Drievoudig jubileum bij Alberdingk Thijm" D V J Willy Kreeft: grandesse j Mies Nielen: juiste type Miep Beyk: sympathiek [SiCtH]IiMiM;E|L[ Mensenredder langs waterlijn van Zandvoortse strand P. Korteweg R.D.P.: postzegels stempelen zijn leven NIEUWE EXPOSITIES IN HAARLEM De schilder Santen en de graficus Strik D ELS KORVER in „De Ark" J Molen „De Eenhoorn" wordt gerestaureerd GOLDSCHMEDING „TALOELAH": HUMOR, SPANNING EN... FEEST r Plan tot uitbreiding in de raad GROEN St Co. TAUNUS 17 M Eddy Riethoff wint in massasprint Verzorgingscentra bij bejaardenwoningen ZATERDAG 12 MEI 1962 PAGINA 3 óe 55" Maandag en dinsdag geeft de r.k. rederijkerskamer Al berdingk Thijm in de stads schouwburg een voorstelling van de spannende comedie „Taloelah", geschreven door Arnold Ridley en Mary Catchcart Borer en vertaald door Walter Kous. Een korte aan kondiging zou voldoende zijn, ware het niet, dat „Alberdingk Thijm" dit jaar drie zilveren jubi- laressen telt, die tijdens de komen de voorstellingen de aandacht mogen vragen van de donateurs en andere getrouwen van de Kamer. Die jubilaressen zijn me vrouw Willy Kreeft-Massink, me vrouw Mies Nielen-Vlekke en mejuffrouw Miep Beyk. Zij zijn vijf en twintig jaar lid van Alber dingk Thijm, een jubileum, dat gevierd dient te worden. Het was voor het bestuur van de Kamer niet eenvoudig een stuk te vinden, Waarin de drie jubilaressen een representatieve rol kon worden aangeboden. Maar nu de keus ge vallen is, zegt iedereen: ja, natuur lijk, dat is het. In „Taloelah" tre den drie oude dames op het eerste plan, en ofschoon wij de bejaard heid niet durven, niet willen en zelfs niet kunnen koppelen aan deze drie actrices, weten de ken- hers van Thijm bij voorbaat, dat dit trio er wat, nee alles, van zal kunnen maken. Alleen... er is een schaduw op het drievoudige jubi leum gevallen. Willy Kreeft is ziek geworden en het ziet er naar uit, dat zij maandag en dinsdag vervangen moet worden. Haar rol zal dan worden overgenomen door Cocky van Bottenburg-Bakker, die wellicht voor het eerst met tegenzin een rol heeft opgenomen. Die jubileum-rol had zij gaarne mevrouw Kreeft gegund. Werkplaats Antieke textiel BLOEMEND AAL TELEF. 54855 GARAGE „PETER S" B. en W. onderzoeken: e laatste rol, waarin wij Willy Kreeft hebben zien spelen, was die van „Tante Jean" in „Een feestelijke dag." Zij maakte er een voortreffelijk creatie van, geestig en goed afgewogen. Met „Taloelah" zal zij geen feestelijke avond beleven, maar zij mag er zeker van zijn, dat talloze vrienden ook zij, die haar al leen van de planken kennen aan haar zullen denken. Te dikwijls immers heeft zij in de stukken van Thijm ge domineerd en nog altijd bewaren zeer v«len de prettigste herinneringen aan KreeftMassink, die helaas haar zilveren jubileum volgende week niet voor het voetlicht zal vieren. spel. Willy Kreeft heeft aanvan- in -en vagant bestaan geleid. Daar- n is z\j als beroepsactrice van het een ,ar het ander getrokken. Zij heeft ti?r van de wereld gezien en zij mag l®rugzien op tal van rijke ervaringen, ïoewel teleurstellingen haar niet be baard zijn gebleven. v.U heeft haar Indische jaren gehad. an 1913 tot 1921. Daar kreeg zij reeds aam. Zij speelde met Poldi ReiffS. he ries Sr. en Sophie Stein. Wij heb- daarvan reeds verteld in een ar- el bij gelegenheid van haar zeven- gste verjaardag. Als Ma Kreeft zo _oetnt de thijmiaanse volksmond haar r~ mijmert over het verleden, duiken ior, e herinneringen op, waarvan de Ono ere generatie geen weet heeft. De Wertf.tte bijvoorbeeld is een dankbaar erkterrein voor haar geweest Begin over Piet Kohier en zijn Boemel- ar°n, en zij verteit wei verder. Wij rp?