Dr. Drees: Moeilijke onderhandelingen
kun je hem goed
Nieuw-Guinea vergt
veel van zijn tijd
Ook Vamor-rij schol en met
voortgezette instructie
Boze brief aan minister over
concurrentie verkeersbonden
Zeer rustige, hoffelijke en
menselijke ambassadeur met
goodwill bij Indonesiërs
L. Worms tekent
cassatie aan
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962 PAGINA 9
Er is vermoedelijk geen Neder
lands diplomaat, die nog
over zoveel goodwill be
schikt bij de Indonesiërs als onze
buitengewoon en gevolmachtigd
ambassadeur in Washington, dr.
J. H. van Roijen. De meeste lan
den hebben hun eigen diploma
tieke stijl. Van de Nederlandse
stijl heeft Sir William Hayter een
Paar jaar geleden geschreven,
dat het „een gezonde mengeling"
is van „opgewektheid en gezond
Verstand". Dr. Van Roijen is, in
die zin opgevat, een typisch Neder
landse diplomaat. Hij is rustig en
hoffelijk; hij staat hoog aange
schreven in Washington en zijn
optreden is destijds zeer effectief
geweest bij de Indonesiërs, die
hem nog altijd bijzonder waarde
ren. Prof. ir. W. Schermerhorn en
dr. W. Drees, die dr. Van Roijen
destijds in hun kabinet hebben
gehad (eerst als minister zonder
Portefeuille, daarna nog vier
maanden als minister van buiten
landse zaken), hebben beiden een
hoge dunk van hem. „Het is
iemand", zegt prof. Schermer
horn, „die aan de ene kant for
meel kan zijn, maar die aan de
andere kant bijzonder menselijk
is; een combinatie, die niet dik
wijls voorkomt". Dr. Drees zegt:
»Hij is een plezierig en zakelijk
mens. Moeilijke onderhandelingen
kun je uitstekend aan hem toe
vertrouwen. Niet alleen bezit hij
grote kennis van de internationale
verhoudingen, maar ook voor de
binnenlandse politieke toestand
heeft hij een open oog. Het ont
breekt hem bepaald niet aan een
eigen mening; die zal hij in de
ministerraad ook wel kenbaar
hebben gemaakt. Zo nodig neemt
hij gepaste initiatieven. Maar
steeds houdt hij de grenzen in het
oog, waarbinnen hij zich kan be
wegen".
van Nederland hebben de Van Roijens
carrière gemaakt.
Stephanus Jacobus, die leefde van
1764 tot 1834, was schout, maire, bur
gemeester en notaris te Vledder, als
mede lid van de Drentse Staten. Zijn
vrouw, Grietjen Dryber, kwam uit Wap-
se (gem. Diever). Met mr. Isaac An-
toni Soetens van Roijen verplaatste de
familie zich naar Zwolle. Hij werd daar
notaris en raadslid, lid van de Provin
ciale Staten en lid van de Eerste Ka
mer. Van 1853 tot 1867 was hij Com
missaris des Konings in de provincie
Groningen.
In het Nederlands Patriciaat staan
ook het wapen, het helmkleed en de
dekkleden van de familie omschre
ven. Maar dat zijn onderwerpen, die
de Van Roijens in hun onderlinge con
versatie niet dikwijls aanroeren. De
drie „roode molenijzers in zilver" zou
den afkomstig zijn van een voorzaat
uit de 15de of 16de eeuw, die er uit
liefhebberij een molen op na hield.
Maar helemaal zeker is dat niet.
De kleinzoon van Isaac Antoni, Jan
Herman sr. dus, was de eerste diplo
maat in de stamreeks. Hij was achter
eenvolgens gezant in Tokio, Madrid, Ro
me en Washington (1927-'33),
Zijn zoon, onze huidige ambassa
deur, bezocht het gymnasium te
's-Gravenhage en ging vervolgens
rechten studeren te Utrecht. In
1928 legde hij zijn doctoraal examen af
in de buitenlandse dienst te gaan), Dig-
na (geboren 1939, studeert kunstgeschie
denis in Utrecht) en Willem (geboren
1945, woont in Washington bij zijn
ouders)
Van 1936 tot 1939 diende dr. Van Roijen
nog als gezantschapssecretaris in Tokio,
wederom een post, waar de familie
sinds 1908 op bijzondere wijze mee was
verbonden.
