DE VIJFDAAGSE SCHOOLWEEK IS GEEN VANZELFSPREKENDE ZAAK Vrije zaterdag biedt lang niet allen vrijheid M jr Nog geen vrije dag ie het zïekeeheis Huisvrouwen moeten zich bij nieuwe situatie aanpassen Een vleugje paradijs LERAREN EN ONDERWIJZERS TERUGHOUDEND Ik maak er een beetje een zondag van" DINSDAG 27 MAART 1962 PAGINA 9 vrije zaterdag voor hem de ideale vrije zaterdag: de boot schilderen en de wagen schoonmaken Hoe heeft de Nederlandse huisvrouw tot op heden gereageerd op de vrije zaterdag? Mevr. J. Severijnen-Cals, presidente van het Landelijk Katholiek Vrouwengilde, wie wij naar haar mening dienaangaande vroegen, zei om te beginnen: „Of de nieuw verworven vrije tijd tot een zegen voor het gezin zal worden, hangt voor een goed deel af van de instelling van ons, huis vrouwen. De instelling van de „doorsnee" Neder landse huisvrouw wordt ietwat ongenuanceerd uitgedrukt echter gekenmerkt door een over waardering van het huishoudelijk werk, door een onderontwikkeling van de visie op geestelijke waarden. Dat is een kwestie van een Germaanse inslag. In Duitsland liggen deze zaken nog duide lijker." vrije zaterdag voor haar probleem is hiermee zeker niet geheel in kaart gébracht, maar men krijgt op deze wijze toch een globaal beeld van de vragen en moeilijkheden, die bij deze kwestie spelen. Pro: Wanneer de zaterdag voor een groot deel van de bevolking een vrije dag is, ligt het voor de hand, dat de school zich hierbij aanpast. Contra: Wat in het bedrijfsleven ge beurt behoeft nog niet richtingge vend voor de school te zijn. Het on derwijs zelf heeft in het algemeen geen behoefte aan een vijfdaagse schoolweek. De belangen van het kind moeten voorop staan. Pro: Wanneer het gros van de bevol king op zaterdag niet werkt, zullen on derwijzers en leraren zich, heel begrij pelijk, hierbij willen aansluiten. Contra: Het is opmerkelijk, dat juist uit de kringen van het onderwijs zelf veel bezwaren worden gemaakt te gen een vijfdaagse schoolweek. Pro: Het is in het belang van het ge zin op zaterdagmorgen compleet te zijn. De ouders kunnen er dan samen met hun kinderen op uittrekken voor een „long weekend" enz. Contra: Als men kinderen heeft, dan moet men daarvoor ook offers bren gen. Het kan voor de toekomst van het kind beter zijn op zaterdagoch tend naar school te gaan. Dat „sa men er op uit trekken" zal niet zo vaak gebeuren; men denke aan de kosten en aan het klimaat van Ohs land. Pro: Ook als men thuis blijft, bete kent het samenzijn van alle gezinsleden een versterking van de gezinsband. Men kan samen knutselen etc. Contra: Is de wens hier niet de vader van de gedachte? Vaak zal het er Het kon niet anders of de snelle In voering van de vijfdaagse werk week deed de vraag rijzen of het onderwijs niet met een vijfdaagse •choolweek moest volgen. Er zijn het Vorig jaar talrijke meningen over deze kwestie gelanceerd en er zijn verschei dene rapporten aan gewijd, maar men Is nog niet tot een afgerond oordeel ge komen. Hoogstens kan gesproken wor den van een langzamerhand groeiend '«zicht, dat het niet een vanzelfspreken de zaak is, dat de vijfdaagse werkweek een pendant krijgt in een vijfdaagse Schoolweek. In de veelheid van opvattingen tekent rich geleidelijk aan ook wel deze lijn af, dat het voor de school moeilijk zal zijn de ontwikkeling buiten haar deuren ge heel te negeren, doch dat het bepaald bezwaarlijk is het onderwijs nu maar fonder meer „mee te laten gaan". Wel licht komt men dus uit op een beperkt Santal schoolvrije zaterdagen, bijvoor beeld in de zomermaanden. Dit is een speculatie, maar het zit er zo te zien tvel in, dat het die kant uit zal gaan. voor de lagere school li gt. de zaak min der moeilijk dan voor het voortgezet onderwijs, vooral voor het v.h.m. In enkele plaatsen heeft men reeds gekozen voor de vijfdaagse schoolweek, ihaar in het algemeen wil men voor lopig nog de