Nederland
dag
Ti
e
Zesendertig jarige minister van
justitie is van
meer politicus dan jurist
m.
KABOUTERMUZIEK
is niets voor
grote mensen
M
Ridderorde van het Gulden Vlies
rm
M
Beesten hebben
het niet koud
%mÊË
mm
Nieuwe kerk Hengelo
zonder bouwpastoor
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962
PAGINA 15
T°en John F. Kennedy, ruim
een maand voor zijn inaugu
ratie, bekend maakte, dat
zijn jongere broer minister
Van Justitie zou worden, veroor
zaakte die mededeling heel wat
deining in Amerika. De New
York Times trok de wijsheid van
dit Besluit in twijfel. Van verschei
dene kanten kreeg de president-
elect het verwijt te horen, dat hij
Jbinstens de schijn van nepotisme
had gewekt. Een van zijn beste
grienden maakte hem er op attent,
dat er in de hele geschiedenis van
Amerika geen precedent bestond
?o°r de benoeming van een broer
1,1 het kabinet. Het laconieke ant
woord van John was: „Dan zal ik
dat precedent scheppen". Overi-
pns heeft het de president-elect
bdertijd heel wat moeite gekost
Un broer tot de aanvaarding van
det hoge ambt te bewegen. Eerst
vja herhaaldelijk aandringen gaf
°bert Kennedy zich gewonnen.
ROBERT KENNEDY, DE BROER
VAN DE PRESIDENT
fyï
Gp 16 december 1960 maakte John F. Kennedy bekend dat zyn broer Robert minister van Justitie zou worden in het
kabinet dat op 20 januari 1961 in functie trad. De Amerikaanse president-elect legde zijn verklaring af voor zijn toen
malige woning in Washington.
leving van de uitspraken van het
Opperste Gerechtshof met betrekking
tot deze kwestie.
Het vraagstuk van de trustvorming
kent Robert Kennedy uit de tijd dat
hij adviseur was van een senaatscom
missie die zich onder meer met deze
zaken bezig hield. De minister heeft
bijvoorbeeld reeds krachtige maatrege
len genomen tegen de maatschappij
General Electric. In Wall Street, de
financiële wjjk van New York, heeft
Robert de bijnaam ,,Raoul" gekregen,
naar de beruchte broer van de macht
hebber op Cuba, Fidel Castro. De
jonge Amerikaanse minister van Justi
tie is in de ogen van sommige groot
industriëlen een gevreesd man.
Sinds begin februari maakt Robert
Kennedy een wereldreis. Hij heeft
bezoeken gebracht aan Japan
Formosa, Hongkong, Indonesië,
Thailand, Italië, Berlijn en de Bonds
republiek. Morgen arriveert hij in
Nederland, voor een bezoek aan de
koningin en voor besprekingen met
onze minister-president en met minis
ter Luns. Maandag keert hij, via
Parijs, naar Washington terug. Een
uitnodiging van de Russische regering
om naar Moskou te komen heeft hij,
in overleg met de president, afgesla
gen. Washington wil het contact met
de Sovjet-Unie voorlopig voora' i han
den laten van de Amerikaanse am
bassadeur in Moskou, Thompson, die
nog steeds met politieke terreinverken
ningen bezig is, die zouden kunnen
leiden tot een conferentie van de
minister van buitenlandse Zaken van
de Grote Viei.
In de hoofdsteden die Robert Ken
nedy tot nog toe bezocht heeft, werd
hij ontvangen als de voornaamste
vertrouwensman van de Amerikaan
se president. Aan een bezoek van de
minister van Buitenlandse Zaken,
Dean Rusk, zou men niet zoveel
waarde hebben gehecht als nu aan
de komst van John Kennedy's
broerDe gastheren van Robert heb
ben zich uiteraard nauwelijks ge
ïnteresseerd voor diens officiële
functie als hoofd van het Amerikaan
se departement van Justitie. In ver
scheidene lande ,verd hij, in de
pers, beschreven als een soort
„suptr-Secretary of State", maar
Robert heeft niet de ambitie Rusk
van diens plaats te verdringen, en
de president wenst hem op Justitie
te houden.
