Prins Albert
Prins Philip
Prins Hendrik
Prins Bernhard
KONINKLIJKE TREIN
GEEN PRINS VAN ORANJE, MAAR
PRINS DER NEDERLANDEN
H
Prins Philip
Het civiele huis der koningin
-LINTJES-
V'
TVEE KONINGSHUIZEN VERGELEKEN
Prins Albert
Prins Hendrik
Prins Bernhard
Eigen taak
WOENSDAG 2 MEI 1962
PAGINA :3
Echtgenoot van de Koningin
in Engeland en Nederland
Nederland wordt, sinds 1948, voor
de tweede maal geregeerd door
een koningin, en in 1937 drie
drik Jaar na de dood van prins Hen-
foro, T ltreKen wij weer een prins. De
echt*6'6 P08**'6 van prins Bernhard, als
Ver» noot van de regerende vorstin,
k» a0n* een 6rote gelijkenis net die wel-
door prins Hendrik bekleed werd. On-
- Krondwet sta. t niet toe, dat de echt-
f van de draagster van de kroon
ev honing ontvangt. Hij mag zich
®am'n Prins van Oranje noemen, aan-
sozien deze titel slechts aan de zoon
He A soeverein toekomt. Zowel prins
i» l k als prins Bernhard werden bij
hi,";'* ais prins rsernnard weraen Du
e a «uwelijk Prins der Nederlanden;
y a "tel Prins-Gemaal kennen wij in
Vofl 'and n'et. Engeland heeft nu
k"°r de tweede maal in deze eeuw een
"oningin
en er is daar opnieuw een
de DS rï'e' s'uds 1953, als echtgenoot van
soeverein een bijzondere plaats in-
He officiële positie van prins
Va ^an verseleken worden met die
e a.Prins Albert, waarbij naast over-
komsten vooral grote verschillen
ar voren komen,
j, vt's Wij de twee Britse prinsen ver-
Jilken met de twee Nederlandse, zien
Ve ee". zekere parallel, al kan men de
•j, rkelijking niet te ver doortrekken.
l prins Hendrik en prins Bern-
ard reeds bij hun huwelijk de titel kre-
u van Prins der Nederlanden werd
l n Prins Philip eerst tien jaar na zijn
y lelijk het predikaat Prins van het
j irenigd Koninkrijk toegekend, een ti
ro rï'e prins Albert nooit ten deel is
hiti ''"'"1" ^adat prins Albert met ko-
relfSm Victoria gehuwd was, gingen er
ofr zeventien jaar voorbij voor hij zich
'eieel ..Prince Consort" mocht noe-
bri"' ^aten w'j "u de rol van de vier
do 1Sen' de H"tse en de twee Ne-
s 'riandse, eens nader bezien, waarbij
'"tgangspunten worden genomen de
v»er
I9oo
verlovingenin
en 1937.
1839 en 1947, in
Prins Bernhard en prins Philip hebben veel plezier om een miniatuur draaiorgel.
tober 183Éf verloofd had met haar
neef prins Albert van Saksen-Co-
0 burg-Gotha, sprak zij de wens uit
haar gemaal de titel van koning
Va krijgen. Er bestond een precedent
atl anderhalve eeuw tevoren. Victoria's
porgangster op de Engelse troon ko
rt h Bin Mary, de dochter van Jacobus
e Tweede had de kroon gedeeld met
iuaiL gemaal, onze stadhouder Willem
1® Derde. Van 1689 tot 1702 was Wil-
v.hl III koning van Engeland en ko-
i'hg van Schotland, en hij was m rang
aan zpn gemalin. In theorie ze-
Erie hii naast haar op de troon, maar
X feite was hij zelfs al spoedig haar
lo^rdere. Maar wat het parlement van
j*89 had toegestaan, wilde het parle-
1 *!)t van 1839 niet tolereren. Aanvan-
(jr'iik koesterde Victoria nog de hoop,
haar echtgenoot althans in de Britse
Welstand zou worden opgenomen, want
k daarvan bestond een precedent. De
Karvan koningin Anna, (1702—1714)
dertiia a°rg® van Denemarken, had in-
Kendfli e «els gekregen: Earl van
Maar w" hertog van Cumberland.
