RAPHAEL Actie „Zo goed als nieuween groot succes coverfluid Achterbuurt=da ne van erin D LEER LEENT ZICH VOOR CADEAUS Moderaadgeefster in Parijs een moeilijk beroep LEVEN OP „DE VUILSTE VUILNISBELT" Papier om te schrijven vond zij tussen de afval GOED GEKLEED GAAN Helena Rubinstein's Hoe onderhoud ik mijn huis 1 1 Meis j es-mi gr anten in Amsterdam Zij, die iets van de hand willen doen, en dege nen, die maar weinig voor hun garderobe kunnen uitgeven, vin den elkaar in het Amsterdamse Bellevue Kloosters maken zich hekend DONDERDAG 26 OKTOBER 1961 PAGINA 11 Eau de toilette uit^u^^r&da^deiing De meeste vrouwen rommelen graag in kleren, vooral als ze denken, dat er koopjes te halen zijn. Dat verklaart het succes van onderhandse kleren- verkopen, zoals met name in Amerika en Engeland worden gehouden ten bate van een of an der goed doel. Dat idee is precies twee jaar geleden overgenomen door de U.V.V., die in Amsterdam elke eerste en derde vrijdag van de maand een klerenin- en verkoop houdt in een der benedenzalen van Bellevue. Het is een enorm suc ces en er is een zo grote toeloop op die dagen, dat de vijfentwintig U.V.V.-sters het soms nog maar net aankunnen. Het is een dubbele bedrijvig heid, want er komen vrouwen met grote gevulde koffers vol kleren die ze kwijt willen en er komen vrouwen van jong tot oud, van alle wijken uit de stad en ook van daarbuiten, om te neuzen of ze iets van hun gading kunnen vin den. Dat deze klerenactie de naam „Zo goed als nieuw" kreeg, bewijst al, dat er alleen volstrekt gave, schone en „goede" kleren voor de tweedehands verkoop worden geaccepteerd. „Staalmeesters' Sociale inslag at een vrouw een dagboek schrijft om zich te uiten en haar gevoelens te ontladen in een persoonlijk tête a tête met het papier, is niets bijzonders. Maar dat een Braziliaanse nege rin uit de ergste achterbuurt van Sao Paulo, die niet meer ontwik keling heeft dan van twee jaar lagere school, haar leven van dag tot dag vastlegt in schriften, die ze in de vuilnisbakken vond, is opzienbarend. begint met Een nog heel goede jas, voor „geen geld PWl tW" Imp. VIPARCO N.V. Den Hm* KLERENDAG RIJ U.V.V. Advertentie E>c nieuwe tint Coverfluid Aurore Dorée overtreft uw schoonste verwachtingen. Met de nieuwe tint '•Aurore Doréetoont f .T|| Coverfluid u opnieuw zijn prachtige kwalitei- U Coverfluid bezit de macht uw huid een tint ft.,?-jl>"fll en matheid te geven die de natuur haar niet ver- beteren kan. Coverfluid f :f is een romige emulsie, f g 13 vocht-inbrengend, dun, -S H soepel en onzichtbaar, j gemakkelijk op te bren- J S -S gen en matter dan iede- re poeder. V zult constateren, dat uw make-up uren later even gaaf is als toen u covertluid haar opbracht, niet T plakt of koekt, on zichtbaar is en dat u de gehele dag uw mooie matte tint be houdt. Coverfluid stelt u in staat een make-up aan te brengen, die tot dus verre alleen door een ervaren schoon heidsspecialiste kon worden bereikt. Met de nieuwe kleur „Aurore Dorée Gecombineerd met lipstick „Rose Auro- re" zal uw make-up prachtig harmonië ren met de kleuren van uw winter- garderobe. Onlangs verscheen bfj het Bouw centrum te Rotterdam een boek je: Hoe onderhoud ik mijn huis? De aanleiding tot het samenstel- v! daarvan was de tentoonstelling "Muis aan huis" over onderhoudspro- 'ernen die in het Bouwcentrum werd «eftouden. Tijdens deze tentoonstelling eek namelijk dat er grote behoefte dat terrein11 eemoU(''ge voorlichting op tekeningen laten duidelijk f