McNamara in conflict met
Amerikaanse luchtmacht
SLAGKRACHT
IN GEDING
Van de Fordfabriek
naar het Pentagon
Italiaanse documenten over april tot juni 1940?
Hitier stelde Mussolini voor voldongen feit
Führer dankte Duce voor diens begrip
Gesprek van de Italiaanse
gezant met koning Leopold
Kennedy's minister van Defensie
De getuigenis van
Paulucci
Christus
mM
ZATERDAG 31 MAART 1962
PAGINA
In Amerika is een heftige strijd
gaande over het nut van een
vliegtuig, dat nog geproduceerd
moet worden. De inzet van dit
conflict is de B-70 (of RS-70)
een bommenwerper die een
snelheid zou kunnen ont
wikkelen van meer dan drie
duizend kilometer per uur. Het
eerste proef-exemplaar zal in de
cember van dit jaar gereed ko
men, maar als het type in serie
geproduceerd zou worden, zou het
toch pas over een jaar of vijf een
rol spelen in het Amerikaanse
defensie-systeem. De vraag is nu,
of de B-70 tegen die tijd niet ver
ouderd zal zijn, gezien de snelle
ontwikkeling van de interconti
nentale raketten. De partijen in
deze strijd zijn: aan de ene kant
president Kennedy en diens mi-
nister van Defensie, Robert S.
McNamara, en aan de andere
kant de chef-staf van de Ameri
kaanse luchtmacht, generaal Cur
tis LeMay, die de steun geniet
van een belangrijke groep in het
Congres, en vooral van de Com
missie voor de Strijdkrachten
van het Huis van Afgevaardigden.
(Van onze Romeinse corres
pondent)
Het Italiaanse Ministerie van
Buitenlandse Zaken deed
dezer dagen in de „Rac-
colta di Documenti Diplomatici
Italiani" 9e Serie 1939 1943
deel IV (9 april-10 juni 1940) het
licht zien. De stukken in dit deel
gepubliceerd zijn dus uit de
periode, die ligt tussen de Duitse
aanval op Denemarken en Noor
wegen en de oorlogsverklaring
van Mussolini aan Frankrijk en
Engeland. Volgens zijn gewoonte
stelde Hitier de Duce voor een
fait accompli, toen hij de 9e april
Mussolini deed weten, dat de
informaties „der laatste dagen"
hem gedwongen hadden Denemar
ken en Noorwegen te doen bezet
ten. „De operaties zijn sinds
hedenmorgen 5 uur 15 aan de
gang". Dat de bliksemactie ook
bliksemsnel was voorbereid, ge
loofde niemand. Zij maakte op de
geallieerden en op de neutrale
landen een des te diepere indruk.
Interessant in dit verband is een
kleine passage uit het rapport van
de Italiaanse ambassadeur in
Parijs Guariglia. De secretaris
generaal van de Quai d'Orsay, de
heer Leger „las mij vertrouwelijk
twee zeer lange telegrammen
van Frangois-Poncet woord voor
woord voor. Een telegram was
verzonden na een onderhoud met
Uwe Excellentie" (Ciano). Gemel
de ambassadeur beschreef, hoe de
Italiaanse publieke opinie „behal
ve van germanofiele gevoelens ook
van vrees getuigde voor de Duitse
macht". De aanval op Denemar
ken en Noorwegen had grote
bezorgdheid verwekt in Nederland
en België.
Wat hebben de V.S. over vijf jaar aan een
Er zijn niet alleen strategische op
vattingen in het geding, maar er is
ook een constitutionele kwestie ont
staan. De president is bereid 171 mil
joen dollar te besteden aan de verdere
ontwikkeling van de B-70, maar het
Huis van Afgevaardigden wil hem meer
laten uitgeven. Kan het Congres de
president dwingen tot verhoging van
deze begrotingspost? Het Congres zegt,
dat het dit recht bezit krachtens arti
kel 1 van de grondwet, waarin het de
bevoegdheid is gegeven strijdkrachten
te vormen. Maar Kennedy beroept
zich op artikel 2 van de Constitutie,
waarin staat dat de president opper
bevelhebber van de strijdkrachten is.
