MAASTRICHT Welvaart ligt er bovenop harde zakelijkheid ook jGoed beeld van boeiende stad I in het zuiden Mensenwerk mist nog kleur Aantrekkelijke fotopocket Zakelijk ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1961 PAGINA 13 Dit jaar is het 25 jaar geleden, dat de Dienst van de Zuiderzeewerken een begin maakte met de bouw van de ring rijk, welke thans de Noordoostpolder omspant. Na vier jaar (1940) was de dijk dicht en kon het water uit de nieuwe polder gepompt worden. Twee jaar daarna, 9 september 1942, vandaag dus 19 jaar geleden, viel het land droog. Daarna begon het moeizame werk van het cultuur-rijp maken. Hoe wel de oorlog veel vertraging bracht, kon reeds in 1947 de eerste grond worden uitgegeven. Het ligt allemaal nog maar zo dicht achter ons, dat velen zich de Noordoostpolder nog indenken als een woestenij, slechts bevolkt door een handjevol pioniers, die zowaar kans zien om uit de zeebodem golvend graan en gepluimde suikerbieten te laten opschieten. Landgenoten en vreemdelingen staan stomverbaasd wanneer zij binnen de veilige dijken een weelderig land ont dekken bezaaid met boerderijen, doorsneden door voor treffelijke wegen, welke welvarende dorpen aaneen rijgen. Ze zien er duizenden mensen wonen, die niet alleen huizen hebben, maar ook winkels, kerken, scholen. Waai 25 jaar geleden nog vissersbo ten over het water scheerden, heetft zich een nieuwe gemeen schap gevormd. De welvaart straalt er van af. Met stijgende bewondering ziet de bezoeker dat er zelfs zwembaden in de polder liggen, dat er uitgestrekte wandelbossen zijn aangelegd die reeds enige allure hebben en dat het hotel in de hoofd plaats Emmeloord zijn gasten omringt met service van inter nationaal niveau. De ontwerpers en bouwers hebben blijkbaai niets vergeten. Toch is er iets benauwends ir de weidse ruimte van de polder Men zou het - met alie respect overigens voor de prestaties een gebrek aan sfeer kunnen noemen. Het leven moet er nog "IVTee, zegt de dorpskapper van V' Nagele, terwijl zijn schaar door mijn haar vliegt met een snelheid, die mij doet denken aan de korenmaaier, welke ik een kwartier tevoren had staan be wonderen langs een gouden tarwe veld, dat kaalgeschoren werd. «iNee, ik zit hier bepaald geen vliegen te vangen. De herensalon is nu rustig, omdat de boeren nog volop aan het oogsten zijn, maar in de damessalon (met negen cabines) is het vaak zo druk, dat mijn drie kapsters het werk niet aan kunnen". Het dorp Nagele telt een paar honderd huizen en een aantal verspreide boerderijen, in totaal drieduizend inwoners. Ik vreesde er geen kapper te zullen vinden, hoogstens een kruidenier, die in zjjn schuurtje ook nog een knipstoel had staan. Tenslotte is Nagele geen Emmeloord, dat ten minste nog een stad genoemd mag worden. ^99 I 99 Geen sfeer Respectf Gemaakt Modern Verschil li&XXy. De brug bij Ramspol, de navelstreng welke het oude en het nieuwe land verbindt. kleur aan geven. Van de poldertoren in Emmeloord af heeft men een mooi gezicht op de nieuwe stad. Deze foto laat het centrum zien. In het midden staat de parochiekerk (met toren). En dan moet ik de kapper van Nagele horen klagen, dat hij maar negen cabi nes heeft voor zijn dames-klanten. Waar komen die klanten vandaan? De kapper maakt een weids armgebaar: ,^Van overal uit de polder. De dames ne men even de auto om zich hier te laten kappen". Dit is, dunkt mij, kenmerkend voor het leven in het nieuwe land. De wel- vaart ligt er boven op. De vrij staande woonhuizen van de boerderijen *Un omringd door kleurige tuinen met Parasols en ligstoelen, waarin de dames het zich gemakkelijk maken. Ook de ar beiderswoningen, in groepjes over het land verspreid of met enige honderden lot dorpen aaneengeschovm, zien er »erzorgd uit. De t.v.