De meeste katholieken zijn
trouw gebleven aan de Paus
Ongerept Joegoslavië
De snuiters van SUKOSAN
zingen in het maanlicht
Katholieke patriottische beweging bestaat al vier jaar
Peking strijdt tegen de Kerk
EEN LIFTER ONDER
DE VIJGEBOOM
VRIJDAG 10 NOVEMBER 1961
PAGINA 11
Heeft u ook in uw kinderjaren
de boeken van Karl May
verslonden? Wellicht heeft
u zich dan ook wel eens afge
vraagd, wat er van het volk, waar
toe Winnetou, het edele opper
hoofd der Apachen behoorde, ge
worden is. Hoe leven de Indianen
tegenwoordig in het land, dat zij
sinds onheuglijke tijden het
hunne noemded, totdat Columbus
het nageslacht voor altijd aan zich
Verplichtte door Amerika te ont
dekken?
Reizende van Oklahoma naar
Californië herinneren vele namen
aan de Indiaanse voorgeschiede
nis van dit land. Indiaanse reser
vaten langs de weg proberen zo
veel mogelijk toeristen te lokken
om de resten vein een oude cultuur
te benutten om in hun levenson
derhoud te voorzien. Pijnlijk deed
het aan, aan de Grand Canyon de
Indiaanse dansen te zien, die daar
dagelijks door enkele afstamme
lingen van de vroegere bezitters
van dit grote land worden ten
beste gegeven voor zich verga
pende dagjesmensen. Na een
krijgshaftige „Fire Dance" ziet
men hen moeizaam bukken, in
hun kleurrijke kleding met de
arendsveren in het haar, om de
dubbeltjes en stuivers te verga
ren, die de nakomelingen van de
overwinnaars als teken van waar
dering op het podium hebben ge-
Worpen.
MET een monsterparade van
een half miljoen deelnemers
werd op zondag 1 oktober
op het Plein van de Hemelse Rust
te Peking ten overstaan van Mao
Tse-toeng, president Lioe Sjao-
tsji, premier Tsjoe En-lai en twee
duizend genodigden uit bevriende
landen, het feit herdacht, dat
twaalf jaar geleden in China het
communistische regime aan de
macht kwam.
In een uitvoerige samenvatting
gaf tezelfdertijd het persbureau
„Fides" van de Propaganda Fide
te Rome de balans van het streven
van dit regime om sinds vier jaar
via de „Katholieke Patriottische
Kerk" vat te krijgen op de Chine
se katholieken.
Na de volledige mislukking van
de reeds in 1951 gelanceerde zo
genaamde Kerk van de Drie Auto-
nomieën (onafhankelijkheid in fi
nanciën, verbreiding en bestuur,
dus los van Rome) volgde in
1956 een serie voorbereidende, re
gionale congressen voor een Pa
triottische Katholieke Beweging.
Daarop aansluitend werd in juli
1957 te Peking een nationaal con
gres georganiseerd ter oprichting
van de Patriottische Katholieke
Kerk. Er waren 241 deelnemers,
onder wie 11 bisschoppen en 72
priesters. Later is bekend gewor
den, dat velen van hen onder de
scherpste pressie werden gedwon
gen aan dit congres deel te nemen.
De communistische pers heeft in
commentaren over dit congres
moeten schrijven, dat „het anti
communistische, anti-vaderlandse
en anti-socialistische verzet in
Peking zeer sterk is geweest."
.iets van de aloude dreiging der western
.tegen de kust gehurkte vissersdorpen.
.dat hij aanspoorde met de driftige ezelskreet Tsoe.
Hoepeldans van twee Indiaanse kinderen die door hun vader op een trommel begeleid worden.
INDIANEN trekken
uit reservaten
naar de stad
Maar wat is er van de massa van de-
oorspronkelijke Amerikanen gewor
den na de eeuwenlange worsteling tegen
®en blanke overmacht? Ik wist, dat er
lr> Oklahoma Indianen zijn, die vooraan
staande posities innemen in oliemaat
schappijen, die er praktijk uitoefenen
«ls advocaat of accountant, of die als
schilder naam hebben gemaakt. De
drie grootste ballerina's van de V.S. op
det moment zijn toevallig allen van In
diaanse afkomst. Een Indiaan heeft als
«oionel van de luchtmacht in de laatste
oorlog bekendheid verworven en de
ddam van Jim Thorpe van de Sac'Fos
mbe leeft nog voort als een van de
-igen
«h vrouwen, die zich onder moeilijke
Phisfcandigheden positie en naam heb
ben veroverd in de blanke maatschappij.