Vu°r rekening van de eige naar is en welke onderhoudswerkzaam heden de huurder zelf dient te laten ver richten. Eén ding wordt de lezer al gauw duidelijk, namelijk dat de groot ste vijand van een huis het vocht is. •Hout, ijzer, verf en gewapend beton, al deze materialen worden door vocht aangetast. Een vochtige ruimte is on bewoonbaar en daarom dient men ai res in het werk te stellen om te veel Vocht te vermijden. Een gezin van vier Personen produceert per week 41 liter V'ater. Koken kost twee liter per keer, afwassen een halve, baden een kwart, Weding wassen twee liter en tenslotte Valt menselijke uitwaseming te stellen vijf liter in de 24 uur. In dit boekje «unt u vinden hoe dit vocht zo veel Wogelijk af te voeren. Een centrifuge Vermindert het vochtgehalte van het }vasgoed wel, maar toch dient men zo veel mogelijk buiten te drogen. Is het onvermijdelijk, dat het binnen gebeurt <Wn moet. men twee ramen tegen elkaar "Pen zetten, zodat het vocht wordt af gevoerd. Om theedoeken of andere 'eine stukjes wasgoed te drogen kan n?en uitstekend gebruik maken nee, tn^ Van de centrale verwarmingsradia- ia' "Want daardoor wordt de verf- ki„S aangetast, zodat er op den duur el&wfP roestvorming bestaat van een m ktrische doekendroger, die voorzien i®' zijn van een drie-aderig snoer wiiT randaarding. Een ventilator be- het ool< groot nut in de keuken door bii snel afvoeren van damp, ontstaan hom n en afwassen, zodat verf en RooL ter Plaatse niet vochtig blijven. aant?»KS' i het bouwen van het huis ook aeht, mogen nooit gesloten zon, Ve?iet in de winter, draad geeft dit boekje nog een lei- ren i,,-j90r het voorkomen van bevro- Mocht gen en verstopte wastafels U le2p er toch verstopping zijn dan kunt is tp 1?oe dat in de meeste gevallen stelip,. Wpen. Verder zijn de samen- Van zlitV5n dit boekje geen liefhebbers den y,; u-doen. Binnen schilderen vin geven nog tot daar aan toe en daar tenwer-v6 '°°k wenken voor, maar bui- beuren Zlen ze liever door vaklui ge hande" behangen moet je twee rechter stenen ez'tten, anders is er geen be- °bs nocr een i°nS maatje, die door heeft t^iUeLv?or V°1 wordt aangezien, dan wii TL TT "?og meer rollen geplakt het ona2üu leven zullen doen. Over steen TT urt van aanrecht en goot- den in a voor soort vloeren en wan- al de7n keuken het beste bevallen, kunt n no? andere nuttige zaken een gerin„ ?ea m dit werkje, dat voor Bouwcent" edrag verkrijgbaar is bij het G. S.-de W. Men vraagt zich misschien af, waarom de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers dit werk begonnen is. Wat is het helpend element bij deze „handel?" Op de aller eerste plaats moet men bedenken dat er, ondanks de welvaart, toch altijd nog veel meer mensen zijn dan men opper vlakkig zou menen, die maar heel wei nig voor hun kleren kunnen uitgeven. En daaronder zijn niet alleen huismoe ders met een krappe beurs en gepensio neerden. maar ook meisjes-studenten. Mannelijke studenten ziet men regelma tig komen om een smoking of een jas te zoeken. Verder dient vermeld, dat een kwart van de vastgestelde verkoop prijs wordt afgezonderd voor het >>kle- dingfonds", zodat de U.V.V. met alleen In Amsterdam vestigden zich het vo rig jaar iedere maand zowat 150 meisjes. Zij allen ontvingen van de Vereniging ter Bescherming van Meisjes een welkomstgroet, tevens be doeld als eventuele uitnodiging om na dere informaties in te winnen bijvoor beeld over cursussen, die men zou wil len volgen, of voor ander contact wan neer