ursci Landgoed Drakestein (450ha.) met onteigening bedreigd Honderd jaar geleden betaalden „Kof f ij huizen extra premie Een eeuw tn Nederland Grote brand vernielt warenhuis in Breda Au voleur Goede studieresultaten Hongaarse vluchtelingen Van acuut gevaar geen sprake Volgebouwd centrum aan ramp ontsnapt Prinses Beatrix beschermvrouwe van Universitair Asylfonds SPO TSP1E GEL Öpqerichf A°fó6fM OUDSTE van dien aard in flederiand HET FUNDAMENT VAN UW VERMOGEN ii 1 Glasverkoop door licht en luchtbelasting beïnvloed SCHADE RUIM EEN MILJOEN Vrouw omgekomen na aanrijding Chauffeur vrachtwagen reed na botsing door Kunstschilder aan brandwonden bezweken PLINE DING BOOMPJES 9-10, ^lü!"gische weekkalender Ürie-eeX?d^oeCi!f0: pre£' v. d. H. ZATERDAG 18 NOVEMBER 1961 PAGINA 5 Verzet Het (Van een verslaggever) ornelis had een glas gebro ken", zo begint een bekend oud-vaderlandse rijmpje, gedichtje heeft misschien daarom zoveel bekendheid gekre gen, omdat iedere Hollandse jongen wel eens toegegeven heeft aan de drang een ruit in te gooien. Gebeurde dit na 1861 dan was er een goede kans, dat de eigenaar van de gebroken ruit verzekerd was en in de kortste keren weer een gaaf glas in de sponning geplaatst zag. Want precies honderd jaar geleden werd in ons land de eerste glasverze- ringsmaatschappij opgericht, daarmee Engelse, Duitse en Bel gische voorbeelden navolgend. QPVOE 'XmSuêiSSWm ,n Ï»S ^^nvomber: 26ezondag_ na Pinkste- Mis- Credo; pref. v. d. H eenheia -groen— ?*nci s Jimtit?' Fellx van Valois, belijder —wit— V' Vruuw Presentatie; pref. W°ensci MaaSd Maria wit— eiëen aj§; B.. Caecilia, maagd-martelares; ÖAYiiS —rood 0ftöerda ^is Si^rtii^L'- Clemens I, paus-martelaar; "~-~roociaiil§ls'. 2e geb. H. Felicitas, VVjüaS- H i nurkleraar- if/rnnesr V' h Kruis, belijder- Zat 8 wit— mSdl0; 26 ë6b H ^ls Lo'ai5h,Catharlna maagd-martelares y Mucuar rood 54°*<iag 2fi nren: eisen VeJlber: 27e zondaS na P»>k. Het kasteeltje „Drakestein", thans Op (Van onze verslaggever) LAGE VUURSCHE, 18 nov. de secretarieën van Baarn ën Bilthoven ligt momenteel een plan ter inzage, dal niet meer ot minder behelst dan de ont eigening van het landgoed Drakestein, toebehorend aan de familie Bosch van Drakestein. Indien dit plan werkelijk heid wordt, betekent zulks, dat van de uitgestrekte goederen, die de van oor sprong Brabantse familie Bosch eens in het gebied van de Utrechtse heuvelrug in eigendom heeft bezeten, vrijwel niets zal resteren. De lezer zal zich herinne ren, dat ongeveer een jaar geleden prin ses Beatrix het huis Drakestein aan kocht voor haar toekomstig verblijf. Daarbij behoorde een terrein ter groot te van ongeveer twintig ha. De rest van het landgoed, tezamen een oppervlakte beslaande van 450 ha., bleef bezit van jhr. Frederik Bosch van Drakestein en zijn zuster Diana. Het initiatief tot het onteigenen van Drakestein is uitgegaan van de afde ling natuurbescherming van het mini sterie van O., K. en W. De zaak is, zo gaf men ons van de zijde van het de partement te verstaan, „zo klaar als een klontje". Het ministerie is namelijk bevreesd, dat het landgoed, een prach tig stuk natuurschoon met een overvloed van naaldhout, versnipperd raakt in kleinere kavels. Dat mag, zo vindt het departement, in geen geval gebeuren, aangezien Drakestein dan veel van zijn aantrekkelijkheid zal verliezen. Het al gemeen belang zal derhalve met een ont eigening ten zeerste gebaat zijn. Men wil het landgoed als een uniek geheel laten voortbestaan onder toezicht van Staatsbosbeheer. Het besluit om over te gaan tot een onteigeningsprocedure is pas na rijp beraad genomen, omdat het departe ment ook wel inziet, dat hier sprake is van een zeer grove aantasting van de particuliere eigendom. Overigens erkende onze zegsman van het minis terie wel, dat er momenteel geen acuut gevaar dreigt van versnippering of