Bisschop van Breda legt ambt neer Mgr. JOS. BAETEN wijs bestuurdervol menselijk medeleven Weinig geduld bij opening van .SPIJS en DRANK' MOEILIJKHEDEN met buitenlandse arbeidskrachten Gelukkig door de muziek Graag in eenvoudig gesprek in contact met gelovigen De HAV is uw vertrouwen waard! commentaar AOSRAM Oost en West Bisdom is verrast Internationale smultentoonstelling HET FUNDAMENT VAN UW VERMOGEN n Levante99 vlot Kentekenbewijzen korter geldig Begrafenis van prof. Gerbrandy dinsdagmiddag Zij helpen ons; hoe helpen wij hen Motie ambtenaren: meer salaris Onderscheiding Topaanmelding voor kath. universiteit RESA-HILVERSUM Jos. Keekers ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1961 PAGINA 5 lampen (Van onze correspondent) BREDA, 9 september Het bericht dat de bisschop van Breda, mgr. Jos. W. M. Baeten, zijn ambt heeft neergelegd, is in het bisdom ontvangen met een verrassing, die mede haar oorzaak vindt in de gevolgde procedure: mgr. Baeten heeft de paus niet om een coadjutor verzocht, zoals immers gebruikelijk is. Dit is de reden, dat de bisschop is benoemd tot tijdelijk apostolisch admini strator, hetgeen inhoudt dat de bisschop het bestuur voortgang kan doen vinden tot zijn opvolger is benoemd. life postbus 973 Rottercfafta»* Wilt U leraar worden? (Advertentie) Het gevaar, dat het Christendom betrokken wordt in het grote wantrouwen, waarmee de vroegere koloniale volkeren uit hoof- ,y.an hun sterk nationalistische in- tetlmg de aangeboden geestelijke w culturele samenwerking met hun esterse overheersers van gisteren wei moeten bejegenen, is heus niet denkbeeldig. In de Kerk van onze d®gen is dit besef zo goed als alge meen. Het streven naar een zo zui- Y^r mogelijke zelfexpressie heeft de ~Yerk. door bezinning op haar eigen wezen, ertoe gebracht zich de vraag ®e stellen, of haar universele roe- liïf'-een objectieve sociale werke- i^ id te zi.in &ls geestelijke ge meenschap voor alle volkeren, in naar feitelijke, traditionele houding wel voldoende tot haar recht kwam. fre goed als gelijktijdige groei van beide stromingen: het ontwaken van het nationale bewustzijn der vroe gere koloniale volkeren en de zelf bezinning van de Kerk hebben deze vraag een brandende actualiteit ge geven. Kort en bondig geformuleerd *?mt het hierop neer: is de R.-K. •Kerk tè westers? De befaamde Engelse historicus, r- Christopher Dawson, die in 1913 ^anuit de Anglikaanse kerk tot de Rooms-Katholieke overging, heeft op deze kwestie een bijzonder hei- bar antwoord gegeven. Hij ontkent natuurlijk niet, dat de uitbreiding van het Christendom in de laatste v*er of vijf eeuwen buiten Europa samenging met de vestiging van de westerse koloniale macht. Dat de mheemse bevolking het Christendom baardoor als iets specifieks westers s gaan zien, lag vanzelfsprekend voor de hand. Men hoeft zich aller dunst te verbazen, dat de nationalis tische beweging in de gewezen kolo men zich ook tegen de westerse missionarissen en zelfs tegen het Christendom keert, al is die reactie meer politiek en cultureel dan uit sluitend godsdienstig. In hoofdzaken erkent men tegenwoordig van ka tholieke zijde het gerechtvaardigde Van nationale zelfbeschikking. Wan neer deze echter zo ver zou gaan, bat men alle christelijke kerken tot een enkel, autonoom, nationaal li chaam wil maken, zoals eens werd voorgesteld, dan moet onzerzijds baartegen op principiële gronden verzet worden aangetekend. Een der gelijk plan is fundamenteel in strijd met het wezen van het Katholicisme, bat, steunend op Gods Wet en op het Koningschap van Christus, voor be Kerk het recht opeist overal ter Wereld een universele en autonome geestelijke gemeenschap te vormen. Men kan niet loochenen, dat een missionaris tengevolge van zijn tota le achtergrond „geneigd is westers te zijn". Maar