RAPHAEL
Actie „Zo goed als nieuween
groot succes
coverfluid
Achterbuurt=da
ne
van
erin
D
LEER LEENT ZICH VOOR
CADEAUS
Moderaadgeefster in Parijs
een moeilijk beroep
LEVEN OP „DE VUILSTE VUILNISBELT"
Papier om te schrijven vond
zij tussen de afval
GOED
GEKLEED
GAAN
Helena Rubinstein's
Hoe onderhoud
ik mijn huis
1 1
Meis j es-mi gr anten
in Amsterdam
Zij, die iets van de hand
willen doen, en dege
nen, die maar weinig
voor hun garderobe
kunnen uitgeven, vin
den elkaar in het
Amsterdamse Bellevue
Kloosters maken
zich hekend
DONDERDAG 26 OKTOBER 1961
PAGINA 11
Eau de toilette
uit^u^^r&da^deiing
De meeste vrouwen rommelen
graag in kleren, vooral als
ze denken, dat er koopjes
te halen zijn. Dat verklaart het
succes van onderhandse kleren-
verkopen, zoals met name in
Amerika en Engeland worden
gehouden ten bate van een of an
der goed doel.
Dat idee is precies twee jaar
geleden overgenomen door de
U.V.V., die in Amsterdam elke
eerste en derde vrijdag van de
maand een klerenin- en verkoop
houdt in een der benedenzalen van
Bellevue. Het is een enorm suc
ces en er is een zo grote toeloop
op die dagen, dat de vijfentwintig
U.V.V.-sters het soms nog maar
net aankunnen.
Het is een dubbele bedrijvig
heid, want er komen vrouwen met
grote gevulde koffers vol kleren
die ze kwijt willen en er komen
vrouwen van jong tot oud, van
alle wijken uit de stad en ook van
daarbuiten, om te neuzen of ze
iets van hun gading kunnen vin
den. Dat deze klerenactie de
naam „Zo goed als nieuw" kreeg,
bewijst al, dat er alleen volstrekt
gave, schone en „goede" kleren
voor de tweedehands verkoop
worden geaccepteerd.
„Staalmeesters'
Sociale inslag
at een vrouw een dagboek
schrijft om zich te uiten en
haar gevoelens te ontladen
in een persoonlijk tête a tête met
het papier, is niets bijzonders.
Maar dat een Braziliaanse nege
rin uit de ergste achterbuurt van
Sao Paulo, die niet meer ontwik
keling heeft dan van twee jaar
lagere school, haar leven van dag
tot dag vastlegt in schriften, die
ze in de vuilnisbakken vond, is
opzienbarend.
begint met
Een nog heel goede jas, voor „geen geld
PWl
tW"
Imp. VIPARCO N.V. Den Hm*
KLERENDAG RIJ U.V.V.
Advertentie
E>c nieuwe tint Coverfluid Aurore Dorée
overtreft uw schoonste verwachtingen.
Met de nieuwe tint
'•Aurore Doréetoont f .T||
Coverfluid u opnieuw
zijn prachtige kwalitei- U
Coverfluid bezit de
macht uw huid een tint ft.,?-jl>"fll
en matheid te geven die
de natuur haar niet ver-
beteren kan. Coverfluid f :f
is een romige emulsie, f g 13
vocht-inbrengend, dun, -S H
soepel en onzichtbaar, j
gemakkelijk op te bren- J S -S
gen en matter dan iede-
re poeder.
V zult constateren, dat
uw make-up uren later
even gaaf is als toen u covertluid
haar opbracht, niet T
plakt of koekt, on
zichtbaar is en dat u
de gehele dag uw mooie matte tint be
houdt. Coverfluid stelt u in staat een
make-up aan te brengen, die tot dus
verre alleen door een ervaren schoon
heidsspecialiste kon worden bereikt.
Met de nieuwe kleur „Aurore Dorée
Gecombineerd met lipstick „Rose Auro-
re" zal uw make-up prachtig harmonië
ren met de kleuren van uw winter-
garderobe.
Onlangs verscheen bfj het Bouw
centrum te Rotterdam een boek
je: Hoe onderhoud ik mijn huis?
