DE iffe m HAAR TIJD Werkende echtgenote voor van zelfsprekend 1 D Pan voor alles Instructieve shows Er zijn altijd uitschieters in de mode Schoenen Neus aarzelt GOED GEKLEED GAAN Minder belasting Noorse stations restaurantjes zijn oergezellig r voor de winter nylons Ook Italië heeft nu vrouwelijke politie DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1961 Het vliegtuig waarmee we vier uur geleden in Neder land zijn opgestegen, nadert Oslo en omdat het al avond is, komt de Noorse stewardess die aan boord is op ons toe en vraagt of we onderdak voor de nacht hebben. Nee, het hotel dat we hadden aangeschreven heeft ge antwoord dat het vol was. „Dan zal ik radiografisch om plaats vragen", zegt ze. De vriendelijk heid van de Noren komt je al tege moet nog voordat je voet aan land hebt gezet. Als je er een paar jaar niet geweest bent, dan ben je dat een beetje vergeten en dan treft die buitengewone bereidwilligheid je sterker naarmate het leven elders in Europa verzakelijkt en door de haast en de organisatie steeds minder gewoon menselijk wordt. Je bent óók vergeten hoe hardnekkig het in Noorwegen naar vis ruikt. Elk land heeft zijn eigen typische geur, die je bij terugkeer herkent met vreugde. Wat het ook is! begint met I De trein wordt kraakzindelijk gehouden AIs de afstap te hoog is, brengt de conducteur een bankje. n» - mms ■m L.- M mIt \joor de gehuwde vrouw die werkt is er by de miljoenennota een be lastingverlaging in uitzicht ge steld, per 1 januari 1962. De re gering is dus gezwicht voor de aan drang, die is uitgeoefend door degenen, die de situatie onhoudbaar achten. Veel nuttig werk dat getrouwde vrouwen buiten haar gezin zouden kunnen doen, wordt namelijk niet gedaan omdat voor de belasting liet inkomen van man en vrouw voor de aanslag by elkaar wordt geteld en daarover de inkomstenbelas ting progressief wordt aangeslagen, wat onredelijk hoog kan zijn. Dat gaat nu dus veranderen, de belastingdruk voor werkende echtparen zal minder worden. Het zal voor menige getrouwde vrouw het sein zyn om werk op zich te ne men dat ze voorby heeft laten gaan omdat ze ,,er niets van over hield". Degenen die er voor geijverd hebben omdat ze scherp de noodzaak zien van de inbreng die ook de getrouwde vrouw te bieden heeft, als ook degenen die het persoonlijk aangaat, zyn biy dat een eerste stap gezet is. Maar wie er zich niet mee kunnen verzoenen, dat de ge trouwde vrouw nog ander werk doet dan wat het gezin haar biedt, omdat ze vin den dat de gehuwde vrouw nu een maal thuis hoort, zullen zich misschien bezorgd afvragen, of dit het buitenshuis werken door de huisvrouw, die het al leen om het financiële gewin doet, niet sterk in de hand gaat werken. Dat zit er natuuriyk in. Als men het gazon be sproeit. krijgt het onkruid dat men er met wil, óók water. Daar is niets aan te doen. Maar daarom onthoudt men het gras het nat niet. Het staan voor de klas, het halve da gen werken op een administratie of in de industrie, het schoonmaken van steeds meer kantoren door vrouwen die ook een gezin hebben, en nog zoveel andere vormen van werk dat getrouw de vrouwen doen, is een gegeven, dat men niet meer uit de weg kan gaan in de §a,menleving van 1961, die een enorm 'tekort heeft aan vrouwelijke ar beidskrachten en bovendien zich in de vreemde en ongekende situatie bevindt van een toenemend vrouwen-tekort. Nog steeds zyn er zeer ontwikkelde lieden, die, als je daarmee aan komt, zeggen: hè, dat heb ik nog nooit ge hoord. Hoe kan dat? Het Kan omdat de perfectie van de gezondheidszorg al le pasgeborenen de kans geeft in leven te blijven. Er worden méér jongens ge boren dan meisjes, maar er stierven naar verhouding meer babyjongens, die op de grens van het leven zwakker zijn dan meisjes. Nu hebben ze gelijke le venskansen zodat er meer mannen op groeien dan vrouwen. Dat betekent dat de meisjes