dat is niet de kern van de kwestie. De toevallige af hankelijkheid van zijn persoonlijke culturele achtergrond kan men, als iets onvermijdelijks, min of meer, bp de koop toe nemen, al blijft het be plicht van de begrijpende missio naris zich daarvan naar best ver mogen totaal los te maken. De moei lijkheid ligt veeleer in het feit, zegt Dawson dat, als men de Kerk tè westers noemt, daarmee bedoeld is, dat haar filosofie en theologie, haar liturgie en devotie zó diep door een verbondenheid van 1500 jaar met be westerse cultuur beïnvloed werd, bat zij van de oosterse wereld ver vreemdde en een voor deze wereld °nverstaanbare taal spreekt. Wat is in dit verband „westers"? Enerzijds onze beschaving, die zich in de laatste eeuw Zeer snel over de hele wereld ver breidde, anderzijds de traditie van be Katholieke Kerk met Rome als Centrung. Deze laatste is echter te gelijkertijd universeel. Dawson wijst er, o.i. terecht, op, dat zij voor het eerst opkwam déar, waar Oost en West elkander ontmoetten, zodat haar erfenis tot b e i d e is terug te Voeren. Wij mogen niet vergeten, dat be R.-K. Kerk de opvolgster en erf gename is van een oosters volk met een universele zending, die nu Jpg de geest van de Kerk bepaalt. De Kerkvaders schreven weliswaar Grieks of Latijn, maar de klassieke *°rmulering van hun leer stamt meer Uit Afrika en Azië dan uit Europa. De nieuwe christelijke poëzie en li turgie heeft een onmiskenbare Ro meinse geest, maar daarom is zij W>g niet van het oosten vervreemd. Denken wij maar eens aan haar uni verseel en boventijdelijk karakter ®h aan haar muziek, die allesbehal ve westers is. Wat, vraagt de geci teerde auteur, heeft de Mis, de eeuwige offerande van een eeuwig priesterschap, met de westerse cul- Wur te maken? De Kerk staat boven de beperking Van een menselijke cultuur. Zij kan Wt elke cultuur dat putten, wat zi.i "°óig heeft voor het goed vervullen y^n haar zending. Het is van weinig Y^lang te weten, of een of ander bcel van de houding der Kerk van westerse of oosterse oorsprong is, "mar alléén, of dat deel een ge schikt instrument mag heten voor baar supranationaal doel. De kloos terorden mogen hier als voorbeeld b'enen. Van oorsprong zijn zij zui- fr oosters. Het monikenwezen stamt uit de Egyptische woestijn, Waar de Kerk aanvaardde deze hieuwe levenswijze als de essentiële expressie van de christelijke geest en verbreidde ze in Oost en West. Wet behoud van hun wezen kunnen re kloosterorden zich zowel aan het csten als aan het westen aanpas- fjC.De zaak, waar het om gaat, zijn te kjdloze idealen van gebed en con spiratie en de universele geest van 2^ apostolaat, waarin en waarvoor gesticht werden. Natuurlijk werd dit alles niet r®eds duidelijk gezien. De Kerk als tpSehjke organisatie heeft fouten |ymaakt en zal dit blijven doen. „ine"als 2ij felle oppositie zal blijven m' ken van „alle menselijke ge- c^chappen en machten, die ab- en macht over de mens opeisen W'Ageren hierin een meerdere of Hen ?'nger te erkennen." Zo kun- rrvnfv' t Christenen niet verwachten tin v te vermijden met het na- ha Dit is nu actueel in ver- b met het oosten, maar in de .J?® grond gaat het hier om een daJiui Wssen de geestelijke en ttj- ■l e machten, zoals wij dit in Mgr. Baeten is 68 Jaar. Enige tijd geleden deed het gerucht de ronde, dat de bisschop in verband met het stijgen der jaren een coadjutor zou aanvragen, maar bevestiging daarvan bleef uit, tot nu plotseling het nieuws van het aftre den is bekend geworden. Ruim vijftien jaar is mgr. Baeten bisschop van Breda geweest, als opvolger van mgr. P. Hop mans, de strenge, krachtige bestuurder, die tot op hoge leeftijd zijn ambt uit oefende. Mgr. Baeten is een geheel an dere herder geweest, een milde, rustige priester met een wijs en bezonken oor deel, een heldere