status quo handhaven. Het Wachten is op het rapport van een com missie, die in september j.l. werd inge steld door O.. K. en W. Voorzitter van deze commissie is de heer G. Bramer, burgemeester van Den Ham. Deze ad viesgroep staat voor een moeilijke taak, Want er is op dit terrein geen argument of bewering of er staat wel een andere redenering of mening tegenover. On derstaande opsomming geeft hiervan een illustratie. De opvattingen van twee kanten zijn simpel geformuleerd en het et een lantaarntje moet men zoe ken naar de werknemers, die de vrfje zaterdag of de verkor te werktijd niet met vreugde in bezit hebben genomen. Onder bij voorbeeld het grondpersoneel van de KLM kan men employees met een moei- lijke zucht horen zeggen, dat ze naar de situatie van vroeger verlangen, dat Ze nu in vijf dagen zó hard aan de slag Öioeten om de afgebakende portie werk Verricht te krijgen, dat die vrije dag hun opbreekt. Ze zijn in vijf dagen van legen uur te duf gewerkt om de zesde dag van hun verdiende rust te profite ren. Maar deze werknemers behoren tot een minderheid inde grote groep der zaterdag-genieters. £>at die dag wordt genoten, daaraan hoeft men niet te twijfelen. Maar de bestedingswijzen zijn even gevarieerd als de mensen. De grote groep van verzaligde uitslapers is al lang in de bedden gesignaleerd. Het heel kleine groepje, dat de pastoor 's zaterdags morgens in de H. Mis van negen uur Opmerkt, is nog bijna ondergronds. l»e vaders, die met hun nog niet Schoolgaande zoon de kapper met een bezoek vereren om met een knap hoofd het weekeinde in te gaan, zijn althans voor de kapper vrij sterk in getal. De vaders die al of niet met de auto, maar in ieder geval met een boodschappentas op pad gaan om hun bijdrage aan het huishouden te leve ren, bevolken alle winkelstraten. Zij zijn lang niet allen slachtoffers van een gestreng huishoudelijk regiem. Want velen vinden het nu de uitge zochte dag om eens een grammofoon plaat, een nieuw kostuum, een lees baar boekje voor de zondag, een stuk gereedschap of een zak duivenvoer te kopen, en zijn dan niet te beroerd om tegelijk ook even langs de groen teman te lopen, of de bakker. En dan komen zij vaak nog voor de elf-uurs koffie terug met een gebakje. Hoeveel auto's er zaterdags gewassen worden, is bij benadering niet te schatten. Maar men kan ze in stoeten, met emmers, doeken, borstels, glimwas e.d. beladen, naar vaste punten even buiten de stad zien rijden. Daar wor den hele wagenparken tegelijk öpge- knapt. de steekproeven, die wij gehouden hebben, onderscheidt men al vrij gauw de categorieën: de „vrije-tijds- besteders" van het duivenplat en die van het knutselwerkje, de uitrusters en de muziekmakers, enz. Men ont moet de „ketters van het activisme' die menen dat ze op die vrije dag iets moeten doen, en de „gelukkige nietsnutten" van het dolce far niente. Toch blijken bij wat dieper graven die categorieën eigenlijk niet te be staan. Uiteindelijk zijn de variëteiten, zoals wij al schreven, even groot in aantal als er mensen met een vrije zaterdag zijn. De onderscheiding ligt in de manier waarop men de beste ding van de vrijheid ondergaat. En die staat weer regelrecht in betrek king tot ieders karakter, en ook tot iemands eigenlijke werkkring. De we tenschapsman die op zijn vrije zater dag een pad met flagstones in zijn tuin legt, ondergaat deze bezigheid anders dan bijvoorbeeld de grond werker, die iets soortgelijks op zijn volkstuintje doet. In het uitslapen vindt men evenzeer allerlei verschillen. De man die dit doet omdat hij dit na een drukke week nodig heeft, is in feite nog niet met de vrijheid van zijn vrije zater dag bezig. Neen, hij is nog met zijn arbeid doende. Hij verzamelt de krachten die hn nódig heeft om te werken, zoals h(j in de week ook èet en slaapt, in nauwe betrekking tot zjjn werk. Déze uren worden door zijn c.a.o. wel niet