r'reW in vogelvlucht D hoem der Callampas CHILFs steppiegstone voor het communisme Heroïsch apostolaat van pater Del Corro en de zijnen „Loonbeleid geen sluitpost van conjunctuurbeleid" te?'™'»" a ..«e ift ZWITSERSE Minister tot Tweede Kamer: Geen maatregelen tegen pendelen Noodvoorzi ening voor invaliden Pip mM ■■■■HHalli Sociale wetten ZATERDAG 2 DECEMBER 1961 PAGINA 13 AMSTERDAM, nov. it wordt het verhaal van Chili's eindeloze callampas, vv^arin alleen al rond de men. SantiaS° 600.000 omJen jeven onder ondenkbare het anfügheden. Het wordt ook *ich V6Ihaal van weinigen, die Velen .rvoor inzetten en de Het c^e er aan voorbijgaan. le2e Wordt een verhaal, dat de i^o s|aaP kan kosten, doch dat Ooit VI°rden geschreven, wil men Onin.f ^grijpen van de sociale teren i?' ^ie Zuid-Amerika teis- Nu en in de toekomst. vV» h,?.6* Jat ty>r fHIIÊmm KIM - Uitzichtloze IV.al'NrPii beginnen met ..Quinta Nor- JÖk 'in ïin a Normal is een arbeiders- te brosH weelderige Santiago, waar s vu t van Maastricht en de zus- Jtcler ai aaar}o zich geschaard hebben 2e v0W?inigen> die ik "boven bedoel- «errichten er ondankbaar en te- ?et jp^zakelijk werk en ze doen dat Voo vahzelfsprekende nuchterheid, |r'P rr TÜ kenmerkend voor het be- ?Ske,'i« ®Pjng" is geworden. Doch ter W<aar 's in Chili een arbeiderswijk? ?a vipf ni de massa in een land, waar h r soürt^wen christendom het gebod Jat) hnif?rbeit geen zichtbaar effect ge- ^ona ste' Over de ach- armoe van ontwortelde plattelandsbevolking j'aatvg^be'iderswijk is hier het minste, 5th1 Amt-arbeiders gedacht hebben, s tiRe ^ers er mee toe kunnen. Laat VtiC»r - efl tater. zeggen een verzameling nood- opgetrokken uit modder in 1(JKKtJil UIL IllUUUtJI Hl zonder bestrating of riolering. aoge panden stof, vier maanden knie- |ras, j?0dder, geen spiertje groen of t 'pi L,br toch in ieder geval: privacy, gez boe slecht ook waar een gezin kan zijn. die het schitterende Sejilh Was het begin. Toen is er piot- ba dp vooral in de jaren tijdens en "terp ij wereldoorlog - van het uitge- sta,3 Platteland een trek naar de Van otltktaan. die het beeld oproept 1940' ?en volksverhuizing. Santiago 2.000 nrul0'-000 inwoners, Santiago 1960: den bo inwoners. Op de achtergron- ktllf a".. die trek kom ik later nog Zen f' u 1 vertoont in hoofdzaken het- het „L"eetó, dat ik heb aangeduid bij zilig "tstaan van be favelha's in Bra- tirniA b1611 desolate, eeuwenlang- ver- Ven? Plattelandsbevolking Hjkrt?a boort van de sc. au v?111 der steden en er op af trekt kinderen op het licht. Chih? Wordt zo'n stroom opgevangen? <ka s jaarlijkse woningproductie be- flead Ut met moeite 25.000 huizen. Er zou- W- ef minstens 200.000 nodig zijn en !W t jaarlijkse accres not 33.000 Langs die weg kan het dus niet. A gaat Chili's huidige economische i|] SHijkheden eenvoudig te boven en L ®h een ijzersterk bewind met een s!n ,tiscb sociaal plan zou er na jaren H abhans enigszins redelijke oplossing Uopbbnnen vinden. fh sastvn-7 Chileen is een goed lorlei kerv-rv'?ns- ^et nakomen van al- niet zijn Tke verplichtingen moge Van de iipfH ste kant zijn, het gebod leeft de h»,, h®eft hij begrepen. Dus H de palebl°n?r van -Quinta Normal" tei» ODemro blo ven dicht zpn deu- tad fip i?, ?el voor de trek naar de ï.*akt en lsj.es zijn vol en overvol ge lang Va ho is een gemiddelde bezet- Uarner Kol6? mensen per kamer regel, biimte vn nt dan een lage, donkere 6r. zona maximaal drie bij drie me- &ing. uer vloer of hygiënische verzor- faat v?Joc\m hield echter niet op. Hij i°'°00 rn or in een tempo van rond 'd tot ,6nsen Per iaar en bat beeft ge- ,'c0nvov,y?