De internationale toestand zag er
uiterst bedenkelijk uit, toen hij in
augustus 1939 mr. E. N. van Klef-
fens, zopas benoemd tot minister
van buitenlandse zaken in het tweede
kabinet-de Geer, opvolgde als hoofd van
de directie Politieke Zaken van het mi
nisterie. In de meidagen van 1940 stond
het departement vrijwel onder zijn da
gelijkse leiding, vooral nadat mr. Van
Kleffens naar Londen was vertrokken
en jhr. mr. Snouck Hurgronje hem in
de vrijwel voortdurend vergaderende mi
nisterraad verving.
De Duitse bezetter had natuurlijk geen
enkel belang bij het voortbestaan van
dit ministerie. Het werd opgeheven; het
gebouw aan het Plein deed dienst als
Rijkscommissariaat (de enige keer, dat
dr. Seyss-Inquart, die de ambitie had
Duits minister van buitenlandse zaken
te worden, althans in het gebouw van
een dergelijk depa-tement resideerde) en
dr. Van Roijen werd door de Duitsers
al in november 1940 gearresteerd en
overgebracht naar het Oranjehotel" te
Scheveningen. Weliswaar werd hij weer
zich zo stipt aan de resoluties van de
Raad hield als Nederland in dit sta
dium.
Zjjn republikeinse tegenspeler, L. N.
Palar (kort tevoren nog lid van de
Tweede-Kamerfractie van de Partij
van de Arbeid), maakte hem het le
ven niet gemakkelijk. Hij beschuldigde
Nederland van het voornemen om de
Republik Indonesia militair èn poli
tiek onder de mat te vegen. Hij zei,
dat Van Roijen tijd moest winnen om
minister-president Drees in de gelegen
heid te stellen achter de rug van de
Commissie voor Goede Diensten om de
federalistische Malino-politiek van dr
ders niet vrijliet en geen „bonafide" on
derhandelingen opende volgens de be
palingen van de Renville-overeenkomst.
Het merkwaardige was evenwel,
dat Van Roijen zelf een sympathie-
Van Mookuit te voeren (Malino is een
plaatsje bij Makassar, waar in juli 1946
het plan voor een federale bestuursvorm
Een vermaarde diplomatieke combinatie: Van Roijen en Roem. Zij zijn hier in augustus 1949 gefotografeerd bij hun aan
komst uit Indonesië op Schiphol. Links van het tweetal minister Van Maarseveen en rechts het Amerikaanse lid van dt
UNCIMerle Cochran.
Jan Herman van Roijen is in de di
plomatieke sfeer geboren en getogen.
Ueboren is hij op 10 april 1905 te Is-
•anboel als oudste zoon van de Neder
landse gezantschapsraad aldaar, mr. J.
*1. van Roijen, en diens Amerikaanse
Uouw Albertina Taylor Winthrop, een
bankiersdochter. De Van Roijens vor
ken een Protestantse familie, die af
komstig is uit Berlicum (N.B.). In het
ybderlands Patriciaat van 1912 vinden
vlO beschreven, hoe Wouter van Roijen,
jj'o omstreeks 1660 trouwde met Mar-
«aretha van Diest, „Kersttijd 1668" met
li6n attestatie van de Kerkeraad in Ber-
um naar Steenwijk kwam. In dit deel
en op vrijdag 26 april van het volgende
jaar verdedigde hij 's middags om 4
uur „op gezag van den rector-magnifi-
cus dr. H. Th. Obbink, hoogleraar in
de faculteit der Godgeleerdheid" zijn
proefschrift tegen de bedenkingen van
de faculteit der Rechtsgeleerdheid. Het
proefschrift heeth_ „De Rechtspositie en
de Volkenrechtelijke Erkenning van
nieuwe Staten en de facto-Regeeringen"
('s-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1929).