genoemd als arbeids uren van een 40- of 45-urige werkweek. Maar hij kan ze absoluut niet missen, en dus niet in vrijheid besteden, zo als met de recente arbeidstijdver korting toch wel in de bedoeling lag. Men kan zich daarentegen het „uit slapen" ook veronderstellen als een heerlijk luieren, een spelen met ge dachten en dromerijen: een hoogst volwaardige menselijke bezigheid. Dat laatste gaat ons westerlingen over het a gemeen nogal slecht af doordat wjj lilden aan hetgeen wel eens „ar- beidsneurose" genoemd is Het nietsdoen en luieren kan in een an der geval hetzelfde zijn als ellendige verveling, een lanterfanten uit onver mogen, een gemis in de „homo lu- dens", die een mens behoort te zijn. Ook dit kan men constateren op de vrije zaterdag, nogal eens bij jonge mensen. Men kan allerwegen waarnemen, dat de vrije zaterdag uitbundig gevierd wordt, maar voor vrij grote groepen mensen is de vrije zaterdag geen toe neming van de arbeidsvrije tijd. Dat geldt om te beginnen voor de ver moeide uitslapers. Er zijn ook men sen, met name veel hogere werkne mers, die hun werk mee naar huis nemen. Als dat geen dossiers zijn, dan zijn het wel hun gedachten aan hun arbeid. Zij lopen in hun vrije tijd nog te piekeren, ideeën uit te broe den, telefonische afspraken te maken. En als zij met hun kinderen naar de dierentuin gaan, ziet men deze heren aan voor vierders van de vrije zaterdag, maar in hun hersens wer ken zij voort. Grote groepen, vooral ook jongere werknemers, tijgen op hun vrije zaterdag aan de studie ter verbetering van hun maatschappelijke positie. De vrije zaterdag komt voort uit de verhoogde produktiviteit van de ar beid, hangt dus ook samen met de welvaart. Niet zozeer als gevolg van de vrije zaterdag, maar eerder als gevolg van de welvaart is ook de groep ontstaan, die de vrije dag ge bruikt om te werken en iets extra's te verdienen. H Men kan deze groep in alle bedrijfstak ken vertegenwoordigd zien. Wij spra ken hierover met havenarbeiders. Een sorteerder uit de haven zei: „De vrije zaterdag? Ik lust er wel pap van. Fijn hoor. Maar er zijn er hier veel, die zich als vrijwilliger voor overwerk opgeven. Dat zijn dan men sen, die een tv-toestel op de lat heb ben gekocht, of zoiets, en die moeten afbetalen. Ik ga thuis lekker timme ren." de overwerkers hebben de vrijheid van keuze, maar ze kiezen de onvrij heid van de arbeid, soms met een bepaald doel, zoals de aankoop van het begeerde televisietoestel, soms echter louter als slachtoffer van een niet ophoudende behoefte aan meer geld. De groep van overwerkers heeft vele facetten. De Huizers en Spakenbur gers in de Amsterdamse haven doen meestal overwerk op hun vrije za terdag. Waarom? Men moet mis schien vermoeden dat ze geen behoef te hebben aan vrije tijd omdat ze de kunst van de vrijetijdsbesteding niet verstaan. Men kan nog aannemen op neerkomen, dat men de kinderen boodschappen laat doen of dat ze op straat rondhangen. De kleine be huizing van vele gezinnen werkt dit in de hand. Pro: Toch wijzen de uitslagen van enkele enquêtes er op, dat de meerder heid van de ouders geporteerd 's voor de schoolvrije zaterdag. Contra: En zijn andere enquêtes, die het tegendeel hebben uitgewezen. Een verantwoord Onderzoek heeft nog niet plaats gevonden. Pro: Na een „long weekend" komen de leerlingen des maandags beter uit gerust op school. Contra: Na een „long weekend" is het voor de leerlingen moeilijker des maandags weer op dreef te komen. Pro: De nadelen voor het onderwijs kunnen toch nooit zo ernstig zijn: er zijn immers scholen in Nederland, die van oudsher óp zaterdag vrij hebben gehad en op woensdagmiddag niet. Contra: De ervaringen opgedaan met een vijfdaagse schoolweek zijn te beperkt om er conclusies voor het gehele onderwijs aan te verbinden. Vooral voor het v.h.m.o. zijn moei lijkheden te voorzien. Wanneer men de zaterdagochtend vrij