^t mGn hier bijna spottend de 'V nüMT™ noemt. In dat woord zit convent heeft een binnen- ap een blok ellendige arbeiders- ^atsen natuurlijk ook. Die binnen- .^ee ippf18 men gaan verhuren. Iedere a n;„ muur vormen de basis voor b'euw huis. er geweest. Samen met pa- }00f beps uit Dongen, die hier pas gas 1 beb ik er rondgelopen. Het ba- V0| y- in Cl i AXGC aj v?rm' de zon brandde, maar dat i uc xcii ui HiiuuC) maai uui '"'dp i1" bewoners ten minste het wtav, ,eL dat de modder langzaam «T'apuJbe in stof. Hoe moet ik deze atljk vpg beschrijven? Er is dus een |i)h iS ?r- Daartegen heeft ieder op pbhis p!!ler een onderkomen gebouwd, kphls ,!2et planken. Soms met gaas. "k eri et karton, papier, modder, ik weet niet wat. Het is overal In deze callampa een woonwijk voor duizen den mensen telde ik precies drie waterkranen. donker. Het is overal vuil en in ieder optrekje woont een gezin. Een vader, een moeder, troepen kinderen en alle vrouwen onveranderd in verwachting. Als je binnengaat zie je eerst niets. Dan soms een stoel, soms zelfs een ta fel, maar steeds ergens in een hoek een bed met daarboven een etalage van hei- ligenprentjes. Soms heeft dat bed poten, maar meestal niet. Meestal is het ge woon maar een hoop vodden. Daarop slaapt dan alles tezamen en ik beperk mjj oprecht tot de feiten men mag de - dronken man prijzen, die 's nachts niet zijn vrouw voor zijn dochter ver wisselt. In één hol ben ik wat langer gebleven. Er stond een stoel en daarop zat een oude vrouw. Ze kan tachtig zijn. Ze kan zestig zijn. Ik weet het niet. Ze huilde. Niet zoals ik in Amsterdam wei vrouwen heb zien huilen, maar onop houdelijk en zonder passie. Haar ver haal is eenvoudig. Zij woonde in ik ken in het Nederlands geen ander woord bij haar zoon. Als die 's avonds thuis kwam dronken natuurlijk, maar wat wilt u? was het eerste wat hij deed zijn moeder uit bed trappen. Als ze daarom was opgebleven, trapte hij haar er in. Verder durf ik niet te gaan. Pater Kops ,,als het mij te bar wordt, steek ik maar een pijp op, ik kan niet weglopen" heb ik er woor den van troost en opbeuring horen spre ken. Ik weet, dat hij het meent en ook dat hij ervoor werkt zo goed als moge- Hik is. Ik heb het echter niet uitgehou- ■- v den. Ik heb buiten een beetje over schurftige kinderkopjes staan aaien en uitgerekend, dat er op dat éne kleine binnenplaatsje meer dan honderd groot moeten worden. Dat zijn de eonventillos. Analfabeten natuurlijk. Misdadig soms. Je moet er in het donker wegblijven. De politie komt ook niet. Arbeidsschuw vaak. On tuchtig. Drankzuchtig. Maar dat niet alleen. Pater Kops vertelde, dat ais er hier of daar een vrouw van ellende kre- peert ,,je kunt ze nauwelijks bedie nen, er is geen ruimte" de kinderen door de buurt worden opgenomen. De saamhorigheid is tastbaar. Bovendien het moge verbazing wekken of niet er heerst onder deze bewoners nog een zeker standsbewustzijn. Conventilios hebben het laatste bewaard, dat men in de stad een statussymbool zou kun nen noemen. Ze hebben een adres. Ze wonen ergens in een straat, die be noemd en aan een huis, dat genummerd is. Die weelde kent de man uit de cal lampa, wat eigenlijk paddestoel bete kent, niet. Dat is de volgende fase van de ellende. Dat is de groep, ik kan be ter zeggen, dat is het lr-ger, dat bij de stad is