t
1
PRODUCTIEVEWEEK VAN
MINISTER VELDKAMP
commentaar
Radek rookte zware pijp
DE DUITSE OBSESSIE
EN DE VERHOUDINGEN
TUSSEN OOST EN WEST
Jongeren beantwoorden
vraag van koningin
WORDT
DURIQ-
MAHr^oËT
Congres over
woningnood
J. M. W, WAANDERS
ijyii^ IwySv
il/,0 O M
"V-1
Felle reactie op unfaire publicatie
„Wat denkt de jeugd van haar
taak in heden en toekomst
Kritiek geuit op
decentralisatie
besluitvorming
Spanjaarden in ons
land tevreden
SSSS
Woningbouwbeleid van
Nederland niet strijdig
met EGKS-steun
In vier provincie-steden
DYSMALGIW
ZATERDAG 5 MEI 1962
PAGINA 11
0\u\
almelo, 4 mei Van de zijde
)Jah de Spaanse delegatie onder leiding
an Don Marcial Polo Diéz, directeur-
ffileraal var> de arbeid in Spanje, die
tevKien een bezoek bracht aan twee
dp li krieken in Twente, om zich op
hert ogte te stellen van de omstandig-
wa®n, waaronder de Spanjaarden hier
is meegedeeld
Beleg modem - beleg in
UNIE
<dmm
Midden- en kleinbedrijf
vóór wijzigingswet
bakkerij-arbeidstijden
Hand- en spandiensten
in Venray verdwijnen
Ill 111 III III III
I m in iimir
SPECIAAL tegen
menstruatie-pijnen
Liturgische weekkalender
I
NADRUK VERBODEN.
^Tflriii«*' 10 dat de ver-
^.r_fttlngen hieromtrent verre zijn
In
zeer gunsxi
ri;—1., aers wordt misschien meer ver-
krnüi. v-®rSelÜking met andere landen,
j mt Nederland zeer gunstig voor de
niaar daar staat tegenover, dat
?Jen hier zeer
i^eer dan
(Advertentie)
j
N.V. Internationale Bele^gings Unie „Interunie",
Postbus 617, Den Haag
(Van een bijzondere medewerker)
Bij het optreden van dr. Veldkamp
als minister van Sociale Zaken
hebben wij de verwachting uitge
sproken, dat hij, gezien zpn des
kundigheid en het van hem bekende
doorzettingsvermogen, zijn aangekondig
de plannen met voortvarendheid zou
trachten te realiseren. Enkele bevesti
gingen van deze verwachting hebben
we reeds achter de rug. Geheel pas
send in deze lijn is het feit, dat in de
afgelopen week maar liefst twee sociale
wetten aan de orde kwamen, die bei
de weer sterke verbeteringen beteke
nen, n.l. de verhoging van de uitkering
krachtens de A.O.W. met 15 pet. en
verschillende verbeteringen in de Alge
mene Weduwen- en Wezenwet. Minister
Veldkamp heeft van deze gelegenheid
gebruik gemaakt om ook voor Neder
landers, die uit overwegingen van naas
tenliefde hun leven in het buitenland
doorbrachten, zoals missionarissen en
zendelingen, een reeds lang gewenste
betere overgangsregeling door te zet
ten. Alleen reeds met deze twee wets-
verbeteringen komt voor een groot aan
tal mensen, die het als regel hard no
dig hebben, op jaarbasis, meer dan
235 miljoen ter beschikking.
Iedere objectieve waarnemer zal zich
hierover slechts kunnen verheugen. Het
is op zich toch al te dwaas dat in een
welvaartsland als het onze, nog vele
tienduizenden, die niet meer tot wer
ken in staat zijn, of voor wie de na
tuurlijke kostwinner is weggevallen, in
gebrekkige omstandigheden komen te
verkeren en dientengevolge blijven aan
gewezen op bijsteun krachtens de Ar
menwet 1912. Voor wat de A.O.W.-uit-
kering betreft wil de nu tot stand ge
komen verbetering niet zeggen, dat we
er nu zijn. Het huidige uitkeringsbedrag
tevreden is door de
w. -*■ humane houding van de
Tn-0ievers', De incidenten, die zich in
hehKp0 °na"gs hebben voorgedaan
Sps!rn dit beeld in geen enkel opzicht
**00 Spanjaarden*6" °nS land thans
van rond 1.800 per jaar zal met de
autonome verhoging, die op 1 januari
j.l. van kracht is geworden, en de 15
pct.-verhoging van hopelijk 1 juli a.s.,
zijn gestegen tot bijna 2200 hetgeen
wil zeggen, dat degenen die ook nog
een uitkering krachtens de Ouderdoms
wet 1919 hebben een eigen inkomen zul
len hebben van rond 2400.
