McNamara in conflict met Amerikaanse luchtmacht SLAGKRACHT IN GEDING Van de Fordfabriek naar het Pentagon Italiaanse documenten over april tot juni 1940? Hitier stelde Mussolini voor voldongen feit Führer dankte Duce voor diens begrip Gesprek van de Italiaanse gezant met koning Leopold Kennedy's minister van Defensie De getuigenis van Paulucci Christus mM ZATERDAG 31 MAART 1962 PAGINA In Amerika is een heftige strijd gaande over het nut van een vliegtuig, dat nog geproduceerd moet worden. De inzet van dit conflict is de B-70 (of RS-70) een bommenwerper die een snelheid zou kunnen ont wikkelen van meer dan drie duizend kilometer per uur. Het eerste proef-exemplaar zal in de cember van dit jaar gereed ko men, maar als het type in serie geproduceerd zou worden, zou het toch pas over een jaar of vijf een rol spelen in het Amerikaanse defensie-systeem. De vraag is nu, of de B-70 tegen die tijd niet ver ouderd zal zijn, gezien de snelle ontwikkeling van de interconti nentale raketten. De partijen in deze strijd zijn: aan de ene kant president Kennedy en diens mi- nister van Defensie, Robert S. McNamara, en aan de andere kant de chef-staf van de Ameri kaanse luchtmacht, generaal Cur tis LeMay, die de steun geniet van een belangrijke groep in het Congres, en vooral van de Com missie voor de Strijdkrachten van het Huis van Afgevaardigden. (Van onze Romeinse corres pondent) Het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken deed dezer dagen in de „Rac- colta di Documenti Diplomatici Italiani" 9e Serie 1939 1943 deel IV (9 april-10 juni 1940) het licht zien. De stukken in dit deel gepubliceerd zijn dus uit de periode, die ligt tussen de Duitse aanval op Denemarken en Noor wegen en de oorlogsverklaring van Mussolini aan Frankrijk en Engeland. Volgens zijn gewoonte stelde Hitier de Duce voor een fait accompli, toen hij de 9e april Mussolini deed weten, dat de informaties „der laatste dagen" hem gedwongen hadden Denemar ken en Noorwegen te doen bezet ten. „De operaties zijn sinds hedenmorgen 5 uur 15 aan de gang". Dat de bliksemactie ook bliksemsnel was voorbereid, ge loofde niemand. Zij maakte op de geallieerden en op de neutrale landen een des te diepere indruk. Interessant in dit verband is een kleine passage uit het rapport van de Italiaanse ambassadeur in Parijs Guariglia. De secretaris generaal van de Quai d'Orsay, de heer Leger „las mij vertrouwelijk twee zeer lange telegrammen van Frangois-Poncet woord voor woord voor. Een telegram was verzonden na een onderhoud met Uwe Excellentie" (Ciano). Gemel de ambassadeur beschreef, hoe de Italiaanse publieke opinie „behal ve van germanofiele gevoelens ook van vrees getuigde voor de Duitse macht". De aanval op Denemar ken en Noorwegen had grote bezorgdheid verwekt in Nederland en België. Wat hebben de V.S. over vijf jaar aan een Er zijn niet alleen strategische op vattingen in het geding, maar er is ook een constitutionele kwestie ont staan. De president is bereid 171 mil joen dollar te besteden aan de verdere ontwikkeling van de B-70, maar het Huis van Afgevaardigden wil hem meer laten uitgeven. Kan het Congres de president dwingen tot verhoging van deze begrotingspost? Het Congres zegt, dat het dit recht bezit krachtens arti kel 1 van de grondwet, waarin het de bevoegdheid is gegeven strijdkrachten te vormen. Maar Kennedy beroept zich op artikel 2 van de Constitutie, waarin staat dat de president opper bevelhebber van de strijdkrachten is. Generaal LeMaw die comman dant was van het Strategisch Lucht- commando (S.A.C.) vóór hij aan het hoofd kwam te staan van alle lucht strijdkrachten, is van mening dat de B-70 onmisbaar is voor de „soepel heid" van de Amerikaanse defensie. Volgens hem kan het Amerikaanse strategische wapen niet alleen be staan uit intercontinentale raketten (ICBMs), maar zal er voor super sonische bommenwerpers steeds een aanvullende taak zjin. Hij gelooft, dat de B-70 ook als een afschrikwekkend middel (deterrent) een bijzondere functie heeft. Hij