r'reW in vogelvlucht
D
hoem der
Callampas
CHILFs steppiegstone voor het communisme
Heroïsch apostolaat
van pater Del Corro
en de zijnen
„Loonbeleid geen sluitpost
van conjunctuurbeleid"
te?'™'»"
a
..«e
ift
ZWITSERSE
Minister tot Tweede Kamer:
Geen maatregelen
tegen pendelen
Noodvoorzi ening
voor invaliden
Pip
mM
■■■■HHalli
Sociale wetten
ZATERDAG 2 DECEMBER 1961
PAGINA 13
AMSTERDAM, nov.
it wordt het verhaal van
Chili's eindeloze callampas,
vv^arin alleen al rond de
men. SantiaS° 600.000
omJen jeven onder ondenkbare
het anfügheden. Het wordt ook
*ich V6Ihaal van weinigen, die
Velen .rvoor inzetten en de
Het c^e er aan voorbijgaan.
le2e Wordt een verhaal, dat de
i^o s|aaP kan kosten, doch dat
Ooit VI°rden geschreven, wil men
Onin.f ^grijpen van de sociale
teren i?' ^ie Zuid-Amerika teis-
Nu en in de toekomst.
vV»
h,?.6*
Jat
ty>r
fHIIÊmm
KIM
-
Uitzichtloze
IV.al'NrPii beginnen met ..Quinta Nor-
JÖk 'in ïin a Normal is een arbeiders-
te brosH weelderige Santiago, waar
s vu t van Maastricht en de zus-
Jtcler ai aaar}o zich geschaard hebben
2e v0W?inigen> die ik "boven bedoel-
«errichten er ondankbaar en te-
?et jp^zakelijk werk en ze doen dat
Voo vahzelfsprekende nuchterheid,
|r'P rr TÜ kenmerkend voor het be-
?Ske,'i« ®Pjng" is geworden. Doch ter
W<aar 's in Chili een arbeiderswijk?
?a vipf ni de massa in een land, waar
h r soürt^wen christendom het gebod
Jat) hnif?rbeit geen zichtbaar effect ge-
^ona ste' Over de ach-
armoe van ontwortelde
plattelandsbevolking
j'aatvg^be'iderswijk is hier het minste,
5th1 Amt-arbeiders gedacht hebben,
s tiRe ^ers er mee toe kunnen. Laat
VtiC»r -
efl tater.
zeggen een verzameling nood-
opgetrokken uit modder in
1(JKKtJil UIL IllUUUtJI Hl
zonder bestrating of riolering.
aoge panden stof, vier maanden knie-
|ras, j?0dder, geen spiertje groen of
t 'pi L,br toch in ieder geval: privacy,
gez boe slecht ook waar
een gezin kan zijn.
die het
schitterende
Sejilh Was het begin. Toen is er piot-
ba dp vooral in de jaren tijdens en
"terp ij wereldoorlog - van het uitge-
sta,3 Platteland een trek naar de
Van otltktaan. die het beeld oproept
1940' ?en volksverhuizing. Santiago
2.000 nrul0'-000 inwoners, Santiago 1960:
den bo inwoners. Op de achtergron-
ktllf a".. die trek kom ik later nog
Zen f' u 1 vertoont in hoofdzaken het-
het „L"eetó, dat ik heb aangeduid bij
zilig "tstaan van be favelha's in Bra-
tirniA b1611 desolate, eeuwenlang- ver-
Ven? Plattelandsbevolking
Hjkrt?a boort van de sc.
au v?111 der steden en er op af trekt
kinderen op het licht.
Chih? Wordt zo'n stroom opgevangen?
<ka s jaarlijkse woningproductie be-
flead Ut met moeite 25.000 huizen. Er zou-
W- ef minstens 200.000 nodig zijn en
!W t jaarlijkse accres not 33.000
Langs die weg kan het dus niet.