vroeger trouwen, de periode waarin ze werken, of dat een sociaal beroep is of de indus trie, wordt korter, er komen meer en meer open plaatsen. Van alle kanten wordt er een dringend beroep gedaan op de vrouw om te komen werken. Men sla er de advertentiepagina's van de dag- en weekbladen maar op na. De aanbiedingen voor parttime werk, dus een halve dagtaak, nemen van week tot week toe. In de deelname aan het produktiepro- ces louter en alleen om de verdienste, die wordt opgemaakt aan materieel ge- zinscomfort, zit natuuriyk het gevaar van de steeds hoger opgeschroefde ge wenning aan luxe, mogelijk gemaakt door de arbeid van de vrouw. Maar zo als gezegd, het onkruid wordt nu een maal mee besproeid als men het ga zon bespuit. En er zijn zoveel méér re denen waarom een getrouwde vrouw werkt. Het is een zeer complex gege ven en het is een heel gevoelig pro bleem geworden, dat by discussie al gauw in de emotionele sfeer wordt ge trokken. Toch is het werken door de vrouw zo oud als de weg naar Rome. Het gezinsleven heeft langer bestaan dan sinds de vorige eeuw, die we veel te veel als vergeiykingsmatenaal ge bruiken. En over de vrouw van de mid denstander, die uit vermoeidheid de kinderen afsnauwt als ze wat komen vragen omdat ze in de winkel druk be zig is, wordt zelden gezegd, dat ook dat de gezinssfeer niet bevordert. En op de boerderij? De moeder die niet thuis is, werd al bezongen toen we nog zo simplistisch leefden, zonder psychologie en zonder sociologie, dat dat helemaal geen pro bleem was. Het staat in de „Rijmpjes by Zwartjes" en we werden er aan her innerd in het maandblad ,,Ons gezin": Zagen, zagen, wiede-wiede-wagen, Jan kwam thuis om een boterham te vragen. Moeder was niet thuis, vader was niet thuis, Piep, zei de muis in het voorhuis! „Over het probleem van de moeders met kinderen die werken zouden wy (katholieken) iets geschakeerder moe ten denken," zegt mevrouw A. Padt- Jansen in twee voortreffelijke en uiterst evenwichtige artikelen in de Bazuin van resp. 2 en 9 september j.I. die het onderwerp van de werkende getrouw de vrouw uitvoerig behandelen. Met zo veel achtergrond, objectiviteit en visie op het nieuwe t'jdperk, dat de werkende mens is ingegaan sinds de industriali satie, hebben wij de kwestie nog niet behandeld gevonden. Zy wijst er onder meer op, dat een welvaartstaat als Waarin wü nu leven, niet slechts luxe en vermateralisering betekent, zoals zovelen denken. Maar dat een byzon- der belangrijk aspect van de welvaart staat de ontwikkeling van do sociale diensten is. „Dat houdt in dat de gemeenschap de zorg mede op zich neemt voor de jeugd, de zieken, de ouden van dagen, de gehandicapten in geestelijk en licha melijk opzicht, de ontspoorden en de Werklozen. Dit alles brengt sociaal Werk mee, intensivering en verlenging van onderwijs en opleiding, verpleging, enz. alsmede een omvangrijke adminis tratief apparaat. Er is een direct ver band tussen de ontwikkeling van socia le diensten en de inschakeling van vrouwen." En zy vervolgt: „Het schep pen van werkgelegenheid voor onze sterk groeiende bevolking dwingt ons land tot verdere industrialisering. Daar VRIENDELIJKE OMGANG is de NOREN De bus die het handjevol passagiers van het vliegveld Fomebu naar de stad zal rijden wacht geduldig tot een employé van de vlieghaven het inder daad voor ons met een hotel gefixed heeft. Alles zit vol, het is de tyd van de congressen, maar een gloednieuwe soort volkshogeschool aan de fjordrand van Oslo, van de „Baptisten", de sek te der Wederdopers neemt in de zomer maanden ook logeergasten. Het is er voortreffelijk, onbegrijpelijk goedkoop - trouwens Noorwegen is niet duur - en kraakhelder en men maakt meteen ken nis met de aantrekkeiykheid van de zeer verzorgd toegepaste Scandina vische binnenhuisstijl in het land zelf. In Noorwegen wordt er ook gewel dig gemoderniseerd