™oreren voorts de „Haarlemse Ope- Cp„e zij had zich toen in Haarlem eni 1 gd en voorts aan „De Ver- tepft i Spelers", waarin zij haar ac- ortalenten meer dan eens demon teerde. [keren wij echter terug naar Thijm. da» p gen wh ons eigen geheugen, ha= noteren we opnieuw met plezier L^r rrvl ïvo A/Torio Qtnnrf" ha»r ro^ 'n Schiller's „Maria Stuart", ha»r gaaf sPel in „Bonaventura" en VH„.jol van Froisine in „De Vrek" Molière. .Haar grandesse heeft op ons altijd opzondere indruk gemaakt, omdat h zi°h geen allure aangemeten heeft, maar die van nature bezit. Haar verwicht is geen kwestie van erva- „jng of van leeftijd maar van een rerke persoonlijkheid. Daarom is zij •J?§. steeds een gewaardeerd lid van de mi een graag geziene en gehoor- eena lce voor de donateurs en vol- in i?e weel< een vrouw, die men node missen m^St8r'e r0 „Taloelah" zal an geheel andere allure, maar minstens zo verknocht aan het toneel is Mies Nielen-Vlekke. Het bloeri mateur-toneel is haar vlees en vanQ gerrden- ZÜ heeft er bij wijze mede pJekeu haar beroep in gevonden, echtre„ °5).r h®t Toneelfonds, dat haar ploitleïa W15lea Gerard Nielen, ex- heerd k„e *en dat ZÜ na diens dood be den 7ii j tot enkele maanden gele- zij deed 'S or Gerard Nielen ontdekt. °Ptrad t„Tee met een zanggroepje, dat Vriende„i -ns een voorstelling van „De b®r 1911 r-lng Dat was op 22 decem- latie stil Gerard Nielen knoopte de re- lem ^Lviger aan. Zjj trouwden. Haar- as een toneel-echtpaar rijker, Opname tijdens de repetitie van „Taloelah". Links Mies Nielen-Vlekke, rechts Miep Beyk. Op de voorgrond nog zichtbaar Jan Icas van Dijk, op de achtergrond Ria de os en Gerard Lips. lillllllilililllllllllll illllllllllllllllij. iiiiiiiiiiiiiiiimiiiii waaraan vooral „Alberdingk" zeer veel heeft te danken. Met Herman Moer kerk is Gerard Nielen nog steeds een begrip in de wereld van het amateur toneel. Nielen schreef en regisseerde. In zijn „Gebroeders Kalkoen" speelde zijn vrouw de befaamde Pietje Kal koen. De recensies uit die dagen liegen er niet om. Alle lof kreeg ze voor haar Mary Aston in „Meesters en dienares sen", en met een gezonde trots heeft ze de opmerking van de recensent on derstreept: die ook een zeer aardige tooneelverschijning is. Dat slaat op de jubilaresse van de volgende week. We willen die opmerking graag herhalen. Ais zij op het toneel verschijnt gaat er iets van haar uit. Zij is zeker van zichzelf, weet te boeien en haar creatie bewijst altijd, dat zij werk van haar rol heeft gemaakt. De ouderen herin neren zich haar Quiteria in „Don Qui- chot", Marie Tulp in „Janus Tulp", Uriel in „Adam in Ballingschap" en de knappe manier bijvoorbeeld, waarop zij zes rollen speelde in Ghéons „Kermis volk op Kerstmis". Verder de koningin in „De Nar" van Kees Mekel en de moeder-overste in „Bonaventura". Het is maar een greep. Maar onvergetelijk blijft haar grootmoeder in Casona's „Sterk als de Jacaranda". Mies Nielen komt er eerlijk voor uit, dat ze graag in die rol had willen jubileren. Zij vindt die grootmoeder haar hoogtepunt. Het was inderdaad een prachtige, sterke creatie. Gerard Nielen figureert natuurlijk herhaaldelijk in ons gesprek. Maar niet minder Herman Moerkerk. Wat een re gisseur, zegt ze, iedere scène was een schilderstukje. Thijm op z'n best. Niet alleen Thijm heeft van haar talenten geprofiteerd. Ook de KRO. Wie van de ouderen herinneren zich niet meer het KRO Klein Tooneel, dat iedere zater dagavond voor een goede ontspanning zorgde. Dat was nog vóór de oorlog. De