A gaat Chili's huidige economische
i|] SHijkheden eenvoudig te boven en
L ®h een ijzersterk bewind met een
s!n ,tiscb sociaal plan zou er na jaren
H abhans enigszins redelijke oplossing
Uopbbnnen vinden.
fh sastvn-7 Chileen is een goed
lorlei kerv-rv'?ns- ^et nakomen van al-
niet zijn Tke verplichtingen moge
Van de iipfH ste kant zijn, het gebod
leeft de h»,, h®eft hij begrepen. Dus
H de palebl°n?r van -Quinta Normal"
tei» ODemro blo ven dicht zpn deu-
tad fip i?, ?el voor de trek naar de
ï.*akt en lsj.es zijn vol en overvol ge
lang Va ho is een gemiddelde bezet-
Uarner Kol6? mensen per kamer regel,
biimte vn nt dan een lage, donkere
6r. zona maximaal drie bij drie me-
&ing. uer vloer of hygiënische verzor-
faat v?Joc\m hield echter niet op. Hij
i°'°00 rn or in een tempo van rond
'd tot ,6nsen Per iaar en bat beeft ge-
,'c0nvov,y?^t mGn hier bijna spottend de
'V nüMT™
noemt. In dat woord zit
convent heeft een binnen-
ap een blok ellendige arbeiders-
^atsen natuurlijk ook. Die binnen-
.^ee ippf18 men gaan verhuren. Iedere
a n;„ muur vormen de basis voor
b'euw huis.
er geweest. Samen met pa-
}00f beps uit Dongen, die hier pas
gas 1 beb ik er rondgelopen. Het
ba-
V0|
y- in Cl i AXGC
aj v?rm' de zon brandde, maar dat
i uc xcii ui HiiuuC) maai uui
'"'dp i1" bewoners ten minste het
wtav, ,eL dat de modder langzaam
«T'apuJbe in stof. Hoe moet ik deze
atljk vpg beschrijven? Er is dus een
|i)h iS ?r- Daartegen heeft ieder op
pbhis p!!ler een onderkomen gebouwd,
kphls ,!2et planken. Soms met gaas.
"k eri et karton, papier, modder,
ik weet niet wat. Het is overal
In deze callampa een woonwijk voor duizen den mensen telde ik precies drie waterkranen.
donker. Het is overal vuil en in ieder
optrekje woont een gezin. Een vader,
een moeder, troepen kinderen en alle
vrouwen onveranderd in verwachting.
Als je binnengaat zie je eerst niets.
Dan soms een stoel, soms zelfs een ta
fel, maar steeds ergens in een hoek een
bed met daarboven een etalage van hei-
ligenprentjes. Soms heeft dat bed poten,
maar meestal niet. Meestal is het ge
woon maar een hoop vodden. Daarop
slaapt dan alles tezamen en ik beperk
mjj oprecht tot de feiten men mag
de - dronken man prijzen, die 's nachts
niet zijn vrouw voor zijn dochter ver
wisselt.
In één hol ben ik wat langer gebleven.
Er stond een stoel en daarop zat een
oude vrouw. Ze kan tachtig zijn. Ze
kan zestig zijn. Ik weet het niet. Ze
huilde. Niet zoals ik in Amsterdam wei
vrouwen heb zien huilen, maar onop
houdelijk en zonder passie. Haar ver
haal is eenvoudig. Zij woonde in ik
ken in het Nederlands geen ander
woord bij haar zoon. Als die 's avonds
thuis kwam dronken natuurlijk, maar
wat wilt u? was het eerste wat hij
deed zijn moeder uit bed trappen. Als
ze daarom was opgebleven, trapte hij
haar er in. Verder durf ik niet te gaan.
Pater Kops ,,als het mij te bar
wordt, steek ik maar een pijp op, ik
kan niet weglopen" heb ik er woor
den van troost en opbeuring horen spre
ken. Ik weet, dat hij het meent en ook
dat hij ervoor werkt zo goed als moge-
Hik is. Ik heb het echter niet uitgehou-
■- v
den. Ik heb buiten een beetje over
schurftige kinderkopjes staan aaien en
uitgerekend, dat er op dat éne kleine
binnenplaatsje meer dan honderd groot
moeten worden.