geest en een grote mate van bescheidenheid en eenvoud. Een bisschop, die maar het liefst pas toor was gebleven van de Mariakerk te Ginneken, waar hij zijn gelukkigste jaren doorbracht en bjj zijn parochia nen zeer gezien was. Mgr. Baeten is geboren in Alphen, in het dekenaat Gilze. Na zijn studie aan het groot-seminarie Hoeven en zijn priesterwijding in juni 1917 werd hij be noemd tot kapelaan in Sas van Gent. Daar kreeg de bisschop het eerste on middellijk contact met de zielzorg, die hem steeds zo is lief geweest. Op 24 januari 1921 werd kapelaan Baeten be noemd tot conrector van „Saint-Louis" in Oudenbosch, maar daar bleef hij niet lang. Reeds in augustus benoemde mgr. Hopmans hem tot secretaris van het bisdom Breda. In deze functie, die hij bekleedde tot 23 augustus 1933, deed hij veel bestuurservaring op en leerde hfj het bisdom grondig kennen. Het was duidelijk een beloning van mgr. Hop mans voor zijn trouwe secretaris, toen deze in 1933 werd belast met de bouw van een nieuwe parochiekerk in Ginne ken. Het was bij pastoor Baeten kon dit moeilijk anders de Mariakerk. In zijn pastoraat vond mgr. Baeten de volledige vervulling van zijn pries terlijke mogelijkheden. Later, stijgend op de ladder der kerkelijke hiërar chie, is hij toch altijd de eenvoudge pastoor gebleven, die maar het liefst in een eenvoudig gesprek nauw in contact stond met de gelovigen. Dit feluk is hem niet beschoren geweest, ijn vele gaven leidden ertoe, dat de bisschop hem op 11 maart 1942 be noemde tot kanunnik van het kathe draal kapittel en op 19 april 1945 tot vicaris-generaal van het bisdom, de ken van Breda en pastoor van het Be gijnhof. Algemeen zag men in pastoor Baeten toen al de opvolger van mgr. Hopmans. Op 30 november 1945 volg de zijn benoeming tot coadjutor met recht van opvolging en op 27 decem ber consacreerde mgr. Hopmans zijn opvolger tot bisschop. Als coadjutor bestuurde mgr. Baeten mede het bisdom Breda tot 18 februari 1951, toen hij na het overlijden van zijn voorganger de zesde bisschop van Bre da werd, een bisschop die vele materiële zorgen kende, omdat de wederopbouw van verwoeste kerken nog in volle gang was en tal van nieuwe kerken moesten worden gebouwd in snel groeiende ste den en dorpen zoals Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom, Oosterhout, Etten, Gil ze en verschillende andere plaatsen. De door mgr. Hopmans begonnen wederop bouw van het klein-seminarie Ypelaar moest worden gevolgd door een uitbrei ding en vernieuwing van grote omvang. De aanpassing van de zielzorg aan de naoorlogse ontwikkelingen vergde veel van de bisschop, die de moderni sering van de klein-seminarie-opleiding als uiterst belangrijk stimuleerde en als eerste bisschop in ons land een pasto raal centrum oprichtte voor een voort durende heroriëntering van de geeste lijken in zijn bisdom op de ontwikkelin gen van de moderne zielzorg. Voor het regelmatige contact met zijn diocesanen richtte de bisschop het weekblad „On derweg" op, dat een uitstekende naam heeft. In 1956 werd het bisdom Breda, tot dan toe het kleinste bisdom, belang rijk uitgebreid door de toevoeging van de Zeeuwse eilanden van het bisdom Haarlem en het dekenaat Geertruiden- berg van het bisdom Den Bosch. Mgr. Baeten heeft zich in al die jaren doen kennen als een rustig bestuurder, een wijs man, die voor en tegen wist te overwegen en vaak pas na veel be zinning tot een besluit kwam. De bis schop van Breda schroomde geen ver nieuwing en modernisering, vooral niet in de nieuwe parochies, waar men van het begin af aan met nieuwe pa rochiepraktijken en zielzorgmethoden kon werken. Voer het bedrijfsapostolaat had mgr. Baeten veel belangstelling, zoals trou wens voor alle vormen van zielzorg in praktisch aangepaste vormen. Toch was de bisschop ook geneigd tot bedacht