Sociëteit
TROU MOET BLIJCKEN
fraai gerestaureerd
voor
Nino Adami, Haarlemse Italiaan
Helen Krauss liet zich de kaas
niet van haar brood eten
Credietbank
HET SPAARNE
I DEFTIGE RUST IN WINKELSTRAAT
I Historisch pand in Grote Houtstraat
zetel van oude Rederijkerskamer
V er jaardagsgeschenk
voor missionaris
99
2°S"f jSSfW»
ZATERDAG 7 OKTOBER 1961
PAGINA 3
HAARLEM, 7 okt. De
grote restauratie van het he
renhuis Grote Houtstraat
115117, waar de sociëteit
„Trou moet blycken" huist,
is vrijwel achter de rug. Al
leen het raam rechts van het
sousterrein moet nog afge
werkt worden. Wanneer de
onderhandelingen met Monu
mentenzorg goed aflopen,
mag men verwachten dat het
werk begin november gereed
is. Daarmee zal dan een van
de laatste „woonhuizen" aan
de Grote Houtstraat voor
verval behoed zijn. Het huis
is een van de laatste getuigen
van de oude glorie van de
straat, toen daar nog huis aan
huis artsen en advocaten, no
tarissen en andere notabelen
woonden. Die tijd is niet eens
zo heel lang geleden. Mis
schien vijftig jaar. Sindsdien
hebben de winkeliers zich
daar gevestigd, nadat de no
tabelen met het toenemen
van het gemotoriseerde ver
keer zich een woning zoch
ten in rustiger gedeelden van
de stad zoals de Zuiderhout,
of in de randgemeenten. De
sociëteit „Trou moet blyc
ken" heeft zich in 1922 de
eigendom van het pand Grote
Houtstraat 115—117 kunnen
verwerven en al is het huis
dan niet meer al woonhuis in
gebruik, het heeft toch de sta
tigheid kunnen behouden van
het „gesloten huis" temidden
van de zich steeds moderni
serende winkelpanden.
De restauratie is geen spec
taculaire bezigheid geweest
voor de buitenstaander. Men
zal nauwelijks kunnen gelo
ven, dat er alleen al met de
restauratie een bedrag van
f 110.000 gemoeid is geweest.
Rijksmonumentenzorg heeft
daarin bijgedragen voor 50
de gemeeente voor 20
en de provincie voor 4
Dat betekende, dat het be
stuur van „Trou moet Blyc
ken" 26 van de restaura
tiekosten voor zijn rekening
moest nemen, maar boven
dien nog een niet onbelang
rijk bedrag moest bijeenbren
gen voor de werkzaamheden
die niet als restauratie, maar
als onderhoud aangemerkt
werden.
Trappenhuis
Verleden en heden
Historisch
- wa lm
pp
KRUISWEG 70
HAARLEM TEL. 13239
Huurkoopfinandering
op elk gebied
iiimiiiMiiiiiiiiiumiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimimiiimiiiiiiiiiiiimiiNiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiil
iTl 111 i 1111111111111111111111111111 M',111111111111111II1111111111111II11II111111IIIII11111111111111111II1111111111111111 111 i 1111111 11111111111111111111111111 i 11111111111111111Illllll
.v.v
illinium
Aanvankelijk had men de restauratie
kosten op ongeveer 50.000,- geschat,
maar tijdens de werkzaamheden kwa
men er zoveel zaken voor de dag, die
dring'end vernieuwd of verbeterd m0®s"
ten worden dat tenslotte meer dan het
dubbele nodig is geweest. Toch is dat
voor buitenstaanders nauwelijks te mer
ken. ,,De voorgevel is opnieuw gevoegd
en 'bijgewerkt" vertellen de heren P.
Hartman en A. Planting van het archi
tectenbureau prof. ir. H. T. Zwiers, on
der wiens leiding de restauratie werd
Uitgevoerd.