Dat zijn de eonventillos. Analfabeten
natuurlijk. Misdadig soms. Je moet er
in het donker wegblijven. De politie
komt ook niet. Arbeidsschuw vaak. On
tuchtig. Drankzuchtig. Maar dat niet
alleen. Pater Kops vertelde, dat ais er
hier of daar een vrouw van ellende kre-
peert ,,je kunt ze nauwelijks bedie
nen, er is geen ruimte" de kinderen
door de buurt worden opgenomen. De
saamhorigheid is tastbaar. Bovendien
het moge verbazing wekken of niet
er heerst onder deze bewoners nog een
zeker standsbewustzijn. Conventilios
hebben het laatste bewaard, dat men
in de stad een statussymbool zou kun
nen noemen. Ze hebben een adres. Ze
wonen ergens in een straat, die be
noemd en aan een huis, dat genummerd
is.
Die weelde kent de man uit de cal
lampa, wat eigenlijk paddestoel bete
kent, niet. Dat is de volgende fase van
de ellende. Dat is de groep, ik kan be
ter zeggen, dat is het lr-ger, dat bij de
stad is neergestreken toen alle denkba
re hoeken, waar mensen zouden kun
nen vegeteren, bezet waren. Zjj moes
ten dus letterlijk buiten blijven.
Op een onbebouwd stuk grond. Op een
vuilnisbelt. Op een kale vlakte. In een
hol. Ergens. Daar hebben ze zich ge
dekt met wat ze hadden. Geslapen en
geleerd hoe men met bedelen en stelen
zijn bestaan kan rekken. Uit die toe
standen zijn vanzelf de callampas ge
groeid. Grote, kilometerslange terreinen
nu, waar armoe en leed hun walglijk
ste vorm hebben aangenomen. Het kost
moed om er in door te dringen, want
er zijn vormen van ellende die men
niet kan vergeten. Voor mij behoort
daartoe de callampa. Duizenden tien
duizenden mensen samenhokkend in
krotten en holen. Steden van modder
en karton, waar kinderen leven als rat
ten. Vuige buurten, waar het t.b.c.-per
centage is opgelopen tot boven de 75
pet, waar zoveel kinderen sterven, dat
voor heel Chili de mortaliteit 6 per 10
kinderen bedraagt. Ga zo maar voort.
ren. De confrontatie met onze eigen
Nederlandse weelde is immers on
verdraaglijk en de vraag hoe zoveel
wraakroepend onrecht kan bestaan in
een land, waar het katholicisme de
maatschappelijke ordening bepaald
heeft, huiveringwekkend.
Desniettemin kan ik haar niet ont
wijken. Ze moet worden gesteld en be
antwoord, want afgezien van de weini
gen ik kom daar aanstonds op te
rug die wel de strjjd tege.i deze el
lende hebben aangeboden, staat de rest
van Chili èn kerk èn staat bjjna
werkeloos. Chili's staatsbegroting b.v.
in zijn totaliteit al veel te klein door
dat het systeem van belastingheffingen
niet aan redelijke eisen voldoet is
maar voor 6 pet aan sociale zaken en
voor nog geen 8 pet aan onderwijs ge>
wijd. Men herinnert zich misschien de
grote aardbevingsramp, die Zuid-Chili
heeft getroffen en die ook in Nederland
een golf van vrijgevigheid heeft losge
slagen. Bij die gelegenheid is door alle
landen, die met Chili betrekkingen on
derhouden, hulp aangeboden tot een oe-
drag van 250 miljoen op voorwaarde,
dat ook Chili zelf via /erhoogde belas
tingen een zelfde bedrag aan de hulp
verlening zou ten koste leggen. De mi
nister van financiën heeft daarop in
derdaad een wetsontwerp ingediend.
Het is afgestemd. Er is een nieuw
wetsontwerp ingediend. Nu niet voor
250 miljoen, doch 120 miljoen. Het is
weer afgestemd. Tenslotte is er een
wet doorgekomen. 49 miljoen, verdeelö
over een periode van 10 jaar. Zo kan
ik voortgaan, fk weet, dat de Chileense
regering langs diplomatieke kanalen
een uitleg heeft bereikt van de ency
cliek „Mater et Magistra", waarbij pu
re tekstvervalsing gepleegd is tenein
de te bewijzen, dat de daarin gestelde
normen voor Chili anders moeten wor
den uitgelegd.