neergestreken toen alle denkba re hoeken, waar mensen zouden kun nen vegeteren, bezet waren. Zjj moes ten dus letterlijk buiten blijven. Op een onbebouwd stuk grond. Op een vuilnisbelt. Op een kale vlakte. In een hol. Ergens. Daar hebben ze zich ge dekt met wat ze hadden. Geslapen en geleerd hoe men met bedelen en stelen zijn bestaan kan rekken. Uit die toe standen zijn vanzelf de callampas ge groeid. Grote, kilometerslange terreinen nu, waar armoe en leed hun walglijk ste vorm hebben aangenomen. Het kost moed om er in door te dringen, want er zijn vormen van ellende die men niet kan vergeten. Voor mij behoort daartoe de callampa. Duizenden tien duizenden mensen samenhokkend in krotten en holen. Steden van modder en karton, waar kinderen leven als rat ten. Vuige buurten, waar het t.b.c.-per centage is opgelopen tot boven de 75 pet, waar zoveel kinderen sterven, dat voor heel Chili de mortaliteit 6 per 10 kinderen bedraagt. Ga zo maar voort. ren. De confrontatie met onze eigen Nederlandse weelde is immers on verdraaglijk en de vraag hoe zoveel wraakroepend onrecht kan bestaan in een land, waar het katholicisme de maatschappelijke ordening bepaald heeft, huiveringwekkend. Desniettemin kan ik haar niet ont wijken. Ze moet worden gesteld en be antwoord, want afgezien van de weini gen ik kom daar aanstonds op te rug die wel de strjjd tege.i deze el lende hebben aangeboden, staat de rest van Chili èn kerk èn staat bjjna werkeloos. Chili's staatsbegroting b.v. in zijn totaliteit al veel te klein door dat het systeem van belastingheffingen niet aan redelijke eisen voldoet is maar voor 6 pet aan sociale zaken en voor nog geen 8 pet aan onderwijs ge> wijd. Men herinnert zich misschien de grote aardbevingsramp, die Zuid-Chili heeft getroffen en die ook in Nederland een golf van vrijgevigheid heeft losge slagen. Bij die gelegenheid is door alle landen, die met Chili betrekkingen on derhouden, hulp aangeboden tot een oe- drag van 250 miljoen op voorwaarde, dat ook Chili zelf via /erhoogde belas tingen een zelfde bedrag aan de hulp verlening zou ten koste leggen. De mi nister van financiën heeft daarop in derdaad een wetsontwerp ingediend. Het is afgestemd. Er is een nieuw wetsontwerp ingediend. Nu niet voor 250 miljoen, doch 120 miljoen. Het is weer afgestemd. Tenslotte is er een wet doorgekomen. 49 miljoen, verdeelö over een periode van 10 jaar. Zo kan ik voortgaan, fk weet, dat de Chileense regering langs diplomatieke kanalen een uitleg heeft bereikt van de ency cliek „Mater et Magistra", waarbij pu re tekstvervalsing gepleegd is tenein de te bewijzen, dat de daarin gestelde normen voor Chili anders moeten wor den uitgelegd. Ook de Kerk zwijgt en ik wil er toch wel op wijzen, dat de Chileense clerus die, overigens voor 60 pet uit buiten landse religieuzen bestaat niet loet worden beoordeeld op de wijze, waarop in Nederland vaak over Zuidamerikaan- se priesters gesproken wordt. Haar le venswandel verschilt vrijwel in niets van die van de Europese priester en Qij cZ »*«sstad„a £?rs}aggever op zijn woord geloven. Dit is geen bouwseltje it is een callampa, waar een arbeiderswoning in aanbouw is. Er is geen kleding, geen schoeisel, geen onderwijs, geen gas, geen licht en in de población Nueva Matucana tel- die ik op vele duizenden inwoners drie openbare waterkranen. De „wegen" die deze callampas doorsnijden, zijn aan eenschakelingen van kuilen en gaten en óf de pobUtie is in de droge tjjd voort