Dat opnieuw voegen betekent, dat al
le bestaande voegen moesten worden uit
gezaagd De voorgevel vertoonde aller
lei bulten en die moesten worden ver
wijderd De ramen met de grote ruit-
verdeling die uit de negentiende eeuw
stammen,'werden vervangen door ra
men met achttiende eeuwse kleine ruit-
verdeling.
De zandsteenlijst rond de voordeur en
de daarboven gelegen ramen, moest wor
den schoongemaakt: niet minder dan
56 verflagen moesten ervan worden ver
wijderd. Met olieverf is de lost daarna
opnieuw geschilderd. Toen de verflagen
eraf waren, bleek de lijst nog veel meer
sierprofielen te vertonen dan tevoren
mèt de verflagen het geval was.
De achtergevel is bijgevoegd- Er
werd opnieuw geschilderd. De grote
dakkapel aan de achterzijde moest com
pleet worden weggebroken en opnieuw
gebouwd, terwijl de kap van het gebouw
goeddeels vernieuwd moest worden, om
dat het dragend houtwerk volkomen
verrot bleek te zijn. De ruime goot on
derging een zelfde lot. Men was zicj}
aanvankelijk van de slechte toestand
niet bewust. Met vier man had men in
die goot gestaan om het dak te bekij
ken. Later bleek de massieve balk-goot
totaal verrot te zijn. Een der beide
schoorstenen moest worden rechtge
zet, terwijl de scheuren eruit gehaald
moesten worden.
Binnen is de grote zaal op de bene
denverdieping opnieuw geschilderd. Een
eenvoudig karwei, kan men zeggen.
Maar daarvoor moesten eerst de juiste
kleuren worden uitgezocht: een tijdro
vende bezigheid. Ook de grote trap
naar de bovenverdieping is opgeknapt.
Het is een zwaar eiken trap, die echter
bruin geschilderd was en van een rode
loper was voorzien. De restaurateurs heb
ben de trap nu helemaal schoongemaakt,
het oude eikenhout weer voor de
zodat het oua ig mtussen
da# verdwenen Het ruime trappen
hui 7s opnieuw gestucadoord
De koetsierswoning
onderhoud da,aNfG stond. De voor
de monumentenlijs Die voor_
gevel stond daar weer opnieuw
Bentveld-s Bouwbednif, d^ £b dnt
SS» precies In consciëntieus
af te werken.
De 43-jarige Nino Adami is Ita
liaan en zanger in hart en nieren.
Wij hebben hem dezer dagen opge
zocht in de Casa Nostra op het Don
kere Begijnhof in Haarlem het cen
trum voor „Haarlemse" Italianen
waar Nino drie avonden in de week
achter de bar staat en café espres
so en chianti schenkt. Alle Italianen in
óaarlem en omgeving kennen hem en
het zou trouwens niet anders kunnen
immers, Nino Adami zingt, elke mi-
nuut van de dag, overdag op zijn
werk bij de firma Enschede en des
avonds voor zijn Italiaanse collega's
n de Casa. Haast iedere avond ver
ast hij zijn donkere, zuidelijke vrien
den op een gratis concert en doet hij
.en met zijn klassieke of modern-po-
•ulaire Italiaanse liedjes het tikkel-
ie heimwee naar het zonnige zuiden
beetje vergeten. Nino Adami heeft
een prachtige volle tenorstem.
Aanvankelijk had hij in Italië bij het
publiek veel succes. Tientallen pla-
en zijn er van hem gemaakt, maar
iet wil echter met de verkoop niet
jrg vlotten. Volgens Nino is dat te wij.
en aan het grote aantal zingende con-
urrenten in Italië.