Driis ..Parlement wilde tot iedere
rol%A öden dat Albert een politieke
herwb gaan spelen, en hij kreeg geen
uertogdom. Bovendien verlaagde het
Wio de gebruikelijke jaarlijkse
tftt of„.voor de .consort" van 50.000
30.000 pond. Wel werd Albert door
ïCoi, ri.a begiftigd met de Orde van de
küm 4and- en toen de koningin in
huw r-Vs een kalf jaar na haar
A1W+' het parlement opende, had zij
*en rf zetel naast de troon laten plaat-
kchpia a' ®ebaar gaf aanleiding tot ver-
ïich««ene protesten, maar Victoria trol
f&40 n'ets van aan- lu september
oen koningin yictoria zich in ok- taken van de soeverein vervulde. Toch
duurde het tot 1857, vier jaar voor zijn
dood, voor hij forn eel in het konink
lijk huis van Engeland werd opgeno
men, met de titel van Prince Con
sort" (prins-gemaal), hoewel die titel
tevoren reeds lang in de volksmond ge
bruikt werd. Albert had zich tot dan
toe moeten laten welgevallen dat de
ooms en neven van de koningin, als ko
ninklijke prinsen, boven hem, die
slechts een jongere zoon van een Duit
se hertog was, de voorrang kregen.
onderdzeven jaar na het huwelijk
van Victoria met Albert had een
huwelijk plaats van twee van
haar achter-achterkleinkinderen.
Op 10 juli 1947 werd, in een officieel
bulletin van het Britse hof, de verlo
ving aangekondigd van prinses Eliza
beth met luitenant ter zee Philip Mount-
batten. Vier maanden tevoren was
prins Philip, de zoon van prins Andreas
van Griekenland, Brits staatsburger ge
worden, waarmee hij afstand deed van
zijn rechten op de Griekse troon. Aan
vaderszijde was hij overigens van Deen
se afkomst: koning Christiaan de Ne
gende van Denemarken was zijn over
grootvader. Aan moederszijde was hü
verwant aan het Britse vorstenhuis; via
zjjn grootmoeder prinses Victoria van
Hessen, een kleindochter van koningin
Victoria. Vóór prins Philip zich met de
Britse kroonprinses verloofde, had hü
overigens reeds het grootste deel van
zün leven in Engeland doorgebracht, en
daarmee was hij in het voetspoor ge
treden van zün grootvader prins Louis
van Battenberg, die in 1868 genaturali
seerd was tot Brits onderdaan en die
de naam Mountbatten had aangenomen.
Prins Philip kwam reeds als kind naar
Groot-Brittannië voor zün educatie. Hü
ging in Engeland en later in Schotland
op school, en in 1939 begon hü aan een
opleiding voor marine-officier. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog diende hü op
de
protesten, maar Victoria trok
1 niets van aan. In septem'
t>rivvw®rd Albert ook opgenomen in
ten v °Hncd, maar in de eerste ja-
'ivio zÜn huwelijk had hü nog weinig
blirtrt °P de regering. Omstreeks het
tg- aen van de eeuw kwam daar ech-
briB ra"dering in, en in 1853 had Vie-
0p u ln feite haar verantwoordeRjkheid
jaar ,r, gemaal afgewenteld. In dat
hiini*» aarde de toenmalige Britse
van Buitenlandse Zaken, Lord
kopjn„ on- dat prins Albert eigenlük als
*paa' S optrad, en dat niet Victoria,
naar gemaal de plichten en de
ciële stukken ,,The Prince Philip, Duke
of Edinburgh".
Prins Philip met baard.
Britse schepen, en zün aanneming van
de Britse nationaliteit in 1947 was dan
ook geen moeiRjke stap. Hoewel Philip
in 1921 te Corfu in Griekenland was
geboren, sprak hü op het ogenblik van
zün verloving geen woord Grieks. Er
werd van hem gezegd dat hü nog Brit-
ser was dan zün oom, admiraal Lord
Mountbatten van Burma.