De aanleiding tot het samenstel-
v! daarvan was de tentoonstelling
"Muis aan huis" over onderhoudspro-
'ernen die in het Bouwcentrum werd
«eftouden. Tijdens deze tentoonstelling
eek namelijk dat er grote behoefte
dat terrein11 eemoU(''ge voorlichting op
tekeningen laten duidelijk
f Vu°r rekening van de eige
naar is en welke onderhoudswerkzaam
heden de huurder zelf dient te laten ver
richten. Eén ding wordt de lezer al
gauw duidelijk, namelijk dat de groot
ste vijand van een huis het vocht is.
•Hout, ijzer, verf en gewapend beton,
al deze materialen worden door vocht
aangetast. Een vochtige ruimte is on
bewoonbaar en daarom dient men ai
res in het werk te stellen om te veel
Vocht te vermijden. Een gezin van vier
Personen produceert per week 41 liter
V'ater. Koken kost twee liter per keer,
afwassen een halve, baden een kwart,
Weding wassen twee liter en tenslotte
Valt menselijke uitwaseming te stellen
vijf liter in de 24 uur. In dit boekje
«unt u vinden hoe dit vocht zo veel
Wogelijk af te voeren. Een centrifuge
Vermindert het vochtgehalte van het
}vasgoed wel, maar toch dient men zo
veel mogelijk buiten te drogen. Is het
onvermijdelijk, dat het binnen gebeurt
<Wn moet. men twee ramen tegen elkaar
"Pen zetten, zodat het vocht wordt af
gevoerd. Om theedoeken of andere
'eine stukjes wasgoed te drogen kan
n?en uitstekend gebruik maken nee,
tn^ Van de centrale verwarmingsradia-
ia' "Want daardoor wordt de verf-
ki„S aangetast, zodat er op den duur
el&wfP roestvorming bestaat van een
m ktrische doekendroger, die voorzien
i®' zijn van een drie-aderig snoer
wiiT randaarding. Een ventilator be-
het ool< groot nut in de keuken door
bii snel afvoeren van damp, ontstaan
hom n en afwassen, zodat verf en
RooL ter Plaatse niet vochtig blijven.
aant?»KS' i het bouwen van het huis
ook aeht, mogen nooit gesloten zon,
Ve?iet in de winter,
draad geeft dit boekje nog een lei-
ren i,,-j90r het voorkomen van bevro-
Mocht gen en verstopte wastafels
U le2p er toch verstopping zijn dan kunt
is tp 1?oe dat in de meeste gevallen
stelip,. Wpen. Verder zijn de samen-
Van zlitV5n dit boekje geen liefhebbers
den y,; u-doen. Binnen schilderen vin
geven nog tot daar aan toe en daar
tenwer-v6 '°°k wenken voor, maar bui-
beuren Zlen ze liever door vaklui ge
hande" behangen moet je twee rechter
stenen ez'tten, anders is er geen be-
°bs nocr een i°nS maatje, die door
heeft t^iUeLv?or V°1 wordt aangezien,
dan wii TL TT "?og meer rollen geplakt
het ona2üu leven zullen doen. Over
steen TT urt van aanrecht en goot-
den in a voor soort vloeren en wan-
al de7n keuken het beste bevallen,
kunt n no? andere nuttige zaken
een gerin„ ?ea m dit werkje, dat voor
Bouwcent" edrag verkrijgbaar is bij het
G. S.-de W.
Men vraagt zich misschien af, waarom
de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers
dit werk begonnen is. Wat is het helpend
element bij deze „handel?" Op de aller
eerste plaats moet men bedenken dat
er, ondanks de welvaart, toch altijd nog
veel meer mensen zijn dan men opper
vlakkig zou menen, die maar heel wei
nig voor hun kleren kunnen uitgeven.
En daaronder zijn niet alleen huismoe
ders met een krappe beurs en gepensio
neerden. maar ook meisjes-studenten.
