De meeste katholieken zijn trouw gebleven aan de Paus Ongerept Joegoslavië De snuiters van SUKOSAN zingen in het maanlicht Katholieke patriottische beweging bestaat al vier jaar Peking strijdt tegen de Kerk EEN LIFTER ONDER DE VIJGEBOOM VRIJDAG 10 NOVEMBER 1961 PAGINA 11 Heeft u ook in uw kinderjaren de boeken van Karl May verslonden? Wellicht heeft u zich dan ook wel eens afge vraagd, wat er van het volk, waar toe Winnetou, het edele opper hoofd der Apachen behoorde, ge worden is. Hoe leven de Indianen tegenwoordig in het land, dat zij sinds onheuglijke tijden het hunne noemded, totdat Columbus het nageslacht voor altijd aan zich Verplichtte door Amerika te ont dekken? Reizende van Oklahoma naar Californië herinneren vele namen aan de Indiaanse voorgeschiede nis van dit land. Indiaanse reser vaten langs de weg proberen zo veel mogelijk toeristen te lokken om de resten vein een oude cultuur te benutten om in hun levenson derhoud te voorzien. Pijnlijk deed het aan, aan de Grand Canyon de Indiaanse dansen te zien, die daar dagelijks door enkele afstamme lingen van de vroegere bezitters van dit grote land worden ten beste gegeven voor zich verga pende dagjesmensen. Na een krijgshaftige „Fire Dance" ziet men hen moeizaam bukken, in hun kleurrijke kleding met de arendsveren in het haar, om de dubbeltjes en stuivers te verga ren, die de nakomelingen van de overwinnaars als teken van waar dering op het podium hebben ge- Worpen. MET een monsterparade van een half miljoen deelnemers werd op zondag 1 oktober op het Plein van de Hemelse Rust te Peking ten overstaan van Mao Tse-toeng, president Lioe Sjao- tsji, premier Tsjoe En-lai en twee duizend genodigden uit bevriende landen, het feit herdacht, dat twaalf jaar geleden in China het communistische regime aan de macht kwam. In een uitvoerige samenvatting gaf tezelfdertijd het persbureau „Fides" van de Propaganda Fide te Rome de balans van het streven van dit regime om sinds vier jaar via de „Katholieke Patriottische Kerk" vat te krijgen op de Chine se katholieken. Na de volledige mislukking van de reeds in 1951 gelanceerde zo genaamde Kerk van de Drie Auto- nomieën (onafhankelijkheid in fi nanciën, verbreiding en bestuur, dus los van Rome) volgde in 1956 een serie voorbereidende, re gionale congressen voor een Pa triottische Katholieke Beweging. Daarop aansluitend werd in juli 1957 te Peking een nationaal con gres georganiseerd ter oprichting van de Patriottische Katholieke Kerk. Er waren 241 deelnemers, onder wie 11 bisschoppen en 72 priesters. Later is bekend gewor den, dat velen van hen onder de scherpste pressie werden gedwon gen aan dit congres deel te nemen. De communistische pers heeft in commentaren over dit congres moeten schrijven, dat „het anti communistische, anti-vaderlandse en anti-socialistische verzet in Peking zeer sterk is geweest." .iets van de aloude dreiging der western .tegen de kust gehurkte vissersdorpen. .dat hij aanspoorde met de driftige ezelskreet Tsoe. Hoepeldans van twee Indiaanse kinderen die door hun vader op een trommel begeleid worden. INDIANEN trekken uit reservaten naar de stad Maar wat is er van de massa van de- oorspronkelijke Amerikanen gewor den na de eeuwenlange worsteling tegen ®en blanke overmacht? Ik wist, dat er lr> Oklahoma Indianen zijn, die vooraan staande posities innemen in oliemaat schappijen, die er praktijk uitoefenen «ls advocaat of accountant, of die als schilder naam hebben gemaakt. De drie grootste ballerina's van de V.S. op det moment zijn toevallig allen van In diaanse afkomst. Een Indiaan heeft als «oionel van de luchtmacht in de laatste oorlog bekendheid verworven en de ddam van Jim Thorpe van de Sac'Fos mbe leeft nog voort als een van de -igen «h vrouwen, die