m te weten te komen hoe de door
snee Indiaan leeft in het land, dat
zoals hij placht te zeggen „de
Grote Geest zelf ons in eigendom
?ad gegeven" bezocht ik onlangs het
fhdian Centre in Los Angeles, dat onder
Vfding staat van het Sioux opperhoofd
njhi Standing Bear en zijn. echtgenote
Jdvie van de stam der Ponca's. In het
volk sinds in 1876 bi) Little Big Hom
het Sioux opperhoofd Sitting Bull gene
raal Custer met zijn troepen volkomen
in de pan hakte in een laatste spectacu
laire Indiaanse overwinning.
De vader van mijn gastheer, Luther
Standing Bear, die zich de laatste jaren
van het vrije bestaan van zijn stam nog
uit eigen ervaring herinnerde, heeft er
enige boeken over geschreven. Droog
en fantasieloos als zijn relaas is, een
grote droefheid en bitterheid over de
wijze, waarop zijn ras door de verove
raar werd behandeld kan er niet door
worden verborgen. Na 1880 werden aan
de Indianen reservaten toegewezen, en
een ambtenaar van de regering, de In
dian Agent, werd de oppermachtige
heerser in deze voorlopers van het in
terneringskamp, zijn woord was wet in
alle facetten van het leven der bewo
ners, en zonder zijn toestemming mocht
niemand het reservaat in of uitgaan.
Men schat het aantal Indianen, dat
in Noord-Amerika woonde, toen de
eerste Europese kolonisten er zich
vestigden, op een 400.000, een zeer ge
ring aantal, als men het enorme land
in aanmerking neemt. Het harde no
madenleven van jacht en strijd zal
daar een oorzaak van zijn geweest.
Maar zeker ook de opvatting bijv. bi)
de Sioux, dat een moeder zich de eer
ste zes levensjaren van haar kind vol
komen eraan wijdde, én het in strijd
werd geacht met de goede zeden, wan
neer er binnen die tijd een tweede
kind geboren werd. De „zegeningen"
van de toenmalige blanke beschaving,
vuurwapens, sterke drank, besmette
lijke ziekten, en de vernietiging van
hun voornaamste voedingsbron, de
bison, waren alle tezamen oorzaak,
dat de Indiaanse bevolking gestadig
in aantal afnam, tot enige tientallen
jaren geleden, toen de Amerikaanse
regering zich blijkbaar realiseerde,
dat zij iets aan haar rode landgenoten
had goed te maken. Hoewel de meeste
Indianen nog steeds op hun reserva
ten wonen, zijn zij nu vrij te komen
en te gaan naar believen. In plaats
van de despoot van vroeger is de
dgent nu hun troede vriend en raadge
ver. Op sommige reservaten leven de
bewoners tegenwoordig in betrekke
lijke welstand door de opbrengst van
mineralen en timmerhout, terwijl de
Osages in Oklahoma tijdelijk en bloc
miljonair waren, toen in hun barre
land olie werd gevonden.
AAR vooral onder de jongeren
is de trek naar de stad begonnen
waar zij hopen zich een deel
van de zegeningen van de Wes
terse beschaving, auto's, ijskasten, te
levisietoestellen en wasmachines, te
verwerven. De agent betaalt de reis en
aUe eerste onkosten, totdat de geemi-
greerde Indiaan zijn eerste loonzakje
thuisbrengt. De meesten van hen zijn
ongeschoolde arbeiders, spreken weinig
of in het geheel geen Engels. De scho
len op. de reservaten nl. geven tot het
14e jaar enkel les in de taal van de
eigen stam. Daarom moeten deze men
sen in de stad, waar zij anders onher
roepelijk ten onder zouden gaan, worden
opgevangen, en hiervoor zijn in acht
grote steden, o.a. Chicago, San Francis
co en in 1935 in Los Angeles de zg. In
diaanse Centra opgericht. Hier worden
zij geholpen bij het zoeken naar woning
en werk, er worden cursussen gegeven
in Engels, handenarbeid, weven e.d.
