Leerzame vondsten in bodem
van Yrou westraat
u
Nationaal Ballet
in Haarlem
Moor
m
Louis de Zwartmaskers en gapers
Jan Jacob Slauerhoff wordt
Haarlem herdacht
in
Marinierskapel 11 oktober
weer in Haarlem
DE GEHEIMEN VAN BAKENES
BIJ VIJF EN TWINTIGSTE JAARGETIJDE
Rusteloos zwerver woonde negen
maanden aan het Spaarne
Logboek van
Slauerhoff"
Twee paters nemen
afscheid van het
Mendelcollege
Gevarieerd programma ten bate van
Marine Sanatorium Fonds
TEENAGERS
Henri Bende
ATAX-TAXI
I»
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1961
PAGlNA
■Pil
Haarlems „bakermat" heeft
niet gelegen op Bakenes
maar op en rond de Grote
Markt, zijnde de alleroudste kern
van de stad. Deze opvatting, die
door de historici reeds lang wordt
aangehangen maar in tegenspraak
is met de algemene volksovertui
ging, wordt bevestigd door de
jongste graafwerkzaamheden (ten
dienste van de riolering) in de
Vrouwestraat, welke uitloopt op
de Bakenessergracht. De bekende
bodem- en oudheidkundige, de
heer B. J. Wieland Los, heeft ons
daarover uitvoerig verteld.
VRAAGT
Europese tijdschriften
gemeenschap opgericht
Wijziging buslijn 3
VEILIGHEIDSGORDELS
N.V. CARROSSERIEFABRIEK
CHRISTIAANSE
Naar Haarlem
Herdenking
ivövi-i
r
Uit vroegere boringen was reeds ge
bleken, dat zich in dit oude stadsdeel
veel veen bevindt, hetgeen opnieuw
werd bevestigd door de onlangs ver
richte riolermgswerkzaamheden. Het
feit, dat de mens zich vroeger allereerst
op een zandgebied vestigde en niet op
veen zijn woningen bouwde, werd beves
tigd, doordat de oudste scherven en
gebruiksvoorwerpen uit de eerste
eeuwen van onze jaartelling door bo
demonderzoekers in de buurt van de
Damstraat werden gevonden en niet in
het veengebied rond Bakenes. Ook in de
rioolput in de Vrouwestraat werden in
het veen geen scherven of gebruiksvoor
werpen gevonden. Evenmin waren er
aanwijzingen voor onkruidvegetatie. Het
is ook wel begrijpelijk, dat de eerste
bewoners van Haarlem zich niet op
het veen rond Bakenes vestigden, aan
gezien zich enkele honderden meters
meer naar het westen een groot zand
gebied uitstrekte.
Tijdens de werkzaamheden in de
Vrouwestraat kwam aan het licht, dat
het veen op circa 1.70 m. beneden NAP
op duinzand rust en voornamelijk be
staat uit resten van bieden. Bomen
moeten zeer weinig in dit gedeelte van
Bakenes hebben gestaan. Op negentig
centimeter beneden N.A.P. is het veen
toegedekt met zand en klei; ook in
deze grondlaag komen geen sporen van
bewoning voor. Op ongeveer zestig cen
timeter beneden N.A.P. werd de klei
humeuzer; in een tijd, dat de grond
zich meer uit rottende plantendelen
ging vormen, verloren de vroegere veel
vuldige overstromingen kennelijk hun
invloed en kreeg de begroeiing de over
hand. Op deze hoogte werden de eer
ste duidelijke sporen van de aanwezig
heid van mensen aangetroffen, name
lijk zaden van bilzenkruid, een niet in
heemse artsenijplant, die soms ook op
puin- en mesthopen en dergelijke
groeit. Op circa twintig centimeter be
neden N.A.P. vond men pas aarde
werk en gebruiksvoorwerpen. Men be-
(Advertentie)
met huidverzorgingsmoeilijkheden
vrijblijvend advies aan onze
schoonhendsspecialiste
PARFUMERIE
SCHOONHEIDSSALON
ZIJLSTRAAT 73 - TELEF. 10542
HAARLEM, 28 sept. Onder auspi
ciën van de voorlichtingsdienst van de
Europese gemeenschappen hebben uit
gevers van jeugdtijdschriften uit België,
Duitsland, Frankrijk, Italië en Neder
land de Europressjunior, het Europees
Verbond van Uitgevers van Jeugdtijd
schriften, opgericht. De zetel van deze
organisatie is gevestigd te Brussel. De
Europressjunior zal overgaan tot uit
gave van een tijdschrift om een goede
informatie van de leden-uitgevers te
verzekeren en het contact met andere
landen te bevorderen. Het secretariaat
voor Nederland is Nassaulaan 51,
Haarlem.
