Nederland dag Ti e Zesendertig jarige minister van justitie is van meer politicus dan jurist m. KABOUTERMUZIEK is niets voor grote mensen M Ridderorde van het Gulden Vlies rm M Beesten hebben het niet koud %mÊË mm Nieuwe kerk Hengelo zonder bouwpastoor ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962 PAGINA 15 T°en John F. Kennedy, ruim een maand voor zijn inaugu ratie, bekend maakte, dat zijn jongere broer minister Van Justitie zou worden, veroor zaakte die mededeling heel wat deining in Amerika. De New York Times trok de wijsheid van dit Besluit in twijfel. Van verschei dene kanten kreeg de president- elect het verwijt te horen, dat hij Jbinstens de schijn van nepotisme had gewekt. Een van zijn beste grienden maakte hem er op attent, dat er in de hele geschiedenis van Amerika geen precedent bestond ?o°r de benoeming van een broer 1,1 het kabinet. Het laconieke ant woord van John was: „Dan zal ik dat precedent scheppen". Overi- pns heeft het de president-elect bdertijd heel wat moeite gekost Un broer tot de aanvaarding van det hoge ambt te bewegen. Eerst vja herhaaldelijk aandringen gaf °bert Kennedy zich gewonnen. ROBERT KENNEDY, DE BROER VAN DE PRESIDENT fyï Gp 16 december 1960 maakte John F. Kennedy bekend dat zyn broer Robert minister van Justitie zou worden in het kabinet dat op 20 januari 1961 in functie trad. De Amerikaanse president-elect legde zijn verklaring af voor zijn toen malige woning in Washington. leving van de uitspraken van het Opperste Gerechtshof met betrekking tot deze kwestie. Het vraagstuk van de trustvorming kent Robert Kennedy uit de tijd dat hij adviseur was van een senaatscom missie die zich onder meer met deze zaken bezig hield. De minister heeft bijvoorbeeld reeds krachtige maatrege len genomen tegen de maatschappij General Electric. In Wall Street, de financiële wjjk van New York, heeft Robert de bijnaam ,,Raoul" gekregen, naar de beruchte broer van de macht hebber op Cuba, Fidel Castro. De jonge Amerikaanse minister van Justi tie is in de ogen van sommige groot industriëlen een gevreesd man. Sinds begin februari maakt Robert Kennedy een wereldreis. Hij heeft bezoeken gebracht aan Japan Formosa, Hongkong, Indonesië, Thailand, Italië, Berlijn en de Bonds republiek. Morgen arriveert hij in Nederland, voor een bezoek aan de koningin en voor besprekingen met onze minister-president en met minis ter Luns. Maandag keert hij, via Parijs, naar Washington terug. Een uitnodiging van de Russische regering om naar Moskou te komen heeft hij, in overleg met de president, afgesla gen. Washington wil het contact met de Sovjet-Unie voorlopig voora' i han den laten van de Amerikaanse am bassadeur in Moskou, Thompson, die nog steeds met politieke terreinverken ningen bezig is, die zouden kunnen leiden tot een conferentie van de minister van buitenlandse Zaken van de Grote Viei. In de hoofdsteden die Robert Ken nedy tot nog toe bezocht heeft, werd hij ontvangen als de voornaamste vertrouwensman van de Amerikaan se president. Aan een bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken, Dean Rusk, zou men niet zoveel waarde hebben gehecht als nu aan de komst van John Kennedy's broerDe gastheren van Robert heb ben zich uiteraard nauwelijks ge ïnteresseerd voor diens officiële functie als hoofd van het Amerikaan se departement van Justitie. In ver scheidene lande ,verd hij, in de pers, beschreven als een soort „suptr-Secretary of State", maar Robert heeft niet de ambitie Rusk van diens plaats te verdringen, en de president wenst hem op Justitie te houden. Men kan zich overigens afvragen of de positie van Rusk niet een beetje onduidelijk gaat worden, als Robert Kennedy wereldreizen maakt, die re miniscenties wekken aan de diploma tieke omzwervingen van Eisenhowers minister van Buitenlandse Zaken, wij len John Foster Dulles. H. BRONKHORST V«* feit dat Robert een broer was ïiiil president vormde overigens enige oorzaak van de scherpe V0"lek op de