DE iffe
m
HAAR TIJD
Werkende
echtgenote
voor
van
zelfsprekend
1
D
Pan voor alles
Instructieve shows
Er zijn altijd
uitschieters
in de mode
Schoenen
Neus aarzelt
GOED
GEKLEED
GAAN
Minder belasting
Noorse stations
restaurantjes
zijn oergezellig
r
voor de winter
nylons
Ook Italië heeft nu
vrouwelijke politie
DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1961
Het vliegtuig waarmee we
vier uur geleden in Neder
land zijn opgestegen, nadert
Oslo en omdat het al avond is,
komt de Noorse stewardess die
aan boord is op ons toe en vraagt
of we onderdak voor de nacht
hebben. Nee, het hotel dat we
hadden aangeschreven heeft ge
antwoord dat het vol was. „Dan
zal ik radiografisch om plaats
vragen", zegt ze. De vriendelijk
heid van de Noren komt je al tege
moet nog voordat je voet aan land
hebt gezet. Als je er een paar jaar
niet geweest bent, dan ben je dat
een beetje vergeten en dan treft
die buitengewone bereidwilligheid
je sterker naarmate het leven
elders in Europa verzakelijkt en
door de haast en de organisatie
steeds minder gewoon menselijk
wordt. Je bent óók vergeten hoe
hardnekkig het in Noorwegen
naar vis ruikt. Elk land heeft zijn
eigen typische geur, die je bij
terugkeer herkent met vreugde.
Wat het ook is!
begint met
I
De trein wordt kraakzindelijk gehouden
AIs de afstap te hoog is, brengt de
conducteur een bankje.
n» - mms
■m
L.- M
mIt
\joor de gehuwde vrouw die werkt
is er by de miljoenennota een be
lastingverlaging in uitzicht ge
steld, per 1 januari 1962. De re
gering is dus gezwicht voor de aan
drang, die is uitgeoefend door degenen,
die de situatie onhoudbaar achten. Veel
nuttig werk dat getrouwde vrouwen
buiten haar gezin zouden kunnen doen,
wordt namelijk niet gedaan omdat voor
de belasting liet inkomen van man en
vrouw voor de aanslag by elkaar wordt
geteld en daarover de inkomstenbelas
ting progressief wordt aangeslagen, wat
onredelijk hoog kan zijn. Dat gaat nu
dus veranderen, de belastingdruk voor
werkende echtparen zal minder worden.
Het zal voor menige getrouwde vrouw
het sein zyn om werk op zich te ne
men dat ze voorby heeft laten gaan
omdat ze ,,er niets van over hield".
Degenen die er voor geijverd hebben
omdat ze scherp de noodzaak zien van
de inbreng die ook de getrouwde vrouw
te bieden heeft, als ook degenen die het
persoonlijk aangaat, zyn biy dat een
eerste stap gezet is. Maar wie er zich
niet mee kunnen verzoenen, dat de ge
trouwde vrouw nog ander werk doet dan
wat het gezin haar biedt, omdat ze vin
den dat de gehuwde vrouw nu een
maal thuis hoort, zullen zich misschien
bezorgd afvragen, of dit het buitenshuis
werken door de huisvrouw, die het al
leen om het financiële gewin doet, niet
sterk in de hand gaat werken. Dat zit
er natuuriyk in. Als men het gazon be
sproeit. krijgt het onkruid dat men er
met wil, óók water. Daar is niets aan
te doen. Maar daarom onthoudt men
het gras het nat niet.
Het staan voor de klas, het halve da
gen werken op een administratie of in
de industrie, het schoonmaken van
steeds meer kantoren door vrouwen die
ook een gezin hebben, en nog zoveel
andere vormen van werk dat getrouw
de vrouwen doen, is een gegeven, dat
men niet meer uit de weg kan gaan in
de §a,menleving van 1961, die een
enorm 'tekort heeft aan vrouwelijke ar
beidskrachten en bovendien zich in de
vreemde en ongekende situatie bevindt
van een toenemend vrouwen-tekort.