Mocht er nu of in de naaste toekomst
een Indonesiër zijn, die deze dissertatie
gaat doorzoeken op thans bruikbare uit
spraken, dan is zijn oogst vermoedelijk
aan de schrale kant. Het beginsel van
de zelfbeschikking wordt er niet in ge
noemd. Er staat een paragraafje in over
de „popular consent maar dit begin
sel wordt vooral behandeld als middel
om de weigering van een erkenning te
motiveren. Verder moet onze onbekende
Indonesiër het doen met nummer VII
van de toegevoegde stellingen: „De hui
dige crisis in de suikerbietenindustrie is
onder meer te wijten aan de toeneming
der bevolking op Java".
In de loop van zijn diplomatieke car
rière was dr. Van Roijen van 1930 tot
1933 gezantschapsattaché te Washington.
Daar schenen oude tradities uit de ge
schiedenis va de diplomatie te herle
ven, want zijn vader was er in die jaren
„chef de poste".
Daarna volgden twee jaren op het de
partement in Den Haag. Ook ditmaal
namen de zaken een huiselijke keer. De
dagelijkse leiding van dit departement
berustte bij de secretaris-generaal, jhr.
mr. A. M. Snouck Hurgronje. Voor de
jonge Van Roijen werd de secretaris
generaal al spoedig tevens zijn schoon
vader: hij trouwde namelijk met zijn
dochter Anne.
Het echtpaar heeft nu vier kinderen:
Albertina (geboren in 1935, studeerde
kinderpsychologie in Utrecht, thans ge
huwd), mr. Jan Herman Robert Dudley
(geboren in 1936, vorig jaar afgestu
deerd in Utrecht, thans korporaal op de
School voor Reserve Officieren der In
fanterie te Ermelo, hmpt volgend jaar
"^hrouio v" .frrtveerden de Nederlandse ambassadeur in Washington en
vooy71 jen °P Schiphol. Dr. Van Roijen was naar Nederland ontboden
ovetleg met de regering inzake de kwestie-Nieuw-Guinea.
vrijgelaten, maar in de loop van de oor
log is hij nóg tweemaal opgesloten.
In het najaar van 1944, na Dolle Dins
dag, ontstonden er enkele misverstan
den tussen het College van Vertrouwens
mannen in Nederland en de regering-
Gerbrandy in Londen. Oorzaak daarvan
was vooral de ge e" kige communicatie.
Er raakten stukken zoek en men was
over en weer slecht geïnformeerd over
eikaars opvattingen en activiteiten. De
Vertrouwensmannen kregen behoefte
aan wat deugdelijker contacten en in ok
tober ging dr. Van Roijen op hun ver
zoek bij de Biesbosch door de linies
met bestemming Londen.
Op zichzelf was het een avontuurlijke
reis, maar ingewijden achtten het een
„routine-overtocht." Samen met twee
Poolse vliegers stak hij in een kanc de
Waal over. De kano was hem geleverd
door het gezin van een klompenmaker,
waarmee hij nog steeds contact heeft.
Dr. Drees vertelt in „Van Mei tot
Mei," dat dr. Van Roijen „het mogelij
ke" heeft gedaan om de toestand op te
helderen. Hij is driemaal ontvangen
door koningin Wilhelmina, ontried haar,
op verschillende gronden, de Vertrou
wensmannen naar Londen te laten ko
men en voerde besprekingen met de le
den van de regering in Londen. Hij is
ook nog naar Washington geweest om de
Amerikaanse autoriteiten te vertellen
van zijn ervaringen in bezet Nederland.
Dr. Drees zegt nu, dat hij „waardevol
le arbeid" heeft verricht.
De ironie wil, dat het verslag, dat dr.
Van Roijen 30 oktober over zjjn bespre
kingen aan de Vertrouwensmannen
stuurde, ook niet is aangekomen.
Na de oorlog stond „Buitenlandse
Zaken" voor een dubbele taak.