maakt en in plaats daarvan op woensdagmid dag les geeft, missen de leerlingen hun rustpunt midden in de week. Pro: Zolang wetenschappelijk niet is uitgemaakt waar de rustperiodes moe ten liggen en hoe lang ze moeten zijn, is het verzet tegen school-op-woensdag- middag een slag in de lucht. Contra: De vermoeidheid van leerlingen en leerkrachten is inderdaad nooit wetenschappelijk gemeten, maar daarom zou ook een verandering een sprong in het duister zijn. Enerzijds is niet aangetoond, dat de bestaande toestand niet goed is, anderzijds is niet aangetoond, dat de nieuwe toe stand beter zou zijn. Het onderwijs is ook huiverig voor verlenging van de andere schooldagen omdat men vreest, dat de aandacht van de leer lingen in de laatste lesuren zal ver slappen. Bovendien komen de leer lingen dan nog weer later aan hun huiswerk toe. Pro: Er zou misschien ook een oplos sing gevonden kunnen worden door een meer efficiënte wijze van lesgeven en door lesuren van 45 in plaats van 50 minuten te maken. Verder zijn er vrije zaterdagen te winnen door de vakanties in te korten. Contra: In het algemeen is het niet mogelijk de produktiviteit in de school op te voeren zoals men dat in een fabriek kan doen dit is dan ook een van de redenen waar om een vergelijking tussen bedrijfs leven en onderwijs niet opgaat. Het is inmiddels niet uitgesloten, dat er langs de weg van meer efficiency en kortere lesuren toch iets te be reiken zou zijn, maar het is té vre zen, dat de minder goede leerlingen hiervan de dupe zullen worden. Aan de duur van de vakanties zou mis schien wat te doen zijn, maar men moet wel bedenk' n, dat de kinderen ook hun vakanties nodig hebben. De onze zijn de kortste vergeleken met die van andere landen in Europa. Bovendien brengt verkorting van de vakanties nog weer meer moeilijk heden met de vakantiespreiding mee Pro: Men zal ook in ons land wel lot Invoering van de vijfdaagse schoolweek gedwongen worden door het toenemende schoolverzuim op zaterdag. Bovendien doen zich bij sommige streekscholen al moeilijkheden voor omdat er des zater dags onvoldoende openbare vervoermid delen zijn. iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiim dat er een geloofsovertuiging achter zit, volgens welke zij zich verplicht zien tot arbeiden. Op zondag werken de Huizers èn Spakenburgers niet over. Hoe gedifferentieerd de reacties op de vrije zaterdag zijn, moge nog blijken uit de opmerking van een werkneem ster uit een expeditiebedrijf. „In de zomer is het wel leuk, als liet tenmin ste goed weer is. In de winter heb ik liever geen vrije zaterdag. Wij moe ten de uren inhalen en dus vroeger beginnen, want de hoeveelheid colli die verzonden moet worden Is gelijk gebleven, of toegenomen. In de zo mer moeten wij dus ook uren inhalen, maar dan heb ik het er wel voor over." De besteding van de vrije zaterdag door de werknemers is, zoals uittentreure verklaard is, ook nog een probleem. In velerlei opzicht. Een tekort aan recreatiemogelijkheden kan het ge noegen in de weg zitten; de kinderen die naar school moeten, leggen hun beperkingen óp bij uitstapjes etc. En ook hebben velen nog moeite met zichzelf als het gaat om een zinvolle vrije-tijdsbesteding. Verschillende aan wijzingen geven te vermoeden, dat dit probleem klemmender is boven de grote rivieren dan er beneden, het klemmendst in het hoge noorden en het westen van het land. Daar is de bevolking ernstig en het minst speels, altijd Op werken aangewezen geweest, altijd diep geworteld in die moeizaam te torsen kleigrond. Het zuiden daar entegen heeft doorgaans beter raad geweten met vreugde en vrijheid, met de intense beleving van het mens zijn. Voor de Limburger mag men het, overdreven, aldus zeggen: die heeft het zo druk in zjjn vrije tijd, dat hij bijna geen tijd heeft om te werken. Neemt men hier de mijnwer ker bij de kop de mjjntecnnicus moet men