Het feit, dat er in Italië té veel so-
sten zijn, was voor onze Italiaan
e reden, dat hij het buiten zijn ge-
joorteland is gaan zoeken. Omstreeks
952 is hij op toernec gegaan en trad
lij op in Frankrijk, België, Duitsland
n Nederland. Vooral Nederland trok
ïem aan. Hij vertelde ons in zijn met
veel Italiaans gekruid Nederlands, dat
.,j vanal zijn vroegste jeugd met Ne-
.erlanders in aanraking is geweest,
.lino is namelijk geboren in Verona,
dat op ongeveer tien kilometer van
.iet Gardameer ligt... elke zomer trof
i hij rond het Gardameer Hollandse
j toeristen. Ook tijdens zijn toernee
door Europa waar hij optrad voor
de radio en in concerten zag hij
in, dat Nederland hem toch wei bij
zonder lag. De laatste jaren deed hij
vrijwel alleen Holland aan geduren-
j de zijn toernees.
Sedert een paar maanden is hij
„vast" in Holland, in Haarlem dus.
Hij is al dikwijls opgetreden hier, in
het concertgebouw. Verleden jaar bij
voorbeeld zong hij mee in de Re
quiem van Verdi onder leiding van
Albert de Klerk. „Toch ben ik slechts
een amateur. Ik zou graag beroeps
zanger willen worden, maar het loont
niet genoeg. Ik kan er niet van le
ven. Wél moet ik vertellen, dat ik
tegenwoordig weer veel opdrachten
krijg... ik ben niet voor niets naar
Nederland gegaan. Verleden week
heb ik nog Rossini gezongen in Os-
sendrecht voor de soldaten; ik zong
toen een solo-partij met het soldaten-
koor „De Beer" en voor de maand
november ben ik „vol geboekt" met
vier grote uitvoeringen, onder andere
in Rotterdam."
Nino Adami heeft momenteel een
functie bij het expeditie-bedrijf van
de firma Enschede; 's avonds staat
hij tegen een kleine vergoeding
drie maal in de week achter de bar
Op onze vraag, hoe hij er toe kwam
om dit baantje op zich te nemen, ver
telde hij, dat hij een van de weinige
Italianen in Haarlem is, die zowel de
Italiaanse als de Hollandse mentali
teit vat. Ook is hij een van de weini
gen, die redelijk goed Nederlands
spreekt; wél natuurlijk met de nodi
ge armzwaaibewegingen en druk ge
sticulerend, maar verstaanbaar. Ni
no Adami heeft de Nederlandse men
taliteit en de Nederlandse taal voor
al zo vlug te pakken, omdat hij ver
loofd is met een Haarlems meisje.
Zij leert hem behalve de taal ook
de typische Hollandse eigenaardighe
den.
Het bevalt Nino uitstekend in Hol
land en hij prakkizeert er niet over
om naar Italië terug te gaan. „Ik
heb hier m'n werk, hier kan ik zin
gen en hier woont m'n verloofde. Zo
dra het kan gaan we trouwen". Ter
wijl we gloeiende, door hemzelf ge
serveerde espresso koffie drinken, zet
hij een van zijn platen op, een lied van
de bekende Italiaanse componist Be
nedetto Marcello. Wij horen er Italië
in. Natuurlijk.
llllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiiuH
Pater A. J. van Zonneveld is min
of meer een vreemde in Haarlem.
Geboortig uit Voorburg, vertoeft hij
nu in een onbekende omgeving, om
dat zijn vader in Haarlem woont. En
hij krijgt haast geen voet aan de
grond. Daarom halen wij hem hier
voor het voetlicht. Na zeven jaren
missie-arbeid is hij nu op vakantie in
Nederland, maar 24 oktober gaat hij
terug. Niet naar zijn vertrouwd werk
gebied, Morogoro in Tanganyika, maar
Waarschijnlijk tot het eind van de 17e
of het begin van de 18e eeuw hebben de
Pelikanisten zoals de leden van de
kamer werden genoemd naar hun bla
zoen: een pelikaan die zich de borst
openpikt om haar jongen te voeden
een rederijkerskamer gevormd, die re
gelmatig toneel spelend naar buiten op
trad. Meest geschiedde dat op de feest
dag van St. Jan (24 juni). Toen werd
de kamer onder de zinspreuk „Trou
moet blycken" sociëteit, maar enkele
restanten uit de rederijkerstijd zijn tot
op de huidige dag bewaard gebleven.