vaste kern werd gevormd door Ge rard Nielen, Jan Icas van Dijk, Tony Degbert en Mies van Hoorn. Achter die Mies van Hoorn ging onze Mies Nielen schuil. Het kwartet speelde in een directe uitzending schetsen, waarvan de titels „De truck van Ti- nus", „Een huis met commensaals", „Onbetaalde rekeningen" en „De hand, die bewoog" reeds duiden op een voor oorlogs ontspanningsgenre. Het was moeilijk, zegt Mies Nielen, zonder pu bliek heb je geen weerklank. Maar de mondelinge en schriftelijke reacties be wezen, dat we een groot luisterpubliek hadden. Ach, ja, het is allemaal wat an ders geworden. Zij heeft moeten over schakelen op een nieuwe tijd. Dat moet heel wat zijn voor wie ooit in de Jansschouwburg gespeeld heeft met zijn charmante en bijzondere sfeer. Met een resoluut gebaar grijpt ze naar haar plakboek en foto-album. Die vijf en twintig jaren worden met een zekere weemoed doorgebladerd. Of liever: meer dan vijf en twintig jaren. Want Mies Nielen speelde reeds vóór 1937 als gaste bij' Thijm. Toen de Kamer gemengd ging spe len, was zij de eerste rederijkster. Zjj bladert en vertelt. En ze komt weer terug op die grootmoeder uit de Jacaranda. De foto's illustreren haar gedachten. Maar wij weten, dat zij maandag en dinsdag „haar oude dametje" het juiste type zal geven. De naam van Gerard Nielen valt ook herhaaldelijk tijdens het ge sprek met Miep Beyk. Die man kende zjjn rol letter voor letter, zegt ze. Wat dat betreft schijnt hjj Miep Beyk geïnspireerd te hebben. Zij kan en wil niet op de soeffleur spelen. Ik moet mijn rol kennen als mijn naam. Ik wil niet uit dat hok eten. Het zijn typerende uitspraken voor de bescheiden speelster, die Miep Beyk is. Niet bescheiden in kwaliteit, wel in op treden. Zij valt altijd weer op door haar onopvallendheid. Uit zichzelf treedt zij niet naar voren. Haar talent brengt 1 haar vanzelf op het eerste plan. Miep Beyk is daarom bijzonder ge liefd bij haar publiek. Zo'n kwart eeuw geleden ze was feitelijk niet eens lid en had nog geen examen afgelegd mocht ze voor Moerkerkeen rolle tje spelen. Als ze maar plat amster- dams kon praten. Ze moest toen Ba rendje in „Janus Tulp" spelen. Het iiiiiimiiiiiimiiiiii ging prima. Ze werd lid, maar moet nog steeds examen doen. Wat is haar fijnste stuk geweest? Miep Beyk denkt na. Ze weet het niet precies. Ze vond alles fijn. Als ze maar spelen kon. Gelukkig de vereniging, die zulke krachtenheeft. In de jaren, dat wij haar aan het werk hebben gezien, is Sjaantje in „Naar het volle leven" van Henk Assmann een treffende crea tie geworden. Ze heeft er bij een to neelwedstrijd in Schoonhoven zelfs een persoonlijke prijs mee gewonnen. Maar als wjj een keus moeten maken, dan is dat onvoorwaardelijk die onverge telijke keukenzuster uit „Bonaventura". Dat was Miep Beyk op haar best. Als ze vertelt^ zit ze niet om veel woorden verlegen. Maar ze is toch ge reserveerd. Ze praat gauw over de kwaliteiten van anderen. En daarom is het go'ed, dat die anderen nu over haar praten. Ze kennen haar als een onverstoorbare speelster, die geen last heeft van plankenkoorts en haar rol op haar duimpje kent. Ik leer m'n rol, HAARLEM, 11 mei De oude pal- trokmolen „De Eenhoorn" aan de Schalkwijkerweg langs het Zuider Bui ten Spaarne moet gerestaureerd wor den. De molen ligt op gebied dat thans nog tot de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude behoort, maar dat met tertijd bij Haarlem gevoegd zal worden. In het uitbreidingsplan „Schalkwijk" is een ruime groenstrook langs het Spaarne geprojecteerd, waarin „De Eenhoorn" goed tot zijn recht