ursci
Landgoed Drakestein (450ha.)
met onteigening bedreigd
Honderd jaar geleden betaalden
„Kof f ij huizen extra premie
Een eeuw
tn
Nederland
Grote brand vernielt
warenhuis in Breda
Au voleur
Goede studieresultaten
Hongaarse vluchtelingen
Van acuut gevaar
geen sprake
Volgebouwd
centrum aan
ramp ontsnapt
Prinses Beatrix beschermvrouwe
van Universitair Asylfonds
SPO TSP1E GEL
Öpqerichf A°fó6fM OUDSTE van dien aard in flederiand
HET FUNDAMENT
VAN UW
VERMOGEN
ii 1
Glasverkoop door licht
en luchtbelasting
beïnvloed
SCHADE RUIM EEN MILJOEN
Vrouw omgekomen na
aanrijding
Chauffeur vrachtwagen
reed na botsing door
Kunstschilder aan
brandwonden
bezweken
PLINE
DING
BOOMPJES 9-10,
^lü!"gische weekkalender
Ürie-eeX?d^oeCi!f0: pre£' v. d. H.
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1961
PAGINA 5
Verzet
Het
(Van een verslaggever)
ornelis had een glas gebro
ken", zo begint een bekend
oud-vaderlandse rijmpje,
gedichtje heeft misschien
daarom zoveel bekendheid gekre
gen, omdat iedere Hollandse
jongen wel eens toegegeven heeft
aan de drang een ruit in te
gooien. Gebeurde dit na 1861 dan
was er een goede kans, dat de
eigenaar van de gebroken ruit
verzekerd was en in de kortste
keren weer een gaaf glas in de
sponning geplaatst zag. Want
precies honderd jaar geleden werd
in ons land de eerste glasverze-
ringsmaatschappij opgericht,
daarmee Engelse, Duitse en Bel
gische voorbeelden navolgend.
QPVOE
'XmSuêiSSWm
,n
ϻS ^^nvomber: 26ezondag_ na Pinkste-
Mis- Credo; pref. v. d. H
eenheia -groen—
?*nci
s Jimtit?' Fellx van Valois, belijder
—wit—
V' Vruuw Presentatie; pref.
W°ensci MaaSd Maria wit—
eiëen aj§; B.. Caecilia, maagd-martelares;
ÖAYiiS —rood
0ftöerda
^is Si^rtii^L'- Clemens I, paus-martelaar;
"~-~roociaiil§ls'. 2e geb. H. Felicitas,
VVjüaS- H i
nurkleraar- if/rnnesr V' h Kruis, belijder-
Zat 8 wit— mSdl0; 26 ë6b H
^ls Lo'ai5h,Catharlna maagd-martelares
y Mucuar rood
54°*<iag 2fi
nren: eisen VeJlber: 27e zondaS na P»>k.
Het kasteeltje
„Drakestein",
thans
Op
(Van onze verslaggever)
LAGE VUURSCHE, 18 nov.
de secretarieën van Baarn ën Bilthoven
ligt momenteel een plan ter inzage, dal
niet meer ot minder behelst dan de ont
eigening van het landgoed Drakestein,
toebehorend aan de familie Bosch van
Drakestein. Indien dit plan werkelijk
heid wordt, betekent zulks, dat van de
uitgestrekte goederen, die de van oor
sprong Brabantse familie Bosch eens in
het gebied van de Utrechtse heuvelrug
in eigendom heeft bezeten, vrijwel niets
zal resteren. De lezer zal zich herinne
ren, dat ongeveer een jaar geleden prin
ses Beatrix het huis Drakestein aan
kocht voor haar toekomstig verblijf.
Daarbij behoorde een terrein ter groot
te van ongeveer twintig ha. De rest van
het landgoed, tezamen een oppervlakte
beslaande van 450 ha., bleef bezit van
jhr. Frederik Bosch van Drakestein en
zijn zuster Diana.