zich onder moeilijke Phisfcandigheden positie en naam heb ben veroverd in de blanke maatschappij. m te weten te komen hoe de door snee Indiaan leeft in het land, dat zoals hij placht te zeggen „de Grote Geest zelf ons in eigendom ?ad gegeven" bezocht ik onlangs het fhdian Centre in Los Angeles, dat onder Vfding staat van het Sioux opperhoofd njhi Standing Bear en zijn. echtgenote Jdvie van de stam der Ponca's. In het volk sinds in 1876 bi) Little Big Hom het Sioux opperhoofd Sitting Bull gene raal Custer met zijn troepen volkomen in de pan hakte in een laatste spectacu laire Indiaanse overwinning. De vader van mijn gastheer, Luther Standing Bear, die zich de laatste jaren van het vrije bestaan van zijn stam nog uit eigen ervaring herinnerde, heeft er enige boeken over geschreven. Droog en fantasieloos als zijn relaas is, een grote droefheid en bitterheid over de wijze, waarop zijn ras door de verove raar werd behandeld kan er niet door worden verborgen. Na 1880 werden aan de Indianen reservaten toegewezen, en een ambtenaar van de regering, de In dian Agent, werd de oppermachtige heerser in deze voorlopers van het in terneringskamp, zijn woord was wet in alle facetten van het leven der bewo ners, en zonder zijn toestemming mocht niemand het reservaat in of uitgaan. Men schat het aantal Indianen, dat in Noord-Amerika woonde, toen de eerste Europese kolonisten er zich vestigden, op een 400.000, een zeer ge ring aantal, als men het enorme land in aanmerking neemt. Het harde no madenleven van jacht en strijd zal daar een oorzaak van zijn geweest. Maar zeker ook de opvatting bijv. bi) de Sioux, dat een moeder zich de eer ste zes levensjaren van haar kind vol komen eraan wijdde, én het in strijd werd geacht met de goede zeden, wan neer er binnen die tijd een tweede kind geboren werd. De „zegeningen" van de toenmalige blanke beschaving, vuurwapens, sterke drank, besmette lijke ziekten, en de vernietiging van hun voornaamste voedingsbron, de bison, waren alle tezamen oorzaak, dat de Indiaanse bevolking gestadig in aantal afnam, tot enige tientallen jaren geleden, toen de Amerikaanse regering zich blijkbaar realiseerde, dat zij iets aan haar rode landgenoten had goed te maken. Hoewel de meeste Indianen nog steeds op hun reserva ten wonen, zijn zij nu vrij te komen en te gaan naar believen. In plaats van de despoot van vroeger is de dgent nu hun troede vriend en raadge ver. Op sommige reservaten leven de bewoners tegenwoordig in betrekke lijke welstand door de opbrengst van mineralen en timmerhout, terwijl de Osages in Oklahoma tijdelijk en bloc miljonair waren, toen in hun barre land olie werd gevonden. AAR vooral onder de jongeren is de trek naar de stad begonnen waar zij hopen zich een deel van de zegeningen van de Wes terse beschaving, auto's, ijskasten, te levisietoestellen en wasmachines, te verwerven. De agent betaalt de reis en aUe eerste onkosten, totdat de geemi- greerde Indiaan zijn eerste loonzakje thuisbrengt. De meesten van hen zijn ongeschoolde arbeiders, spreken weinig of in het geheel geen Engels. De scho len op. de reservaten nl. geven tot het 14e jaar enkel les in de taal van de eigen stam. Daarom moeten deze men sen in de stad, waar zij anders onher roepelijk ten onder zouden gaan, worden opgevangen, en hiervoor zijn in acht grote steden, o.a. Chicago, San Francis co en in 1935 in Los Angeles de zg. In diaanse Centra opgericht. Hier worden zij geholpen bij het zoeken naar woning en werk, er worden cursussen gegeven in Engels, handenarbeid, weven e.d. Ontspanningsavonden voor de ouderen, sportclubs voor de jongeren worden er georganiseerd. Jongens en meisjes kun- vie vaJl ay sunn aer runua o. ui nen elkaar daar ontmoeten, want hoe- °rt is dit de