Ontspanningsavonden voor de ouderen,
sportclubs voor de jongeren worden er
georganiseerd. Jongens en meisjes kun-
vie vaJl ay sunn aer runua o. ui nen elkaar daar ontmoeten, want hoe-
°rt is dit de geschiedenis van het rode wel sedert een jaar of twintig de wet is
X»
"^Oio-Indianen in de Amerikaanse staat Nieuw-Mexico maken kleurige teke
ningen in het zand.
opgeheven die een huwelijk van een In
diaan met een blanke verbiedt, de In
dianen trouwen toch bij voorkeur onder
elkaar.
In Los Angeles wonen momenteel een
92.000 Indianen van een paar dozijn
verschillende stammen. Sommigen
van hen, zoals chief Standing Bear,
meneer Funmaker - grappenmaker -
of mej. Ironshield - IJzeren Schild -,
behouden hun Indiaanse naam in En
gelse versie. Anderen, vooral uit de
zuidelijke staten, hebben Spaanse na
men aangenomen, terwijl weer ande
ren zich willekeurige Engelse namen,
als Butler of Johnson, hebben toege-
eigend.
De atmosfeer van het Indiaanse Cen
trum in Los Angeles onder zijn energieke
leiders spreekt van optimisme en hoop
op de toekomst, in de moeizame strijd
van een trots oud volk om zich een vol
waardig bestaan te veroveren in een
nieuwe wereld. Deze geest spreekt tot
u uit het opschrift boven de deur:
God geve mij bezonnenheid om te
aanvaarden wat ik niet veranderen
Jian, Moed om te veranderen wat
veranderd kan worden. Wijsheid om
tussen deze bedde het juiste onder
scheid te kennen.
De eerste twee jaren na het congres
van Peking waren voor de Chinese ka
tholieken een periode van zo verschrik
kelijke terreur, dat men er zich op ver
re afstand nauwelijks een voorstelling
van kan maken. Door nieuwe plaatse
lijke congressen trachtte men priesters
en leken te dwingen zich en masse aan
te sluiten bij deze Katholieke Patriot
tische Beweging of Kerk.
Speciale aanklachten richtte men tot
bisschoppen die niet wilden breken met
Rome, om deze te kunnen
april 1958 werden buiten Rome om
twee priesters tot bisschop gewijd.
Vanaf die datum tot oktober van dat
jaar hadden er 23 onwettige bisschops
wijdingen plaats. Vanaf mei tot novem
ber 1959 volgden 8 nieuwe onwettige bis
schopswijdingen, en in april 1960 weer
vier. In totaal zouden er dus 35 onwet
tige bisschopswijdingen hebben plaats
gehad. De Chinese pers gaf aan deze
wijdingen zoveel mogelijk aandacht, om
de indruk te vestigen, dat er sprake
was van een massale aanhang van deze
Patriottische Katholieke Kerk.
De werkelijkheid is echter anders.
Niet uit de Chinese pers die sinds het
voorjaar van 1960 opvallend zwijgt over
godsdienstige aangelegenheden, maar
uit informaties van allerlei andere kan
ten, aldus Fides, kan bevestigd worden,
dat de Patriottische Kerk een skelet is
gebleven. Slechts een klein aantal
priesters heeft zich aangesloten bij de
35 onwettig gewijde bisschoppen. Som
migen van deze priesters schijnen to
taal verblind en meegesleept door een
ar anaei
vals patriottisme, maar anderen onder-
wordt gedragen, kunnen wij slechts
vermoeden.
Voor de toekomst is er weinig uit
zicht voor de Patriottische Kerk. Se
minaries zijn er niet meer om de een
voudige reden, dat de seminaristen
vertrokken, zo gauw de leiding in han
den kwam van de patriottische bewe
ging. Nieuwe seminaristen blijken er
niet te komen. Vele buitenlandse be
zoekers maken melding van dit semi
narie-vraagstuk, dat de leiders van de
Patriottische Kerk in grote verlegen
heid brengt. Bovendien heeft de Pa
triottische Kerk (onder druk?) bepaald
dat niemand voor zijn achttiende jaar
gedoopt kan worden en in da tegen
woordige omstandigheden zullen er
weinig op die leeftijd nog om het doop
sel vragen.
Onze aandacht dient allereerst uit te
gaan naar de trouw gebleven Ghinese
katholieken. Zij allen zijn verklaarde
vijanden van het volk en van de staat.