zame behoudzucht, om te voorkomen dat het vele goede uit het verleden ver loren zou gaan. Mgr. Baeten was als bisschop algemeen geacht en gezien, vooral door zijn eenvoud en echt men setijk medeleven. De verplichtingen van het hoge ambt moeter. hem altijd zwaar hebben gedrukt, vooral omdat hij te ver van de dage lijkse zielzorg verwijderd moest blijven. Zijn verdiensten zijn erkend door zijn benoeming tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Mgr. Baeten is ook assistent-bisschop van de pause lijke troon en huisprelaat van de paus. Men verwacht nu dat de bisschop van zijn diocesanen in een herderlijk schrij ven afscheid zal nemen en dan moge lijk nader op de motieven van zijn af treden zal ingaan. ZWOLLE, 9 sept. Tijdens de gis teren hier gehouden algemene verga dering van de Nederlandse Bond van Ambtenaren is een motie van de af deling Zeeland aangenomen. De motie dringt erop aan, een einde te maken aan de achterstand van de salariëring van de gemeenteambtenaren. Het congres heeft het ambtenarencentrum, waarbij de 7200 leden tellende bond is aange sloten, verzocht deze motie ter kennis te brengen van de minister van Bin nenlandse Zaken. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 9 sept. Tientallen Haagse huisvrouwen hebben zich giste ren bij de opening van de internationale smultentoonstelling „Spijs en Drank", die tot 17 september in de Houtrusthallen wordt gehouden, niet de tijd gegund om een slagboom die hen scheidde van de ingang volgens de regelen der kunst op te tillen. Uit puur enthousiasme ruk ten zij het hele geval van zijn voetstuk en stormden zij naar binnen. Hun haast was begrijpelijk, want de organisatoren van de tentoonstelling hadden de eerste vijfhonderd bezoekers een uitgebreid voedselpakket beloofd. Terwijl de eerstelingen hun tanden zet ten in de proefhapjes beklom het huis vrouwen orkest „De Muzikale Keuken" uit het Drentse plaatsje Ruinen het podium om zich uit te leven op alles wat er maar in een keuken te vinden is. Met een ernst, als gold het een auditie, bliezen, rammelden en sloegen zij een aantal ,,inhaak"-liedjes. Intussen trof buiten een aantal Ne derlandse koks onder de kritische blik ken van twee brandweerlieden, voorbe reidselen voor de reuzebarbecue, een Amerikaans openlucht-braadfestijn. Zak ken vol houtskool verdwenen in een gi gantisch fornuis- uit stenen opgebouwd- waarop vijfhonderd halve kippen tege lijkertijd moesten worden geroosterd. Nadat de Amerikaanse ambassadeur, mr. John S. Rice zich ervan had over tuigd dat de kippen, die per straalvlieg tuig van zijn vaderland naar Nederland waren overgebracht, net dat hadden, wat de „grillers" niet hebben, konden de driehonderd genodigden zich aan tafel begeven. Een uur later was er geen kip meer te zien. Op de tentoonstelling kauwde men zich naar het eind van de middag. De Amerikaanse ambassadeur keurt de kippen. lUllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllli Wie kon worden gemist haastte zich toen naar het Valkenbosohplein waar een pannekoekbeslag-race naar de Houtrusthallen zou starten. Hoewel de race was bedoeld voor huisvrouwen bestond het gros van de deelneem sters uit jonge meisjes. Dit had tot gevolg dat het snelwandelen-zonder- beslag-te-morsen al gauw na de start het karakter kreeg van een hardloop wedstrijd. En al deed de man in de geluidswagen nog zo zijn best de deel neemsters op de wedstrijdreglementen te wijzen, het bleef zo tot de finish. De afstand van duizend meter werd het snelst afgelegd door de veertien jarige Conny Bakker, op de voet ge volgd door Marion Veeneklaas en Mar griet Roeberzen, eveneens veertien jaar. De echte huisvrouwen, die wel hadden „snel gewandeld" namen het niet. Hun protesten gingen echter verloren in het lawaai, veroorzaakt door een drumband, die ook