Verontrusting door priestergebrek, religieuze onwetendheid, spiritisme en onvoldoende bescherming tegen de invloed van het communisme Kunt U „De Bazuin niet verbieden? ZATERDAG 3 FEBRUARI 1962 PAGINA 9 DE KERK IN HET „WERELDDEEL", DAT BRAZILIË HEET „Les conditions sodales vont véritablement infra-humaines". AMSTERDAM, febr. De Kerk van Brazilië is de grootste ter wereld. Ze °mvat een episcopaat van 188 bisschop- P®n (november '61). Ze telt een derde Van alle katholieken en binnen twintig Jaar de helft. Deze cijfers bewijzen, dat ®razilië Italië, Frankrijk en Spanje Ve*"re heeft overvleugeld, dat in de We reldkerk het zwaartepunt verschuift van ■Europa naar Zuid-Amerika en dat in de toekomst voor een beoordeling van de concrete betekenis dier Kerk de aan dacht op het „land van het H. Kruis" *al moeten worden gericht. Met heel atjjns Amerika beleeft Brazilië name- 'la een bevolkingsaanwas, die demo grafen een „explosie" noemen. Hoge 'udersterften, slechte sociale en i- &K:nisehe omstandigheden, analfabetis me on onvoldoende onderwijs blijken at niet te stuiten. Het zet door in een mPo. dat nog voortdurend de progno- As overtreft en wie zich een inzicht wil erschaffen in de Russische belangstel- voor Cuba of het Noord-Ameri- aanse hulpprogramma van Punta del v A mag deze feiten niet uit het oog uezen. Een continent ontwaakt en -..vrijwel onbekende mogelijkheden 'laen zo groot, dat een belangrijke rschuiving op het wereldtoneel niet Ukbeeldig is. ih&j die verschuiving zal Brazilië do- recu.ren' ^et noemt zich niet ten on- dan een „werelddeel". Het is meer W0® maal Nederland en als men keren tot het kerkelijke leven terug te enko het immense Braziliaanse het °opaat vanuit die hoek bekijkt, kan toeiZS? opi§ nog onbeperkt in omvang omen. Waarschijnlijk lijkt dat niet. We ZRr=";,?onder twijfel nog vele nieu- maar rfZll'aanse bisschoppen komen, king mof ATN geografische vergelij- Voor S, 1e'leriand gaat niet op. Daar- heeld r L et. land een te heterogeen teliikó Ln eindeloos uitgestrekte wes- Diet mfAnooId-westel«ke deel b.v., dat ®razi1ia= n 62 Pct- van het totale slechte Lnse grondgebied omvat, woont dichtheia iPci' van de bevolking. De bewonpr gedraagt er niet meer dan 0.7 dan ook h6r 2 en ik herinner mij |ed, die,"""" verlat .■pcesanen. uan nnt v, co ik uerinner bied aio Tf ten, bisschop uit dat ge- 2Ün 'veriatm a T kwarn vragen voor diocesan doodarme en schaarse Bestuurd met ege handen werd -"eg- Lpgaan 7iT°,1Se'8l!eUr' °mdat wij niet Kerk maar 1"®t .het lot van u en Uw ar omdat wjj in de noodsi tuatie, waarin wij verkeren, onze aan dacht moeten richten op die gebieden waar meer dan 65 pet van alle Brazi lianen woont het noord-oosten en de grote steden en waar naar alle waarschijnlijkheid over de toekomst en het lot van Brazilië beslist wordt. Daar op alleen moeten wij alle beschikbare krachten en hulpmiddelen concentreren en die eis is zo strikt, dat meedogen ons niet mag verblinden. Bij zoveel el lende en zo beperkte middelen mogen wij alleen daar helpen, waar hulp een oplossing kan betekenen." En daarmee zitten wij dan midden in de wurgende problematiek van de Kerk in Brazilië. Dr. Tiago G. Cloin CssR schreef daarover in „Sociaal Kompas": „Als er niet tijdig preventieve maatre gelen worden genomen, zal de Kerk van Brazilië grote, misschien onher stelbare verliezen lijden en zal Brazilië zelfs voor het grootste deel voor het Katholicisme verloren gaan." En prof. Manuel Diegues Junior, de technische adviseur van het Braziliaanse episco paat, zei mij letterlijk: „Wij hebben drastische geneesmiddelen nodig". En toen ik hem vroeg of hij daarmee ook de mening van het episcopaat zelf ver tolkte, zei hij en men moet het heb ben gehoord om te weten hoe subtiel een kloof kan worden aangeduid: „Ik ben radicaler. De bisschoppen zijn meer beheerst". En wat zijn dan die klemmende pro blemen, die de Kerk van Brazilië