Het initiatief tot het onteigenen van
Drakestein is uitgegaan van de afde
ling natuurbescherming van het mini
sterie van O., K. en W. De zaak is, zo
gaf men ons van de zijde van het de
partement te verstaan, „zo klaar als
een klontje". Het ministerie is namelijk
bevreesd, dat het landgoed, een prach
tig stuk natuurschoon met een overvloed
van naaldhout, versnipperd raakt in
kleinere kavels. Dat mag, zo vindt het
departement, in geen geval gebeuren,
aangezien Drakestein dan veel van zijn
aantrekkelijkheid zal verliezen. Het al
gemeen belang zal derhalve met een ont
eigening ten zeerste gebaat zijn. Men
wil het landgoed als een uniek geheel
laten voortbestaan onder toezicht van
Staatsbosbeheer.
Het besluit om over te gaan tot een
onteigeningsprocedure is pas na rijp
beraad genomen, omdat het departe
ment ook wel inziet, dat hier sprake
is van een zeer grove aantasting van
de particuliere eigendom. Overigens
erkende onze zegsman van het minis
terie wel, dat er momenteel geen acuut
gevaar dreigt van versnippering of
verandering. Maar men wil reeds nu
de onteigening aanhangig maken om
dit gevaar voorgoed af te wenden.
De wet verschaft sinds 21 januari 1959
de mogelijkheid om in het belang van de
natuurbescherming gebieden te onteige
nen. De tekst van het betreffende ar
tikel luidt: „Onteigening in het belang
der natuurbescherming van onroerende
goederen, waarvan het behoud uit een
oogpunt van natuur- of landschaps-
schoon, of door de betekenis voor de
natuurwetenschappen, van algemeen be
lang is, van andere onroerende goederen
daaraan grenzend of in de nabijheid daar
van gelegen, alsmede van de daarop ge
vestigde erfdienstbaarheden en andere
zakelijke rechten, geschiedt uit kracht
ener wet ten name van het rijk of een
ander openbaar lichaam of een andere
rechtspersoon, die in het belang van
de natuurbescherming werkzaam is". In
de praktijk komt het hierop neer, dat
de Kamer het betrokken landgoed tot
algemeen nut moet verklaren alvorens
de onteigening kan worden toegepast.
Een dergelijke onteigening moet dus
steeds bij een apart wetje van kracht
worden verklaard. Het plan voor Dra
kestein blijft nog tot 27 december ter
inzage liggen in Baarn en Bilthoven.
Daarna wordt het, mèt de eventuele
bezwaarschriften van belanghebbenden,
verzonden naar het provinciaal bestuur
van Utrecht, dat het, voorzien van be
schouwingen, toestuurt aan het minis
terie.
dat prinses Beatrix een jaar geleden aankocht en
inricht tot haar eigen huis.
om zich tegen het voornemen te ver
zetten. Jhr. Bosch is daarom vast van
plan, ook namens zijn zuster, wier ter
rein hij mede beheert ieder bezit
ongeveer de helft een actie te gaan
voeren teneinde het verlies dat hem be
dreigt af te wenden. Hij fungeert min
of meer als proefkonijn, aangezien het
nog niet eerder is voorgekomen, dat een
landgoed omwille van natuurbescher
mingsdoeleinden aan het particulier be
zit wordt onttrokken. Jhr. Bosch heeft
de zaak intussen aan zijn advocaat in
handen gegeven, die bestudeert wat de
beste tactiek is om de gevaren te om
zeilen.
Deze langdurige procedure opent voor
de betrokkenen voldoende mogelijkheden
Drakestein is sinds 1800 in het bezit
van de familie Bosch. Oorspronkelijk
strekte het zich nog veel wijder uit, tot
in Soestqrberg toe, waar zich thans nog
de familiegraven bevinden. Geleidelijk
is het terrein afgebrokkeld, maar de
eigenaar is niet van plan verder nog
grond van de hand te doen. In het voor
jaar heeft Staatsbosbeheer een poging
gedaan om het landgoed in handen te
krjjgen, maar de familie is daar niet
op ingegaan. Wel heeft jhr. Bosch ge
probeerd om zijn bosgrond meer renda
bel te maken.