beweert, dat de Russen nog steeds nieuwe bommen werpers tot ontwikkeling brengen, en dat zij zich niet uitsluitend op raketten concentreren. Sinds kort voert de luchtmacht voorts het argu ment aan, dat de B-70 als verken ningsvliegtuig een belangrijke rol zou kunnen spelen. LeMay heeft Le Amerikaanse minister van Defensie, Robert S. McNamara. als de B-70? Kennedy verweten, dat hij de slag kracht van Amerika verzwakt door het Strategisch Luchtcommando do B-70 te ontzeggen. Voor de aanhangers van LeMay in het Congres gelden nog andere dan strategische overwegingen. De produc tie in serie van zo'n kolossale bom menwerper zou aan een groot aantal industrieën werk geven. Sommige Con gresleden staan niet alleen onder druk van de Luchtmacht, maar ook van industriëlen die zich de orders voor de B-70 niet graag zouden zien ontgaan. Deze Congres-leden houden ook reke ning met die t ilrijke kiezers die werk zaam zijn in de bedrijven die voor de militaire vliegtuigbouw werken. McNamara heeft echter verklaard dat in 1967 de B-70 waarschijn lijk overbodig zou zijn. Op dat ogenblik zou de „destructieve kracht" van Amerika drie maal zo groot zijn als nu. De V.S. hebben dan de beschikking over duizend intercon tinentale raketten, veertig atoomduik boten met zeshonderdvijftig Polaris- raketten, alsmede zevenhonderd bom menwerpers van de types B-52 en B-58. Aan bommenwerpers van het type B-70 zou dan geen behoefte meer bestaan, aldus de minister van Defen sie. McNamara zegt ook, dat de B-70 op het ogenblik nog „ernstige techni sche gebreken" vertoont, en hij heeft tenslotte onthuld dat het hele college van chefs van staven (met uitzonde ring van de chef luchtmacht) zijn visie op de kwestie van de supersonische bommenwerper deelt. Het is ook opmerkelijk, dat Mc- Namara's drie laatste voorgangers op het departement van Defensie, de ministers Wilson, McElroy en Gates, al even gereserveerd stonden tegen over hef verlangen van de Lucht macht en het Congres om zo veel mogelijk geld te besteden aan de ontwikkeling van de B-70. McNamara wil echter het toestel niet volledig van zijn lijst schrappen. Hij vindt goed dat de experimenten met het vliegtuig worden voortgezet, omdat hij de mogelijkheid niet uitsluit dat, tengevolge van een wijziging in het spits willen drijven. De bejaarde Vin son, die om zijn grote politieke behen digheid de „Swamp Fox'1 wordt ge noemd, heeft, na een gesprek met Ken nedy op het Witte Huis, het dwingend karakter ontnomen aan zijn eis. Ander zijds hebben de president en McNamara Vinson verzekerd dat zij de mogelijk heden van de B-70 zouden blijven be studeren. Wie is deze minister van Defensie, die het op het gebied van de luchtverdediging durft op te nemen tegen een expert als LeMay? De 45-jarige Robert S. Mc. Namara heeft een ware bliksemcar rière gemaakt. Reeds op zijn twintigste jaar behaalde hjj een academische graad aan de economische faculteit De B-70, een supersonische bommenwerper van 200 ton, die een snelheid zou kunnen ontwikkelen van meer dan 3000 km per uur. Een eerste proef-exemplaar van dit type zal op het einde van dit jaar gereed moeten zijn. Het is nog de vraag of het toestel in serie zal worden gebouwd. militaire machtsevenwicht, de B-70 bijvoorbeeld als verkenningsvliegtuig nog bruikbaar zou zijn. Maar op het ogenblik acht hij die mogelijkheid zo gering, dat hij de kosten van het project zoveel mogelijk wil beper ken. Hij geeft toe, dat hij niet in de toekomst kan zien, maar zijn oordeel is gebaseerd op de verwach tingen van dit ogenblik. De strijd van de president en McNa mara tegen de voorzitter van de Com missie voor de strijdkrachten, de 78-jari- ge Carl Vinson, is dezer dagen voorlo pig bijgelegd. De beide partijen hebben de constitutionele kwestie niet op de van de beroemde Harvard-universiteit. Op vierentwintigjarige leeftijd werd hij aan diezelfde universiteit hoogleraar in de handelswetenschappen. welke functie hij bekleedde tot hij de oorlog inging. Hij werd officier bij de Lucht macht en in 