daaraan behoefte zou zijn. Onder de vrouwelijke immigranten in de hoofd stad zijn er van velerlei nationaliteiten, Franse .Duitse, Oostenrijkse, Zwitser se, Belgische, Italiaanse, Engelse, Hon gaarse, Spaanse, Poolse, Ierse, Surinaam se, Zweedse en gerepatrieerde meisjes, en van allerlei beroepen, serveersters, mannequins, secretaressen, laboranten, leraressen, stewardessen, kinderverzorg sters enz. Bijna vijfhonderd nieuw aangekome- nen werden het vorig jaar op die wijze voorzien van een adres, een informatie of een advies, zo lezen wij in het jaar verslag over 1960. Wij hopen dat de ver eniging nu spoedig zal verder werken onder de nieuwe, onlangs in uitzicht gestelde naam: „Meisjes Belangen." ll|lll||||||||MIIIIIIIIIIIIIIIII"lllllllllllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll"HI"m"IIIIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII!"l"l bij plotselinge nood zoals brand of over stromingen kleding kan verstrekken, maar ook, bij daarvoor in aanmerking komende gevallen regelmatig helpt om een te schrale klerenkast aan te vullen. Op zo'n koop-verkoop dat is het ont zaglijk druk. Tussen half elf en drie, de vastgestelde uren, stromen de „bren gers" en de „halers" toe. In het zaal tje, waar het gonst van de bedrijvig heid, staat een aantal rekken, propvol met mantels, met pakjes, met japonnen, met rokken, alles soort bii soort, elk stuk voorzien van een prijskaartje. De maten hangen door elkaar, die moet men dus zelf uitzoeken. Er zijn ook enkele rekken met heren jassen en pakken. Mannelijke kopers voelen zich nier echter kennelijk minder vrij dan de kiezende en keurende en met elkaar overleggende vrouwen, die, dat zit in de sfeer, het ook een gezellig on deronsje vinden. Een oudere heer heeft, versoholen achter het rek een overjas aangeschoten en beraadslaagt met de immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiMiiiiii verkopende U.V.V.-ster, die hem wijst •op de veel te lange mouw. De helpsters, die dit werk tweemaal in de maand doen zijn er langzamerhand helemaal mee vertrouwd geraakt, maar het vraagt toch van ieder de hele dag veel energie en concentratie. Want vóór en na de verkoop-uren zijn er nog het uitzoeken en ordenen en administreren, terwijl de „boekhoudster" er nog meer dagen werk aan heeft, daar elk stuk naar twee kan ten geldelijk verantwoord en afgewik keld moet worden. De voorraad rouleert constant. Wat langer dan drie maanden hangt wordt in prijs gehalveerd en als het na een half jaar nog niet verdwenen is, wordt degene aan wie het toebehoort, ver zocht het terug te nemen. Het is dan onverkoopbaar gebleken. De ochtend, dat wij er rondneusden, hebben wij verbaasd gekeken naar het vele goed, dat werd aangeboden. Het passeert een strenge rij van terzake kundige U.V.V.-sters, de „staalmees ters", zegt de voorzitster. Ze controleren elk stuk, taxeren het op de verkoopbaar heid en stellen meteen de prijs vast. „Nee mevrouw", krijgt iemand te horen, die een ogenschijnlijk keurig uitziend herencostuum aanbiedt, „daar zit een motgaatje". Het was haar ontgaan, maar ze moet het pak weer mee terug nemen. Als de toeloop groot is zit de gang vol met wachtenden, want zowel voor de verkoop als voor de aankoop wordt tel kens maar een handjevol tegelijk bin nengelaten; anders zou men zich niet meer kunnen roeren. Een jonge vrouw, met modern kapsel, die de wachttijd doodt met een sigaret, heeft naast zich een varkensleren koffer. Daar komen ongetwijfeld daarop wijst