Aan de ene kant moest het appa
raat weer worden opgebouwd;
aan de andere kant moesten de belan
gen van Nederland woi der. behartigd tij
dens de vele belangrijke ontwikkelingen,
die zich in internationaal verband (de
V.N.!) voordeden.
Aanvankelijk was mr. Van Kleffens
de enige minister op het departement.
Hij was de voor de hand liggende keuze,
omdat hij ook in de oorlog steeds het
contact met de geallieerde regeringen
had onderhouden.
Maar een tweede man was dringend
nodig. Op 24 juni 1945 trad dr. Van
Roijen als minister zonder portefeuille
toe tot de regering-Schermerhorn-Drees.
De VN-zaken bleven niet alleen veel
tijd en energie eisen (conferenties in
San Francisco en Londen), zij eisten
ook mr. Van Kleffens persoonlijk op.
Nederland werd namelijk gekozen tot
lid van de Veiligheidsraad en hij ging
die zetel bekleden. Op 1 maart 1946
werd er stuivertje gewisseld. Dr. Van
Roijen werd minister van buitenlandse
zaken, mr. Van Kleffens bleef als minis
ter zonder portefeuille formeel deel uit
maken van het kabinet.
Van Roijen heeft het departement
slechts vier maanden geleid, maar dat
was juist lang genoeg om van zeer na
bij een belangrqke faze mee te maken
in de Indonesische kwestie, die nu wel
„de" grote kluif was geworden van
Buitenlandse Zaken (en van het hele
kabinet). Hij woonde van 14 tot 24
april 1946 namelijk (samen met prof.
Schermerhom, dr. Drees, prof. Loge-
mann en dr. Van Mook) de conferentie
op de Hoge Veluwe bij.
Volgens sommigen is dit de enige re-
ele kans, die Nederland ooit heeft ge
had om met Indonesië tot een levens
vatbaar akkoord te komen. De Indo
nesische delegatie bestond uit gematig
de figuren (Soewandi, Soedarsono en
Pringgodigdo) en er was in Batavia be
langrijk voorbereidend werk gedaan.
Anderen daarentegen achtten de poli
tieke situatie in Nederland zelf zo wei
nig geëvolueerd, dat een dergelijk ak
koord niet uit het vuur gesleept zou
kunnen worden. Prof. Romme schreef
over „de week der schande". Hoe dit
zij, de conferentie werd een volslagen
mislukking.
Maar dr. Van Roijen zat van nu af
aan volledig in de Indonesische proble
matiek. Hi) kwam er voorlopig niet
meer uit.
Na zijn ministerschap werd hij Ne
derlands ambassadeur in Ottawa; tel
kens echter werd hij weggeroepen om
ons land weer te vertegenwoordigen bij
kritieke debatten in de Verenigde Na
ties. Hem viel b.v. de weinig benijdens
waardige taak te beurt om in decem
ber 1948 te Parijs en in januari 1949 te
Lake Success de storm te trotseren, die
in de Veiligheidsraad opstak na de twee
de politiële actie, waarbij Nederland
se strijdkrachten Djoka bezetten en en
kele van de voornaamste Indonesische
leiders, o.w. Soekarno en Hatta. ge
vangen namen.
De regering in Den Haag belastte
hem met de verdediging van de niet
helemaal overtuigende stelling, dat er
nog nooit een land was geweest, dat
tigheid speelde zich af in de grote bal
zaal op de eerste verdieping van het
hoofdgebouw van Des Indes. De enige
concessie, die de aanwezigen aan het
protocol hadden gedaan, was. dat zij
voor de gelegenheid dassen droegen
(geen colbertjasjes). Buiten, in het
bruine water van de Molenvliet, waren
vrouwen en kinderen als altijd bezig de
was te boenen en te slaan. Langs het
hotel denderde een „antediluviaanse
gele stadstram". Nederlandse leger
trucks stoven voorbij. Overal het fra
giele beeld van de driewielige betjaks.
Een satéverkoper pikoelde zijn waren
behoedzaam voort temidden van de
voetgangers. Een man met een korf
vol fel-rode en gele bloemen liep het
erf van Des Indes op. Niemand keek
naar boven, naar de eerste verdieping,
waar een stuk Indonesische geschiede
nis werd gemaakt...