Aan de vooravond van het huwelijk
van de prins en de prinses, dat op 20
november 1947 gesloten werd, zag Phi
lip zich door zijn aanstaande schoon
vader, koning George de Zesde, opge
nomen in de Orde van de Kouseband,
zoals dat ook met prins Albert was ge
beurd. Maar terwijl aan Victoria's ge-
maai alle Britse adelüke titels ontzegd
bleven, werd de echtgenoot van prinses
Elizabeth met niet minder dan drie
hoge titels vereerd, die verband hielden
met de delen van Groot-Brittannië:
Engeland, Wales en Schotland. De
prins kreeg het recht zich te noemen:
Baron Greenwich, Earl of Merioneth en
hertog van Edinburg. Bovendien werd
bepaald, dat hü aangesproken zou moe
ten worden als Zq'ne Koninklüke Hoog
heid.
Evenals Albert werd ook Phiiip lid
van de Privy Council, maar hoewel hem
bü de kroning van Elizabeth in 1953
niet de titel van koning weid verleend,
heeft hü formeel toch een hogere positie
dan Victoria's gemaal ooit ten deel viel.
In 1953 werd een wet aangenomen waar-
bü de hertog van Edinburg als de po
tentiële regent werd aangewezen, en in
februari 1957 verleende de Britse vor-
e verloving van koningin Wilhel-
mma met hertog Hendrik van
Mecklenburg-Schwerin werd be
kend gemaakt op 16 oktober van
het jaar 1900. De jonge vorstin was
nog maar ruim twee jaar aan het be
wind. Op 31 augustus 1898 op haar
achttiende verjaardag, had zü de troon
bestegen, nadat haar moeder, koningin
Emma, gedurende acht jaar regentes
was geweest. Voor het eerst werd het
Koninkrük der Nederlanden niet door
een koning maar door een koningin
geregeerd. De twee zonen uit het eer
ste huwelük van Willem de Derde met
koningin Sophia, Willem en Alexander,
waren voor hun vader overleden, en
's konings tweede vrouw, Emma, had
hen- slechts ccn dochter geschonken:
Wilhelmina Helena Pauline Maria.
Door de verloving van Wilhelmina
met een Duitse hertog werd de vraag
opgeroepen wat de positie zou zün van
de gemaal van de vorstin ten opzichte
van het Koninklük Huis. In een boekje
van mr. H. J. Koenen getiteld „Het
huwelük van de koningin", dat in no
vember 1900 verscheen, werd dit pro
bleem van verscheidene kanten belicht,
waarbü allerlei speculaties werden ge
maakt. Maar nog voor het huwelijk ge
sloten was, werd bü een speciale wet
bepaald, dat de echtgenoot van konin
gin Wilhelmina als lid van het Konink
lük Huis zou worden beschouwd. In de
verlovingstüd kreeg Hendrik de Neder
landse nationaliteit. De koningin be
noemde hem tot generaal-majoor k la
suite bü het Nederlandse en bü het
Indische leger en tot schout bü nacht
a la suite bij de marine. Vanaf het
ogenblik dat, op 7 februari 1901, in
het Koninklük Paleis te Den Haag het
burgerlük huwelük was gesloten tus
sen Hertog Hendrik en Koningin Wil
helmina, waarbü de minister van Jus-
titié mr. P. W. A. Cort van der Lin
den optrad als ambtenaar van de bur-
gerlijke stand, bezat prins-gemaal c.
titel Prins der Nederlanden- Hij zou
voortaan aangesproken worden als Zij
ne Koninklüke Hoogheid, en de vorstin
benoemde hem tot lid van de Raad van
State.
Toen op 30 april 1909 uit het huwelük
van koningin Wilhelmina en prins Hen
drik een dochter werd geboren, was
Juliana, en niet haar vader, de eerste
onderdaan van de vorstin.
huwelük van Wilhelmina met 'n buiten
landse vorst was een precedent gescha
pen, zodat ditmaal een soortgelijke pro
cedure gevolgd kon worden als in de
jaren 1900 en 1901.