de adem benemen? Op de eerste plaats het priestertekort. De omvang daarvan slaat alles wat men er ooit van mag hebben vermoed. In de gehele katholie ke wereld buiten Brazilië komt ab soluut gerekend ongeveer 1 priester voor op rond 1200 katholieken. Daarbij is er geen enkele vergeten en dat is dus al een situatie, die aanmerkelijk ongun stiger is dan die waarover wij in Ne derland klagen. Neemt men dat alge mene beeld echter als uitgangspunt, dan heeft Brazilië een tekort dat vier maal zo groot is als het huidige be schikbare aantal, ongeveer 9.000. Een tekort dus in de orde van 36.000 pries ters. Dat is echter nog maar theorie. Men moet ook nog rekening houden met het feit, dat 20 pct. van de Braziliaanse clergé ouder is dan 50 jaar, dat in Bra zilië die theoretische groep van rond 1200 katholieken moet worden gezocht in een gebied van meer dan 950 km2, dat verkeersmiddelen ontbreken, dat men woeste, verlaten en bergachtige gebieden moet doorkruisen en als men ook al deze factoren in aanmerking neemt, dan moet men voor het werke lijke tekort het getal van 36000 met 2, zo met met 3 vermenigvuldigen. Er zjjn echter nog meer ongunstige factoren. De groei van het aantal studenten, dat de grootseminaries bezoekt, houdt geen gelijke tred met de groei van de bevol king, en bovendien zijn er van het klei ne legertje priesters, dat tenslotte voor de praktische zielzorg beschikbaar zou zijn, nog velen, die hun aandacht uit sluitend op het onderwijs richten. De Nederlandse pater Tiago Cloin, die secretaris-generaal is van alle in Brazilië samenwerkende orden en con gregaties, vraagt zich in het eerder ge noemde artikel dan ook af „waarom de Braziliaanse kerkelijke autoriteiten geen beroep doen op andere congregaties, zo dat de priester-religieuzen kunnen wor den vrijgemaakt om zich geheel aan hun zielzorgelijke taak te kunnen wij den." En ik mag misschien in dit verband herinneren aan het interview met kaï dinaal AÜrink, dat enige tijd geleden stond afgednikt in „Informations Ca- tholiques Internationales". Daarin richt te de kardinaal dezelfde vraag, nu rechtstreeks tot de Nederlandse broe ders en zusters. Waarom in het Frans, heb ik toen gedacht, en in een blad, dat bij ons alleen in vakkringen gelezen wordt? Gelukkig is er sprake van een zekere ontwikkeling. Enkele religieuzen, ver spreid over een aantal landen van West-Europa hebben samen een stich ting „Pro Mundi Vita" in het leven ge roepen (Nederlands contactadres Fran ciscanerklooster Wychen) en het lijkt geen loos optimisme, dat dank zij haar activiteiten de komende jaren steeds meer congregaties de weg naar Brazilië zullen vinden. De zusters van Heythuy- sen geven op dit terrein al jarenlang een prachtig voorbeeld. De diepste problemen rond het pries tertekort zijn hiermede echter noch ge steld, noch beantwoord. Toch wil ik ze niet ontwijken. Ze houden immers ver band mét enkele fundamentele trekken van de Braziliaanse samenleving en het eerste is dus analfabetisme. Ik heb al leen maar een betrouwbaar cijfer uit 1940, maar ook dat spreekt boekdelen. Van de gehele Braziliaanse mannelijke jeugd tussen 10 en 19 jaar was meer dan 57 procent analfabeet. Dat cijfer wijst terug op de enorme geestelijke en materiële nood, vooral op het platte land, waar nog altijd 60 pct. van alle Brazilianen woont. Het heeft geen zin te ontkennen, dat de pogingen om daar in verbetering te brengen te wensen overlaten, al mag men nimmei verge ten, dat de diepste grond van deze el lende gezocht moet worden in het Poi tugese regime, dat tot 1822 onderwij aan Brazilianen verbood! Volledig. De tweede oorzaak lijkt mij, zo mo gelijk, nog schrijnender. Brazilië kent geen rassendiscriminatie. Alle kleuren leven er ik heb dat zelf kunnen con stateren bijkans broederlijk bijeen. Toch bestaat het feit, dat men bij de clerus zelden een kleurling tegenkomt. Dat mag voor een goed deel