benoeming. Vele critici Was ook dat Robert veel te jong voor een zo belangrijke post in a-legering. Op het moment van zijn otelling was hij nog maar net 35 3ai President Madison in 1814 de Gen ge Richard Rush tot Attorney- «fal» benoemde, was deze post ten j meer aan een zo jeugdig persoon Punt gevallen.) Robert heeft op dit hi,- bovendien zijn uiterlijk tegen. ®h v-et er n°g jonger uit, dan hij is, een doet allerminst pogingen zich Be' 2(jker waardig voorkomen te geven. nafPekers van het Amerikaanse de- bi >Tment van Justitie, die de minister Zii^emdsmouwen, en met de benen op aaI btahoniehouten schrijftafel, hebben troffen, vroegen zich soms met VenaSPtering af, hoe zo'n knaap zo'n len twoordelijke functie kon vervul- bea b derde bezwaar dat tegen de feetTf'bg van Robert gemaakt werd, 6rvaT diens gebrek aan juridische vatl 'hg. De Amerikaanse minister pr<w,hstitie is tegelijk ook een soort '■AttPfaur-Generaal. (Het ambt van ?®hs .?ey-General" bestond reeds tij fa's pbe regeringsperiode van Ameri- -pprste president, George Washing- SePart rst in 1870 kreeg Amerika een r°cui- btent van Justitie, waarvan de Wei-(j eUi'-Generaal toen het hoofd hedy'; üe moeilijkheid met Robert Ken- geda- s> dat hij nooit ervaring heeft op- bij i» als advocaat. Onmiddellijk nadat aap zijn rechtenstudie voltooide Versitpj.lbridische faculteit van de Uni- bbnistr Yan Virginia kreeg hij een ad- Van jfabeve functie op het ministerie •"bridisnv, 1 en later diende hij als adviseur bij enkele senaats- i°catenv!es; D!n hv nooit op een ad- Robertkantoor heeft gewerkt, voelt fehtis m?nJ?edy niet als een groot de coinS,- 9etoogt dat zjrjn werk voor Sehaat bplssie?! van onderzoek van de §6geven T een grondig inzicht heeft daad eri j ae bestrijding van de mis- tJTzekerd v "ila' M llectt hij zich ■"Yron R «IP. de medewerking van advocat6 bi te, die een bloeiende 5®.Seven iY K in Denver heeft op- Jhinister T functie van onder- n°°rts heeft o T i*1? -e vervullen. £?st van aL- e/K Kennedy voor de biaard iui^fli Saaï. neraal een ver- yard, Arthfh??a hoogleraar uit Har- b^ekken. T)„ Yl^ .Ëox' aan weten te Persoonliik T!mster concentreert zich aspect van TT - I administratieve '1 taak. Hij beschouwt zich op de eerste plaats als de leider van zijn omvangrijke departement. Hoewel Robert Kennedy vorig jaar nog erg jong was, toen hij als minister in functie trad, kon hij toch reeds bogen op een indruk wekkende carrière. Bovendien genoot hij, al vóór de verkiezingscampagne van 1960, nationale bekendheid door herhaald optreden voor de televisie en door de publicatie van een boek over de misdaad in de wereld van de vak bonden. (Dit boek ,,The .nerny Within", dat bijvoorbeeld het optreden beschrijft van Beek en IToffa, de be ruchte leiders van de bond van trans portarbeiders, werd onmiddellijk na verschijning een best-seller.) Als bestrijder van de corruptie in de Amerikaanse vakbeweging heeft Robert Kennedy zich voortreffelijk geweerd. Hjg heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de organi satie van transportarbeiders (de Teamsters) uit het overkoepelende vakverbond de AFL-CIO werd ge stoten, terwijl Becks veroordeling tot vijftien jaar gevangenisstraf vooral gebaseerd was op het bezwarend materiaal dat door Kennedy werd aangevoerd. (Weliswaar is hij ook nog enige tijd werkzaam geweest voor de commissie van McCarthy, maar het optreden van deze senator stond hem al spoedig zó tegen, dat hij zijn ontslag nam). Van nature is deze Kennedy veel meer politicus dan jurist. In de poli tieke wereld voelt hij zich als een vis in het water. Tien jaar geleden toonde hij zijn grote politieke talent, toen hij een dominerende rol speelde in de verkiezingscampagne van zijn broer John, die, met succes, naar een senaatszetel dong. (De oudere Kenne dy moest het in de staat Massachusetts opnemen tegen de invloedrijke Repu blikein Cabot Lodge, die later Ameri kaans gedelegeerde bij de Verenigde Naties werd.) Maar Robert heeft