De bestuursleden worden nog al
tijd „hoofden" genoemd en hun
functies worden aangeduid als „key-
zer", „Prins", „eerste en tweede
vinder", „fiscaal" en „vaandrig" (be
stuurslid). Nog altijd schrijft de „fac
tor" een functie die eens bekleed
werd door Pieter Langendijk zijn
jaarzang, die tijdens de nieuwjaarsbijeen
komst wordt voorgedragen. Nog altijd
zitten de „broeders" eind november
aan aan de St. Katharijnemaaltijd en
nog altijd wordt de sociëteitsbediende
aangeduid als „knecht".
Het huis van Trouw omvat een rijke
verzameling herinneringen aan het ver
leden: blazoenen van collega-rederij
kerskamers verzameld tijdens het be
roemde landjuweel van 1606, oude schil
derijen en handschriften van tal van
door leden geschreven toneelspelen.
Maar de leden komen er niet meer
bijeen om zich te vermeien in de scho
ne kunst der letteren. Zij zoeken er de
rust, die het drukke leven van vandaag
zozeer nodig maakt. Maar het socië
teitsleven gaat achteruit, vertrouwt de
Temidden van de rijen winkel- en za-
kenpanden in de Grote Houtstraat staat
het statige huis van de sociëteit „Trou
moet blijcken". Het is een laatste over
blijfsel van de deftige glorie van de
Grote Houtstraat omstreeks vijftig jaar
geleden, toen daar nog huis aan huis
de Haarlemse notabelen woonden. Het
indrukwekkende pand van de sociëteit
is thans geheel gerestaureerd. De prach
tige zandsteenlijst rond de deur en het
raam daarboven is van alle verfsmetten
vrijgemaakt en de voegen in de gevel
zijn uitgebikt en bijgewerkt. Onmiddel
lijk rechts van de sociëteit: de gevel van
het voormalige koetshuis.
huidige keyzer. mr. A. Beets, ons toe
De leden zijn in het dagelijks leven te
druk bezet. Zij reizen voor hun zaken
over de hele wereld en vinden te zelden
de gelegenheid om in de sociëteit te
komen. Vooral is het moeilijk de jon
geren aan te trekken, omdat vooral zij
veel uitstedig zijn.
Maar de, keyzer heeft goede hoop, dat
het gerestaureerde huis gastvrij genoeg
zal blijken om de „broeders" weer aan
te trekken. Men heeft ontspanningsmo
gelijkheden genoeg; men kan er rustig
praten; men kan er gasten ontvangen en
straks zal het mogelijk zijn te wandelen
in een fraaie tuin. Die tuin een heer
lijk rustige plek temidden van het druk
ke stadsleven biedt overigens nog on
gekende mogelijkheden; men zou er be
perkte openluchtconcerten of voordracht
avonden kunnen geven in de zomer
maanden.
Het huis van Trou moet Wycken^
is een historisch pand. Het moei m
het begin van de w#rd
bouwd zijn, maar de ,deu[.P^
in de achttiende, eeuw ingi UPe"d gew"
zigd. Het is altijd een deftig nh®re?.," b
geweest, waarin vwraanstaamte het
lies gewoond moeten hebben. Het
laatst bewoond geweest door de familie
Quarles van Ufford, die het in het
gin van de twintiger jaren van dez
eeuw verkocht aan de sociëteit >>ir°
moet blycken" voor een bedrag van
ƒ75.000,-. De „broeder" van de socië
teit, architect J. van den Ban, neen
toen de woning tot sociëteit verbouwd
voor 34.600,-.
„Trou" was in het begin van deze
eeuw in financiële moeilijkheden ge
raakt. In 1919 besloot men het sociëteits
gebouw op de hoek van de Grote Markt
en de Grote Houtstraat dat in 1880
door de sociëteit gebouwd was aan
de gemeente verkocht, terwijl boven
dien de buitensociëteit (het tegenwoor
dige „Dreefzicht") aan de gemeente
werd overgedragen.