verandering. Maar men wil reeds nu de onteigening aanhangig maken om dit gevaar voorgoed af te wenden. De wet verschaft sinds 21 januari 1959 de mogelijkheid om in het belang van de natuurbescherming gebieden te onteige nen. De tekst van het betreffende ar tikel luidt: „Onteigening in het belang der natuurbescherming van onroerende goederen, waarvan het behoud uit een oogpunt van natuur- of landschaps- schoon, of door de betekenis voor de natuurwetenschappen, van algemeen be lang is, van andere onroerende goederen daaraan grenzend of in de nabijheid daar van gelegen, alsmede van de daarop ge vestigde erfdienstbaarheden en andere zakelijke rechten, geschiedt uit kracht ener wet ten name van het rijk of een ander openbaar lichaam of een andere rechtspersoon, die in het belang van de natuurbescherming werkzaam is". In de praktijk komt het hierop neer, dat de Kamer het betrokken landgoed tot algemeen nut moet verklaren alvorens de onteigening kan worden toegepast. Een dergelijke onteigening moet dus steeds bij een apart wetje van kracht worden verklaard. Het plan voor Dra kestein blijft nog tot 27 december ter inzage liggen in Baarn en Bilthoven. Daarna wordt het, mèt de eventuele bezwaarschriften van belanghebbenden, verzonden naar het provinciaal bestuur van Utrecht, dat het, voorzien van be schouwingen, toestuurt aan het minis terie. dat prinses Beatrix een jaar geleden aankocht en inricht tot haar eigen huis. om zich tegen het voornemen te ver zetten. Jhr. Bosch is daarom vast van plan, ook namens zijn zuster, wier ter rein hij mede beheert ieder bezit ongeveer de helft een actie te gaan voeren teneinde het verlies dat hem be dreigt af te wenden. Hij fungeert min of meer als proefkonijn, aangezien het nog niet eerder is voorgekomen, dat een landgoed omwille van natuurbescher mingsdoeleinden aan het particulier be zit wordt onttrokken. Jhr. Bosch heeft de zaak intussen aan zijn advocaat in handen gegeven, die bestudeert wat de beste tactiek is om de gevaren te om zeilen. Deze langdurige procedure opent voor de betrokkenen voldoende mogelijkheden Drakestein is sinds 1800 in het bezit van de familie Bosch. Oorspronkelijk strekte het zich nog veel wijder uit, tot in Soestqrberg toe, waar zich thans nog de familiegraven bevinden. Geleidelijk is het terrein afgebrokkeld, maar de eigenaar is niet van plan verder nog grond van de hand te doen. In het voor jaar heeft Staatsbosbeheer een poging gedaan om het landgoed in handen te krjjgen, maar de familie is daar niet op ingegaan. Wel heeft jhr. Bosch ge probeerd om zijn bosgrond meer renda bel te maken. Van hem is ook het plan afkomstig om de buitenplaats zelf te verkopen, aangezien hij de kosten van onderhoud en de personeelslasten niet meer kon opbrengen. Zijn zuster is het met die verkoop nog altijd niet eens en laat niet af om allerlei instanties en personen met correspondentie te bestoken. „Ik verkocht het huis liever dan dat ik het door gebrek aan personeel moest ver waarlozen", zo zei jhr. Bosch ons. Het bos exploiteert hij door kerstsparren te planten en zijn verdere inkomsten be staan uit de opbrengsten van zwaar hout. Het kappen geschiedt steeds in overleg met Staatsbosbeheer. Eenmaal heft hij zonder toestemming laten kappen en voor dat feit is de thans 31-jarige jhr. Bosch dan ook veroordeeld. Enige tijd geleden heeft hij op verzoek van het Baarnse gemeentebestuur tachtig kap- rijpe bomen gehandhaafd, hoewel hij van Staatsbosbeheer de vereiste vergunning al binnen had. Tweemaal is op Drakestein een mo torcross verreden, maar wegens klach ten van omwonenden en van het ge meentebestuur heeft de jonker dit sportgebeuren moeten opheffen. Ook een plan tot de aanleg van een bungalow park is afgestuit op de weigering van de gemeente. Na de verkoop van zijn ouderlijk huis bouwde jhr. Bosch wel voor zichzelf een fraaie bungalow