zich, op het politieke slagveld, vooral onder scheiden tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen van 1960. Hij organiseerde toen de Democratische verkiezingsstrijd, en zijn efficiënt op treden wekte zelfs de bewondering van de Republikeinse kandidaat Richard Nixon. Toch kan men niet stellen, dat Robert minister Werd uit dank baarheid voor zijn aandeel in de overwinning van zijn broer. John Kennedy koos hem voor deze post als „the man I trust most", om de eigen woorden van de president te citeren. De president heeft een onbegrensd vertrouwen in zijn broer, en Je twee hebben maar heel weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. John heeft eens gezegd, dat zijn gedachten- wisseling met Robert als een soort osmose werkt. Zij weten vaak van elkaar wat zij denken, voordat zij hun ideeën hebben uitgesproken. Sinds Robert in het kabinet zetelt, is hij herhaaldelijk opgetreden op terreinen die weinig of niets met zijn functie van minister van Justitie hadden te maken. Hij werd door zijn broer om advies gevraagd, toen de president in augustus 1961 moest beslissen hoe Amerika op de Berlijn- se Muur moest reageren. Tevoren had Robert een belangrijke rol ge speeld bij het onderzoek naar de oorzaken van het Cubaanse fiasco. Hij woont ook vaak de bijeenkomsten bjj van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad, hoewel dat niet ge bruikelijk is voor een minister van Justitie Maar hoewel de president zeer grote waarde hecht aan Roberts raadgevin gen, volgt hij diens adviezen toch niet altijd op. In de zomer van het vorig jaar was Robert Kennedy van mening dat Amerika niet in moest gaan op een verzoek van de president van Ghana voor een lening ter financiering van een electriciteitscentrale aan de rivier de Volta. Volgens Robert zou Amerika geen geld moeten verspillen aan een zo linkse en anti-Amerikaanse staatsman als Nkrumah. Maar de pre sident besloot de lening toch te ver strekken. Robert Francis Kennedy, die door zijn vrienden Bob wordt ge noemd, is in Boston geboren op 20 november 1925. Hij is de derde zoon van de 73-jarige Joseph Patrick Kennedy, een groot zakenman die op het einde van de jaren dertig Ameri kaans ambassadeur in Londen was, waar hij veel opzien baarde door zijn voorspelling dat Engeland door de Nazi's verslagen zo" worden. (Over Joseph Sr. en diens briljante zonen vindt men vele bijzonderheden in „The Remarkable Kennedys'' door Joe McCarthy, een uitgave van Gollancz in Londen). Alvorens Robert aan de universiteit van Virginia zijn rechtenstudie voltooi de, studeerde hij (evenals de president aan de wereldvermaarde Harvard- universiteit. In 1950 trad hij in het huwelijk met Ether Skakel, die nu 32 jaar oud is. Het echtpaar heeft zeven kinderen. Het gezin woont in het plaats je McLean in de staat Virginia, op ongeveer vijftien kilometer van Wash ington. Robert Kennedy heeft bij zijn huis een tennisbaan en een zwembad, en zijn kinderen houden er een hele menagerie op na van honden .konijnen, ganzen, geiten en vier ponies. Als minister van Justitie heeft Kennedy vooral drie taken: de bestrijding van de misdaad, de opheffing van de rassenscheiding in het Zuiden van de V.S., en de strijd tegen de trust-vorming in het industri ële leven. Volgens Stan Opotowski in diens recente boek „The Kennedy Government" (Harrap. London) is Robert van mening, dat het departe ment van Justitie tot nog toe bij de vervolging van de gangsters lang niet actief genoeg is geweest. „We vechten tegen de hedendaagse Al Capone", zo verklaarde hij onlangs, „met de wa pens van vijfentwintig jaar geleden". Hij wil dit probleem nu krachtiger gaan aanpakken, onder meer door een betere coördinatie van de instanties die zich met de opsporing van bandie ten bezig houden. Voor de kwestie van de zogenaamde burgerrechten heeft Robert Kennedy een speciale onderminister, de 39-jari- ge Burke Marshall, die zich vooral beijvert voor de integratie van het onderwijs en