Toen het communistische regime aan
de macht kwam in 1949, waren er
2.676 Chinese priesters, 632 broeders en
LOUISE BURGHARDT door „patriottische" priesters. Op
gaan vreselijke spanningen en zouden
terugkeren als zij de kans en de moed
hadden. Tékenend is de opmerking van
een van hen, bekend als een super-pa
triot, tot een buitenlands bezoeker, die
hem onopvallend de vraag kon stellen:
„Bent u gelukkig?" Het antwoord was
(in correct Engels): „Het leven is ver
schrikkelijk, maar ik kan niets zeg
gen."
De patriottische priesters genieten
speciale gunsten van het regime. Waar
in dit land de armoe ontstellend is, ver
keren zij in welstand, omdat zU veertig
procent van de opbrengsten van de ge
confisqueerde kerkelijke goederen ont.
vangen. Deze priesters bedienen de
open gebleven kerken in de steden. Zij
vertegenwoordigen de katholieke kerk
voor de partij en zij moeten voor bui
tenlandse bezoekers bewijzen, dat er in
China nog steeds vrijheid van gods
dienst is. Deze priesters betalen hun
bevoorkeurde positie echter duur. Zij
staan onder voortdurende controle van
het partijbureau voor de godsdienst,
dat hen nauw omschreven instructies
geeft en dat hen voortdurend in het
oog houdt.
Hoezeer ook officieel gesteund, de
Invloed van de Patriottische Kerk is
gering. Men kan niet vaak genoeg her
halen, wil men de waarheid recht doen,
dat de meerderheid van de priesters,
religieuzen en katholieke leken zich
distancieert van de Patriottische Kerk.
De officieel open gelaten kerken blij
ven leeg, aldus rapporteren objectieve
bezoekers. De katholieken ontvangen
liever niet publiekelijk de sacramenten
uit de handen van patriottische
Hoeveel geloofsleed hier
5.112 Chinese zusters. Men weet niet
hoeveel er nog van leven. Af en toe
komt een overlijdensbericht door, uit
een gevangenis, of uit de barre streken
van Singkiang. Het moreel van pries
ters, religieuzen en leken is buitenge
woon. Afgesneden van Rome en van
hun plaatselijke kerkelijke overheden,
berooid van de sacramenten, gedwon
gen tot bedelen, in de stilte van ge
vangenissen of onder de druk van
dwangarbeid, alleen geleid door de
kracht van Gods genade, houden ze
vol.
Een tot dwangarbeid veroordeelde
priester is er in geslaagd ons, aldus
Fides, een kort bericht te zenden:
„Misschien denkt u, dat ik om ben ge
gaan. Weest gerust. Als ik maar in het
minst van gedachten zou zijn veran
derd, zou ik niet ondergaan wat ik nu
onderga. Mijn lijden overtreft elke
voorstelling, maar mijn moed ls
ongebroken. Ik geef mij over aan de
Voorzienigheid. Bid voor mij."
Alle brieven die op eer of andere
manier van het Chinese vasteland
doorkomen, aldus besluit Fides, af
komstig van vervolgde of gevangen ge
nomen priesters of leken, vragen om
gebed, om vele gebeden en het is te
wensen, dat dit verzoek verstaan wordt
door allen, die in vrijheid hun knieën
kunnen buigen in gebed.
Inderdaad is het nodig, dat telkens
weer onze aandacht allereerst ge
richt wordt op de vervolgde katholieken
in China. Maar ook is het begrijpelijk,
dat de aandacht valt op de berichten
over de Patriottische Kerk. Is er nu
sprake van een „schisma"? Op 29 juni
richtte paus Joannes een brief aan
Kardinaal Tien op Formosa, bij gelegen
heid van de wijding van drie Chinese
bisschoppen voor Formosa. Daarin
wordt het woord „schisma" nog steeds
angstvallig vermeden: „Temidden van
het onzekere lot van de katholieke ge
meenschap bezorgen ons berichten
welke hopelijk vals zijn, de grootste en
scherpste pijn: enkele zwakke en on
gelukkige Onzer zonen zouden blijk
hebben gegeven althans volgens ver
klaringen die een aan de Kerk vijan
dige propaganda hun aanwrijft en met
graagte verspreidt wél tot de Kerk
te willen behoren zonder echter ver
enigd te willen blijven met het zicht
bare Hoofd, de Romeinse Pontifex".