op zijn landgoed. Deze woning staat op het te onteigenen gebied. ,,U moet mijn landgoed niet alleen zien als een terrein zonder meer, maar als mijn bedrijf", zo zei de heer Bosch ons. „Men berooft mij dan ook in feite van mijn broodwinning. Ik begrijp niet, op welke grond men tot onteigening over kan gaan. Er bestaan absoluut geen plannen om het terrein te ver kavelen, ik heb onlangs nog loofhout en heesters geplant ter afwisseling van het naaldhout, het kappen gebeurt steeds met toestemming van Staats bosbeheer, en van wanbeheer, zoals men uit dit plan zou afleiden, is dus geen sprake". De verbittering van de heer Bosch is wel te begrijpen. De thans genomen maatregel wekt inderdaad de indruk, dat nu geen enkele grootgrondbezitter meer zekerheid heeft over zijn eigendom. „Hoever strekt het algemeen belang?", zo vroeg de betrokkene zich af. „Hoe wel ik aan mijn fiscale verplichtingen kan voldoen, laat ik toch mensen op mijn landgoed toe, uiteraard alleen op wegen en paden, maar onder Staatsbos beheer zou de situatie dezelfde zijn". Jhr Bosch vreest, dat, als de onteigening doorgaat, dergelijke procedures elkaar snel zullen opvolgen. „Dit is voor mij een principe-kwestie", zo zei hij. Ove rigens bleek hij vol goede moed over de afloop. Ook de federatie van landeigenaren is van plan zich met hand en tand tegen de voorgenomen maatregel te verzetten-, „Er is op het landgoed Drakestein geen sprake van wanbeheer, er is zelfs meer ingeplant dan voorgeschreven. Als het departement zijn zin krijgt, on staat een precedent, die voor grondbezitters aller lei gevolgen kan hebben. Daarom zijn we van plan ons mettertijd officieel te richten tot de beide Kamers", zo gal men ons te verstaan. Een affiche uit de twintiger jaren. Een agent betrapt op heterdaad een „nozem", die de ruit van een kunsthandel ingegooid heeft. Het corpus delicti ligt op straat. De kunsthandelaar wijst beschuldigend naar de knaap en zelfs bij de hond schijnt het kattekwaad niet in goede aarde te vallen. BREDA, 17 nov. Het grote ge bouw van het warenhuis van V. en D. in Breda aan de Karrestraat, waarin vrijdagmorgen een hevige brand heefl gewoed, heeft zo veel geleden, dat het vermoedelijk tegen de grond zal moe ten. Naar voorzichtige schatting is er een schade van ruim een miljoen gul den. Alleen de bovenste verdiepingen van het aan de voorzijde twee en ach terzijde drie verdiepingen tellende, ge bouw zijn niet door bet vuur vernield, maar ook daar is de inventaris geheel verloren. De brand ontstond in een étalage waarschijnlijk door kortsluiting. Eta leurs trachtten de brand te bedwin gen met schuimblussers, maar het vuur vond te veel voedsel en greep snel om zich heen. Nauwelijks een kwartier later sprongen alle etalage ruiten en loeiden over de gehele frontbreedte van vijf en twintig me ter de vlammen naar buiten. Het was een geluk dat het windstil was, want de Karrestraat is slechts zes meter breed en dit deel van de Bredase binnenstad is zeer kwetsbaar vanwege de opeenhoping van gebou wen en woningen. Het personeel en de niet talrijke klanten zochten een goed heenkomen, toen het vuur In de, in dit pand gevestigde afdeling woningin richting en textiel volop voedsel vond. Een achter het warenhuis gelegen Ulo-school werd onmiddellijk bedreigd Een enorme vlammenzee sloeg naar buiten bij het winkelpand van V D in Breda. He* warenhuis werd geheel verwoest. en de zusters en leerlingen vluchtten ook achterlangs de straat op. Uit een huis naast het brandende gebouw heeft de politie de portier van V. en D. die ziek te bed lag, bij diens vlucht gehol pen. De étalageramen van zes winkels tegenover het brandende gebouw sprongen stuk en in deze winkels haal de men inderhaast goederen uit de uitstalkasten. De brandweer was in de verwarring niet zo snel gewaarschuwd, als ge wenst was geweest, maar was daarna toch