Hiermee is ook het ethisch minimum
nog niet bereikt. Maar gelukkig neemt
het aantal mensen, dat bovendien nog
een uitkering ontvangt uit bedrijfspen
sioenfondsen, nog steeds toe, zodat we
kunnen zeggen nu echt op weg te zijn
naar een regeling, waardoor in de toe
komst de bejaarde werker zichzelf soci
aal zelfstandig zal kunnen handhaven.
In deze zin is het begrijpelijk, dat de
minister geen verdere toezeggingen
heeft willen doen over nog verdergaan
de verhogingen, omdat hij het terzake
aan de S.E.R. gevraagde advies wil
afwachten. Tal van vragen, zoals de
waardevastheid van de bedrpfspensioe-
nen en uiteraard ook de hoogte van die
pensioenen wachten nog op een oplos
sing. Laten we blij zijn, dat dit weer is
bereikt.
In het betoog van de K.V.P.-afge-
vaardigde over de verbeteringen in
de A.W.W. viel een toon te beluis
teren, die deed denken, dat de KVP
eigenlijk wat minder enthousiast was
over het terugbrengen van de leeftijds
grens in de A.W.W. van 50 naar 40
jaar. Mej. Kok, de bedoelde KVP-
spreekster, gewaagde ervan, dat onge
huwde vrouwen, die voor de A.W.W.
wèl premie moeten betalen, maar nooit
voor een uitkering in aanmerking kun
nen komen, en voorts op 35- a 40-jarige
leeftijd in vrijwel gelijke omstandighe
den kunnen komen te verkeren als jon
ge weduwen, zich min of meer „geno
men" zouden kunnen voelen. Gelukkig
heeft ze aan het eind van haar rede
duidelijk te kennen gegeven, dat de
KVP als geheel de verbeteringen met
vreugde aanvaardt. De verdienste van
haar kritisch geluid is, dat zij het
vraagstuk van de premiebetaling voor
een wet, waarvan men nooit zal kunnen
profiteren, nog eens heeft gesteld. Dat
op deze vraag geen bevredigend ant
woord kon komen was eveneens duide
lijk, omdat ook deze hele aangelegen
heid nog in studie is bij de S.E.R. Een
extra moeilijkheid in de A.W.W. is de
situatie, waarin schpnweduwen kunnen
komen te verkeren. Met dezen worden
bedoeld niet hertrouwde gescheiden
vrouwen, wier man komt te overlijden.
Vaak kan dan in de materiële zin van
het woord een precies gelijke situatie
ontstaan als in het geval van een nor
male weduwe. Terwijl we dit schrijven
is de Kamer nog naar een oplossing aan
het zoeken, maar wel is reeds gebleken,
dat men algemeen van oordeel is, dat
voor deze categorie vrouwen iets dient
te worden ondernomen. Dat men daar
bij ook enige onbillijkheden zal moeten
incasseren, daaraan valt naar onze me
ning niet te ontkomen. We hopen van
harte, dat de Kamer hier een goede
oplossing voor zal weten te vinden.
De heer Van der Ploeg van de KVP
heeft in zijn betoog even betrokken een
artikel dat is verschenen in De Onder
neming van 31 maart 1962, het orgaan
van het Centraal-Sociaal Werkgevers
Verbond. Op een onverwacht felle wijze
haakte minister Veldkamp op dit arti
kel in, zelfs zó dat hij verbaasde op
merkingen kreeg zowel van liberale als
van socialistische zijde. Beide groepe
ringen vonden, dat de minister dat niet
had moeten doen, want niemand in de
Kamer had verklaard het met deze pu-
blikatie van het C.S.W.V. eens te zijn.
Terecht reageerde de minister, dat hij
erkentelijk was voor het feit, dat zelfs
de liberalen verklaarden afstand te ne
men van deze publikatie, maar dat hij
toch meende het recht te hebben zich
tegen unfaire aanvallen te mogen ver
dedigen en dat de Kamer voor een mi
nister praktisch de enige gelegenheid is
om dat te doen. We hebben er ons
slechts over kunnen verheugen, dat de
minister deze kans heeft aangegrepen,
want zoals we boven reeds zeiden, elke
objectieve waarnemer moet waarde
ring hebben voor de vlotheid waarmee
minister Veldkamp zijn zaken afwerkt.
