Prins Albert Prins Philip Prins Hendrik Prins Bernhard KONINKLIJKE TREIN GEEN PRINS VAN ORANJE, MAAR PRINS DER NEDERLANDEN H Prins Philip Het civiele huis der koningin -LINTJES- V' TVEE KONINGSHUIZEN VERGELEKEN Prins Albert Prins Hendrik Prins Bernhard Eigen taak WOENSDAG 2 MEI 1962 PAGINA :3 Echtgenoot van de Koningin in Engeland en Nederland Nederland wordt, sinds 1948, voor de tweede maal geregeerd door een koningin, en in 1937 drie drik Jaar na de dood van prins Hen- foro, T ltreKen wij weer een prins. De echt*6'6 P08**'6 van prins Bernhard, als Ver» noot van de regerende vorstin, k» a0n* een 6rote gelijkenis net die wel- door prins Hendrik bekleed werd. On- - Krondwet sta. t niet toe, dat de echt- f van de draagster van de kroon ev honing ontvangt. Hij mag zich ®am'n Prins van Oranje noemen, aan- sozien deze titel slechts aan de zoon He A soeverein toekomt. Zowel prins i» l k als prins Bernhard werden bij hi,";'* ais prins rsernnard weraen Du e a «uwelijk Prins der Nederlanden; y a "tel Prins-Gemaal kennen wij in Vofl 'and n'et. Engeland heeft nu k"°r de tweede maal in deze eeuw een "oningin en er is daar opnieuw een de DS rï'e' s'uds 1953, als echtgenoot van soeverein een bijzondere plaats in- He officiële positie van prins Va ^an verseleken worden met die e a.Prins Albert, waarbij naast over- komsten vooral grote verschillen ar voren komen, j, vt's Wij de twee Britse prinsen ver- Jilken met de twee Nederlandse, zien Ve ee". zekere parallel, al kan men de •j, rkelijking niet te ver doortrekken. l prins Hendrik en prins Bern- ard reeds bij hun huwelijk de titel kre- u van Prins der Nederlanden werd l n Prins Philip eerst tien jaar na zijn y lelijk het predikaat Prins van het j irenigd Koninkrijk toegekend, een ti ro rï'e prins Albert nooit ten deel is hiti ''"'"1" ^adat prins Albert met ko- relfSm Victoria gehuwd was, gingen er ofr zeventien jaar voorbij voor hij zich 'eieel ..Prince Consort" mocht noe- bri"' ^aten w'j "u de rol van de vier do 1Sen' de H"tse en de twee Ne- s 'riandse, eens nader bezien, waarbij '"tgangspunten worden genomen de v»er I9oo verlovingenin en 1937. 1839 en 1947, in Prins Bernhard en prins Philip hebben veel plezier om een miniatuur draaiorgel. tober 183Éf verloofd had met haar neef prins Albert van Saksen-Co- 0 burg-Gotha, sprak zij de wens uit haar gemaal de titel van koning Va krijgen. Er bestond een precedent atl anderhalve eeuw tevoren. Victoria's porgangster op de Engelse troon ko rt h Bin Mary, de dochter van Jacobus e Tweede had de kroon gedeeld met iuaiL gemaal, onze stadhouder Willem 1® Derde. Van 1689 tot 1702 was Wil- v.hl III koning van Engeland en ko- i'hg van Schotland, en hij was m rang aan zpn gemalin. In theorie ze- Erie hii naast haar op de troon, maar X feite was hij zelfs al spoedig haar lo^rdere. Maar wat het parlement van j*89 had toegestaan, wilde het parle- 1 *!)t van 1839 niet tolereren. Aanvan- (jr'iik koesterde Victoria nog de hoop, haar echtgenoot althans in de Britse Welstand zou worden opgenomen, want k daarvan bestond een precedent. De Karvan koningin Anna, (1702—1714) dertiia a°rg® van Denemarken, had in- Kendfli e «els gekregen: Earl van Maar w" hertog van Cumberland. Driis ..Parlement wilde tot iedere rol%A öden dat Albert een politieke herwb gaan spelen, en hij kreeg geen uertogdom. Bovendien verlaagde het Wio de gebruikelijke jaarlijkse tftt of„.voor de .consort" van 50.000 30.000 pond. Wel werd Albert door ïCoi, ri.a begiftigd met de Orde van de küm 4and- en toen de koningin in huw r-Vs een kalf jaar na haar A1W+' het parlement opende, had zij *en rf zetel naast de troon laten plaat- kchpia a' ®ebaar gaf aanleiding tot ver- ïich««ene protesten, maar Victoria trol f&40 n'ets van aan- lu september oen koningin yictoria zich in ok- taken van de soeverein vervulde. Toch duurde het tot 1857, vier jaar voor zijn dood, voor hij forn eel in het konink