het zij als free-lance-vliegers een graantje uit zqn pot meepikken. Met dit team heeft Martin Schroder de „battle of Holland" gewonnen. De grotere maatschappyen, die behalve luchtreclame ook nog andere objecten achter de hand hebben en dus financieel veel sterker staan dan de kleine een- mansbedryfjes, hebben de vlag ge streken en zijn bij hem komen praten. Schroder met zijn charter- en rond vluchten, Aero Ypenburg met een lucht foto-onderneming en enkele Harvards voor het trekken van luchtdoelen ten dienste van het ministerie van defensie, Skylight met een groot aantal floreren de garages op de achtergrond, zijn de grote drie die het belangrijke akkoord er door drukten. Prijzen van 180, 170, en 160 al naar gelang de op dracht, werden vastgesteld. En wie niet horen wil moet maar voelen, besloot men eensgezind. Helemaal in kannen en kruiken is dit laatste nog niet, maar men denkt aan een boete van 10.000 per geval van overtreding. Sci röder, de koele zakenman, is het hiermee niet eens. „Tien mille ineens op tafel, die zie je nooit Het is veel redelijker en ook veel reëler om de „zondaar" direct twee mille te laten storten. Dat bedrag is ineens neer te tellen en tevens groot genoeg, om preventief te werken". De vastgestelde prijzen zul len de grote drie er bij hun cliënten langzaam maar zeker in brongen. zy willen hen er als het ware mee opvoe den. Wat de Kleinen doen kan hun niets schelen. Het laat hen eenvoudig koud. „Ik hoop dat hiermee de rust in de lucht is teruggekeerd", zegt Martin Schroder glimlachend. „Dat is trouwens voor iedereen te wensen. Ik ben niet bang om te vechten, dat weten zy wel. Onze vlieguren liggen zo, dat de gro teren gezamenlijk de helft vliegen van wat wij doen. Wy beheersen het lucht ruim, kunnen met tien a vijftien toe stellen tegelijk opereren". De man, die eens liftend langs zijn klanten ging, zich in de allergekste bochten moest wringen om er maar enigszins uit te springen, blaast wat si- garettenas van een boek op zijn bu reau, dat wellicht de bybel van zijn on derneming is. „Commercial Air Transportation", staat er met vlam mende letters op de kaft. Dagelijks star ten naast het grote raam van zijn kan toor toestellen voor de rondvluchten bo ven Amsterdam en Nederland. Dag en nacht maakt het vrachtbedryf van de KLM gebruik van zijn Dakota's voor het vervoer van alle mogelijke la dingen. van tijgers en apen tot bont manteltjes toe. De Aalsmeerse bloemen handelaren vervoeren via hem hun kost bare produkten naar Scandinavië en de reisbureaus nemen hem als het gaat om charter-vakantie-vluchten. Voor ve len zou" dit allang een reden zgn om zich volmaakt gelukkig te voelen. Maar wie de „slimmerik van Schiphol" even in de harde groene ogen kijkt, weet dat hij nog lang niet tevreden is. HAYE THOMAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 9