Mannelijke studenten ziet men regelma
tig komen om een smoking of een jas
te zoeken. Verder dient vermeld, dat
een kwart van de vastgestelde verkoop
prijs wordt afgezonderd voor het >>kle-
dingfonds", zodat de U.V.V. met alleen
In Amsterdam vestigden zich het vo
rig jaar iedere maand zowat 150
meisjes. Zij allen ontvingen van
de Vereniging ter Bescherming van
Meisjes een welkomstgroet, tevens be
doeld als eventuele uitnodiging om na
dere informaties in te winnen bijvoor
beeld over cursussen, die men zou wil
len volgen, of voor ander contact wan
neer daaraan behoefte zou zijn. Onder
de vrouwelijke immigranten in de hoofd
stad zijn er van velerlei nationaliteiten,
Franse .Duitse, Oostenrijkse, Zwitser
se, Belgische, Italiaanse, Engelse, Hon
gaarse, Spaanse, Poolse, Ierse, Surinaam
se, Zweedse en gerepatrieerde meisjes,
en van allerlei beroepen, serveersters,
mannequins, secretaressen, laboranten,
leraressen, stewardessen, kinderverzorg
sters enz.
Bijna vijfhonderd nieuw aangekome-
nen werden het vorig jaar op die wijze
voorzien van een adres, een informatie
of een advies, zo lezen wij in het jaar
verslag over 1960. Wij hopen dat de ver
eniging nu spoedig zal verder werken
onder de nieuwe, onlangs in uitzicht
gestelde naam: „Meisjes Belangen."
ll|lll||||||||MIIIIIIIIIIIIIIIII"lllllllllllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll"HI"m"IIIIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII!"l"l
bij plotselinge nood zoals brand of over
stromingen kleding kan verstrekken,
maar ook, bij daarvoor in aanmerking
komende gevallen regelmatig helpt om
een te schrale klerenkast aan te vullen.
Op zo'n koop-verkoop dat is het ont
zaglijk druk. Tussen half elf en drie,
de vastgestelde uren, stromen de „bren
gers" en de „halers" toe. In het zaal
tje, waar het gonst van de bedrijvig
heid, staat een aantal rekken, propvol
met mantels, met pakjes, met japonnen,
met rokken, alles soort bii soort, elk
stuk voorzien van een prijskaartje. De
maten hangen door elkaar, die moet men
dus zelf uitzoeken.
Er zijn ook enkele rekken met heren
jassen en pakken. Mannelijke kopers
voelen zich nier echter kennelijk minder
vrij dan de kiezende en keurende en met
elkaar overleggende vrouwen, die, dat
zit in de sfeer, het ook een gezellig on
deronsje vinden. Een oudere heer heeft,
versoholen achter het rek een overjas
aangeschoten en beraadslaagt met de
immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii
iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiMiiiiii
verkopende U.V.V.-ster, die hem wijst
•op de veel te lange mouw. De helpsters,
die dit werk tweemaal in de maand doen
zijn er langzamerhand helemaal mee
vertrouwd geraakt, maar het vraagt
toch van ieder de hele dag veel energie
en concentratie. Want vóór en na de
verkoop-uren zijn er nog het uitzoeken en
ordenen en administreren, terwijl de
„boekhoudster" er nog meer dagen werk
aan heeft, daar elk stuk naar twee kan
ten geldelijk verantwoord en afgewik
keld moet worden.
De voorraad rouleert constant. Wat
langer dan drie maanden hangt wordt
in prijs gehalveerd en als het na een
half jaar nog niet verdwenen is, wordt
degene aan wie het toebehoort, ver
zocht het terug te nemen. Het is dan
onverkoopbaar gebleken.
De ochtend, dat wij er rondneusden,
hebben wij verbaasd gekeken naar het
vele goed, dat werd aangeboden. Het
passeert een strenge rij van terzake
kundige U.V.V.-sters, de „staalmees
ters", zegt de voorzitster. Ze controleren
elk stuk, taxeren het op de verkoopbaar
heid en stellen meteen de prijs vast.
„Nee mevrouw", krijgt iemand te horen,
die een ogenschijnlijk keurig uitziend
herencostuum aanbiedt, „daar zit een
motgaatje". Het was haar ontgaan,
maar ze moet het pak weer mee terug
nemen.