Ook de Kerk zwijgt en ik wil er toch
wel op wijzen, dat de Chileense clerus
die, overigens voor 60 pet uit buiten
landse religieuzen bestaat niet loet
worden beoordeeld op de wijze, waarop
in Nederland vaak over Zuidamerikaan-
se priesters gesproken wordt. Haar le
venswandel verschilt vrijwel in niets
van die van de Europese priester en
Qij cZ
»*«sstad„a £?rs}aggever op zijn woord geloven. Dit is geen bouwseltje
it is een callampa, waar een arbeiderswoning in aanbouw is.
Er is geen kleding, geen schoeisel,
geen onderwijs, geen gas, geen licht
en in de población Nueva Matucana tel-
die ik op vele duizenden inwoners drie
openbare waterkranen. De „wegen" die
deze callampas doorsnijden, zijn aan
eenschakelingen van kuilen en gaten en
óf de pobUtie is in de droge tjjd voort
durend gehuld in een wolk grijs, ver
stikkend stof of de modder sijpelt in
stinkende goten langs de huizen.
Het is in de meest letterlijke zin on
voorstelbaar. Het is zo vuil, zo goor
en zo hopeloos, dat walging de plaats
inneemt van medelijden en men zoekt
naar een mogelijkheid om zich te
distanciëren. Ik wil dit laatste graag
benadrukken. Deze armoe heeft geen
romantiek. Ze is afzichtelijk. Ze heeft
de mensen vertekend tot ellendige
creaturen. Ze heeft gestalte gege
ven aan allerlei abjecte vormen van
kwaad en ik wil bekennen dat het 1 'j
weken gekost heeft vooraleer ik 3
moed heb gevonden er over te schrij
ven. Het is als een nachtmerrie, zo
gruwelijk dat men haar wil ignore-
haar intellectueel niveau mag daarmee
volledig worden gelijk gesteld. Toch
zwügt de kerk. Toch zwijgt de
kleine puissant rijke en uiter
aard ook katholieke bovenlaag. Ze
zwijgt, terwijl het land naar het Marxis
me holt. Kwam dat in 1958 nog net 35.000
stemmen tekort, in 1964 zal dit niet
weer het geval zün. De betaalde cel-
lenbouw in de callampas werpt rijke
vruchten af en het is de vraag of de
omzwaai, die onvermijdelijk wordt, zal
kunnen geschieden zonder het geweld
van een revolutie.
Hoe moet men dit verklaren? Om te
beginnen op historische gronden. Sinds
de dagen der conquistadores bestond
Chili uit een verzameling grootgrond
bezittingen, waar 2e Spaanse eigenaar
(„el patrón") als een volsterkte mo
narch heerste over de hem toever
trouwde Indianen. Deze situatie is
eeuwenlang onveranderd gebleven en
in feite bestaat zij vandaag nog. Het
gevolg is duidelijk. Men rrijgt een klei
ne selecte klasse, voor wie het sinds
generaties vanzelfsprekend is, dat alle
inkomsten haar toekomen. Zij is in
principe niet slecht. Ze zorgt voor het
haar toevertrouwde volk op de manier,
die haar goed lijkt, waarbij vragen van
sociale rechtvaardigheid niet aan de
orde komen. Het volk o-> zijn beurt,
niet gewend om ooit zelf enige verant
woordelijkheid te dragen, wordt volko
men inert. Chili is dan ook het rustigste
land van Z.-Amerika geweest. De re
gering was steeds stabiel en nog nooit
is er tijdens zijn bewind een president
vermoord.
De situatie van de Kerk is analoog.
Uit welk milieu stammen haar bedie
naren? Uit d„ grote, grauwe massa
waren geen roepingen te verwachten.
Zij is analfabeet en zij leeft ondet om
standigheden, waarin geen roeping ge
dijen kan. Dus zijn de priesters voor
en na uit de-ze kleine bovenlaag geko
men. Van die bovenlaag waren zij fi
nancieel gesproken ook volledig afhan
kelijk en het lijkt mij wel begrijpelijk,
dat deze priesterklasse niet het élan
heeft opgebracht om haar eigen afkomst
te verloochenen.
Wonderlijker is natuurlijk, dat deze
instelling ook nu nog na alles wat
er sindsdien in de wereld en ook in Chi
li veranderd is bij de grote meer
derheid volkomen gelijk geb'jver. is. Ik
heb daar veel over gesproken. Dank
zij vooral de hulp van pater Rosier.