het stemrecht van de negers. Het Departement van Justitie moet zorgen voor de uitvoering van de federale wetten inzake de gelijkstelling van de rassen, alsmede voor de na- Advertentie) m in 4 variaties: Rijstebloem Bordklaa Tarwebloem ries I~y r leefde eens in een ver land een kabouter, die geweldig mooi mu- J ziek kon maken. Zijn naam was Solletje Do. Er was geen feest bij de kabouters, geen bruiloft, geen ver jaardag en geen koningsfeest, of Solle tje Do was er bjj, om met zijn muziek de kabouters wat vrolijk te maken. De kabouterkoning benoemde Solletje Do tot hofconcertmeester en dat is, zoals je wel weten zult, een heel hoge betrek king. De kabouters, die naar hun werk gingen, zongen of floten de wijsjes, die Solletje Do bedacht had. Zijn muziek weru gespeeld door de kabouterradio De kabouterkindertjes leerden zijn lied jes op school. En de kabouter-orgelman had ze allemaal op zijn draai-orgel. Sol letje Do was dan erg beroemd, maar het gekke was, hij was niet tevreden. Sol letje Do zei. mijn muziek is zó mooi, dat de mensen die ook eens moesten horen. En op een goede dag vertrok hij uit ka- bouterland met zijn trompetje onder zijn arm, om zo bij de mensen muziek te gaan maken. Maar een kaboutermuziekje is maar heel klein en zacht. En al ging Solletje Do nu midden op de markt heel hard op zijn trompetje staan blazen, er was HENGELO, 20 febr. Aan het Olympiaplein op De Veldwijk, dicht bij het stadion, zal waarschijnlijk nog dit jaar worden begonnen met de bouw van een nieuwe katholieke kerk, de ze vende in deze gemeente. De aartsbisschop heeft de architecten ir. F. J. Wiegerinck en ir. H. J. van Balen uit Arnhem verzocht, plannen voor de bouw uit te werken en de be stektekeningen zo snel mogelijk klaar te maken opdat in de eerste helft van dit jaar of uiterlijk in september de bouw kan worden aanbesteed. In ver band met het tekort aan priesters kan er volgens een mededeling van het aartsbisdom voor elke urgente kerken bouw geen bouwpastoor worden be noemd, daarom zal de opdracht en lei ding voor deze kerk van het aartsbis dom uitgaan. Nederlandse dieseltrein (ongeveer de zelfde vorm en uitvoering als een elek trische trein, doch een dieseltrein heeft geen „beugels" om de elektrische span draden boven de rails te raken. 28 februari het het zeventig jaar ge leden dat de Duitse ingenieur Rudolf Diesel zijn eerste patent (handelsvergun ning) verkreeg op de naar hem genoem de Dieselmotor (verbrandingsmotor). Er zijn Dieselmotoren van verschillen de sterkte bijv. van 50 tot 10.000 P.K. De Dieselmotor is uitstekend geschikt voor treinen, schepen, auto's, landbouw- en graafwerktuigen. En natuurlijk hebben jullie wel eens van Dieseltreinen ge hoord. De wagon met de Diesel-elektri sche motor, de cylinder, schakelkasten enz. bevindt zich in het midden van de trein. Als je in de gelegenheid bent om treinen te zien, moet je er maar eens op letten. Vergis je echter niet, want de elektrische treinen hebben dezelfde vorm en uitvoering als de Dieseltreinen. maar je ziet natuurlijk bij de elektrische treinen de beugels, die de elektrische spandraden raken, welke boven de rails zijn gespannen. Een Dieseltrein heeft geen beugels (er zijn immers geen elek trische spandraden). Maar je hoort wel duidelijk de motor zoemen. geen mens die er wat van hoorde. Ze zagen hem niet eens. De mensen stap ten over hem heen of langs hem heen en een keer moest hfj hals over kop ma ken dat hij weg kwam, anders hadden ze hem warempel omver geschopt. Verdrietig stapte Solletje Do naar het park. waar het stil was en niet zo ge vaarlijk. Op een bankje zat een me neer met een mooi pak aan. Er zaten gouden knopen op dat pak. Hij had ook een pet op en die pet was versierd met gouden koordjes. Aha, zei Solletje Do, die meneer is van de muziek. Dat zie ik zó. En dat had Solietje Do goed geraden, want die meneer was de baas van de harmonie Hij heette Simon Slatemaat en hij zat even in het park naar de vo geltjes te luisteren, die, zoals hij zelf toe moest geven, mooier muziek konden maken, dan zijn muzikanten. Dit is de kans van mijn kabouterleven, zei Solletje Do. Hij klom met zijn trom- petji op de leuning van de bank en blies toen recht in het oor van meneer Simon Slatemaat, het allermooiste wijs je dat hij kende. Hé, wat is dat? riep Simon Slatemaat verrast. Wat een dek sels leuk wijsje. Hij keek opzij en zag de kabouter staan, die beleefd zei: mjjn naam is Solletje Do, meneer, zal ik het nog eens voor U spelen? Ja, dat wilde meneer Slatemaat wel. O en wat kreeg hij een pret ir dat leuke kaboutermuziekje! Hij sprong op, klom in een boom, maakte een lang- neus naar de eendjes in de vijver en liet zich toen weer naar beneden glijden. O. bent U daar weer? zei Solle tje Do. Wat doet U vreemd voor een grote meneer. Ik kon het ook niet hel pen, zei meneer Slatemaat. Het kwam opeens. Maar nu is het over. Zeg. wat ik vragen wou: mag ik dat muziekje van jou eens aan mijn muzikanten le ren? Dat mag U, zei Solletje Do. Het was juist mijn bedoeling. Ijverig begon Solletje Do weer op zijn trompetje te blazen. Maar meneer Sla temaat kon haast niet stil blijven zitten. Hij had zin om op zijn hoofd te gaan staan, steentjes in het water te gooien en meer van die dingen, die helemaal niet passen bij een grote meneer. Toen hij eindelijk het wijsje helemaal in zijn hoofd had, zei hij tegen Solletje Do: ik ga nu naar mijn muzikanten, want we hebben juist repetitie. We zullen heel hare. oefenen. Morgenmiddag moet je maar komen luisteren, want dan trek ken we door de stad. Dat vond Solletje Do prachtig en hij dacht: nog eventjes en mijn muziek komt ook door de men senradio. En misschien word ik nog wel benoemd tot hofconcertmeester bvj de mensenkoningin. Opgewekt ging Simon Slatemaat naar zijn muzikanten en speelde hun het wijs je, dat Solletje Do hem geleerd had, voor. Maar de muzikanten begonnen ook al zo eigenaardig te doen. Ze gin gen bokspringen en stoeien. Jullie moe ten luisteren riep Simon Slatemaat. Dat doen we ook meneer, zeiden de muzikanten. Maar we kunnen het niet helpen, dat we ondertussen een beetje dol willen doen. Gelukkig werd het be ter, toen ze na een poosje zelf ook moch ten gaan spelen. Meneer Slatemaat had de noten op een bord geschreven en om dat ze het allemaal zo'n geweldig leuk wijsje vonden, oefènden ze door tot laat ui de avond. aar owee, wat gebeurde er de vol gende dag, toen ze met het ka boutermuziekje door de straten trokken? De grote mensen de den opeens of ze allemaal kleine kwa jongens waren geworden. Zo gauw ze het wijsje van Solletje Do hoorden, lie ten ze hun werk in de steek en begon nen ze te hollen, te springen en te klim- men. Een grote meneer begon op een schutting poppetjes te tekenen met krijt. Een agent klauterde in een lantaarnpaal Een huismoeder liep touwtje te sprin gen met de waslijn. En een deftige me vrouw begon te hinkelen in het hinkel- park van haar buurmeisje. Wie doet er mee rovertje? riep de bakker. Ik wil achter de muziek aan, riep de vrouw van de burgemeester en arm in arm met een paar andere dames dansten e achter de muzikanten. Alle grote mensen waren net weer kleine kinderen geworden. En ze bedachten geen van allen, dat het eigenlijk een heel rare vertoning was. nat kwam door de ka- boutermuziek, begrijp je. Ze vonden het heel gewoon, dat ze weer speelden en sprongen en kattekwaad uithaalden. De enige, die het niet gewoon vond, was kabouter Solletje Do. Hij was op de schouder van meneer Slatemaat gekro pen en schreeuwde in zijn oor: hou op, hou op, kaboutermuziek is niets voor grote mensen. Maar meneer Slatemaat luisterde niet en de muzikanten speel den zo hard ze maar konden. Toen maakte Solletje Do dat hij weer op de grona kwam en met zijn trompetje on der de arm sloop hij naar kabouterland terug. Pas toen de muzikanten moe werden van het blazen, hielden ze op met mu- zie' van Solletje Do. De mensen keken elkaar verbaasd aan. Wat