snel ter plaatse. Met drie wagens en tientallen slangen werd de brand van drie zijden ingesloten. Het vuur kon spoedig worden beperkt, maar er viel weinig meer te redden. Bijna twee uur na het uitbreken was men de brand meester. De direktie van V. en D. had plannen om het warenhuis uit te breiden en te vernieuwen, waarvoor een naastaange legen pand reeds was aangekocht. De rijksgoedkeuring voor deze uitbreiding is kortelings verleend. Het ziet er naar uit, dat er een geheel nieuw gebouw zal moeten worden gezet. Men mag stellen, dat deze uiterst ge vaarlijke brand in het volgebouwde centrum van oud-Breda bijzonder goed is afgelopen. Bij winderig weer zou een ware ramp zijn ontstaan. De „Nederlandsche Glas-Verzekering Maatschappij" werd op3«november 1861 opgericht door de Rotterdammer Simon van der Held Willemszoon. Deze in Rhoon geboren assuradeur had zich in 1856 gevestigd in de Maasstad, waar hij de firma „W.P. van der Held - Assura deuren" oprichtte. De heer Van der Held was voor geen kleintje vervaard. Want behalve de Glasverzekeringmaat- sehappij en de nog steeds bestaande as suradeursfirma stichtte hij in 1863 met mr. Siewertz van Reesema de „Natio nale Levensverzekering-Bank", waarvan het hoofdkantoor thans gevestigd is aan de Schiekade, schuin tegenover de Glas verzekering. Ruiten werden in de achttiende en ne gentiende eeuw nog geblazen. In 1825 kon men ruiten van 54 bij 32 centime ter maken, twintig jaar later waren de maximumafmetingen reeds 108 bij 65 centimeter geworden. Ook de toepas singsmogelijkheden van glas werden in die tijd ontdekt. Het publiek ging steeds meer ruiten kopen, al vormde de hoge belastingen nog een rem, want de Fran se fiscus, op zoek naar nieuwe bronnen van inkomsten, was zo ingenieus ge weest een belasting op „lucht en licht" te creëren. Deze wet kwam in 1798 in Frankrjjk tot sand en gold bij keizerlijk decreet sinds 1811 ook in de Nederlan den. Men berekende de aanslag volgens een ingewikkeld systeem, waarbij het aantal deuren en vensters in een wo ning veel gewicht in de schaal legde. Vele huiseigenaren gingen er daarom toe over de deuren en ramen, die niet broodnodig waren, dicht te metselen, zoals nu nog te zien is bij woningen, die vóór 1896 gebouwd zijn. De licht- en luchtbelasting werd hier, na een reeks verzachtingen, pas in dat jaar afge schaft. Het kostte aanvankelijk enige moei te de toekomstige cliënten te overtui gen van het nut van een glasverzeke ring. Het meest tot de verbeelding sprak de toezegging, dat de verzeke ring na een schademelding zo spoedig mogelijk zorg zou dragen voor „het doen stellen van nieuw glas, van de zelfde kleur en kwaliteit als het ge- brokene". Niet alle glas werd zomaar tegen een eenheidspremie verzekerd. Als bijzonder gevaarlijk werden aan gemerkt „Koffijhuiz Vleeschhou- wers-, Ijzerwinkels, hoekhuizen, glas in lood of kurk op steen geplaatst" terwijl ook de spanjoletramen van win kelkasten zonder nachtbuitenblinden meer risico met zich brachten. Het aantal gereclameerde schaden bleek de eerste jaren zeer gering zodat dividenden van vijf tot.acht procent wer. den uitgekeerd. Wat overmoedig gewor den door het voortreffelijke begin richt te men zich tot het buitenland, waarbij Duitsland het eerst onder handen ge nomen werd. Veel te hard liepen de agenten in Aken en Keulen van stapel: zij accepteerden vele minder goede pos ten. Twee jaar later in 1867, was er een deficit. Spoedig volgde liquidatiemet het verlies van tienduizend gulden. Op 31 oktober 1868 brak het De Vletterop- roer in de Maasstad uit. Hevige gevech ten werden in de straat geleverd en de huzaren uit Den Haag moesten er aan te pas komen. Straatkeien, de nu nog beruchte „kinderhoofdjes", werden als projectielen gebruikt en talrijke ruiten moesten het hier tegen afleggen. In de polissen van de glasverzekeringmaat- schappijen