eigenlijk zeggen dan ziet men hem altijd bezig op zijn twee vrije dagen in de week. Hij is zo be dreven met gereedschap dat hij aller lei knutselwerkjes kan opknappen. Heeft hij in zijn vrije avonduren ook niet meegeholpen aan de afbouw van de Heerlense schouwburg, toen men met de openingsdatum in het nauw dreigde te komen? HU beoefent de sport met grote hartstocht. Alleen al in een plaats als Heerier. zijn zeven tien voetbalclubs, vele met zes, zeven elftallen. Hij tuiniert, bouwt zelf zijn huis, hij is voortreffelijk thuis op een muziekinstrument en komt graag met zijn harmonie of fanfare de straat op of op een feestavond. Hij houdt dui ven, doet aan handboogschieten en heeft zijn lievelingen meelopen in de windhondenrennen. Urenlang kan hij „tjoepen" met een paar vrienden, en als dit kaartspelletje eens mocht vervelen, weet hij met een glas pils in de hand de rest van de dag nog uitstekend te besteden met losse en vaste gesprekken met iedereen in zijn omgeving. En hij doet zó graag aan vissen, dat hij geen vrede heeft genomen met het weinige water in zijn streek. Speciale gegraven visvij vers zpn er verscheidene. Ga maar eens kijken bij de „Droomvijver" in Hoensbroek. Daar vindt men de droom van de vrijheid in realiteit. Contra: Het is m principe niet juist de omstandigheid, dat men met een deel der leerlingen moeilijkheden heeft, tot uitgangspunt te maken van een regeling voor alle leerlingen. Dit betekent, dat de ouders, die hun kinderen op zaterdag wel naar school willen sturen, de dupe worden van het in gebreke blijven van andere ouders. Misschien wordt dc school door allerlei omstandigheden op de duur toch gedwongen tot een vrije zaterdag, maar het ligt niet op de weg van het onderwijs bij deze ont wikkeling voorop te gaan. lllllllllllllilllllllllllllIlllllIIllllllllllilllllllIlHlllllllllllllllllil Een verpleegster uit het Rotterdamse ziekenhuis Dijkzicht zegt weinig hoopvol: „Voor ons is een vrije zaterdag, of een extra vrije dag in de week geen overbodige luxe. Maar er is zo'n tekort aan verplegend personeel, dat de directies van ziekenhuizen een beroep op ons moeten doen voor overwerk. En doorgaans doen wij dat ook, zodat er van onze begeerde extra-rust niet veel komt." Een eventuele vijfdaagse werkweek voor het medisch en verplegend personeel is niet zo maar te verwezenlijken. Men wordt dan gedwongen een werkweek van vijf maal negen arbeidsuren in te voeren. De grotere vermoeidheid tengevolge van het langere dagwerk is al ongewenst, gezien de aard van het verantwoordelijke werk. De vermoeidheid kan dusdanig zijn dat die door de ontspanning van een extra vrije dag niet of nauwelijks gecompenseerd kan women. Ruim een jaar geleden wijdde de econoom drs. J. Soutendijk in „Het Ziekenhuiswezen" beschouwingen aan dit aspect. Er is daarbij gesproken over de dringende nodige verhoging van de efficiency in ziekeninrichtingen. Men moet er naar streven het werk af te kunnen met minder personeel per etmaal, zodat het te kort aan personeel kan worden ingehaald en men eens kan gaan beginnen aan een arbeidstijd verkorting. Een taakanalyse van het werk op de verpleegafdeling moet aan alle veranderingen vooraf gaan. Dan pas kan men uitmaken hoeveel personeel in ziekeninrichtingen meer nodig is als men overgaat naar een werkweek van 45 uur. Zeer schematisch en voorlopig heeft drs. Soutendijk becijferd wat de kostenstijging per verpleegdag zal zijn bij arbeidstijdverkorting. Voor ziekenhuizen ligt de kostenstijging tussen vijftig cent en een gulden. Voor sanatoria kwam de econoom op een stijging van 38 cent. Invoering van een prijsstijging echter zal weer stuiten op moeilijkheden van de kant van de regering. Het ziet er dus vrij somber uit voor het verplegend personeel. Een overwaardering van het huishoudelijk werk. De Nederlandse huisvrouw, aldus mevrouw Severijnen, is een typische „poetsvrouw". Zij leeft bh de gratie van „vloeren, van welke men kan eten". En zij heeft de neiging de gezinsgezelligheid min of meer op te offeren aan een goed bijgehouden boeltje. De meest gehoorde klacht aangaande de vrije zaterdag is dan ook deze, dal de mannen hem gebruiken om eens goed uit te slapen Zij doorkruisen daarmee de schoonmaakwoede van hun eega's, die om twee uur de boel a&n kant willen hebben Mevr. Severijnen stelt daar tegenover: „Wij huisvrou wen zouden de soepelheid moeten kunnen opbrengen de mannen op hun eigen wijze van hun vrije zaterdag te laten genieten, al zal het door uitslapen wezen. Vrije tijd is er per slot van rekening niet om nieuwe ^ver moeienissen, maar om nieuwe energie Op te doen." Toen de vrije zaterdag pas was ingevoerd, hoorde men de huisvrouwen op de eerste plaats zeggen: „Nu krijgen wij het nóg drukker". Verplaatsen de huisvrouwen hun zaterdagse werk dan niet naar bijvoorbeeld de vrijdag? Zeker, dat gebeurt. „Maar", zegt mevrouw Severijnen, „als je vindt dat er iedere dag gewerkt moet worden, valt er niet zo veel te verplaatsen. De huisvrouwen zouder. hun huishoudelijk werk eens opnieuw moeten bekijken. Wellicht zouden zij er dan toe kunnen komen een tikje lichtvoetiger te gaan werken. De invoering van de vrije zaterdag is overigens overrom pelend snel gekomen. Daardoor bleek misschien des te duidelijker dat wij de weelde van die vrije zaterdag nog niet aan konden, omdat wij nog niet in staat waren écht te genieten." Wat allemaal niet wegneemt dat mevr. Severijnen de zaken niet zo eenzijdig ziet als het tot nu toe geciteerde wellicht zou doen vermoeden. Zij spreekt met enige vro lijke verbazing over het feit, dat de markt zij woont in Helmond des zaterdags nog nooit zó druk is ge weest met „winkelende" mannen, maar zij ziet de vrije zaterdag wel degelijk als een nieuwe mogelijkheid voor de groei van een „gezinssolidariteit". Dat daarbij ook enig initiatief van de „vrije man" moet worden ver wacht, is zonder meer duidelijk. Zij acht het echter ken nelijk van beslissende betekenis dat de Nederlandse huis vrouw die vrije zaterdag „in een sfeer van welwillend heid" leert accepteren. Zij heeft overigens wel de indruk dat na de eerste chaotische onwennigheid „de waardering voor de vrije zaterdag groeiende is en dat de huisvrouwen gaan wennen aan de aanwezigheid van de mannen" Er zijn tekenen, die er op wijzen, dat zij samen van hun vrije zaterdag gaan genieten. Ziehier een willekeurige greep uit de reacties die tot nu toe binnenkwamen naar aanleiding van de vrije zaterdag En dat mag dan ook wel de overigens zeer voorlopige conclusie zijn van een enquête, die op dit moment inge steld wordt onder de huisvrouwen, aangesloten bij het Katholieke Vrouwengilde in Brabant en Zeeland, over de vrije tijdsbesteding. „Wij, mijn man en ik, hebben nu meer tijd voor ölkcicir „Ik tracht er een beetje een zondag van te maken." ,,'s Morgens rusten wij uit, 's avonds gaan wij uit." „Mijn man heeft eens in de drie weken een vrije zaterdag. Hij is zelden vroeg op, maar anders gaan we stadten." „Mijn man en de grote kinderen blijven zo lang in bed. Het wordt allemaal dubbel druk en laat." „Wij gaan gezellig de natuur in met de fiets." „Ik doe vrijdags het werk van zaterdags." „De drukste dag van de week is nu vrijdag. Ik wil klaar zijn voor de zaterdag." „Ze blijven dubbel lang in bed en dus heb ik het ubbel druk." „Ik vind het nu veel gezelliger voor de kinderen." „Ik ben niet blij met de vrije zaterdag. Hij kost mij meer en veel ongeregelder werk." „Wij gaan met zijn allen uit." „Wij hebben nu samen tijd voor de kinderen." „Ik heb geen hulp en met vijf kinderen heb ik dus druk werk." „Ik werk rustig door.' „Mijn man kan nu eindelijk eens rustig aan zijn studie werken. „Wij knappen zaterdags samen allerlei karweitjes op." „Mijn man doet zaterdags allerlei achterstallige