Voordat de Duitse prins met onze
Prinses van Oranje in het huwelük kon
treden, moest hü de Nederlandse natio
naliteit verwerven. Uiteraard kon niet
aan de normale eis van naturalisatie
voldaan worden van zes jaar vooraf
gaand verblijf in ons land. Op 2 novem
ber 1936 werd een wetsontwerp inge
diend waarvan de eerste twee artikelen
aldus luidden:
Artikel 1 De hoedanigheid van Ne
derlander wordt bü deze verleend aan
Züne Doorluchtige Hoogheid Prins
Bernhard Leopold Frederik Everiiard
Julius Coert Karei Godfried Pieter van
Lippe-Biesterfeld, geboren te Jena 29
juni 1911, wonende te 's Gravenhage.
Artikel 2 Züne Doorluchtige Hoog
heid is, van het ogenblik waarop Hoogst-
dezelve de hoedanigheid van Nederlan
der verkrügt, ingezetene van het Rük.
In een Memorie van Toelichting maak
te de Nederlandse regering onder meer
bekend, dat de prins door de voorge
stelde naturalisatie, ingevolge paragraaf
25 van de Duitse nationaliteitswet, het
Duitse staatsburgerschap verliezen zou.
De bijzondere naturalisatiewet werd
door de beide Kamers met algemene
stemmen aangenomen, en op 24 novem
ber volgde de koninklijke bekrachtiging.
Vervolgens werd door de regering een
wetsontwerp ingediend waarbij, op
grond van artikel 17 van de grondwet,
de toestemming van de Staten-Generaal
voor het huwelük werd gevraagd, hoe
wel sommige juristen indertijd bestre
den dat die goedkeuring verlangd was.
Artikel 4 van dit wetsontwerp beschrü'ft
de positie die de gemaal van de prinses
zou innemen. De formulering van dit
artikel was als volgt:
„Overal waar in wettelijke voorschrif
ten de uitdrukking „Lid van het Ko
ninklük Huis", „Leden van het Konink
lük Huis", „Prinsen van Ons Huis",
„Prinsen van het Koninklük Geslacht",
of de „Vorsten van Ons Huis" voor
komt, zal daaronder mede begrepen
zün Züne Doorluchtige Hoogheid".
Ook deze wet werd prompt aangeno
men en bekrachtigd.
Op 6 januari 1937, op de dag voor
het huwelpk van haar dochter met
prins Bernhard, had de koningin be
paald, dat de prins „na de voltrekking
van het huwelijk" de titel van Prins
der Nederlanden zou mogen voeren, zo
als prins Hendrik die voor hem gevoerd
had. Evenals zün overleden schoonvader
zou hij het predikaat Koninklüke
Hoogheid ontvangen, terwül hü ook tot
lid van de Raad van State werd be
noemd.
Hoewel indertüd prins Hendrik geen
jaarlükse toelage ontving hü zou die
oewel de Koningin vanwege de snelle vervoersmogelijkheden voor
haar reizen doorgaans gebruik maakt van het vliegtuig, wil dit niet
zeggen, dat de koninklijke trein er niet meer aan te pas komt. Van
koningin Juliana is bekend, dat zij met plezier een treinreis maakt.
Een enkele keer komt de koninklijke trein nog buiten de remise zoals by
de ontvangst van officiële gasten. De tegenwoordige koninklijke trein
bestaat uit twee salonrijtuigen en een bagagerijtuig. Een salonrijtuig en
het bagagerijtuig werden de Koningin in 1948 door de directie van de
Nederlandsche Spoorwegen aangeboden bij gelegenheid van een werkbezoek
van de Vorstin aan de Betuwe. De beide rijtuigen kwamen in de plaats
van de koninklijke trein, die in 19fi3 aan H. M. Koningin Wilhelmina in
Apeldoorn werd overgedragen, maar in de bezettingstijd door de Duitsers
werd weggevoerd. Na de oorlog keerde de trein in 1946 volkomen geplun
derd en zwaar beschadigd in ons land terug. Aan het salonrijtuig en het
bagagerijtuig, dat in 1948 aan de Koningin werd overgedragen, werd in
1953 een tweede salonrijtuig gevoegd voor Prins Bernhard en de Prinsessen.