De publikatie van het C.S.W.V. komt
kort gezegd hierop neer: Zij beschul
digt minister Veldkamp van politieke
argumenten b(j het nastreven van so
ciale verbeteringen. Indien men het een
politiek argument wil noemen, dat een
katholiek minister punten uit het pro
gram van de K.V.P. zo snel mogelijk
wenst te realiseren, dan kan men wat
ons betreft gelijk krijgen. Dit is name
lijk politiek in de beste zin van het
woord. Maar wanneer men stelt, dat
het „slechts" wordt gedaan met het
oog op het naderen van de verkiezin
gen, dan is dat een ontkenning van de
sociale bewogenheid, die deze minister
in zo belangrijke mate kenmerkt. Eer
lijk gezegd is ons de publikatie van het
C.S.W.V. bijzonder tegengevallen. We
vragen ons af, of hier nu dezelfde men
sen aan het woord zijn, die rond het
akkoord van Wassenaar zo vlot bereid
waren hun gegeven woord over mati
ging in de loonpolitiek te breken. Zij
waren het op de eerste plaats, die ho
gere lonen wilden uitkeren dan waar
toe in het overleg aanvankelijk was be
sloten. Maar nu ze iets werkelijk van
blijvende waarde kunnen doen, verkla
ren ze het met deze politiek oneens te
zijn. Als er vertrouwen moet zijn tus
sen werkgevers en werknemers, tussen
kapitaal en arbeid, dan zal men niet
zo licht als thans is gebeurd blijvende
verbeteringen moeten afwijzen.
De wijzigingen in de Algemene
Weduwen- en Wezenwet zijn donderdag
avond door de Tweede Kamer aan
vaard. (Red.).
LUXEMBURG, 4 mei Het is de
Hoge Autoriteit bekend dat de finan
ciële hulp die zij verstrekt voor de
bouw van woningen voor arbeiders in de
kolen- en staalindustrie, in Nederland
niet wordt gebruikt voor de bouw van
extra-woningen. Dat kan ook niet, omdat
in Nederland jaarlijks een bouwprogram
wordt opgesteld dat reeds uitgaat van
een volledige benutting van de bouw
capaciteit. De Hoge Autoriteit gelooft
niet dat dit in strijd is met de doelen die
7,ij met de financiering der woningbouw
nastreeft, aldus haar antwoord op een
vraag van drs. G. M. Nederhorst, een
der Nederlandse afgevaardigden in het
Europese parlement.
De Hoge A-utoriteit voegt hieraan toe,
dat binnen het kader van het Neder
landse bouwprogram wel rekening kan
worden gehouden met de financiële
middelen die de Hoge Autoriteit ter be
schikking stelt en die ertoe kunnen lei
den dat meer woningen voor kolen- en
staalarbeiders tegen redelijke huren tot
stand komen. De diensten van de Hoge
Autoriteit hebben contact opgenomen
met het Nederlandse ministerie van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, op
dat bij de contingentverdeling rekening
wordt gehouden met de steun uit Lu
xemburg. Zowel bij het reeds vastge
stelde bouwprgram voor staalarbeiders
als bij het in voorbereiding zijnde pro
gram voor mijnwerkers is met de wen
sen van de Hoge Autoriteit rekening
gehouden.
DEN HAAG, 5 mei De drie organi
saties van het midden- en kleinbedrijf in
de bakkerij: Nederlandsche bakkersbond,
Bond van christelijke bakkerspatroons
en Katholieke bakkerspatroonsbond,
hebben de leden der Tweede Kamer
in een adres gevraagd, het wetsontwerp
tot wijziging van de arbeidswet 1919 on
verkort te aanvaarden.
Wel heeft het deze bonden bijzonder
teleurgesteld, dat in het ontwerp wordt
voorgesteld een eventuele verbetering
van de werktijden in het bakkersbe
drijf te doen geschieden door het weder
om invoeren van volledige nachtarbeid,
zp het dan door middel van het ploe-
genstelsel. Anderzijds echter waarderen
zij het dat in het wetsontwerp onver
kort is vastgehouden aan het huidige
verkoopuur van vers brood, n.l. tien
uur.
Voor het midden- en kleinbedrijf in de
bakkerij, een sector die op het ogenblik
nog meer dan negenduizend onderne
mingen telt, achten de bonden ploegen-
arbeid niet mogelijk.