Men kan zich overigens afvragen of
de positie van Rusk niet een beetje
onduidelijk gaat worden, als Robert
Kennedy wereldreizen maakt, die re
miniscenties wekken aan de diploma
tieke omzwervingen van Eisenhowers
minister van Buitenlandse Zaken, wij
len John Foster Dulles.
H. BRONKHORST
V«* feit dat Robert een broer was
ïiiil president vormde overigens
enige oorzaak van de scherpe
V0"lek op de benoeming. Vele critici
Was ook dat Robert veel te jong
voor een zo belangrijke post in
a-legering. Op het moment van zijn
otelling was hij nog maar net 35
3ai President Madison in 1814 de
Gen ge Richard Rush tot Attorney-
«fal» benoemde, was deze post
ten j meer aan een zo jeugdig persoon
Punt gevallen.) Robert heeft op dit
hi,- bovendien zijn uiterlijk tegen.
®h v-et er n°g jonger uit, dan hij is,
een doet allerminst pogingen zich
Be' 2(jker waardig voorkomen te geven.
nafPekers van het Amerikaanse de-
bi >Tment van Justitie, die de minister
Zii^emdsmouwen, en met de benen op
aaI btahoniehouten schrijftafel, hebben
troffen, vroegen zich soms met
VenaSPtering af, hoe zo'n knaap zo'n
len twoordelijke functie kon vervul-
bea b derde bezwaar dat tegen de
feetTf'bg van Robert gemaakt werd,
6rvaT diens gebrek aan juridische
vatl 'hg. De Amerikaanse minister
pr<w,hstitie is tegelijk ook een soort
'■AttPfaur-Generaal. (Het ambt van
?®hs .?ey-General" bestond reeds tij
fa's pbe regeringsperiode van Ameri-
-pprste president, George Washing-
SePart rst in 1870 kreeg Amerika een
r°cui- btent van Justitie, waarvan de
Wei-(j eUi'-Generaal toen het hoofd
hedy'; üe moeilijkheid met Robert Ken-
geda- s> dat hij nooit ervaring heeft op-
bij i» als advocaat. Onmiddellijk nadat
aap zijn rechtenstudie voltooide
Versitpj.lbridische faculteit van de Uni-
bbnistr Yan Virginia kreeg hij een ad-
Van jfabeve functie op het ministerie
•"bridisnv, 1 en later diende hij als
adviseur bij enkele senaats-
i°catenv!es; D!n hv nooit op een ad-
Robertkantoor heeft gewerkt, voelt
fehtis m?nJ?edy niet als een groot
de coinS,- 9etoogt dat zjrjn werk voor
Sehaat bplssie?! van onderzoek van de
§6geven T een grondig inzicht heeft
daad eri j ae bestrijding van de mis-
tJTzekerd v "ila' M llectt hij zich
■"Yron R «IP. de medewerking van
advocat6 bi te, die een bloeiende
5®.Seven iY K in Denver heeft op-
Jhinister T functie van onder-
n°°rts heeft o T i*1? -e vervullen.
£?st van aL- e/K Kennedy voor de
biaard iui^fli Saaï. neraal een ver-
yard, Arthfh??a hoogleraar uit Har-
b^ekken. T)„ Yl^ .Ëox' aan weten te
Persoonliik T!mster concentreert zich
aspect van TT - I administratieve
'1 taak. Hij beschouwt
zich op de eerste plaats als de leider
van zijn omvangrijke departement.
Hoewel Robert Kennedy vorig jaar
nog erg jong was, toen hij als
minister in functie trad, kon hij
toch reeds bogen op een indruk
wekkende carrière. Bovendien genoot
hij, al vóór de verkiezingscampagne
van 1960, nationale bekendheid door
herhaald optreden voor de televisie en
door de publicatie van een boek over
de misdaad in de wereld van de vak
bonden. (Dit boek ,,The .nerny
Within", dat bijvoorbeeld het optreden
beschrijft van Beek en IToffa, de be
ruchte leiders van de bond van trans
portarbeiders, werd onmiddellijk na
verschijning een best-seller.)