Van hem is ook het plan afkomstig
om de buitenplaats zelf te verkopen,
aangezien hij de kosten van onderhoud
en de personeelslasten niet meer kon
opbrengen. Zijn zuster is het met die
verkoop nog altijd niet eens en laat niet
af om allerlei instanties en personen
met correspondentie te bestoken. „Ik
verkocht het huis liever dan dat ik het
door gebrek aan personeel moest ver
waarlozen", zo zei jhr. Bosch ons. Het
bos exploiteert hij door kerstsparren
te planten en zijn verdere inkomsten be
staan uit de opbrengsten van zwaar hout.
Het kappen geschiedt steeds in overleg
met Staatsbosbeheer. Eenmaal heft hij
zonder toestemming laten kappen en
voor dat feit is de thans 31-jarige jhr.
Bosch dan ook veroordeeld. Enige tijd
geleden heeft hij op verzoek van het
Baarnse gemeentebestuur tachtig kap-
rijpe bomen gehandhaafd, hoewel hij van
Staatsbosbeheer de vereiste vergunning
al binnen had.
Tweemaal is op Drakestein een mo
torcross verreden, maar wegens klach
ten van omwonenden en van het ge
meentebestuur heeft de jonker dit
sportgebeuren moeten opheffen. Ook een
plan tot de aanleg van een bungalow
park is afgestuit op de weigering van
de gemeente. Na de verkoop van zijn
ouderlijk huis bouwde jhr. Bosch wel
voor zichzelf een fraaie bungalow op
zijn landgoed. Deze woning staat op het
te onteigenen gebied.
,,U moet mijn landgoed niet alleen
zien als een terrein zonder meer, maar
als mijn bedrijf", zo zei de heer Bosch
ons. „Men berooft mij dan ook in feite
van mijn broodwinning. Ik begrijp niet,
op welke grond men tot onteigening
over kan gaan. Er bestaan absoluut
geen plannen om het terrein te ver
kavelen, ik heb onlangs nog loofhout
en heesters geplant ter afwisseling van
het naaldhout, het kappen gebeurt
steeds met toestemming van Staats
bosbeheer, en van wanbeheer, zoals
men uit dit plan zou afleiden, is dus
geen sprake".
De verbittering van de heer Bosch is
wel te begrijpen. De thans genomen
maatregel wekt inderdaad de indruk,
dat nu geen enkele grootgrondbezitter
meer zekerheid heeft over zijn eigendom.
„Hoever strekt het algemeen belang?",
zo vroeg de betrokkene zich af. „Hoe
wel ik aan mijn fiscale verplichtingen
kan voldoen, laat ik toch mensen op
mijn landgoed toe, uiteraard alleen op
wegen en paden, maar onder Staatsbos
beheer zou de situatie dezelfde zijn". Jhr
Bosch vreest, dat, als de onteigening
doorgaat, dergelijke procedures elkaar
snel zullen opvolgen. „Dit is voor mij
een principe-kwestie", zo zei hij. Ove
rigens bleek hij vol goede moed over
de afloop.
Ook de federatie van landeigenaren
is van plan zich met hand en tand tegen
de voorgenomen maatregel te verzetten-,
„Er is op het landgoed Drakestein geen
sprake van wanbeheer, er is zelfs meer
ingeplant dan voorgeschreven. Als het
departement zijn zin krijgt, on staat een
precedent, die voor grondbezitters aller
lei gevolgen kan hebben. Daarom zijn
we van plan ons mettertijd officieel te
richten tot de beide Kamers", zo gal
men ons te verstaan.
Een affiche uit de twintiger jaren. Een agent betrapt op heterdaad een „nozem",
die de ruit van een kunsthandel ingegooid heeft. Het corpus delicti ligt op straat.
De kunsthandelaar wijst beschuldigend naar de knaap en zelfs bij de hond schijnt
het kattekwaad niet in goede aarde te vallen.
BREDA, 17 nov. Het grote ge
bouw van het warenhuis van V. en D.
in Breda aan de Karrestraat, waarin
vrijdagmorgen een hevige brand heefl
gewoed, heeft zo veel geleden, dat het
vermoedelijk tegen de grond zal moe
ten. Naar voorzichtige schatting is er
een schade van ruim een miljoen gul
den. Alleen de bovenste verdiepingen
van het aan de voorzijde twee en ach
terzijde drie verdiepingen tellende, ge
bouw zijn niet door bet vuur vernield,
maar ook daar is de inventaris geheel
verloren.
De brand ontstond in een étalage
waarschijnlijk door kortsluiting. Eta
leurs trachtten de brand te bedwin
gen met schuimblussers, maar het
vuur vond te veel voedsel en greep
snel om zich heen. Nauwelijks een
kwartier later sprongen alle etalage
ruiten en loeiden over de gehele
frontbreedte van vijf en twintig me
ter de vlammen naar buiten.
Het was een geluk dat het windstil
was, want de Karrestraat is slechts
zes meter breed en dit deel van de
Bredase binnenstad is zeer kwetsbaar
vanwege de opeenhoping van gebou
wen en woningen. Het personeel en de
niet talrijke klanten zochten een goed
heenkomen, toen het vuur In de, in
dit pand gevestigde afdeling woningin
richting en textiel volop voedsel vond.
Een achter het warenhuis gelegen
Ulo-school werd onmiddellijk bedreigd
Een enorme vlammenzee sloeg naar
buiten bij het winkelpand van V D
in Breda. He* warenhuis werd geheel
verwoest.
en de zusters en leerlingen vluchtten
ook achterlangs de straat op. Uit een huis
naast het brandende gebouw heeft de
politie de portier van V. en D. die
ziek te bed lag, bij diens vlucht gehol
pen. De étalageramen van zes winkels
tegenover het brandende gebouw
sprongen stuk en in deze winkels haal
de men inderhaast goederen uit de
uitstalkasten.
De brandweer was in de verwarring
niet zo snel gewaarschuwd, als ge
wenst was geweest, maar was daarna
toch snel ter plaatse. Met drie wagens
en tientallen slangen werd de brand van
drie zijden ingesloten. Het vuur kon
spoedig worden beperkt, maar er viel
weinig meer te redden. Bijna twee uur
na het uitbreken was men de brand
meester.
De direktie van V. en D. had plannen
om het warenhuis uit te breiden en te
vernieuwen, waarvoor een naastaange
legen pand reeds was aangekocht. De
rijksgoedkeuring voor deze uitbreiding
is kortelings verleend. Het ziet er naar
uit, dat er een geheel nieuw gebouw
zal moeten worden gezet.
Men mag stellen, dat deze uiterst ge
vaarlijke brand in het volgebouwde
centrum van oud-Breda bijzonder goed
is afgelopen. Bij winderig weer zou
een ware ramp zijn ontstaan.
De „Nederlandsche Glas-Verzekering
Maatschappij" werd op3«november 1861
opgericht door de Rotterdammer Simon
van der Held Willemszoon. Deze in
Rhoon geboren assuradeur had zich in
1856 gevestigd in de Maasstad, waar hij
de firma „W.P. van der Held - Assura
deuren" oprichtte. De heer Van der
Held was voor geen kleintje vervaard.
Want behalve de Glasverzekeringmaat-
sehappij en de nog steeds bestaande as
suradeursfirma stichtte hij in 1863 met
mr. Siewertz van Reesema de „Natio
nale Levensverzekering-Bank", waarvan
het hoofdkantoor thans gevestigd is aan
de Schiekade, schuin tegenover de Glas
verzekering.
Ruiten werden in de achttiende en ne
gentiende eeuw nog geblazen. In 1825
kon men ruiten van 54 bij 32 centime
ter maken, twintig jaar later waren de
maximumafmetingen reeds 108 bij 65
centimeter geworden. Ook de toepas
singsmogelijkheden van glas werden in
die tijd ontdekt. Het publiek ging steeds
meer ruiten kopen, al vormde de hoge
belastingen nog een rem, want de Fran
se fiscus, op zoek naar nieuwe bronnen
van inkomsten, was zo ingenieus ge
weest een belasting op „lucht en licht"
te creëren. Deze wet kwam in 1798 in
Frankrjjk tot sand en gold bij keizerlijk
decreet sinds 1811 ook in de Nederlan
den. Men berekende de aanslag volgens
een ingewikkeld systeem, waarbij het
aantal deuren en vensters in een wo
ning veel gewicht in de schaal legde.
Vele huiseigenaren gingen er daarom
toe over de deuren en ramen, die niet
broodnodig waren, dicht te metselen,
zoals nu nog te zien is bij woningen,
die vóór 1896 gebouwd zijn. De licht- en
luchtbelasting werd hier, na een reeks
verzachtingen, pas in dat jaar afge
schaft.
Het kostte aanvankelijk enige moei
te de toekomstige cliënten te overtui
gen van het nut van een glasverzeke
ring. Het meest tot de verbeelding
sprak de toezegging, dat de verzeke
ring na een schademelding zo spoedig
mogelijk zorg zou dragen voor „het
doen stellen van nieuw glas, van de
zelfde kleur en kwaliteit als het ge-
brokene". Niet alle glas werd zomaar
tegen een eenheidspremie verzekerd.
Als bijzonder gevaarlijk werden aan
gemerkt „Koffijhuiz Vleeschhou-
wers-, Ijzerwinkels, hoekhuizen, glas
in lood of kurk op steen geplaatst"
terwijl ook de spanjoletramen van win
kelkasten zonder nachtbuitenblinden
meer risico met zich brachten.
Het aantal gereclameerde schaden
bleek de eerste jaren zeer gering zodat
dividenden van vijf tot.acht procent wer.
den uitgekeerd. Wat overmoedig gewor
den door het voortreffelijke begin richt
te men zich tot het buitenland, waarbij
Duitsland het eerst onder handen ge
nomen werd. Veel te hard liepen de
agenten in Aken en Keulen van stapel:
zij accepteerden vele minder goede pos
ten. Twee jaar later in 1867, was er
een deficit. Spoedig volgde liquidatiemet
het verlies van tienduizend gulden. Op
31 oktober 1868 brak het De Vletterop-
roer in de Maasstad uit. Hevige gevech
ten werden in de straat geleverd en de
huzaren uit Den Haag moesten er aan
te pas komen. Straatkeien, de nu nog
beruchte „kinderhoofdjes", werden als
projectielen gebruikt en talrijke ruiten
moesten het hier tegen afleggen. In de
polissen van de glasverzekeringmaat-
schappijen was echter verzekering te
gen schade door oorlog of volksoproer
uitgesloten. Dit veroorzaakte ontevre
denheid en leidde tot de oprichting van
de „Onderlinge Glasverzekering Maat
schappij Felix", die wél schade, ver
oorzaakt door volksoproer, in de polis
sen opnam. Enkele jaren later ging de
Felix" op in de Nederlandsche Glas.
„Oproerschade inbegrepen zonder pre
mie" werd een bekende leus.
De Nederlandsche Glas kreeg een ge
voelige slag tijdens de eerste wereld
oorlog, toen de glas prijzen sterk stegen.
Nauwelijks was men dit teboven of een
tweede, veel zwaardere klap kwam op
14 mei 1940 met het bombardement van
Rotterdam. Het verlies werd niet zozeer
geleden door een immense glasschade
(molest viel immers buiten de polis) als
wel door het verloren gaan van een
groot aantal objecten. Het hoofdkantoor
van de maatschappij zelf aan het Beurs
plein werd met de grond gelijk gemaakt
en in een noodonderkomen aan de Berg-
singel besteedde men vele maanden aan
het herstellen van de zwaar gehavende
restanten van de administratie en de
boekhouding. Thans is het kantoor aan
(le Schiekade gevestigd; directeur is mr.
B. Richters.
Over het specifieke glasverzekerings
wezen is in ons land tot nu weinig aan
dacht besteed in geschriften. De heer
Richters heeft daarom ter gelegenheid
van het eeuwfeest van zijn maatschap
pij een korte schets, getiteld „Een eeuw
glasverzekering 1861 - 1961", geschre
ven, waaraan wij een en ander ontleend
hebben.
Het moet mij var het
hart, dat ik mr. D. U. Stik
ker een bijzonder moedig
man vind. Echt een secre
taris-generaal van de
NAVO. Hij ligt in zijn hotel
te slapen, hij wordt wakker
en ziet dat een man zich
over hem heen buigt. Wat
doet hij? Hij tracht hem te grijpen.
Als ik zulk soort dingen lees kan
ik nooit nalaten mij af te vragen:
wat zou ik gedaan hebben? Ik lig
in een hotelkamer te slapen. Ik word
wakker door een vreemd gerucht en
zie dat een vent zich over mij heen
buigt. Wat doe ik dan? Ik denk dat
ik begin met na te denken. Ik houd
mij voor dat ik op mijn rug lig
en dat ik dus een nachtmerrie heb.
Ik ga op mijn zij liggen. Die vent
blijft buigen. Dat is verdacht. Wat
dóe ik nu? Als ik diep in mijn hart
kijk, vermoed ik dat ik dan recht-
schrik en roep:
„Hé, zeg, donder op asjeblieft. Ik
hou niet van die gijntjes. Bij mij is
niks te halen."
Als ik minder diep kijk, hóóp ik,
dat ik minzaam vraag:
„Meneer, vergist u zich niet in uw
kamer?"
Maar de man vastgrijpen? Dat nooit.
Hoe eerder hij weg is hoe beter. Al
neemt-ie alle beschikbare tafelzilver
mee. Voor mijn part wil ik hem nog
wel een laken meegeven ook. Daarna
immers bel ik de politie, of op zijn
minst de hotelhouder.
Nu zal het ook nooit voorkomen,
dat ik papieren naast mjjn bed heb
liggen. Wel misschien een klein detec
tive-boekje. waarin je de schoten kunt
hóren knallen, maar géén papieren.
Politieke dieven zullen bij mij nooit
iets kunnen vinden. Dat wil ik, sa
menvattend, wel even zeggen. Op de
voorhand.
Was de dief. die door mr. Stikker
werd belaagd een politieke dief? Dat
is nu nog de vraag. De secretaris
generaal is er niet zeker van, maar hij
houdt de mogelijkheid open. Ik ook.
Het enige wat mij in dit verhaal
nog interesseert is, hoe die werk
vrouw van het station „Invalides" er
over denkt.
LEEUWARDEN, 18 nov. In het
Friese dorp Driesum gem. Dantumadeel
is gisteravond een naar schatting 27-
jarige vrouw met haar bromfiets door
een vrachtauto aangereden en om het
leven gekomen. Gisteravond laat kon
haar identiteit nog steeds niet worden
vastgesteld. De chauffeur van de vracht
auto is doorgereden. De rijkspolitie stelt
een onderzoek in.
UTRECHT, 18 nov. In het acade
misch ziekenhuis alhier is gisteren
overleden de 24-jarige kunstschilder B.
Korpershoek uit Maastricht. Hij was
woensdag met ernstige brandwonden
aangetroffen in een keetwagen op de
Neude, waarin hjj waarschijnlijk de
nacht had doorgebracht, 's Morgens
ontdekte men dat daar een brandje had
gewoed. Hij is vermoedelijk door de
rook bedwelmd.
(Advertentie)
(Van onze Utrechtse redacteur)
UTRECHT, 18 nov. In een bijzon
dere vergadering van het algemeen be
stuur, gehouden in de universiteit, heeft
vanmorgen de algemeen voorzitter van
het Universitair Asylfonds, prof. dr.
Heringa, prinses Beatrix geïnstalleerd
als beschermvrouwe. De voorzitter van
het dagelijks bestuur, prof. mr. J. M.
van der Ven, heeft een overzicht ge
geven van het werk van het fonds en
de prinses een gouache aangeboden,
vervaardigd door de Hongaarse vluch
teling Imre Nagy.
Gabor Nemeth, een vluchteling uit
Hongarije, een van de 135 studenten
uit de verschillende landen achter het
ijzeren gordijn, die door de zorgen
van de U.A.F. in ons land studeren,
heeft een dankwoord gesproken.
Prinses Beatrix heeft zich tenslotte
nog met een aantal vluchtelingen-
studenten onderhouden om iets van
hun ervaringen hier te vernemen.
De stichting Universitair Asyl Fonds
is opgericht in 1948, naar aanleiding
van de putsch in Praag, toen ook vele
studenten uitweken. In de loop der ja
ren werd niet alleen aan Tsjecho-
Slowaken een beurs gegeven, maar ook
aan vluchtelingen-studenten van an
dere nationaliteiten. In totaal hebben
288 studenten de steun genoten van het
Universitair Asylfonds, dat voor zo
ver bekend uniek in de wereld is.
De gelden komen bijeen door vrijwil
lige bijdragen van studenten, medewer
kers en docenten van universiteiten en
hogescholen. De laatste tijd ook uit krin
gen van het bedrijfsleven.
Alleen reeds van studenten komt
jaarlijks een bedrag van rond honderd
duizend gulden binnen.
Ondanks de vele aanpassingsmoei
lijkheden, die de vluchtelingen-studen
ten te overwinnen hadden, zijn de be
reikte studieresultaten in het algemeen
zeer gunstig. Prof. Van der Ven ver
klaarde op een persconferentie, dat de i
gemiddelde studieduur van de bursalen
zeker niet langer, eerder korter is dan
die van de Nederlandse student. Van
de 133 Hongaarse studenten, aan wie
een beurs werd toegekend, zijn er
slechts drie gerepatriëerd.
Natuurlijk zijn ook teleurstellingen
niet uitgebeleven, hetzij door gebrek aan
aanpassing, hetzij dat het intellectuele
niveau van een student niet hoog ge
noeg was om in ons land de universi
taire studie te kunnen volgen. In zo'n
geval is steeds gezocht naar andere mo
gelijkheden voor de betrokkenen: een
opleiding aan een technische hogeschool
kunstacademie e.d. Ook werd wel voor
verdere middelbare opleiding of vakop
leiding een beschermeling overgedragen
aan de zorgen van de Stichting School
opleiding van Jeugdige Hongaarse
Vluchtelingen.
Er komen nog voortdurend vluch
telingen bij het Universitair Asylfonds
om hulp aankloppen, onder wie stu
denten, voor wie op grond van ras
sendiscriminatie verdere studie in hun
land onmogelijk is. Zo komen er bin
nenkort negers uit Angola, die aan
vankelijk in Portugal studeerden,
doch daaruit tengevolge van de ont
wikkeling in Angola zijn verdreven.
Door middel van een gramofoon-
plaatje „gevluchte studenten", met
een reportage destijds door Alfred
van Sprang in Budapest gemaakt en
enkele causerieën van bursalen, hoopt
het U.A.F. het nog ontbrekende bedrag
van 1.885.000 voor de voortzetting van
het werk bij elkaar te krijgen.
Ten behoeve van Hongaarse scholie
ren, die een dagopleiding volgden is
totaal 702.381,72 uitgegeven en (van
organisaties en stichtingen) 867.608,25
ontvangen. Voor de opleiding van de
huidige bursalen is nog 364.400 nodig.
Het bestuur zou het zeer op prijs stel
len, indien instanties of instellingen; die
nog over geld beschikken, dat destijds
voor de Hongaren is ingezameld en om
een of andere reden nog niet is over
gedragen, dit aan de stichting zouden
willen overmaken.
NADRUK VERBODEN