zal ko men. Van het type paltrokmolen als „De Eenhoorn" zijn er slechts twee exemplaren over in Nederland. Buiten Nederland komt het type niet voor. De restauratiekosten worden geraamd op 8800 en het bestuur van do vereni ging „De Hollandsche Molen" heeft Haarlem verzocht in de restauratiekos ten voor 40 pet te willen bijdragen. Ook het rijk heeft een bijdrage van 40 pet van de restauratiekosten toegezegd. B. en W. van Haarlem vragen de raad derhalve om een bijdrage van 3520. HAARLEM, 11 mei De, Werk plaats voor het herstel van antieke textiel moet dringend worden uitge breid en verbeterd. Nog onlangs heeft onze courant daarop nog eens gewe zen. Thans komen B. en W. van Haar lem met een voorstel aan de raad om 228.000 beschikbaar te stellen om de vrijkomende ruimten van de voorma lige. Groen van Prinsterersehool in hel gebouw waar de Werkplaats thans ge vestigd is aan het Leidseplein, voor dit doel in te richten en te verbouwen. Aanvankelijk had men plannen om een geheel nieuw gebouw neer te zetten voor de Werkplaats, maar dat was zo duur, dat de Stichting die de werk plaats exploiteert de jaarlijkse lasten niet meer zou kunnen opbrengen. In samenwerking met de directeur van de werkplaats, heeft Openbare Werken toen het plan ontworpen, dat thans op het punt staat verwezenlijkt te worden. De Werkplaats was geves tigd in het schoolgebouw, waarvan de helft in gebruik was bij de Groen van Prinsterersehool. Nadat deze school was opgeheven, zijn de vrijkomende ruimten gebruikt door de Lorentz- school die zelf opgeknapt moest wor den. In september komen deze ruimten vermoedelpk vrij en dan wil men ze gaan inrichten voor de Werkplaats voor het herstel van antieke textiel. Het is de bedoeling, dat de gymnas tiekzaal en twee vertrekken begane- gronds gereserveerd blijven voor jeugd werk etc. (Advertentie) De moderne piano, stijlvol, doordacht. Vraagt de Schimmel kleurenfolder eens Grote Markt 8, Haarlem Amsterdam - Rotterdam Hilversum - Kampen - Goes terwfjl ik fiets, zegt ze lachend. Wij geloven, dat ze haar rol de gehele dag door leert. „Ik heb trouwens de tijd. Daarom kan ik altijd mee, als wjj „bui ten" spelen". Dat „buiten" zijn de dor pen in de provincie, waar Thijm zich weliswaar moet behelpen in kleine za len en op slecht geoutilleerde toneel tjes, maar het is er plezierig. „Wij heb ben er altijd een dankbaar publiek. En de pret is groot." Miep Beyk geniet ervan. Wij maken ons sterk, dat als de donateurs maan dag en dinsdag van haar spel genieten, zij kans ziet zelf nóg meer te genieten. Het zij haar gegund. W'ü wachten met spanning. W. H. Dinsdag 15 mei zal het 25 jaar ge leden zijn, dat de hoofdagent A. van Waardenberg in vaste dienst kwam bij het Zandvoortse politiekorps. Maar zijn relatie met Zandvoort is echter van oudere datum. Op 15 mei 1934 werd hij volontair bij de politie voor de duur van het zomerseizoen. Men had toen in de zomermaanden een aantal hulpagenten „zomeragen- ten" in dienst, die met september weer afzwaaiden. De heer Van Waardenberg woon de toen in den Briel, waar hij werk zaam was in het zeilmakersbedrijf van zijn vader. Doordat de zeilschc pen ook in de binnenvaart gingen verdwijnen zat er in het zeilmakers- beroep niet veel toekomst. Drie jaren achtereen kwam de heer Van Waar denberg daarom in de zomer naar Zandvoort. De toenmalige burgemeester, de heer H. van Alphen, zocht ook voor de functie van „zomeragent" flinke kerels, die gestoken in een elegant bruin costuum in Zandvoort al spoedig de naam van „Indische prin sen" kregen. Per 15 mei 1937 kreeg de heer Van Waardenberg zijn vaste aanstelling en werd hij bij de sterkte van het politiekorps gevoegd. Spoedig daarop kwamen de moeilijke bezettingsjaren. In de evacuatieperiode werd een aan tal Zandvoortse agenten, die bij het N.S.B.