durend gehuld in een wolk grijs, ver stikkend stof of de modder sijpelt in stinkende goten langs de huizen. Het is in de meest letterlijke zin on voorstelbaar. Het is zo vuil, zo goor en zo hopeloos, dat walging de plaats inneemt van medelijden en men zoekt naar een mogelijkheid om zich te distanciëren. Ik wil dit laatste graag benadrukken. Deze armoe heeft geen romantiek. Ze is afzichtelijk. Ze heeft de mensen vertekend tot ellendige creaturen. Ze heeft gestalte gege ven aan allerlei abjecte vormen van kwaad en ik wil bekennen dat het 1 'j weken gekost heeft vooraleer ik 3 moed heb gevonden er over te schrij ven. Het is als een nachtmerrie, zo gruwelijk dat men haar wil ignore- haar intellectueel niveau mag daarmee volledig worden gelijk gesteld. Toch zwügt de kerk. Toch zwijgt de kleine puissant rijke en uiter aard ook katholieke bovenlaag. Ze zwijgt, terwijl het land naar het Marxis me holt. Kwam dat in 1958 nog net 35.000 stemmen tekort, in 1964 zal dit niet weer het geval zün. De betaalde cel- lenbouw in de callampas werpt rijke vruchten af en het is de vraag of de omzwaai, die onvermijdelijk wordt, zal kunnen geschieden zonder het geweld van een revolutie. Hoe moet men dit verklaren? Om te beginnen op historische gronden. Sinds de dagen der conquistadores bestond Chili uit een verzameling grootgrond bezittingen, waar 2e Spaanse eigenaar („el patrón") als een volsterkte mo narch heerste over de hem toever trouwde Indianen. Deze situatie is eeuwenlang onveranderd gebleven en in feite bestaat zij vandaag nog. Het gevolg is duidelijk. Men rrijgt een klei ne selecte klasse, voor wie het sinds generaties vanzelfsprekend is, dat alle inkomsten haar toekomen. Zij is in principe niet slecht. Ze zorgt voor het haar toevertrouwde volk op de manier, die haar goed lijkt, waarbij vragen van sociale rechtvaardigheid niet aan de orde komen. Het volk o-> zijn beurt, niet gewend om ooit zelf enige verant woordelijkheid te dragen, wordt volko men inert. Chili is dan ook het rustigste land van Z.-Amerika geweest. De re gering was steeds stabiel en nog nooit is er tijdens zijn bewind een president vermoord. De situatie van de Kerk is analoog. Uit welk milieu stammen haar bedie naren? Uit d„ grote, grauwe massa waren geen roepingen te verwachten. Zij is analfabeet en zij leeft ondet om standigheden, waarin geen roeping ge dijen kan. Dus zijn de priesters voor en na uit de-ze kleine bovenlaag geko men. Van die bovenlaag waren zij fi nancieel gesproken ook volledig afhan kelijk en het lijkt mij wel begrijpelijk, dat deze priesterklasse niet het élan heeft opgebracht om haar eigen afkomst te verloochenen. Wonderlijker is natuurlijk, dat deze instelling ook nu nog na alles wat er sindsdien in de wereld en ook in Chi li veranderd is bij de grote meer derheid volkomen gelijk geb'jver. is. Ik heb daar veel over gesproken. Dank zij vooral de hulp van pater Rosier. („Ik zocht Gods afwezigheid") heb ik contacten kunnen leggen ook in die zeldzaam bevoorrechte milieus. Het was een wonderlijke sensatie. Men ont moet mensen van een fijnzinnige be schaving, met een diepborende culture le belangstelling, maar voor wie men zich als het over sociale vraagstuk ken gaat op geen enkele manier kan verstaanbaar maken. Men spreekt op twee verschillende golflengten. Het Hikt of er twee katholicismen bestaan en ik heb mij tenslotte afgevraagd of ik hier nu voor het eerst in mijn leven werd geconfronteerd met wat