haar hele allure goede dingen uit. Het is te be grijpen, dat wie een welgevulde kleren kast heeft en dikwijls nieuw aanschaft hetgeen de sociale status kan mee brengen zich op deze wijze van „goe de stukken" ontdoet. Niet iedereen weet PARIJS, oktober De zomerse warmte van de maand september heeft alle Parijzenaars verheugd, behalve de winkeliers, die dameskleding verkopen. Een mooie nazomer en een koud voorjaar zijn een strop voor de Parijse winkels. Het overgrote deel van de klanten koopt geen kleren als het die niet meteen kan dragen. En een wintermantel was de laatste tijd wel het allerlaatste kleding stuk, dat men wilde aantrekken. Alle vrouwen liepen tot voor kort met een zomertailleur die in negenennegen tig van de honderd gevallen van Cha nel is. Stellig blijven de Chanelpakjes nog jaren mode, omdat ze geheel aan de tegenwoordige levensomstandigheden zijn aangepast. De mode-raadgeefster Hetzelfde bruine bont van het kraagje komt als manchet onder de mouw uit bij dit antracietkleurige pakje, waar van rok en jasje naar onderen iets uit lopen. (Ontwerp Marie Chasseng van de „Printemps" zegt terecht, dat een vrouw die een namaak Chaneltail- leur draagt het gevoel heeft, dat ze zich bjj Chanel kleedt, hetgeen ze niet heeft als ze een kopie van een andere coutu rier aantrekt. En al haar collega's zijn het daarmee eens. Het vak van moderaadgeefster breidt zich overigens steeds uit. In alle warenhuizen en modezaken, die vrouwen uit de middenklasse als klan ten hebben, is een moderaadgeefster aan de staf verbonden. In Amerika be stonden ze al lang, maar eerst na de oorlog zag men hier in Parijs de eerste mode-adviseuses verschijnen. Ze hebben geen gemakkelijk werk want ze staan tussen de inkopers, de verkoopsters en de directie in. En daar de eerste twee lang niet altijd blij zijn met haar aanwezigheid, mo gen ze zich absoluut niet vergissen. Volgens de mode-raadgeefsters maken deze winter de meeste kans om alge mene mode te worden: de weinig klok kende redingot, de tailleur, die opzij sluit en een bijpassende shawl heeft, de princessejapon en de wollen muts. De Parisiennes zijn het daar niet hele maal mee eens, tenminste niet wat de redingote betreft, omdat pas twee jaar pogingen gedaan worden om die aange sloten mantel te lanceren en het ge woonlijk vier jaar duurt voor een nieu we lijn geaccepteerd wordt. Achter de tailleur met zijsluiting zet de Parissien- ne een vraagteken, omdat de tailleur een kledingstuk is dat drie a vier jaar in de mode moet blijven, dus noodge dwongen klassiek moet zijn. Om de drie iaar koopt een Parisienne meestal een nieuw mantelpak. Aan het succes van de princessejapon geloven ze wèl, om dat dit model jong en oud staat, makke lijk zit en bewegingsvrijheid geeft. Dit laatste maakt dat ook de nieuwe rok er in zal gaan. De populariteit van de wollen muts zal geheel van het weer afhangen. Een muts heeft nu eenmaal het nadeel, dat hjj het kapsel in de Het zwarte cocktail- of namiddag-ja- nonnetje is met enthousiasme begroet, {foor de ouderen omdat ze het in haar jeugd ook droegen, en door de jonge vrouwen omdat ze ogenblikkelijk zagen, dat het enorm flatteert. Verder menen de Parisiennes, dat de puntige schoenen succes zullen bly- ven hebben. Deze zijn trouwens iets min der nuntig geworden, terwijl de vierkante neuzen juist minder breed zpn, hetgeen er od wiist, dat we naar schoenen met ronde neuzen toegaan. Wat de laarsjes betreft, die maken een goede kans, maar ook dat zal van het weer afhangen. DINY K.-W. echter de geschikte manier om alle soor ten kleren weg te geven, terwijl met dit „overdoen" dat een sociale opzet heeft, iedereen is gebaat. Welke vrouw vindt het niet hinderlijk, als een goed kleding stuk, dat verkeerd is gekocht, niet meer staat of niet meer past, maar in de kast blijft hangen? Bij de truitjes, vesten en blouses, die op een reuze hoop liggen met er achter een gezellige dikke moederlijke „ver koopster", staat een jonge vrouw heel bedachtzaam iets te kiezen. Lijdzaam staat haar man te wachten Bij de avond japonnen zien we een van onze bekende actrices, die een leerlinge van de To neelschool een paar avondjurken voor houdt. Een meisje, typisch een student je, verdwijnt met drie cocktailjaponnen in de pas-afdeling, waar al een stuk of zes medekoopsters de ene grote spiegel delen, wat ertoe brengt, dat men eikaars raad vraagt. Het gaat er allergemoe- delijkst toe en het is een onderonsje waar iedereen plezier in heeft. Wie zich de eerste of de derde vrijdag van de maand naar Bellevue begeeft moet wel geduld mee brengen, want de rij wach tenden is soms aanzienlijk. 17 Novem ber is er, behalve op de dag ook een avondverkoop van zeven tot half tien, om de werkende vrouwen, de mannen, die overdag gebonden zijn, en de moe ders, die pas rustig vah huis kunnen als de man thuis is, ook een kans te geven. Typisch vrouwelijk werk kan men deze bemiddeling noemen, die een socia le inslag heeft. Het is jammer, dat de U.V.V. die wil helpen, zoals de Amster damse presidente het uitdrukte, daar „waar iets tussen de wal en het schip valt", te kampen heeft met te weinig medewerksters (men spreekt met van leden). Het zijn altijd dezelfden, die weer klaarstaan. Men zou graag wat nieuwe jonge medewerksters aantrek ken voor dit hulp-instituut, dat nu zes tien jaar bestaat. Want in onze goed ge organiseerde samenleving is er toch al tijd nog spontaan op velerlei wijze te hel pen. Hoeveel gezinnen zijn er niet ge baat met de oppasdienst van de U.V.V. En het rondbrengen van maaltijden bij bejaarden is een vorm van elkaar hel pen, die niet meer gemist kan worden. Een weet u, dat U.V.V.medewerksters zondags patiënten van een ziekenhuis naar de verschillende kerkdiensten rij den? Het is niet allemaal even. specta culair, maar het is wel ingegeven door de behoefte een ander vrijwillig zodanig van dienst te zijn als de omstandighe den van het ogenblik vragen. Het helpend werk van de U.V.V.-sters in de ziekenhuizen is precies wat deze tjjd met schreeuwend tekort aan werk krachten in ziekenhuizen broodnodig heeft. Het is begonnen in Rotterdam in het Havenziekenhuis, waar de UV.V.- helpsters langs de bedden rondgingen met een „winkel"wagentje waar van alles te koop was van tandpasta tot postzegels. Men zocht er bij voorkeur medewerksters voor uit., die wat Noors of Spaans konden praten met de zieke zeelui van verschillende nationaliteit. Die vorm van dienstverlening heeft zich Uitgebreid tot andere ziekenhuizen, waar de U.V.V.-sters ook portiersdienst ver richten, voor de bloemen en planten zor gen of de afwas doen in de afdelings keuken. Al deze „rand-zorg" ontlast de verpleegster en houdt haar vrij voor de medische zorg. Het ziekenhuiswerk van de U.V.V. staat nog maar in de kinderschoenen, al is in het Bussumse Diakonessenhuis ■door vaste U.V.V.