was echter verzekering te gen schade door oorlog of volksoproer uitgesloten. Dit veroorzaakte ontevre denheid en leidde tot de oprichting van de „Onderlinge Glasverzekering Maat schappij Felix", die wél schade, ver oorzaakt door volksoproer, in de polis sen opnam. Enkele jaren later ging de Felix" op in de Nederlandsche Glas. „Oproerschade inbegrepen zonder pre mie" werd een bekende leus. De Nederlandsche Glas kreeg een ge voelige slag tijdens de eerste wereld oorlog, toen de glas prijzen sterk stegen. Nauwelijks was men dit teboven of een tweede, veel zwaardere klap kwam op 14 mei 1940 met het bombardement van Rotterdam. Het verlies werd niet zozeer geleden door een immense glasschade (molest viel immers buiten de polis) als wel door het verloren gaan van een groot aantal objecten. Het hoofdkantoor van de maatschappij zelf aan het Beurs plein werd met de grond gelijk gemaakt en in een noodonderkomen aan de Berg- singel besteedde men vele maanden aan het herstellen van de zwaar gehavende restanten van de administratie en de boekhouding. Thans is het kantoor aan (le Schiekade gevestigd; directeur is mr. B. Richters. Over het specifieke glasverzekerings wezen is in ons land tot nu weinig aan dacht besteed in geschriften. De heer Richters heeft daarom ter gelegenheid van het eeuwfeest van zijn maatschap pij een korte schets, getiteld „Een eeuw glasverzekering 1861 - 1961", geschre ven, waaraan wij een en ander ontleend hebben. Het moet mij var het hart, dat ik mr. D. U. Stik ker een bijzonder moedig man vind. Echt een secre taris-generaal van de NAVO. Hij ligt in zijn hotel te slapen, hij wordt wakker en ziet dat een man zich over hem heen buigt. Wat doet hij? Hij tracht hem te grijpen. Als ik zulk soort dingen lees kan ik nooit nalaten mij af te vragen: wat zou ik gedaan hebben? Ik lig in een hotelkamer te slapen. Ik word wakker door een vreemd gerucht en zie dat een vent zich over mij heen buigt. Wat doe ik dan? Ik denk dat ik begin met na te denken. Ik houd mij voor dat ik op mijn rug lig en dat ik dus een nachtmerrie heb. Ik ga op mijn zij liggen. Die vent blijft buigen. Dat is verdacht. Wat dóe ik nu? Als ik diep in mijn hart kijk, vermoed ik dat ik dan recht- schrik en roep: „Hé, zeg, donder op asjeblieft. Ik hou niet van die gijntjes. Bij mij is niks te halen." Als ik minder diep kijk, hóóp ik, dat ik minzaam vraag: „Meneer, vergist u zich niet in uw kamer?" Maar de man vastgrijpen? Dat nooit. Hoe eerder hij weg is hoe beter. Al neemt-ie alle beschikbare tafelzilver mee. Voor mijn part wil ik hem nog wel een laken meegeven ook. Daarna immers bel ik de politie, of op zijn minst de hotelhouder. Nu zal het ook nooit voorkomen, dat ik papieren naast mjjn bed heb liggen. Wel misschien een klein detec tive-boekje. waarin je de schoten kunt hóren knallen, maar géén papieren. Politieke dieven zullen bij mij nooit iets kunnen vinden. Dat wil ik, sa menvattend, wel even zeggen. Op de voorhand. Was de dief. die door mr. Stikker werd belaagd een politieke dief? Dat is nu nog de vraag. De secretaris generaal is er niet zeker van, maar hij houdt de mogelijkheid open. Ik ook. Het enige wat mij in dit verhaal nog interesseert is, hoe die werk vrouw van het station „Invalides" er over denkt. LEEUWARDEN, 18 nov. In het Friese dorp Driesum gem. Dantumadeel is gisteravond een naar schatting 27- jarige vrouw met haar bromfiets door een vrachtauto aangereden en om het leven gekomen. Gisteravond laat kon haar identiteit nog steeds niet worden vastgesteld. De chauffeur van de vracht auto is doorgereden. De rijkspolitie stelt een onderzoek in. UTRECHT, 18 nov. In het acade misch ziekenhuis alhier is gisteren overleden de 24-jarige kunstschilder B. Korpershoek uit Maastricht. Hij was woensdag met ernstige brandwonden aangetroffen in een keetwagen op de Neude, waarin hjj waarschijnlijk