al niet gerekend had op hard lopen en daardoor veel te laat aan de finish verscheen. De winnaresj es gingen met respectievelijk 100, 50 en 25 gulden naar huis, en de huisvrouwen tenslotte toch tevreden met een voedselpakket. DEN HAAG, 9 sept. Ter gelegen heid van zijn 75ste verjaardag is de heer W. van den Berg Dzn. (Bruinis- se) benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Var den Berg was burgemeester van Bruinisse van 1939 tot 1951. (Advertentie) Een brochure onder bovenstaande titel wordt u op aanvraag kosteloos toegezonden. Europa reeds lang kennen. De Kerk trekt geen partij voor het westen tegen het oosten of omgekeerd. Zij komt slechts op voor de universele geestelijke gemeenschap, die be stemd is beide te omvatten. Dat dit tegenwoordig zuiverder gezien wordt dan vroeger is uitermate verheugend. Hoe meer de Kerk in haar algemeen karakter wordt erkend, hoe minder kans er bestaat, dat de huidige na tionalistische stromingen haar als een „westerse vijand" zullen be schouwen. NIJMEGEN, 8 sept. (KNP) Voor het nieuwe studiejaar 1961-1962 heb ben zich te Nijmegen in totaal 640 nieu we studenten ingeschreven. Dit bete kent een zeer belangrijke stijging ten opzichte van het vorig jaar toen het totaal 489 nieuwe studenten was. HOEK VAN HOLLAND, 9 sept. Veel sneller dan men verwachtte, gis termiddag om dertien minuten over drie, bij hoog tij, is de donderdagnacht hier gestrande Duitse kustvaarder „Le vante" weer vlotgekomen, dank zjj de gezamenlijke krachtsinspanning van de sterke zeeslepers „Schelde" en „Noord zee", nadat deze nauwelijks meer dan een half uur aan het schip hadden ge trokken. Het schip is op eigen kracht naar de werf van Wilton in Schiedam gevaren voor enige reparaties. (Advertentie) VERZEKERD KAPITAAL RUIM 1 MILJARD GULDEN HAV LEVENSVERZEKERINGEN - SCHIEDAM - TELEFOON (010) 6 93 04* - HAV LEVENSVERZEKERINGEN DEN HAAG, 9 sept. Bij ontwerp van wet stelt de minister van Verkeer en Waterstaat voor de speciale auto kentekens voor niet-ingezetenen en voor de autohandel te beperken. De kentekenbewijzen voor auto's van niet-ingezetenen (GN en BN) zullen voortaan een looptijd van een jaar, of indien afgegeven in het laatste kwar taal, een looptijd van hoogstens vijftien maanden kunnen hebben. Houders van BN- en GN-kentekens genieten vrijstel ling van diverse op auto's drukkende belastingen, op voorwaarde van uitvoer van hun voertuigen. Reeds uitgegeven GN- en BN-kentekenbewijzen zullen hun geldigheid vijftien maanden na het in werking treden van deze voorgestel de wijziging in de wegenverkeerswet verliezen. Ook wordt voorgesteld de looptijd van de sinds 1951 uitgegeven tiendui zend FH-kentekenbewijzen te beëindi gen en nieuwe FH-bewijzen aan een termijn te binden. Bestaande, meer dan vijf jaar oude FH-bewijzen zouden hün geldigheid een jaar na het tot stand komen van de wetswijziging moeten verliezen; nieuwere FH-bewijzen zou den vijf jaar na hun afgifte ongeldig moeten worden. Het voorstel wordt gedaan omdat misbruik van GN en BN-kentekens is geconstateerd evenals onrechtmatig ge bruik van FH-kentekens. Een zeer groot aantal van de laatste tekens wordt niet meer gebruikt, aldus de me morie van toelichting. DEN HAAG, 9 sept. Het stoffelijk overschot van de donderdagavond over leden minister van staat en oud-mi- nister-president prof. mr. P. S. Ger brandy zal dinsdagmiddag om twee uur op de begraafplaats „Oud Eik en Duinen" alhier ter aarde worden be steld. Minister-president De Quay heeft gistermorgen in een kabinetsverga dering en gisteravond in een door beide radiozenders Hilversum uitgezon den rede de overleden minister van staat in prijzende bewoordingen her dacht. Voor de televisie sprak gister avond dr. Drees, eveneens minister van staat en oud-minister-president, een korte rede uit ter