De Van Roijen-Roemverklaringen wa
ren de eerste stap op de w-eg naar
een republikeinse deelneming aan de
Ronde Tafel Conferentie en naar de
overdracht van de soevereiniteit. Maar
ook leidden zij, in Nederlandse kring,
tot conflicten. Vaderlandse politici spra
ken van een „volledige capitulatie". Dr.
Beel, die het niet eens was met de be
handeling van „zijn" plan en van de
federalisten, nam ontslag als Hoge Ver
tegenwoordiger van de Kroon.
Na afloop van de R.T.C.-conferentie,
waarbij hjj ten nauwste betrokken
is geweest, is dr. Van Roijen in
1950 benoemd tot ambassadeur in
Washington, een post die hjj nu nog op
uitnemende wijze bekleedt.
Een poosje geleden gaf het State De
partment een bulletin uit, waarin de
Nederlandse ambassade werd uitgeroe
pen tot de „best functionerende ambas
sade", die bovendien beschikte over de
meeste contacten met de permanente
inwoners van Washington, die, in tegen
stelling tot de vlottende bevolking van
diplomaten en parlementariërs, de
„cavedwellers" (holbewoners) worden
genoemd.
De behartiging van de Nederlandse
belangen in een land als Amerika is op
zichzelf een eervolle maar ook een
tijdrovende taak. Veel gelegenheid voor
het lezen van boeken over de eigentijd
se geschiedenis, waarin dr. Van Roijen
zeer thuis is, over filosofische en theo
logische onderwerper, is er niet. Som»
ziet hij kans het nuttige met het aan
gename te verenigen Tijdens een par
tijtje golf ontmoet hij dan mensen. di«
h\j toch noodzakelijk moet spreken.
De Nieuw-Guinea-besognes nemen zijn
tijd nog meer in beslag: een reis naar
Nederland, het bijwonen van een ver
gadering van de ministerraad op 2 fe
bruari, talloze bezoeken aan minister
Rusk en andere hooggeplaatste figuren
op het Amerikaanse ministerie van bui
tenlandse zaken en. soms, een versto
len ontmoeting met een toevallig pas
serende Indonesiër. De situatie is zeker
niet gunstiger dan in 1949. Na het plan-
Beel is het plan-Luns gekomen, na het
federalisme de zelfbeschikking. En mr.
Roem is door Soekarno in verzekerde
bewaring gesteld
H. J. NEUMAN
Dr. J. H. van Roijen, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur in Washington.
van informatie voorzag en waarop het
hem vaak dwong stellingen te betrek
ken, die in feite onhoudbaar waren.
Maar Van Roijen deed zijn werk „met
een bekwaamheid en een souplesse,
die een schril contrast vormden met
de legalistische en onbuigzame hou
ding, die zijn voorganger aan de
Raadstafel had ingenomen". Hij ver
leende de Nederlandse politiek nog
iets van „waardigheid en sierlijkheid"
en Den Haag had zich geen betere
pleitbezorger kunnen kiezen.
Kortom, men werd het eens. Op 7
mei werden de z.g. Van Roijen-Roem-
verklaringen afgelegd, waarin werd af
gesproken, dat er geen nieuwe „dae-
rahs" en „negaras" meer gevormd
zouden worden en dat het republikeinse
gezag van Soekarno en Hatta zou wor
den hersteld in de residentie Djokjakar
ta, alsmede in een aantal andere gebie
den, die niet onder Nederlandse mili
taire controle stonden.
Dezelfde Taylor van daarnet heeft
die bijeenkomst beschreven in zijn dag
boek. Kort tevoren 'was de droge tijd
begonnen, maar het was de hele dag
bewolkt en vochtig gefeest. De plech-
Advertentie)
Uw zorgen voor morgen bij de OLVEH geborgen.