HAARLEM, 30 sept. De route van
buslijn 3 van de N.Z.H. zal met in
gang van maandag voor ongeveer drie
weken gewijzigd zijn in verband met de
afsluiting van de overweg aan de Klever
laan. Bus 3 rijdt nu vanaf de Ver-
spronckweg via de Korte Verspronck-
weg-Adriaan Stoopplein, Julianalaan,
Willem de Zwijgerlaan, Dompvloeds-
laan naar de Bloemendaalseweg. Als
halteplaatsen gelden die van lijn 8. De
haltes van lijn 3 op de Brederode-
straat, Kleverlaan, Iepenlaan, Klever
ig j*1,.?,1* aan óe Dr. Bakkerlaan komen
tijdelijk te vervallen.
vindt zich dan reeds in de bovengrond.
Het tegenwoordige wegdek van de
Vrouwestraat ligt bij de Bakenesser
gracht op vijfendertig centimeter bo
ven N.A.P. en loopt op tot honderdzes
enveertig centimeter boven N.A.P. bij
de Valkestraat. Het is op het ogen
blik nog niet erg duidelijk, waar de
bovengrond die uit één tot twee meter
zand, vermengd met puin, bestaat, van
daan is gekomen. Een mogelijkheid is,
dat het zand-puin op natuurlijke wijze
is opgestoven, maar men houdt er ook
rekening mee, dat het door de mensen
is aangebracht. Er mag echter worden
aangenomen, dat de Vrouwestraat ten
tijde van de bouw van de Bakenesser-
kerk in de dertiende eeuw reeds be
stond; de rooilijn zal men in ieder ge
val niet meer hebben veranderd. Maar
er is, blijkens het jongste bodemonder
zoek, een tijd geweest, dat er in de
buurt van de tegenwoordige Vrouwe
straat geen straat of weg was; op la
ger niveau moet er iets anders geweest
zijn, een tuin of iets dergelijks en deze
kan deel hebben uitgemaakt van wat
later als „oud-Haarlem" werd aange
duid.
Dr. D. P. Blok uit Amsterdam, een
deskundige op het gebied van de
naamkunde, is van mening, dat de
heemnamen waartoe ook de naam
„Haarlem" behoort waarschijnlijk
tussen de zesde en negende eeuw
zijn ontstaan. Deze tijd van het mo-
Kenmerkend voor de sfeer van de Ba-
kenesserbuurt is 't Krom. Hoeveel Haar
lemmers kennen dit wonderlijke straat
je, dat schijnt dood te lopen (zie de
foto), maar per verrassing via twee
bochten van negentig graden in de Kok
straat uitmondt? Het is een stille straat
met wat lichte bedrijvigheid van kleine
handel en ambacht. Men moet er 's zon
dags eens heen gaan; men zal er intenser
gemoedsbewegingen ondergaan dan op de
nieuwe Pier te Scheveningen. De zo
veel duizendste bezoeker krijgt er ech
ter niets aangeboden, maar dat is het
'm nu juist.
gelijk ontstaan van de naam „Haar
lem" is zeer in overeenstemming met
wat uit het bodemonderzoek op Bake
nes is gebleken. Bakenes is dus wel
een oud, maar niet het oudste ge
deelte van onze stad.