geschiedenis van het rode wel sedert een jaar of twintig de wet is X» "^Oio-Indianen in de Amerikaanse staat Nieuw-Mexico maken kleurige teke ningen in het zand. opgeheven die een huwelijk van een In diaan met een blanke verbiedt, de In dianen trouwen toch bij voorkeur onder elkaar. In Los Angeles wonen momenteel een 92.000 Indianen van een paar dozijn verschillende stammen. Sommigen van hen, zoals chief Standing Bear, meneer Funmaker - grappenmaker - of mej. Ironshield - IJzeren Schild -, behouden hun Indiaanse naam in En gelse versie. Anderen, vooral uit de zuidelijke staten, hebben Spaanse na men aangenomen, terwijl weer ande ren zich willekeurige Engelse namen, als Butler of Johnson, hebben toege- eigend. De atmosfeer van het Indiaanse Cen trum in Los Angeles onder zijn energieke leiders spreekt van optimisme en hoop op de toekomst, in de moeizame strijd van een trots oud volk om zich een vol waardig bestaan te veroveren in een nieuwe wereld. Deze geest spreekt tot u uit het opschrift boven de deur: God geve mij bezonnenheid om te aanvaarden wat ik niet veranderen Jian, Moed om te veranderen wat veranderd kan worden. Wijsheid om tussen deze bedde het juiste onder scheid te kennen. De eerste twee jaren na het congres van Peking waren voor de Chinese ka tholieken een periode van zo verschrik kelijke terreur, dat men er zich op ver re afstand nauwelijks een voorstelling van kan maken. Door nieuwe plaatse lijke congressen trachtte men priesters en leken te dwingen zich en masse aan te sluiten bij deze Katholieke Patriot tische Beweging of Kerk. Speciale aanklachten richtte men tot bisschoppen die niet wilden breken met Rome, om deze te kunnen april 1958 werden buiten Rome om twee priesters tot bisschop gewijd. Vanaf die datum tot oktober van dat jaar hadden er 23 onwettige bisschops wijdingen plaats. Vanaf mei tot novem ber 1959 volgden 8 nieuwe onwettige bis schopswijdingen, en in april 1960 weer vier. In totaal zouden er dus 35 onwet tige bisschopswijdingen hebben plaats gehad. De Chinese pers gaf aan deze wijdingen zoveel mogelijk aandacht, om de indruk te vestigen, dat er sprake was van een massale aanhang van deze Patriottische Katholieke Kerk. De werkelijkheid is echter anders. Niet uit de Chinese pers die sinds het voorjaar van 1960 opvallend zwijgt over godsdienstige aangelegenheden, maar uit informaties van allerlei andere kan ten, aldus Fides, kan bevestigd worden, dat de Patriottische Kerk een skelet is gebleven. Slechts een klein aantal priesters heeft zich aangesloten bij de 35 onwettig gewijde bisschoppen. Som migen van deze priesters schijnen to taal verblind en meegesleept door een ar anaei vals patriottisme, maar anderen onder- wordt gedragen, kunnen wij slechts vermoeden. Voor de toekomst is er weinig uit zicht voor de Patriottische Kerk. Se minaries zijn er niet meer om de een voudige reden, dat de seminaristen vertrokken, zo gauw de leiding in han den kwam van de patriottische bewe ging. Nieuwe seminaristen blijken er niet te komen. Vele buitenlandse be zoekers maken melding van dit semi narie-vraagstuk, dat de leiders van de Patriottische Kerk in grote verlegen heid brengt. Bovendien heeft de Pa triottische Kerk (onder druk?) bepaald dat niemand voor zijn achttiende jaar gedoopt kan worden en in da tegen woordige omstandigheden zullen er weinig op die leeftijd nog om het doop sel vragen. Onze aandacht dient allereerst uit te gaan naar de trouw gebleven Ghinese katholieken. Zij allen zijn verklaarde vijanden van het volk en van de staat. Toen het communistische regime aan de macht kwam in 1949, waren er 2.676 Chinese priesters, 632 broeders en LOUISE BURGHARDT door „patriottische" priesters. Op gaan vreselijke spanningen en zouden terugkeren