In „Russia and the West under
Lenin and Stalin" van de Ameri
kaanse historicus en beroepsdi
plomaat George F. Kennan (Hutch
inson of London een Nederlandse
vertaling is zojuist uitgekomen bij
H. J. W. Becht's Uitgeversmaat
schappij N.V. te Amsterdam) komt
een hoofdstuk voor, dat ten tijde van
de conferentie van niet-gebonden
landen in Belgrado door de Joegosla
vische autoriteiten zeer werd gepre
zen. „Het zou eigenlijk verplichte
lectuur moeten zijn," zeiden zij, „voor
ieder, die zich metterdaad of in
woord en geschrift bezig houdt met
de internationale politiek." Het be
treffende hoofdstuk heet „Keeping a
World Intact" en de geprezen auteur
is thans ambassadeur in Belgrado.
De voornaamste stelling, die Kennan
in dat laatste hoofdstuk ontwikkelt,
heeft eigenlijk de vorm van een plei
dooi; een pleidooi namelijk om rui
terlijk toe te geven, dat Stalin al ja
ren dood is. Men kan daarop ant
woorden, dat zo'n erkenning er in
feite weinig toe doet. De geschiede
nis wordt nu eenmaal niet gemaakt
door enkelingen. Maar Kennan voegt
aan zijn pleidooi een belangrijke zin
toe: „Toen Stalin stierf, had hij
vrijwel tot de laatste kruimel
juist die omstandigheden in de Rus
sische samenleving opgebruikt,
waarop zijn door angst beheerste
argwanende, totalitaire macht zich
had gehandhaafd."
De schrijver zegt, dat de staatsman
de gevangene wordt van ztfn eigen
machtspositie. Er ontstaat, om met
Gibbon te spreken, tussen hem en zijn
onderdanen een „identity of interest".
Hij wordt de kampioen van traditio
nele belangen en de beschermer tegen
traditionele gevaren. Het is ondenk
baar, zegt Kennan, dat men zijn
macht over een bepaald volk voor
niets anders gebruikt dan voor het
najagen van ideologische doeleinden,
die geen enkel verband houden met
hun belangen en zorgen. De algemene
teneur van het boek komt tot uiting
in deze zin: „Zodra de ambivalentie
van de eigen deugdzaamheid is erkend,
wordt onherstelbare schade toege
bracht aan de conceptie van de totale
boosheid van de tegenstander". Kort
om, wij moeten er rekening mee hou
den, dat de Sovjet-Unie, door alle
ideologische wisselvalligheden heen,
bezig is een „normale" staat te wor
den.
Het hele boek, het is waar, draagt
de sporen van zijn ontstaan. Het is op
gebouwd uit colleges, die Kennan voor
zijn terugkeer naar de diplomatie heeft
gegeven aan de universiteiten van Ox
ford en Harvard, en uit twee tijdschrift
artikelen. Aan de andere kant geeft
dit het geheel een zekere lichtheid en
losheid van toon mee, die bij een on
derwent als dit zeker niet onwelkom
zijn. Men weet overigens, dat Kennan
als voormalig ambassadeur in Moskou
(1952-'53) met groot gezag spreekt. En
hij laat in dit boek opnieuw zien, dat hij
de puntige en uitdagende formulering
niet schuwt.
Een belangrijk thema in dit boek is
de Duitse kwestie. Kennan is van
oordeel, dat de Geallieerden zich
in de Eerste Wereldoorlog hebben
blindgestaard op het Duitse gevaar,
een gevaar, dat in de eerste plaats be
stond uit de Duitse nationale aspiraties.
Zij hebben dat gevaar in hun propagan
da overdreven en er een ideologische
draai aan gegeven om de democra
tieën tot een oorlogsinspanning van wat
langere adem te brengen. Van de keizer
werd een beeld getekend, zo duivels en
duister, dat aan de latere werkelijkheid
van Hitier eigenlijk ieder element van
verrassing werd ontnomen. Na Wil
helm was de Führer slechts een Aha-
Erlebnis. De Geallieerden hebben aan
dit alles de eis van „onvoorwaardelij
ke capitulatie" verbonden, deels omdat
die eis behoorde tot het Amerikaanse
erfgoed, deels omdat men het binnen
Walter Rathenau
Karl Radek
het bondgenootschap over geen ander,
meer genuanceerd oorlogsdoel eens kon
worden. De Duitse obsessie, die uit dit
alles voortvloeide, heeft minstens twee
rampzalige gevolgen gehad.
In de eerste plaats gingen de weste
lijke geallieerden er van uit. dat hun
Oosteuropese politiek op dit ene doel
gericht moest zijn: voortzetting door
Rusland van de strijd tegen Duitsland.