-bestuur niet gezien waren, naar Bussum gedetacheerd. De hoofd agent Van Waardenberg behoorde daar ook toe. De meeste bekendheid bij inwoners en vooral bij de badgasten geniet de heer Van Waardenberg omdat hij sinds 1957 deel uitmaakt van het strand-detachement onder leiding van brigadier Stouthamer. Maar in 1947 had hij al de aandacht op zich ge vestigd. Surveillerend langs de boulevard De jubilerende politieman geeft aanwijzingen op het strand. eigen leven twee dames van de ver drinkingsdood. Voor dit feit ontving hij een diploma van het Carnegie- heldenfonds. Verleden jaar had hij bij opkomend water de mensen gesommeerd van de eerste bank weg te gaan. Een bad gast bleef daar achter en kwam al spoedig in het woelige wat.r in moei lijkheden. Het bleek, dat deze man een been miste. De heer Van Waar zijn. Dat is soms pae 's avonds 10 uur! De kinderen geven de politie veel zorg. Zij verliezen snel hun oriënta tiepunt op het strand en gaan dan aan het lopen en steevast altijd vóór de wind! Dit ervaringsfeit vergemak kelijkt het opsporingswerk. Bij Noor denwind heeft de politie meermalen met de surveillance-auto kinderen 's avonds tot bij de grens van Noord- wijk opgespoord! Voor vele ouders zag hij een groot meisje op een auto- denberg slaagde er in de man veilig wordt het genot van het strandbe- band drijven. Zij raakte ir een mui en de heer Van Waardenberg dacht „die zus laat zich zeker zeewaarts drijven"; het was namelijk een „flin ke meid". Maar spoedig riep zij om hulp. Van Waardenberg snelde naar het strand, ontdeed zich van zijn uniform - kleding en sprong in zee. Het meisje dreef toen met het hoofd voorover onder watei en zou zeker verdronken zijn als onze jubilaris met assistentie van een voorbijganger haar niet had gered. Hij ontving daarvoor een lof felijk getuigschrift van de burgemees ter. In 1960 redde hij met gevaar voor op het strand te brengen. Dat dit geen kleinigheid was, blijkt wel uit het feit, dat een vlet met vier strand- pachters die te hulp snelden, door de zware branding omsloeg. De heer Van Waardenberg voelt veel voor de stranddienst. „Je bent dan vrijer en kunt veel preventief werk doen." Met zijn toeter loopt hij langs de waterlijn en heeft al heel wat kinderen en volwassenen „de zee uit geblazen" als de situatie gevaar lijk voor hen werd. Het is echter een zware en lange dienst, want de poli tiepost wordt eerst gesloten als alle verdwaalde kinderen weer terecht iiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiimiiiiiiiiiiiiiiiiii Er zullen niet veel mensen zijn, die de 73-jarige heer P. C. Korteweg uit Bennebroek iets over de geschie denis van het postwezen kunnen vertellen, dat hij al niet weet. Reeds vanaf 1895 drukt de hobby van het verzamelen en bestuderen van alles wat met de postgeschiedenis en de philatelie te maken heeft, een (post stempel op zijn leven. Hij is niet blijven steken in een eenvoudige verzameling - in - plakkertjesalbum, maar is doorgedrongen tot de hoog ste regionen in de wereld van de philatelie. Die hoogste regionen be vinden zich wat Europa betreft in Engeland. Daar bestaan exclu sieve colleges van postzegelmin naars, zoals de Royal Philatelie So ciety (R.P.S.) waarvan de vroegere en op- zeker de zijn er e bewondering voor een groot meesterschap kan de ontplooiing van de eigen mogelijkheden bij sommige karakters afremmen. Een