als zij de kans en de moed hadden. Tékenend is de opmerking van een van hen, bekend als een super-pa triot, tot een buitenlands bezoeker, die hem onopvallend de vraag kon stellen: „Bent u gelukkig?" Het antwoord was (in correct Engels): „Het leven is ver schrikkelijk, maar ik kan niets zeg gen." De patriottische priesters genieten speciale gunsten van het regime. Waar in dit land de armoe ontstellend is, ver keren zij in welstand, omdat zU veertig procent van de opbrengsten van de ge confisqueerde kerkelijke goederen ont. vangen. Deze priesters bedienen de open gebleven kerken in de steden. Zij vertegenwoordigen de katholieke kerk voor de partij en zij moeten voor bui tenlandse bezoekers bewijzen, dat er in China nog steeds vrijheid van gods dienst is. Deze priesters betalen hun bevoorkeurde positie echter duur. Zij staan onder voortdurende controle van het partijbureau voor de godsdienst, dat hen nauw omschreven instructies geeft en dat hen voortdurend in het oog houdt. Hoezeer ook officieel gesteund, de Invloed van de Patriottische Kerk is gering. Men kan niet vaak genoeg her halen, wil men de waarheid recht doen, dat de meerderheid van de priesters, religieuzen en katholieke leken zich distancieert van de Patriottische Kerk. De officieel open gelaten kerken blij ven leeg, aldus rapporteren objectieve bezoekers. De katholieken ontvangen liever niet publiekelijk de sacramenten uit de handen van patriottische Hoeveel geloofsleed hier 5.112 Chinese zusters. Men weet niet hoeveel er nog van leven. Af en toe komt een overlijdensbericht door, uit een gevangenis, of uit de barre streken van Singkiang. Het moreel van pries ters, religieuzen en leken is buitenge woon. Afgesneden van Rome en van hun plaatselijke kerkelijke overheden, berooid van de sacramenten, gedwon gen tot bedelen, in de stilte van ge vangenissen of onder de druk van dwangarbeid, alleen geleid door de kracht van Gods genade, houden ze vol. Een tot dwangarbeid veroordeelde priester is er in geslaagd ons, aldus Fides, een kort bericht te zenden: „Misschien denkt u, dat ik om ben ge gaan. Weest gerust. Als ik maar in het minst van gedachten zou zijn veran derd, zou ik niet ondergaan wat ik nu onderga. Mijn lijden overtreft elke voorstelling, maar mijn moed ls ongebroken. Ik geef mij over aan de Voorzienigheid. Bid voor mij." Alle brieven die op eer of andere manier van het Chinese vasteland doorkomen, aldus besluit Fides, af komstig van vervolgde of gevangen ge nomen priesters of leken, vragen om gebed, om vele gebeden en het is te wensen, dat dit verzoek verstaan wordt door allen, die in vrijheid hun knieën kunnen buigen in gebed. Inderdaad is het nodig, dat telkens weer onze aandacht allereerst ge richt wordt op de vervolgde katholieken in China. Maar ook is het begrijpelijk, dat de aandacht valt op de berichten over de Patriottische Kerk. Is er nu sprake van een „schisma"? Op 29 juni richtte paus Joannes een brief aan Kardinaal Tien op Formosa, bij gelegen heid van de wijding van drie Chinese bisschoppen voor Formosa. Daarin wordt het woord „schisma" nog steeds angstvallig vermeden: „Temidden van het onzekere lot van de katholieke ge meenschap bezorgen ons berichten welke hopelijk vals zijn, de grootste en scherpste pijn: enkele zwakke en on gelukkige Onzer zonen zouden blijk hebben gegeven althans volgens ver klaringen die een aan de Kerk vijan dige propaganda hun aanwrijft en met graagte verspreidt wél tot de Kerk te willen behoren zonder echter ver enigd te willen blijven met het zicht bare Hoofd, de Romeinse Pontifex". Vóór de twee eerste onwettige bis schopswijdingen op 13 april 1958 heeft er een telegramwisseling plaats gehad tussen China en Rome. In telegrammen van 24 en 26 maart kreeg Rome