-sters vorig jaar meer dan drieduizend uren gewerkt, tot grote wldoening^ van afle kanten^ njet i^he^t A. Bgl. Een nog heel goede jas, voor geen geld". mi Carolina Maria de Jesus, een nu 47- jarige negerin, wonend in de favela van Sao Paulo, de houten-keten-buurt, heeft jarenlang in vuilnisbakken gesnuffeld. Ze leefde van wat het zoeken naar oud pa pier en ijzer en afval haar opbracht. Met het geld, dat dagelijks en ook wel eens niet met een paar schrale dub- Honger ts ook een leermeester. Wie honger lijdt leert te denken aan zijn naasten en aan de kinderen." Dit schrijft Carolina in haar dagboek. „min,,,,,hui De welvaart maakt het leven niet altijd makkelijker. De meeste vrouwen hebben bijvoorbeeld te genwoordig enige tassen tegelijk in gebruik, waarvan de inhoud dan tel kens verhuisd moet worden, wat steeds aanleiding kan zijn iets over het hoofd te zien. Daarvoor zagen wij een han dige oplossing op de kleine expositie van leren snuisterijen, tassen, koffers enz. die de Stichting Lederwaren pleegt te houden tegen dat de decemberfeesten naderen. De oplossing heet de „porte- tout" en is een open etui bestaande uit louter vakjes, zodat men er wel tien „Porte tout". verschillende dingen in kan stoppen, die men beslist niet kan missen. Poeder, lippenstift, ballpoint, rijbewijs, beurs, huissleutel kan men er in bergen en het hele geval zó van de ene tas in de andere verzetten. Huissleutel-etuitjes zijn'er nu ook met de „kleef"-sluiting, die men met één ruk opent en die nooit hapert. Ook het leer (of imitatie-leer), dat we in ons leven meedragen, speelt mee met de haast. Koffers zijl. berekend op haastig pakken en haastig reizen. Omdat men op de vliegvelden niet al te zachtzin nig met de bagage omgaat, worden er nu zeer sterke koffers gemaakt, die let terlijk tegen een flinke stoot kunnen en er dan toch keurig blijven uitzien. Er zijn koffers met een inlegbak, die als toiletnécessaire fungeert, en die, als men de flesjes en potjes en borstels er uit heeft genomen, op zichzelf weer een klein formaat koffertje vormt. Een kof fertje binnen een koffer dus, voor een eventueel weekend-bezoek, dat binnen een reisverblijf valt. De handtassen zijn een tijd in de hoogte gerekt geweest, nu zijn ze weer aan de brede kant. Nappaleer, een beetje geplooid aan de beugel gezet, is het gangbare model voor deze win ter. Nu plastic minder met imitatie nerven wordt gefabriceerd, moet je soms aan een tas of etui ruiken om er achter te komen of het leer of plastic is. Toch schijnt de vraag naar echt leer weer toe te nemen, met na me voor koffers. Hoe kan het anders in een welvaartwereld, waar de een niet onder wil doen voor de ander? In varkensleer maakt men de meest ondenkbare luxe-artikelen om cadeau te geven aan iemand „die alles al heeft." Bijvoorbeeld een aansteker lang als 'n meetlat, zodat men in gezelschap niet meer ver behoeft te reiken. Een auto bezempje (ook handig bij de haard) heeft een varkensleren handvat, waar van men een dop kan afnemen en dan de holle ruimte gevuld vindt met een opgerolde stofdoek. Voor automobilis ten is het nieuwste voor klerenvervoer de autozak-in-autozak. Dat is een twee de zak met aparte vakken voor sokken, overhemden, ondergoed, die in de auto- zak voor japonnen en kostuums wordt meegevouwen. Op de plaats van bestem ming kan dan de binnenste zak afzon derlijk worden opgehangen. Aan handschoenen voor „achter het stuur" wordt ook steeds meer aandacht gewijd. De combinatie leer met gehaakt wordt in talloze variaties uitgewerkt. Mooier nog dan gehaakt is een open werk in handklospatroon. Heel nieuw is een grijze varkensleren