Als de toeloop groot is zit de gang vol
met wachtenden, want zowel voor de
verkoop als voor de aankoop wordt tel
kens maar een handjevol tegelijk bin
nengelaten; anders zou men zich niet
meer kunnen roeren. Een jonge vrouw,
met modern kapsel, die de wachttijd
doodt met een sigaret, heeft naast zich
een varkensleren koffer. Daar komen
ongetwijfeld daarop wijst haar hele
allure goede dingen uit. Het is te be
grijpen, dat wie een welgevulde kleren
kast heeft en dikwijls nieuw aanschaft
hetgeen de sociale status kan mee
brengen zich op deze wijze van „goe
de stukken" ontdoet. Niet iedereen weet
PARIJS, oktober
De zomerse warmte van de maand
september heeft alle Parijzenaars
verheugd, behalve de winkeliers,
die dameskleding verkopen. Een
mooie nazomer en een koud voorjaar
zijn een strop voor de Parijse winkels.
Het overgrote deel van de klanten koopt
geen kleren als het die niet meteen kan
dragen. En een wintermantel was de
laatste tijd wel het allerlaatste kleding
stuk, dat men wilde aantrekken.
Alle vrouwen liepen tot voor kort met
een zomertailleur die in negenennegen
tig van de honderd gevallen van Cha
nel is. Stellig blijven de Chanelpakjes
nog jaren mode, omdat ze geheel aan
de tegenwoordige levensomstandigheden
zijn aangepast. De mode-raadgeefster
Hetzelfde bruine bont van het kraagje
komt als manchet onder de mouw uit
bij dit antracietkleurige pakje, waar
van rok en jasje naar onderen iets uit
lopen. (Ontwerp Marie Chasseng
van de „Printemps" zegt terecht, dat
een vrouw die een namaak Chaneltail-
leur draagt het gevoel heeft, dat ze zich
bjj Chanel kleedt, hetgeen ze niet heeft
als ze een kopie van een andere coutu
rier aantrekt. En al haar collega's zijn
het daarmee eens.
Het vak van moderaadgeefster
breidt zich overigens steeds uit. In
alle warenhuizen en modezaken, die
vrouwen uit de middenklasse als klan
ten hebben, is een moderaadgeefster
aan de staf verbonden. In Amerika be
stonden ze al lang, maar eerst na de
oorlog zag men hier in Parijs de
eerste mode-adviseuses verschijnen.
Ze hebben geen gemakkelijk werk
want ze staan tussen de inkopers, de
verkoopsters en de directie in. En
daar de eerste twee lang niet altijd
blij zijn met haar aanwezigheid, mo
gen ze zich absoluut niet vergissen.
Volgens de mode-raadgeefsters maken
deze winter de meeste kans om alge
mene mode te worden: de weinig klok
kende redingot, de tailleur, die opzij
sluit en een bijpassende shawl heeft, de
princessejapon en de wollen muts.
De Parisiennes zijn het daar niet hele
maal mee eens, tenminste niet wat de
redingote betreft, omdat pas twee jaar
pogingen gedaan worden om die aange
sloten mantel te lanceren en het ge
woonlijk vier jaar duurt voor een nieu
we lijn geaccepteerd wordt. Achter de
tailleur met zijsluiting zet de Parissien-
ne een vraagteken, omdat de tailleur
een kledingstuk is dat drie a vier jaar
in de mode moet blijven, dus noodge
dwongen klassiek moet zijn. Om de drie
iaar koopt een Parisienne meestal een
nieuw mantelpak. Aan het succes van
de princessejapon geloven ze wèl, om
dat dit model jong en oud staat, makke
lijk zit en bewegingsvrijheid geeft. Dit
laatste maakt dat ook de nieuwe rok
er in zal gaan. De populariteit van de
wollen muts zal geheel van het weer
afhangen. Een muts heeft nu eenmaal
het nadeel, dat hjj het kapsel in de
Het zwarte cocktail- of namiddag-ja-
nonnetje is met enthousiasme begroet,
{foor de ouderen omdat ze het in haar
jeugd ook droegen, en door de jonge
vrouwen omdat ze ogenblikkelijk zagen,
dat het enorm flatteert.