Generaal LeMaw die comman
dant was van het Strategisch Lucht-
commando (S.A.C.) vóór hij aan het
hoofd kwam te staan van alle lucht
strijdkrachten, is van mening dat de
B-70 onmisbaar is voor de „soepel
heid" van de Amerikaanse defensie.
Volgens hem kan het Amerikaanse
strategische wapen niet alleen be
staan uit intercontinentale raketten
(ICBMs), maar zal er voor super
sonische bommenwerpers steeds een
aanvullende taak zjin. Hij gelooft, dat
de B-70 ook als een afschrikwekkend
middel (deterrent) een bijzondere
functie heeft. Hij beweert, dat de
Russen nog steeds nieuwe bommen
werpers tot ontwikkeling brengen,
en dat zij zich niet uitsluitend op
raketten concentreren. Sinds kort
voert de luchtmacht voorts het argu
ment aan, dat de B-70 als verken
ningsvliegtuig een belangrijke rol
zou kunnen spelen. LeMay heeft
Le Amerikaanse minister van Defensie,
Robert S. McNamara.
als de B-70?
Kennedy verweten, dat hij de slag
kracht van Amerika verzwakt door
het Strategisch Luchtcommando do
B-70 te ontzeggen.
Voor de aanhangers van LeMay in
het Congres gelden nog andere dan
strategische overwegingen. De produc
tie in serie van zo'n kolossale bom
menwerper zou aan een groot aantal
industrieën werk geven. Sommige Con
gresleden staan niet alleen onder druk
van de Luchtmacht, maar ook van
industriëlen die zich de orders voor de
B-70 niet graag zouden zien ontgaan.
Deze Congres-leden houden ook reke
ning met die t ilrijke kiezers die werk
zaam zijn in de bedrijven die voor de
militaire vliegtuigbouw werken.
McNamara heeft echter verklaard
dat in 1967 de B-70 waarschijn
lijk overbodig zou zijn. Op dat
ogenblik zou de „destructieve
kracht" van Amerika drie maal zo
groot zijn als nu. De V.S. hebben dan
de beschikking over duizend intercon
tinentale raketten, veertig atoomduik
boten met zeshonderdvijftig Polaris-
raketten, alsmede zevenhonderd bom
menwerpers van de types B-52 en
B-58. Aan bommenwerpers van het
type B-70 zou dan geen behoefte meer
bestaan, aldus de minister van Defen
sie. McNamara zegt ook, dat de B-70
op het ogenblik nog „ernstige techni
sche gebreken" vertoont, en hij heeft
tenslotte onthuld dat het hele college
van chefs van staven (met uitzonde
ring van de chef luchtmacht) zijn visie
op de kwestie van de supersonische
bommenwerper deelt.
Het is ook opmerkelijk, dat Mc-
Namara's drie laatste voorgangers
op het departement van Defensie, de
ministers Wilson, McElroy en Gates,
al even gereserveerd stonden tegen
over hef verlangen van de Lucht
macht en het Congres om zo veel
mogelijk geld te besteden aan de
ontwikkeling van de B-70. McNamara
wil echter het toestel niet volledig
van zijn lijst schrappen. Hij vindt
goed dat de experimenten met het
vliegtuig worden voortgezet, omdat
hij de mogelijkheid niet uitsluit dat,
tengevolge van een wijziging in het
spits willen drijven. De bejaarde Vin
son, die om zijn grote politieke behen
digheid de „Swamp Fox'1 wordt ge
noemd, heeft, na een gesprek met Ken
nedy op het Witte Huis, het dwingend
karakter ontnomen aan zijn eis. Ander
zijds hebben de president en McNamara
Vinson verzekerd dat zij de mogelijk
heden van de B-70 zouden blijven be
studeren.
Wie is deze minister van Defensie,
die het op het gebied van de
luchtverdediging durft op te
nemen tegen een expert als
LeMay? De 45-jarige Robert S. Mc.
Namara heeft een ware bliksemcar
rière gemaakt. Reeds op zijn twintigste
jaar behaalde hjj een academische
graad aan de economische faculteit
De B-70, een supersonische bommenwerper van 200 ton, die een snelheid zou kunnen ontwikkelen van meer dan 3000 km
per uur. Een eerste proef-exemplaar van dit type zal op het einde van dit jaar gereed moeten zijn. Het is nog de vraag
of het toestel in serie zal worden gebouwd.
militaire machtsevenwicht, de B-70
bijvoorbeeld als verkenningsvliegtuig
nog bruikbaar zou zijn. Maar op het
ogenblik acht hij die mogelijkheid zo
gering, dat hij de kosten van het
project zoveel mogelijk wil beper
ken. Hij geeft toe, dat hij niet in
de toekomst kan zien, maar zijn
oordeel is gebaseerd op de verwach
tingen van dit ogenblik.
De strijd van de president en McNa
mara tegen de voorzitter van de Com
missie voor de strijdkrachten, de 78-jari-
ge Carl Vinson, is dezer dagen voorlo
pig bijgelegd. De beide partijen hebben
de constitutionele kwestie niet op de
van de beroemde Harvard-universiteit.
Op vierentwintigjarige leeftijd werd hij
aan diezelfde universiteit hoogleraar
in de handelswetenschappen. welke
functie hij bekleedde tot hij de oorlog
inging. Hij werd officier bij de Lucht
macht en in 1945 was hij opgeklommen
tot de rang van overste. Voor zijn
prestaties onder de oorlog kreeg hij
de orde van het Legioen van Ver
dienste. Onmiddellijk na de oorlog trad
hij in dienst bij Ford, waar hij binnen
enkele jaren een directeurspost had.
Toen hij eind 1960, door de toenmalige
president-elect Kennedy, aangezocht
werd voor de post van minister van
Defensie, stond McNamara aan het
hoofd van het hele Ford-concern.
In Amerika noemt men McNama
ra een egghead", of intellectueel,
vanwege zijn grote eruditie. In zijn
schaarse vrije tijd pleegt hij boeken
te lezen over filosofische of andere
ernstige onderwerpen, en hij is ook
in hoge mate geïnteresseerd in mo
derne schilderkunst. Hij is ouderling
van de Presbyteriaanse Kerk, en
zijn integriteit wordt algemeen ge
respecteerd. Hij pleegt steeds zeer
gewetensvol te werk te gaan. Tijdens
zijn loopbaan als zakenman heeft hij
bijvoorbeeld nooit kerstgeschenken
willen aannemen van relaties. Toen
hij de post van minister van Defen
sie aanvaardde, gaf hij een inkomen
prijs van bijna een half miljoen
dollar per jaar, om genoegen te
nemen met een salaris van 25000
dollar. Bovendien verkocht hjj al zijn
Ford-aandelen, wat hem op een po
tentieel verlies kwam te staan van
ongeveer drie miljoen dollar. Mc
Namara heeft het ministerschap aan
genomen uit plichtsbesef, en hij heeft
daarvoor een groot financieel offer
gebracht. Hij werd niet gedreven
door politieke gevoelens, want hij is
geen typische Democraat. Bij de
jongste presidentsverkiezingen heeft
hjj zijn stem uitgebracht op Kenne
dy, maar tot dan toe ging zijn sym
pathie meer naar de Republikeinse
partij uit.
Sinds januari 1961 zetelt McNamara
op het Pentagon, het rijf hoekige ge
bouw waar, sinds twintig jaar, het
Amerikaanse ministerie van Defensie
is gevestigd. Als „Secretary of Defen
se" is hij een van de voornaamste
leden van Kennedy's kabinet.
President Eisenhower heeft indertijd
drie ministers van Defensie versleten,
maar algemeen wordt verwacht, dat
de bekwame McNamara het langer zal
volhouden dan zijn voorgangers. Ken
nedy kan hem voorlopig niet missen.
H. BRONKHORST
He chef-sta] van de Amerikaanse lucht
macht, generaal Curtis LeMay.
Men bleef evenwel kalm, hoewel de
verantwoordelijke kringen in de aan
val op de beide Scandinavische lan
den als het ware een voorbericht za
gen van een volgende stoot tegen het
eigen land. De Italiaanse gezant in
Den Haag telegrafeerde Ciano o.a.:
„De toon van de pers is flink en ge
tuigt van zelfvertrouwen. Men her
haalt de bekende verzekeringen over
de strikte neutraliteit van Nederland
en ook van België en onderstreept het
belang voor de oorlogvoerende partij
en om in deze hoek van Europa de
vrede te bewaren. Daarbij is echter
Nederland vast besloten om zich met
geweld te verzetten tegen iedere po
ging om zijn neutra1 i te schenden."
In België was het niet anders. Van-
Hitier en Mussolini
me, dat de geallieerden in het geheim
stappen deden bij de Belgische regering,
dat zij Frans-Engelse hulp automatisch
zou aanvaarden, als de Duitsers Neder
land zouden binnenvallen. De geallieer
den zouden dan 400.000 man in tweede
verdedigingslinie tussen Antwerpen-Leu-
vei,-Namen leggen, de Belgische troe
pen dienden in de eerste lijn langs het
Albertkanaal opgesteld te worden. Bo
vendien vroegen de geallieerden om ge
heime toelating van stafofficieren, die
het plan ener gezamenlijke verdediging
ter plaatse zouden komen uitwerken.
Uit Berlijn meldde de ambassadeur
Attolico, dat het in Nederland betrek
kelijk rustig was. De 23e april tele
grafeerde hij o.a.: „In de loop van
een gesprek met (de Belgische ge-
zart) Davignon vertelde deze mij iets
belangwekkends over Nederland. Ter
wijl de situatie daar, volgens mijn
zegsman, tot nu toe deed vermoeden,
dat Nederland wellicht bij een aanval
voor de Duitse druk zou wijken en
zich zou gedragen als Denemarken,
schijnt thans Nederland besloten zich
tot het uiterste te verdedigen. Die
verandering zou te danken zijn aan
het voorbeeld van Noorwegen."
Het eerste bericht over de ophan
den zijnde Duitse inval bereikte
Rome via de gezant in Den Haag.
Deze gaf op 6 mei door, dat hjj
de avond tevoren een gesprek had gehad
met de internuntius mgr. Giobbe. „De
ze leek minder rustig dan gewoonlijk
en ofschoon hij mij niet sprak over zijn
uit Kopenhagen berichtte de gezant
Sapuppo de boze gevoelens van het
Deense volk en de mening van hen
en van zijn neutrale collega's, „dat
de gebeurtenissen Hitiers eerste ver
keerde beweging zijn, zwaar van duis
tere konsekwenties."
Mussolini had Hitier geantwoord, dat
hij diens „afgedwongen actie" begreep.
De Führer dankte hem: „Wat deze ope
raties voor ons betekenen en speciaal
voor mij, wordt in de hele wereld slechts
begrepen door één man buiten mij en
die man zijt gij. Duce".
Vanal hall april, zo geven de Ita
liaanse berichten op, begonnen de
geallieerden een steeds toenemen
de druk op het neutrale België
en Nederland uit te oefenen. Zij wilden,
dat deze landen terstond een beroep zou
den doen op preventieve hulp van Frank
rijk en Engeland. De Italiaanse gezant
te Brussel Paulucci rapporteerde, dat
België dit afwees. Spaak, toen minister
van buitenlandse zaken zei Paulucci,
dat hulp vragen aan een belligerente
partij betekende, dat men zijn neutra
liteit opgaf. De Belgen koesterden, vol
gens de Italiaanse diplomaat, vooraJ
sympathie voor Engeland en legden een
duidelijke germanofobie aan de dag.
Maar zij wilden niets weten var enige
protectie, noch van Londen, noch van
Berlijn, 15 april telegrafeerde hij Ro-
onderhoud met de (Ned.) minister van
buitenlandse zaken, liet hij mij voelen,
dat hij een alarmerend bericht (van
het Vatikaan) ontvangen had."
„Wanneer gij deze brief nntvangt, ben
ik de Rubicon overgestoken". Dit
schreef Hitier op 9 mei aan Mussolini.
Weei waren „in de laatste dagen" zijn
informaties zo dreigend geworden, dat
de Führer gedwongen was tot hande
len „om voornamelijk met militaire
middelen de neutraliteit van België en
Nederland veilig te stellen". Het gaat
hier om een zaak van leven of dood
van mijn volk en van het Reich voor
de komende 500 of 1000 jaar." Toen
waren reeds, zonder ultimatum, de Duit
se valschermtroepen afgesprongen bo
ven de Staelduinse bossen, bij het vlieg
veld van Wassenaar en boven het fort
Eben Emael.
De 28e mei 1940 beval koning Leo
pold als opperbevelhebber van de Bel
gische strijdkrachten zijn troepen de wa
pens neer te leggen. De Italiaanse am
bassadeur in Londen, Bastianini. schreef
zijl regering, dat hef bericht „door
Churchill in veel gematigder termen
werd meegedeeld, dan Reynaud had
gedaan. In de Engelse pers gaat men
intussen door de Belgische capitulatie
te bestempelen als een openlijk ver
raad, niet alleen van de zaak der ge
allieerden, maar ook van de Belgi
sche natie". De diplomaat uit zich alles
behalve vriendelijk over de Engelsen
en hij meent, dat al het praten over
verraad de methode is om de onver
mijdelijke nederlaag van het Britse ex-
peditieleger te camoufleren, een ge
schikt middel tevens als propaganda
voor een Engelse weerstand en outran-
ce. Pierlot, de eerste minister van de
naar Frankrijk uitgeweken Belgische
regering opende de aanval op koning
Leopold, die tegen de grondwet en te
gen de belangen van zijn land gehan
deld zou hebben. Het was Reynaud, die
enkele uren tevoren de inhoud en rich
ting van de campagne bepaald had, al
dus het Italiaanse oordeel.
Een van de belangwekkendste pas
sages uit het onlangs gepubliceer
de IVe deel van de 9e serie der
Italiaanse diplomatieke docu
menten (9 april-10 juni 1940) wordt ge
vormd door een uitvoerig rapport van
de Italiaanse gezant Paulucci te Brus
sel aan zijn regering. Uitvoerig en niet
zonder ingenomenheid over de rol, die
hij gespeeld had, berichtte de diplo
maat van zijn gesprek met koning Leo
pold kort np de capitulatie er. hij knoop
te er beschouwingen aan vast over
's konings optreden en over de situatie
in België
„Zijne Majesteit verklaarde mij er
vast van overtuigd te zijn, dat de ge
kozen oplossing de enige was, door zijn
leger, dat zonder hulpbronnen was ge
komen, te sparen en onnutte slachting
te voorkomen..."
„De overgave, die hjj was overeen
gekomen, was die van een legeraan
voerder tegenover een enorm over
machtige en overwinnende vijand en
deze overgave was een zuiver militai
re aangelegenheid..." „De koning ge
hoorzaamde aan de meest fundamente
le wetten der menselijkheid, hij bleef
zijn volk trouw en de constitutie en ook
in de tragische uren volgde hij de poli
tiek van neutraliteit en onafhankelijk
heid..." „Pierlot, Spaak en vele poli
tiek verantwoordelijke mannen hadden
steeds de unilateraliteit van de garan
ties aan België "^evestigd evenals de
inopportuniteit er de onmogelijkheid
voor 't land om „een enkele man en een
enkel kanon buiten het rijksgebied te
zenden". „Het Belgisch leger werd te
ruggedrongen tot in een hoek van het
land. De avond van de 27e mei werd
het front op verschillende plaatsen door
broken. Het oppercommando stelde
vast, dat men geen dag langer kon
standhouden zonder een totale vernieti
ging en zinloze uitroeiing over zich af
te roepen. De beslissing tot overgave
is dus niet uit de lucht komen vallen.
Toen de Duitse pantserdivisies de kust
bereikt hadden en Abbéville bezet, had
de koning zelf bij herhaling de leden
van de regering bericht, dat men nood
gedwongen rekening moest houden met
de mogelijkheid ener onvermijdelijke ca
pitulatie. De koning heeft bericht la
ter zenden aan de Engelse regerings
autoriteiten en militaire leiders. De
Franse verbindingsofficieren kregen ge
lijke berichten. De kans om telefonisch
met de Franse regering in contact te
komen bestond niet meer, omdat de ver
bindingen waren verbroken. Verschil
lende dagen heeft men de koning uit
genodigd België te verlaten. Maai hij
weigerde zijr. soldaten in de steek te
later en zijn verantwoordelijkheid als
hoofd van het leger te ontgaan." De
koning, aldus Paulucci, heeft geen on
derhandelingen gevoerd, geen stuk ge
tekend. Hij bleef de grondwet trouw en
de militaire regels.
Dat Leopold de bedoeling gehad ~ou
hebben om 'n afzonderlijke vrede
met Duitsland te sluiten, iets, wat
iPierlot en anderen voorgaven,
wijst Paulucci van de hand. Deze ge
tuigenis is des te merkwaardiger, om
dat uit zijn rapport tussen de regels
door blijkt, dat de gezant persoonlek
pro-Duits was.
„Zijne Majesteit gaf er voor het ogen-
ininiiiiiimmimniiiimiiiiiimimiimiiiimiimiiiiiiiiiimii
fiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiioiiiiii'iiii"'"!"1
blik de voorkeur aan, dat zijn persoon
in zekere zin op de achtergrond bleef
en wei om te vermijden, dat iemand
hem ervan zou kunnen beschuldigen,
da hij het met de Duitsers eens was.
Een tweede reden was, dat als hij de
werkelijke uitoefening van zijn functies
zou hernemen, hij wellicht gedwongen
zou kunnen worden om een separate
vrede met Duitsland te sluiten. Dit wil
de hij vermijden, ook om zijn belofte
gestand te doen, die hij de Engelse
korting had gedaan. Daarom koesterde
Zijne Majesteit de bedoeüng om zijn
residentie Laeken te verlaten en zich
terug te trekken in een bescheidener
en minder bekend kasteel. Hij vroeg
hierover mijn mening. Ik geloofde de
koning erop attent te moeten maken,
dat zijn verlaten van het slot van Lae
ken het zijn tegenstanders in buiten
en binnenland zou vergemakkelijken
om het geloof ingang te doen vinden,
dat hij zelf vrijwillig afstand deed van
zijn rechten en zich verborg voor zijn
volk. Zijne Majesteit deelde deze me
ning en verklaarde, dat hjj te Laeken
zoi' blijven..." In de verdere loop van
het gesprek vermeldde de gezant
ongevraagd de wandaden van de
Franse en Engelse troepen in België
en de reacties van het volk daarop.
Het Duitse leger daarentegen had
door zijn prestaties, zijn macht, zijn
correctheid en zijn edelmoedigheid bij
na alom niet liefde, maar achting ge
wekt en vele malen ook bewondering".
Toen de koning de Italiaanse gezant
vroeg naar de vermoedelijke bedoelin
gen van de Duitse regering met Bel
gië. antwoordde deze, dat hjj van niets
wist, maar dat naar zijn bescheiden
mening Duitsland belang had bij de
onafhankelijkheid van een bevriend Bel
gië". De houding van het Duitse le
ger de heraanhechting aan het Reich
van Eupen en Malmédy alleen, de hou
ding van de Führer. de radio en de Duit
se pers tegenover de monarch, de erken
ning van de onschendbaarheid van het
diplomatieke corps, voorzover dat in
Brussel gebleven was. dat alles stijfde
mii in mjin opinie."
De heer Paulucci heeft tenslotte
bemiddeld bij de pauselijke nun
tius mgr. Micara en bij de Ame
rikaanse ambassadeur Cudahy,
dat de koning buiten de Duitsers
om aan paus Pius XII en aan president
Roosevelt een boodschap kon sturen,
waarin hij zijn houding uiteenzette.
Ook bracht hij het verzoek van Leopold
aan kardinaal Van Roey over, dat de
prelaat de koning zou ontmoeten in
Laeken
Dat de gezant telegrafisch alle nieuws
en de inhoud van een aantal stukken,
als de brief van de koning aan Roo
sevelt en Pius XII en het herderlijk
schrijven van de kardinaal over de
koning, CSano direct meldde en »r
later nog eens een lang verslag over
schreef, behoorde tot zijn taak.
Als slot voegen wij dan uit het rap
port nog twee feiten aan het reeds ver
melde toe: De Führer in hoogst eigen
persoon had telefonisch de Italiaanse
gezant toegestaan om zonder getuigen
met de koning te spreken en de Chef
Staf van generaal von Bock had hem
hiervan op de hoogte gesteld. „Gezien
de duur van mijn gesprek, dat ruim
anderhalf uur in beslag nam, achtte ik
het geraden ten einde onjuiste veronder
stellingen van de Duitse autoriteiten in
Brussel te vermijden om gistermorgen
met de gezantschapsraad Werkmeister
te gaan praten en met een hoofdoffi
cier van generaal von Bock en ik gaf
hun opportune berichtei. over het
vriendschappelijk onderhoud.
Meer dan een dokument, dat i.e. de
memoireliteratuur nastaat, is in elk ge
val het rapport ran gezant Paulucci
een eerstehands bron over de zo aan
gevochten houding ran koning Leopold
in de onheilsdagen van mei 1940.
De bekende Limburgse publicist J.
J. M. Brouwers pr. meent naast
de bestaande grote levensbe
schrijvingen van Christus een be
hoefte te moeten onderkennen aan „een
populair Jezusleven, dat ook voor de
eenvoudige, ongeschoolde lezer geniet
baar is". Aldus schrijft hij het in het
voorwoord van zijn jongste boek ..Jezus,
De Man van Liefde", waarmee hij dan
aan bovenvermelde behoefte tegemoet
wil komen. Pestoor Brouwers heeft
reeds eerder bewezen een goed schrijver
te zjjn, getuige zijn „Nieuwe wegen in de
Zielzorg" (Nelissen. Bilthoven), terwijl
zijn „Tempel van het Gezin" bij Romen
en Zn. te Roermond reeds vijf herdruk
ken mocht beleven.
Het nu voor ons liggende boek wil een
ontmoeting tot stand brengen met de
Zaligmaker zelf om te komen tot een
levende overgave aan Zijn Persoon in
geloof en liefde. De auteur slaagt er in
aan de hand van het evangelie een
boeiende Christusfiguur te tekenen,
welke dan moeilijk een andere kan zijn
dan: dé Man van Liefde. De warme
menselijkheid van Jezus krijgt een
grote plaats. Dit lijkt ons zeer belang
rijk, omdat vele schrijvers over Jezus'
leven te weinig oog hebben voor Zijn
gewone menselijkheid en menslievend
heid, waardoor ze een afstand accen
tueren, die Christus juist heeft willen
overbruggen.
De leer van Jezus is daarom zo boei
end. omdat Hij niet alleen de weg wijst,
maar de Weg is: niet alleen leven geeft,
maar het Leven is; niet alleen de waar
heid leert, maar als de Enige Waarheid
in Persoon ontmoet wil worden. Dit
steeds in alle facetten benadrukken, lijkt
ons de grote waarde van dit boek. Wan
neer de schrijver zijn boek een meer uit
gewerkte inhoudsopgave had meegege
ven, zou dit Christusleven een zeer ver
dienstelijke handleiding kunnen blijken
voor schoolgebruik
Het boel! - dat geïllustreerd is met en
kele fraaie fotoreprodukties heeft de
schrijver vooreen nrno' mogelijke le
zerskring bereikbaar willen maken. Het
is in eigen beheer verkrijgbaar bii J. J.
M. Brouwers, Banholt-Mheer (L)
H. MO.