1945 was hij opgeklommen tot de rang van overste. Voor zijn prestaties onder de oorlog kreeg hij de orde van het Legioen van Ver dienste. Onmiddellijk na de oorlog trad hij in dienst bij Ford, waar hij binnen enkele jaren een directeurspost had. Toen hij eind 1960, door de toenmalige president-elect Kennedy, aangezocht werd voor de post van minister van Defensie, stond McNamara aan het hoofd van het hele Ford-concern. In Amerika noemt men McNama ra een egghead", of intellectueel, vanwege zijn grote eruditie. In zijn schaarse vrije tijd pleegt hij boeken te lezen over filosofische of andere ernstige onderwerpen, en hij is ook in hoge mate geïnteresseerd in mo derne schilderkunst. Hij is ouderling van de Presbyteriaanse Kerk, en zijn integriteit wordt algemeen ge respecteerd. Hij pleegt steeds zeer gewetensvol te werk te gaan. Tijdens zijn loopbaan als zakenman heeft hij bijvoorbeeld nooit kerstgeschenken willen aannemen van relaties. Toen hij de post van minister van Defen sie aanvaardde, gaf hij een inkomen prijs van bijna een half miljoen dollar per jaar, om genoegen te nemen met een salaris van 25000 dollar. Bovendien verkocht hjj al zijn Ford-aandelen, wat hem op een po tentieel verlies kwam te staan van ongeveer drie miljoen dollar. Mc Namara heeft het ministerschap aan genomen uit plichtsbesef, en hij heeft daarvoor een groot financieel offer gebracht. Hij werd niet gedreven door politieke gevoelens, want hij is geen typische Democraat. Bij de jongste presidentsverkiezingen heeft hjj zijn stem uitgebracht op Kenne dy, maar tot dan toe ging zijn sym pathie meer naar de Republikeinse partij uit. Sinds januari 1961 zetelt McNamara op het Pentagon, het rijf hoekige ge bouw waar, sinds twintig jaar, het Amerikaanse ministerie van Defensie is gevestigd. Als „Secretary of Defen se" is hij een van de voornaamste leden van Kennedy's kabinet. President Eisenhower heeft indertijd drie ministers van Defensie versleten, maar algemeen wordt verwacht, dat de bekwame McNamara het langer zal volhouden dan zijn voorgangers. Ken nedy kan hem voorlopig niet missen. H. BRONKHORST He chef-sta] van de Amerikaanse lucht macht, generaal Curtis LeMay. Men bleef evenwel kalm, hoewel de verantwoordelijke kringen in de aan val op de beide Scandinavische lan den als het ware een voorbericht za gen van een volgende stoot tegen het eigen land. De Italiaanse gezant in Den Haag telegrafeerde Ciano o.a.: „De toon van de pers is flink en ge tuigt van zelfvertrouwen. Men her haalt de bekende verzekeringen over de strikte neutraliteit van Nederland en ook van België en onderstreept het belang voor de oorlogvoerende partij en om in deze hoek van Europa de vrede te bewaren. Daarbij is echter Nederland vast besloten om zich met geweld te verzetten tegen iedere po ging om zijn neutra1 i te schenden." In België was het niet anders. Van- Hitier en Mussolini me, dat de geallieerden in het geheim stappen deden bij de Belgische regering, dat zij Frans-Engelse hulp automatisch zou aanvaarden, als de Duitsers Neder land zouden binnenvallen. De geallieer den zouden dan 400.000 man in tweede verdedigingslinie tussen Antwerpen-Leu- vei,-Namen leggen, de Belgische troe pen dienden in de eerste lijn langs het Albertkanaal opgesteld te worden. Bo vendien vroegen de geallieerden om ge heime toelating van stafofficieren, die het plan ener gezamenlijke verdediging ter plaatse zouden komen uitwerken. Uit Berlijn meldde de ambassadeur Attolico, dat het in Nederland betrek kelijk rustig was. De 23e april tele grafeerde hij o.a.: „In de loop van een gesprek met (de Belgische ge- zart) Davignon vertelde deze mij iets belangwekkends over Nederland. Ter wijl de situatie daar, volgens mijn zegsman, tot nu toe deed vermoeden, dat Nederland wellicht bij een aanval voor de Duitse druk zou wijken en zich zou gedragen als Denemarken, schijnt thans Nederland besloten zich tot het uiterste te verdedigen. Die verandering zou te danken zijn aan het voorbeeld van Noorwegen." Het eerste