nagedachtenis aan prof. Gerbrandy. (Van een medewerker) Ons land komt arbeidskrachten te kort. Zowel voor de economie van ons land in het algemeen als voor vele afzonderlijke ondernemers in het bijzonder is dit een vervelende situatie. Maar, laten we er rustig aan toevoegen, heel wat minder erg dan de toestand van ongeveer een kwart eeuw geleden, toen we meer dan 300.000 ar beiders te véél hadden. De ramp van de werkloosheid moet men zelf hebben ervaren om volledig te beseffen hoe zij zowel voor de individuele mens als voor de gemeenschap van funeste betekenis is. Eerst dan zal men enigszins kunnen be grijpen wat het voor mensen in andere landen moet betekenen, jaar in, jaar uit de nutteloosheid van het eigen vermo gen tot arbeid te ondervinden, machte loos te zijn om door eigen inspanning het brood te verdienen voor zich en de zijnen. Dan moet het wel verheugend zijn om op een goede dag op het aan plakbord van het arbeidsbureau het bericht te lezen, dat ergens, verweg weliswaar maar toch nog in Europa, een land is met volop werkgelegenheid, waar behoorlijke lonen zullen worden betaald, en waar men de werkloze gaar ne zal ontvangen. Misschien zijn er zelfs onder hen enigen die kennis nemen van de plechtige verklaring tussen de re geringen van bijvoorbeeld Italië en Ne derland, waarin wordt gezegd dat beide volden verlangen de tussen hen bestaande vriendschapsbanden in over eenstemming met de geest van Euro- Advertentie) Er Is een schromelijk tekort aan leraren. Wij raden U aan z.s.m. te gaan studeren voor Engels, Duits, Frans off Ned. M.O.A. Ook de studie voor Wiskunde L.O. of M.O.A. is momenteel zeer lucratief. Vraagt p.o. een prospectus met proefles aan bij: (Nederlands Talencentrum) - Tel. 45432 Foor ouderen, die vroeger in Utrecht en Gouda voor al, maar ook op an dere plaatsen vaak Zanguitvoeringen bezochten, heeft de naam Jos. Reekers een bekende klank. Velen hebben van de door hem gecom poneerde liederen, zowel religieuze als profane, genoten. Hier en daar wor den zijn volksliede ren en humoristi sche stukjes, zoals „De Vink" en „Ma trozenlied", die des tijds op menig pen sionaat en in vele zangklassen hebben geklonken, beslist nog wel gehoord. Hij heeft heel wat kinderliedjes ge componeerd en voelde zich altijd bijzonder aange trokken tot muziek met een sterk hu moristisch element. In dit genre heeft hij ook heel wat ge creëerd voor vrou wen- en mannenko ren. In Utrecht be stond destijds een mannenkwartet, dat bij voorkeur derge lijk werk uitvoerde en dank zij de orga nist en pianist Jos. vriie^ii'd^vulde met componeren, over een behoorlijk repertoire beschikte. Onder de toepasselijke naam H.U.M. (Humoristisch Utrechts Mannenkwar tet) hébben deze mannen, die stuk voor stuk door hun flink postuur druk maakten, heel wat succes geoogst. De heer Reekers, die zondag zijn 80ste verjaardag hoopt te bereiken, haalt deze herinneringen op, als wij hem bezoeken in het huis aan de Oude gracht, waar hij een kamer bewoont. Hij is heel zijn leven vrijgezel gebleven en prijst zich gelukkig, dat hij hier zo'n goede verzorging geniet. Alleen moppert hij op zijn hospita, als zij zijn kamer heeft 9P9eru*™d-,f a7} weet hij de weg niet zo gauw meer in de stapels muziekboeken, die hij om "UBepaalde data willen hem nog moeilijk te binnen schieten. Om evene menten uit zijn loopbaan naar voren te halen, duikt hij ineen boek met programma's, die hij zelf keurig heeft ingebonden. Hij bladert dan maar wat rustig voor zich heen en onze blik valt op een door hem tn 1912 ge componeerde operette „Door de glazen gaat het niet?waarvan de tekst geschreven werd door de journalist, wijlen Willem Galesloot, die destijds dirigent was van het zangkoor van de St. Jozefkerk aan de Draaiweg in Utrecht. De heer Reekers was daar in 1908 benoemd tot