-voelsprieten op de haken symboliseren de koopkracht van he bewoners, evenals de moderne, wel gevulde winkels dit doen. Tegen etenstijd zie ik de kinderen hit school komen. Zij dragen geen klam pen en dit betekent niet alleen, dat de wegen zo goed zijn. NOORDOOSTPOLDER, land zonder sfeer iimiiiiiitiiitiiiiiiiiiiiiiitHtiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiimiiiiHumiHiiHiiiimHmtiiiiiiimiiiHi hebben, maar ongetwijfeld zijn derge lijke wulpse gedachten van voorbijgaan de aard geweest. Waar ik een bocht in de weg zie liggen moet ik dwingende re denen veronderstellen. Nu mogen (Me dwingende redenen niet gebagatelliseerd worden. Het zal al lemaal wel zo moeten zijn. Haar het gevolg hiervan is, dat de polder sfeer mist. Dit ir dunkt mij het meest karakteristieke verschil tussen het oude en het nieuwe land. Ik wil graag geloven, dat de boerderijen een maximale produktie opbrengen, maar een gezellig klapbruggetje is er niet bij. De afwatering is ongetwijfeld weten- ruige boerensloot met een door de wind misvormde knotwilg zal men er tever geefs zoeken. „Kletskoek", zegt een boar, met wie ik bij de benzinepomp in Ens een praatje maak. „Van klapbrug- getjes en knotwilgen kan ik niet eten en ik ben hier niet komen wonen voor het V.V.V." De man heeft gelijk. Er is geen spij ker tussen te krijgen. Maar dit neemt mijn benauwenis niet weg, integendeel. Wanneer ik 's avonds op een terrasje jawel, een terrasje in de Noordoost polder een pilsje drink met een be vriende ambtenaar („maar zet m'n naam niet in de krant"), zegt hij met even veel ontzag als geringschatting in zijn stem: „Allemaal bikkelharde boeren hier. Gediplomeerden van de middel bare landbouwschool zijn geen uitzon deringen, Het zijn over het algemeen jonge kerels die bepaald niet uit Fries land en Brabant of van Walcheren zijn weggegaan om hier een kneuterig ge doetje te beginnen, maar om geld te verdienen, veel geld. En daar willen ze hard voor werken. Men moet deze mentaliteit overigens niet te gauw ver oordelen, want er zit ook een gezond stuk pioniersgeest in. Maar kom niet aandragen met de flauwekul, dat het boerenland van de Vlist bi] Schoon hoven zo pittoresk is, want daar heb ben zij maling aan." rin, die in de avondschemering zo j vredig onder de kastanjeboom zit kousen te stoppen. Die boer bij de j benzinepomp in Ens geeft het rond- uit toe: „Er valt hier niet veel aan j af te zien. 't Is hier geen Staphorst of Giethoorn. Maar voor mij hoeft heti ook niet." Het land van de harde zakelijkheid, j Deze constatering houdt geen verwijt j in. De ontwerpers en uitvoerders heeft het niet ontbroken aan menselijkheid, j Zij hebben hun best gedaan om het leven in de polder leefbaar te maken. Daarom hebben zij wandelparken ge- projecteerd, want de mensen moeten recreatiemogelijkheden hebben. Daar- om zijn er zwembaden in Emmeloord en Kraggenburg, want de jeugd zoekt ontspanning. Daarom is er een schouw- burgzaal, want de bewoners moeten er aan cultuur kunnen doen. Het is er allemaal. Maar het is er allemaal j zo helemaal volgens plan, zo zakelijk j verantwoord. Dit moet zijn weerslag hebben op de samenleving in het nieuwe land. De mensen passen zich aan bij hun om- geving. Men vindt er een zakelijk inge- steld volk, dat van aanpakken weet. Het "lees is er beter dan de benen. Machtige machines maaien het koren in de Noordoostpolder. Dit neemt niet weg, dat men res- j peet moet hebben voor de bewoners, j die kans gezien hebben om er in min- der dan twintig jaar een nieuwe ge- i meenschap op te bouwen. Mensen uit i alle delen van het land, die hun ge- j boortegrond verlaten hebben om op de j kale bodem van de zee een beter stuk j brood te verdienen dan in het oude land, hebben er elkaar gevonden in een soort lotsverbondenheid. Hiervan getuigt het verenigingsleven, dat in j alle sectoren bloeit, van toneelclubs tot Maastricht gezien vanaf de Maas. De dorpen, zoals Nagele, Kraggenburg •n Creil, zijn overigens nog maar sim- Pfie nederzettingen vergeleken bij Em meloord, de hoofdplaats van de polder ?le zich terecht een stad noemt. In de ?ifnge Nering, een drukke winkelstraat, zich vijftig winkels aaneen, die in r®. Rotterdamse Lijnbaan niet zouden misstaan. Ik tel drie hoge kerktorens U1 boven alles uit rijst de zeventig me- hoge watertoren, die tevens uitkiJk- is en een machtig carillon bevat, t vaderlandse wijsjes speelt. Een Nederlandse stad, geen twijfel mogelijk. Op het marktplein staan haringstalletje, een ijstent en een miteskraam. Op de muur van een meuw huis lees ik in krijtletters „Nel- is gek". Zelfs de nozems