bericht over de ophan den zijnde Duitse inval bereikte Rome via de gezant in Den Haag. Deze gaf op 6 mei door, dat hjj de avond tevoren een gesprek had gehad met de internuntius mgr. Giobbe. „De ze leek minder rustig dan gewoonlijk en ofschoon hij mij niet sprak over zijn uit Kopenhagen berichtte de gezant Sapuppo de boze gevoelens van het Deense volk en de mening van hen en van zijn neutrale collega's, „dat de gebeurtenissen Hitiers eerste ver keerde beweging zijn, zwaar van duis tere konsekwenties." Mussolini had Hitier geantwoord, dat hij diens „afgedwongen actie" begreep. De Führer dankte hem: „Wat deze ope raties voor ons betekenen en speciaal voor mij, wordt in de hele wereld slechts begrepen door één man buiten mij en die man zijt gij. Duce". Vanal hall april, zo geven de Ita liaanse berichten op, begonnen de geallieerden een steeds toenemen de druk op het neutrale België en Nederland uit te oefenen. Zij wilden, dat deze landen terstond een beroep zou den doen op preventieve hulp van Frank rijk en Engeland. De Italiaanse gezant te Brussel Paulucci rapporteerde, dat België dit afwees. Spaak, toen minister van buitenlandse zaken zei Paulucci, dat hulp vragen aan een belligerente partij betekende, dat men zijn neutra liteit opgaf. De Belgen koesterden, vol gens de Italiaanse diplomaat, vooraJ sympathie voor Engeland en legden een duidelijke germanofobie aan de dag. Maar zij wilden niets weten var enige protectie, noch van Londen, noch van Berlijn, 15 april telegrafeerde hij Ro- onderhoud met de (Ned.) minister van buitenlandse zaken, liet hij mij voelen, dat hij een alarmerend bericht (van het Vatikaan) ontvangen had." „Wanneer gij deze brief nntvangt, ben ik de Rubicon overgestoken". Dit schreef Hitier op 9 mei aan Mussolini. Weei waren „in de laatste dagen" zijn informaties zo dreigend geworden, dat de Führer gedwongen was tot hande len „om voornamelijk met militaire middelen de neutraliteit van België en Nederland veilig te stellen". Het gaat hier om een zaak van leven of dood van mijn volk en van het Reich voor de komende 500 of 1000 jaar." Toen waren reeds, zonder ultimatum, de Duit se valschermtroepen afgesprongen bo ven de Staelduinse bossen, bij het vlieg veld van Wassenaar en boven het fort Eben Emael. De 28e mei 1940 beval koning Leo pold als opperbevelhebber van de Bel gische strijdkrachten zijn troepen de wa pens neer te leggen. De Italiaanse am bassadeur in Londen, Bastianini. schreef zijl regering, dat hef bericht „door Churchill in veel gematigder termen werd meegedeeld, dan Reynaud had gedaan. In de Engelse pers gaat men intussen door de Belgische capitulatie te bestempelen als een openlijk ver raad, niet alleen van de zaak der ge allieerden, maar ook van de Belgi sche natie". De diplomaat uit zich alles behalve vriendelijk over de Engelsen en hij meent, dat al het praten over verraad de methode is om de onver mijdelijke nederlaag van het Britse ex- peditieleger te camoufleren, een ge schikt middel tevens als propaganda voor een Engelse weerstand en outran- ce. Pierlot, de eerste minister van de naar Frankrijk uitgeweken Belgische regering opende de aanval op koning Leopold, die tegen de grondwet en te gen de belangen van zijn land gehan deld zou hebben. Het was Reynaud, die enkele uren tevoren de inhoud en rich ting van de campagne bepaald had, al dus het Italiaanse oordeel. Een van de belangwekkendste pas sages uit het onlangs gepubliceer de IVe deel van de 9e serie der Italiaanse diplomatieke docu menten (9 april-10 juni 1940) wordt ge vormd door een uitvoerig rapport van de Italiaanse gezant Paulucci te Brus sel aan zijn regering. Uitvoerig en niet zonder ingenomenheid over de rol, die hij gespeeld had, berichtte de diplo maat van zijn gesprek met koning Leo pold kort np de capitulatie er. hij knoop te er beschouwingen aan vast over 's konings optreden en over de situatie in België „Zijne Majesteit verklaarde mij er vast van overtuigd te zijn, dat de ge kozen oplossing de enige was, door zijn