Vóór de twee eerste onwettige bis
schopswijdingen op 13 april 1958 heeft
er een telegramwisseling plaats gehad
tussen China en Rome. In telegrammen
van 24 en 26 maart kreeg Rome bericht
van het Bisdom Hankow en Wuchang
van de verkiezing van twee bisschoppen
en een aankondiging van de voorgeno
men wijding. Op 26 en 29 maart tele
grafeerde Rome terug, rechtstreeks
aan de twee gekozenen, dat de verkie
zing niet als geldig kon worden aan
vaard. Bovendien werd daarin in volle
dige tekst in herinnering gebracht een
decreet van het H. Officie van 9 april
1951, dat „de bisschop welke zijn ri
tus of waardigheid ook is die de bis
schopswijding toedient aan een pries
ter, die niet door de H. Stoel is benoemd
of wiens benoeming niet expresselijk
door de H. Stoel is bekrachtigd, alsook
degene die zulk een bisschopswijding
onri'angt, al is het ook onder zware druk,
ipso facto geëxcommuniceerd is".
Welnu, volgens de tot nu toe nog niet
te verifiëren berichten uit China, zijn
de bisschop van Puchi, Mgr. J. Li Tao-
nan, de bisschop van Siensjien, Mgr.
Fr. Xav. Tsjao Tsjeng-sjeng, en de aarts
bisschop van Moekden, mgr. Ign. Pi-Sjih
opgetreden als consecratoren op respec
tievelijk 13 april 1958 te Hankow, 20
april 1958 te Siensjien en 1 juni te Moek
den. Maar in het officiële Pauselijk
Jaarboek worden zij nog steeds, ook in
de uitgave van dit jaar, genoemd als
residerend bisschop.
Paus Pius XII en ook Paus Joannes
hebben herhaaldelijk hun grote bezorgd
heid uitgesproken over de berichten uit
China. Maar het beslissende woord
„schisma" hebben zij tot nu toe zorg
vuldig vermeden. De aanduidingen in
het Pauselijk Jaarboek mogen zeker ge
zien worden als een bewijs, dat de H.
Stoel nog geen formele uitspraak heeft
gedaan. Men dient derhalve uitermate
voorzichtig te zijn met suggesties in de
richting van een formele afscheiding
van Rome. De houding van de H. Stoel
dient eerder het begrip gaande.te hou
den voor het enorme gewetensconflict,
waarin niet alleen de aan Rome dui
delijk trouw blijvende Chinese katho
lieken, maar ook de kennelijk met het
communistische regime samenwerken
de katholieken verkeren.
DRS. A. J. KRAMER
emand, die lang genoeg in Joegoslavië heeft verbleven om
het met recht en reden zijn tweede vaderland te noemen,
heeft ml) eens gezegd, dat het ideaal zou zijn de Dalmatische
kust te combineren met het binnenland. Bij een eerste
vluchtige verkenning van het land heb ik niet gewaar kunnen
worden, wat hij daarmee bedoelde. Ik begrijp dat nu misschien
nog wel niet, maar ik heb er op eigen hand wel een aantal
interpretaties voor gevonden, in de vorm van enkele tegen de
kust gehurkte vissersdorpen, die de schoonheid der blauwe
Adria combineren met de ongereptheid van het binnenland.
Wie van Split uit niet verder noordwaarts rijdt dan naar
Solin, de resten van het Romeinse Salona, of naar Kastel Stari,
het centrum van de Riviera Sedam Kastela, heext de stad eigenlijk
aIOn1c' Trorir het pronkjuweel der oude Dalmatische stadjes,
dat o-evat iTgt in een krans van grotendeels Venetiaanse sieraden,
is eigenlijk niet meer dan de kern van een overgangsgebied,
dat blijft herinneren aan de stadscultuur door een asfaltweg,
die nog geen dertig kilometer boven Split, plotseling ophoudt.
Vanaf Serget Donji voert men tussen de wielen andermaal een
steenslag. Men is dan hoogstens vijftig kilometer verwijderd van
Sibenik, maar dat is een hele afstand, als men, onwillekeurig
geïnspireerd door zwaarbeladen passanten, weer begint te denken
in voetreizen. Een lifter, wat aarzelend onder een vugeboom ge
hurkt, blijkt als bagage bij zich te hebben een raadselachtige
mandfles van dertig liter en twee zelf geknoopte wollen tassen
van respectabel gewicht. Als alles geborgen is, blijft hij erg
verlegen en accepteert wellicht daarom een sigaar.
smaakt goed, zegt hij, maar het kost hem boyenmenselljke
inspanning ze zo onopvallend mogelijk het raam uit te werken.