Waar „Trou moet blycken"
waarschijnlijk in 1503 als rederijkerska
mer gesticht aanvankelijk gezeteld
heeft, is niet met zekerheid bekend. In
1609 blijkt de rederijkerskamer in een
pand aan de Lange Veerstraat te heb
ben gezeten. Op een gegeven moment,
moet men daar weggetrokken zijn,
want in 1679 is de kamer gezeteld in
twee percelen aan de Lange Begijnen
straat. Al in 1787 verhuisde de sociëteit
naar de hoek van de Grote Markt, waar
in 1880 een nieuw gebouw werd neer-
gezet.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIllllllllllllllUIIIIHIllllllllllUIIIIIIIUIUIIIHUIIIMIlllilllllllllll
Op nauwelijks een meter afstand van het drukke stadsverkeer: de rust van de
sociëteit „Trou moet blycken". Oude meubels, oude gobelins, een tapijt waarin
ieder geluid van voetstappen wordt gesmoord.
Dezer dagen hebben wij bericht,
dat de tien Nederlandse kaasmeisjes,
die een half jaar lang in vele plaat
sen in Engeland en Schotland pro
paganda hebben gemaakt voor onze
Nederlandse kaas, in Nederland zijn
teruggekeerd. Een van hen, de slan
ke en blonde Helen Krauss uit Haar
lem, zit nu weer rustig thuis zonder
'n bord met kaas. „Gek" zegt ze, „de
laatste tijd verlangde ik echt naar
huis. Dat iedere week koffers pak
ken ging mij zo de keel uithangen.
Ik heb gezegd, als ik het eerste jaar
nog mijn koffer zou moeten pakken,
vraag ik het mijn moeder of mijn
zusjes."
Helen had, evenals 400 andere
meisjes, geschreven op een adver
tentie van het Nederlands Zuivelbu-
reau, nu bijna een jaar geleden. „Ik
heb echt geboft met mijn uitverkie
zing," zegt ze. Op 3 april, Paasmaan
dag, vertrokken de tien „Dutch Chee
se girls" naar Dundee, waar de
Scottish Food Exhibition werd gehou.
den. Daar was een Hollandse stand
ingericht, compleet met windmolen.
,Ik ben blij, dat we met een tentoon
stelling begonnen zijn. We werkten
daar met ons zessen en hadden dus
wat steun aan elkaar. In het begin
was het allemaal zo vreemd en we
voelden ons onwennig in ons kaaspak
je en met onze mutsjes, waar je haar
zo vreselijk van ging zitten", vertelt
Helen. Een half jaar lang trokken
de kaasmeisjes hierna iedere maan
dag naar een andere plaats, waar zij
de hele week met kaas demonstreer
den, kaas lieten proeven en kazen ver
kochten. Natuurlijk moesten zij hei
goede voorbeeld geven en kaas eter
„Dat vond ik niet erg, ik ben gek
op kaas vertelt Helen. Ook proefde
ik veel kaassoorten, die daar ver
kocht werden, want de mensen vroe
gen vaak: „Hoe smaakt het, waar
lijkt het op?"
s Maandags reisden de kaasmeis
jes per trein eens zelfs zestien uur
achter elkaar naar warenhuizen
en winkelsTh een andere plaats. Zij
droegen dan hun pakje, waarbij
zwarte pumps hoorden. Natuurlijk
hadden wij veel bekijks en kwamen
vele vragen, zo als: Waar zijn mi
klompen? Is dit het nationale cos-
tuum? „De mensen waren vriende
lijk tegen ons, evenals de pers. De
persfotografen hadden vaak een leuk
en origineel idee, zoals bijvoorbeeld
allemaal arm in arm op de camera
toelopen. We vertelden dan maar niet
dat wij al tienmaal zo gefotografeerd
waren," vertelt Helen lachend. De
avonden en de weekends waren de
meisjes vrij. Ook kregen zij tweemaal
een week vakantie. „We hebben na
tuurlijk een heleboel bezocht en be
keken. Ook kregen wij wel uitnodi
gingen van Nederlanders, die in
Engeland woonden. Ja", zegt Helen,
„ik heb geen spijt van dat half jaar.