sinds de oorlog, het beleeft ook een tyd van welvaart, en men heeft de indruk, dat by voor beeld by de veelvuldig toegepaste zelfbediening in de restaurants, van klein tot groot, Amerika nogal eens tot voorbeeld dient. Maar met Noorse, dat is: vriendelijke en huiselijke inslag. Er wonen heel veel geëmigreerde Noren in Amerika die, als ze hun geld verdiend hebben, hun oude dag wee? op de beminde geboortegrond komen slijten. Onge twijfeld brengen ze hun invloed mee. Maar wat de Noren nooit prijs geven, dat is: het gewone daagse leven voor zichzelf en voor elkaar in alle een voud, zonder omhaal, zo plezierig mo gelijk te maken. Daarom blijven ze zo menselijk en onderling zo vriende- ïyk. By de jachtige streef-rage van de moderne tyd vergeten ze nooit dat een mens op de eerste plaats de tyd heeft gekregen om te leven. Toen we met de vroege ochtendtrein uit Oslo zouden vertrekken, een goede halve dagreis noordwaarts, hadden we aan het station ruim de tyd. De kruier stond geduldig by onze bagage. „Gaat u maar een kopje koffie drinken", zei hy, „ik loop wel mee met'de koffers en wacht tot u klaar bent"! In zo'n land kom je, gewend aan het Amsterdamse haastleven bij het C.S. in het toeristen- hoogseizoen, bij. Maar het is ook even tjes een heel verschil of je met zijn drie honderd en dertigen op een vier kante kilometer woont zoals by ons of met zijn zevenen zoals in Noorwegen. Een Noorse treinreis, die je op weg brengt naar een veelbelovende berg streek, is een plezier op zichzelf. En vol variatie. Je rydt door een boeiend, soms adembenemend woest landschap, als de spoorbaan is uitgehakt of met dynamiet uitgesprongen in de rotsen. Het ontbyt in de restauratiewagen is voortreffelyk, de sfeer heel gemoedelijk. Advertentie) is ook vrouwenwerk mee gemoeid, zo als overal waar netheid, zorgvuldigheid en nauwkeurigheid vereist wordt." Sprekend over de werving van ar beidskrachten, die zich richt tot de ge trouwde vrouw omdat de ongetrouwden onmogeiyk alle plaatsen kunnen inne men, vraagt zy zich af, of „alle belan gen wel voldoende tegen elkaar afge wogen worden, door diegenen, die zon der meer willen stellen dat de vrouw thuis hoort." De kwestie staat niet op zichzelf. Het is een tak aan een boom die volop in groei is. Domweg afsnoeien zou de ont wikkeling toch niet tegenhouden. Dat heeft de regering ook blijkbaar bewo gen tot belastingverlaging over te gaan de trein om verder het binnenland in te trekken met rugzak en vishengels, in glimmende fel blauwe, gele of rode olie- jassen en zuidwesters. Kleuren die de regen tarten. Wat je, al reizend en trekkend, goed ervaart, is de Noorse eerlijkheid. Je kunt je bagage urenlang gewoon ergens la ten staan zonder er naar te kijken en als je by het verwisselen van autobus, waar een paar uur speling tussen is, de rugzakken onbeheerd laat, en ze staan in de weg, dan bergt een beambte die zo lang wel voor je op. Een fooi wil hy er niet voor hebben. Nee, niet alleen voor de toeristen waar ze overigens steeds meer op ingesteld raken zyn ze zo attent. Die vorm van leven is hun ingeboren. Ook daarom is het zo verkwikkend een paar weken in die sfeer te leven, afgezien van wat het als uniek vakantieland te bieden heeft. Daarover schreven wy de vorige week op deze pagina. A. Bgl. .7 De capuchon zit vast aan het zwarte jersey bloesje. Uit de collectie Leeser. Alles kan. Je kunt uitvoerig ontbijten, alleen koffie drinken of alleen een glas bier, of enkel maar binnenlopen om een flesje verfrissing te kopen. Er is niets geen haast. Wie zich voor een maaltyd tn de trein heeft opgegeven, is voorzien van een nummertje en als een stel men sen klaar is en de restauratie verlaat, wordt door de trein-microfoon omgeroe pen dat de volgende nummers welkom zyn. Zonder er enige ophef van te ma ken, zijn de Noren reusachtig prak tisch. Wie in de trein naar het toilet