Nog steeds zyn er zeer ontwikkelde
lieden, die, als je daarmee aan komt,
zeggen: hè, dat heb ik nog nooit ge
hoord. Hoe kan dat? Het Kan omdat
de perfectie van de gezondheidszorg al
le pasgeborenen de kans geeft in leven
te blijven. Er worden méér jongens ge
boren dan meisjes, maar er stierven
naar verhouding meer babyjongens, die
op de grens van het leven zwakker zijn
dan meisjes. Nu hebben ze gelijke le
venskansen zodat er meer mannen op
groeien dan vrouwen.
Dat betekent dat de meisjes vroeger
trouwen, de periode waarin ze werken,
of dat een sociaal beroep is of de indus
trie, wordt korter, er komen meer en
meer open plaatsen. Van alle kanten
wordt er een dringend beroep gedaan
op de vrouw om te komen werken. Men
sla er de advertentiepagina's van de
dag- en weekbladen maar op na. De
aanbiedingen voor parttime werk, dus
een halve dagtaak, nemen van week tot
week toe.
In de deelname aan het produktiepro-
ces louter en alleen om de verdienste,
die wordt opgemaakt aan materieel ge-
zinscomfort, zit natuuriyk het gevaar
van de steeds hoger opgeschroefde ge
wenning aan luxe, mogelijk gemaakt
door de arbeid van de vrouw. Maar zo
als gezegd, het onkruid wordt nu een
maal mee besproeid als men het ga
zon bespuit. En er zijn zoveel méér re
denen waarom een getrouwde vrouw
werkt. Het is een zeer complex gege
ven en het is een heel gevoelig pro
bleem geworden, dat by discussie al
gauw in de emotionele sfeer wordt ge
trokken. Toch is het werken door de
vrouw zo oud als de weg naar Rome.
Het gezinsleven heeft langer bestaan
dan sinds de vorige eeuw, die we veel
te veel als vergeiykingsmatenaal ge
bruiken. En over de vrouw van de mid
denstander, die uit vermoeidheid de
kinderen afsnauwt als ze wat komen
vragen omdat ze in de winkel druk be
zig is, wordt zelden gezegd, dat ook dat
de gezinssfeer niet bevordert. En op de
boerderij?
De moeder die niet thuis is, werd al
bezongen toen we nog zo simplistisch
leefden, zonder psychologie en zonder
sociologie, dat dat helemaal geen pro
bleem was. Het staat in de „Rijmpjes
by Zwartjes" en we werden er aan her
innerd in het maandblad ,,Ons gezin":
Zagen, zagen, wiede-wiede-wagen,
Jan kwam thuis om een boterham te
vragen.
Moeder was niet thuis, vader was
niet thuis,
Piep, zei de muis in het voorhuis!
„Over het probleem van de moeders
met kinderen die werken zouden wy
(katholieken) iets geschakeerder moe
ten denken," zegt mevrouw A. Padt-
Jansen in twee voortreffelijke en uiterst
evenwichtige artikelen in de Bazuin
van resp. 2 en 9 september j.I. die het
onderwerp van de werkende getrouw
de vrouw uitvoerig behandelen. Met zo
veel achtergrond, objectiviteit en visie
op het nieuwe t'jdperk, dat de werkende
mens is ingegaan sinds de industriali
satie, hebben wij de kwestie nog niet
behandeld gevonden. Zy wijst er onder
meer op, dat een welvaartstaat als
Waarin wü nu leven, niet slechts luxe
en vermateralisering betekent, zoals
zovelen denken. Maar dat een byzon-
der belangrijk aspect van de welvaart
staat de ontwikkeling van do sociale
diensten is.