in mijn ca techismus het „verduisterd verstand heette. Men is zieru.e blind en k tou de waarheid te kort do«. n als ik s 'g„e reerde dat men blindheid voorwendt Men is blind ei het blijkt mogelijk dat men een leven lang bisschop in Gods Kerk is zonder ooit te begrijpen, dat men Zijn leer in de wereld moet waar maken. Ik moet zeggen dat ik er jr ben verbijsterd, maar ook, dat ik voor het objectieve kwaad van Chili's bloe dende callampas geen subjectieve schuldigen durf aan te wijzen. Boven dien moet ik er nog een element bij voegen. Ik heb het verhaal gehoord van de grootgrondbezitter, die eindelijk wel ontwaakt is en op zijn landerijen de krotten van zijn personeel heeft vervangen door goede stenen huizen. Binnen een paar weken waren die hui zen overvol. Tien, twaalf mensen per ka mertje, gezinnen, d' 3 kris-kras door e' kaar leefden. De laatste toestand was eigenlijk erger dan de eersu De eige naar was echter volstrekt machteloos. Hij had de levensomstandigheden van zijn mensen willen verbeteren, doch dat was mislukt. Zou hij daar toch de hand aan hebben gehouden, en die gezinnen verwijderd hebben, die op zijn bezittin gen niet thuis hoorden, dan zou men hem hebben uitgekreten omdat hij zelfs niet zoveel sociaal gevoel wist op te brengen als zijn arme personeel, dat vele zwervenden liefdevol had opgeno men. Het lijkt een vicieuze cirkel en (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 2 dec. Het loonbeleid is géén „sluitpost" van het algemene conjunctuurbeleid. De in de loop van het vorig jaar en van dit jaar geno men maatregelen tot vermindering van de spanning, hebben geen van alle be trekking gehad op loongebied. Minister Veldkamp, die dit zegt in zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer noemt o.a.: de beperking van de investeringsfaciliteiten, de rem op de niet-gesubsidieerde woningbouw en de verhoging van het percentage voor de eerste storing bij afbetalingsverkopen. Wat de loonpolitiek betreft wil de rege ring er slechts naar streven de loonont wikkeling zoveel mogelijk in overeen stemming te houden met de produktivi- teitsstijging. Minister Veldkamp is verheugd over de overeenstemming, die met de Stichting van de Arbeiu kon wor den bereikt over het loonbeleid in het komende jaar. Aan de hand van alge mene afspraken zal voor iedere con crete situatie een beslissing moeten worden genomen. Voor nog ruim 280.000 van de onder een CAO vallende werknemers is er nog geen verkorting van de arbeidsduur ingevoerd, zo deelt de minister mee. Gezien het streven om binnen de EEG tot een vrije uitwisseling van werknemers te komen, overweegt de minister geen maatregelen tegen de pendel van Nederlandse arbeiders naar Duitsland. Hji heeft overigens de indruk, dat de trek naar Duitsland aan het afnemen is. Overwogen wordt nog of een wettelijke regeling van de -on- selarp wenselijk en mogelijk is. De Arbeidsinspectie voert gezien het tekort aan arbeidskrachten een soepel beleid bij de uitgifte van over- werkvergunningen. In voorkomende ge vallen kan ook, vergunning gegeven wor den, als de totale arbeidsduur de 52'/« uur per week overschrijdt. Dit echter bij voorkeur slechts als het om een korte periode gaat. Bij noodzakelijk overwerk O over langere termijn is het gewenst pe riodiek een zaterdag te laten werken, aldus de bewindsman. Hi - dior wordt voorkomen dat per dag niet te lang wordt gewerkt. Een arbeidsverbod voor 14-jarige jon gens verdient volgens de