Een probleem dat nog lang niet is
opgelost is, of er en zo ja waar
op Bakenes in de vroege middeleeuwen
een kerkje heeft gestaan. Het is name
lijk opvallend, dat er uit de put in
de Vrouwestraat geen enkel menselijk
bot te voorschijn is gekomen. Men zou
toch verwachten, dat de doden in de
nabijheid van de kerk werden begraven.
Er is dan ook volgens de bodemon
derzoekers geen reden om aan te ne
men, dat er in de vroege middeleeuwen
in de Vrouwestraat een kerkje heeft
gestaan.
(Advertentie)
1.2.3.4.5.
Mobilofoon service dag en nacht
HAARLEM, 30 sept. Uit de ballet-
strubbelingen is enkele maanden ge
leden het Nationaal Ballet te voor
schijn gekomen, feitelijk een fusie van
het Nederlands en het Amsterdams
Ballet. We zijn dus weer van start ge
gaan. Gisteravond heeft het Nationaal
Ballet, dat reeds enkele voorstellin
gen in Spanje heeft gegeven, voor wat
Nederland betreft zijn eerste voorstel
ling gegeven in de Haarlemse stads
schouwburg. Het heeft zich met een
nogal ernstig gezicht gepresenteerd.
Er kan bij wijze van spreken geen
lachje af. Twee van de drie nummers
waren zwaar op de hand, het gehele
programma werd gekenmerkt door een
nerveuze sfeer.
Wellicht daardoor kwam de „Suite en
blanc" van Serge Lifar op muziek van
Lalo niet soepel van de planken. Dit uit
1947 daterende romantische ballet, waar
mee het Nederlands Ballet enig succes
heeft behaald, is heel licht van toon en
vraagt door zijn spel van lijnen en be
wegingen een doorzichtige vertoning.
Dat lukte niet altijd. Een uitzondering
maken wij voor Ronald Snijders, die
een fantastische mazurka danste, en voor
Sonja van Beers en Peter Appel, die
met hun pas-de-deux voor een grote
verrassing zorgden.
Met het ballet „Francesca da Rimini"
van Tchitchinadzé op muziek van Tsjai-
kofsky weten wij eerlijk gezegd geen
raad. Het verhaal van een meisje, dat
bij geboorte uitgehuwelijkt met een
mismaakte minnaar zal trouwen, maar
verliefd wordt op diens broer, die zij
voor haar toekomstige man houdt, neigt
naar de romantische draak, als men
bedenkt, dat de mismaakte zjjn broer en
bruid vermoordt en daarna zelfmoord
pleegt. Marianna Hilarides had de on
dankbare taak de bruid te dansen, maar
veel gelegenheid kreeg zij daartoe niet.
Het gehele geval was feitelijk een pan
tomime welke bovendien fragmenta
risch was opgebouwd. In acteren is zij
niet sterk. Daarin werd zij overtroffen
door haar partners Peter Appel en Con
rad van de Wetering.
Tenslotte Balanchine's ballet „Four
Temperaments" op muziek van Hinde-
mith. Daarin werden de vier mense
lijke temperamenten zoals de klassie
ke Grieken die meenden ontdekt te heb
ben, allegorisch uitgebeeld. Ieder mens
zou die vier temperamenten bezitten,
maar één overheerst altijd, en hij is
dus of melancholisch of sanguinisch of
flegmatisch of cholerisch.
Het ballet viel dus in vier delen uiteen,
ieder met een eigen karakter. Het wil
niets verhalen, slechts verbeelden. Be
paald boeiend werd de vertolking niet,
ook danskunstig niet. Voorzichtig wer-
de de danspatronen uitgezet, maar van
bezieling viel niet veel te bespeuren.
Leonie Kramer en Billy Wilson slaag
den er in, boven de middelmaat uit te
komen. De voorstelling heeft aangetoond
dat het Nationaal Ballet nog enige „aan.
looptijd" nodig heeft. Het veelkoppige
publiek, waaronder een georganiseerd
groot aantal scholieren, was hartelijk
met zjjn applaus. Ook voor André Pres-
ser, die aan de vleugel begeleidde.