„Dat houdt in dat de gemeenschap
de zorg mede op zich neemt voor de
jeugd, de zieken, de ouden van dagen,
de gehandicapten in geestelijk en licha
melijk opzicht, de ontspoorden en de
Werklozen. Dit alles brengt sociaal
Werk mee, intensivering en verlenging
van onderwijs en opleiding, verpleging,
enz. alsmede een omvangrijke adminis
tratief apparaat. Er is een direct ver
band tussen de ontwikkeling van socia
le diensten en de inschakeling van
vrouwen." En zy vervolgt: „Het schep
pen van werkgelegenheid voor onze
sterk groeiende bevolking dwingt ons
land tot verdere industrialisering. Daar
VRIENDELIJKE OMGANG is
de NOREN
De bus die het handjevol passagiers
van het vliegveld Fomebu naar de
stad zal rijden wacht geduldig tot een
employé van de vlieghaven het inder
daad voor ons met een hotel gefixed
heeft. Alles zit vol, het is de tyd van
de congressen, maar een gloednieuwe
soort volkshogeschool aan de fjordrand
van Oslo, van de „Baptisten", de sek
te der Wederdopers neemt in de zomer
maanden ook logeergasten. Het is er
voortreffelijk, onbegrijpelijk goedkoop
- trouwens Noorwegen is niet duur - en
kraakhelder en men maakt meteen ken
nis met de aantrekkeiykheid van de
zeer verzorgd toegepaste Scandina
vische binnenhuisstijl in het land zelf.
In Noorwegen wordt er ook gewel
dig gemoderniseerd sinds de oorlog,
het beleeft ook een tyd van welvaart,
en men heeft de indruk, dat by voor
beeld by de veelvuldig toegepaste
zelfbediening in de restaurants, van
klein tot groot, Amerika nogal eens
tot voorbeeld dient. Maar met
Noorse, dat is: vriendelijke en
huiselijke inslag. Er wonen heel
veel geëmigreerde Noren in Amerika
die, als ze hun geld verdiend hebben,
hun oude dag wee? op de beminde
geboortegrond komen slijten. Onge
twijfeld brengen ze hun invloed mee.
Maar wat de Noren nooit prijs geven,
dat is: het gewone daagse leven voor
zichzelf en voor elkaar in alle een
voud, zonder omhaal, zo plezierig mo
gelijk te maken. Daarom blijven ze
zo menselijk en onderling zo vriende-
ïyk. By de jachtige streef-rage van de
moderne tyd vergeten ze nooit dat
een mens op de eerste plaats de tyd
heeft gekregen om te leven.
Toen we met de vroege ochtendtrein
uit Oslo zouden vertrekken, een goede
halve dagreis noordwaarts, hadden we
aan het station ruim de tyd. De kruier
stond geduldig by onze bagage. „Gaat
u maar een kopje koffie drinken", zei
hy, „ik loop wel mee met'de koffers en
wacht tot u klaar bent"! In zo'n land
kom je, gewend aan het Amsterdamse
haastleven bij het C.S. in het toeristen-
hoogseizoen, bij. Maar het is ook even
tjes een heel verschil of je met zijn
drie honderd en dertigen op een vier
kante kilometer woont zoals by ons of
met zijn zevenen zoals in Noorwegen.
Een Noorse treinreis, die je op weg
brengt naar een veelbelovende berg
streek, is een plezier op zichzelf. En vol
variatie. Je rydt door een boeiend,
soms adembenemend woest landschap,
als de spoorbaan is uitgehakt of met
dynamiet uitgesprongen in de rotsen.
Het ontbyt in de restauratiewagen is
voortreffelyk, de sfeer heel gemoedelijk.
Advertentie)
is ook vrouwenwerk mee gemoeid, zo
als overal waar netheid, zorgvuldigheid
en nauwkeurigheid vereist wordt."
Sprekend over de werving van ar
beidskrachten, die zich richt tot de ge
trouwde vrouw omdat de ongetrouwden
onmogeiyk alle plaatsen kunnen inne
men, vraagt zy zich af, of „alle belan
gen wel voldoende tegen elkaar afge
wogen worden, door diegenen, die zon
der meer willen stellen dat de vrouw
thuis hoort."