Verder menen de Parisiennes, dat
de puntige schoenen succes zullen bly-
ven hebben. Deze zijn trouwens iets min
der nuntig geworden, terwijl de vierkante
neuzen juist minder breed zpn, hetgeen
er od wiist, dat we naar schoenen met
ronde neuzen toegaan. Wat de laarsjes
betreft, die maken een goede kans, maar
ook dat zal van het weer afhangen.
DINY K.-W.
echter de geschikte manier om alle soor
ten kleren weg te geven, terwijl met dit
„overdoen" dat een sociale opzet heeft,
iedereen is gebaat. Welke vrouw vindt
het niet hinderlijk, als een goed kleding
stuk, dat verkeerd is gekocht, niet meer
staat of niet meer past, maar in de kast
blijft hangen?
Bij de truitjes, vesten en blouses, die
op een reuze hoop liggen met er achter
een gezellige dikke moederlijke „ver
koopster", staat een jonge vrouw heel
bedachtzaam iets te kiezen. Lijdzaam
staat haar man te wachten Bij de avond
japonnen zien we een van onze bekende
actrices, die een leerlinge van de To
neelschool een paar avondjurken voor
houdt. Een meisje, typisch een student
je, verdwijnt met drie cocktailjaponnen
in de pas-afdeling, waar al een stuk of
zes medekoopsters de ene grote spiegel
delen, wat ertoe brengt, dat men eikaars
raad vraagt. Het gaat er allergemoe-
delijkst toe en het is een onderonsje
waar iedereen plezier in heeft. Wie zich
de eerste of de derde vrijdag van de
maand naar Bellevue begeeft moet wel
geduld mee brengen, want de rij wach
tenden is soms aanzienlijk. 17 Novem
ber is er, behalve op de dag ook een
avondverkoop van zeven tot half tien,
om de werkende vrouwen, de mannen,
die overdag gebonden zijn, en de moe
ders, die pas rustig vah huis kunnen als
de man thuis is, ook een kans te geven.
Typisch vrouwelijk werk kan men
deze bemiddeling noemen, die een socia
le inslag heeft. Het is jammer, dat de
U.V.V. die wil helpen, zoals de Amster
damse presidente het uitdrukte, daar
„waar iets tussen de wal en het schip
valt", te kampen heeft met te weinig
medewerksters (men spreekt met van
leden). Het zijn altijd dezelfden, die
weer klaarstaan. Men zou graag wat
nieuwe jonge medewerksters aantrek
ken voor dit hulp-instituut, dat nu zes
tien jaar bestaat. Want in onze goed ge
organiseerde samenleving is er toch al
tijd nog spontaan op velerlei wijze te hel
pen. Hoeveel gezinnen zijn er niet ge
baat met de oppasdienst van de U.V.V.
En het rondbrengen van maaltijden bij
bejaarden is een vorm van elkaar hel
pen, die niet meer gemist kan worden.
Een weet u, dat U.V.V.medewerksters
zondags patiënten van een ziekenhuis
naar de verschillende kerkdiensten rij
den? Het is niet allemaal even. specta
culair, maar het is wel ingegeven door
de behoefte een ander vrijwillig zodanig
van dienst te zijn als de omstandighe
den van het ogenblik vragen.
Het helpend werk van de U.V.V.-sters
in de ziekenhuizen is precies wat deze
tjjd met schreeuwend tekort aan werk
krachten in ziekenhuizen broodnodig
heeft. Het is begonnen in Rotterdam in
het Havenziekenhuis, waar de UV.V.-
helpsters langs de bedden rondgingen
met een „winkel"wagentje waar van
alles te koop was van tandpasta tot
postzegels. Men zocht er bij voorkeur
medewerksters voor uit., die wat Noors
of Spaans konden praten met de zieke
zeelui van verschillende nationaliteit.
Die vorm van dienstverlening heeft zich
Uitgebreid tot andere ziekenhuizen, waar
de U.V.V.-sters ook portiersdienst ver
richten, voor de bloemen en planten zor
gen of de afwas doen in de afdelings
keuken. Al deze „rand-zorg" ontlast de
verpleegster en houdt haar vrij voor de
medische zorg.