kar weitjes. „Ik vind de vrije zaterdag héél gezellig, maar hij brengt wel meer kosten met zich mee." „De vrije zaterdag is voor mij geen probleem. Ik vind dat mijn man zpn tijd aan zijn eigen hobbies moet besteden." Al deze uitlatingen variëren al naar gelang het beroep van de man en vooral naar gelang de grootte van het gezin. In kinderrijke gezinnen is het probleem van de vrije zaterdag omvangrijker van aard. In het bijzonder wanneer dat gezin grote, werkende kinderen telt. Samenvattend zou men wellicht kunnen zeggen dat de invoering van de vrije zaterdag de Nederlandse huisvrouw ietwat overvallen heeft. Zij weet er nog niet goed weg mee. Zij heeft er, nu de zakeu eenmaal zo liggen op zichzelf geen bezwaren tegen, maar zij ziet wél nauwlettend toe, hoe de man en de grotere kinderen hun vrije zater dagmorgen doorbrengen. Zij heeft er géén vrede mee, dat zij dat sia ead of in een andere vorm van ledigheid doen. De meeste moeilijkheden heeft die huisvrouw, die maar moeilijk kan breken met de eenmaal gevestigde huishou delijke orde welke door de vrije zaterdag wel degelijk wordt doorbroken. Hij, die vrije zaterdag, vergt van de huisvrouw in ieder geval een maximum aan aanpassings vermogen. Misschien wel in die zin dat zij moet leren beseffen, dat zulks voor wat betreft de man vooralsnog óók het geval is. De vrije zaterdag is in ieder geval te snel gekomen. Men heeft er zich niet op kunnen voorbereiden. Hij zal dus nu in de harde praktijk moet rijpen. In de geesten van de huisvrouw en van de „huisman". En in dat geval zal die zaterdag op de duur wellicht vooral een positief goed kunnen blijken in zoverre hij om met mevrouw Severijnen te spreken bijdraagt tot een versterking van de „gezinssolidariteit". (Van onze redacteur economie) De herkomst van het verhaaltje is ons ontschoten, maai daar wordt het niet slechter van. Een arbeidersvergadering houdt zich aangenaam bezig met de perspectieven van de werktijdverkor ting. „De automatisering", zo zegt de voorzitter, „opent ongekende moge lijkheden. Er komt een tijd. da wij de werkgevers kunnen dwingen te volstaan met de eendaagse werk week; ik geloof dat we die dan het best op woensdag kunnen laten val len." De vergadering is er feestelijk beduusd van en zwijgt tot zich uit haar midden een figuur verheft, die aarzelend informeert: „Bedoelt U élke woensdag, voorzitter?" Het grapje glimt, zoals alle goede grapjes, van alle kanten. Het wordt niet duidelijk welk verschijnsel hier voor de lachspiegel staat: de nooit te verzadigen vraaglust van de vakbon den of de individuele afkeer \an de arbeid, die hij sommigen ook nog wel zal bestaan als de werkweek tot een werkdag ingekrompen zal zijn. Het is humor op de grens van luilekkerland. Werktijdverkorting roept vaak uto pistische visioenen op. Dat is ook ver klaarbaar, omdat vrije tfd zich ais sociale verworvenheid tn menig op zicht gunstig onderscheidt van andere zaken, die het Devechten waard zijn. Loonsverhogingen zijn bijvoorbeeld fraai, maar hun resultaat staat vaak ouder de bedreiging van stijgende prijzen. Sociale verzekeringen zijn al even mooi. maar zij verliezen iets van hun glans als zij actuele beteke nis krijgen: zijn zij niet bestemd voor de ouden, de zieken, de weduwen en de invaliden? En is het daarom niet beter van die sociale uitkeringen ver schoond te blijven dan dat men er door het noodlot of het onstuitbaar ver gaan van de tijd door getroffen wordt? Zo beschouwd is er niet veel dat Zich kan meten met ae verkorting van de werktijd. Zij valt ons toe in de kracht van het leven, zij staat los van caia miteiten, zij is een overwinning or het „zweet des aansehijns". Misschien is net daaruit te verkla ren dat het streven naar arbeidstijd verkorting in onze economie zo onge remd zijn slag geslagen heeft. Maai zelden na de oorlog is een sociale ontwikkeling zo '.omeloos op hol ge slagen