De kwestie staat niet op zichzelf. Het
is een tak aan een boom die volop in
groei is. Domweg afsnoeien zou de ont
wikkeling toch niet tegenhouden. Dat
heeft de regering ook blijkbaar bewo
gen tot belastingverlaging over te gaan
de trein om verder het binnenland in
te trekken met rugzak en vishengels, in
glimmende fel blauwe, gele of rode olie-
jassen en zuidwesters. Kleuren die de
regen tarten.
Wat je, al reizend en trekkend, goed
ervaart, is de Noorse eerlijkheid. Je kunt
je bagage urenlang gewoon ergens la
ten staan zonder er naar te kijken en
als je by het verwisselen van autobus,
waar een paar uur speling tussen is, de
rugzakken onbeheerd laat, en ze staan
in de weg, dan bergt een beambte die
zo lang wel voor je op. Een fooi wil
hy er niet voor hebben. Nee, niet alleen
voor de toeristen waar ze overigens
steeds meer op ingesteld raken zyn
ze zo attent. Die vorm van leven is
hun ingeboren. Ook daarom is het zo
verkwikkend een paar weken in die sfeer
te leven, afgezien van wat het als uniek
vakantieland te bieden heeft. Daarover
schreven wy de vorige week op deze
pagina.
A. Bgl.
.7
De capuchon zit vast aan het zwarte jersey bloesje. Uit de collectie Leeser.
Alles kan. Je kunt uitvoerig ontbijten,
alleen koffie drinken of alleen een glas
bier, of enkel maar binnenlopen om een
flesje verfrissing te kopen. Er is niets
geen haast. Wie zich voor een maaltyd
tn de trein heeft opgegeven, is voorzien
van een nummertje en als een stel men
sen klaar is en de restauratie verlaat,
wordt door de trein-microfoon omgeroe
pen dat de volgende nummers welkom
zyn.
Zonder er enige ophef van te ma
ken, zijn de Noren reusachtig prak
tisch. Wie in de trein naar het toilet
wil, hoeft zich niet af te vragen of
het misschien bezet is. Er gaat in de
couloir of in het doorlopende rijtuig
een rood lichtje aan als dat het geval
is. Groen betekent vry. Zo'n Noorse
trein heeft iets oergezelligs. Misschien
omdat reizen er van oudsher, in die
ontoegankelijke natuur, een onderne
ming is geweest en de betrekkelijk
weinige treinen, die het land van zuid
naar noord en van west naar oost be
rijden, daar lange dag-(soms dag en
nacht)-trajecten aan hebben. In elk
rytuig is een aparte bergruimte voor
bagage en rugzakken, in de corridor
hangt een grote spiegel en er is altijd
een karaf met, drinkwater en een tros
kartonnen bekertjes, waarvan je er
telkens een, stofvrij, lostrekt. Er staat
in elke corridor een enorme prullen
mand en tot verrassing van de vreem-
deling komt er een vrouw in blauw
katoen met witte hoofddoek omge
knoopt, binnen, met, een emmer met
sop. groet vriendelijk „godmorn" en
begint met een natte doek de hele
coupee grondig schoon te maken. Het
interieur van de trein is dan ook even
kraakhelder als ieder ander Noors
huis van binnen en van buiten is. Men
trekke hieruit niet de conclusie, dat
het in Noorwegen makkelijk is om
huishoudelijke hulp te krijgen, want
dat is er net zo moeilijk als overal!
Als de trein gaat stoppen wordt in de
treinmicrofoon de naam afgeroepen van
het stationnetje en of er rechts of links
wordt uitgestapt. Veel lange-afstand
trajecten hebben namelijk enkel spoor
(en vraag niet wat dat dikwijls voor knap
ingenieurswerk is en hoe uitgekiend de
voorziening is om 's winters de sneeuw-
lawines weg te houden) en men kan
dan niet dadelijk zien, waar de uitstap
is. Want zo'n station is dikwyls niet
meer dan een witgeschilderd houten
huisje onder berkebomen. Als de afstap
te hoog is, wat nogal eens gebeurt, dan
komt de conducteur aandragen met een
bankje dat hy onder de treeplank zet.