Ik zou het voor geen geld hebben
willen missen. We hebben veel ge
zien, veel gelachen er was een pri
ma sfeer, dat is ook nog een grote
vraag als je met negen wildvreemde
meisjes zo'n tijd samen weggaat
en enorm veel geleerd. Dat Is niet op
papier te schrijven. Ik heb er tact
en mensenkennis opgedaan. Dat is
juist zo grappig. De vrouw van de
schillenboer stond aan een stukje
kaas te knabbelen, terwijl daarnaast
lady Zus-of-zo met precieuze geba
ren kaas proefde. Ik werd kundig in
het beantwoorden van de meest vreem
de vragen en leerde dat je je het kaas
niet van je brood moet laten eten."
Helen was het reizen en trekken
overigens wel gewend. Zij is op Cu
rasao geboren en heeft daarna nog
in ettelijke plaatsen in Nederland ge
woond, omdat haar vader, die bij
de Marine is, om de drie jaar werd
verplaatst. De laatste vijf jaar wo
nen haar ouders in Haarlem, maar
Helen is er niet veel geweest. Toen
zij hier pas woonde zij was toen
achttien vertrok zij met vrienden
van haar ouders naar Australië, waar
:-f-A
1PM»
in een ander gebied, afgescheiden van
het bisdom Moski, waar Afrika's hoog
ste berg, met eeuwige sneeuw op de
toppen, gelegen is.
In de voorbije zeven jaren heeft
pater Van Zonneveld heel wat er
varingen opgedaan. Hij weet mee te
praten over het primitieve vervoer
dat bijzonder tijdrovend is. Het trans
port moet gebeuren door dragers, die
meestal moeilijk te krijgen zijn.'Een
voertuig zou uitkomst brengen. Lange
voettochten moeten gemaakt worden
om huis- en ziekenbezoek te doen. Er
moeten vele scholen gebouwd wor
den. De neger wil naar school, zo niet
bij de christenen dan bij de islamie
ten. Het voedsel is zeer schaars, de
meeste mensen in zijn missie zijn on
dervoed. Ziektes blijven dus niet uit.
De nood is groot. Er moeten medicij
nen zijn en ziekenhuizen. In het ge
bied, waar hij nu gaat werken, is
vrijwel nog geen kerk. Ook daar moet
aan gewerkt worden.
In kort bestek geven wij het relaas
van deze missionaris weer. Hij is hard
bezig geweest geld in te zamelen,
maar hij heeft vrijwel geen voet aan
de grond gekregen. Inderdaad, er
wordt zo ontzettend veel gevraagd en
er wordt ontzettend veel gegeven
Maar ook hij mag niet met lege han
den „naar huis gaan". Vrijdag 13 ok
tober is hij jarig. Dan moet hij een
geschenk hebben. Laat hem niet van
een zonneveld in een regenveld ko
men. Wie voor een goede verjaardag
van deze missionaris wil zorgen kan
een gift afgeven aan het adres
Oudaenstraat 10, Haarlem-Noord, of
G'tqi iSaVe Üitor™" op giro-nummer
5J2J11 van de Missieprocuur der Pa
ters van de H. Geest te Halfweg, met
vermelding Pater Van Zonneveld.
zij vier jaar bleef. vandaar haar
vloeiende Engels. „Van het een komt
het ander", zegt Helen nadenkend,
„door die vier jaar Australië werd
ik waarschijnlijk kaasmeisje en mis
schien vind ik door mijn „kaasmeis
jes-ervaring" wel weer een andere
baan. Ik zou wel ergens receptioniste
willen zijn of een kantoorbaan lijkt
me ook wel, liefst in Haarlem, dicht
bij huis. Ik wil nu echt eens een beetje
honkvast worden."
(Advertentie)
Persoonlijke en discrete
behandeling