Als bestrijder van de corruptie in
de Amerikaanse vakbeweging heeft
Robert Kennedy zich voortreffelijk
geweerd. Hjg heeft er in belangrijke
mate toe bijgedragen dat de organi
satie van transportarbeiders (de
Teamsters) uit het overkoepelende
vakverbond de AFL-CIO werd ge
stoten, terwijl Becks veroordeling tot
vijftien jaar gevangenisstraf vooral
gebaseerd was op het bezwarend
materiaal dat door Kennedy werd
aangevoerd. (Weliswaar is hij ook
nog enige tijd werkzaam geweest
voor de commissie van McCarthy,
maar het optreden van deze senator
stond hem al spoedig zó tegen, dat
hij zijn ontslag nam).
Van nature is deze Kennedy veel
meer politicus dan jurist. In de poli
tieke wereld voelt hij zich als een vis
in het water. Tien jaar geleden toonde
hij zijn grote politieke talent, toen hij
een dominerende rol speelde in de
verkiezingscampagne van zijn broer
John, die, met succes, naar een
senaatszetel dong. (De oudere Kenne
dy moest het in de staat Massachusetts
opnemen tegen de invloedrijke Repu
blikein Cabot Lodge, die later Ameri
kaans gedelegeerde bij de Verenigde
Naties werd.) Maar Robert heeft zich,
op het politieke slagveld, vooral onder
scheiden tijdens de campagne voor de
presidentsverkiezingen van 1960. Hij
organiseerde toen de Democratische
verkiezingsstrijd, en zijn efficiënt op
treden wekte zelfs de bewondering van
de Republikeinse kandidaat Richard
Nixon.
Toch kan men niet stellen, dat
Robert minister Werd uit dank
baarheid voor zijn aandeel in de
overwinning van zijn broer. John
Kennedy koos hem voor deze post als
„the man I trust most", om de eigen
woorden van de president te citeren.
De president heeft een onbegrensd
vertrouwen in zijn broer, en Je twee
hebben maar heel weinig woorden
nodig om elkaar te begrijpen. John
heeft eens gezegd, dat zijn gedachten-
wisseling met Robert als een soort
osmose werkt. Zij weten vaak van
elkaar wat zij denken, voordat zij hun
ideeën hebben uitgesproken.
Sinds Robert in het kabinet zetelt,
is hij herhaaldelijk opgetreden op
terreinen die weinig of niets met
zijn functie van minister van Justitie
hadden te maken. Hij werd door zijn
broer om advies gevraagd, toen de
president in augustus 1961 moest
beslissen hoe Amerika op de Berlijn-
se Muur moest reageren. Tevoren
had Robert een belangrijke rol ge
speeld bij het onderzoek naar de
oorzaken van het Cubaanse fiasco.
Hij woont ook vaak de bijeenkomsten
bjj van de Amerikaanse Nationale
Veiligheidsraad, hoewel dat niet ge
bruikelijk is voor een minister van
Justitie
Maar hoewel de president zeer grote
waarde hecht aan Roberts raadgevin
gen, volgt hij diens adviezen toch niet
altijd op. In de zomer van het vorig
jaar was Robert Kennedy van mening
dat Amerika niet in moest gaan op
een verzoek van de president van
Ghana voor een lening ter financiering
van een electriciteitscentrale aan de
rivier de Volta. Volgens Robert zou
Amerika geen geld moeten verspillen
aan een zo linkse en anti-Amerikaanse
staatsman als Nkrumah. Maar de pre
sident besloot de lening toch te ver
strekken.
Robert Francis Kennedy, die door
zijn vrienden Bob wordt ge
noemd, is in Boston geboren op
20 november 1925. Hij is de derde
zoon van de 73-jarige Joseph Patrick
Kennedy, een groot zakenman die op
het einde van de jaren dertig Ameri
kaans ambassadeur in Londen was,
waar hij veel opzien baarde door zijn
voorspelling dat Engeland door de
Nazi's verslagen zo" worden. (Over
Joseph Sr. en diens briljante zonen
vindt men vele bijzonderheden in „The
Remarkable Kennedys'' door Joe
McCarthy, een uitgave van Gollancz in
Londen).