Zij hebben op die manier het bewind
Kerensky belast met een opgave zo on
dankbaar en zo antipathiek aan de gro
te massa van het Russische volk, dat
dit de bolsjewieken ten zeerste in de
kaart heeft gespeeld. Het was ook de
Duitse obsessie, die het voornaamste
motief was, dat tot het ongelukkige avon
tuur leidde van de Geallieerde invasie
in Rusland.
Vervolgens was het onvermijdelijk,
dat een met zoveel zorg en moeite
aangekweekte anti-Duitse stemming
bleef hangen ook nadat de wapens waren
gestrekt en de Keizer was gevlucht. Het
is een van de bedenkeljjkste ontwikke
lingen tussen de beide Wereldoorlogen
geweest, dat de democratische Repu
bliek van Weimar zo weinig aanmoe
diging heeft gekregen uit het Westen.
Overal ter wereld onderwierpen Geal
lieerde diplomaten hun Duitse collega's
aan een maatschappelijke boycot, die
zo ver ging, dat reeds de gedachte aan
een Duitse diplomaat, die op de golf
baan van Genève zou verschijnen, con
sternatie teweeg bracht in de harten
van ex-Geallieerde functionarissen, nu in
dienst van de Volkenbond. Dit maat
schappelijk negeren is een factor ge
weest er waren vele andere bij de
totstandkoming van het Duits-Russisch
Verdrag van Rapallo van april 1922.
Men is bij het lezen van de uit
eenzettingen van Kennan geneigd te
denken aan een uitspraak van Mal
colm Muggeridge, die eer. bespreking
wijdde aan een boek van Sefton Del-
mer: „Delmers standpunt was gelijk aan
dat van heel wat van zijn landgeno
ten, die de Duitsers altijd wantrou
wen en verachten, wanneer zij pro
beren democratisch te zijn, en die
hen gaan respecteren, zodra zij met
een gepantserde vuist gaan zwaaien.
We kunnen er zeker van z(jn, dat
degenen, die thans de Bondsrepubliek
met onwrikbare achterdocht beschou
wen, hun houding spoedig zouden wij
zigen, indien Adenauer werd vervan
gen door een met raketten rammelen
de maniak. Het moet,, heb ik vaak
gedacht, nogal ontmoedigend zijn Duit
ser te wezen."
Het is bepaald schokkend om op de
bladzijden 367 en 368 (Engelse
uitgave) te lezen, hoe tijdens de
Tweede Wereldoorlog het niet-
communistische Duitse verzet letterlijk
geen enkele aanmoediging heeft ontvan
gen van Geallieerde zyde. De westers-
georiënteerde Duitsers, die ten koste
van groot persoonlijk en politiek ge
vaar, op 20 juli 1944 de aanslag op Hit-
Ier pleegden, moesten het niet alleen
stellen zonder de geringste Geallieerde
hulp op dat moment, zij kregen zelfs
niet de toezegging van hulp in de toe
komst of van mildere vredesvoorwaar
den voor het geval, dat hun poging zou
slagen.
Kennan schrijft:
„Roosevelt en Ohurehill hadden geen
sympathie voor de Duitse verzetsbe
weging. Zij begrepen haar niet. Het is
deprimerend uit hun onderscheiden ver
klaringen in oorlogstijd te moeten af
lezen, in welk een sterke mate zij bei
den naar de Tweede Wereldoorlog de
vooroordelen uit de Eerste meebrach
ten: hoe weinig zij inzagen, dat de nazi
beweging gebaseerd was op de lagere
middelklasse; hoe zeker zi' er beiden
van waren, dat zij nog steeds tegen de
Pruisische Junkers vochten en hoe
ernstig zij de conservatieve klasse zelf
miskenden". De afdruk van deze mis
kenning ziet men thans nog op de staat
kundige kaart van Europa.
Natuurlijk is le behandeling van de
Duitse kwestie slechts één van de onder
delen uit het verhaal, dat Kennan ver
telt. Hij vertelt het met een kenners
blik voor het absurde en het anekdo
tische.
Wij ontmoeten ais lid van de Sovjet
delegatie naar de vredesconferentie van
Brest-Litowsk de grote Karl Radek. Die
meende blijkbaar de zaak van de we
reldrevolutie te kunnen bevorderen door
de Duitse generaal-majoor Max Hoff
mann de rook van zijn pijp in het ge
laat te blazen, hem zwijgend en strak
aan te kijken en hem vervolgens op
dicteersnelheid te beledigen.
Verrukkelijk is ook de schuchtere en
onervaren man, die in maart 1918 Ame
rikaans militair attaché in Moskou was.
Hij was naar Rusland gestuurd als ge
volg van een naamsverwarring in het
Pentagon en hij strafte deze onzorg
vuldigheid af door te vergeten een uiterst
belangrijk telegram door te geven.