W.H.
r.vro%v.v.v,v.v.v.v^vAvrzAV.%%v.v.v.v,v.,.v.v.v.v.v.v.v
•■•■■■•■■•■■■■■■«■■■■■■■■■■■■■■a.
y«V.\V.V-V,V.V.V.V-V.V^V.W.W«V«V.V.\W.V-V.V.V.V.%V.V-V.V-W-V.V»%frWAy»%W^>V#^V.^*K%V.".W."
W-V.V.V.V.W.V.V.V.V.V.V.W-W.V.V.'V.V.VV.'V.W.V.W.VV.VAVWWV.WAV.W.W.V.V.WaVÏW.V.W.W.W
Voor Louis de Zwart uit de Witte
Herenstraat „ze noemen mij beeld
houwer, maar ik doe veel meer dan
houwen alleen" zijn hout, steen en
gips materialen, waarmee hij al sinds
zijn jongensjaren vertrouwd is. Wan
neer men in aanmerking neemt, dat
ook zijn vader reeds het beeldhou
wersvak uitoefende en al vroeg zijn
zoon inwijdde in de geheimen ervan,
is dit alleszins begrijpelijk. „Ja, of
ficieel ben ik „beeldhouwer", maar
ik doe er zoveel andere dingen bij,
die óók mijn hart hebben en voorts
mag ik me bijvoorbeeld niet vergelij
ken met een Andriessen, die kunst
werken schept van artistieker gehal
te."
Wij zijn dezer dagen bij Louis de
Zwart in zijn atelier op bezoek ge
weest. Het eerste wat ons in zijn ge
zellig rommelige werkruimte opviel,
was het grote aantal gipsafdrukken,
die, soms onherkenbaar door het ve-
Advertentie
Levering en montage van
Lange Herenstraat 36-38 - Haarlem
Telef. 14371
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii
Volgende week donderdag 5 ok
tober is het vijf-en-twintig jaar
geleden, da-t de dichter Jan Jacob
Slauerhoff te Hilversum overleed. In
Haarlem, waar hij enige tijd heeft
gewoond, zal hij officieel worden her
dacht en daar ook zal een expositie
te zijner herinnering worden gehou
den. Nadien zal de expositie in andere
plaatsen te zien zijn.
Het lijkt een grillige speling van het
lot, dat de on-burgerlijke Slauerhoff
juist herdacht gaat worden in de stad
die hij te burgerlijk en te net vond.
Maar waar was de sfeer Slauerhoff
niet te burgerlijk? Hij de man, die
het land had aan conventies, zelfge
noegzaamheid en geëtaleerde wel
stand kon met zijn weerbarstige
natuur niet aarden in een welgedaan
milieu.
Legende-vorming is een noodzake
lijk kwaad, dat meestal uit zichzelf
geboren wordt. Slauerhoff echter
heeft, wellicht onbewust, aan de vor
ming van legendes meegewerkt. Zij,
die hem meest nabij stonden, kunnen
nu nog getuigen, hoe zijn verander
lijke luimen maar al te gauw tot een
verkeerde of verschillende interpre
tatie konden voeren. Zó had hij vaste
grond onder zijn voeten, of een gela
den heimwee dreef hem naar zee. En
in den vreemde kon hij weer ver
langen naar een rustige werkkring in
het lage land aan de zee.
Dat verlangen scheen bijvoorbeeld
zijn vervulling te krijgen, toen hij
zich in Haarlem vestigde. Hij geloofde
daar zelf in, maar zijn naaste vrien
den wisten, dat ook Haarlem voor
hem een doorgangshuis zou zijn.
Negen maanden verbleef hij er. Toen
trok hij weer weg. Naar zee. Naar
het verre Oosten. Haarlem heeft
niettemin bepaalde rechten. En het
mag daar gelukkig mee zijn.
De figuur van Slauerhoff heeft velen
geboeid. Ook hen, die hem niet per
soonlijk gekend hebben. Want zij heb
ben hem ontdekt in zijn verzen, waar
in hij het spel van zjjn leven in tref
fende spiegeling heeft weergegeven.