lijk huis van Engeland werd opgeno men, met de titel van Prince Con sort" (prins-gemaal), hoewel die titel tevoren reeds lang in de volksmond ge bruikt werd. Albert had zich tot dan toe moeten laten welgevallen dat de ooms en neven van de koningin, als ko ninklijke prinsen, boven hem, die slechts een jongere zoon van een Duit se hertog was, de voorrang kregen. onderdzeven jaar na het huwelijk van Victoria met Albert had een huwelijk plaats van twee van haar achter-achterkleinkinderen. Op 10 juli 1947 werd, in een officieel bulletin van het Britse hof, de verlo ving aangekondigd van prinses Eliza beth met luitenant ter zee Philip Mount- batten. Vier maanden tevoren was prins Philip, de zoon van prins Andreas van Griekenland, Brits staatsburger ge worden, waarmee hij afstand deed van zijn rechten op de Griekse troon. Aan vaderszijde was hij overigens van Deen se afkomst: koning Christiaan de Ne gende van Denemarken was zijn over grootvader. Aan moederszijde was hü verwant aan het Britse vorstenhuis; via zjjn grootmoeder prinses Victoria van Hessen, een kleindochter van koningin Victoria. Vóór prins Philip zich met de Britse kroonprinses verloofde, had hü overigens reeds het grootste deel van zün leven in Engeland doorgebracht, en daarmee was hij in het voetspoor ge treden van zün grootvader prins Louis van Battenberg, die in 1868 genaturali seerd was tot Brits onderdaan en die de naam Mountbatten had aangenomen. Prins Philip kwam reeds als kind naar Groot-Brittannië voor zün educatie. Hü ging in Engeland en later in Schotland op school, en in 1939 begon hü aan een opleiding voor marine-officier. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hü op de protesten, maar Victoria trok 1 niets van aan. In septem' t>rivvw®rd Albert ook opgenomen in ten v °Hncd, maar in de eerste ja- 'ivio zÜn huwelijk had hü nog weinig blirtrt °P de regering. Omstreeks het tg- aen van de eeuw kwam daar ech- briB ra"dering in, en in 1853 had Vie- 0p u ln feite haar verantwoordeRjkheid jaar ,r, gemaal afgewenteld. In dat hiini*» aarde de toenmalige Britse van Buitenlandse Zaken, Lord kopjn„ on- dat prins Albert eigenlük als *paa' S optrad, en dat niet Victoria, naar gemaal de plichten en de ciële stukken ,,The Prince Philip, Duke of Edinburgh". Prins Philip met baard. Britse schepen, en zün aanneming van de Britse nationaliteit in 1947 was dan ook geen moeiRjke stap. Hoewel Philip in 1921 te Corfu in Griekenland was geboren, sprak hü op het ogenblik van zün verloving geen woord Grieks. Er werd van hem gezegd dat hü nog Brit- ser was dan zün oom, admiraal Lord Mountbatten van Burma. Aan de vooravond van het huwelijk van de prins en de prinses, dat op 20 november 1947 gesloten werd, zag Phi lip zich door zijn aanstaande schoon vader, koning George de Zesde, opge nomen in de Orde van de Kouseband, zoals dat ook met prins Albert was ge beurd. Maar terwijl aan Victoria's ge- maai alle Britse adelüke titels ontzegd bleven, werd de echtgenoot van prinses Elizabeth met niet minder dan drie hoge titels vereerd, die verband hielden met de delen van Groot-Brittannië: Engeland, Wales en Schotland. De prins kreeg het recht zich te noemen: Baron Greenwich, Earl of Merioneth en hertog van Edinburg. Bovendien werd bepaald, dat hü aangesproken zou moe ten worden als Zq'ne Koninklüke Hoog heid. Evenals Albert werd ook Phiiip lid van de Privy Council, maar hoewel hem bü de kroning van Elizabeth in 1953 niet de titel van koning weid verleend, heeft hü formeel toch een hogere positie dan Victoria's gemaal ooit ten deel viel. In 1953 werd een wet aangenomen waar- bü de hertog van Edinburg als de po tentiële regent werd aangewezen, en in februari 1957 verleende de Britse vor- e verloving van koningin Wilhel- mma met hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin werd be kend gemaakt op 16 oktober van het jaar 1900. De jonge vorstin was nog maar ruim