Het ziekenhuiswerk van de U.V.V.
staat nog maar in de kinderschoenen,
al is in het Bussumse Diakonessenhuis
■door vaste U.V.V.-sters vorig jaar meer
dan drieduizend uren gewerkt, tot grote
wldoening^ van afle kanten^ njet i^he^t
A. Bgl. Een nog heel goede jas, voor geen geld".
mi
Carolina Maria de Jesus, een nu 47-
jarige negerin, wonend in de favela van
Sao Paulo, de houten-keten-buurt, heeft
jarenlang in vuilnisbakken gesnuffeld.
Ze leefde van wat het zoeken naar oud pa
pier en ijzer en afval haar opbracht. Met
het geld, dat dagelijks en ook wel
eens niet met een paar schrale dub-
Honger ts ook een leermeester. Wie honger lijdt leert te denken aan zijn naasten
en aan de kinderen." Dit schrijft Carolina in haar dagboek.
„min,,,,,hui
De welvaart maakt het leven niet
altijd makkelijker. De meeste
vrouwen hebben bijvoorbeeld te
genwoordig enige tassen tegelijk
in gebruik, waarvan de inhoud dan tel
kens verhuisd moet worden, wat steeds
aanleiding kan zijn iets over het hoofd
te zien. Daarvoor zagen wij een han
dige oplossing op de kleine expositie van
leren snuisterijen, tassen, koffers enz.
die de Stichting Lederwaren pleegt te
houden tegen dat de decemberfeesten
naderen. De oplossing heet de „porte-
tout" en is een open etui bestaande uit
louter vakjes, zodat men er wel tien
„Porte tout".
verschillende dingen in kan stoppen,
die men beslist niet kan missen. Poeder,
lippenstift, ballpoint, rijbewijs, beurs,
huissleutel kan men er in bergen en het
hele geval zó van de ene tas in de
andere verzetten.
Huissleutel-etuitjes zijn'er nu ook met
de „kleef"-sluiting, die men met één
ruk opent en die nooit hapert. Ook het
leer (of imitatie-leer), dat we in ons
leven meedragen, speelt mee met de
haast. Koffers zijl. berekend op haastig
pakken en haastig reizen. Omdat men
op de vliegvelden niet al te zachtzin
nig met de bagage omgaat, worden er
nu zeer sterke koffers gemaakt, die let
terlijk tegen een flinke stoot kunnen en
er dan toch keurig blijven uitzien. Er
zijn koffers met een inlegbak, die als
toiletnécessaire fungeert, en die, als
men de flesjes en potjes en borstels er
uit heeft genomen, op zichzelf weer een
klein formaat koffertje vormt. Een kof
fertje binnen een koffer dus, voor een
eventueel weekend-bezoek, dat binnen
een reisverblijf valt.
De handtassen zijn een tijd in de
hoogte gerekt geweest, nu zijn ze weer
aan de brede kant. Nappaleer, een
beetje geplooid aan de beugel gezet,
is het gangbare model voor deze win
ter. Nu plastic minder met imitatie
nerven wordt gefabriceerd, moet je
soms aan een tas of etui ruiken om
er achter te komen of het leer of
plastic is. Toch schijnt de vraag naar
echt leer weer toe te nemen, met na
me voor koffers. Hoe kan het anders
in een welvaartwereld, waar de een
niet onder wil doen voor de ander?
In varkensleer maakt men de meest
ondenkbare luxe-artikelen om cadeau
te geven aan iemand „die alles al heeft."
Bijvoorbeeld een aansteker lang als
'n meetlat, zodat men in gezelschap niet
meer ver behoeft te reiken. Een auto
bezempje (ook handig bij de haard)
heeft een varkensleren handvat, waar
van men een dop kan afnemen en dan
de holle ruimte gevuld vindt met een
opgerolde stofdoek. Voor automobilis
ten is het nieuwste voor klerenvervoer
de autozak-in-autozak. Dat is een twee
de zak met aparte vakken voor sokken,
overhemden, ondergoed, die in de auto-
zak voor japonnen en kostuums wordt
meegevouwen. Op de plaats van bestem
ming kan dan de binnenste zak afzon
derlijk worden opgehangen.