werkelijke persoonlijkheid breekt uiteindelijk door deze remmen heen. Wij menen dit verschijnsel waar te nemen bij de Haarlemse schilder Josef Santen in zijn verhouding tot de be vriende, beminnelijke en tegelijkertijd ontzagwekkende leermeester Boot. In die, uiteraard persoonlijke, mening werden wij gestaafd bij het zien van sommige werken op Santen's eerste eigen tentoonstelling, tot 27 mei te zien bij Galerie Uittenhout. Het waren dan ook niet de werken, die de tonaliteit hebben welke aan de bewonderde leermeester doet denken, maar juist de schilderijen die zich van diens palet en zienswijze verwijderen, welke ons het meest interesseerden. In deze stukken treedt niet alleen de eigen persoonlijkheid van hun maker naar vo ren, maar deze is bovendien krachtiger en bekwamer dan de volgzame leerling. De geëxposeerde collectie valt uiteen in liet werk van de leerling en van de volleerde die met de verworven kennis uitdrukking geeft aan eigen schilderlijke ontroering. Boomgaard in Drente, een schilderij van Josef Santen in Galerie Uittenhout. De vrijheid die in voornamelijk de figuurstukken (11-14-28) doorbreekt, leidt direct tot hogere kwaliteit. In de persoonlijke kracht van Josef San ten schenkt deze tentoonstelling ons vertrouwen. Lou Strik is een hardnekkig beoefe naar van de orthodoxe grafiek. Hü heeft zich gespecialiseerd in deze uitdrukkingsvorm en geeft de voorkeur aan de rechtstreekse snede van de burijn in hout of 'metaal. Waar hij de chemische werking van etszuur toelaat neemt hij geen genoegen met het eenvoudig laten inbijten van de in vernis gekraste lijn om deze voor af drukken vatbaar te maken, maar hij bewerkt met de werking van het zuur sterke verdiepingen in de metalen plaat, die het papier bij het afdrukken reliëf geven. Deze etsen zijn estetisch zeer verzorgd, uiterst bekwaam behan deld en van een grote materiaalschoon heid. Het betrekken van het papier bij het effect is de extra-mogelijkheid die hij beoogt. Strik beperkt zich in al zijn werk tot het zwart van de inkt en het wit van het papier en ziet dus af van elke inmenging van kleur, die hem zou sturen in de richting van het schilderij. Zijn opvatting over de keus van het onderwerp sluit aan bij de traditie van de grafische kunst. Deze is hodgstens illustratief, veelvuldiger betogend in ex pressionistische zin waarbij de hu mor niet hoeft te ontbreken en soms surrealistisch-symbolisch. Het oog en de hand zijn thema's waarop hij fraaie bladen heeft gemaakt. Zijn onderhoudende collectie prenten is te zien bjj „In 't Goede Uur" ge durende de maand mei. L.T. De docenten aan de Opleiding voor tekenleraren te Amsterdam zul len zeker eer behaald hebben aan Els Korver, die er een begaaf de leerlinge geweest moet zijn. Zij stu deerde ook nog »n Parijs en had al enige jaren voor de klas gestaan, voor dat zij weer, terug aan de Normaal school, vorig jaar definitief afstudeer de. dat onmiddellijk Ntn66LE 6k66 ETA E In het tentoonstellingsprogramma, dat onmiddellijk daarna aanving, is zij de stad waar zij de middelbare school doorliep (het Laurens Costerlyceum te Haarlem) niet vergeten en men kan haar zien en bewonderen in „De Ark" tot 26 mei. Zij blijft voor ons alsnog de zeer be gaafde leerlinge, die met het grootste gemak figuurschetsen maakt met het penseel of in Siberisch krijt, bekwaam, maar in eentonige veelheid. De oliever ven blijven al evenzeer schetsmatig; de portretten, direct raak en charmant van kleur, komen niet boven de opzet uit. Wij hebben volledig respect voor dit talent en het zien van haar werk schenkt vreugde. Maar