Jan Jacob Slauerhoff werd 15 septem
ber 1898 te Leeuwarden geboren, waar
zijn ouders een behangerszaak voerden.
In die typische provinciestad, met
haar kleinsteedse opvattingen, groeide
hij op en doorliep hij de H.B.S. In Am
sterdam studeerde hij medicijnen, wel
ke studie hij vlot met succes bekroon
de. Een opmerkelijke prestatie, omdat
hij het studentenleven niet schuwde en
daarnaast ook daarbinnen zijn li
terair werk deed. Zijn wankele gezond
heid belette hem niet, het leven volop
te leven, naar zjjn eigen instelling
uiteraard, dat wil zeggen: rebellerend
tegen burgerdom en vluchtend in een
romantiek, die voor sommigen een sar
castische verwoording kreeg, voor an
deren een verbeelding van het ongeluk
kige geluk.
Hoe het z'ij, in hem leefde onmisken
baar de romanticus. Een hunkering
naar het onbestemde, dat nooit bevre
diging zou geven, maakte hem voor de
buitenwacht meer de man van onvrede
en onrust dan de zoeker naar vrede en
rust. Als arts meende hjj pas zijn ideaal
gevonden te hebben, toen hij in 1924
zich als scheepsarts op de Riouw in
scheepte voor de reis van Amsterdam
naar Batavia. Als mens meende hjj bo
vendien de benepenheid van het Wes
ten te ontvluchten. De eindeloosheid
van de zee, de soms primitieve ge
meenschap op het schip en vooral de
nieuwe ervaringen in den vreemde
schenen zjjn leven nieuwe vorm te ge
ven. Maar altijd bleef in hem de zwer
ver zijn rechten opeisen. Een verblijf
te land bracht slechts tijdelijke voldoe
ning, ofschoon het hem aan vrienden
niet ontbrak. De zee gaf ook niet al
tijd, wat hij verwachtte.
Tegen de herfst van 1924 kwam hij
naar Haarlem, waar hij medewerker
werd van de tandtechnicus D. Hes
sels, die zjjn practijk toen had op de
Kleverlaan en 'n poli'Tiniek voerde in
de Zijlstraat, In die polikliniek ver
leende Slauerhoff assistentie, en hij
deed dat secuur en met liefde.
Trouwens, daarin stemmen alle
getuigenissen overeen:
Slauerhoff was een uitstekend
arts, die zijn patiënten als een mee
levend mens benaderde. Hij woonde
in het huis van het toen nog jonge
gezin van de beeldhouwer Mari An
driessen aan het Donkere Spaarne en
daar heeft hij in het hart van de oude
binnenstad van de bedrijvigheid langs
en op het water met hart en ziel ge
noten.
De heer Hessels bevestigde ons nog
dezer dagen, hoe Slauerhoff door en
door een fijn mens was en bovenal een
trouw vriend. Dat hij niet lang zou blij
ven, vermoedde hij reeds sipoedig en
Portret van Slauerhoff in zijn Haarlemse
tijd.
het verwonderde hem niet, toen zijn
medewerker na negen maanden wilde
vertrekken. Slauerhoff had een aanbod
gekregen van de Java-Japan-Ohina-ljjn
en dat accepteerde hij graag. Zjjn zo
veelste ideaal scheen in vervulling te
gaan. Ohina heeft hem trouwens de
meeste vreugde bezorgd.
Maar Slauerhoff kwam terug. Hij
practizeerde hier en daar, zwierf, tot
dat een ziekte hem voorgoed vasthield.
Hij verbleef enige tijd bij zijn moeder
in de omgeving van Haarlem, en werd
later in Hilversum verpleegd, waar hij
5 oktober 1936 overleed.
Heel zjjn leven heeft zijn echo gevon
den in zijn poëzie en proza. Zjjn verzen,
in een brokkelig maar boeiend ritme
en met een expressieve beelding ge
schreven, zijn geen omkadering van het
leven, maar het leven zelf. Men her
kent daarin het portret van de geluks
zoeker, van de romanticus, de min
naar en de vriend. Het portret van on
ze meest begaafde dichter tussen de
twee oorlogen, van de man ook, die het
burgerdom vervloekte en zijn hart gaf
aan de arme donders.