de nacht had doorgebracht, 's Morgens ontdekte men dat daar een brandje had gewoed. Hij is vermoedelijk door de rook bedwelmd. (Advertentie) (Van onze Utrechtse redacteur) UTRECHT, 18 nov. In een bijzon dere vergadering van het algemeen be stuur, gehouden in de universiteit, heeft vanmorgen de algemeen voorzitter van het Universitair Asylfonds, prof. dr. Heringa, prinses Beatrix geïnstalleerd als beschermvrouwe. De voorzitter van het dagelijks bestuur, prof. mr. J. M. van der Ven, heeft een overzicht ge geven van het werk van het fonds en de prinses een gouache aangeboden, vervaardigd door de Hongaarse vluch teling Imre Nagy. Gabor Nemeth, een vluchteling uit Hongarije, een van de 135 studenten uit de verschillende landen achter het ijzeren gordijn, die door de zorgen van de U.A.F. in ons land studeren, heeft een dankwoord gesproken. Prinses Beatrix heeft zich tenslotte nog met een aantal vluchtelingen- studenten onderhouden om iets van hun ervaringen hier te vernemen. De stichting Universitair Asyl Fonds is opgericht in 1948, naar aanleiding van de putsch in Praag, toen ook vele studenten uitweken. In de loop der ja ren werd niet alleen aan Tsjecho- Slowaken een beurs gegeven, maar ook aan vluchtelingen-studenten van an dere nationaliteiten. In totaal hebben 288 studenten de steun genoten van het Universitair Asylfonds, dat voor zo ver bekend uniek in de wereld is. De gelden komen bijeen door vrijwil lige bijdragen van studenten, medewer kers en docenten van universiteiten en hogescholen. De laatste tijd ook uit krin gen van het bedrijfsleven. Alleen reeds van studenten komt jaarlijks een bedrag van rond honderd duizend gulden binnen. Ondanks de vele aanpassingsmoei lijkheden, die de vluchtelingen-studen ten te overwinnen hadden, zijn de be reikte studieresultaten in het algemeen zeer gunstig. Prof. Van der Ven ver klaarde op een persconferentie, dat de i gemiddelde studieduur van de bursalen zeker niet langer, eerder korter is dan die van de Nederlandse student. Van de 133 Hongaarse studenten, aan wie een beurs werd toegekend, zijn er slechts drie gerepatriëerd. Natuurlijk zijn ook teleurstellingen niet uitgebeleven, hetzij door gebrek aan aanpassing, hetzij dat het intellectuele niveau van een student niet hoog ge noeg was om in ons land de universi taire studie te kunnen volgen. In zo'n geval is steeds gezocht naar andere mo gelijkheden voor de betrokkenen: een opleiding aan een technische hogeschool kunstacademie e.d. Ook werd wel voor verdere middelbare opleiding of vakop leiding een beschermeling overgedragen aan de zorgen van de Stichting School opleiding van Jeugdige Hongaarse Vluchtelingen. Er komen nog voortdurend vluch telingen bij het Universitair Asylfonds om hulp aankloppen, onder wie stu denten, voor wie op grond van ras sendiscriminatie verdere studie in hun land onmogelijk is. Zo komen er bin nenkort negers uit Angola, die aan vankelijk in Portugal studeerden, doch daaruit tengevolge van de ont wikkeling in Angola zijn verdreven. Door middel van een gramofoon- plaatje „gevluchte studenten", met een reportage destijds door Alfred van Sprang in Budapest gemaakt en enkele causerieën van bursalen, hoopt het U.A.F. het nog ontbrekende bedrag van 1.885.000 voor de voortzetting van het werk bij elkaar te krijgen. Ten behoeve van Hongaarse scholie ren, die een dagopleiding volgden is totaal 702.381,72 uitgegeven en (van organisaties en stichtingen) 867.608,25 ontvangen. Voor de opleiding van de huidige bursalen is nog 364.400 nodig. Het bestuur zou het zeer op prijs stel len, indien instanties of instellingen; die nog over geld beschikken, dat destijds voor de Hongaren is ingezameld en om een of andere reden nog niet is over gedragen, dit aan de stichting zouden willen overmaken. NADRUK VERBODEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 5