(„Ik zocht Gods afwezigheid") heb ik
contacten kunnen leggen ook in die
zeldzaam bevoorrechte milieus. Het
was een wonderlijke sensatie. Men ont
moet mensen van een fijnzinnige be
schaving, met een diepborende culture
le belangstelling, maar voor wie men
zich als het over sociale vraagstuk
ken gaat op geen enkele manier kan
verstaanbaar maken. Men spreekt op
twee verschillende golflengten. Het Hikt
of er twee katholicismen bestaan en ik
heb mij tenslotte afgevraagd of ik hier
nu voor het eerst in mijn leven werd
geconfronteerd met wat in mijn ca
techismus het „verduisterd verstand
heette. Men is zieru.e blind en k tou
de waarheid te kort do«. n als ik s 'g„e
reerde dat men blindheid voorwendt
Men is blind ei het blijkt mogelijk dat
men een leven lang bisschop in Gods
Kerk is zonder ooit te begrijpen, dat
men Zijn leer in de wereld moet waar
maken. Ik moet zeggen dat ik er jr
ben verbijsterd, maar ook, dat ik voor
het objectieve kwaad van Chili's bloe
dende callampas geen subjectieve
schuldigen durf aan te wijzen. Boven
dien moet ik er nog een element bij
voegen. Ik heb het verhaal gehoord
van de grootgrondbezitter, die eindelijk
wel ontwaakt is en op zijn landerijen
de krotten van zijn personeel heeft
vervangen door goede stenen huizen.
Binnen een paar weken waren die hui
zen overvol. Tien, twaalf mensen per ka
mertje, gezinnen, d' 3 kris-kras door e'
kaar leefden. De laatste toestand was
eigenlijk erger dan de eersu De eige
naar was echter volstrekt machteloos.
Hij had de levensomstandigheden van
zijn mensen willen verbeteren, doch dat
was mislukt. Zou hij daar toch de hand
aan hebben gehouden, en die gezinnen
verwijderd hebben, die op zijn bezittin
gen niet thuis hoorden, dan zou men
hem hebben uitgekreten omdat hij zelfs
niet zoveel sociaal gevoel wist op te
brengen als zijn arme personeel, dat
vele zwervenden liefdevol had opgeno
men. Het lijkt een vicieuze cirkel en
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 2 dec. Het loonbeleid
is géén „sluitpost" van het algemene
conjunctuurbeleid. De in de loop van
het vorig jaar en van dit jaar geno
men maatregelen tot vermindering van
de spanning, hebben geen van alle be
trekking gehad op loongebied.
Minister Veldkamp, die dit zegt in zijn
memorie van antwoord aan de Tweede
Kamer noemt o.a.: de beperking van
de investeringsfaciliteiten, de rem op de
niet-gesubsidieerde woningbouw en de
verhoging van het percentage voor de
eerste storing bij afbetalingsverkopen.
Wat de loonpolitiek betreft wil de rege
ring er slechts naar streven de loonont
wikkeling zoveel mogelijk in overeen
stemming te houden met de produktivi-
teitsstijging.
Minister Veldkamp is verheugd over
de overeenstemming, die met de
Stichting van de Arbeiu kon wor
den bereikt over het loonbeleid in het
komende jaar. Aan de hand van alge
mene afspraken zal voor iedere con
crete situatie een beslissing moeten
worden genomen.
Voor nog ruim 280.000 van de onder
een CAO vallende werknemers is er
nog geen verkorting van de arbeidsduur
ingevoerd, zo deelt de minister mee.
Gezien het streven om binnen de
EEG tot een vrije uitwisseling van
werknemers te komen, overweegt de
minister geen maatregelen tegen de
pendel van Nederlandse arbeiders
naar Duitsland. Hji heeft overigens de
indruk, dat de trek naar Duitsland aan
het afnemen is. Overwogen wordt nog
of een wettelijke regeling van de -on-
selarp wenselijk en mogelijk is.