Wij hier, gewend aan onze Nederlandse
mierenhoop, kunher ons zo'n enorm
land, waar hier en daar ook eens een
handjevol mensen woont de bevolking
is maar drie en een half miljoen nau
welijks voorstellen. Een zwarte stip op
de kaart van Noorweven is ook wel
eens alleen maar een wintersport- of
zomerhotel.
Maar als het station ook maar by
een enigszins grotere plaats hoort is
er een allergezelligste restauratie by.
En als is omgeroepen dat de trein tien
minuten wacht, stapt iedereen, die
honger of dorst heeft, uit en gaat wat
smörbröd uitzoeken, smakelijk klaarge
maakte boterhammetjes, die, keurig on
der glas, op een ry liggen te wachten:
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiMmimiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiii
Ziekenkostjes, een uitgaafje van het
Voorlichtingsbureau voor de Voeding,
Den Haag. Negende herziene druk.
at een negende druk nodig was
van een brochuurtje over zieken-
voeding, bewijst. dat er belang
stelling voor is. Op beknopte wijze
vindt men in vijftien pagina's allerlei
tips voor het samenstellen, klaarmaken
en opdienen van spijs en drank voor een
zieke, met enkele recepten van lichte
A. Bgl. kostjes.
met schyfjes hard ei en tomaat, met
zalm en mayonnaise en een toefje pe
terselie of met ham en een versierinkje
van komkommers en augurk. De smör
bröd zijn de verzorgde Scandinavische
„vormgeving" tot in het culinaire. En
natuuriyk wordt er eindeloos koffie ge
dronken. De Noren zijn verknocht aan
hun koffie als de Engelsen aan hun thee.
Het is byna een ritueel. Ook aan de sta
tions wordt de voortreffelijke koffie ge
schonken uit het doodgewone keteltje,
waarin hy wordt „gekookt" op de be
proefde, oude boerenmanier. De Noren
zouden de Fransen, die de naam hebben
zulke meesters van de keuken te zyn,
eens moeten leren om koffie te maken.
Pierre Daninos. die in zyn humoristische
kritiek op het Franse leven, „Les car
nets du Major Thompson", precies zegt
wat hii denkt van die beroemde Franse
filter-koffie, zal dat zeker met mij eens
zyn. Er reizen heel veel Fransen 's zo
mers in Noorwegen, dus wie weet.
Het is ongelofelijk wat je in zo'n ge
noeglijke Noorse restauratie allemaal
in korte tijd eten kunt. Met niet méér
bediening dan drie of vier vriendelijke
helpsters in schone witte schorten ach
ter het buffet. Geen koffiemachine,
geen rinkelende kassa, geen obers
in zwarte jas, het gaat allemaal dood
gewoon en ongecompliceerd. Alles
staat ordelijk klaar. Keteltjes koffie,
theezakjes, kokend water, kannen melk
met glazen, rijen smörbröd, een kom
vol „römmegröt, een soort pap, waar
de Noren dol op zyn en een pan met
„lapskaus" een stoofschotel met vlees,
uien en aardappelen. Ret is allemaal
vers, warm, schoon, verzorgd, precies
zoals mensen die eenvoudig en onge
dwongen leven, het willen. Het wordt
vriendelijk verstrekt en het kost wei
nig. Je betaalt meteen, neemt zelf ser
vetjes en bestek en zet je neer aan een
van de schone tafeltjes met formyca
blad. Ook de entourage is allervrien
delijkst. In geen stationsrestauratie ter
wereld, geloven wy, ziet men weel
deriger planten dan in de Noorse, Hele
rozenstruikjes, dik in de bloei, staan
in de vensterbank, weelderige paarse
bougainville en vlammende grootbloe-
mige begonia's. Ook de hibiscus is
hier in de mode. Maar hoe bloeit die
hier in het heldere licht van de einde
loos lange zomerdag. Hier leer je,
als je het niet wist, dat licht eten en
drinken is voor een plant. Buiten op
de perronnetjes staan bakken met
azuren lobelia en dikke trossen rose
geraniums en petunia's met zulke
grota felgekleurde kelken als we ze
zelfs in Italië nooit hebben gezien.