bericht van het Bisdom Hankow en Wuchang van de verkiezing van twee bisschoppen en een aankondiging van de voorgeno men wijding. Op 26 en 29 maart tele grafeerde Rome terug, rechtstreeks aan de twee gekozenen, dat de verkie zing niet als geldig kon worden aan vaard. Bovendien werd daarin in volle dige tekst in herinnering gebracht een decreet van het H. Officie van 9 april 1951, dat „de bisschop welke zijn ri tus of waardigheid ook is die de bis schopswijding toedient aan een pries ter, die niet door de H. Stoel is benoemd of wiens benoeming niet expresselijk door de H. Stoel is bekrachtigd, alsook degene die zulk een bisschopswijding onri'angt, al is het ook onder zware druk, ipso facto geëxcommuniceerd is". Welnu, volgens de tot nu toe nog niet te verifiëren berichten uit China, zijn de bisschop van Puchi, Mgr. J. Li Tao- nan, de bisschop van Siensjien, Mgr. Fr. Xav. Tsjao Tsjeng-sjeng, en de aarts bisschop van Moekden, mgr. Ign. Pi-Sjih opgetreden als consecratoren op respec tievelijk 13 april 1958 te Hankow, 20 april 1958 te Siensjien en 1 juni te Moek den. Maar in het officiële Pauselijk Jaarboek worden zij nog steeds, ook in de uitgave van dit jaar, genoemd als residerend bisschop. Paus Pius XII en ook Paus Joannes hebben herhaaldelijk hun grote bezorgd heid uitgesproken over de berichten uit China. Maar het beslissende woord „schisma" hebben zij tot nu toe zorg vuldig vermeden. De aanduidingen in het Pauselijk Jaarboek mogen zeker ge zien worden als een bewijs, dat de H. Stoel nog geen formele uitspraak heeft gedaan. Men dient derhalve uitermate voorzichtig te zijn met suggesties in de richting van een formele afscheiding van Rome. De houding van de H. Stoel dient eerder het begrip gaande.te hou den voor het enorme gewetensconflict, waarin niet alleen de aan Rome dui delijk trouw blijvende Chinese katho lieken, maar ook de kennelijk met het communistische regime samenwerken de katholieken verkeren. DRS. A. J. KRAMER emand, die lang genoeg in Joegoslavië heeft verbleven om het met recht en reden zijn tweede vaderland te noemen, heeft ml) eens gezegd, dat het ideaal zou zijn de Dalmatische kust te combineren met het binnenland. Bij een eerste vluchtige verkenning van het land heb ik niet gewaar kunnen worden, wat hij daarmee bedoelde. Ik begrijp dat nu misschien nog wel niet, maar ik heb er op eigen hand wel een aantal interpretaties voor gevonden, in de vorm van enkele tegen de kust gehurkte vissersdorpen, die de schoonheid der blauwe Adria combineren met de ongereptheid van het binnenland. Wie van Split uit niet verder noordwaarts rijdt dan naar Solin, de resten van het Romeinse Salona, of naar Kastel Stari, het centrum van de Riviera Sedam Kastela, heext de stad eigenlijk aIOn1c' Trorir het pronkjuweel der oude Dalmatische stadjes, dat o-evat iTgt in een krans van grotendeels Venetiaanse sieraden, is eigenlijk niet meer dan de kern van een overgangsgebied, dat blijft herinneren aan de stadscultuur door een asfaltweg, die nog geen dertig kilometer boven Split, plotseling ophoudt. Vanaf Serget Donji voert men tussen de wielen andermaal een steenslag. Men is dan hoogstens vijftig kilometer verwijderd van Sibenik, maar dat is een hele afstand, als men, onwillekeurig geïnspireerd door zwaarbeladen passanten, weer begint te denken in voetreizen. Een lifter, wat aarzelend onder een vugeboom ge hurkt, blijkt als bagage bij zich te hebben een raadselachtige mandfles van dertig liter en twee zelf geknoopte wollen tassen van respectabel gewicht. Als alles geborgen is, blijft hij erg verlegen en accepteert wellicht daarom een sigaar. smaakt goed, zegt hij, maar het kost hem boyenmenselljke inspanning ze zo onopvallend mogelijk het raam uit te werken. Veel later, als