Veel aandacht besteedt Kennan aan
de beide Geallieerde interventies, de
Noordrussisohe en de Siberische. Hij
beschrijft het gebrek aan visie, aan
eenstemmigheid en aan doeltreffend
heid, dat van deze interventies zo'n
droevige vertoning heeft gemaakt. Er
is wat te zeggen voor de hypothese,
da* de Sovjets er heel lang over zouden
doen vóór zij de minachting voor de
Geallieerde strijdkrachten, die tijdens
deze interventie-periode was ontstaan,
hadden overwonnen.
Wij zien president Wilson met al zjjn
illusies en heel zijn monumentale men-
senmin ten onder gaan aan persoonlijke
moeilijkheden en aan de intriges van
zijn bondgenoten. Waar Herbert Hoover
en Fridtjof Nansen op het tapijt ver
schijnen, met hun voedselzendingen naar
Rusland, maakt George Kennan een ste
kelige opmerking:
„Het denkbeeld om voedsel als wapen
te gebruiken was er een, dat een sterke
aantrekkingskracht uitoefende op de
Amerikaanse ziel. Het appelleerde aan
een paar van de gevaarlijkste zwakheden
in de Amerikaanse opvattingen inzake
op 8 mei, wanneer het vorstenpaar een
Advertentie
(Van een verslaggever)
AMSTERDAM, 5 mei Tweeduizend
jongeren uit Noord- en Zuid-Holland
zullen 9 mei in het Scheveningse Cir
cus Strassburger bijeenkomen om in
tegenwoordigheid van koningin en prins
te discussiëren over de door het vor
stenpaar aan de jeugd gestelde vraag:
„Wat denken jullie over je taak in
heden en toekomst?" In de afgelopen
maanden hebben duizenden zich in ge
spreksgroepen bezonnen op deze vraag
en gezocht naar een antwoord. Twintig
jongeren zullen onder leiding van Mari-
nus Tabaksblad, student in Leiden, hun
meningen ten beste geven. De „zaal"
zal met handgeklap of boe-geroep een
geponeerde mening honoreren.
In de drie provinciale hoofdsteden
Arnhem, Den Bosch en Groningen heeft
men de antwoorden die door de jonge
ren uit de overige provincies op de
vraag werden gegeven in een toneel
spel verwerkt. Ook deze spelen zullen
in het bijzijn van het vorstenpaar wor
den opgevoerd.
De vraag van koningin en prins aan
de Nederlandse jeugd was doorgegeven
aan het bestuur van Nederlandse Jeugd
Gemeenschap. Via de provinciale jeugd
raden kwamen de vragen terecht bij de
meest verscheiden jeugdorganisaties,
op ateliers, fabrieken, scholen en clubs.
Om de vraag: „Wat denkt de jeugd
over haar taak" concreter te maken
heeft de redactie van „Dux" het ka
tholieke sociaal-pedagogisch blad,
deze uitgewerkt en 5000 stencils met
zeven sub- of te wel Verduidelijkende
vragen rondgestuurd. Deze vragen
dienden als houvast bij de discussies.
Jan Naayens verwerkte de antwoor
den in een „satyrisch dierenspel", dat
bezoek brengt aan Den Bosch in de
Veemarkthallen zal worden gespeeld.
Het zal een spectaculair spel worden
waaraan driehonderd jongeren mee
werken.
In Groningen wordt het door Piet
Terpstra geschreven stuk „Een melo
die zonder grenzen" opgevoerd 7 mei
's middags om drie uur. Spelers en pu
bliek zullen hier minder talrijk zijn.
Het spel moet op de planken worden
gebracht in de schouwburg waar
„slechts" voor 750 jongeren plaats is.
Ook in Arnhem, waar Elly van Steke
lenburg samen met de discussiërende,
antwoordende jeugd, een toneelspel
heeft uitgeschreven, zal de opvoering
in de stadsschouwburg worden gege
ven. Op 5 mei, 's middags om drie uur.
VENRAY 5 mei De gemeente zal
naar alle waarschijnlijkheid binnenkort
de beruchte hand- en spandiensten-be
lasting afschaffen. Deze middeleeuwse
belastingvorm, waarbij de inwoners ver
plicht werden tot het verrichten van
werkzaamheden die de laatste jaren
door de meeste bewoners werden „af
gekocht" (opbrengst ongeveer 24.000 gul
den per jaar) ontmoette bij de burgerij
veel tegenstand. Op de thans ingediende
gemeentebegroting 1962, staan voor het
eerst de inkomsten voor de belasting
pro memorie vermeld.