hebben we ons aangesteld! zeiden ze. Waarom zijn we niet thuis, of op ons werk? De agent schaamde zich, omdat hij boven in de lantaarnpaal zat. De vrouw van de bur gemeester schaamde zich nog veel har der. Wat is er toch met ons gebeurd? vroe gen ze allemaal. Ik denk dat het van de muziek gekomen is, zei Simon Slate maat verlegen. Het was eigenlijk ka boutermuziek en ik denk dat wij, grote mensen, daar niet tegen kunnen. Denk eraan, zei de commissaris van politie, die op straat gevoetbald had, streng: laat r nooit meer zoiets gebeu ren. Anders ga je met al je muzikan ten de gevangenis in. Dat beloofde Simon Slatemaat na tuurlijk graag. Het is dan ook nooit meer voorgekomen. Solletje Do werd weer hofconcertmeester van de kabouterkoning. Steeds vaker kwamen zijn wijsjes over de kabouter radio en steeds harder werden ze ge zongen of gefloten door kabouters, die naar hun werk gingen. Maar nooit meer ging hij met zijn trompetje naar men- senland. Daar zijn de grote mensen reuze blij om. Al zullen Jullie het misschien wel jammer vinden. LEA SMULDERS Ongetwijfeld was deze riddertitel, met als kenteken „een gouden snoer van vuurslagen en -stenen, met brandende vonken en een gulden vlies als hang- motief", de meest begeerde orde in vroe ger tijden. Inderdaad beantwoordde de orde aan de bedoelingen van Philips de Goede, toen hij deze in 1430 te Brugge instelde. De grote hertog van het Westen stichtte de Orde en stelde de eerste drie en twin tig ridders aan, naar aanleiding van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. Het Gulden Vlies was spoedig wereldbekend. De schat van het Gulden Vlies: schil derijen en portretten, juwelen, gewaden en archiefstukken zal binnenkort te zien zijn op een tentoonstelling van het Gulden Vlies in het museum te Brugge (België). Voor opneming in deze Orde moest men aan enkele bepalingen voldoen, o.a.: Trouw aan God en Kerk zowel als aan 't Vorstenhuis: bevordering van onderlinge Drie gebroeders Kennedy. Van rechts naar links: John (44) president van de Ver enigde Staten; Edward substituut-officier van justitie in Boston; en Robert (36), de Amerikaanse minister van Justitie, die hier een bril draagt. De Ridderorde van het Gulden Vlies. Philips de Goede (met de Gulden Vlies orde getooid). broederschap: handhaving van de rid dereer en dapperheid in de strijd. Het kenteken, dat duidelijk zichtbaar moest worden gedragen, bestond uit een gou den keten van 24 schakels, bezet met edelstenen, waaraan een klein gouden lammetje was bevestigd, of beter ge zegd, bedekt was met een gouden (gul den) vlies. Dit zinnebeeld was ontleend aan de Griekse godenleer en wel aan de tocht van de Argonauten. Voor het eerst traden de ridders van het Gulden Vlies op, zoals reeds gezegd, toen Philips van Bourgondië op de dag na zijn huwelijk zijn feestelijke intocht deed te Brugge. Een geweldige en prach tige stoet van overheidspersonen, rid ders, gildenleden, edelen en kooplieden ging het bruidspaar vooraf, terwijl in Philips' onmiddellijke nabijheid de rid- De beesten hebben jasjes aan, de beesten van Boer Ariaan, en wollen mutsen op hun kop met pluimen of een kwast er op. Ze staan in stal en hokken met warme wollen sokken. En 's avonds krijgen zij een kruik. Dat is nu eenmaal het gebruik. „Ach weet je" zegt de boer zijn vrouw, „zo hebben ze geen last van kou- Geen beest mag koude lijden in deze barre tijden." De kippen in het kippenhok gaan met een dekentje op stok. Alleen de haan wil er niet aan. De kippen roepen aangedaan: „O, wat een ouwe taaie! Hij loopt zich warm te kraaienV VERA WITTE. ders van het Gulden Vlies mee optrok ken, getooid met purperen mantels en natuurlijk met de ketens van het Gulden Vlies om. Zulke pracht en praal was echt mid deleeuws. Je moet ook bedenken dat de stad schitterend was versierd. Talrijke spelen werden toen gegeven, en heerlijk gebak en allerlei ander lekkers waren verkrijgbaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 15