Veel later, als zelfs het zitten vermoeiend begint te worden,
attendeert hij ons op de veerpont van Sibenik. Wij mogen hem
daar gerust dankbaar voor zijn, want zonder zijn driftig wijzen
naar het minuscule vlotje in de diepte,, zouden wij ongetwijfeld
de weg naar Knin zijn ingeslagen. Bij het afdalen naar de
veerpont vraagt hij pen en papier. Hij begint te schrpven met
grote haakletters. Het zijn namei. met teksten, waarvan wij
pas later vernemen, dat zij bedoeld zijn om alle hemelse gunsten
en de opperste gastvrijheid af te smeken voor de welwillende
vreemdelingen, die in het bezit van dit papier blijken. Als hu
uitstapt is hij nog steeds beschroomd, maar nu omdat hu geen
wegen kent om zijp dankbaarheid te uiten.
De zegen des hemels blijkt hij niet vergeefs over ons te heb
ben afgesmeekt. Plotseling en wel precies vanaf Biograd be
vinden wij ons op de Jadranska Magistrala. Niemand in het
vaderland heeft ons deze plaats genoemd, maar er is geen
twijfel mogelijk. Tot hier is de weidse boulevard langs de Adna-
tische Zee gevorderd, die als hij eenmaal klaar is, Ryeka met
Dubrownik zal verbinden. Als wij Biograd gepasseerd zijn, ont
dekken wij op een wegwijzer een naam die ook op ons papier
staat geschreven: Filip Jakov. Wij dachten, dat het de naam
van een boer zou zijn of van een partisaan, maar het is een
dorp, dat niet de rug naar de weg ligt en met het vriendelijke,
verweerde gelaat naar de zee. Turanj, dat later volgt is vol
komen ongerept, evenals Krmoina. Maar alles wordt a vue
overtroffen door Sukosan. De herberg aan de weg heeft een
ruim terras, dat overdekt is met gedroogde maisplanten. Als
de eigenaar ons een karaft rode wijn brengt, valt zijn oog op
ons schrijfbloc. Hij leest en lacht. „Het zijn goede wensen op
uw pad", zegt hij in het Duits. „Maar als u in ons dorp wilt blijven,
kunt u hier alleen eten en drinken. Slapen moet u ginds." HU wuift
naar het dorp, dat aan de overzüde van de weg langzaam
wegglooit naar een baai, waarvan men de vorm slechts kan
gissen. De wün fonkelt in het glas.
-*• Het is goed, zeggen wU, drUvend op een oud instinct, ,,wU
willen hier graag blijven", en wU luisteren met aandacht naar
wat wU nog meer zullen gaan zeggen. Maar het hoeft al niet
meer. Wat nu gebeurt hebben wp vaker gezien. De huisvesting
wordt gewikt en gewogen. Het is een zaak voor mannen en er
komen er steeds meer uit de dichtstbügelegen huizen, waarin
later het postkantoor, de broodwinkel, de kruidenier, het plaat-
selpk pakhuis en de boerenleenbank
den voorzichtig getaxeerd.
een gids. „Ik ben Bjelko".
voor de toeristen. Alles gaat goed. U slaapt bü de directeur."
WU rijden naar de markt. Op alle huizen staat „Leve Tito" en
door een poortje met het opschrift Staljin komt een man op
een ezeltje, dat hU aanspoort met de driftige ezelskreet Tsoe!
Via een trap en een balkon belanden wU in de beste kamer
van „Villa Mila". Het geheel biedt daar een glanzende aanblik.
De vrouw van de directeur heeft voor ons als welkomstdronk
een te zoete cacaolikeur uit zilveren glaasjes. Die combinatie
past uitstekend bU alles wat wU verder zien. Op de bedden van
glanshout zit een pop in blauwe tule. Op de stoelen liggen
gehaakte kleedjes. In een glimmende uitstalkast wordt ook een
scheepje zichtbaar met het opschrift Dubrownik 1951. En daar
naast huist ronduit een wonder. Het is een koperen asbak.
Op de plaats waar een onverlaat de as zou deponeren, bevindt
zich hier onder glas een kleine zee met daarin schelpen, kraal
tjes, krabben en kreefjes. Het miraculeuze opschrift luidt: Hellas.
De expositie wordt gecompleteerd door twee vergulde flacons
en een varken dat gitaar speelt met de tekst Split, een der
weinige plaatsen waar wU geen varkens hebben aangetroffen.