wil, hoeft zich niet af te vragen of het misschien bezet is. Er gaat in de couloir of in het doorlopende rijtuig een rood lichtje aan als dat het geval is. Groen betekent vry. Zo'n Noorse trein heeft iets oergezelligs. Misschien omdat reizen er van oudsher, in die ontoegankelijke natuur, een onderne ming is geweest en de betrekkelijk weinige treinen, die het land van zuid naar noord en van west naar oost be rijden, daar lange dag-(soms dag en nacht)-trajecten aan hebben. In elk rytuig is een aparte bergruimte voor bagage en rugzakken, in de corridor hangt een grote spiegel en er is altijd een karaf met, drinkwater en een tros kartonnen bekertjes, waarvan je er telkens een, stofvrij, lostrekt. Er staat in elke corridor een enorme prullen mand en tot verrassing van de vreem- deling komt er een vrouw in blauw katoen met witte hoofddoek omge knoopt, binnen, met, een emmer met sop. groet vriendelijk „godmorn" en begint met een natte doek de hele coupee grondig schoon te maken. Het interieur van de trein is dan ook even kraakhelder als ieder ander Noors huis van binnen en van buiten is. Men trekke hieruit niet de conclusie, dat het in Noorwegen makkelijk is om huishoudelijke hulp te krijgen, want dat is er net zo moeilijk als overal! Als de trein gaat stoppen wordt in de treinmicrofoon de naam afgeroepen van het stationnetje en of er rechts of links wordt uitgestapt. Veel lange-afstand trajecten hebben namelijk enkel spoor (en vraag niet wat dat dikwijls voor knap ingenieurswerk is en hoe uitgekiend de voorziening is om 's winters de sneeuw- lawines weg te houden) en men kan dan niet dadelijk zien, waar de uitstap is. Want zo'n station is dikwyls niet meer dan een witgeschilderd houten huisje onder berkebomen. Als de afstap te hoog is, wat nogal eens gebeurt, dan komt de conducteur aandragen met een bankje dat hy onder de treeplank zet. Wij hier, gewend aan onze Nederlandse mierenhoop, kunher ons zo'n enorm land, waar hier en daar ook eens een handjevol mensen woont de bevolking is maar drie en een half miljoen nau welijks voorstellen. Een zwarte stip op de kaart van Noorweven is ook wel eens alleen maar een wintersport- of zomerhotel. Maar als het station ook maar by een enigszins grotere plaats hoort is er een allergezelligste restauratie by. En als is omgeroepen dat de trein tien minuten wacht, stapt iedereen, die honger of dorst heeft, uit en gaat wat smörbröd uitzoeken, smakelijk klaarge maakte boterhammetjes, die, keurig on der glas, op een ry liggen te wachten: iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiMmimiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiii Ziekenkostjes, een uitgaafje van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Den Haag. Negende herziene druk. at een negende druk nodig was van een brochuurtje over zieken- voeding, bewijst. dat er belang stelling voor is. Op beknopte wijze vindt men in vijftien pagina's allerlei tips voor het samenstellen, klaarmaken en opdienen van spijs en drank voor een zieke, met enkele recepten van lichte A. Bgl. kostjes. met schyfjes hard ei en tomaat, met zalm en mayonnaise en een toefje pe terselie of met ham en een versierinkje van komkommers en augurk. De smör bröd zijn de verzorgde Scandinavische „vormgeving" tot in het culinaire. En natuuriyk wordt er eindeloos koffie ge dronken. De Noren zijn verknocht aan hun koffie als de Engelsen aan hun thee. Het is byna een ritueel. Ook aan de sta tions wordt de voortreffelijke koffie ge schonken uit het doodgewone keteltje, waarin hy wordt „gekookt" op de be proefde, oude boerenmanier. De Noren zouden de Fransen, die de naam hebben zulke meesters van de keuken te zyn, eens moeten leren om koffie te maken. Pierre Daninos. die in zyn humoristische kritiek op het Franse leven, „Les car nets du Major Thompson", precies zegt wat hii denkt van die beroemde