Maar de zon, als die er is, en dan
heel intens, koestert Ce bloemen van
's ochtends vroeg tot 's avonds laat,
veel langer dan in het zuiden van
Europa.
De Noren zijn dol op bloemen en op
kleuren en ze zyn echt niet zo somber
als de naam die ze door de literatuur
gekregen hebben. Deze zomer die bepaald
niet uitblonk door warmte (hoewel veel
beter dan hier) hebben we geen Noor
of Noorse gezien die zich een ogenblik
door de regen terneer liet slaan. Even
onbewogen en bedaard stapten ze uit
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiiniiiiiiiiiiiuiiiiiuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiNiiiit
Asymmetrisch vastgeknoopt op de rug.
Een manteljapon uit de collectie Haring.
De nauw het hoofd omsluitende ca
puchon doet het weer. De collectie
van Dior wemelt ervan en bij Dior
put ledereen inspiratie. Op de foto
draagt de mannequin deze hoofdverwar
ming by een pakje dat de firma Leeser,
Amsterdam op de show liet zien. De
„cagoule" zoals de Fransen dit kapje
noemen, zit vast aan het zwarte jersey
truitje dat op de pied de poule rok
wordt gedragen. De rok heeft ingehaal
de ruimte van achteren en wordt van vo
ren trechterwyd door de afgeschuinde
banen. Bij zo'n rokje past geen lang
jasje. De jasjes zyn dus kort en zo houdt
de mode ons altijd bezig.
Om op de hoogte te blijven heeft het
zien van een goede modeshow voor de
vrouw dan ook wel degelijk nut. Soort
gelijk nut als een auto-expositie met
nieuwe modellen voor autorijders heeft.
Maar een modeshow moet redelijk blij
ven en niet zoveel „show" worden dat de
instructie, die er aan vast zit, verdwijnt.
Zo is er byvoorbeeld in Chelsea, de ar-
tistenwyk van Londen, een show ge
weest voor de avantgarde der artisten,
van excentrieke ontwerpen door Mary
Quant. Zy en haar man hebben ieder een
modezaakje, waar ze heel vooruitstre
vende kleren verkopen. De show ging
als volgt, volgens het persbureau Upi.
„Doodsbleke mannequins met bui
tenissige kapsels, kropen, sprongen of
renden een trap op en af die zich in
een hoek van een propvolle salon be
vond, om de ontwerpen te laten zien.
Iedere mannequin trok hierbij gezich
ten die het publiek aan het lachen
moesten brengen. De achtergrondsmu-
ziek werd gevormd door moderne jazz.
Vele modellen hadden rol- of polo
kragen. De rokzoom liet vaak een goed
stuk van de knie zien, de taillelyn
speelde een zeer ondergeschikte rol.
Haar cowboy-stijl, deze zomer reeds
gelanceerd, bestond uit nauwe panta
lons met ceintuurs op de heup waar
over heen korte jasjes werden gedra
gen en cowboylaarzen".
Maar zo'n show is niet au sérieux te
nemen als voorlichting over de nieuwe
seizoensmode. Een oriënterende show
wat dat betreft was die van het Hilver-
sums modehuis Haring in Kasteel de
Hooge Vuursche, altyd min of meer een
Goois evenement. Er zaten twee Deense
echtparen op de eerste ry, Gooi-toeris-
ten, die het ene model na net andere fo
tografeerden. Deense modellen waren er
echter niet bij, al was byna alles af
komstig van de Europese top-confectie,
België, Duitsland, Engeland, Zweden.