In de vriendenkring nam Slau zo
als zij hem noemden een aparte
plaats in. Hij had een eigen geluid en
leefde zijn leven. Uit die kring komt de
herdenking voort, met Adriaan Roland
Holst aan het hoofd, en zijn
HAARLEM, 30 sept. Onder de
toepasselijke titel „Logboek van
Slauerhoff' wordt vanaf 5 oktober
in Museum Het Huis van Booy aan
de Kleine Houtweg een tentoon
stelling gehouden, gewijd aan
leven en werk van Slauerhoff.
Donderdagavond 5 oktober is er in
de Hildebrandzaal bij Brinkmann
een herdenking van Slauerhoff,
welke door de vooorzitter van het
herdenkingscomité, de heer A. Ro
land Holst, zal worden geopend.
Daarna spreekt Arthur Lehning
de herdenkingsrede uit en vervol
gens draagt Albert Vogel voor uit
de werken van Slauerhoff. In
dezelfde zaal wordt ook de ten
toonstelling geopend. Dr. J. Huls-
ker, voorzitter van het Nederlands
Letterkundig Museum en Docu
mentatiecentrum, spreekt het offi
ciële openingswoord, waarna de
genodigden in de gelegenheid zijn
de expositie in het Huis van Looy
te bezichtigen, welke vanwege het
Letterkundig Museum door de heer
G. Borgers wordt ingericht.
De tentoonstelling in Haarlem
zal afhankelijk van de belang
stelling vermoedelijk drie
weken in Haarlem blijven. Daarna
wordt zij in Den Haag gehouden en
misschien in Slauerhoff's geboor
te plaats Leeuwarden. Mogelijk
gaat de tentoonstelling nog naar
Antwerpen en Nijmegen. Los van
het organiserende comité wordt
Slauerhoff 5 oktober herdacht in
Hilversum, de gemeente, waar hij
gestorven is.
bewonderaars zullen bij dit vijf
entwintigste jaargetij zich weer zijn
verzen herinneren zoals zij die hebben
gevonden in zijn bundels Archipel,
Clair Obscur, Oost Azië, Eldorado, Se
renade, Saturnus, Fleur du Marécage,
Yoeng poe tsjoeng, Soleares, en Een
eerlijk zeemansgraf. Anders kennen zij
hem uit zijn proza: Het lente-eiland,
Schuim en Asch, Het verboden Rijk,
Het leven op aarde, De opstand van
Guadalajara Op zijn naam staat bo
vendien nog het drama Jan Pieterszoon
Coen.
En zij zullen zeker zijn gedicht „Het
Einde" herlezen, waarin hij zichzelf
ten voeten uit tekende en waarin hij
schreef:
Vroeger toen 'k woonde diep in 't land,
Vrat mij onstilbaar wee,
Zoals een gier de lever want
Ik wist: geen streek geeft mij bestand,
En 'k zocht het ver op zee.
Maar nu ik ver gevaren heb
En lag op den oceaan alleen
Waar zelfs d'Ancunha en St. Heieen
Niet boren door de kimmen heen
Voel ik het trekken als een eb,
Naar 't verre, vaste, bruine land.
Nu weet ik nergens vind ik vree,
Op aarde niet en niet op zee
Pas aan die laatste smalle ree
Van hout in zand.
Ie hout-stof, aan de wanden hingen;
gipsafdrukken van handen, voeten
maar ook van gezichten. De meeste
gipsafdrukken van gezichten zijn do
denmaskers. Vooral wat het maken
van dodenmaskers betreft, geniet
Louis de Zwart grote bekendheid, niet
alleen in Haarlem en omstreken, maar
in het hele land. „Vroeger deden mijn
vader en ik dit altijd samen, maar
toen hij in 1948 overleed, moest ik
het alleen doen. Het is een weinig be
kend vak, dat maken van dodenmas
kers; in Haarlem ben ik de enige en
m'n collega's buiten Haarlem zijn te
tellen."