10 TABLETTEN
UTRECHT, 5 mei. Op het 11 mei
alhier te houden congres „Dubbele wo
ningnood" zal speciale aandacht wor
den gevestigd op de ongelijke verde
ling van de woningnood over de ge
meenten.
Het congres wordt georganiseerd
door 22 van de 24 gemeenten met 20.000
inwoners of meer, die op 1 januari
1960 een statistisch woningtekort had
den van meer dan 5 pet. van de aan
wezige woningbehoefte. Uitgenodigd
zijn alle andere (kleinere) gemeenten
ongeveer tachtig met een statis
tisch woningtekort van tenminste 5
pet. Het gezamenlijk tekort van deze
gemeenten is het dubbele van het Ne
derlandse gemiddelde, dat op 1 janua
ri 1960 volgens de statistieken 3,7 pet.
va;, de woningbehoefte bedroeg.
De gemeenten met een „dubbele wo
ningnood" hebben samen ruim drie
miljoen inwoners dat wil zeggen der
tig pet, van de Nederlandse bevolking,
terwijl hun gezamenlijk statistisch te
kort '56.000 woningen bedraagt, 53 pet.
van de totale Nederlandse tekort. In
de desbetreffende gemeenten komen
2,7 x zoveel ongewenste samenwonin-
ger. voor als elders in Nederland. Het
verdient, naar de mening van de orga
nisatoren van het congres, aanbeveling
dat in de eerstvolgende toewijzing van
woningbouwcontingenten ineens of in
twee jaar een inhaalkwamtum wordt
gegeven aan gemeenten met een hoog
statistisch woningtekort, opdat zich
continuerende achterstand kan worden
weggewerkt.
(Van onze correspondent)
ASSEN, 4 mei Tijdens de eerste
nrovinciale gezondheidsdag heeft de
burgemeester van Beuningen, mr. P.
F. G. A. Gerardts, een aanval gedaan
op de door de minister voorgeschreven
gedecentraliceerde besluitvorming met
betrekking tot de drinkwaterfluoride-
ring.
In zjjn uitvoerige beantwoording van
de vraag, of de drinkwaterfluoridering
verantwoord is, kwam mr. Gerardts tot
de conclusie, „dat het noodzakelijk is
dat de wetgever zich eerst uitspreekt
over het in het algemeen al of niet ge
oorloofd zijn van toevoegingen van stof
fen aan het water."
Mr. Gerardts acht het voorts onbe
grijpelijk, dat in 1957 door het toenmali
ge parlement de waterleidingwet is aan
genomen, zonder dat er een woord ge
wijd is aan het probleem van de fluori
dering van het drinkwater. „De decen
tralisatie-gedachte van die regering
moet wel het uitgangspunt zijn geweest
bij het toekennen van de besluitvorming
over de kwestie aan de lagere orga
nen."
Op deze in restaurant Bellevue te
Assen gehouden provinciale dag, die
onder meer door de commissaris van
de koningin in de provincie Drenthe
mr. J. Cramer en de gedeputeerden j!
Homan en J. C. Wilmans is bijgewoond
heeft de directeur-generaal van de
Volksgezondheid te Den Haag, prof. dr.
P. Muntendam, die tevens voorzitter is
van de rijkscommissie Voorlichting in
zake Fluoridering van Drinkwater, het
slotwoord gesproken.
Hij zei o.m. dat de minister had
voorzien, dat over de gedecentraliseer
de besluitvorming verschil van mening
zou ontstaan. „Daarom heeft de minis
ter deze besluitvorming niet door de
Kamer laten nemen. De minister wilde
echter zeer zeker wel het volk laten
meespreken en daarom heeft hjj de la
gere organen voor de besluitvorming
aangewezen."
Georae F. Kennan
internationale kwesties en het had, naar
mijn mening, een bijzonder funeste in
vloed op het Amerikaanse denken. Aan
gezien het geld en het voedsel door
Amerikanen geschonken zouden worden,
kon het tegenover de mensen thuis wor
den voorgesteld als een onbaatzuchtige
en liefdadige actie, die gunstig afstak
bjj dat boosaardige en verschrikkelijke
ding, dat „machtspolitiek" heette en
waaraan de Europese landen veronder
steld werden zich chronisch schuldig te
maken. Er kwam geen geweld bij te
pas. Men behoefde geen troepen op
vreemde bodem te handhaven als sanc
ties voor deze vorm van diplomatie."