twee jaar aan het be wind. Op 31 augustus 1898 op haar achttiende verjaardag, had zü de troon bestegen, nadat haar moeder, koningin Emma, gedurende acht jaar regentes was geweest. Voor het eerst werd het Koninkrük der Nederlanden niet door een koning maar door een koningin geregeerd. De twee zonen uit het eer ste huwelük van Willem de Derde met koningin Sophia, Willem en Alexander, waren voor hun vader overleden, en 's konings tweede vrouw, Emma, had hen- slechts ccn dochter geschonken: Wilhelmina Helena Pauline Maria. Door de verloving van Wilhelmina met een Duitse hertog werd de vraag opgeroepen wat de positie zou zün van de gemaal van de vorstin ten opzichte van het Koninklük Huis. In een boekje van mr. H. J. Koenen getiteld „Het huwelük van de koningin", dat in no vember 1900 verscheen, werd dit pro bleem van verscheidene kanten belicht, waarbü allerlei speculaties werden ge maakt. Maar nog voor het huwelijk ge sloten was, werd bü een speciale wet bepaald, dat de echtgenoot van konin gin Wilhelmina als lid van het Konink lük Huis zou worden beschouwd. In de verlovingstüd kreeg Hendrik de Neder landse nationaliteit. De koningin be noemde hem tot generaal-majoor k la suite bü het Nederlandse en bü het Indische leger en tot schout bü nacht a la suite bij de marine. Vanaf het ogenblik dat, op 7 februari 1901, in het Koninklük Paleis te Den Haag het burgerlük huwelük was gesloten tus sen Hertog Hendrik en Koningin Wil helmina, waarbü de minister van Jus- titié mr. P. W. A. Cort van der Lin den optrad als ambtenaar van de bur- gerlijke stand, bezat prins-gemaal c. titel Prins der Nederlanden- Hij zou voortaan aangesproken worden als Zij ne Koninklüke Hoogheid, en de vorstin benoemde hem tot lid van de Raad van State. Toen op 30 april 1909 uit het huwelük van koningin Wilhelmina en prins Hen drik een dochter werd geboren, was Juliana, en niet haar vader, de eerste onderdaan van de vorstin. huwelük van Wilhelmina met 'n buiten landse vorst was een precedent gescha pen, zodat ditmaal een soortgelijke pro cedure gevolgd kon worden als in de jaren 1900 en 1901. Voordat de Duitse prins met onze Prinses van Oranje in het huwelük kon treden, moest hü de Nederlandse natio naliteit verwerven. Uiteraard kon niet aan de normale eis van naturalisatie voldaan worden van zes jaar vooraf gaand verblijf in ons land. Op 2 novem ber 1936 werd een wetsontwerp inge diend waarvan de eerste twee artikelen aldus luidden: Artikel 1 De hoedanigheid van Ne derlander wordt bü deze verleend aan Züne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard Leopold Frederik Everiiard Julius Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld, geboren te Jena 29 juni 1911, wonende te 's Gravenhage. Artikel 2 Züne Doorluchtige Hoog heid is, van het ogenblik waarop Hoogst- dezelve de hoedanigheid van Nederlan der verkrügt, ingezetene van het Rük. In een Memorie van Toelichting maak te de Nederlandse regering onder meer bekend, dat de prins door de voorge stelde naturalisatie, ingevolge paragraaf 25 van de Duitse nationaliteitswet, het Duitse staatsburgerschap verliezen zou. De bijzondere naturalisatiewet werd door de beide Kamers met algemene stemmen aangenomen, en op 24 novem ber volgde de koninklijke bekrachtiging. Vervolgens werd door de regering een wetsontwerp ingediend waarbij, op grond van artikel 17 van de grondwet, de toestemming van de Staten-Generaal voor het huwelük werd gevraagd, hoe wel sommige juristen indertijd bestre den dat die goedkeuring verlangd was. Artikel 4 van dit wetsontwerp beschrü'ft de positie die de gemaal van de prinses zou innemen. De formulering van dit artikel was als volgt: „Overal waar in wettelijke voorschrif ten de uitdrukking „Lid van het Ko ninklük Huis", „Leden van het Konink lük Huis", „Prinsen van Ons Huis", „Prinsen van het Koninklük Geslacht", of de „Vorsten van Ons Huis" voor komt, zal daaronder mede