zelfs het zitten vermoeiend begint te worden, attendeert hij ons op de veerpont van Sibenik. Wij mogen hem daar gerust dankbaar voor zijn, want zonder zijn driftig wijzen naar het minuscule vlotje in de diepte,, zouden wij ongetwijfeld de weg naar Knin zijn ingeslagen. Bij het afdalen naar de veerpont vraagt hij pen en papier. Hij begint te schrpven met grote haakletters. Het zijn namei. met teksten, waarvan wij pas later vernemen, dat zij bedoeld zijn om alle hemelse gunsten en de opperste gastvrijheid af te smeken voor de welwillende vreemdelingen, die in het bezit van dit papier blijken. Als hu uitstapt is hij nog steeds beschroomd, maar nu omdat hu geen wegen kent om zijp dankbaarheid te uiten. De zegen des hemels blijkt hij niet vergeefs over ons te heb ben afgesmeekt. Plotseling en wel precies vanaf Biograd be vinden wij ons op de Jadranska Magistrala. Niemand in het vaderland heeft ons deze plaats genoemd, maar er is geen twijfel mogelijk. Tot hier is de weidse boulevard langs de Adna- tische Zee gevorderd, die als hij eenmaal klaar is, Ryeka met Dubrownik zal verbinden. Als wij Biograd gepasseerd zijn, ont dekken wij op een wegwijzer een naam die ook op ons papier staat geschreven: Filip Jakov. Wij dachten, dat het de naam van een boer zou zijn of van een partisaan, maar het is een dorp, dat niet de rug naar de weg ligt en met het vriendelijke, verweerde gelaat naar de zee. Turanj, dat later volgt is vol komen ongerept, evenals Krmoina. Maar alles wordt a vue overtroffen door Sukosan. De herberg aan de weg heeft een ruim terras, dat overdekt is met gedroogde maisplanten. Als de eigenaar ons een karaft rode wijn brengt, valt zijn oog op ons schrijfbloc. Hij leest en lacht. „Het zijn goede wensen op uw pad", zegt hij in het Duits. „Maar als u in ons dorp wilt blijven, kunt u hier alleen eten en drinken. Slapen moet u ginds." HU wuift naar het dorp, dat aan de overzüde van de weg langzaam wegglooit naar een baai, waarvan men de vorm slechts kan gissen. De wün fonkelt in het glas. -*• Het is goed, zeggen wU, drUvend op een oud instinct, ,,wU willen hier graag blijven", en wU luisteren met aandacht naar wat wU nog meer zullen gaan zeggen. Maar het hoeft al niet meer. Wat nu gebeurt hebben wp vaker gezien. De huisvesting wordt gewikt en gewogen. Het is een zaak voor mannen en er komen er steeds meer uit de dichtstbügelegen huizen, waarin later het postkantoor, de broodwinkel, de kruidenier, het plaat- selpk pakhuis en de boerenleenbank den voorzichtig getaxeerd. een gids. „Ik ben Bjelko". voor de toeristen. Alles gaat goed. U slaapt bü de directeur." WU rijden naar de markt. Op alle huizen staat „Leve Tito" en door een poortje met het opschrift Staljin komt een man op een ezeltje, dat hU aanspoort met de driftige ezelskreet Tsoe! Via een trap en een balkon belanden wU in de beste kamer van „Villa Mila". Het geheel biedt daar een glanzende aanblik. De vrouw van de directeur heeft voor ons als welkomstdronk een te zoete cacaolikeur uit zilveren glaasjes. Die combinatie past uitstekend bU alles wat wU verder zien. Op de bedden van glanshout zit een pop in blauwe tule. Op de stoelen liggen gehaakte kleedjes. In een glimmende uitstalkast wordt ook een scheepje zichtbaar met het opschrift Dubrownik 1951. En daar naast huist ronduit een wonder. Het is een koperen asbak. Op de plaats waar een onverlaat de as zou deponeren, bevindt zich hier onder glas een kleine zee met daarin schelpen, kraal tjes, krabben en kreefjes. Het miraculeuze opschrift luidt: Hellas. De expositie wordt gecompleteerd door twee vergulde flacons en een varken dat gitaar speelt met de tekst Split, een der weinige plaatsen waar wU geen varkens hebben aangetroffen. Er is nog een omstandigheid, waarvan