Evenals de beide andere rijtuigen is dit derde een omgebouwd D-treinrijtuig.
De geschiedenis van de koninklijke trein begint in 1873. Koning
Willem III had toen reeds de beschikking over een koninklijk rijtuig, dat
enige jaren later met drie rijtuigen werd aangevuld tot een complete
koninklijke trein.
Behalve de Nederlandsche Spoorwegen is er één vervoersmaatschappij
in Nederland, die ooit een koninklijk salonrijtuig heeft gehad. Het was
de S.B.M. in Zeeland. In 1904 werd het rijtuig gebouwd en in 1905 bij het
bezoek van Koningin Wilhelmina aan Zeeuws-Vlaanderen voor de eerste
en laatste maal gebruikt. Het kostbare stuk, waarvoor de voor die tijd
hoge som van tienduizend gulden werd neergeteld, kwam tenslotte na
vele tientallen jaren terecht in een weiland in Sasput, ontdaan van alles
wat aan het rijtuig een koninklijk aanzien gaf.
alleen gekregen hebben wanneer hij als
weduwnaar achtergebleven was werd
bij het huwelijk van Juliana de grond
wet zodanig gewijzigd dat voortaan aan
de prinselijke echtgenoot een tracte-
ment zou toekomen. Daarmee verviel
de oude bepaling dat het inkomen van
de Prinses van Oranje verdubbeld werd
vanaf het ogenblik dat zü in het huwe
lük trad.
In 1950, twee jaar na de troonsbestü-
ging van Juliana, werd aan prins Bern
hard, bü een speciale wet, het recht
toegekend om zonodig als regent op te
treden, maar intussen heeft zijn oudste
dochter, prinses Beatrix, al in 1956, toen
zÜ achttien werd, de leeftijd bereikt
p 8 december 1936 werd d«or
koningin Wilhelmina de verloving
bekend gemaakt van haar doch
ter, prinses Juliana, met prins
Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Aange-
Koningin Wilhelmina en prins Hendrik in rijcostuum.
stin aan haar gemaal de waardigheid I zien Juliana kroonprinses was, zou ook
™n vTns van ae.t Verenigd Koninkrijk, dit huwelijk een bijzondere staatsrechte-
Vanaf dat ogenblik heet hij in alle offi- lijke consequentie hebben. Maar door het Koningin Victoria en prins Albert. Een foto uit het midden van de vorige eeuw.
waarop zq' de troon zou kunnen bestü-
gen.
Een zo beknopte beschouwing over de
positie van onze tegenwoordige Prins
der Nederlanden zou toch niet volledig
zün zonder de vermelding van zijn bij
zondere functies in onze landsverdedi
ging. Prins Bernhard is inspecteur-
generaal van landmacht en luchtmacht,
met de rang van generaal, en Inspec
teur-generaal van marine, met de rang
van luitenant-admiraal.
Van veel grotere betekenis dan het Militaire Huis is het Civiele Huis. Tot het Civiele Huis van het Hof
behoort de Kanselier van de Koninklijke Huisorden, aan wiens zorgen de registers en stukken betref
fende de Huisorde van Oranje en de Gouden Leeuw van Nassau zijn toevertrouwd.
Tot het Civiele Huis behoort verder de kamerheer, die de Koningin als Staatshoofd terzijde staat bij de ver
vulling van haar officiële verplichtingen. Dan zijn er de kamerheren van dienst. Zjj zijn gesalarieerd
in tegenstelling tot de zogenoemde kamerheren in buitengewone dienst, welke functie gezien moet worden
als een erefunctie.