minister thans de voorrang voor een arbeidsverbod vooi 15-jarige meisjes. Dr. Veldkamp kan echter voor de invoering van een dergelijk verbod nog geen termijn noe men. (Advertentie) (2 jaar verzekerd tegen verlies en oiefstal (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 2 dec. Er komt een noodvoorziening om de uitkeringen aan invaliditeitsrentetrekkers te verhogen. Minister Veldkamp acht dit noodzakelijk omdat met de totstandkoming van een geheel nieuwe arbeidsongeschiktheids verzekering zeker nog geruime tijd ge moeid zal zijn. Hoewel er hard aan wordt gewerkt is I het niet mogelijk om de definitieve wet telijke regeling nog in de huidige par lementaire periode in te dienen, aldus de minister in zijn memorie van ant woord aan de Tweede Kamer. De minister meent dat er voorlopig niet direct aanleiding is om tegelijk met de AOW-uitkeringen ook de uitkeringen krachtens de Algemene Weduwen- en Wezenwet te verhogen. De AWW-uitke- ringen zijn van de aanvang af op een hoger peil afgestemd dan de AOW rente. Wel heeft de minister de SER ver zocht bij de verdere bestudering van het vraagstuk van de AOW-pensioe- nen ook te bezien of, en zo ja in hoe verre, ook de AWV-uitkeringen moe ten worden herzien. Dr. Veldkamp verwacht nog In -de loop van dit jaar het advies van de SEF. over een verlenging van de uitke ringsduur krachtens de werkloosheids wet. Bij de bestudering van dit advies wil de minister ook bezien of er aanlei ding is de loongrens in deze wet af te schaffen. het is ook wei zeker, dat er voor het leed in Chili's callampas en conventil ios grote remedies gevonden moeten worden. Toch en ook dit perspectief behoort tot de waarheid zyn er mensen, die volhouden. Op de eerste plaats zijn dit de broeders en zusters, die ik in mijn aanhef genoemd heb. Ik' zal ze geen wierook toezwaaien. Ze zitten genoeg in de kapel. Ik vermeld alleen, dat zij in de ellende van Quinta Normal het on derwijs tot zich getrokken hebben. De broeders hebben in die grauwe woestijn een pracht van een moderne school ge bouwd en zij en de zusters staan voor de ondankbare taak hun t.imoe-„schof- jes" de eerste beginselen van rekenen en schrijven bij te brengen. Dat lijkt ernvoudig, maar de kindertjes uit ..Quinta Normal" ijn anders dan die uit de Stokstraat of wijk C. Het is al leen de bedoeling, dat ze ook een beetje gelukkig zijn en daarom begrijp ik nu weer waarom een mens broeder of zus ter zou worden. Dan pater Del Corro. Dat is een man voor wie ik een miljoen zou wil len inzamelen en ik hoop, dat ik dat duidelijk kan maken. Er zijn. geloof ik, in Chili drie groepen sociale wer kers, die zich de grauwe werkelijkheid der callampas aantrekken. Op de eerste plaats zijn dat degenen, die ik kan samenvatten onder de naam van de internationale „Caritas" Zij zijn de uitdelers van blikjes melk, kleren en vitaminentabletten. Ik wens mij daar over niet smalend uit te laten, maar wij hebben al te lang gedacht dat wij met een boterham honger konden stil len. Een boterham is echter niet ge noeg. Net zo min als een blikje melk en als er na het eerste geen tweede kan komen, kan men ook het eerste beter houden, want wie heel lang van afval geleefd heeft, kan van melk le lijk ziek worden. Wat ik hier mee zeg gen wil? Dat men met giften in na- tura geen blijvende nood kan bestrij den. Zulke giften behoren begelei dingsverschijnselen van andere zinvol lere hulp te zijn. Dan zijn er als tweede categorie de maatschappelijke