begrepen zün Züne Doorluchtige Hoogheid". Ook deze wet werd prompt aangeno men en bekrachtigd. Op 6 januari 1937, op de dag voor het huwelpk van haar dochter met prins Bernhard, had de koningin be paald, dat de prins „na de voltrekking van het huwelijk" de titel van Prins der Nederlanden zou mogen voeren, zo als prins Hendrik die voor hem gevoerd had. Evenals zün overleden schoonvader zou hij het predikaat Koninklüke Hoogheid ontvangen, terwül hü ook tot lid van de Raad van State werd be noemd. Hoewel indertüd prins Hendrik geen jaarlükse toelage ontving hü zou die oewel de Koningin vanwege de snelle vervoersmogelijkheden voor haar reizen doorgaans gebruik maakt van het vliegtuig, wil dit niet zeggen, dat de koninklijke trein er niet meer aan te pas komt. Van koningin Juliana is bekend, dat zij met plezier een treinreis maakt. Een enkele keer komt de koninklijke trein nog buiten de remise zoals by de ontvangst van officiële gasten. De tegenwoordige koninklijke trein bestaat uit twee salonrijtuigen en een bagagerijtuig. Een salonrijtuig en het bagagerijtuig werden de Koningin in 1948 door de directie van de Nederlandsche Spoorwegen aangeboden bij gelegenheid van een werkbezoek van de Vorstin aan de Betuwe. De beide rijtuigen kwamen in de plaats van de koninklijke trein, die in 19fi3 aan H. M. Koningin Wilhelmina in Apeldoorn werd overgedragen, maar in de bezettingstijd door de Duitsers werd weggevoerd. Na de oorlog keerde de trein in 1946 volkomen geplun derd en zwaar beschadigd in ons land terug. Aan het salonrijtuig en het bagagerijtuig, dat in 1948 aan de Koningin werd overgedragen, werd in 1953 een tweede salonrijtuig gevoegd voor Prins Bernhard en de Prinsessen. Evenals de beide andere rijtuigen is dit derde een omgebouwd D-treinrijtuig. De geschiedenis van de koninklijke trein begint in 1873. Koning Willem III had toen reeds de beschikking over een koninklijk rijtuig, dat enige jaren later met drie rijtuigen werd aangevuld tot een complete koninklijke trein. Behalve de Nederlandsche Spoorwegen is er één vervoersmaatschappij in Nederland, die ooit een koninklijk salonrijtuig heeft gehad. Het was de S.B.M. in Zeeland. In 1904 werd het rijtuig gebouwd en in 1905 bij het bezoek van Koningin Wilhelmina aan Zeeuws-Vlaanderen voor de eerste en laatste maal gebruikt. Het kostbare stuk, waarvoor de voor die tijd hoge som van tienduizend gulden werd neergeteld, kwam tenslotte na vele tientallen jaren terecht in een weiland in Sasput, ontdaan van alles wat aan het rijtuig een koninklijk aanzien gaf. alleen gekregen hebben wanneer hij als weduwnaar achtergebleven was werd bij het huwelijk van Juliana de grond wet zodanig gewijzigd dat voortaan aan de prinselijke echtgenoot een tracte- ment zou toekomen. Daarmee verviel de oude bepaling dat het inkomen van de Prinses van Oranje verdubbeld werd vanaf het ogenblik dat zü in het huwe lük trad. In 1950, twee jaar na de troonsbestü- ging van Juliana, werd aan prins Bern hard, bü een speciale wet, het recht toegekend om zonodig als regent op te treden, maar intussen heeft zijn oudste dochter, prinses Beatrix, al in 1956, toen zÜ achttien werd, de leeftijd bereikt p 8 december 1936 werd d«or koningin Wilhelmina de verloving bekend gemaakt van haar doch ter, prinses Juliana, met prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Aange- Koningin Wilhelmina en prins Hendrik in rijcostuum. stin aan haar gemaal de waardigheid I zien Juliana kroonprinses was, zou ook ™n vTns van ae.t Verenigd Koninkrijk, dit huwelijk een bijzondere staatsrechte- Vanaf dat ogenblik heet hij in alle offi- lijke consequentie hebben. Maar door het Koningin Victoria en prins Albert. Een foto uit het midden van de vorige eeuw. waarop zq' de troon zou kunnen bestü- gen. Een zo beknopte beschouwing over de positie van onze tegenwoordige Prins der Nederlanden zou toch niet volledig zün zonder de vermelding