Behalve dodenmaskers liet hij ons
ook afdrukken zien van kinderhanden
en de hand van zijn vrouw. Zijn
eigen (gipsen)hand heeft Louis de
Zwart enkele jaren geleden ver
kocht aan een jonge schilder, die een
handenstudie maakte en persé zijn
hand wilde hebben. Hij bezit nog
werktuigen van zijn vader; ook han
gen er verschillende door zijn vader
gemaakte gipsafdrukken, bijvoorbeeld
een reliëf-in-gips voorstellende de
Griekse Olympiade en een prachtige
gipsen afbeelding van een Assyrisch
mythologische figuur.
De heer De Zwart is ook bedre
ven in het maken van kunstig met
snijwerk versierde consoles en tafel
poten. Ettelijke met grillige vormen
uitgesneden consoles pronken aan de
wand. Vele moeten hun bestemming
nog krijgen en zijn door de ambachts
man zomaar gemaakt. Natuurlijk is
de vraag naar dergelijke produkten
niet meer zo groot als vroeger. Het
moderne meubilair is zo heel an
ders geworden zonder versierselen
en recht van stijl. Louis de Zwart ver
teld, dat hij momenteel nog wel op
drachten krijgt om bepaalde onder
delen van antieke meubels te repa
reren zoals de bekende „klauw-
pootjes"; soms valt een onderdeel
niet meer te herstellen en fabriceert
hij een geheel nieuw, in dezelfde
kleur.
Een weemoedige dag voor het
Mendel College, maandag, 's Avonds
gaat de schoolgemeenschap officieel
afscheid nemen van de paters R.
Uyterwaal en A. Vermeulen. Halver
wege het vorig schooljaar besloot het
schoolbestuur der Augustijner Scho
len, beide paters per 1 september
over te plaatsen. Het bestuur had
het St.-Laduinalyceum in Schiedam
overgenomen en van de andere scho
len moesten toen paters-leraren wor
den teruggetrokken om „Schiedam"
weer op gang te brengen. Er wer
den nogal wat functies gewisseld.
Pater Uyterwaal, sinds 1954 aan het
Mendel College verbonden waar hij
Frans doceerde, moest Haarlem ver
laten om in Schiedam conrector te
worden. Pater Vermeulen sinds 1955
leraar Nederlands aan het Mendel
College, vertrok in gelijke functie
naar het Thomascollege in Venlo.
Het vertrek van de beide paters
betekent de afsluiting van een tijd
perk voor het Mendel College, omdat
beiden voor een goed deel de huidige
sfeer van het College bepaalden. Dat
schrijft de rector, pater V. Hutjens,
in de nieuwe schoolgids. Hij heeft ge
lijk. Want de afscheid nemende pa
ters waren meer dan alleen maar le
raar Frans en leraar Nederlands. Zij
waren vóór alles priester en hun
werk op het Mendel College was
doortrokken van priesterlijke zorg.
De conrector in de jongensmond
ook wel „de père" geheten is de
grote, stuwende kracht geweest ach
ter de schoolbibliotheek. Hij verzorg
de als ieder ander aan niets an
ders wilde denken dan aan vakantie
vieren de studie-boekenbeurzen.
Pater Vermeulen, de Brabantse bon-
homme, was de bezielende stuwer
van de debatingclub die met een zui
ver begrip van de jeugd, de jonge
mensen stijl en beschaving bijbracht.
En beiden hebben onnoemelijk veel
zielzorgelijk werk verricht onder de
schoolbevolking. Tot laat in de avond
waren zij vaak nog op huisbezoek.
Het Mendel College zal ze missen.