De Arbeidsinspectie voert gezien
het tekort aan arbeidskrachten een
soepel beleid bij de uitgifte van over-
werkvergunningen. In voorkomende ge
vallen kan ook, vergunning gegeven wor
den, als de totale arbeidsduur de 52'/«
uur per week overschrijdt. Dit echter
bij voorkeur slechts als het om een korte
periode gaat. Bij noodzakelijk overwerk
O
over langere termijn is het gewenst pe
riodiek een zaterdag te laten werken,
aldus de bewindsman. Hi - dior wordt
voorkomen dat per dag niet te lang
wordt gewerkt.
Een arbeidsverbod voor 14-jarige jon
gens verdient volgens de minister thans
de voorrang voor een arbeidsverbod
vooi 15-jarige meisjes. Dr. Veldkamp
kan echter voor de invoering van een
dergelijk verbod nog geen termijn noe
men.
(Advertentie)
(2 jaar verzekerd tegen verlies en oiefstal
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 2 dec. Er komt een
noodvoorziening om de uitkeringen aan
invaliditeitsrentetrekkers te verhogen.
Minister Veldkamp acht dit noodzakelijk
omdat met de totstandkoming van een
geheel nieuwe arbeidsongeschiktheids
verzekering zeker nog geruime tijd ge
moeid zal zijn.
Hoewel er hard aan wordt gewerkt is I
het niet mogelijk om de definitieve wet
telijke regeling nog in de huidige par
lementaire periode in te dienen, aldus
de minister in zijn memorie van ant
woord aan de Tweede Kamer.
De minister meent dat er voorlopig
niet direct aanleiding is om tegelijk met
de AOW-uitkeringen ook de uitkeringen
krachtens de Algemene Weduwen- en
Wezenwet te verhogen. De AWW-uitke-
ringen zijn van de aanvang af op een
hoger peil afgestemd dan de AOW rente.
Wel heeft de minister de SER ver
zocht bij de verdere bestudering van
het vraagstuk van de AOW-pensioe-
nen ook te bezien of, en zo ja in hoe
verre, ook de AWV-uitkeringen moe
ten worden herzien.
Dr. Veldkamp verwacht nog In -de
loop van dit jaar het advies van de
SEF. over een verlenging van de uitke
ringsduur krachtens de werkloosheids
wet. Bij de bestudering van dit advies
wil de minister ook bezien of er aanlei
ding is de loongrens in deze wet af te
schaffen.
het is ook wei zeker, dat er voor het
leed in Chili's callampas en conventil
ios grote remedies gevonden moeten
worden.
Toch en ook dit perspectief behoort
tot de waarheid zyn er mensen, die
volhouden. Op de eerste plaats zijn dit
de broeders en zusters, die ik in mijn
aanhef genoemd heb. Ik' zal ze geen
wierook toezwaaien. Ze zitten genoeg in
de kapel. Ik vermeld alleen, dat zij in
de ellende van Quinta Normal het on
derwijs tot zich getrokken hebben. De
broeders hebben in die grauwe woestijn
een pracht van een moderne school ge
bouwd en zij en de zusters staan voor
de ondankbare taak hun t.imoe-„schof-
jes" de eerste beginselen van rekenen
en schrijven bij te brengen. Dat lijkt
ernvoudig, maar de kindertjes uit
..Quinta Normal" ijn anders dan die
uit de Stokstraat of wijk C. Het is al
leen de bedoeling, dat ze ook een beetje
gelukkig zijn en daarom begrijp ik nu
weer waarom een mens broeder of zus
ter zou worden.
Dan pater Del Corro. Dat is een
man voor wie ik een miljoen zou wil
len inzamelen en ik hoop, dat ik dat
duidelijk kan maken. Er zijn. geloof
ik, in Chili drie groepen sociale wer
kers, die zich de grauwe werkelijkheid
der callampas aantrekken. Op de
eerste plaats zijn dat degenen, die ik
kan samenvatten onder de naam van
de internationale „Caritas" Zij zijn de
uitdelers van blikjes melk, kleren en
vitaminentabletten. Ik wens mij daar
over niet smalend uit te laten, maar
wij hebben al te lang gedacht dat wij
met een boterham honger konden stil
len. Een boterham is echter niet ge
noeg. Net zo min als een blikje melk
en als er na het eerste geen tweede
kan komen, kan men ook het eerste
beter houden, want wie heel lang van
afval geleefd heeft, kan van melk le
lijk ziek worden. Wat ik hier mee zeg
gen wil? Dat men met giften in na-
tura geen blijvende nood kan bestrij
den. Zulke giften behoren begelei
dingsverschijnselen van andere zinvol
lere hulp te zijn.