ontbre- £.en niet. Wanneer de avondseheme- fmg valt, komen zij als uit het niet 5? voorschijn. Opeens is de Lange Ne- mg vervuld van knallend lawaai uit rokende en ronkende lastdieren de door welvaart aangevreten gjUgd. Het plaatselijk restaurant no- mf iZSn Sasten weliswaar uit een («altijd te gebruiken „op de bodem «n de zee", maar de zee is weg; er een echte stad voor in de plaats ge- *°men. dert? m Keen vraag meer of de inpol- eer.mg van het IJsselmeer een succes de do ma8 worden. De boerderijen, ggjmrpen, de stad, de wegen, de brug- Oea ,,ye korenvelden liggen het suc- uitdagend te bewijzen. ïyT tooh benauwt mij iets in de on- zic|{ ëe wijdte van de polder. Het laat bla-^ooilijk onder woorden brengen, ïhij ;L dringt zich onophoudelijk aan ha. (jP' terwijl de ene kilometer asfalt Wat deze ambtenaar als zijn erva ring vertelt, bevestigt mijn indrukken. De pachters in de Noordoostpolder heb ben weinig meer gemeen met wat ve len in Nederland nog onder boeren plegen te verstaan. Het zijn managers van landbouwbedrijven, met de allures van zakenlieden. De spreekwoordelijke bóeren-zuinigheid (die overigens niet zelden de wijsheid bedriegt) heeft hier afgedaan. Dat men op de meeste boer derijen een auto vindt, wordt niet alleen verklaard door de lange afstanden. Er is een streven naar luxe en com fort, dat zich moeilijk laat rijmen met de landelijke eenvoud, welke men ten onzent de boerenbevolking zo gaarne toedicht. Een blik op de etalages in Emmeloord staaft deze bewering. Ik heb er de modernste meubelen gezien en een winkel vol produkten van bin nen- en buitenlandse kunstnijverheid. Voor dit alles moet in de stad (8000 inwoners) en in de gehele polder (30.000) een afzetgebied bestaan. Ik ben bij een katholieke boer in huis ge weest, wiens zitkamer met Deense meubelen was ingericht. „Toen ik hier kwam, had ik een mahonie-houten kast met Sint Antonius onder een glazen stolp er bovenop", zegt hij. „Maar dat is niets voor hier." Men zou de Noordoostpolder het nieu we land van de harde zakelijkheid kun nen noemen. „Het is opvallend," zegt mijn ambtenaar, „dat vooral de Ameri kaanse toeristen enthousiast zijn over wat zij hier zien. De Nederlanders als ik even mag generaliseren bewon deren de technische prestatie wel, maar worden toch niet stil bij de aanblik van het nieuwe land. Zij zijn er trots op, dat die knappe ingenieurs toch maar kans gezien hebben om dit stuk land op de zee terug te winnen en zij heb ben respect voor de mensen, die het werk hebben uitgevoerd, maar mooi, echt mooi vinden zij het toch eigenlijk niet." Hoe dan ook, men rekent in de Noordoostpolder in ieder geval wel af met de gekleurde-ansichtkaarten- romantiek: geen wit-geklompte boe- I t^v e Maastrichtse amateur-foto graal ||l Leon N. Bemelmans is op de ge- In Oostelijk Flevoland is het dorp Dronten in aanbouw. Men ziet alleen nog maar huizen in steigers, maar de bewoners zullen niet lang meer op zich laten wachten. Mi, andere onder mij wegglijdt. y"i(l j ™len mag ik het zó zeggen: dit vi ®®ht01 e* ontstaan, maar gemaakt. '8ens mensenhanden gemaakt, *e,P aatt h 'nen> schetsen en tekenin- 08 schif* Wenselijke brein ontsproten. diep."'1 er een bedoeling te hebben, ®et zo-jp zin. Het toeval, het zinloze, weztg. ar-zonder-meer is totaal af- heaal getrovi2^11 recht, als langs een li- gaordend jiv n- De huizen staan in wel- r^Satóendir De dorpen liggen op ar al „„^tanden van elkaar. En rnocf 5ens een bocht in de weg }rf°r zjjn tj ,een mÜ onbekende reden (fkenaar hi: etis ondenkbaar, dat een 8a in zichzelf gedacht heeft: kom, fans een iiLWeS, van Espel naar Creil toen om in r bochtje tekenen en dat J'ard. Be*it iie reden een bocht gemaakt gr^ijoogelijk, dat de ontwerpers fc^ise bui ooit zoiets gedacht vakorganisaties. Ook de politieke partij en zijn er present, hoewel de tegen stellingen er niet scherp zijn. „De men sen zjjn hier te veel op elkaar aange wezen en hebben te veel gemeenschap pelijke belangen om al te sterk verdeeld te zijn," zegt de kapper van Nagele. En hü kan het weten. Ik heb niet kunnen achterhalen of deze mensen wel eens heimwee heb ben naar het oude land. Wel is mij opgevallen, dat velen wanneer