werkers, die de cal lampa intrekken en daar het apostolaat van de aanwezigheid beoefenen. Ik heb daarvoor grote bewondering, maar het wijzigt de situatie niet fundamenteel en het bergt het gevaar in zich, dat degene die kwam om te heipen stikt in de uit zichtloosheid van zijn taak. De derde groep vormt pater Del Cor- Advertentie) MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVERZEKERING EN LIJFRENTE Herengracht 500 Amsterdam Telefoon 37171-35095 ro. Hij is zakenman en hij heeft zich al gevraagd waar door alle rottende uitei lijkheden heen het diepste kwaad van d- callampas ligt. Dat kwaad heeft aan gepakt. De callampabewoner is ontwoi teld. Hij is een ongeschoolde boerenai beider, hij heeft het platteland verlaten hij heeft in de stad geen of los werl en wil men hem en zijn gezin verhef fen, dan zal men hem werk en daardoor koopkracht moeten geven. Maar hoe geeft een pater werk? Hij heeft geen bedrijf en voor anderen bedelen om werk is een uitzichtloze bezigheid. Toch is hij geslaagd. Hij heeft de callampas geobserveerd en gezien hoe de moeders - door de nood gedrongen - centrales ge vormd hebben om of het bedelen of he stelen gezamenlijk te regelen. Die cen trales hebben macht, want men moe: iedereen afraden om zo maar in San tiago op een gunstige plek als bedelaar op te treden. Als hij na de eerste waar schuwing niet wijkt, zal hij het waar schijnlijk niet overleven. Die centrales heeft pater Dei Corro aangepakt. Hij heeft gezegd: „Luister, ik leen jullie een naaimachine, ik leen wat goed, ik stuur iemand die je naaien leert, begin samen in coöperatief verband een tex- tielindustrietje en hou op met bedelen." Die opzet is geslaagd. Uit dit simpele plan waarin toch allerlei waardevol le elementen als zelfwerkzaamheid, ge zamenlijke verantwoordelijkheid, bezits vorming, verborgen zitten is een hele industrie geboren. In tal van callampa's werken kleine coöperatieve fabriekjes. Er wordt niet gegeven. Er wordt ge leend. Het aanloopkapitaaltje moet wor. den terugbetaald en zo ontstaan er in een wereld van haveloos ontwortelden werkelijke eigendommen. Ik wi! er niet te lang over uitweiden, maar het i« groots. Als men uren door de hel van een callampa gedwaald heeft en einde lijk een plek ontdekt, waar het maat schappelijke leven herbegint. Dat loet pater Del Corro zonder een cent begonnen met de actie „Techo," (dak), waarvoor nu zelfs de regering subsidie geeft. En laat mij eer- fyk zijn, zij wordt organisatorisch in in stand gehouden door jongens en meis- jes die wel zijn ontwaakt en een rustig leven nebben prijsgegeven om voor „Techo" werkelijk dag en nacht te wer ken. Nog twee voorbeelden. Ik heb in een bepaalde poblatie een jonge vrouw aan getroffen. Zij en haar man hebben de leiding yan ae coöperatie o*- zich geno men. Zjj hebben hun eigen milieu ver laten en zich metterwoon in de callam pa gevestigd. „Als je werkelijk wat doen wilt, moet je er zijn," zei ze. „altijd." En van voorbeeld twee versieren en kele foto's deze pagina. Ze zijn genomen op de morgen na de nacht, waarin een paar honderd daklozen onder leiding van pater Del Corro een stuk grond hebben gestolen om daar een nieuwe callampa te vestigen. De foto's ge loof ik spreken duidelijke taai. Vraag: hoe ver moet een mens zijn om bij het betrekken van dergelijke schurftige krotten zijn callar.oa „La Victoria" te noemen? ALBERT WELLING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1961 | | pagina 13