wU later in het restau rant de sporen bemerken. Afgelopen nacht heeft zich boven de baai van Sukosan een onweer ontladen van zeldzame kracht. Daardoor is de stroom uitgevallen. Als wU in de plotselinge koele avond het restaurant betreden, huizen daar wonderlUke koppen boven vetpotjes en kaarslicht. Maar dat is niet de éérste indruk. Wat ons bestormd heeft voor wU iets konden zien, zUn de stemmen. WU zouden een lief ding willen geven voor een bandrecorder. Want de kinderen van Piraeus zijn Atheense bleekneusjes vergeleken bU het natuurgeweld van deze prachtige Kroatische stemmen. Voor wU weten wat er precies gebeurt, zUn wU opgenomen in de kring der zangers. ZU bestaan uit bot en vel en daarin duizend rimpels. En wat zoveel méér zegt: zU zUn onze vrienden. Er is vandaag een oude feestdag taande, die hier nog gevierd wordt, maar in Zacar niet meer. In nu is men vandaag al vroeg begonnen met deze witte wijn, die ons, eerlUk gezegd, wat zuur op de maag valt. Het afscheid is meer dan een beetje sterven. WU worden gekust op beide wangen en onze vrouw is een engel waar wU goed op moeten passen, vooral als straks de snuiters komen._ En alles klopt. De „snuiters" komen. WU hebben onze prsut, het vlees van schapen gerookt in houtskool met paprika's, amper genuttigd, of zU zUn er in het licht der knipperende kaarsen. Het binnenschrUder heeft iets van de aloude dreiging der Wes terns. Het geschiedt hoog vanuit de heupen en deze worden fesierd door de uitstekende spUkerbroeken van het merk Rio ecos. Maar niemand zegt dreigend: Say, mister, are you a stranger? De snuiters zUn aardig. Zij zUn student of al afgestu deerd. En zU zUn volkomen Italiaans geworden. Sommigen dra gen gitaren en allen zingen la Marino Marini. Zij zijn wel wat kaler van haar en stem dan de ouden, de vissers en de boeren. Maar het diepe timbre Is onloochenbaar gebleven. ZU zingen Italiaanse radiodeunen zoals het de jeunesse dorée be taamt. Een jonge professor uit Zadar, de plaatselUke Gary Cooper, heeft reeds zUn arm rond de stoel van haar die wij onze gade noemen. Maar wU moeten eerlijk bleven. Er is veel meer te zien dan zo'n toevalligheid. De snuiters zUn van een elementaire hoffelUkheid, die hun afkomst verraadt. Niemand zit of staat met een rug naar iemand toe. De handen wenken met een vriendelUkheid. als bestonden zU apart en zij wegen steeds voorzichtig wat gezegd moet worden. En dan, als de stroom plotseling invalt voor vUf minuten, zien wU de herberg van binnen. De eigenaar haast zich hoogst- persoonlUk de kaarsen uit te komen blazen. Meisjes van het land bakken vis in de keuken. Aan de achterwand hangt Josip Broz Tito in admiraalspak, groot en wit afetekene tegen groene weiden met hooimUten en een burcht op de achtergrond. En, goddank, daar hangen nog verjaarde dienstregelingen van de bus en ook de veemarkt van '60 is nog vertegenwoordigd met een kleurig en uitvoerig affiche. De schilderijen bestaan goeddeels uit druiven met gekalligrafeerde namen, zoals die bok staan onder de veredelde salonrozen, die bU ons weer en vogue geraken. Pas als de stroom weer uitvalt, beseffen vrij dat dit leven al eeuwen oud is. Er staat geen juke-box. Er trillen geen plaatjes op een televisiedoos. Maar buiten horen wij later wel duizend krekels. Ais wU de trap van de directeur gevonden hebben en het olielicht op onze kamer ontstoken, horen wij buiten op het marktplein een weemoedig gezang. De snuiters zingen in het maanlicht. De professor uit Zadar doet bUzonder zUn best. HU zingt een lied waaruit blp'kt, dat hp graag midder- nacht zou vieren in Moskou. Zijn stem is donker en zijn liea vol heimwee. Maar hU kan ons nog meer vertellen. CAREL SWINKELS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11