Er is nog een omstandigheid, waarvan wU later in het restau
rant de sporen bemerken. Afgelopen nacht heeft zich boven de
baai van Sukosan een onweer ontladen van zeldzame kracht.
Daardoor is de stroom uitgevallen. Als wU in de plotselinge
koele avond het restaurant betreden, huizen daar wonderlUke
koppen boven vetpotjes en kaarslicht. Maar dat is niet de
éérste indruk. Wat ons bestormd heeft voor wU iets konden
zien, zUn de stemmen. WU zouden een lief ding willen geven
voor een bandrecorder. Want de kinderen van Piraeus zijn
Atheense bleekneusjes vergeleken bU het natuurgeweld van deze
prachtige Kroatische stemmen. Voor wU weten wat er precies
gebeurt, zUn wU opgenomen in de kring der zangers. ZU bestaan
uit bot en vel en daarin duizend rimpels. En wat zoveel méér
zegt: zU zUn onze vrienden. Er is vandaag een oude feestdag
taande, die hier nog gevierd wordt, maar in Zacar niet meer.
In nu is men vandaag al vroeg begonnen met deze witte wijn,
die ons, eerlUk gezegd, wat zuur op de maag valt. Het afscheid
is meer dan een beetje sterven. WU worden gekust op beide
wangen en onze vrouw is een engel waar wU goed op moeten
passen, vooral als straks de snuiters komen._
En alles klopt. De „snuiters" komen. WU hebben onze prsut,
het vlees van schapen gerookt in houtskool met paprika's, amper
genuttigd, of zU zUn er in het licht der knipperende kaarsen.
Het binnenschrUder heeft iets van de aloude dreiging der Wes
terns. Het geschiedt hoog vanuit de heupen en deze worden
fesierd door de uitstekende spUkerbroeken van het merk Rio
ecos. Maar niemand zegt dreigend: Say, mister, are you a
stranger? De snuiters zUn aardig. Zij zUn student of al afgestu
deerd. En zU zUn volkomen Italiaans geworden. Sommigen dra
gen gitaren en allen zingen la Marino Marini. Zij zijn wel
wat kaler van haar en stem dan de ouden, de vissers en de
boeren. Maar het diepe timbre Is onloochenbaar gebleven. ZU
zingen Italiaanse radiodeunen zoals het de jeunesse dorée be
taamt. Een jonge professor uit Zadar, de plaatselUke Gary
Cooper, heeft reeds zUn arm rond de stoel van haar die wij
onze gade noemen. Maar wU moeten eerlijk bleven. Er is veel
meer te zien dan zo'n toevalligheid. De snuiters zUn van een
elementaire hoffelUkheid, die hun afkomst verraadt. Niemand
zit of staat met een rug naar iemand toe. De handen wenken
met een vriendelUkheid. als bestonden zU apart en zij wegen
steeds voorzichtig wat gezegd moet worden.
En dan, als de stroom plotseling invalt voor vUf minuten,
zien wU de herberg van binnen. De eigenaar haast zich hoogst-
persoonlUk de kaarsen uit te komen blazen. Meisjes van het
land bakken vis in de keuken. Aan de achterwand hangt Josip
Broz Tito in admiraalspak, groot en wit afetekene tegen groene
weiden met hooimUten en een burcht op de achtergrond.
En, goddank, daar hangen nog verjaarde dienstregelingen van
de bus en ook de veemarkt van '60 is nog vertegenwoordigd
met een kleurig en uitvoerig affiche. De schilderijen bestaan
goeddeels uit druiven met gekalligrafeerde namen, zoals die bok
staan onder de veredelde salonrozen, die bU ons weer en vogue
geraken.
Pas als de stroom weer uitvalt, beseffen vrij dat dit leven
al eeuwen oud is. Er staat geen juke-box. Er trillen geen
plaatjes op een televisiedoos. Maar buiten horen wij later
wel duizend krekels. Ais wU de trap van de directeur gevonden
hebben en het olielicht op onze kamer ontstoken, horen wij
buiten op het marktplein een weemoedig gezang. De snuiters
zingen in het maanlicht. De professor uit Zadar doet bUzonder
zUn best. HU zingt een lied waaruit blp'kt, dat hp graag midder-
nacht zou vieren in Moskou. Zijn stem is donker en zijn liea
vol heimwee. Maar hU kan ons nog meer vertellen.
CAREL SWINKELS