Aan handschoenen voor „achter het
stuur" wordt ook steeds meer aandacht
gewijd. De combinatie leer met gehaakt
wordt in talloze variaties uitgewerkt.
Mooier nog dan gehaakt is een open
werk in handklospatroon. Heel nieuw
is een grijze varkensleren herenhand
schoen met op de bovenhand een figuur
van ajour in een soort samentrek-werk.
Wat men al niet verzint om weer iets
„nieuws" te hebben!
beitjes binnenkwam, kon ze de honger
van zichzelf en haar drie kinderen maar
nauwelijks bestrijden. Tussen de afval
vond zij een schrift en hierin begon ze
haar aanklacht op te tekenen tegen het
harde leven in de favela met dagelijks
neergeschreven notities in een rond kin
derlijk handschrift. Een bladzijde van
haar dagboek, dat geschreven werd in
het Portugees, is afgedrukt in de zo
juist verschenen Nederlandse vertaling,
van J. van den Besselaar-Van der Kal
len, die onder de titel „Barak nr. 9" is
verschenen bij Van Loghum Slaterus,
Arnhem.
Op de achteromslag van het boek, dat
in Brazilië een best-seller is geworden,
kijkt de negerin-schrijfster u aan met
een blik van iemand, die diep heeft ge
leden, maar zich door een hard leven
niet heeft laten terneerslaan. De dag-
"boekfragmenten, die 175 bladzijden be
slaan, lopen tussen de jaren 1955 en
1960. De meedogenloze hardheid van
haar leven wordt op de eerste bladzijde
getekend: „15 juli 1955. Verjaardag van
mijn dochtertje Vera Eunice. Ik heb
een paar schoenen voor haar in de vuil
nisemmer gevonden". En op de laatste
pagina: „1 jan. 1960. Ik stond om vijf
uur op en ging water halen". En een
notitie daar vlak voor: „Het ergste dat
er in de wereld bestaat is honger". Dit
zijn de thema's die uit geen der tussen
liggende bladzijden wijken: de armoede
het ploeteren en de honger.
Gelukkig heeft de vrouw met haar
drie kinderen nu geen honger meer
want een journalist heeft haar dag
boek gepubliceerd; ze woont nu in wat
ze altijd gewenst heeft: een stenen
huis en ze kan haar kinderen een be
tere opvoeding geven. Maar vóór het
dagboek in de openbaarheid kwam
woonde Carolina in de favela van de
Tietê buiten Sao Paulo op een mod
derig terrein waar stinkende afval
en bedorven voedingsmiddelen wer
den weggeworpen door de industrie
en door een vleeswarerrfabriek. Ze
woonde in een nauwe houten keet
met een gat als raam en een dak van
karton waardoor de regen heen sie
pelde. Als ze uitgeput door het sjou
wen met de zware balen oud papier
op haar bed neerviel had ze geen rust
door de vlooien. Vervuiling, ontbering,
stank, permanente honger, boosaar
digheid, ruzies en vechtpartijen, la
waai van radio en echtelijke twisten
midden in de nacht, dat is de hel
waarin Carolina leeft. Mannen vrou
wen en jonge jongens bedrinken zich
om de ellende te vergeten en zelfs de
kinderen zjjn er getuige van de ont
luistering, waartoe de brute begeerte
de mens brengt.
Carolina heeft twee zoontjes en een
dochtertje van drie verschillende man
nen zoals de fragmentarische gegevens
over haar levensloop in de inleiding ver
melden. Ze wil haar kinderen weghou
den van het kwaad; ze waakt over ze en
ze heeft soms geen rust als ze lang weg
moeten zfln om afval te zoeken en het
te verkopen. Waarom heeft deze vrouw
geen ander werk kunnen vinden vraagt
men zich af en hoe is deze zeer ver
standige kordate levenswijze en be
gaafde vrouw in deze wereld terecht ge
komen waar ze zich „ontwaard" voelt?
Want ze houdt van wat goed en mooi
is, ze is gevoelig en op een primitieve
manier dichterlijk. Ze schrijft eens dat
er niets heerlijkers voor haar is dan in
een boek te bladeren. Ais ze een mooie
tuin ziet in de dure stadswijken ver
geet ze haar ellende en als ze eens een
zak bedorven levensmiddelen in de ri
vier ziet gooien schrijft ze; „Ik was ja
loers op de vissen die niet hoeven te
werken en het toch goed hebben".