herenhand schoen met op de bovenhand een figuur van ajour in een soort samentrek-werk. Wat men al niet verzint om weer iets „nieuws" te hebben! beitjes binnenkwam, kon ze de honger van zichzelf en haar drie kinderen maar nauwelijks bestrijden. Tussen de afval vond zij een schrift en hierin begon ze haar aanklacht op te tekenen tegen het harde leven in de favela met dagelijks neergeschreven notities in een rond kin derlijk handschrift. Een bladzijde van haar dagboek, dat geschreven werd in het Portugees, is afgedrukt in de zo juist verschenen Nederlandse vertaling, van J. van den Besselaar-Van der Kal len, die onder de titel „Barak nr. 9" is verschenen bij Van Loghum Slaterus, Arnhem. Op de achteromslag van het boek, dat in Brazilië een best-seller is geworden, kijkt de negerin-schrijfster u aan met een blik van iemand, die diep heeft ge leden, maar zich door een hard leven niet heeft laten terneerslaan. De dag- "boekfragmenten, die 175 bladzijden be slaan, lopen tussen de jaren 1955 en 1960. De meedogenloze hardheid van haar leven wordt op de eerste bladzijde getekend: „15 juli 1955. Verjaardag van mijn dochtertje Vera Eunice. Ik heb een paar schoenen voor haar in de vuil nisemmer gevonden". En op de laatste pagina: „1 jan. 1960. Ik stond om vijf uur op en ging water halen". En een notitie daar vlak voor: „Het ergste dat er in de wereld bestaat is honger". Dit zijn de thema's die uit geen der tussen liggende bladzijden wijken: de armoede het ploeteren en de honger. Gelukkig heeft de vrouw met haar drie kinderen nu geen honger meer want een journalist heeft haar dag boek gepubliceerd; ze woont nu in wat ze altijd gewenst heeft: een stenen huis en ze kan haar kinderen een be tere opvoeding geven. Maar vóór het dagboek in de openbaarheid kwam woonde Carolina in de favela van de Tietê buiten Sao Paulo op een mod derig terrein waar stinkende afval en bedorven voedingsmiddelen wer den weggeworpen door de industrie en door een vleeswarerrfabriek. Ze woonde in een nauwe houten keet met een gat als raam en een dak van karton waardoor de regen heen sie pelde. Als ze uitgeput door het sjou wen met de zware balen oud papier op haar bed neerviel had ze geen rust door de vlooien. Vervuiling, ontbering, stank, permanente honger, boosaar digheid, ruzies en vechtpartijen, la waai van radio en echtelijke twisten midden in de nacht, dat is de hel waarin Carolina leeft. Mannen vrou wen en jonge jongens bedrinken zich om de ellende te vergeten en zelfs de kinderen zjjn er getuige van de ont luistering, waartoe de brute begeerte de mens brengt. Carolina heeft twee zoontjes en een dochtertje van drie verschillende man nen zoals de fragmentarische gegevens over haar levensloop in de inleiding ver melden. Ze wil haar kinderen weghou den van het kwaad; ze waakt over ze en ze heeft soms geen rust als ze lang weg moeten zfln om afval te zoeken en het te verkopen. Waarom heeft deze vrouw geen ander werk kunnen vinden vraagt men zich af en hoe is deze zeer ver standige kordate levenswijze en be gaafde vrouw in deze wereld terecht ge komen waar ze zich „ontwaard" voelt? Want ze houdt van wat goed en mooi is, ze is gevoelig en op een primitieve manier dichterlijk. Ze schrijft eens dat er niets heerlijkers voor haar is dan in een boek te bladeren. Ais ze een mooie tuin ziet in de dure stadswijken ver geet ze haar ellende en als ze eens een zak bedorven levensmiddelen in de ri vier ziet gooien schrijft ze; „Ik was ja loers op de