Maandagavond zullen beide paters
officieel ten afscheid worden toege
sproken. Ook door de leerlingen zelf,
die het overigens niet bij woorden
zullen laten. De actrice Trins Snij
ders van het Rotterdams Toneel zal
met zang en voordracht dit afscheid
opluisteren. Om 9 uur die avond zul
len beide paters een open receptie
houden in het Mendel College. De
ouders van de leerlingen, de oud
leerlingen en hun ouders en zoveel
anderen die in de loop der jaren met
de beide paters te maken hebben ge
had, zullen van die gelegenheid ze
ker gebruik maken om hen dan ten
afscheid de hand te drukken.
imiiiiiiiiiiiiiiMimmiiiiiiiiiimiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiim
Louis de Zwart is vooral een ex
pert op het gebied van gapers. Hij
heeft er in de loop der jaren al ver
scheidene gemaakt en er staat er
zelfs een te pronken in de etalage
van zijn atelier. Enige tijd geleden
heeft hijer nog een geleverd aan
een drogisterij in Alkmaar.
Louis de Zwart houdt van zijn werk
en van zijn atelier. Hij woont nu al
bijna twintig jaar in de Witte Heren
straat en al die tijd zien voorbijgan
gers hem nijver bezig. Er zuilen
waarschijnlijk nog veel consoles, ga
pers, gipsafdrukken en klauwpoten
onder zijn handen vandaan kómen-
alleen al gezien de grote hoeveel
heid hout, die zijn atelier bergt.
HAARLEM, 30 sept. De Mariniers
kapel heeft zich weer present gemeld
voor Haarlem. Woensdag 11 oktober
treedt de Kapel 's avonds in de gemeen
telijke concertzaal voor het voetlicht,
voor de veertiende maal, en zij zal on
der leiding van de kapitein-directeur H.
C. van Lijnschoten een programma ver
zorgen, waarvan de baten ten goede
komen aan het Marine Sanatorium
Fonds. Het is weer de correspondente
voor Haarlem en omgeving, mevrouw
L. van der JagtBakker, die de nodige
voorbereidingen heeft getroffen, om het
concert naar traditie zo goed mogelijk te
doen slagen.
De bewonderaars van de Marinierska
pel komen ook dit jaar weer volop aan
hun trekken. Het programma vóór de
pauze zal uitsluitend bestaan uit stuk
ken, welke speciaal voor harmonie-or
kest zijn geschreven, zogenaamde oor
spronkelijke blaasmuziek. Een dergelijk
programma is helaas nog steeds een uit
zondering, omdat door de beperking van
het repertoire vele dirigenten bij de
samenstelling van hun programma hun
toevlucht moeten nemen tot overigens
verantwoorde bewerkingen. De Mari
nierskapel wil laten horen, welke rijke
klanknuanceringen en combinatiemoge
lijkheden van de vele registers met het
harmonie-orkest mogelijk zijn. Een
Bob Vos, de componist van het Concer
tino voor Es-clarinet.-
De kapitein-directeur van de Mariniers
kapel H. C. van Lijnschoten.
hoogtepunt moet de première zijn van
het Concertino voor Es-clarinet en har
monie-orkest van de Nederlandse com
ponist Bob Vos.
Dat werk moet een alleszins geslaagd
experiment genoemd worden, dat nage
noeg enig in zijn soort is, omdat de Es-
clarinet. welke als regel slechts enkel
of dubbel bezet is. normaal in een har
monie-orkest altijd wordt overheerst
door het veel grotere aantal Bes-clari-
netten. De componist heeft er daarom
naar gestreefd de orkestrale ondergrond,
zolang het solo-instrument klinkt, zo
sober mogelijk te houden. Solist is de
majoor-muzikant G. H. Smit.
Vóór de pauze zal nog worden uitge
voerd „La Fiesta Mexicana" van Owen
Reed, een stuk met vele contrasten, een
echt Mexicaans feest Na de patize is
het programma bijzonder gevarieerd.
Enkele veel gevraagde klassieke num
mers worden gespeeld, waarna de Kapel
Amerikaanse amusementsmuziek ten ge
hore brengt in de fantasie ..From Africa
to Harlem". Na enkele succesnummers
uit de Taptoe Delft 1961 wordt het pro
gramma besloten met de St. Louis Blues
March.