Franse filter-koffie, zal dat zeker met mij eens zyn. Er reizen heel veel Fransen 's zo mers in Noorwegen, dus wie weet. Het is ongelofelijk wat je in zo'n ge noeglijke Noorse restauratie allemaal in korte tijd eten kunt. Met niet méér bediening dan drie of vier vriendelijke helpsters in schone witte schorten ach ter het buffet. Geen koffiemachine, geen rinkelende kassa, geen obers in zwarte jas, het gaat allemaal dood gewoon en ongecompliceerd. Alles staat ordelijk klaar. Keteltjes koffie, theezakjes, kokend water, kannen melk met glazen, rijen smörbröd, een kom vol „römmegröt, een soort pap, waar de Noren dol op zyn en een pan met „lapskaus" een stoofschotel met vlees, uien en aardappelen. Ret is allemaal vers, warm, schoon, verzorgd, precies zoals mensen die eenvoudig en onge dwongen leven, het willen. Het wordt vriendelijk verstrekt en het kost wei nig. Je betaalt meteen, neemt zelf ser vetjes en bestek en zet je neer aan een van de schone tafeltjes met formyca blad. Ook de entourage is allervrien delijkst. In geen stationsrestauratie ter wereld, geloven wy, ziet men weel deriger planten dan in de Noorse, Hele rozenstruikjes, dik in de bloei, staan in de vensterbank, weelderige paarse bougainville en vlammende grootbloe- mige begonia's. Ook de hibiscus is hier in de mode. Maar hoe bloeit die hier in het heldere licht van de einde loos lange zomerdag. Hier leer je, als je het niet wist, dat licht eten en drinken is voor een plant. Buiten op de perronnetjes staan bakken met azuren lobelia en dikke trossen rose geraniums en petunia's met zulke grota felgekleurde kelken als we ze zelfs in Italië nooit hebben gezien. Maar de zon, als die er is, en dan heel intens, koestert Ce bloemen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, veel langer dan in het zuiden van Europa. De Noren zijn dol op bloemen en op kleuren en ze zyn echt niet zo somber als de naam die ze door de literatuur gekregen hebben. Deze zomer die bepaald niet uitblonk door warmte (hoewel veel beter dan hier) hebben we geen Noor of Noorse gezien die zich een ogenblik door de regen terneer liet slaan. Even onbewogen en bedaard stapten ze uit iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiiniiiiiiiiiiiuiiiiiuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiNiiiit Asymmetrisch vastgeknoopt op de rug. Een manteljapon uit de collectie Haring. De nauw het hoofd omsluitende ca puchon doet het weer. De collectie van Dior wemelt ervan en bij Dior put ledereen inspiratie. Op de foto draagt de mannequin deze hoofdverwar ming by een pakje dat de firma Leeser, Amsterdam op de show liet zien. De „cagoule" zoals de Fransen dit kapje noemen, zit vast aan het zwarte jersey truitje dat op de pied de poule rok wordt gedragen. De rok heeft ingehaal de ruimte van achteren en wordt van vo ren trechterwyd door de afgeschuinde banen. Bij zo'n rokje past geen lang jasje. De jasjes zyn dus kort en zo houdt de mode ons altijd bezig. Om op de hoogte te blijven heeft het zien van een goede modeshow voor de vrouw dan ook wel degelijk nut. Soort gelijk nut als een auto-expositie met nieuwe modellen voor autorijders heeft. Maar een modeshow moet redelijk blij ven en niet zoveel „show" worden dat de instructie, die er aan vast zit, verdwijnt. Zo is er byvoorbeeld in Chelsea, de ar- tistenwyk van Londen, een show ge weest voor de avantgarde der artisten, van excentrieke ontwerpen door Mary Quant. Zy en haar man hebben ieder een modezaakje, waar ze heel vooruitstre vende kleren verkopen. De show ging als volgt, volgens het persbureau Upi. „Doodsbleke mannequins met bui tenissige kapsels, kropen, sprongen of renden een trap op en af die zich in een hoek van een propvolle salon be vond, om de ontwerpen te laten zien. Iedere mannequin trok hierbij gezich ten die het publiek aan het lachen moesten brengen. De achtergrondsmu- ziek