(Van onze verkeersredacteur)
DEN HAAG, 24 febr. Nederlandse
automobilisten, die een „opfrissertje"
willen hebben voor wat betreft de theo
retische en praktische kennis van het
autorijden, kunnen binnenkort ook te
recht bij tweehonderd Nederlandse rij
schoolhouders, die voor kleine groep
jes speciale „herhalingscursussen" zul
len gaan geven. Gelegenheid tot een
voortgezette rijopleiding werd onlangs
reeds geschapen door de A.N.W.B. en
de K.N.A.C.. De A.N.W.B. startte met
een rij-analyse duur twee uur onkos
ten 25 gulden en de K.N.A.C. met
een cursus verhoogde rijvaardigheid
duur een dag en kosten 100 gulden. De
autorijschoolhouders, die met hun acti
viteiten starten onder auspiciën van de
„Commissie van Overleg autorijscho
len" (gevormd door de ABAN, BBN,
BOVAC en FNOP), stellen zich voor
een cursus te geven van vier lessen van
in totaal zes en een half uur tegen een
tarief van vijf en dertig gulden per cur
sus.
Een speciale opleiding zullen de in
structeurs niet genieten. Wel dienen
zjj in het bezit te zijn van een Vamor-
diploma, of een daarmede gelijk te stel
len diploma, dat als voldoende waar
borg voor hun kennis en ervaring kan
dienen. De cursisten zullen eerst een
uur praktische les in rijtechniek krijgen,
daarna twee uur lang theorieles in ver
keersgedrag, vervolgens anderhalf uur
praktische les in het toepassen van
verkeersvoorschriften en tenslotte twee
uur les in eenvoudige autotechniek. Het
is bekend, dat aan de mogelijkheid tot
het „bijvijlen" van de rijstijl wel be
hoefte bestond. Jammer is het echter,
dat het initiatief tot een „herhalings
voor Indonesië werd opgesteld; de repu
blikeinen noemden deze conferentie een
„sandiwara koloniaal'of koloniale to
neelvoorstelling)
e woorden van Palar vonden in de
Raad veel weerklank en de stem
ming jegens Den Haag was be
paald vijandig. In Washington
liep senator Owen Brewster uit de
staat Maine rond met een resolutie in
zijn zak, die ten doel had alle financiële
en economische steun aan Nederland
in te houden, als Den Haag zijn leger
niet terugtrok, de republikeinse lei-
ke indruk maakte. Toen prof. Scher
merhorn in de eerste maanden van
1949 als privé-persoon een studiereis
naar Amerika maakte, zocht hij ook
in New York zijn vroegere collega uit
het kabinet op. De Indonesische kwes
tie nam het gesprek in beslag. „Het
wordt tijd", zei Schermerhorn, „dat
jij naar Indonesië gaat. Jjj bent de
enige, die nog een kans heeft met
de republikeinen tot een akkoord te
komen". Van Roijen begon te lachen.
„Ik heb juist een telegram uit Den
Haag gekregen, waarin mij ge
vraagd wordt naar Batavia te gaan",
zei hij.
Daar in Batavia zijn toen onder aus
piciën van de United Nations Commis
sion for Indonesia (voortgekomen uit
de vroegere Commissie voor Goede
Diensten) Nederlands-Indonesische be
sprekingen gehouden. Vooral de
Amerikaan Merle Cochran heeft er veel
toe bijgedragen om een aantal infor
mele besprekingen tot stand te bren
gen tussen de beide delegatieleiders
(dr. Van Roijen en mr. Mohammed
Roem).
Aanvankelijk boterde het niet zo best.