te wijten zijn aan hun eigen minderwaardigheids gevoelens (de slavernij werd pas in 1888 afgeschaft), het is ook waar dat zjj door de heersende kerkelijke politiek slechts bij hoge uitzondering tot een se minarie worden toegelaten. Daarmee is 36 pct. van het potentieel, waaruit priesters kunnen voortkomen, vrijwel volledig afgesloten. De derde oorzaak heeft betrekking op de steden. Het openbare leven is sterk sensueel en erotisch gekleurd. Ik heb b.v. om mij tot één geval te be perken nog nooit in boekenstalletjes zoveel rommel aangetroffen als bij die aan het begin van Rio de Janeiro's on overtroffen Rio Branco. Het zijn in op zet typische stalletjes voor universi teitsstudenten. Ze bevatten echter niet anders dan veel communistische litera tuur, veel boeken over spiritisme en al lerlei uitzonderlijke geesteswetenschap pen en tenslotte een verza- eling por nografie, waarvan ik het bestaan niet vermoed had. De laatste oorzaak tenslotte ligt in het gedrag van de priesters zelf. De beroemde abbé Houtart uit Brussel schrijft daarover zeer omzichtig: ,,Le type de vie sacerdotale qui est mené par les prêtres dans la plupart des villes de l'Amérique latin, étant un type de vie sacerdote plutót administra- tif, n'est pas particulièrement attra- yant pour des jeunes." Ik moet dat on derschrijven. Ik herinner mij een ge sprek met een priester, aan wie ik vroeg mij te begeleiden in de favelas, de krotwijken tegen de bergen. Hij had geen zin. „Ik kom er vrijwel nooit," zei hij, „het is zo ondankbaar". Toen ik daarop duidelijk mijn verwondering liet blijken, zei hij: „Ik heb ook eigenlijk geen tijd. Wij hebben hier een mode parochie. Ieder die maar even iets be tekent, wil hier trouwen. Dat geeft een enorme administratie." En nu ik deze opmerking heb ge maakt, moet mij nog een tweede van het hart. Ik mag geloof ik stel len, dat ik in respect ten opzichte van missionarissen voor niemand onderdoe. Dat verhindert mij echter niet de ogen open te houden. ..Daarbij is het mij op gevallen, dat velen onder hen toch maar matig op hun taak zijn voorbe reid. Werkelijke kennis van land en volk ontbreekt: verhalen die gedaan worden, zakken bij de tweede vraag in een en ik ontwaar een onmiskenbare nehoefte de allerbesten niet te na ge sproken om zo snel mogelijk een be staan op te bouwen, dat overeenkomst vertoont met dat van een pastoor in een rustig dorp, alleen vrijer. Zulke fi guren in een gistende samenleving vor men een tegenspraak in zichzelf. Hun kennis van de ontwikkeling in het den ken, ook binnen de katholieke kerk, grenst soms aan het ongelooflijke. Nog een voorbeeld. In een grote Braziliaan se stad ontmoette ik een overste van een vrij fors convent. Zijn eerste woor den waren: „Ha, eindelijk een katho lieke Nederlandse journalist. Kunt u er niet voor zorgen, dat „De Bazuin" in Nederland vèrboden wordt? Dat moet ophouden." Ik geloof dat een dergelijke instelling weinig geëigend is om jonge Brazilia nen enthousiasme voor het priesterschap bij te brengen. En toch bestaat zjj. Toch heeft de hele denkende samenle ving van Brazilië het volgende onwaar dige schouwspel moeten gadeslaan. In de staat Sao Paolo heeft de verstandige en gematigde gouverneur Pinto na ruggespraak met de hoogste kerkelijke autoriteiten een agrarische hervor ming ingevoerd, die uitermate soepel is. Toch verschijnt naar aanleiding daarvan een boek: „Landbouwhervor ming, een kwestie van geweten", mede geschreven door de aartsbisschop van Diamantina en de bisschop van Cam pos. Een boek, waarin ook deze hervor ming wordt afgewezen en waarin de „status quo" een gewetensnoodzakelijk heid genoemd wordt. Het waarschijnlijk naïeve, Romeinse persbureau Fides" verspreidt daarover zelfs een bijna jui chend bericht. Heel Brazilië in rep en roer. Zo erg, dat kardinaal Motta ten slotte op 27 november j.l. namens alle kardinalen, aartsbisschoppen en bis schoppen van Brazilië een communiqué heeft moeten uitgeven, waarin beide bisschoppen openlijk worden gedesavou eerd. Als zo in het openbaar wordt omge sprongen met een zaak die voor Bra zilië en vele andere Latijns-Amerikaan se landen letterlijk een kwestie is van Sterk devotioneel geloofsleven. leven of dood, dan moet men er zich niet over verwonderen, dat de kerk haar aantrekkingskracht verliest, dat spiritisme (zie mijn artikel van 23 de cember j.l.) en protestantisme hand over hand toenemen en dat de kreet dat de kerk corrumpeert met het kapi talisme moeilijk kan worden gesmoord. Ik sprak over deze dingen ook met de in zijn land beroemde socioloog prof. Fernando Bastos de Avila S.J. Hij zei wat ik in een vorig artikel al eens heb aangeduid. „Als u iets van de huidige ontwikkeling in Brazilië wilt begrijpen, moet u een ding niet vergeten. Wij le ven op het moment, waarop dit conti nent ontwaakt. De immense trek van het platteland naar de stad en zelfs de vorming van die afschuwelijke krotwij ken onverschillig of ze Callampa's, Cerro's, Quebradas of Favela's heten bewijzen alleen, dat het begrip begint door te breken dat men niet gelaten de slagen van het leven behoeft af te wachten, doch dat men het initiatief in eigen hand kan nemen. Het resultaat daarvan moge nu misschien een nog grotere ellende schijnen, de ontwikkeling is onmiskenbaar en het is mede de taak van de kerk om daarop haar stempel te drukken." En daarmee nader ik tot mijn laat ste hoofdstuk: de onvoorstelbare ellen de van het merendeel der plattelands bevolking, de daarmee gepaard gaande onwetendheid en de vlucht naar de stad, waar hun toestand nog schrijnen der lijkt, aangezien hi' zich voltrekt in de schaduw van paleizen. Nu weet ik ondertussen, dat sommigen mijn nor male bewogenheid hebben verdraaid tot „gooddoishness" of de behoefte aan een „sobstory" van een infame journalist. Wel, dan zal ik getuigen a_nhalen Abbé Houtart: ,11 est certain que les conditions sociales de ces quartiers ur- bains sont véritablement infra-hu maines". Dr. Tiago Cloin: ,De meerderheid van de Braziliaanse plattelandsbewoners (64 pct. van het totaal) leeft onder uit zonderlijk alarmerende omstandigheden, waar het de medische zorg, de sociale bijstand, het onderwijs en de zielzorg betreft". En over de favela's: „In plaats van steeds beter te worden, ver ergert de situatie van dag tot dag." Ik heb nog een derde bron. In een meer dan twee uur durend interview heb ik gesproken met de secretaris (en dat betekent in dit verband ook motor) van de Braziliaanse bisschops conferentie, Dom Helder Camara. Eerst nog een anecdote. Toen ik zjjn naam opschreef, vroeg ik hoe hjj toch aan zo'n merkwaardige, Nederlands aandoende, voornaam kwam. Helder. Wel, zei hij, toen ik geboren moest worden, 'ïad mijn vader juist een Por tugees-Nederlands woordenboek in zjjn bezit. Hjj vond helder een mooi woord. Den Helder, en klaar, duideljjk. Daar- „De situatie verergert van dag tot dag", want dit b.v. zijn drie onderscheidene arbeiderswoningen. om heet ik Helder en sinds ik Helde, heet, wordt die naam in mijn diocees ineer vergeven. Maar nu terzake. Dom Helder is een bewogen man. Klein van stuk. Met handen als fladderende vleer muizen. Hjj heeft in de loop van het interview voor mij gedanst, mjj met beide handen op de schouders gesla gen, mjj meerdere malen omhelsd en toen wjj uit elkaar gingen, heb ik zo hartelijk aan de traditionele omar ming moeten meedoen, dat ik vrees dat ik iets heb beschadigd. Maar goed, hij is de man, die u. het Eucharis tisch congres gezworen heeft dat hjj een kruistocht zou beginnen tegen de favela's, die als zweren kies en aan het ljjf van Rio. Een miljoen mensen. Een miljoen mensen onder omstandig heden waarvan misschien de enkele foto's, die dit artikel begeleiden, een idee geven. Niet meer dan een idee overigens, want foto's stinken niet en een on-Nederiandse