werd gevormd door moderne jazz. Vele modellen hadden rol- of polo kragen. De rokzoom liet vaak een goed stuk van de knie zien, de taillelyn speelde een zeer ondergeschikte rol. Haar cowboy-stijl, deze zomer reeds gelanceerd, bestond uit nauwe panta lons met ceintuurs op de heup waar over heen korte jasjes werden gedra gen en cowboylaarzen". Maar zo'n show is niet au sérieux te nemen als voorlichting over de nieuwe seizoensmode. Een oriënterende show wat dat betreft was die van het Hilver- sums modehuis Haring in Kasteel de Hooge Vuursche, altyd min of meer een Goois evenement. Er zaten twee Deense echtparen op de eerste ry, Gooi-toeris- ten, die het ene model na net andere fo tografeerden. Deense modellen waren er echter niet bij, al was byna alles af komstig van de Europese top-confectie, België, Duitsland, Engeland, Zweden. Ongeveer alle nieuwe-snufjes, die de Pa- rijse ontwerpers bedacht hebben voor de wintermode, passeerden de revue: de cape-effecten van Nina Ricci, zelfs de half cape, half mantel (moeilijk om aan de cape-kant gearmd te lopen) en de spectaculaire korte bolero van Dior, die de lijn van de losse rug geeft. Herfstpakjes toonden al de verfijnin gen die de wintermode rijk is en die door de couture-confectie steeds meer benaderd worden. Een plooirok is niet meer zo maar gewoon een geplooide rok maar een creatie, die mathematisch uit gewogen slankheid handhaaft ondanks beweeglijkheid. Op ingenieuze wijze is de rechte toch beweeglijke rok verwe zenlijkt bij een grijs jersey pakje door er drie diepe splitten In aan te brengen, die als versiering fraai zijn doorgestikt. Veel bontgarnering wordt geboden, waarbij het strelende zachte bever, dat byvoorbeeld op een mantelpak als lang doorlopende shawlkraag aan duidt dat de voering ook van bever is. Pakjes in Cardin-imitatie waren ver tegenwoordigd met de breed gestikte pijlpunt in het voorpand en Cardin- mantels die echter niet voor iedereen geschikt zyn, want ze hebben iets van een kinderjasje. Zal het laken voor deze winter met geestdrift ontvangen worden? Het is gloedvol materiaal maar het vraagt een beetje zorg in het dragen. De cocktail- en avondmodellen gaven een beeld van de zwier, de glans met pailletten en de gloed van goudbrokaat, die de luxe avondmode voor winter 1962 In petto heeft. De mode als draagbare interpretatie wii echter niet alleen zeggen, dat men imiteert, maar ook dat men zelf com bineert. Dan doet de eigen persoonlijk heid ook een duit in het zakje. Op dat Deze elektrische ,,toverpan kan-voor van alles worden gebruikt. Voor het koken van aardappelen en groenten, het braden van biefstuk en kip of het bakken van cake. Met een thermostaat kan men zelf de hitte regelen. De steel geeft aan hoeveel dat is voor de verschillende zaken, die men er in klaar maakt. Die steel heeft nog iets, er zit een uitklapbaar pootje in om de pan wat schuin te zetten, zodat het vet kan afvloeien. Dat maakt het moge lijk tegelijkertijd bijvoorbeeld kip met weinig vet en aardappelen met veel vet te bakken. Direct daarna kan men er uitjes in fruiten, want het metaal neemt geen reuk aan. In het deksel zit een ventilator-opening. Bij het afwas sen van de pan kan de thermostaat er af genomen worden. Dit apparaat is van General Electric M.S.A. en kost zoveel als een eenvoudige nieuwe winterjas. ROME, sept. Het eerste vrouwelijke politiekorps heeft onlangs zijn intrede gedaan in het Italiaanse leven. Van de vijfenzeventig ongehuwde vrou wen. die een cursus hebben gevolgd aan de Romeinse politieschool, zijn er zestig bevorderd tot vice-inspectrice. De voor waarde tot volgen van de cursus was, dat de kandidaten ongehuwd waren. In de loop van het jaar zijn er echter al drie getrouwd en andere twintig hebben het voornemen haar voorbeeld ie vol gen. Het idee van een levensgezellin met een revolver en een diploma judo in haar