van zijn bij zondere functies in onze landsverdedi ging. Prins Bernhard is inspecteur- generaal van landmacht en luchtmacht, met de rang van generaal, en Inspec teur-generaal van marine, met de rang van luitenant-admiraal. Van veel grotere betekenis dan het Militaire Huis is het Civiele Huis. Tot het Civiele Huis van het Hof behoort de Kanselier van de Koninklijke Huisorden, aan wiens zorgen de registers en stukken betref fende de Huisorde van Oranje en de Gouden Leeuw van Nassau zijn toevertrouwd. Tot het Civiele Huis behoort verder de kamerheer, die de Koningin als Staatshoofd terzijde staat bij de ver vulling van haar officiële verplichtingen. Dan zijn er de kamerheren van dienst. Zjj zijn gesalarieerd in tegenstelling tot de zogenoemde kamerheren in buitengewone dienst, welke functie gezien moet worden als een erefunctie. Op gelijke hoogte met de kamerheer staat de hofdame. Bij officiële verplichtingen is zij de vrouwelijke assistent van de Koningin. Als een hofdame in haar functie tevens het recht heeft als vervangster van de Grootmeesteres op te treden, heet zij dame du palais en in geval zij het ambt als ere-ambt bekleedt heet zij dame du palais honoraire. Ook de Groot-officieren behoren in feite tot het Civiele Huis. Zij staan een rang hoger dan de kamer heren en hebben hun functie te danken aan hun grote verdiensten jegens het koninklijk huis. Tot dege nen, die deel uitmaken van de groep Groot-officieren aan het hof, behoort ook de chef van het Mili taire Huis. De aanspreektitel van de Grootofficier is „excellentie". Tot de groep Groot-officieren behoort één vrouw en wel de vrouw, die de leiding heeft over de vrouwe lijke leden van de hofhouding. Haar persoonlijke titel is die van Grootmeesteres zoals ook de andere Grootofficieren een persoonlijke titel hebben. De meest bekende daarvan zjjn die van Opperceremonie- meester, Opperkamerheer en Opperhofmaarschalk. Van het Civiele Huis maken verder deel uit de hoofden van de verschillende hofdepartementen en hof diensten: de hofmaarschalk als hoofd van de huishoudelijke diensten; de eerste stalmeester, die aan het hoofd staat van de koninklijke stallen; de intendanten voor het beheer en onderhoud van de pa leizen. Een belangrijke functionaris van het Civiele Huis is de ceremoniemeester, die er voor dient te zorgen, dat bij ontvangsten en dergeljjke alles volgens het protocol verloopt. Tenslotte dienen nog als behoren de tot het Civiele Huis te worden genoemd de opperhoutvester (hoofd van de Koninklijke Domeinen), de jagermeesters (belast met het toezicht op de jachtgebieden) en de directeur van het Koninklijk Huisarchief. se industrieën in den vreemde zün be kend. In verscheidene buitenlandse rei zen, vooral naar de Latüns-Amerikaan- se landen, heeft de prins waardevolle contacten kunnen leggen. Als goodwill- ambassadeur voor Nederland heeft hü veel kunnen doen voor onze interna tionale economische expansie H. BRONKHORST lie vier hebben deze prinsen zich, binnen de grenzen van hun staats- rechtelüke positie, zelf een taak moeten scheppen. Zü hebben zich, naar hun aard en mogelükheden, op maatschappelük terrein verdienstelük gemaakt. Prins Albert speelde een rol in Engelands „industrial revolution" en hü heeft zich büzonder onderscheiden met zün voorbereidend werk voor de Grote Tentoonstelling van 1851. Prins Philip koestert grote belangstel ling voor de nieuwe industriële omwen teling die zün land in de tweede helft van de twintigste eeuw doormaakt. In verscheidene toespraken heeft hü zün landgenoten opgewekt tot een krachtige aanpak van de moderne industrialisa tie-problemen en hü heeft daarbü voor al gewezen op het grote belang van natuurwetenschappelijk en technisch on- derwüs. Prins Hendrik was voorzitter v het Nederlandsche Roode Kruis, terwül hü zich ook voor de padvindersbeweging heeft ingespannen. De activiteiten van Prins Bernhard voor de bevordering