Dan zijn er als tweede categorie
de maatschappelijke werkers, die de cal
lampa intrekken en daar het apostolaat
van de aanwezigheid beoefenen. Ik heb
daarvoor grote bewondering, maar het
wijzigt de situatie niet fundamenteel en
het bergt het gevaar in zich, dat degene
die kwam om te heipen stikt in de uit
zichtloosheid van zijn taak.
De derde groep vormt pater Del Cor-
Advertentie)
MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVERZEKERING EN LIJFRENTE
Herengracht 500 Amsterdam Telefoon 37171-35095
ro. Hij is zakenman en hij heeft zich al
gevraagd waar door alle rottende uitei
lijkheden heen het diepste kwaad van d-
callampas ligt. Dat kwaad heeft aan
gepakt. De callampabewoner is ontwoi
teld. Hij is een ongeschoolde boerenai
beider, hij heeft het platteland verlaten
hij heeft in de stad geen of los werl
en wil men hem en zijn gezin verhef
fen, dan zal men hem werk en daardoor
koopkracht moeten geven. Maar hoe
geeft een pater werk? Hij heeft geen
bedrijf en voor anderen bedelen om
werk is een uitzichtloze bezigheid. Toch
is hij geslaagd. Hij heeft de callampas
geobserveerd en gezien hoe de moeders
- door de nood gedrongen - centrales ge
vormd hebben om of het bedelen of he
stelen gezamenlijk te regelen. Die cen
trales hebben macht, want men moe:
iedereen afraden om zo maar in San
tiago op een gunstige plek als bedelaar
op te treden. Als hij na de eerste waar
schuwing niet wijkt, zal hij het waar
schijnlijk niet overleven. Die centrales
heeft pater Dei Corro aangepakt. Hij
heeft gezegd: „Luister, ik leen jullie
een naaimachine, ik leen wat goed, ik
stuur iemand die je naaien leert, begin
samen in coöperatief verband een tex-
tielindustrietje en hou op met bedelen."
Die opzet is geslaagd. Uit dit simpele
plan waarin toch allerlei waardevol
le elementen als zelfwerkzaamheid, ge
zamenlijke verantwoordelijkheid, bezits
vorming, verborgen zitten is een hele
industrie geboren. In tal van callampa's
werken kleine coöperatieve fabriekjes.
Er wordt niet gegeven. Er wordt ge
leend. Het aanloopkapitaaltje moet wor.
den terugbetaald en zo ontstaan er in
een wereld van haveloos ontwortelden
werkelijke eigendommen. Ik wi! er niet
te lang over uitweiden, maar het i«
groots. Als men uren door de hel van
een callampa gedwaald heeft en einde
lijk een plek ontdekt, waar het maat
schappelijke leven herbegint.
Dat loet pater Del Corro zonder
een cent begonnen met de actie
„Techo," (dak), waarvoor nu zelfs de
regering subsidie geeft. En laat mij eer-
fyk zijn, zij wordt organisatorisch in
in stand gehouden door jongens en meis-
jes die wel zijn ontwaakt en een rustig
leven nebben prijsgegeven om voor
„Techo" werkelijk dag en nacht te wer
ken.
Nog twee voorbeelden. Ik heb in een
bepaalde poblatie een jonge vrouw aan
getroffen. Zij en haar man hebben de
leiding yan ae coöperatie o*- zich geno
men. Zjj hebben hun eigen milieu ver
laten en zich metterwoon in de callam
pa gevestigd. „Als je werkelijk wat doen
wilt, moet je er zijn," zei ze. „altijd."
En van voorbeeld twee versieren en
kele foto's deze pagina. Ze zijn genomen
op de morgen na de nacht, waarin een
paar honderd daklozen onder leiding
van pater Del Corro een stuk grond
hebben gestolen om daar een nieuwe
callampa te vestigen. De foto's ge
loof ik spreken duidelijke taai. Vraag:
hoe ver moet een mens zijn om bij het
betrekken van dergelijke schurftige
krotten zijn callar.oa „La Victoria" te
noemen?
ALBERT WELLING