zak. schijnt de Italiaanse heren niet af te schrikken. En toch menen wy dat, wanneer de vrouwelijke politie-agent in het stadsbeeld zou verschynen. zij het mikpunt zou worden van laag bij de grondse opmerkingen en flauwe scherts. De pas afgestudeerden zullen dan ook vooreerst worden aangesteld als vice- inspectrices in opvoedingsgestichten en tehuizen voor Verwaarloosde kinderen. Zy bekleden daar dus een functie die ongeveer gelijk staat met die van sociaal werkster. Na deze proeftijd zullen zy zich gaan bemoeien met de criminele jeugd. gebied viel er iets te leren op de show van Maison Leeser, Amsterdam. Daar paradeerde allereerst een keur van pakjes, 2 en 3 pièces, in jersey met suède. Wat een gamma van kleuren! Achtereenvolgens verschenen groen, bruin, beige, anthraciet, mosterd, zwart, het hield niet op. Geen wonder dat we veeleisend worden als er zoveel moge lijkheden zijn van precies identieke tin ten in leer en stof. De hoeden of baret ten pasten er precies bij. De baret, die van elk materiaal te maken is, zal deze winter wel furore maken. En dat is veel redelijker dan de malle hoge hoeden, voor een tijdperk waarin de vrouw vooral pract:sche zin moet hebben en ook heeft. Maar ja, malle hoeden moeten er zo nu en dan zijn waarschijnlijk ais uitschieters van het gezond verstand dat het leven aan één stuk door vraagt. Vrouwen met .gezond verstand" wat betreft de mode zullen bij Leeser bij uit stek vinden wat van hun gading is. De modellen in deze collectie vallen niet op omdat ze voyant modius zijn, maar orn aat ze met zoveel distinctie gekozen en gecombineerd zijn. Een voorbeeld: onder een camel blazer op zwart rokje, een dito camel jumper. In al zijn sportieve eenvoud is het „af". Leeser is altijd sterk in net verfijnd combineren van rok en jasje, byvoorbeeld effen en klei ne ruit. Hij laat nu een halsdoekje mee doen, bijvoorbeeld in wijnrood en dan wijnrode handschoenen. Zijn mantels zijn van het soort dat je iedere dag op nieuw graag aantrekt, onder meer van grove tweed, zonder te veel volume, reëel van sluiting en met om de hals e».n stola die eindigt in mollige franje. Op vallend mooi is een steenrode mantel geboord met een zwarte lakrand, waar van ook een platte strik aan de kraag- loze hals. Jeugdige jurkjes laten de taille raden zoals dat nu moet, ze zijn hyper eenvoudig, maar ze hebben on danks de gereserveerde wintertinten toch iets heel vriendelijks. Maar dat is nu juist het geheim van de confectie die dicht bij de couture staat. A. Bgl. Dit laarsje met vetersluiting aan de hiel is een van de voorbeelden van het slechte-weer schoeisel, dat de Nederlandse schoenfabri kanten voor ons gereed hebben voor de aanstaande winter. Soepel zijn de laars jes van nappa, gevoerd met wol, de gar nering is over het algemeen sober, de hoogte varieert van even over de en kel tot vlak onder de knie. Bij de show van het Modecentrum voor de schoen en lederhandel was ook een witte Rus sische laars, lang niet anflatteus. Als men ze tenminste schoon weet te hou den. De schoen-neus weet niet precies wat te doen, er is een neiging om de spitse neus af te ronden tot de „vingertop", terwijl de sportieve schoenen neigen naar de vierkante neus. Voor de teenagers zijn er nu weer lage, platte ballerina's met een hakje van anderhalf tot twee centimeter. Ze doet dus niet slechts mee als ze op naaldhakken loopt (wat haar toch niet al te best afgaat, want de meeste tieners lopen op slordig afgetrapte schoentjes, die elegant horen te zijn), maar ze mag het ook weer wat makkelijker doen. Lakleer is er behalve in zwart, ook in kleuren. En voor degenen, die moei lijke voeten hebben (het zijn er meer dan men vermoedt!) werd een sportieve wandelpump getoond, die een „steun- schoen" bleek te zijn, maar er aller minst prozaïsche allure van had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11