vissen die niet hoeven te werken en het toch goed hebben". Uit haar rake opmerkingen spreken een grote evenwichtigheid en levens wijsheid. Als een pater komt preken en zegt dat alle lijden met berusting ge dragen moet worden schrijft ze: Als pater L. zijn kinderen bedorven levens middelen zag eten dan zou hjj wel in opstand komen want de opstandigheid komt voort uit bittere ellende". Maar zij constateert zonder zelf door haar opstandigheid uitgehold te worden. Het blijft enigszins vaag hoe deze bij zondere vrouw in dit leven is. terecht gekomen waarin zjj alleen verder tobt om een zo goed mogelijke moeder te zijn voor haar drie kinderen met wan trouwen tegen de mannen. Van iemand die zojuist uit Brazilië is teruggekeerd en Carolina daar voor de televisie heeft gezien hoorden wij dat ze voor de tele visie vertelde door haar man indertijd in de steek gelaten te zijn. Misschien ver klaart dat iets meer hoe deze vrouw voor wie men bij lezing van haar dag boek groeiend respect en sympathie voelt tot het leven in de favela is afge zakt. De stijl van het dagboek is primitief in de voortdurende herhaling van: „Ik stond op, ik ging water halen, ik kocht brood, ik had honger". Maar daartus sen door treft het telkens door een ver rassend inzicht of een rake opmerking. Ongetwijfeld zal haar woordkeus wel wat bijgeschaafd zijn bij het passeren eerst van de kritische lezing door de journalist die haar ontdekte en wellicht nog eens door de vertaalster. Maar de waarde van het boek is dat iemand van buitenaf nooit zo indringend als door deze monotone herhaling, dag in dag uit de meedogenloze ellende die in dit soort achterbuurten heerst kan mee delen via het geschreven woord. Als men deze bladzijden vol misère beëin digd heeft is men blij te weten dat ten minste deze vrouw met haar drie kin deren nu in betere omstandigheden ver keert. Maar er zijn er nog veel te veel die met hun kinderen moeten blijven leven op „de vuilste vuilnisbelt die er in de wereld bestaat". A. Bgl. Advertentie dern nen, ken. oelmatige publiciteit is aan de or de van de dag. Ook religieuze con gregaties doen er aan mee, te- recht. Zjj laten min of meer mo» uitgevoerde brochures verschij- om hun streven bekend te ma- j T°, ontvingen wjj van de zusters der Orde van de Visitatie te Tilburg, een boekje getiteld „Verborgen in Gods liefde De orde der Visitandinen be staat 350 jaar en heeft 200 kloosters over de hele wereld, waaronder slechts één in Nederland, in Tilburg. Het werd in 1885 gesticht vanuit Duitsland. De stichter van de orde, Franciscus van Sales, heeft volgens de brochure de levenswijze der zusters zo ingericht „dat deze voor de sterken niet te zacht en voor de zwakken niet te streng zou zijn Behalve vele foto's, die het besloten bestaan der zusters in beeld brengen is ook de dagorder afgedrukt. Het doorl breken van de reserve, wat ook de foto doet van het interieur van een klooster cel (zoals men die tegenwoordig vrij moedig gepubliceerd vindt in dit soort vlugschnftjes) is alleen maar reëel in deze tjjd, waarin een jonge vrouw dia nog éen vraagteken heeft staan achter haar toekomstideaal, wil weten wat het kloosterleven, ook materieel, inhoudt En de behoefte zich bekend te maken die in de kloosters tegenwoordig tot dit soort publikaties aanzet, steunt toch vooral op de hoop er de aanwas mee te versterken. Het brochuretje is te ver- stTa|etn5bVlburgSitandlnen' B' Zw«Sen* A. Bgl. Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11