zon verhult door te vergulden. Dom Helder had en heeft echter geen geld. Daarom heeft hij van zjjn paleis („dat mag U niet meer zeg gen") het huis der armen gemaakt. Hjj heeft er zijn bank van de voor zienigheid gesticht (waarop ik later terugkom) en is op pad gegaan. Hjj heeft bezoeken afgelegd bij grond eigenaars. Kjjk, heeft hjj gezegd, die berghelling daar midden in de stad is van u. Ik weet dat. U weet echter ook, dat zich daaraan een favela heeft gehecht en dat er in heel Brazilië geen macht is, die haar kan verwijde ren. Ik doe u een voorstel. U koopt van mij de helft van uw eigen grond. U betaalt daarvoor een fikse prjjs. Van dat geld bouw ik op de andere helft flats. Daar stop ik de mensen in van de helft die u heeft teruggekocht. Zjj krjjgen daardoor een huis, u krijgt de helft van uw bezit terug en als u weigert, bent u alles kwijt. Voor deze redenering vraag ik uw aandacht. Als in het openbaar een bisschop zo durft optreden, als hjj zo bijkans schaamte) de eigendom ver wisselt, moet men dan niet geloven dat er sprake is van een situatie waarin het doel inderdaad de midde len schijnt te heiligen. Die situatie doet zich in Brazilië voor en het was met oog daarop, dat prof. Manuel Diegues Jiinior sprak van „dras tische geneesmiddelen". Hjj doelde doelde daarbij letterlijk op een radicale landhervorming, waarbij „het privébe- zit ten voordele van het algemeen be lang moet worden aangetast". Tege lijkertijd zo udoor vorm..,g van coöpe raties een agrarische middenstand moe ten worden gekweekt, het onderwijs moet worden hervormd van de min derheid der kinderen die op school komt, voltooit 44 pct. het lager onderwjjs, 6 pct. brengt het tot middelbaar onder wijs, 1 pct. tot de universiteit en al gemene maatregelen zouden moeten wor den getroffen, opdat de steeds voort schrijdende inflatie tot staan wordt ge bracht Welnu, in de reportage over mjjn interview met president Goulart heb ik al duideljjk laten uitkomen, hoe de regering deze landhervorming wegwuift. En nu doet zich het af schuwelijke geval voor, dat de kerk die om op zich begrijpelijke rede nen op vriendschappelijke voet met de regering wil blijven met haar en haar beleid wordt vereenzelvigd. Haar verspreide pogingen, met name in het geteisterde Noordoosten, doen daaraan niets af. Zjj is niet de open lijke, voortdurende pleitbezorgster van de rechten der minst bedeelden. Het in het oog lopend succes van de „Li- gas Camponesas" van de felle schrij ver en volksmenner Francesco Juliao is daarvoor het beste bewijs. De groeiende arbeidersmassa van Brazilië staat daardoor voor een ver schrikkelijk dilemma. Ze is in hoofd zaak katholiek. Haar kennis en haar godsdienstige vorming zjjn echter ni hil. En met zo weinig wapens en zo weinig achtergrond moet zjj zich verweren tegen een lokkend commu nisme, dat zonder moeite de schjjn van „alleenzaligmakend" kan ophou den. Dat het officieel is verboden be tekent daarbij geen nadeel Integen deel! Van een doeltreffende, voortge zette, planmatige actie die door en vanuit het katholicisme gedragen wordt, bljjkt immers niets en pater Cloin heeft dan ook gelijk als hjj schrijft: „De kerk biedt nog niet vol doende tegenstand aan allerlei com munistische invloeden, die zich meer en meer ontwikkelen en dat vooral omdat de katholieken daaronder ook de priesters en him preken te verstaan nog steeds niet met vol doende moed de sociale doctrine van de kerk durven te onderschrijven." Dat is de situatie van de kerk in Bra zilië, anno 1962. In die kerk leeft een derde van de katholieken van de hele wereld. Straks leeft er de helft. Moet men haar zending blijven bedekken met een oud clericaal grapje? „De kerk van Brazilië", zo heet het daarbij, „is rijk aan genade. Ze heeft niet zeven, ze heeft acht sacramenten. Dat achtste heet: „onwetendheid". ALBERT WELLING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9