Alvorens Robert aan de universiteit
van Virginia zijn rechtenstudie voltooi
de, studeerde hij (evenals de president
aan de wereldvermaarde Harvard-
universiteit. In 1950 trad hij in het
huwelijk met Ether Skakel, die nu 32
jaar oud is. Het echtpaar heeft zeven
kinderen. Het gezin woont in het plaats
je McLean in de staat Virginia, op
ongeveer vijftien kilometer van Wash
ington. Robert Kennedy heeft bij zijn
huis een tennisbaan en een zwembad,
en zijn kinderen houden er een hele
menagerie op na van honden .konijnen,
ganzen, geiten en vier ponies.
Als minister van Justitie heeft
Kennedy vooral drie taken: de
bestrijding van de misdaad, de
opheffing van de rassenscheiding
in het Zuiden van de V.S., en de strijd
tegen de trust-vorming in het industri
ële leven. Volgens Stan Opotowski in
diens recente boek „The Kennedy
Government" (Harrap. London) is
Robert van mening, dat het departe
ment van Justitie tot nog toe bij de
vervolging van de gangsters lang niet
actief genoeg is geweest. „We vechten
tegen de hedendaagse Al Capone", zo
verklaarde hij onlangs, „met de wa
pens van vijfentwintig jaar geleden".
Hij wil dit probleem nu krachtiger
gaan aanpakken, onder meer door een
betere coördinatie van de instanties
die zich met de opsporing van bandie
ten bezig houden.
Voor de kwestie van de zogenaamde
burgerrechten heeft Robert Kennedy
een speciale onderminister, de 39-jari-
ge Burke Marshall, die zich vooral
beijvert voor de integratie van het
onderwijs en het stemrecht van de
negers. Het Departement van Justitie
moet zorgen voor de uitvoering van de
federale wetten inzake de gelijkstelling
van de rassen, alsmede voor de na-
Advertentie)
m
in 4 variaties:
Rijstebloem
Bordklaa
Tarwebloem
ries
I~y r leefde eens in een ver land een
kabouter, die geweldig mooi mu-
J ziek kon maken. Zijn naam was
Solletje Do. Er was geen feest bij
de kabouters, geen bruiloft, geen ver
jaardag en geen koningsfeest, of Solle
tje Do was er bjj, om met zijn muziek
de kabouters wat vrolijk te maken. De
kabouterkoning benoemde Solletje Do
tot hofconcertmeester en dat is, zoals
je wel weten zult, een heel hoge betrek
king. De kabouters, die naar hun werk
gingen, zongen of floten de wijsjes, die
Solletje Do bedacht had. Zijn muziek
weru gespeeld door de kabouterradio
De kabouterkindertjes leerden zijn lied
jes op school. En de kabouter-orgelman
had ze allemaal op zijn draai-orgel. Sol
letje Do was dan erg beroemd, maar het
gekke was, hij was niet tevreden. Sol
letje Do zei. mijn muziek is zó mooi, dat
de mensen die ook eens moesten horen.
En op een goede dag vertrok hij uit ka-
bouterland met zijn trompetje onder
zijn arm, om zo bij de mensen muziek
te gaan maken.
Maar een kaboutermuziekje is maar
heel klein en zacht. En al ging Solletje
Do nu midden op de markt heel hard
op zijn trompetje staan blazen, er was
HENGELO, 20 febr. Aan het
Olympiaplein op De Veldwijk, dicht bij
het stadion, zal waarschijnlijk nog dit
jaar worden begonnen met de bouw
van een nieuwe katholieke kerk, de ze
vende in deze gemeente.
De aartsbisschop heeft de architecten
ir. F. J. Wiegerinck en ir. H. J. van
Balen uit Arnhem verzocht, plannen
voor de bouw uit te werken en de be
stektekeningen zo snel mogelijk klaar
te maken opdat in de eerste helft van
dit jaar of uiterlijk in september de
bouw kan worden aanbesteed. In ver
band met het tekort aan priesters kan
er volgens een mededeling van het
aartsbisdom voor elke urgente kerken
bouw geen bouwpastoor worden be
noemd, daarom zal de opdracht en lei
ding voor deze kerk van het aartsbis
dom uitgaan.
Nederlandse dieseltrein (ongeveer de
zelfde vorm en uitvoering als een elek
trische trein, doch een dieseltrein heeft
geen „beugels" om de elektrische span
draden boven de rails te raken.
28 februari het het zeventig jaar ge
leden dat de Duitse ingenieur Rudolf
Diesel zijn eerste patent (handelsvergun
ning) verkreeg op de naar hem genoem
de Dieselmotor (verbrandingsmotor).
Er zijn Dieselmotoren van verschillen
de sterkte bijv. van 50 tot 10.000 P.K.
De Dieselmotor is uitstekend geschikt
voor treinen, schepen, auto's, landbouw-
en graafwerktuigen. En natuurlijk hebben
jullie wel eens van Dieseltreinen ge
hoord. De wagon met de Diesel-elektri
sche motor, de cylinder, schakelkasten
enz. bevindt zich in het midden van de
trein. Als je in de gelegenheid bent
om treinen te zien, moet je er maar eens
op letten. Vergis je echter niet, want
de elektrische treinen hebben dezelfde
vorm en uitvoering als de Dieseltreinen.
maar je ziet natuurlijk bij de elektrische
treinen de beugels, die de elektrische
spandraden raken, welke boven de rails
zijn gespannen. Een Dieseltrein heeft
geen beugels (er zijn immers geen elek
trische spandraden). Maar je hoort wel
duidelijk de motor zoemen.
geen mens die er wat van hoorde. Ze
zagen hem niet eens. De mensen stap
ten over hem heen of langs hem heen
en een keer moest hfj hals over kop ma
ken dat hij weg kwam, anders hadden
ze hem warempel omver geschopt.
Verdrietig stapte Solletje Do naar het
park. waar het stil was en niet zo ge
vaarlijk. Op een bankje zat een me
neer met een mooi pak aan. Er zaten
gouden knopen op dat pak. Hij had ook
een pet op en die pet was versierd met
gouden koordjes. Aha, zei Solletje Do,
die meneer is van de muziek. Dat zie
ik zó.
En dat had Solietje Do goed geraden,
want die meneer was de baas van de
harmonie Hij heette Simon Slatemaat
en hij zat even in het park naar de vo
geltjes te luisteren, die, zoals hij zelf
toe moest geven, mooier muziek konden
maken, dan zijn muzikanten.
Dit is de kans van mijn kabouterleven,
zei Solletje Do. Hij klom met zijn trom-
petji op de leuning van de bank en
blies toen recht in het oor van meneer
Simon Slatemaat, het allermooiste wijs
je dat hij kende. Hé, wat is dat? riep
Simon Slatemaat verrast. Wat een dek
sels leuk wijsje. Hij keek opzij en zag
de kabouter staan, die beleefd zei: mjjn
naam is Solletje Do, meneer, zal ik het
nog eens voor U spelen?
Ja, dat wilde meneer Slatemaat wel.
O en wat kreeg hij een pret ir dat
leuke kaboutermuziekje! Hij sprong
op, klom in een boom, maakte een
lang- neus naar de eendjes in de vijver
en liet zich toen weer naar beneden
glijden. O. bent U daar weer? zei Solle
tje Do. Wat doet U vreemd voor een
grote meneer. Ik kon het ook niet hel
pen, zei meneer Slatemaat. Het kwam
opeens. Maar nu is het over. Zeg. wat
ik vragen wou: mag ik dat muziekje
van jou eens aan mijn muzikanten le
ren? Dat mag U, zei Solletje Do. Het
was juist mijn bedoeling.
Ijverig begon Solletje Do weer op zijn
trompetje te blazen. Maar meneer Sla
temaat kon haast niet stil blijven zitten.
Hij had zin om op zijn hoofd te gaan
staan, steentjes in het water te gooien
en meer van die dingen, die helemaal
niet passen bij een grote meneer. Toen
hij eindelijk het wijsje helemaal in zijn
hoofd had, zei hij tegen Solletje Do: ik
ga nu naar mijn muzikanten, want we
hebben juist repetitie. We zullen heel
hare. oefenen. Morgenmiddag moet je
maar komen luisteren, want dan trek
ken we door de stad. Dat vond Solletje
Do prachtig en hij dacht: nog eventjes
en mijn muziek komt ook door de men
senradio. En misschien word ik nog wel
benoemd tot hofconcertmeester bvj de
mensenkoningin.
Opgewekt ging Simon Slatemaat naar
zijn muzikanten en speelde hun het wijs
je, dat Solletje Do hem geleerd had,
voor. Maar de muzikanten begonnen
ook al zo eigenaardig te doen. Ze gin
gen bokspringen en stoeien. Jullie moe
ten luisteren riep Simon Slatemaat.
Dat doen we ook meneer, zeiden de
muzikanten. Maar we kunnen het niet
helpen, dat we ondertussen een beetje
dol willen doen. Gelukkig werd het be
ter, toen ze na een poosje zelf ook moch
ten gaan spelen. Meneer Slatemaat had
de noten op een bord geschreven en om
dat ze het allemaal zo'n geweldig leuk
wijsje vonden, oefènden ze door tot laat
ui de avond.
aar owee, wat gebeurde er de vol
gende dag, toen ze met het ka
boutermuziekje door de straten
trokken? De grote mensen de
den opeens of ze allemaal kleine kwa
jongens waren geworden. Zo gauw ze
het wijsje van Solletje Do hoorden, lie
ten ze hun werk in de steek en begon
nen ze te hollen, te springen en te klim-
men. Een grote meneer begon op een
schutting poppetjes te tekenen met krijt.
Een agent klauterde in een lantaarnpaal
Een huismoeder liep touwtje te sprin
gen met de waslijn. En een deftige me
vrouw begon te hinkelen in het hinkel-
park van haar buurmeisje. Wie doet
er mee rovertje? riep de bakker. Ik
wil achter de muziek aan, riep de vrouw
van de burgemeester en arm in arm
met een paar andere dames dansten
e achter de muzikanten. Alle grote
mensen waren net weer kleine kinderen
geworden. En ze bedachten geen van
allen, dat het eigenlijk een heel rare
vertoning was. nat kwam door de ka-
boutermuziek, begrijp je. Ze vonden het
heel gewoon, dat ze weer speelden en
sprongen en kattekwaad uithaalden.
De enige, die het niet gewoon vond, was
kabouter Solletje Do. Hij was op de
schouder van meneer Slatemaat gekro
pen en schreeuwde in zijn oor: hou op,
hou op, kaboutermuziek is niets voor
grote mensen. Maar meneer Slatemaat
luisterde niet en de muzikanten speel
den zo hard ze maar konden. Toen
maakte Solletje Do dat hij weer op de
grona kwam en met zijn trompetje on
der de arm sloop hij naar kabouterland
terug.
Pas toen de muzikanten moe werden
van het blazen, hielden ze op met mu-
zie' van Solletje Do. De mensen keken
elkaar verbaasd aan. Wat hebben we
ons aangesteld! zeiden ze. Waarom zijn
we niet thuis, of op ons werk? De agent
schaamde zich, omdat hij boven in de
lantaarnpaal zat. De vrouw van de bur
gemeester schaamde zich nog veel har
der.
Wat is er toch met ons gebeurd? vroe
gen ze allemaal. Ik denk dat het van
de muziek gekomen is, zei Simon Slate
maat verlegen. Het was eigenlijk ka
boutermuziek en ik denk dat wij, grote
mensen, daar niet tegen kunnen.
Denk eraan, zei de commissaris van
politie, die op straat gevoetbald had,
streng: laat r nooit meer zoiets gebeu
ren. Anders ga je met al je muzikan
ten de gevangenis in.
Dat beloofde Simon Slatemaat na
tuurlijk graag. Het is dan ook
nooit meer voorgekomen. Solletje
Do werd weer hofconcertmeester
van de kabouterkoning. Steeds vaker
kwamen zijn wijsjes over de kabouter
radio en steeds harder werden ze ge
zongen of gefloten door kabouters, die
naar hun werk gingen. Maar nooit meer
ging hij met zijn trompetje naar men-
senland.
Daar zijn de grote mensen reuze blij
om.
Al zullen Jullie het misschien wel
jammer vinden.
LEA SMULDERS
Ongetwijfeld was deze riddertitel, met
als kenteken „een gouden snoer van
vuurslagen en -stenen, met brandende
vonken en een gulden vlies als hang-
motief", de meest begeerde orde in vroe
ger tijden.
Inderdaad beantwoordde de orde aan
de bedoelingen van Philips de Goede,
toen hij deze in 1430 te Brugge instelde.
De grote hertog van het Westen stichtte
de Orde en stelde de eerste drie en twin
tig ridders aan, naar aanleiding van zijn
huwelijk met Isabella van Portugal. Het
Gulden Vlies was spoedig wereldbekend.
De schat van het Gulden Vlies: schil
derijen en portretten, juwelen, gewaden
en archiefstukken zal binnenkort te
zien zijn op een tentoonstelling van het
Gulden Vlies in het museum te Brugge
(België).
Voor opneming in deze Orde moest
men aan enkele bepalingen voldoen, o.a.:
Trouw aan God en Kerk zowel als aan 't
Vorstenhuis: bevordering van onderlinge
Drie gebroeders Kennedy. Van rechts naar links: John (44) president van de Ver
enigde Staten; Edward substituut-officier van justitie in Boston; en Robert
(36), de Amerikaanse minister van Justitie, die hier een bril draagt.
De Ridderorde van het Gulden Vlies.
Philips de Goede (met de Gulden Vlies
orde getooid).
broederschap: handhaving van de rid
dereer en dapperheid in de strijd. Het
kenteken, dat duidelijk zichtbaar moest
worden gedragen, bestond uit een gou
den keten van 24 schakels, bezet met
edelstenen, waaraan een klein gouden
lammetje was bevestigd, of beter ge
zegd, bedekt was met een gouden (gul
den) vlies. Dit zinnebeeld was ontleend
aan de Griekse godenleer en wel aan de
tocht van de Argonauten.
Voor het eerst traden de ridders van
het Gulden Vlies op, zoals reeds gezegd,
toen Philips van Bourgondië op de dag
na zijn huwelijk zijn feestelijke intocht
deed te Brugge. Een geweldige en prach
tige stoet van overheidspersonen, rid
ders, gildenleden, edelen en kooplieden
ging het bruidspaar vooraf, terwijl in
Philips' onmiddellijke nabijheid de rid-
De beesten hebben jasjes aan,
de beesten van Boer Ariaan,
en wollen mutsen op hun kop
met pluimen of een kwast er op.
Ze staan in stal en hokken
met warme wollen sokken.
En 's avonds krijgen zij een kruik.
Dat is nu eenmaal het gebruik.
„Ach weet je" zegt de boer zijn vrouw,
„zo hebben ze geen last van kou-
Geen beest mag koude lijden
in deze barre tijden."
De kippen in het kippenhok
gaan met een dekentje op stok.
Alleen de haan wil er niet aan.
De kippen roepen aangedaan:
„O, wat een ouwe taaie!
Hij loopt zich warm te kraaienV
VERA WITTE.
ders van het Gulden Vlies mee optrok
ken, getooid met purperen mantels en
natuurlijk met de ketens van het Gulden
Vlies om.
Zulke pracht en praal was echt mid
deleeuws. Je moet ook bedenken dat de
stad schitterend was versierd. Talrijke
spelen werden toen gegeven, en heerlijk
gebak en allerlei ander lekkers waren
verkrijgbaar.