Op gelijke hoogte met de kamerheer staat de hofdame. Bij officiële verplichtingen is zij de vrouwelijke
assistent van de Koningin. Als een hofdame in haar functie tevens het recht heeft als vervangster van
de Grootmeesteres op te treden, heet zij dame du palais en in geval zij het ambt als ere-ambt bekleedt
heet zij dame du palais honoraire.
Ook de Groot-officieren behoren in feite tot het Civiele Huis. Zij staan een rang hoger dan de kamer
heren en hebben hun functie te danken aan hun grote verdiensten jegens het koninklijk huis. Tot dege
nen, die deel uitmaken van de groep Groot-officieren aan het hof, behoort ook de chef van het Mili
taire Huis. De aanspreektitel van de Grootofficier is „excellentie".
Tot de groep Groot-officieren behoort één vrouw en wel de vrouw, die de leiding heeft over de vrouwe
lijke leden van de hofhouding. Haar persoonlijke titel is die van Grootmeesteres zoals ook de andere
Grootofficieren een persoonlijke titel hebben. De meest bekende daarvan zjjn die van Opperceremonie-
meester, Opperkamerheer en Opperhofmaarschalk.
Van het Civiele Huis maken verder deel uit de hoofden van de verschillende hofdepartementen en hof
diensten: de hofmaarschalk als hoofd van de huishoudelijke diensten; de eerste stalmeester, die aan
het hoofd staat van de koninklijke stallen; de intendanten voor het beheer en onderhoud van de pa
leizen.
Een belangrijke functionaris van het Civiele Huis is de ceremoniemeester, die er voor dient te zorgen,
dat bij ontvangsten en dergeljjke alles volgens het protocol verloopt. Tenslotte dienen nog als behoren
de tot het Civiele Huis te worden genoemd de opperhoutvester (hoofd van de Koninklijke Domeinen),
de jagermeesters (belast met het toezicht op de jachtgebieden) en de directeur van het Koninklijk
Huisarchief.
se industrieën in den vreemde zün be
kend. In verscheidene buitenlandse rei
zen, vooral naar de Latüns-Amerikaan-
se landen, heeft de prins waardevolle
contacten kunnen leggen. Als goodwill-
ambassadeur voor Nederland heeft hü
veel kunnen doen voor onze interna
tionale economische expansie
H. BRONKHORST
lie vier hebben deze prinsen zich,
binnen de grenzen van hun staats-
rechtelüke positie, zelf een taak
moeten scheppen. Zü hebben zich,
naar hun aard en mogelükheden, op
maatschappelük terrein verdienstelük
gemaakt. Prins Albert speelde een rol
in Engelands „industrial revolution" en
hü heeft zich büzonder onderscheiden
met zün voorbereidend werk voor de
Grote Tentoonstelling van 1851.
Prins Philip koestert grote belangstel
ling voor de nieuwe industriële omwen
teling die zün land in de tweede helft
van de twintigste eeuw doormaakt. In
verscheidene toespraken heeft hü zün
landgenoten opgewekt tot een krachtige
aanpak van de moderne industrialisa
tie-problemen en hü heeft daarbü voor
al gewezen op het grote belang van
natuurwetenschappelijk en technisch on-
derwüs.
Prins Hendrik was voorzitter v het
Nederlandsche Roode Kruis, terwül hü
zich ook voor de padvindersbeweging
heeft ingespannen.
De activiteiten van Prins Bernhard
voor de bevordering van de Nederland-
an wanneer dateren lintjes, wie
komen er voor in aanmerking en
wat moet men er voor doen?
In de civiele sector Kent ons
land de Orde van de Nederlandse
Leeuw, ingesteld .n 1815, en de Orde
van Oranje-Nassau, ingesteld 'n 1892.
Van de beide orden is de Koningin
Grootmeesteres. De Orde van, de Ne
derlandse Leeuw dient „ter vererende
onderscheiding van alle Nederlanders,
die bewqzen geven van beproefde va
derlandsliefde, oüzondere üver en
trouw in het volbrengen hunner bur
gerplichten of buitengewone bekwaam
heid in wetenschap en kunsten". In
büzondere gevallen' kan de orde ook
aan vreemdelingen worden gegeven.