Instructief is het bij Kennan nog eens
te lezen, hoe de doctrine van de co-
existentie ten tijde van Lenin niet is
ontstaan als een daad van clementie
jegens de kapitalistische landen, maar
als een recht, dat de communistische
staat heeft veroverd op de leer van de
onverzoenlijke revolutie.
Hoewel hij zijn verhaal in 1945 laat
eindigen, is het ondoenlijk om in te
gaan op alle belangrijke episodes, die
Kennan beschrijft: de Oost-West-handel,
de Spaanse Burgeroorlog, de verhou
ding met China.
Maar het hele boek staat in het teken
van de nuchterheid. De auteur geeft
toe, dat de Sovjet-Unie zich vaak ab
normaal vijandig gedraagt jegens het
westen. Hij verzoekt zijn lezers echter
te bedenken, dat het van oudsher moei
lijk is met Rusland diplomatieke zaken
te doen. Verder brengt hij in herinne
ring, dat nergens in de communistische
partijleer het grote militaire conflict
wordt aangeprezen als het beste middel
om de wereldrevolutie te doen slagen.
En dan bevat de Russische staatkunde
natuurlijk tal van elementen, die zich
in niets onderscheiden van de normale
beweegredenen, die alle regeringen er
op na houden in een wereld vol rivali
teit en concurrentie. De verhouding tus
sen de „normale" en de „abnormale"
elementen is niet stabiel. Zij schommelt,
vaak op onberekenbare manier, heen
en weer. „Maar de algemene richting
is, vooral in de laatste jaren, naar een
normale toestand toe naar een zich
steeds sterker bezighouden met de in
terne en defensieve belangen van de
Sovjetstaat; z(j verwijdert zich van de
wereldrevolutionaire dromen van vlak
na de Revolutie". Aldus George F.
Kennan in een belangrijk en lezens
waardig boek.
H. J. NEUMAN.
Advertentie
Direkt uit voorraad leverbaar bij
boekhandel
GROTE MARKT 9 - ZWOLLE
Telefoon: 05200-15392.
Zondag 6 mei: 2e zondag na Pasen; eigen
Mis; credo; pref. v Pasen wit
Maandag: H.Stanislaus, bisschop-martelaar-
Mis Protexisti; pref. v. Pasen —rood-
Rotterdam: H. Aufridus, bisschop-belij
der; Mis Statuit; 2e geb. H. Stanislaus
wit Breda, Roermond: H. Domi-
tianus, bisschop-belijder; Mis Statuit; 2e
geb. H. Stanislaus wit
Dinsdag: Mis v. d. zondag (Rotterdam: 2e geb.
voor de bisschop, verjaardag v. d. wij
ding); pref. v. Pasen wit
Woensdag: H. Gregorius van Nazianze, bis-
sohop-belijder-kerkleraar; Mis In Medio;
pref. v. Pasen wit—
Donderdag: H. Antoninus, bisschop-belij
der; Mis Statuit; 2e geb. H. Gordianu»
en gez.; pref. v. Pasen —wit— Haarlem:
Overbrenging v. d. H. Bavo, belijder;
eigen Mis; 2e geb. H. Antoninus; 3e geb.
H. Gordianus en gez. wit
Vrijdag: H. H. Filippus en Jacobus, aposte
len; eigen Mis; credo; pref. v. d. aposte
len roodGroningen: 2e geb. voor de
Bisschop, verjaardag v. d. wijding.
Zaterdag: H. H. Nereus, Achilles en Pan-
cratius, martelaren, H. Domitilla, maagd;
eigen Mis; pref. v. Pasen —roodGro
ningen en Utrecht: H. Aufridus, bisschop-
belijder; Mis Statuit; 2e geb. H. H. Nereus
en gez. witHaarlem: H. Gangulphus,
martelaar; eigen Mis; 2e geb. H. H. Ne
reus en gez. —rood— Den Bosch: H.
Wiro, bisschop-belijder; Mis Statuit; 2e
geb. H. H. Nereus en gez. —wit— Roer
mond: H. H. Wiro en Aufridus, bischop-
pen-belijders; Mis Sacerdotes Tui; 2e geb.
H. H. Nereus en gez. wit—
Zondag 13 mei: 3e zondag na Pasen; eigen
Mis; credo: pref. v. Pasen —wit—
AMSTERDAM, 3 mei In de op
voeringen door de Nederlandse Opera
van „Die Fledermaus" zondag 6 mei
in Amsterdam en maandag 7 mei in
Rotterdam zal Alexander Pichler de
rol van Eisenstein vertolken in de
plaats van Frans Vroons, die wegens
een aandoening aan de twaalfvingerige
darm een maand rust moet houden.