leger, dat zonder hulpbronnen was ge komen, te sparen en onnutte slachting te voorkomen..." „De overgave, die hjj was overeen gekomen, was die van een legeraan voerder tegenover een enorm over machtige en overwinnende vijand en deze overgave was een zuiver militai re aangelegenheid..." „De koning ge hoorzaamde aan de meest fundamente le wetten der menselijkheid, hij bleef zijn volk trouw en de constitutie en ook in de tragische uren volgde hij de poli tiek van neutraliteit en onafhankelijk heid..." „Pierlot, Spaak en vele poli tiek verantwoordelijke mannen hadden steeds de unilateraliteit van de garan ties aan België "^evestigd evenals de inopportuniteit er de onmogelijkheid voor 't land om „een enkele man en een enkel kanon buiten het rijksgebied te zenden". „Het Belgisch leger werd te ruggedrongen tot in een hoek van het land. De avond van de 27e mei werd het front op verschillende plaatsen door broken. Het oppercommando stelde vast, dat men geen dag langer kon standhouden zonder een totale vernieti ging en zinloze uitroeiing over zich af te roepen. De beslissing tot overgave is dus niet uit de lucht komen vallen. Toen de Duitse pantserdivisies de kust bereikt hadden en Abbéville bezet, had de koning zelf bij herhaling de leden van de regering bericht, dat men nood gedwongen rekening moest houden met de mogelijkheid ener onvermijdelijke ca pitulatie. De koning heeft bericht la ter zenden aan de Engelse regerings autoriteiten en militaire leiders. De Franse verbindingsofficieren kregen ge lijke berichten. De kans om telefonisch met de Franse regering in contact te komen bestond niet meer, omdat de ver bindingen waren verbroken. Verschil lende dagen heeft men de koning uit genodigd België te verlaten. Maai hij weigerde zijr. soldaten in de steek te later en zijn verantwoordelijkheid als hoofd van het leger te ontgaan." De koning, aldus Paulucci, heeft geen on derhandelingen gevoerd, geen stuk ge tekend. Hij bleef de grondwet trouw en de militaire regels. Dat Leopold de bedoeling gehad ~ou hebben om 'n afzonderlijke vrede met Duitsland te sluiten, iets, wat iPierlot en anderen voorgaven, wijst Paulucci van de hand. Deze ge tuigenis is des te merkwaardiger, om dat uit zijn rapport tussen de regels door blijkt, dat de gezant persoonlek pro-Duits was. „Zijne Majesteit gaf er voor het ogen- ininiiiiiimmimniiiimiiiiiimimiimiiiimiimiiiiiiiiiimii fiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiioiiiiii'iiii"'"!"1 blik de voorkeur aan, dat zijn persoon in zekere zin op de achtergrond bleef en wei om te vermijden, dat iemand hem ervan zou kunnen beschuldigen, da hij het met de Duitsers eens was. Een tweede reden was, dat als hij de werkelijke uitoefening van zijn functies zou hernemen, hij wellicht gedwongen zou kunnen worden om een separate vrede met Duitsland te sluiten. Dit wil de hij vermijden, ook om zijn belofte gestand te doen, die hij de Engelse korting had gedaan. Daarom koesterde Zijne Majesteit de bedoeüng om zijn residentie Laeken te verlaten en zich terug te trekken in een bescheidener en minder bekend kasteel. Hij vroeg hierover mijn mening. Ik geloofde de koning erop attent te moeten maken, dat zijn verlaten van het slot van Lae ken het zijn tegenstanders in buiten en binnenland zou vergemakkelijken om het geloof ingang te doen vinden, dat hij zelf vrijwillig afstand deed van zijn rechten en zich verborg voor zijn volk. Zijne Majesteit deelde deze me ning en verklaarde, dat hjj te Laeken zoi' blijven..." In de verdere loop van het gesprek vermeldde de gezant ongevraagd de wandaden van de Franse en Engelse troepen in België en de reacties van het volk daarop. Het Duitse leger daarentegen had door zijn prestaties, zijn macht, zijn correctheid en zijn edelmoedigheid bij na alom niet liefde, maar achting ge wekt en vele malen ook bewondering". Toen de koning de Italiaanse gezant vroeg naar de vermoedelijke bedoelin gen van de Duitse regering met Bel gië. antwoordde deze, dat hjj van niets wist, maar dat