organist, hetgeen hij tot 1925 is gebleven, om dan in de St. Augustinuskerk, waar hij nu vlak naast woont, de eredienst met zijn orgelspel op te luisteren. Zes jaar geleden heeft hij daar zijn funktie moeten neerleggen, want 50 treden op te klim men, werd hem toen te zwaar. Ten tijde, dat J. A. H. Wagenaar in Utrecht stadsbeiaardier was, ging hij met hem vaak de Domtoren op om de kunst van het bespelen van het carillon af te kijken en na enige oefening wist hij zich tot een behoorlijk klokkenist te ontwikkelen. Hij heeft later menig carillon-concert van de Domtoren en uit de Klaaskerk gegeven. Hij componeerde ook voor de beiaard en bekend van hem is een Menuet, dat Wagenaar ten doop heeft gehouden. Als de naam Wagenaar klinkt, moet de heer Reekers zijn be wondering uiten voor dr. Johan Wagenaar, die hij een groot componist noemt, van wie hij veel heeft geleerd. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij in zijn geboortestad Gouda van Spaanderman, de organist van de St. Jans- kerk en van Willem Kerper. Toen was hij reeds 21 jaar en voor die tijd werkte de heer Reekers in de bouwvakken. Hij heeft er nooit spijt van gehad duimstok en hamer in de steek te hebben gelaten. „De heb een mooi leven gehad, al was het pad wel eens doornig", merkte hij op. Nog houdt de muziek hem de gehele dag bezig. Zodra hij uit de H. Mis van 9 uur komt, die hij iedere morgen trouw bijwoont, gaat hij achter de piano zitten, grijpt naar de luit, een ander hem dierbaar muziekinstrument, waarvoor hij veel liederen heeft bewerkt, of bestudeert een oud hand schrift over muziek. „Het is jammer, dat ik zo gauw moe word, want de spieren in mijn handen zijn niet meer al te best" De heer Reekers leeft tegenwoordig vrij eenzaam, zonder dat het hem deert, want de muziek houdt hem gelukkig. Vergeten doen ze hem echter niet, want op de tafel prijkte nu reeds een bloemstuk van een oud-leerlinge. pese solidariteit te versterken, dat zij beogen de volledige werkgelegenheid en een betere aanwending van de eco nomische hulpbronnen te bewerkstelli gen. Waarschijnlijk zullen deze dure woorden de werkloze arbeider uit Zuid- Italië en de aan zeer lage lonen gewen de vakman uit Spanje maar matig in teresseren. Maar: er is kans op een re delijk bestaan: eindelijk. Vooruit, er op af. En dan staan ze op een gegeven mo ment in een vreemd land temidden van mensen die zelfs geen woord van hun taal verstaan. Zeker, er is een typogra fisch goed verzorgde brochure uitgege ven door de samenwerkende werkge versverenigingen, waarin kostbare tips worden gegeven. Er staat zelfs op pag. 7, waar de aankomst wordt besproken: „Het is natuurlijk bijzonder aardig wan neer daarbij iemand van het bedrijf aanwezig is die Italiaans spreekt". Dient dat „bijzonder aardig" niet ver- vangen te worden door „het is ver plicht?" We hebben hier immers niet te doen met een normale emigratie van Italianen naar Nederland. Dan zou men de aspirant-emigrant kunnen zeggen, zoals wij dat doen tegen Nederlanders die naar Australië wensen te vertrek ken: ga er vooral niet heen vóór u de taal van het tand verstaat, wamt amders is uw emigratie bij voorbaat gedoemd te mislukken. De brochure vertelt voorts dat er zulke goede resultaten zijn be reikt met het geven van taalcursussen. Het kan zijn dat zulks het geval was en is in gebieden waar men vanouds gewend is immigranten te ontvangen, zoals in Zuid-Limburg, maar onze infor maties in Twente hebben ons duidelijk gemaakt dat er in dat opzicht door het bedrijfsleven daar al bijzonder weinig gebeurt. Nu willen we natuurlijk niet zeggen dat daar de uitsluitende bron van de moeilijkheden ligt welke zicii in de afgelopen week, met name in Twente hebben voorgedaan. Maar dat het een van de voornaamste is, staat buiten kijf. Het ligt toch zo voor de hand dat mensen, die in het land van herkomst uitsluitend zijn geselecteerd op lichamelijke geschiktheid, in het ont vangende tand iets meer behoeven dan een werkplaats en een kosthuis. Officieel bemoeien zich met de sociale zorg van de migranten twee departementen, tw. Sociale Zaken en Maatschappelijk Werk. Sociale Zaken beperkt de sociale aandacht tot de arbeidstedhnische vraag stukken, zoals tewerkstelling, huisves ting, sociale uitkeringen enz. Maat schappelijk Werk heeft haar taak, het kan moeilijk anders, voornamelijk ge delegeerd aan de gemeentelijke instan ties. Bij elk arbeidsbureau dat met deze zaak te maken heeft is een adviescom missie, waarin zitting hebben vertegen woordigers van werkgevers en werkne mers, met zo mogelflk een tolk. Het lijkt dus alsof van officiële zijde gedaan is wat mogelijk was om de mi gratie zo vlot mogelijk te laten verlopen. Maar wij vragen ons af, of de commis sies voor hun taak berekend zijn en of ze zelfs wel een goede taakopvatting hebben. Het gaat immers om ménsen die zeer eenzaam aankomen en er nor maal behoefte aan hebben met andere mensen in contact te treden. In dat op zicht gebeurt beslist te weinig. De berichten in de pers van de afge lopen week hebben ons aanvankelijk ge schokt, omdat zij de indruk wekten, dat met name in een bepaalde afdeling van de Katholieke Arbeidersbeweging te wei nig begrip zou bestaan voor de positie van deze migranten. Goddank is dit be richt onjuist gebleken. Aanvankelijk heeft men inderdaad de buitenlandse werknemers normaal in het gebouw toe gelaten. Maar wat konden deze mensen aan de Italianen en Spanjaarden meer bieden dan wat ruimte om zich te ont spannen? Er moet bij de Nederlanders ook be grip komen voor de moeilijke positie van de buitenlanders. We hebben hier n.L niet te doen met een voorbijgaand verschijnsel, maar met een uitvloeisel van de E.E.G.-overeenkomst. Het !i niet zo, dat bij een teruggaande conjunc tuur de buitenlandse arbeidskrachten en met name de Italianen zonder meer aan de dijk kunnen worden gezet. Hoogstens kan men dat met de Spanjaarden, om dat Spanje geen deel uitmaakt van de EE. G .-partners. We spreken veel over Europese integratie. Daarbij is toch wél een eerste vereiste, dat we Euro pees leren denken en als we an dere Europeanen om economische re denen in ons arbeidsproces toelaten, dan zullen we hen ook in onze volksgemeen schap welkom moeten heten. We hebben hier te doen met een beginmoeilijkheid, dus is er weinig reden om naar welke kant dan ook verwijten te gaan richten. Hoogstens hebben we een les te trekken uit het gebeurde, maar die les dan ook zeer snel in praktijk te brengen. Het wil ons voorkomen, dat met name nauwe samenwerking met de werkge. versorganisaties hier een bijzondere taak heeft. Als regel zijn de Italiaanse arbeiders van huis uit katholiek. Men is met de verzorging van deze mensen ook niet klaar, wanneer, zoals thans reeds gebeurt, een bedrag ter beschik king wordt gesteld aan een of andere bedrijf sa almoezexüer. De vorenbedoelde commissies van de gewestelijke ar beidsbureaus zouden zich uit werkge vers- en werknemerskringen medewer kers moeten aantrekken, die voor een geleidelijke aanpassing van de Italianen m ons volkswezen allerlei middelen kun nen toepassen. In België, waar de aanwezigheid van Italianen en andere buitenlanders veel omvangrijker is dan hier, bestaan zelfs een aantal nationale diensten. Nu het nog slechts gaat om enkele duizenden mensen behoeven we zover niet te gaan. Maar elk mens verdient menselijke aan dacht. UTRECHT, 9 september Mejuf frouw dr. J. K. Oudendijk is benoemd tot lector in de faculteit der rechtsge leerdheid aan de rijksuniversiteit al hier om onderwijs te geven in de vol kenrechtsgeschiedenis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 5