De Orde van Oranje-Nassau dient tot
vererende onderscheiding van Neder
landers of vreemdelingen, die zich je
gens de Koningin en de Staat of jegens
de maatschappü op bijzondere wüze
verdienstelük hebben gemaakt
De hoogste onderscheiding is die van
Grootkruis Nederlandse Leeuw. Hierop
volgen: Grootkruis Oranje-Nassau,
Commandeur Nederlandse Leeuw,
Groot-officier Oranje-Nassau, Com
mandeur Oranje-Nassau, Ridder Ne
derlandse Leeuw, Officier Oranje-Nas
sau en Ridder Oranje-Nassau.
Aan de Orde van de Nederlandse
Leeuw is nog een nroedermedaille ver
bonden met een jaarlükse toelage van
vierhonderd gulden. Deze medaille
(die maar zelden wordt uitgereikt) is
bedoeld voor lager geplaatsten. die
zich door nuttige daden, door zelfop
offering en door andere blüken van
mensenliefde een onderscheiding waar
dig maken.
De Orde van Oranje-Nassau kent
voor het lagere personeel een ereme
daille, die verleend Kan worden in
brons, zilver en goud.
Dan is er nog een derde groep on
derscheidingen namelijk die ,an de
Huisorde van Oranje. Koningin Wilhel
mina stelde deze orde in 1905 in om
te kunnen worden toegekend „aan per
sonen, hetzü Nederlanders, hetzü
vreemdelingen, die zich verdienstelük
hebben gemaakt ten aanzien van Ons
of Ons Huis."
De orde is verdeeld in vüf klassen,
waarvan de leden de titel dragen van:
Grootkruis. Groot-officiei, Comman
deur Officier en Ridder.
De klasse van de Ridders is ge
splitst in Ridders eerste en Ridders
tweede klasse.
Gelük in rang met de Groot-officier
staat degene, aan wie is toegekend de
gouden eremedaille voor Kunst en We
tenschap of die voor Voortvarendheid
en Vernuft. In rang gelük aan de Of
ficier zün de dragers van deze ereme
daille in zilver en in rang gelijk aan
de Ridder de dragers van de bronzen
medailles.
Aan de publicatie van de namen van
de gedecoreerden in üe Nederlandse
Staatscourant bü gelegenheid van de
verjaardag van de Vorstin gaat een
lange procedure vooraf. Enige maan
den tevoren ai nebben de ministers
een verzoek aan de Commissarissen
van de Koningin gestuurd om een
opgave van de namen van kandidaten,
die voor een onderscheiding ;n aan-
meiking komen. De Commissarissen
op hun beurt richten eenzelfde verzoek
aau j ,^urgerïieesters in hun ambts
gebied, die voor het samenstellen van
een lust van gegadigden meestal van
verschillende kanten suggestie* ont
vangen Het zun doorgaans suggesties
voor het toekennen van een medaille
voor langdurige en trouwe dierst
Verzoeken om nogere onderst heldin
gen gaan dikwijls rechtstreeks iaai de
departementen. Aanvragen v».oi onder
scheidingen voor het rijkspersoneel ko
men op een aparte voordracht.
Aan het verkrijgen van de ereteke
nen van de verschillende onderschei
dingen zün geen kosten verbonuen De
gedecoreerde ontvangt de versierselen
in bruikleen van de Staat der Neder
landen. Bü bevordering naar eet' hoge
re onderscheiding of bij overlüden moe
ten deze worden teruggezonden Alles
wat de gedecoreerde verder ment te
weten Kan hij vinden <n de wet over
de orde, waarin hü is onderschepten en
d'a aü bu zün benoeming ontvangt
Tot 1954 was het aanschaffen van de
versierselen voor betrokkene eer. kost
bare aangelegenheid, omdat de gede
coreerde de kosten daarvan zelf moest
dragen.