Ongeveer alle nieuwe-snufjes, die de Pa-
rijse ontwerpers bedacht hebben voor
de wintermode, passeerden de revue: de
cape-effecten van Nina Ricci, zelfs de
half cape, half mantel (moeilijk om aan
de cape-kant gearmd te lopen) en de
spectaculaire korte bolero van Dior, die
de lijn van de losse rug geeft.
Herfstpakjes toonden al de verfijnin
gen die de wintermode rijk is en die
door de couture-confectie steeds meer
benaderd worden. Een plooirok is niet
meer zo maar gewoon een geplooide rok
maar een creatie, die mathematisch uit
gewogen slankheid handhaaft ondanks
beweeglijkheid. Op ingenieuze wijze is
de rechte toch beweeglijke rok verwe
zenlijkt bij een grijs jersey pakje door
er drie diepe splitten In aan te brengen,
die als versiering fraai zijn doorgestikt.
Veel bontgarnering wordt geboden,
waarbij het strelende zachte bever,
dat byvoorbeeld op een mantelpak als
lang doorlopende shawlkraag aan
duidt dat de voering ook van bever is.
Pakjes in Cardin-imitatie waren ver
tegenwoordigd met de breed gestikte
pijlpunt in het voorpand en Cardin-
mantels die echter niet voor iedereen
geschikt zyn, want ze hebben iets van
een kinderjasje. Zal het laken voor
deze winter met geestdrift ontvangen
worden? Het is gloedvol materiaal
maar het vraagt een beetje zorg in het
dragen. De cocktail- en avondmodellen
gaven een beeld van de zwier, de
glans met pailletten en de gloed van
goudbrokaat, die de luxe avondmode
voor winter 1962 In petto heeft.
De mode als draagbare interpretatie
wii echter niet alleen zeggen, dat men
imiteert, maar ook dat men zelf com
bineert. Dan doet de eigen persoonlijk
heid ook een duit in het zakje. Op dat
Deze elektrische ,,toverpan kan-voor van alles worden gebruikt. Voor het
koken van aardappelen en groenten, het braden van biefstuk en kip of
het bakken van cake. Met een thermostaat kan men zelf de hitte regelen.
De steel geeft aan hoeveel dat is voor de verschillende zaken, die men er in
klaar maakt. Die steel heeft nog iets, er zit een uitklapbaar pootje in om de
pan wat schuin te zetten, zodat het vet kan afvloeien. Dat maakt het moge
lijk tegelijkertijd bijvoorbeeld kip met weinig vet en aardappelen met veel
vet te bakken. Direct daarna kan men er uitjes in fruiten, want het metaal
neemt geen reuk aan. In het deksel zit een ventilator-opening. Bij het afwas
sen van de pan kan de thermostaat er af genomen worden. Dit apparaat is
van General Electric M.S.A. en kost zoveel als een eenvoudige nieuwe
winterjas.
ROME, sept.
Het eerste vrouwelijke politiekorps
heeft onlangs zijn intrede gedaan
in het Italiaanse leven. Van de
vijfenzeventig ongehuwde vrou
wen. die een cursus hebben gevolgd aan
de Romeinse politieschool, zijn er zestig
bevorderd tot vice-inspectrice. De voor
waarde tot volgen van de cursus was,
dat de kandidaten ongehuwd waren. In
de loop van het jaar zijn er echter al
drie getrouwd en andere twintig hebben
het voornemen haar voorbeeld ie vol
gen. Het idee van een levensgezellin met
een revolver en een diploma judo in
haar zak. schijnt de Italiaanse heren niet
af te schrikken. En toch menen wy dat,
wanneer de vrouwelijke politie-agent in
het stadsbeeld zou verschynen. zij het
mikpunt zou worden van laag bij de
grondse opmerkingen en flauwe scherts.
De pas afgestudeerden zullen dan ook
vooreerst worden aangesteld als vice-
inspectrices in opvoedingsgestichten en
tehuizen voor Verwaarloosde kinderen.