van de Nederland- an wanneer dateren lintjes, wie komen er voor in aanmerking en wat moet men er voor doen? In de civiele sector Kent ons land de Orde van de Nederlandse Leeuw, ingesteld .n 1815, en de Orde van Oranje-Nassau, ingesteld 'n 1892. Van de beide orden is de Koningin Grootmeesteres. De Orde van, de Ne derlandse Leeuw dient „ter vererende onderscheiding van alle Nederlanders, die bewqzen geven van beproefde va derlandsliefde, oüzondere üver en trouw in het volbrengen hunner bur gerplichten of buitengewone bekwaam heid in wetenschap en kunsten". In büzondere gevallen' kan de orde ook aan vreemdelingen worden gegeven. De Orde van Oranje-Nassau dient tot vererende onderscheiding van Neder landers of vreemdelingen, die zich je gens de Koningin en de Staat of jegens de maatschappü op bijzondere wüze verdienstelük hebben gemaakt De hoogste onderscheiding is die van Grootkruis Nederlandse Leeuw. Hierop volgen: Grootkruis Oranje-Nassau, Commandeur Nederlandse Leeuw, Groot-officier Oranje-Nassau, Com mandeur Oranje-Nassau, Ridder Ne derlandse Leeuw, Officier Oranje-Nas sau en Ridder Oranje-Nassau. Aan de Orde van de Nederlandse Leeuw is nog een nroedermedaille ver bonden met een jaarlükse toelage van vierhonderd gulden. Deze medaille (die maar zelden wordt uitgereikt) is bedoeld voor lager geplaatsten. die zich door nuttige daden, door zelfop offering en door andere blüken van mensenliefde een onderscheiding waar dig maken. De Orde van Oranje-Nassau kent voor het lagere personeel een ereme daille, die verleend Kan worden in brons, zilver en goud. Dan is er nog een derde groep on derscheidingen namelijk die ,an de Huisorde van Oranje. Koningin Wilhel mina stelde deze orde in 1905 in om te kunnen worden toegekend „aan per sonen, hetzü Nederlanders, hetzü vreemdelingen, die zich verdienstelük hebben gemaakt ten aanzien van Ons of Ons Huis." De orde is verdeeld in vüf klassen, waarvan de leden de titel dragen van: Grootkruis. Groot-officiei, Comman deur Officier en Ridder. De klasse van de Ridders is ge splitst in Ridders eerste en Ridders tweede klasse. Gelük in rang met de Groot-officier staat degene, aan wie is toegekend de gouden eremedaille voor Kunst en We tenschap of die voor Voortvarendheid en Vernuft. In rang gelük aan de Of ficier zün de dragers van deze ereme daille in zilver en in rang gelijk aan de Ridder de dragers van de bronzen medailles. Aan de publicatie van de namen van de gedecoreerden in üe Nederlandse Staatscourant bü gelegenheid van de verjaardag van de Vorstin gaat een lange procedure vooraf. Enige maan den tevoren ai nebben de ministers een verzoek aan de Commissarissen van de Koningin gestuurd om een opgave van de namen van kandidaten, die voor een onderscheiding ;n aan- meiking komen. De Commissarissen op hun beurt richten eenzelfde verzoek aau j ,^urgerïieesters in hun ambts gebied, die voor het samenstellen van een lust van gegadigden meestal van verschillende kanten suggestie* ont vangen Het zun doorgaans suggesties voor het toekennen van een medaille voor langdurige en trouwe dierst Verzoeken om nogere onderst heldin gen gaan dikwijls rechtstreeks iaai de departementen. Aanvragen v».oi onder scheidingen voor het rijkspersoneel ko men op een aparte voordracht. Aan het verkrijgen van de ereteke nen van de verschillende onderschei dingen zün geen kosten verbonuen De gedecoreerde ontvangt de versierselen in bruikleen van de Staat der Neder landen. Bü bevordering naar eet' hoge re onderscheiding of bij overlüden moe ten deze worden teruggezonden Alles wat de gedecoreerde verder ment te weten Kan hij vinden <n de wet over de orde, waarin hü is onderschepten en d'a aü bu zün benoeming ontvangt Tot 1954 was het aanschaffen van de versierselen voor betrokkene eer. kost bare aangelegenheid, omdat de gede coreerde de kosten daarvan zelf moest dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 13