men over uitgaan en ontspanning spreekt met nadruk verzekeren, dat Kam pen, Meppel en Zwolle niet ver weg zijn. „Binnen drie kwartier met de auto", zegt de kapper van Nagele. Nu roept Meppel bij mij geen specia le associaties op met vrolijkheid en vertier, maar ik kan mij het ver schijnsel toch wel voorstellen. Overigens is dit dunkt mij een kwestie van tijd. Er groeit reeds een generatie op, voor welke het nieuwe land niet nieuw meer zal zijn, maar ge woon levend land. Er liggen in de bo dem al mensen begraven en er zijn al honderden kinderen geboren; het le ven heeft bezit genomen van het nieuwe land. Het zal er in de toekomst zeker nog meer kleur aan geven. Wat de Noordoostpolder nu reeds aan Tussen het oude land en de nieuwe polder Oostelijk Flevoland ligt het langgerekte Veluwemeer. Aan de polderzijde kleur gewonnen heeft, ervaart men bij zijn enige zand-strandjes vrijgegeven voor recreatie, waarvan bij mooi weer reeds gebruik wordt gemaakt, hoewel d« polder nog vrijwel onbewoond is. een bezoek aan de nieuwste IJssel- meerpolder. Oostelijk Flevoland. De lukkige gedachte gekomen om een fotopocket over zijn geboor- I testad samen te stellen. Maastricht met i vele historische monumenten en i karakteristieke plekjes, zo redeneerde hij, is een fotopocket waard. De plaat- I selijke uitgeverij N. V. Leiter-Nypels S dacht er ook zo over met als resultaat: de uitgave van een aantrekkelijk foto- boekje over de veel bezongen schoon- heid van Neerlands oudste stad, Maas- tricht. Het boekje bevat een negentig foto's, die een goed beeld geven van het boei- ende leven in de meest zuidelijke stad van ons land. Om dit resultaat te be- reiken bespiedde de fotograaf de Maas- E trichtenaar in zijn dagelijkse doen I en laten. Hij vermeed geforceerde E opnamen en ging er bij de samenstel- i ling van zjjn uitgebreide fotocollectie van uit, dat Maastricht meer is dan al- leen maar een museumstad. Derhalve besteedde Leon Bemelmans veel aan- S dacht aan de mens in het schilderach- tige stadsbeeld. Op die manier ontstond E een levensecht werk over het oude, 1 maar eeuwig jonge Maastricht, dat een waardevol souvenir is voor de vele gas- S ten, die deze stad bezoeken. Waardevol althans wat de foto's betreft. Van de tekst, gelukkig erg summier gehouden, kunnen we dit helaas niet zeggen. Tekst- schrijver Stef Kletjn voorzag het boekje namelijk van een al te nadrukkelijke en bovendien nog eenzijdige reclametekst, die een vertekend beeld van Maastricht SlIIMIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIll s ringdijk werd vijf jaar geleden gesloten en een jaar later viel het land droog. Thans is ongeveer de helft van de polder in cultuur gebracht, maar vaste bewoners zijn er vrijwel nog niet. De hoofdplaats Lelystad is nog nauwelijks meer dan een barakkenkamp en de eerste stenen woningen, die onlangs be- trokken zijn, staan verloren in de on- afzienbare ruimte. Ergens midden in de polder is het dorp Dronten in aan- bouw: enige tientallen huizen in de stei- gers. De bouwvakkers zijn er nog de enige levende wezens in deze trooste- E loze verlatenheid. Nauwelijks vijftien jaar geleden moet E dit het beeld geweest zijn van de Noord- oostpolder. Wanneer ik dit bedenk E groeit weer mijn respect voor hetgeen daar reeds tot stand is gebracht. Over S enige jaren zal het ook in Oostelijk Fle- voland zo zijn. Al kan men zich dit nu E nog maar moeilijk indenken, midden in deze kale, kale ruimte. E En ik kon, in de polderkantine van Dronten, zo hartgrondig meevoelen met E die vrachtrijder, die achter zijn koffie zachtjes in zijn eentje zat te zingen E „Ach was ik maar... bij moeder tuis-1 geble-heven." NIC. SGHRAMAË geeft en te wemig Interessante wetens waardigheden bevat om waarde te heb ben als herinnering. Wanneer de tekstschrijvei bij een eventuele herdruk dezelfde gedragslijn zou volgen als de fotograaf, dan ont staat, naar onze mening, een fotopocket, waarop Maastricht in alle opzichten trots kan zijn. C. B. „Maastricht", foto's Leon N. Bemel mans, tekst Stef Kleijn. Uitgave: N.V. Leiter-Nypels, Maastricht 1961. Nonnetjes onder een oude poort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 13