naar zijn bescheiden mening Duitsland belang had bij de onafhankelijkheid van een bevriend Bel gië". De houding van het Duitse le ger de heraanhechting aan het Reich van Eupen en Malmédy alleen, de hou ding van de Führer. de radio en de Duit se pers tegenover de monarch, de erken ning van de onschendbaarheid van het diplomatieke corps, voorzover dat in Brussel gebleven was. dat alles stijfde mii in mjin opinie." De heer Paulucci heeft tenslotte bemiddeld bij de pauselijke nun tius mgr. Micara en bij de Ame rikaanse ambassadeur Cudahy, dat de koning buiten de Duitsers om aan paus Pius XII en aan president Roosevelt een boodschap kon sturen, waarin hij zijn houding uiteenzette. Ook bracht hij het verzoek van Leopold aan kardinaal Van Roey over, dat de prelaat de koning zou ontmoeten in Laeken Dat de gezant telegrafisch alle nieuws en de inhoud van een aantal stukken, als de brief van de koning aan Roo sevelt en Pius XII en het herderlijk schrijven van de kardinaal over de koning, CSano direct meldde en »r later nog eens een lang verslag over schreef, behoorde tot zijn taak. Als slot voegen wij dan uit het rap port nog twee feiten aan het reeds ver melde toe: De Führer in hoogst eigen persoon had telefonisch de Italiaanse gezant toegestaan om zonder getuigen met de koning te spreken en de Chef Staf van generaal von Bock had hem hiervan op de hoogte gesteld. „Gezien de duur van mijn gesprek, dat ruim anderhalf uur in beslag nam, achtte ik het geraden ten einde onjuiste veronder stellingen van de Duitse autoriteiten in Brussel te vermijden om gistermorgen met de gezantschapsraad Werkmeister te gaan praten en met een hoofdoffi cier van generaal von Bock en ik gaf hun opportune berichtei. over het vriendschappelijk onderhoud. Meer dan een dokument, dat i.e. de memoireliteratuur nastaat, is in elk ge val het rapport ran gezant Paulucci een eerstehands bron over de zo aan gevochten houding ran koning Leopold in de onheilsdagen van mei 1940. De bekende Limburgse publicist J. J. M. Brouwers pr. meent naast de bestaande grote levensbe schrijvingen van Christus een be hoefte te moeten onderkennen aan „een populair Jezusleven, dat ook voor de eenvoudige, ongeschoolde lezer geniet baar is". Aldus schrijft hij het in het voorwoord van zijn jongste boek ..Jezus, De Man van Liefde", waarmee hij dan aan bovenvermelde behoefte tegemoet wil komen. Pestoor Brouwers heeft reeds eerder bewezen een goed schrijver te zjjn, getuige zijn „Nieuwe wegen in de Zielzorg" (Nelissen. Bilthoven), terwijl zijn „Tempel van het Gezin" bij Romen en Zn. te Roermond reeds vijf herdruk ken mocht beleven. Het nu voor ons liggende boek wil een ontmoeting tot stand brengen met de Zaligmaker zelf om te komen tot een levende overgave aan Zijn Persoon in geloof en liefde. De auteur slaagt er in aan de hand van het evangelie een boeiende Christusfiguur te tekenen, welke dan moeilijk een andere kan zijn dan: dé Man van Liefde. De warme menselijkheid van Jezus krijgt een grote plaats. Dit lijkt ons zeer belang rijk, omdat vele schrijvers over Jezus' leven te weinig oog hebben voor Zijn gewone menselijkheid en menslievend heid, waardoor ze een afstand accen tueren, die Christus juist heeft willen overbruggen. De leer van Jezus is daarom zo boei end. omdat Hij niet alleen de weg wijst, maar de Weg is: niet alleen leven geeft, maar het Leven is; niet alleen de waar heid leert, maar als de Enige Waarheid in Persoon ontmoet wil worden. Dit steeds in alle facetten benadrukken, lijkt ons de grote waarde van dit boek. Wan neer de schrijver zijn boek een meer uit gewerkte inhoudsopgave had meegege ven, zou dit Christusleven een zeer ver dienstelijke handleiding kunnen blijken voor schoolgebruik Het boel! - dat geïllustreerd is met en kele fraaie fotoreprodukties heeft de schrijver vooreen nrno' mogelijke le zerskring bereikbaar willen maken. Het is in eigen beheer verkrijgbaar bii J. J. M. Brouwers, Banholt-Mheer (L) H. MO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9