als die van de vijfdaagse werk week. Er was geen houden aan. De aantrekkingskracht van de vrije zater dag lijkt zelfs groter te zijn geweest dan die van loonsverhogingen. Matri archale invloeden lijken daaraan niet vreemd te zijn. Een echtgenoot, die beweert zeer veel te verdienen, is vaak minder geloofwaardig dan een luierende, boodschappende of knut selende wederhelft. De uitdagende aanwezigheid van de laatste vormt een niet te miskennen sociaal feit en een demonstratieve uitdaging voor achterblijvers. Toch heeft net verschijnsel ook zjjn kwalijke kanten. Werktijd verkorting is zelfs een tweesnij dend zwaard. Zij kan naar ge lang van de wisseling van de conjunc tuur een andere en veel minder vro lijke kleur aannemen. Er zit iets structureels, iets puur technisch aan. Door de toenemende technische mo gelijkheden tot vervanging van arbei ders door machines is de economie steeds beter in staat zich los te ma ken van de arbeidende mens. Leidt een hoogconjunctuur met oen gespan nen arbeidsmarkt en hoge lonen tot arbeidbesparende werktechnieken veelal samengevat onder de naam automatisering deze tendens zal niet ophouden wanneer de conjunc tuur een ongunstige wending neemt. Werktijdverkorting past. zt1 het in minder geordende vorm, even goed bij een depressie ais bij een hoogcon junctuur. ook al gaat het verlangen in het eerste geval meer van de werk gevers en in het tweede geval vooral van de werknemers uit. De vooruit gang van de automatisering lijkt steeds meer een autonoom stimule rende factor te worden, een tendens die zich ook buiten net gevecht om betere arbeidsvoorwaarden om kan voortzetten. Tijdens een hoogconjunc tuur verzet niemand zich tegen die ontwikkeling. Er zijn immers lege plaatsen genoeg op de arbeidsmarkt en de baantjes die zich voor automa tisering lenen zijn over het algemeen de interessantste niet. Zo werken hoge lonen en de voortgang van de tech niek een situatie in de hand, waarin bepaalde produktieprocessen met steeds minder mensen dezelfde pro- dukten of zelfs een grotere hoeveel heid produkten kunnen leveren. Natuurlijk scheot de vrije tijd, die daardoor ontstaat, nieuwe en giotere behoeften, met name in de dienstver lenende en culturele sector. Maar het is nog helemaal geen uitgemaakte zaak of het totaal van de werkgele genheid daardoor op het peil zal blij ven dat past bij het komende aanbod van arbeidskrachten. De meningen daarover z|1n zeer verdeeld en vari eren van groot optimisme tot zwart pessimisme. Hoewel in het land, dat oo het terrein van de automatisering het verst gevorderd is de U.S.A. de grenzen van de mogelijkheden nog lang niet bereikt 2ijn, Dreekt men zich daar nu reeds het hoofd over de op lopende trend van de werkloosheid, die structurele neigingen blijkt te ver tonen en die zich bovendien het meest onheilspellend openbaart in de vorm van langdurige werkloosheid. Dat is de zij het omstreden schaduw zijde van de automatisering in de in dustrie. Zolang de noogconjunctuur zich voortzet, valt die schaduwkant niet zo op en zolang is ook het stre ven naar werktijdverkorting een ge zamenlijk belang van werkgevers en werknemers. Het is een vleugje van het paradijs. Het probleem ontstaat pas bij ketende wind. Bij ons loopt dat allemaal zo'n vaart nog niet. Maar -n de kiem zjjn alle Amerikaanse problemen ook hier aan wezig. Ongetwijfeld zou de vijfdaagse werkweek dan ook minder snel van de grond gekomen zijn als de conjunc tuur haar invoering werkelijk tot een alternatief voor loonsverhoging ge maakt had. Nu dit niet het ge"al ia, hebben wij zowel van deze vijfdaagse als van de loonsverhogingen ons graantje meegepikt. Er kunnen echter tijden komen waarin de werktijdver korting geen weelde-verschijnsel meer is. maar een onafwendbare en onwel kome noodzaak. Mogen wij daar lang voor gespaard blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9