Het werk van de mannen uit Baflo D Zelfbescherm i ng is noodzakelijk B.B. kan geen BOMMEN tegenhouden Faïl-out, het nieuwe gevaar WAT IS FALL OUT Wat ooit als Werkverruiming begonnen is 10 DONDERDAG 30 NOVEMBER 1961 PAGINA 11 e bewoonde wereld van de provincie Groningen lijkt te eindigen bij het laatste gelid van de formidabele boerde- jJen, de herenhuizen, villa's en halets met stallen en schuren er chter. Trots en ongenaakbaar aan deze burchten van het be- Pit recht in een lange rij naast kaar met heel hun boerendef- igheid en de fabelachtige rijk- om van het Groningse platte nd. die er woont achter de tijen deze boerde- strekt het land zich nog bkele kilometers verder uit tot 6 zeekerende dijk, in de goede i°ningse betekenis van „zo vet smeer". Dan is het echter ruPt afgelopen en begint de i van de wadden, zoals deze ze ei-maal tweemaal door de e meedogenloos in hun hemd orden gezet. Zonder de camou- age van het water lijkt het alsof et hier bij de eerste scheppings wil is gebleven: een uitgestrekte, °erloze wildernis, een soort endra zonder vacht, waarin de §i'auwe tint van de slibbanken overheerst en de stilte slechts on derbroken wordt door het gehuil ^an de wind en de holle schater lach van een meeuw. Van april ot november trekt de mens agelijks deze lege woestenij in. -uwenoude les van de land- beerpnQ lng wordt steeds beter stukken"' Reeds hebben hele öiuKKen van de Waddenzee de S^el^,»erkzaamhedjn o„- Wnrvfo kunnen onmiddellijk Haac lnSeP°lderd wanneer Den Zon maar één „financiële kik" £°u geven. ulsters, geheimzinnig en onzicht- ®ar, wat de deftigheid met zich Meebrengt. Achter Natuur-cocktail Als in de cake-walk (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG, 30 nov. Wat moeten wij vandaag doen aan in dividuele zelfbescherming? Dat is een vraag, waarvan de aandacht door allerlei gebeurtenissen van de laatste weken wel wat is afge dwaald. De vraag is opgeworpen door het verschijnen van de aan wijzingen van de Bescherming Bevolking. En het is een in dringende vraag. Al zijn dan de kernwapenproeven boven Nova Zembla weer beëindigd en gaan de Russen in Genève weer om de tafel zitten met andere naties voor kernstopbesprekingen. De veiligste plek bij en na kernaanvallen is de kelder. Heeft men geen kelder, dan is de plek het veiligst, die het verst van de buitenmuren afligt en zoveel mogelijk vaste stoffen tussen zich en de buitenlucht heeft. Fall-out wordt vaak met de wind meegevoerd, vooral de lichtere deeltjes. ijn Shuis 'gruis De wolk met de radio-actieve stofdeeltjes zal soms door de wind over honderden kilometers worden vervoerd en dan neer- slaan.zodat het gebied daar besmet wordt. een p e r°'es r.uirning in de noordelijke pr zii„ rSningen en Friesland. M< «1 n in\i opsteken bp de Duitse ci Sei™J^eswjjk-Holstein, die dit werk Vb ei» UM deden, en er hun spe- manipr voor hadden. Zii manier voor hadden. Zp gt ai met zandvangers en pasten op M beg00® genoeg gelegen stukken de f°gena ePPehng toe. Vergeleken bij ter hvi0rdmde boerenmethode was hier tfokl^c)MVan de mens dus alweer gro- \vat. q Jjen. Vele honderden mannen Ca vaet grote lieslaarzen aan het eS!°or de kustlijn van Groningen "d. Zp begonnen aan het gra- V)eiV 9^s over het wad, een man van in J1'9, woorden die liever niet zijn naam en krant zat,. Een wadwerker-in-hart- ^'ahh-ren' a^es weet over de dikke °bige grond met het geheimzinnig murmelende water er omheen. ven van greppels, verdeelden daarmee de zeebodem in verschillende vakken en legden dammen van rijshout om het aanslibben te bevorderen. De methode van Sleeswpk-Holstein heeft het daarbij moeten afleggen tegen de Hollandse ma nier van werken, ontleend aan de eigen ervaring en grondige kennis van de bo dembewerking. Men had nu begrepen, dat men niet alleen van de hooggelegen stukken grond afhankelijk hoefde te zpn, maar dat ook op de lage stukken slib- afzetting plaats vond. Door hier grote en diepe greppels aan te leggen en met de vrijkomende grond hoge beschermen de ruggen te bouwen, zou ook hier het water tot rust kunnen komen en een bezinkingsproces plaats vinden. Dit sy steem was zeer arbeidsintensief maar hier kon de machine de mens te hulp komen bjj het graven van de greppels. De rijkswaterstaat vestigde zich zo wel bij de Groningse als de Friese kust met een staf, onder wiens lei ding het werk zou moeten worden uit gevoerd. In Groningen koos men do micilie in het vredige en propere dorp je Baflo. In het grote witte kantoor van de waterstaat hebben wij hier aan de hand van kaarten kunnen zien dat de totale omvang van het landaanwin ningsproject in Groningen en Fries land op het ogenblik samen om en nabij de 6500 ha. beslaat. Wanneer men bedenkt, dat alleen al de ge meente Baflo 300 ha telt, zou men geneigd kunnen zpn om de winst niet erg hoog aan te slaan en zich wel licht af te vragen of het nu wel nodig is dat daarvoor zoveel kosten gemaakt worden. Per slot van rekening zpn hier constant tientallen direct bij de landaanwinning betrokken, staan deze zoals dat heet aan de „schop". Het wederwoord is in dit verband dan ook niet erg eenvoudig. Wp vernamen in Baflo dat de grond die uit zee gewonnen wordt, tot de bes te van de beste zal behoren en voor de akkerbouw van grote waarde blijkt. Bo vendien zo vertelde men ons is dit gehele project destijds als werkver ruiming aangepakt en opgezet. Er ge woon mee ophouden zou zonder meer op een zinloze verspilling neerkomen. De zee zou op de duur alles gretig terug nemen wat zp in een gulle bui heeft afgestaan. En eigenlijk zo hebben wij begrepen ligt hier een tragisch kern punt m de landaanwinningswerkzaam heden van Groningen en Friesland. Zp staan qua belangrijkheid ver in de scha duw van bijvoorbeeld het afsluiten van de zeearmen en al die onderdelen van het immense Deltaplan, dat een usurpa tor is, die bij voortduring geweldige hap pen neemt uit het budget van de wa terstaat. En wat daarvan overblijft is in de ogen van het ministerie niet vol doende om te zeggen tegen de „wad werkers van het noorden": „Kom lui, ga je gang, polder de zaak maar in vol gens jullie zevenjarenplan en zie dan De roerloze wildernis van het droge wad, met de slibbanken glinsterend in de zon. LANDAANWINNING in de roerloze wildernis van het droogvallend wad ^'ihnim? a=?n et al gezegd: landaan- reh. pLr, ,ert niet van de laatste ja- ,eeh eiep, an.®. hebben de boeren er O Prïraitieve methode voor ge- land 'nnrP de P™ten waar het nieuwe had ppj;r aanslibbing voldoende hoogte gfogij joegen, stimuleerden zij de be- ^aterm^ 00r het graven van kleine af- "Ssgreppels. Eigenlijk deed hier ae haent111! zelf het grote werk, terwijl de e°hts in geringe mate deel had K °ok uandaanwinning. Wat onze kust- d 6req uetreft, staat het vast dat de ®euw jr in het begin van de zestien- aan eerste zeekerende dpk heb- ph'oppi'gelegd. Op hun onderhand tra- ti h toMWÜze is het steeds verder ge lichte 'dat in de dertiger jaren, de be- j?hdaaju'isistpd, het rpk de zaak van de W za? ÏÏninS grondig ging aanpakken. v;:rhveï„ hierin een prachtige kans tot De schapen op het kweldergras, het eerste gewin bij de landaanwinning. eindelpk het resultaat van jullie zwoe gen". En daarom is het dat de mannen in Baflo in bepaald opzicht beschik ken over een zee van ttijd. en de uren van hun werkschema, dat bepaald wordt door het ritme van de eb en de vloed, vullen met het voortdurend op hoger peil brengen van de grond, die eigenlpk al geschikt is om te worden ingepolderd, maar waarover Den Haag zwijgt als het graf. Dat laat ook niet na om de nodige indruk te maken in deze zin, dat de mensen die hier bp de landaanwinning werken in hun hart ergens verbitterd zpn over het feit dat zij het werk waaraan zp hun hart heb ben verpand niet af kunnen zien. Zp komen er gerust mee voor de dag: „Wie an wo-d; iedere stap is berekend, iedere stap eist de grootste inspanning. hier verschijnt met het idee, ik maak wat en dat kan ik ook zien, is volstrekt waardeloos". Een dergelijk iemand zou op de duur snibbig en vervelend wor den en te langen leste óf met de trein haastig uit Baflo vertrekken óf ten prooi aan diepe neerslachtigheid het wad inrennen en niet meer terugkomen. De wadwerkers van vandaag voelen dat zp slechts meedoen aan een bepaal de etappe van het werk, waarop ogen schijnlijk nog altijd de vloek van de werkverruiming rust, een klusje voor de moeilijke dagen, als het echt nodig is om wat omhanden te hebben. En daarmee hebben zij zich een cynisme eigen gemaakt, waaraan de man uit het westen echt wel even wennen moet. Met een van deze „wadwerkers in hart en nieren", een man die alles weet van de dikke drabbige grond met het ge heimzinnig murmelende water er om heen, zijn wp het grote niemandsland voor de kust van Groningen in gelopen. Houterig en stuntelig achter onze gids aan, die met de soepele tred van wat wij gemakshalve maar een echte „wad loper" noemen, zijn enorme lieslaarzen in de dikke brij prikte. Hij toonde ons de werkelijkheid, de grote uitgestrekte velden van slibbanken met daartussen de kunstmatig aangelegde greppels voor de afwatering en bier en daar verspreid de rijzendammen om het water tot rust te brengen. Als een reus achtig monster zuigt dit woeste land tweemaal per etmaal gratis zijn buik vol uit de zee, een reusachtige zilte slok waarvan het water weer uitge spuugd wordt, maar waarvan de belang rijke onderdelen achter blijven. Iedere golf water, die via de „priëlen" of de geulen in de warwinkel van greppels komt, voert een grote hoeveelheid fpn verdeeld slib met zich mee. Het slib ontmoet overal op zijn weg hele horden mosselen, kokkels, slijkgapers en nog veel meer soorten schaaldieren. Het slib dat op deze miljoenen diertjes terecht komt ondergaat een speciale bewerking, wordt opgenomen en na een speciaal verwerkingsproces als het ware „samen gebald", ingekapseld in een slijmvlies- je weer uitgestoten, oftewel het slib wordt via het darmkanaal van de schaal dieren getransformeerd tot grotere vlok ken welke kunnen bezinken. Dat maakt het nog geschikter voor het gebruik van de landaanwinning, vormt een onmisbaar onderdeel van wat ooit beste landbouw grond moet worden, een natuurcocktaii voor de boer bestaande uit 20 pet. slib als mineraal met een bijmengsel van organisch materiaal, 10 pet. koolzure kalk, 5 pet. humus en verder allerlei belangrijke stoffen voor de plantengroei. Voor de leek, hulpeloos en bijna be lachelijk in zijn zware lieslaarzen, klinkt dit alles als een droom vol be drog. Maar aan de oudste stukken di rect achter de met kweldergras be groeide zeekering kan zelfs hij al zien dat het begint te komen, dat hier mèt de begroeiing het rijpingsproces is begonnen. Wij hebben met veel inspanning onze gids gevolgd, ononderbroken over het glinsterende wad, strak en eindeloos on der de blauwe hemel boven onze noord kust. Ver voor ons uit hing als een fa ta morgana in de kimdampen de luxe hotelopbouw van het Duitse eilandje Borkum en zagen wij even naar links als een vaag visioen de oude vuurto ren van Rottumeroog. Onze gids was een bezadigd man, een echte zoon van het Noordgroningse land, met in heel zijn doen en laten iets van dat stuurse geslotene, het echte zeevolk eigen. Met grote nauwkeurigheid wist hij ons de plekken aan te wijzen waar je nu wel en waar je nu net niet je voeten moest neerzetten, wilde je het wegzakken ten minste beperken tot even boven de knieën. Mensen die het beter weten krij gen hier alle kans, want men weet vast en zeker dat zij dan binnen de kortst mogelijke tijd nederig op hun handen en voeten rondkruipen, de kin met veel gesteun en geproest net boven de dikke smeuige koek uit. De man voor ons was een meester in dit moeilijke lopen, dat zo op het eerste oog iets weg heeft van het tra ditionele begin in de cake-walk op de kermis, de op en neergaande trappen waarmee je omhoog moet. Links en rechts wees hij ons verschillende din gen aan, als liepen wij door een winkel straat met etalages vol bezienswaardig heden. Wat voor ons ais een kale, dorre wildernis leek, scheen voor hem te le ven, zoals hij ons attendeerde op de schaaldieren, de pokken, de sporen van driftige meeuwenpoten, of de sluipgang van een krab, de grillige stroomloop van het water en de plekken waarin de on wetende kansloos zou wegzakken. In gedachten moest deze man veel verder zijn. Terwijl wij ons verbaasd bogen over een vreemdsoortige mossel, was hij ver vooruit, wellicht verzonken in de gele pracht van een korenveld, een nieuw stuk land, opgenomen in de triomf van de Groningse akkerbouw. Zo hebben wij dat tenminste aangevoeld, toen wij met hem in de blakte van de avond tegen de zeekering opkropen, on ze laarzen dik onder de blubber. De zon zakte als een gave rode vdooier" weg achter de Friese kust en wierp een laatste, bijna spookachtige rose gloed over het wad met heel zijn benauwende stilte. „Eens ben ik hier bijna van mijn stokje gegaan", vertelde de gids be daard. „Toen heb ik op een snikhete dag urenlang op het wad gewerkt, me tingen verricht nu eens hier dan weer daar. Ik wilde dat werk per se afmaken en dat was mijn fout. Je moet het hier rustig aan doen en niet forceren. Hoe ik bij de dijk gekomen ben, weet ik niet. Maar ik kwam er, al ging bjj mij on middellijk het "kacheltje uit en heb ik uren gelegen om bij te komen. Het wad is onberekenbaar, zoals ook de zee dat is. Wij weten dat en houden er ook steeds rekening mee. Wij hebben gunsti ge slibjaren en minder goede..." Zijn laatste woorden vormden een verzoek en in de ondertoon daarvan lag weer het cynisme, dat wij al eerder bespeurd hadden: „Geen namen alstu- blieft in de krant. Dit werk is zo onper- crvtnlnli" xxrHaf nXRT\-5 i, u soonljjk wèet u! pen. Wij hebben het begre- HAYE THOMAS. De overheid heeft openlijk laten blij ken, en dat door enige nadrukkelijke geschriften, die huis aan huis zijn ver spreid, dat het nodig is zich in noodsi tuaties als die kunnen ontstaan in oor log en kernoorlog, in te denken. Het ministerie van binnenlandse zaken le verde een grote bijdrage met de wen ken voor de bescherming van persoon en gezin, de wenken voor eerste hulp en de toelichting op de wenken voor zelfbescherming. Het ministerie van landbouw heeft nu ook een uitgave ver zorgd over het aanleggen van een nood voorraad levensmiddelen. Deze uitgave, een vouwblad, wordt niet huis aan huis verspreid, maar wordt via de kruide- niersbedrijven aan het publiek aange boden. Het ministerie legt er in deze publikatie, die deze week aan de krui- deniersbedrjjven is verstrekt, de nadruk op dat het aanleggen van een noodvoor raad geleidelijk kan gebeuren. Een nieuw gevaar, waar in een toe komstige oorlog rekening mee gehouden moet worden, wordt gevormd door de atoom- en waterstofwapens. Nederlana moet rekening houden met de moge lijkheid, dat bepaalde steden, terreinen er complexen in een mogelijke oorlog het doelwit zullen vormen voor aanval len met atoomwapens. Havencomplexen en vliegvelden vormen uiteraard een dergelijk doelwit. Omdat de vijand, ten zij hij in grote terreuracties zou verval len, waarbij hij zelf op de duur weinig belang heeft, hier steeds beperkte doe len voor ogen zal hebben, wordt niet aangenomen dat Nederland zeer grote kernwapens als waterstofbommen moet verwachten. Oorlogsvoering is, en dat klinkt wel absurd, uiteindelijk ook een economische zaak en de vijand zal zijn krachten en zeer dure wapens als kernwapens niet gaan verspillen. Nederland moet dus rekening