De Nederlandse delegatie probeerde zo
veel mogelijk te redden van een nieuw
plan, dat de naam droeg van de Hoge
Vertegenwoordiger van de Kroon in SUBSET"!*™..jY-C
Batavia, dr. L. J. M. Beel. Het plan- 'rwSiiiHWV.^E^ajgiw
Beel plaatste de federalistische vrien-
den van Nederland in een bepaald gun- S*" Jl i
stigc positie en uitgaande van die situ-
atic werd een Ronde Tafel Conferentie MM -J,,
voorgesteld. Mohammed Roem rea-
geerde op dit plan met nogal strijdlus- air fc
tige en bittere taal. Maar langzamer-
hand ontstond er iets van camaraderie i »"T |il
tussen hem en Van Roijen. Het werd -
een voortdurend gaan en komen op de |H f K 1
veranda van Cochran's suite in Hotel e
des Indes. i 8
Een lid van het UNCI-secretariaat, j§ MBI^ÊÈiïÊSËfflÊÊÊÊÊk
Alastair M. Taylor (hij is sindsdien QmÉMNilK
oetaideatweegTaard"eleden irfriin'boek Volgens het State Department is de Nederlandse ambassade in Washington de
„Indonesian Independence and the Uni- best-run embassy", die beschikt over de meeste contacten met de „cave-dwellers
ted Nations" kritiek op de manier, Enkele jaren geleden is deze opname gemaakt van mevrouw Van Roijen—
waarop Den Haag zijn onderhandelaar Snouck Hurgronje in een van de vertrekken van het ambassadegebouw.
cursus" aanleiding is geworden, niet
alleen tot een zekere vorm van „wed
loop" tussen de K.N.A.C. en de A.N.
W.B.. maar ook tot een heftige geïrri
teerdheid bij de „Commissie van Over
leg Autorijscholen" over het initiatief
van de verkeersbonden, die hiermede
op het terrein van de auto-instructeurs
zouden zijn getreden.
In een brief aan de minister van
Verkeer en Waterstaat zegt de „com
missie van overleg" met bevreem
ding en bezorgdheid kennis te heb
ben genomen van de activiteiten van
de beide verkeersbonden. De bonden
hebben zich hierdoor geplaatst in een
concurrerende positie tegenover de
organisaties van rijschoolonderne
mers, aldus de brief, waarin deze
houding „grievend" wordt genoemd.
Dit deel van het complex van maat
regelen in het belang van de verkeers
veiligheid behoort tot het terrein van
werkzaamheden van de organisaties
van autorijschoolhouders en niet van
de verkeersbonden, zo schrijven de
autorijschoolhouders, die er gisteren tij
dens een persconferentie ruiterlijk voor
uit kwamen, dat commerciële overwe
gingen aan hun protest evenmin vreemd
zijn. Bovendien vindt men „bewust te
zijn gepasseerd". Met aandrang wordt
in de brief aan de minister verzocht
te bevorderen, dat de verkeersbonden
hun activiteiten op het gebied van de
rijinstructie zullen beëindigen, of mee
te werken aan het verkrijgen van een
oplossing in de thans ontstane contro
verse.
Wellicht is het goed hierbij aan te
tekenen, dat de A.N.W.B. thans één in
structeur in dienst heeft (en een in op
leiding) voor de rijanalyse en dat de
KNAC nu de beschikking heeft over
drie (ervaren) instructeurs voor de
voortgezette rij-opleiding.
De bjj de vakorganisaties ABAN,
BBN, BOVAG en FNOP aangesloten
rijschoolhouders tellen in hun gelederen
800 bezitters van het Vamor-diploma,
van wie er zich 200 bereid hebben ver
klaard de voortgezette rijopleiding te
gaan geven. Mochten de „georganiseer-
den" en de verkeersbonden het strak»
eens norden over de voortgezette rij
opleiding. dan zijn er in Nederland ook
nog enkele duizenden ongeorganiseerde
rijschoolhouders, die geheel op eigen
initiatief met een .herhalingsoefening"
voor automobilisten zouden kunnen be
ginnen.
LONDEN, 24 febr. Naar aanleiding
van zijn veroordeling door het gerechts
hof te Den Haag heeft de schroothan-
delaar L. Worms, die zich in Londen
bevindt, meegedeeld, dat hij cassatie
zal aantekenen. Hij heeft zijn raads
man hiertoe reeds opdracht gegeven.
De heer Worms verklaarde te gelo
ven, dat het hem niet mogelijk zal zijn
nog langer in Nederland te blijven, „nu
Nederland in staat is tot een derge
lijke onrechtvaardigheid."
Dr. J. II. VAN ROIJEN: