Doortimmerd ministerieel
betoog over pacificatie
•Jk vraag geen vermetel
vertrouwenmaar verwerp
wantrouwen
Kon./Shell GroepOliesurplus zal in
H.B.B. 1 naaste toekomst niet verdwijnen
Exportkredietgaranties
leggen miljardenlast op
Grotere Russische
moeilijkheden nog vergroten
TELMACHINE? BURROUGHS KOPEN!
Hervormde Kerk geeft richtlijn
uit voor oecumenisch gesprek
I
Vraag blijft sterk
JVü'f VOO1' OVV V 'Tf
MAMMOETWET IN TWEEDE KAMER
Van Thorbecke
tot Cals
PartijlooshpAd
Met geldkistje
onder de arm
gegrepen
Minister Zijlstra waarschuwt voor
onverantwoorde kredietverlening
vervetal
sterk... prachtig I
„Ontmoeting tussen kerken; géén
individualistische samenspraak
Reformatorische
Waardering VOOr Vijf hoofdoorzaken
vernieuwing
tfan Ifettewinkel
Kath. sectie in Ned.
Boekverkopersbond
Chemi
10
WOENSDAG 11 APRIL 1962
PAGINA 11
BELEGGINGSDEPOT
het jaarverslag 1961
wordt op aanvraag
gaarne toegezonden
DEN HAAG, 11 april Het ziet er niet naar
uit dat het huidige potentiële surplus aan olie in
de naaste toekomst zal verdwijnen. Aangezien de
vraag echter zeer levendig blijft, bestaat de hoop
dat herstel van het evenwicht tussen vraag en
aanbod niet onnodig lang zal uitblijven, aldus wordt
medegedeeld in het jaarverslag over 1961 van de
Kon. Ned. Petroleum Mij. Naar het zich laat aan
zien zal de vraag naar olie in 1962 en volgende
jaren blijven stijgen, en tot 1975 kunnen de voor
uitzichten op een aanhoudende groei van de
totale vraag naar energie goed worden genoemd.
Het grootste deel van deze toeneming zal door
aardolie moeten worden opgevangen.
Er is een verdere stijging te verwachten van de
Russische olie-export, die de huidige moeilijk
heden van de olie-industrie nog zal doen toene
men. Er mag echter op worden vertrouwd, dat
de betrokken landen zullen inzien, dat hun belan
gen geenszins gediend zijn met afhankelijkheid
van Russische olie, die hen zou kunnen blootstel
len aan politieke druk en het gevaar van een
onderbreking in de aanvoer.
Het is te verwachten dat het wereldtankerover-
schot nog wel enige jaren zal blijven bestaan.
Ten aanzien van de vooruitzichten voor chemi
sche produkten wordt opgemerkt, dat groepsmaat
schappijen de laatste jaren, hoofdzakelijk in West-
Europa en Noord-Amerika, grote bedragen in de
chemische industrie hebben geïnvesteerd. Of
schoon hun sterke marktpositie de belofte van
een snelle stijging in de verkoop inhoudt, is in de
meeste afzetgebieden voor chemische produkten,
in het bijzonder voor die op aardoliebasis, de
concurrentie zeer scherp geworden. Voor ver
schillende belangrijke produkten is de produktie-
capaciteit nog sneller gestegen dan de vraag, het
geen allerwegen tot prijsdalingen en bijgevolg tot
kleinere winstmarges heeft geleid. Op langere ter
mijn bezien echter zal de vraag naar chemische
produkten sterk blijven toenemen, zodat het even
wicht in deze industrie vermoedelijk binnen enkele
jaren zal zijn hersteld.
Resultaten
Principiële afwijzing
Personeel
ie
5?
(Van onze onderwijsredacteur)
v HAAG, 11 april Na zijn le-
v„ ige, som» scherpe inleiding van de
onge week heeft minister Cals giste-
dn Tweede Kamer een hecht
öm: •rarael'd betoog gehouden ter ver-
j "'Sing van enige essentiële punten
2()n Mammoetwet. Hoofdpunt was
historische interpretatie van de pa-
i'«atie, Bij onderwijskundige kwesties
s de bewindsman in dit, wederom twee
d' durende, deel van zjjn rede nog
""et aangeland. Het ging er nu eerst
m we ilev(foen tenslotte in Nederland
""et een unieke onderwijssituatie te
/"aken met het onderwijsverleden in
reine te komen. Dit leverde een
"are verhandeling op. Men zal niet
JdWnen volh .den, dat mr. Cals alleen
J"aar met „handigheden" zijn mam-
™0et door de Kamer sleept.
..^e bewindsman nam nog eens als
2Ön uitgangspunt, dat men het verschil
/"ssen openbaar en bijzonder onder
af niet moet toespitsen tot een tegen
stelling. Dit is geen persoonlijke vin-
P'"g van mij: ook in 1917 heeft men
"et verschil tussen de twee soorten on-
dfirwijs niet willen absoluteren, zo zei
mr. Cals. Ter ondersteuning van deze
""spraak kwam hij met talrijke cita-
le" uit de stukken van die tijd.
-De minister merkte op, dat men zich
"aar aanleiding van het wetsontwerp
tot regeling van het voortgezet onder
kus met een zekere verwoedheid heeft
geworpen op de exegese van de grond
wettelijke onderwijstermen. Men ver
bet echter wel eens, dat de onderwijs-
Pacificatie een compromis is geweest.
~6 formuleringen zijn destijds zorgvul-
">g bezien, maar niet ieder verstond er
"etzeifjjg onder. Mr. Cals schonk voorts
"Uzondere aandacht aan het grondwet
telijke woord „regelen" (het openbaar
onderwijs wordt bü de wet geregeld) en
"an het geven van regelen voor het
""zonder onderwijs.
Hiermee kwam de bewindsman te-
vens te spreken over de regelingen bij
Wet of bij algemene bestuursmaatregel,
een onderwerp waarover in de mam
moet-discussie reeds veel te doen is ge
weest. „Het moet mij van het hart",
29 zei mr. Cals, „dat ik het v„n wei-
"'g vertrouwen in ons staatsbestel vind
getuigen wanneer het zo wordt voor
gesteld alsof men aan de grootste wil
lekeur wordt overgeleverd zodra een
"egeling bij Algemene Maatregel van
Bestuur wordt getroffen. Het gaat toch
""et aan a priori te veronderstellen, dat
een orgaan van onze democratische
®>taat in strijd met de vrijheid van on
derwijs-, zou willen handelen. Bij een
goede ontwikkeling van de maatschap
pelijke organen zal het wantrouwen ze
ker kunnen worden weggenomen".
Met vrij veel omzichtigheid „ik
wil geen stekelige opmerkingen ma
ken" besprak mr. Cals vervolgens
enkele bedenkr gen van dr. Tilanus,
die twee weken geleden zei, dat de
minister weliswaar niet in strijd met
de Grondwet heeft gehandeld, doch
dat hij om de Grondwet heen is ge
wandeld.
„De pacificatie is voor mij meer dan
pen historisch monument... Zij is een
levend iets, dat moet worden aangepast
aan de eisen van de tijd", aldus de mi
nister. Wanneer men de indruk wekt
"at de grondwet niet gerespecteerd zou
2ijn, laat men dit dan met klem van
argumenten aantonen. Te lang is de
mythe verbreid, dat de pacificatie ge
schonden zou zijn en de vjjheid van
onderwijs in gevaar gebracht zou zijn.
„Ik vraag geen vermetel vertrouwen in
"et beleid van de overheid, maar ik
Verwerp wel het andere uiterste: voor
opgesteld wantrouwen".
Tot de heer Bruins Slot richtte de
bewindsman de vraag nu eens heel
concreet aan te geven waar de Mam
moetwet het de anti-revolutionairen
onmogelijk maakt hun diepste be
ginselen tot gelding te brengen. Ook
op andere punten vroeg mr. Cals een
Precisering van de anti-revolutionaire
bezwaren.
Inmiddels bleek de minister niet af
wijzend te staan tegenover enkele anti-
evolutionaire amendementen, die naar
2'in opvatting de principiële opzet van
"et wetsontwerp niet aantasten, al kan
"en der amendementen de elegantie
van de Mammoetwet wel bederven.
Het geheel van de 55 amendementen,
"ie van A.R.-zijde zijn ingediend,
"oemde mr. Cals een waardevolle con
structieve bijdrage tot het debat. Later
2ei hij echter ook: „Er zitten heel ge
vaarlijke amendementen tussen".
Evenals vorige week was de teneur
Van het betoog, dat in het bijzonder
"odoeld was voor de heer Bruins Slot,
uWjj staan r,iet zo ver van elkaar af".
öe vele acties tegen de Mammoetwet,
Bij het sterk historisch gerichte
betoog, dat de minister van
O. K. en W. gisteren in de Tweede
Kamer hield, hoorde ook een his
torisch document. Mr. Cals liet
onder de Kamerleden een fac
simile ronddelen van een
door Thorbecke eigenhandig
gewijzigde Memor' van Toelich
ting. Vooral ten geriev- van de
Christelijk-Historische fractielc_
der dr. Tilanus 'Mustreerde de mi
nister met dit stuk onder meer,
dat Thorbecke persoonlijk een
definitie van middelbaar onder
lijs gaf en dai ook hij het gehele
Sebied, liggend tussen het lager en
bet hoger onderwijs onder één
noemer bracht.
Thorbecke plaatste naast de
Zorgvuldig uitgeschreven Memorie
"an Toelichting in duidelijke
termen zijn eigen visie. Men zegt,
dat mr. Cals in „j stukken, die
hem worden voorgelegd, ook
nogal eens iets wijzigt...
Italië De voorzitter van de -ta-
'aanse kamer van afgevaardigden, Gio-
Va""i Leone, heeft formeel een ver-
®"igde zitting van het parlement voor
""ei uitgeschreven ter verkiezing van
nieuwe president. (UPI).
de onrust en de achterdocht hebben een
wantrouwen gewekt, dat in het wets
voorstel zelf geen grond vindt, aldus
spreker. Tegenover het bezwaar, dat de
overheid een conceptie heeft en geeft
van de grote lijnen der onderwijsont
wikkeling, stelde de minister, dat het
aangeven van een conceptie in het ver
leden ook altijd aanvaard is.
Vandaag zóu de minister verder spre
ken. Het mammoet-debat verloopt met
horten en stoten. De Nieuw Guinea-pro-
blematiek is er tweemaal tussen geko
men en bovendien kon de minister gis
teren een uur lang niet aan^het woord
komen, omdat de geluidsinstallatie van
de Kamer niet werkte. Nog altjjd is
men bezig met de eerste termjjn van
de algemene beschouwingen. De Ka
mer gaat deze week op reces en dan
duurt het weer tot begin mei voor het
debat kan worden voortgezet.
Terwijl mr. Burger dinsdagmiddag in de
Tweede Kamer aan het woord was, deed
zich een storing voor in de geluidsinstal
latie. Dit had niet alleen tot gevolg, dat
de kamerleden samendromden bij het
spreekgestoelte om niets van het betoog
van mr. Burger te missen, maar tevens
beklom een technicus het voorzitters
platform om de geluidsinstallatie te re
pareren. Later werd een nood-installatie
aangebracht.
De staatssecretaris van Financiën,
Dr. v.d. Berge, is niet b;j een poli
tieke partij aangesloten. Minister
Zijlstra schertste daarover in de
Eerste Kamer n.a.v. n opmer
king van mr. Pollema (CHU):
„Men kan de partijloosheid van de
staatssecretaris niet prijzen, el
respecteren". De langdurige om
gang met de (A.R.) m'nister zou
de staatssecretaris misschien nog
wel eens tot andere gedachten
kunnen brengen, noopte minister
Zijlstra.
Dr. v.d. Berge Is overigens ook al
drie jaar bij de socialistische mi
nister v.d. Kieft staatssecretaris
geweest. Ook deze heeft hem
blijkbaar niet kunnen overtuigen.
BRUMMEN. 11 april De gemeente
politie in Dieren heeft gisteren bjj het
station een man aangehouden verdacht
van inbraak. De man had een geldkist
je. met een inhoud van zevenduizend
gulden, dat maandag bij een 65-,iarige
inwoner te Eerbeek werd ontvreemd,
bij zich. De man. die ook inbrekers
gereedschap in zijn bezit had, heeft in
middels bekend. Hij zou vandaag voor
de officier van justitie in Zutphen wor
den voorgeleid.
Italië Het onderwijzend personeel
van Italiaanse lagere en middelbare
scholen heeft besloten drie dagen te
staken om kracht bil te zetten aan eisen
tot eenzelfde 'oonsverhoging als de
ambtenaren. AFP
(Advertentie)
,t» :v-. jjfig ;-vi. -if
Keizersgracht 706
Amsterdam
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG, 11 april Minister Zjjl-
stra heeft gisteren in de Eerste Kamer
gewaarschuwd tegen pogingen om door
onverantwoorde kredietverlening export
orders los te krijgen. Aanleiding hiertoe
waren de opmerkingen d-e de heren
v. Campen (KVP) en De Wilde (WD)
by het debat over de begroting van
Financiën hadden gemaakt over de ex
portkredietgaranties van de overheid.
Als er incidentele moeilijkheden zijn
omdat buitenlandse firma's aan de af
nemer ruimere kredietfaciliteiten wil
geven, dan is er met de minister wei
te praten. Maar hij wierp in de senaat
toen wel de vraag op of we moeten door
gaan met die „wedloop om dubieuze
debiteuren".
Het Rijk heeft een last van miljarden
op zich genomen uit hoofde van de ex
portkredietgaranties. „Wat gebeurt er
als het met de betalingen eens tegen
loopt?" zo vroeg de minister.
Zijn tweede vraag was of het, met
een overbelaste economie, wel verstan
dig is om te proberen met alle middelen
exportorders los te krijgen, die men niet
kan uitvoeren wegens gebrek aan ar
beidskrachten. Prof. Zijlstra zei te be
seffen, dat met deze opmerkingen niet
alles over het probleem gezegd is, maar
hij vond ze toch wel het overwegen
waard.
De bewindsman kondigde aan, dat
het uitgifteplan voor oostelijk Flevoland
niet lang meer op zich zal laten wachten
Hij wees verzoeken uit de senaat om
verkoop van bedrijven in de polders van
de hand. De senatoren hadden vooral
fedacht aan boeren, die elders, b.v.
oor stadsuitbreiding, van hun grond
zijn verdreven en die geen pachter wil
len worden. We zijn voor de polders als
geheel nog lang niet toe aan het afsto
ten van bedrijven, zei de minister. Het
zou irreëel zijn om daarmee hier en daar
voor een enkel bedrijf te beginnen. De
minister sprak van „een speldeknopje
eigendom" in de grote polders.
Staatssecretaris dr. v. d. Berge bleek
er niets voor te voelen om een aantal
urgente onderdelen uit het complex van
voorstellen tot herziening van het belas
tingstelsel te halen en apart te behan
delen. Uit de Kamer was o.a. gevraagd
om wijziging van de fiscale bepalingen
die fusies tussen bedrijven bemoeilijken.
(Advertentie)
(Van onze correspondent)
NIJMEGEN, 11 april De eenheid
in de Nederlandse Boekverkopersbond
is hersteld. Enige jaren geleden trad
een groot aantal katholieke leden uit
de bond, omdat zij meenden niet voldoen
de zeggenschap te hebben. Weliswaar
bestaat er reeds lang een vereniging,
die de belangen van de katholieke boek
verkopers behartigt, maar daarnaast
waren de katholieke boekverkopers ook
lid van de algemene bond. Op de giste
ren in Groot Hotel Berg en Dal gehou
den jaarvergadering van de Nederlandse
Boekverkopersbond is besloten een spe
ciale katholieke sectie in het leven te
roepen, hetgeen bet°kent dat de uitge
treden katholieke leden weer deel zullen
gaan uitmaken van de bond. Tegelijker
tijd werd ook een protestantse sectie op
gericht. Beide secties zuilen zich bezig
houden met de specifieke problemen
van de tot de secties behorende boek
verkopers. Na afloop van de jaarverga
dering ontving burgemeester Hustinx de
boekverkopers op het Nijmeegse stad
huis.
Tunesië President Habib Bour-
guiba van Tunesië zal morgen jn het
huwelijk treden met de 50-jarige Ouas-
sila Ben Amar. (UPI).
De staatssecretaris was kennelijk bang
dat het eind weg zou zijn, als hij eenmaal
zou beginnen met een voorkeursbehan
deling voor „urgente" wijzigingen. „Ik
heb in de loop van de jaren al zoveel
wensen als urgent horen bepleiten", zei
hij in de senaat. Bovendien zou het sy
steem eerder tot vertraging leiden, om
dat dan de hele procedure opnieuw zou
moeten beginnen, terwijl men nu reeds
een flink eind met de parlementaire
behandeling van de herzieningsontwer-
pen is gevorderd.
De minister van Binnenlandse Zaken
en van Financiën hebben overeenstem
ming bereikt over de uitbreiding van
het gemeentelijk belastinggebied, zo
werd nog meegedeeld. De voorstellen
zullen binnenkort aan het kabinet wor
den voorgelegd. Het is echter niet te
verwachten, dat ze vóór 1 januari 1963
aan de parlementaire behardeling toe
zullen zijn.
De uitbreiding van het gemeentelijk
belastinggebied gaat voor ca 100 mil
joen ten koste van de rijksbelastingen.
Als de gemeenten echter alle mogelijk
heden voor belastingheffing zouden be
nutten waartoe ze niet verplicht zijn
dan zou dat voor de belastingbetalers
een verzwaring van lasten betekenen.
De begroting werd z.h.s. aangenomen.
Zoals bekend bedroeg het netto-resul
taat van de Groep in 1961 187 (177,5)
min pond sterling. Deze toeneming van
9,5 min pond vond voornamelijk in het
vierde kwartaal plaats. De verkochte
hoeveelheden ruwe olie en oliepro-
dukten stegen in '61 met ca. 6 pet.,
terwijl de verkoop van chemische pro
dukten vrijwel gelijk was aan die van
1960. De grotere omzet werd verkre
gen ondanks een felle concurrentiestrijd,
doch dit komt in de inkomsten uit de
verkoop niet geheel tot uiting als gevolg
van lagere verkoopprijzen. Het totaal
van de opbrengst van verkopen en ande
re bedrijfsinkomsten ten bedrage van
2.790 (2.674) min pond sterling was
116 min pond sterling of 4 procent
hoger, omzetbelastingen e.d. beliepen in
totaal 783 (716) min pond een stijging
van 67 min pond of ruim 9 pet. De
netto-opbrengst van verkopen etc. steeg
dan tot 2.007 (1958) of met 2 X> pet. De
opbrengst van de verkopen van chemische
produkten vertegenwoordigde ook in '61
weer ca. 10 pet. van dit nettobedrag.
De post dividenden en andere inkom
sten, die steeg tot 39,5 (30,9) min,
bestond o.m. uit een winst van ca 9
Advertentie)
Hoofdkantoor: Leidseplein 5 - Amsterdam. Verkoopkantoren: Amsterdam (tel. 82082) - Den Haag (tel. 336469) - Rotterdam (tel.
120182) - Den Bosch (tel. 30567) - Utrecht (tel. 25435) - Arnhem (tel. 30265) - Groningen (tel. 26283).
(Van onze medewerker)
DEN HAAG, 11 april Het mode-
ramen van de Generale Synode der Ne
derlands Hervormde Kerk heeft een
nieuw officieel geschrift over de R.K.
Kerk het licht doen zien en de uitgave
op een druk bezochte persconferentie
nader toegelicht. Het geschrift draagt
tot titel: „De reformatorische houding
jegens de Rooms-Katholieke Kerk en
haar leden". De ondertitel luidt: Richt
lijnen aanvaard door de Generale Sy
node der Nederlands Hervormde Kerk
in haar vergadering van 30 oktober
1961." Deze publicatie zo werd met
klem betoogd is geen reactie op de
onlangs afgekondigde bisschoppelijke
richtlijnen over grenzen en mogelijkhe
den van godsdienstige samenkomsten
tussen katholieken en protestanten.
Beide zjjn onafhankelijk van elkaar ont
staan.
Twaalf jaar na het verschijnen van
het bekende „Herderlijk schrijven van
de Nederlands Herv. Kerk over de R.K.
Kerk" heeft de Generale Synode ge
meend een nieuw schrijven te moeten
doen uitgaan en wel vanwege het grote
klimaatsverschil tussen toen en nu. Het
schrijven van 1950 was vooral dogma
tisch gericht, het nu uitgegeven ge
schrift is op de eerste plaats op de
nraktijk afgestemd, en wel op de prak
tijk van het „oecumenisch" gesprek.
Het begint met een summiere beschrij
ving van de toegenomen contacten tus
sen reformatorische en Rooms-Katho
lieke Christenen in gesprekskringen,
conferenties en cursussen, samenwer
king op verschillende gebieden van het
kerkewerk, enz. Men constateert, dat
deze nienwe ontmoeting bij de her
vormde gemeenteleden geheel verschil
lende reacties wekt. Sommigen achten
deze contacten ronduit onjuist en wil
len in een afwerende houding volhar
den, anderen verheugen zich erover,
weer anderen zien de situatie als ver-
Vijf hoofdoorzaken noemt het syno
dale schrijven van het meer tiaar el
kaar luisteren van de Hervormde n
de R.K. Kerk: de ervaringen in de
oorlog, het naar voren treden van de
leek, de politieke taak, de zorg om
de ontkerstening en ontkerkelijking
en de oecumenische bewogenheid aan
beide zijden. Deze ontmoeting heeft
een heel speciaal karakter: ze is pas
waarachtig, wanneer men vanuit de
eigen overtuiging ingaat op de ander.
Bovendien hebben deze „Richtlijnen"
niet een strikt theologische ontmoe
ting op het oog. maar een ontmoe
ting, waarin alle zijden van het leven
zijn betrokken.
De scheiding tussen de Reformatie
en Rome komt immers tot uiting op
alle terreinen van het zedelijke, sociale,
culturele en politieke leven. Daarom wil
dit geschrift de eigen gemeenteleden
opleiden tot juiste en verantwoorde con
tacten met Rooms-Katholieken. Me-
moet elkander leren aanspreken vanuit
de eigen kerkelijke achtergrond; het
moet een ontmoeting worden tussen
..kerken", géén „individualistisch sa-
menspreken of vanuit groeperingen en
organisaties, in de trant van „In de
rechte straat". Deze nieuwe oecume
nische ontmoeting dient uit te gaan van
de overtuiging, dat beide kerken niet
aan elkander mogen voorbijgaan.
In dit oecumenisch gesprek eisen de
„Richtlijnen" terecht een principiële
houding. Daarom wordt er uitvoerig
aandacht besteed aan de jongste ver-
nieuwingen in de R.K. Kerk, waarop
dan een reformatorische waardering
volgt, die de uitgangspunten van de
Hervorming met nadruk bestendigt.
Zo zegt het geschrift te moeten vol
houden, „dat de kloof tussen de belij
denis van de Reformatie en het R.K.
dogma dieper is dan die R.K.-theolo
gen voor waar willen houden, die me
nen, dat wat de Reformatie heeft be
leden, zoals men dat noemt, geïnte
greerd zou kunnen worden in het ge
heel van de katholieke waarheid". De
„vaste overtuiging" wordt uitgespro
ken, „dat de R.K. Kerk een waarach
tige vernieuwing tot geen geringer prijs
zal kunnen bereiken dan in de Refor
matie is geschied, namelijk door een
breuk met het R.K.-dogma" (pag- 22).
De R.K.-leer wordt dus principieel
afgewezen. Desondanks moet het ge
sprek doorgaan. Er moet een grotere
bereidheid groeien tot ontmoeting met
Rooms Katholieken en wei in de HELE
Hervormde Kerk.
Hoe dit alles in de praktllk moet
verwezenlijkt worden volgens de op
vatting van de Generale Synode
wordt uitvoerig in hoofdstuk 5 ver
klaard, waarbij nadruk wordt gelegd
op het voor elkaar bidden. Maar tel
kens komt de diepe kloof, die Rome
en Reformatie scheidt, in steeds an
dere bewoordingen terug. Over „open
bare ontmoetingen" sprekend zegt
het schrijven b.v. ..De Hervormde
en R.K. Kerk staan vooralsnog dia
metraal tegenover elkander ten aan
zien van de theoloog, de viering
van de Sacramenten enz. Hiermee
dient rekening te worder gehouden
bij de beoordeling van uitnodigingen.
Is er niet meer reden tot blijdschap,
wanneer een kerkgebouw in de Pink
stergemeente wordt geopend dan
wanneer een kerkgebouw van de R.
K. Kerk wordt „ingewijd"?
Het laatste hoofdstuk tenslotte houdt
zich bezig met de vraag of er enig
oecumenisch perspectief is. Al is er,
volgens het schrijven, aan beid~ zijden
nog geen waarachtig oecumenisch per
spectief zichtbaar, toch spreekt dit
laatste hoofdstuk van hoop en vertrou
wen in dp H. Geest, Wiens genadewer
king Chr stus' Kerk naar hef door God
gewilde doel zal leiden.
Wij zijn over dit geschrift oprecht
verheugd. Er spreekt een nieuwe open
heid uit, die ronduit verblijdend is. An
derzijds echter bewijst deze publicatie
overduidelijk hoe noodzakelijk een eer
lijk en open gesprek is. Dit zal ook ze
ker plaats vinden, mondeling èn schrif
telijk. Ofschoon wü overtuigd zijn van
de noodzaak van ontmoetingen en ge
sprekken tussen „gewone gemeentele
den", lijkt hef ons toch even noodza
kelijk, dat deze gelovigen zich goed be
wust z.ijn van de grote moeilijkheden,
die verhand houden met de in dii
schrijven met name genoemde proble
men. Zo niet, dan vrezen wij een ver
warring, die de samenstellers van dit
geschrift zeker niet bedoeld hebben.
min pond, als gevolg van de verkoop
van bepaalde vaste activa.
De bedrijfskosten (incl. kosten van
olie-aankopen) beliepen 1.521 min, pond.
58 min pond of bijna 4 pet. meer dan
in 1960. De stijging wordt voor een be
langrijk deel veroorzaakt door de toe
genomen olie-aankopen. Bij het verla
gen van het peil der kosten die men zelf
in de hand heeft, is aanzienlijke voor
uitgang geboekt. De kosten voor opspo
ring en winning, voor verwerking en die
voor de centrale kantoren waren in
1961 alle lager. De verkoopkosten, die
nauw verband houden met de aanvang
der verkochte hoeveelheden, zijn in de
loop van 1961 echter gestegen.
Over het geheel genomen werd een
verdere algemente verlaging in de kos
ten per eenheid bereikt.
De belastingen naar de winst daal
den met 7 min pond tot 127 min pond,
hetgeen goeddeels moet worden toege
schreven aan de lagere belastingvoor
zieningen van de Shell Oil Co. (V.S.).
Aan de moedermij'en is van de netto
winst in 1961 71,5 (63'4) min aan divi
denden uitgekeerd en 115.5 (11414)
min. werd in het bedrijf gehouden,
zodat van de winst 38,2- (35,6) pet.
is uitgekeerd en 61,8 (64/) pet. is inge
houden.
De Groep sloot '61 at met een sterke
kaspositie; de post kasmiddelen en
kortlopende beleggingen bedroeg 446
min pond, 27 min pond meer dan een
.jaar geleden. Hiertegenover is de post
ieningen op lange termijn net een
overeenkomstig bedrag toegenomen als
gevolg van de obligatie-uitgifte door de
Shell Oil Co.
Het netto-actief van de greep (voor
60 pet. toe te rekenen aan de Kon. Ned.
Petroleum Mij en voor 40 pet. aan de
Shell Transport) beliep in totaal 2.250
min pond, dit betekend een vermeer
dering van 115,5 min pond t.o.v. het
cijfer uit. 1960. Globaal benaderd be
vindt 62 pet. (60) van het netto-actief
zich in Europa en het ove-ig deel van
het oostelijk halfrond, 12 pet. (13) in de
Ver. Staten en 26 pet. (271 in het overig
deel van het westelijk halfrond. Van
het netto resultaat kan 58 (55) ">ct.
worden toegerekend aan Europa en het
overig deel van het oostelijk halfrond,
18 (20) pet. aan de Ver. Staten en
24 pet. (25) aan het overig deel van het
westelijk halfrond.
In 1961 beliepen de totale kapitaal
uitgaven en opsporingskosten 374 min
pond. hetgeen 45 min pond minder is
dan in 1960 en lager dan in elk van
de daaraan voorafgaande 4 jaren.
Voor alle Groepsmaatschappijen was
1961 een moeilijk jaar. De noodzaak tot
verhoging der efficiency neeft in 1961
onvermijdelijk tot vermindering van de
personeelsbezetting geleid.
Het aardoiieverbruik in de wereld bui-
te t de invloedssfeer van de Sovjet-Unie
en China beliep in 1961 ruim 20 min
barrels per dag, dit was bijna 1Y- min.
barrels meer dan ln 1960. Het tempo
van de stijging in de vraag naar olie
was wederom groter dan dat in de to
tale vraag naar energie, en de vraag
nam vooral toe ip de grote afzetgebie
den Japan, West-Duitsland en Italië.
In W-Europa als geheel lag het verbruik
van olieprodukten 13 pet. boven het
peil van 1960.
Toenemende aanvoer uit nieuwe ge
bieden droeg ertoe bjj dat de concur
rentie in de verkoop van ruwe olie aan
hield. De Sovjet-Unie verhoogde weer
haar olie-export, en ofschoon ze slechts
in een gering percentage van de totale
vraag voorzag, werden de prijzen hier
door toch gedrukt. De concurrentie
bleef geheel '61 scherp en de verkoop
prijzen zowel van ruwe olie als van die
olieprodukten bleven nog laag. Ook het
aardgasgebruik steeg m 1961 sneller
dan het energieverbruik in totaal. In
Noord-Amerika voorziet aardgas reeds
in 30 pet. van de energiebehoefte. Hoe
wei de ontwikkeling ervan elders nog
in het beginstadium verkeert, werd in
1961 een stijging van ruim 20 pet. in
de totale verkoop bereikt.
Daar de produktiecapaeiteit .van de
olie-industrie nog steeds de wereldbe
hoefte aan ruwe olie overtrof, hebben
groepsmij'en in '61 minder putten ge
boord en de bouw van produktie-appa-
ratuur enigermate afgeremd. De in de
komende jaar verwachte stijging in de
vraag zal deze tendens echter vermoe
delijk doen omslaan en binnen afzien
bare tijd uitbreiding van de produktie-
werkza-amheden nodig maken.
De produktie van chemische produk
ten is overal ter wereld sneller blij
ven toenemen dan de industriële pro
duktie in het algemeen. De ontwikkeling
heeft zich bijzonder snel voltrokken op
het gebied vr.n de chemische produkten
op aardoliebasis. De wereldproduktie-
capaciteit voor een aanta: belangrijke
chemische produkten Is intussen nog
sneller gestegen dan de vraag en de
concurrentie, vooral in de petro-chemi-
sche sector, is steeds heviger gewor
den. Allerwegen hebben zich dan ook
voor chemische produkten prijsdalingen
voorgedaan. De toenemende mate waar
in bepaalde exporteurs van chemische
produkten hun toevlucht tot „dumping"
nemen geeft reden tot bezorgdheid.
Gedurende het gehele jaar 1962 wordt
voor een aantal belangrijke produkten
scherpe concurrentie verwacht, voor an
dere zjjn de vooruitzichten evenwel gun
stiger. Verwacht wordt dat groeps
maatschappijen, ove- de geheie wereld-
hup verkoop van chemische produkten
zullen opvoeren.
DEN HAAG, 11 april Het netto
resultaat van de Kon. Shell-groep per
aandeel van f 20,- Kon. Ned. Petroleum
Mij. bedraagt voor 1961 f 13,91. verge
leken met f 13,75 voor 1960, het laatste
bedrag is herberekend in verband met
uitkering in aandelen in lnT> en 1961.
Bij een beurskoers van f 132.90-133.20
icff slot IC aorili k-vpt de kners-winst-
verhoudinr uit on ca 9,6. Het netfa-actief
van de groep per aandeel Koninklijke
laat z'ch per uit. 1961 berekenen op
f 169,19 (168,47 herberekend i.v.m. de
uitkeringen in aandelen in '60 en '611.
n het jaarverslag van de „Koninklijke" over 1961 is een beschouwing
opgenomen, die getiteld is „Wat vóór ons lijt" Men mag verwachten,
aldus deze beschouwing dat het wereldenergieverbruik in de komende
vijftien jaar met ruim 75% zal toenemen. Het aandeel van de kern
energie zal nog betrekkelijk gering zijn; tegen het einde van bedoelde
periode zullen kernenergie en waterkracht tezamen vermoedelijk niet meer
dan ongeveer 8% van de totale behoefte dekken; verwacht wordt dat de
kwantitatieve bijdrage van steenkool nog enigszins zal stijgen. Aardolie
en aardgas zullen, evenals in de periode na de oorlog tot nu toe, het grootste
deel moeten leveren, en om aan de gestegen behoefte te kunnen voldoen,
zal de huidige olieproduktie moeten worden verdubbeld. Dat wil zeggen
dat een miljard ton olie per jaar méér nodig zal zijv. niet ruwe olie als
zodanig, maar eindprodukten voor afzetgebieden en verbruikers over de
gehele wereld. Dit is een grote taak, die van de oliemaatschappijen in de
toekomst, evenals dit in het verleden het geval is geweest, een niet aflatende
krachtsinspanning zal vergen
De uitbreidingen die nooazakelijk zijn ten einde aan de toekomstige
behoeften te voldoen, zullen grote investeringen vergen. Naar schatting
zullen de oliemaatschappijen in de komende vijftien jaar ruim 800 miljard
gulden moeten zien te verschaffen. Hiervan zal in de eerstvolgende vijf
jaar waarschijnlijk 200 miljard gulden nodig zijn. Deze besteding op grote
schaal zal tevens een krachtige extra stimulans voor de ontwikkeling van
de wereldeconomie vormen
Van expansie op vereiste schaal zal geen sprake zijn, indien door de ontwik
keling in de komende jaren de oliemaatschappijen niet op commercieel
verantwoorde basis over het nodige financieringskapitaal zouden kunnen
beschikken. De levering van energie in een of andere vorm zou toch wel
blijven toenemen, maar tegen veel hogere prijzen De stijging in het
energieverbruik zou daardoor worden afgeremd en de expansie van de
wereldeconomie als geheel zou erdoor worden vertraagd. De nadelige ge
volgen daarvan zouden niet slechts worden ondervonden door de olie-indus
trie en door het bedrijfsleven en de verbruikers in het algemeen, doch
evenzeer door de verschillende regeringen, en wel in het bijzonder door
de regeringen van de belangrijkste olie producerende landen
De ervaring heeft geleerd dat, wanneer de overheid zich onnodig mei
de aardolie-industrie bemoeit, de gevolgen meestal kostbaar en onbevredi
gend zijn. voor de verbruiker zowel als voor de belastingbetaler
De olie-industrie staat op het ogenblik bloot aan druk van twee zijden:
enerzijds een scherpe onderlinge concurrentie en anderzijds een neiging tot
bovenmatige overheidsbemoeiing. Concurrentie is een aansporing tot effi
ciency en kan op den duur slechts dan heilzaam voor allen werken, indien
en dit is een essentiële voorwaarde de oliemaatschappijen voldoende
vrijheid wordt gelaten de economische wetten te gehoorzamen en te han
delen op een wijze die hen in staat stelt te voldoen aan de te verwachte"
grote groei in de wereld behoefte.