hou den met kernwapens van beperkte uit werking in eigen land, maar ook met de uitwerking van kernwapens, die op buurlanden zouden worden gericht. Hier komen we op wat ook letterlijk een „kernpunt" kan worden genoemd: de radioactieve neerslag na de ont ploffing van kernwapens. Dergelijke neerslag, die in officiële publikaties wordt aangeduid met het korte, ge makkelijk uit te spreken woord fall out, een aanduiding waaraan ook wij ons zullen houden in dit bestek, kun nen wij verwachten na de ontploffing van kernwapens in eigen land maar ook na dergelijke kernaanvallen op buurlanden. Wat is fall-out? Fall-out treedt op wanneer b(j een kernwapenexplosie de vuurbol innig contact heeft met het aardoppervlak. Bij bommen in de klas se van de kiloton de bom op de bei de Japanse steden Hiroshima en Naga saki had een 20-kilotonslading zal fall-out uitsluitend optreden bij explo sies op of zeer nabij de grond. Bij bom men in de megatonklasse zal dit vrij- wel altijd gebeuren, gezien de grootte van de vuurbol. Bij het doen explode ren van megatonbommen waterstof bommen gebruikt men atoombom men. Juist deze atoombommen maken dat uit de explosie van de waterstof bommen zoveel fall-out voortkomt. Alle splijtingsprodukten die voortko men uit de explosie van een atoombom zjjn radioactief en de neutronenstraling die ook optreedt bij een dergelijke ex plosie, zal delen van de bom en ele menten op en in ae aardbodem ook ra dioactief kunnen maken. Door het innig contact van vuurbol met aardbodem vermengen zich radioactieve produkteu met soms gasvormige deeltjes puin en stof. Afkoeling, zoals bij het stijgen van de vuurbol, veroorzaakt condensatie waardoor radioactieve stof fen worden ingegoten in stof en puin dat omlaag valt. De zware deeltjes val len dicht bij het explosiepunt, de lich tere drijven met de wind soms zeer ver weg. Bij waterstofbommen kunnen fall- outgebieden voorkomen van honderden kilometers lang en tientallen kilometers breed. De fall-out zendt stralen uit, waar- van de alfastralen de minst gevaarlijke zijn. De bëtta- en gammastralen zijn ge- aarlijker. Het doordringend vermogen van de gammastralen is het grootst en deze stralen zijn ook als uitwendige stralingsbron hoogst gevaarlijk. De al fa- en bêtastralen zijn alleen bij inwen dige besmetting een ernstig gevaar. De intensiteit van de straling van de fall out neemt vooral in het begin zeer snel af. De gammastralen verliezen, als zij door materialen heendringen, aan sterk te. Zware, materialen doen de straling sterker afnemen dan de lichtere. De afstand tot de bron van de straling speelt cok een grote rol. Als men ver verwijderd is van de stralingsbron, zal men zwakke straling ondergaan. De veiligste plek in huis bij het optreden van fall-out in de omgeving is dan ook het plekje dat het verst verwijderd is van de buitenmuren. De kelder, zo die aanwezig is, is het veiligst. In huizen zonder kelder kunnen veilige ruimten ook zijn een stuk van de gahg, de ruim te onder de trap, de douchecel, die soms midden in huis gelegen is. Een nuchtere overweging die tot het nemen van zelfbeschermende maatrege len leidt is: de B.B. kan veel, maar geen bommen tegenhouden. Het is dus van belang dat men de te nemen maat- regelen kent, ze voor zover mogelijk trett en de overige voorbereidt. Daar over in het volgend artikel. windrichting in de hogere luchtlagen explosie- punt Dat stof en gruis wordt,als de vuur bol van de explosie de grond innig heeft geraakt, door de snel stijgende vuurbol mee omhoog gezo- gen tot grote hoogte. 1 windrichting Onder„fall-out" verstaat men het neerslaan van de met radio-actieve deeltjes bezwangerde wolk van stof en gruis, die na een grondexplosie op de wind afdrijft en tot op grote af stand radio-actieve besmetting te weeg kan brengen. stof deeltjes

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 11