Zy bekleden daar dus een functie die
ongeveer gelijk staat met die van sociaal
werkster. Na deze proeftijd zullen zy
zich gaan bemoeien met de criminele
jeugd.
gebied viel er iets te leren op de show
van Maison Leeser, Amsterdam. Daar
paradeerde allereerst een keur van
pakjes, 2 en 3 pièces, in jersey met
suède. Wat een gamma van kleuren!
Achtereenvolgens verschenen groen,
bruin, beige, anthraciet, mosterd, zwart,
het hield niet op. Geen wonder dat we
veeleisend worden als er zoveel moge
lijkheden zijn van precies identieke tin
ten in leer en stof. De hoeden of baret
ten pasten er precies bij. De baret, die
van elk materiaal te maken is, zal deze
winter wel furore maken. En dat is veel
redelijker dan de malle hoge hoeden,
voor een tijdperk waarin de vrouw
vooral pract:sche zin moet hebben en
ook heeft. Maar ja, malle hoeden moeten
er zo nu en dan zijn waarschijnlijk ais
uitschieters van het gezond verstand dat
het leven aan één stuk door vraagt.
Vrouwen met .gezond verstand" wat
betreft de mode zullen bij Leeser bij uit
stek vinden wat van hun gading is. De
modellen in deze collectie vallen niet op
omdat ze voyant modius zijn, maar orn
aat ze met zoveel distinctie gekozen en
gecombineerd zijn. Een voorbeeld: onder
een camel blazer op zwart rokje, een
dito camel jumper. In al zijn sportieve
eenvoud is het „af". Leeser is altijd
sterk in net verfijnd combineren van
rok en jasje, byvoorbeeld effen en klei
ne ruit. Hij laat nu een halsdoekje mee
doen, bijvoorbeeld in wijnrood en dan
wijnrode handschoenen. Zijn mantels
zijn van het soort dat je iedere dag op
nieuw graag aantrekt, onder meer van
grove tweed, zonder te veel volume,
reëel van sluiting en met om de hals e».n
stola die eindigt in mollige franje. Op
vallend mooi is een steenrode mantel
geboord met een zwarte lakrand, waar
van ook een platte strik aan de kraag-
loze hals. Jeugdige jurkjes laten de
taille raden zoals dat nu moet, ze zijn
hyper eenvoudig, maar ze hebben on
danks de gereserveerde wintertinten
toch iets heel vriendelijks. Maar dat is
nu juist het geheim van de confectie
die dicht bij de couture staat.
A. Bgl.
Dit laarsje met vetersluiting aan de
hiel is een van de voorbeelden
van het slechte-weer schoeisel,
dat de Nederlandse schoenfabri
kanten voor ons gereed hebben voor de
aanstaande winter. Soepel zijn de laars
jes van nappa, gevoerd met wol, de gar
nering is over het algemeen sober, de
hoogte varieert van even over de en
kel tot vlak onder de knie. Bij de show
van het Modecentrum voor de schoen
en lederhandel was ook een witte Rus
sische laars, lang niet anflatteus. Als
men ze tenminste schoon weet te hou
den.
De schoen-neus weet niet precies wat
te doen, er is een neiging om de spitse
neus af te ronden tot de „vingertop",
terwijl de sportieve schoenen neigen naar
de vierkante neus. Voor de teenagers
zijn er nu weer lage, platte ballerina's
met een hakje van anderhalf tot twee
centimeter. Ze doet dus niet slechts
mee als ze op naaldhakken loopt (wat
haar toch niet al te best afgaat,
want de meeste tieners lopen op slordig
afgetrapte schoentjes, die elegant horen
te zijn), maar ze mag het ook weer
wat makkelijker doen.
Lakleer is er behalve in zwart, ook
in kleuren. En voor degenen, die moei
lijke voeten hebben (het zijn er meer
dan men vermoedt!) werd een sportieve
wandelpump getoond, die een „steun-
schoen" bleek te zijn, maar er aller
minst prozaïsche allure van had.