Uit haar rake opmerkingen spreken
een grote evenwichtigheid en levens
wijsheid. Als een pater komt preken en
zegt dat alle lijden met berusting ge
dragen moet worden schrijft ze: Als
pater L. zijn kinderen bedorven levens
middelen zag eten dan zou hjj wel in
opstand komen want de opstandigheid
komt voort uit bittere ellende". Maar
zij constateert zonder zelf door haar
opstandigheid uitgehold te worden.
Het blijft enigszins vaag hoe deze bij
zondere vrouw in dit leven is. terecht
gekomen waarin zjj alleen verder tobt
om een zo goed mogelijke moeder te
zijn voor haar drie kinderen met wan
trouwen tegen de mannen. Van iemand
die zojuist uit Brazilië is teruggekeerd
en Carolina daar voor de televisie heeft
gezien hoorden wij dat ze voor de tele
visie vertelde door haar man indertijd in
de steek gelaten te zijn. Misschien ver
klaart dat iets meer hoe deze vrouw
voor wie men bij lezing van haar dag
boek groeiend respect en sympathie
voelt tot het leven in de favela is afge
zakt.
De stijl van het dagboek is primitief
in de voortdurende herhaling van: „Ik
stond op, ik ging water halen, ik kocht
brood, ik had honger". Maar daartus
sen door treft het telkens door een ver
rassend inzicht of een rake opmerking.
Ongetwijfeld zal haar woordkeus wel
wat bijgeschaafd zijn bij het passeren
eerst van de kritische lezing door de
journalist die haar ontdekte en wellicht
nog eens door de vertaalster. Maar de
waarde van het boek is dat iemand van
buitenaf nooit zo indringend als door
deze monotone herhaling, dag in dag
uit de meedogenloze ellende die in dit
soort achterbuurten heerst kan mee
delen via het geschreven woord. Als
men deze bladzijden vol misère beëin
digd heeft is men blij te weten dat ten
minste deze vrouw met haar drie kin
deren nu in betere omstandigheden ver
keert. Maar er zijn er nog veel te veel
die met hun kinderen moeten blijven
leven op „de vuilste vuilnisbelt die er
in de wereld bestaat".
A. Bgl.
Advertentie
dern
nen,
ken.
oelmatige publiciteit is aan de or
de van de dag. Ook religieuze con
gregaties doen er aan mee, te-
recht. Zjj laten min of meer mo»
uitgevoerde brochures verschij-
om hun streven bekend te ma-
j T°, ontvingen wjj van de zusters
der Orde van de Visitatie te Tilburg,
een boekje getiteld „Verborgen in Gods
liefde De orde der Visitandinen be
staat 350 jaar en heeft 200 kloosters
over de hele wereld, waaronder slechts
één in Nederland, in Tilburg. Het werd
in 1885 gesticht vanuit Duitsland. De
stichter van de orde, Franciscus van
Sales, heeft volgens de brochure de
levenswijze der zusters zo ingericht
„dat deze voor de sterken niet te zacht
en voor de zwakken niet te streng zou
zijn
Behalve vele foto's, die het besloten
bestaan der zusters in beeld brengen
is ook de dagorder afgedrukt. Het doorl
breken van de reserve, wat ook de foto
doet van het interieur van een klooster
cel (zoals men die tegenwoordig vrij
moedig gepubliceerd vindt in dit soort
vlugschnftjes) is alleen maar reëel in
deze tjjd, waarin een jonge vrouw dia
nog éen vraagteken heeft staan achter
haar toekomstideaal, wil weten wat het
kloosterleven, ook materieel, inhoudt
En de behoefte zich bekend te maken
die in de kloosters tegenwoordig tot dit
soort publikaties aanzet, steunt toch
vooral op de hoop er de aanwas mee
te versterken. Het brochuretje is te ver-
stTa|etn5bVlburgSitandlnen' B' Zw«Sen*
A. Bgl.
Advertentie