wat wij van Els Korver graag hadden gezien, dat zij met de toppen van haar gevoelige vingers de grenzen van haar mogelijk heden had afgetast. Zij blijft verre van die grenzen vandaan, zich vermeiend in een veilige zone. Wij zijn benieuwd, over enige tijd te zie.n wat zij met haar talent gaat doen, spelen of werken. Want een dergelijke begaafdheid schept verplichtingen. L. T. koning George V president richter was. De leden (members) en gevorderde leden (fellows) bijzonder op gebrand de ere-tekenen van hun lidmaatschap F. (of M.) R.P.S. achter hun naam te plaatsen. Een tweede niet minder belang rijk college is het Postal History Society (R.H.S.). Vervullen de af kortingen F.R.P.S. en F.P.H.S. phi- latelisten reeds met ontzag, de let ters R.D.P. vervult hen met de grootste eerbied. Want R.D.P. bete kent Roll Distinguished Philatelists, wat een Engelsman direct herkent als een onderscheiding waarbij men door de beide genootschappen op de lijst van zeer belangrijke philatelis- ten bijgeschreven wordt. Deze laat ste afkorting nu mag de heer Korte weg sinds enige dagen achter zijn naam plaatsen. De toekenning van deze hoogste onderscheiding aan de heer Korteweg is beslist geen onberaden stap geweest. Diens ver zamelwoede had hem reeds op zes jarige leeftijd een aardige collectie postzegels opgeleverd. De belang stelling voor philatelie groeide en in 1923 besloot de heer Korteweg zich aan te melden als lid van de Royal Philatelie Society, waarvan hij zich na drie jaar fellow noemen mocht. Na achtentwintig jaar zei hij zijn fellowship op, omdat de belangstel ling van het genootschap zich be perkte tot Engeland en de koloniën. In Nederland was hij hoofdredac teur van een philatelistisch maand blad geworden en in die functie schreef hij in veertien jaar liefst ruim tweeduizend artikelen en een aantal boekjes. Zijn interesse voor de geschiedenis van het postwezen was inmiddels gewekt. Van oude poststempels en -zegels, brieven en rollen legde hij een verzameling aan, die tot de belangrijkste van Neder land behoorde. Talrijk zijn de me dailles, die hij met zijn collectie op tentoonstellingen behaalde. De heer Korteweg kon zich eigenaar noemen van de oudste Nederlandse brief, af komstig van de Abdij van Egmond en geschreven „up den le aprillis" van 1480. Hij bezat een volledige collectie brieven die de Verenigde Oostindisehe Compagnie als zeepost over de oceanen voerde. Zelfs her kende hij professor Kaiser uit Am sterdam als degene die de eerste Nederlandse postzegels ontwierp, welke verdienste steeds op naam van een Belg gestaan had. Die glorie is verleden tijd, want de heer Korteweg heeft enige jaren ge leden zijn kostbare verzameling aan het Postmuseum verkocht. Maar niet dan nadat hij puttend uit de schat aan informaties, die zijn collectie hem leverde een boek geschreven had, dat als titel draagt „Drie eeu wen postmerken" en de geschiedenis van het postwezen van 1570-1870 be handelt. Dat boek wordt in Neder land als het standaardwerk op het gebied van de philatelie beschouwd. Het minitieus samenstellen daarvan heeft de heer Korteweg dertig jaar gekost. Twee jaar vergde het nate kenen van de stempels, handtekenin gen en oude prentjes. Advertentie) CENTRALE VERWARMING OLIESTOOKINSTALLATIES zoek bedorven, doordat hun kinderen zoekraken en soms urenlang spoor loos zijn. De politie stelt ze dan ge rust met de mededeling, dat er nog nooit een kind voor het Zandvoortse strand is verdronken, maar de on zekerheid blijft. Vele ouders zijn ook zorgeloos. Het gebeurt wel dat een kindvijfmaal op dezelfde dag de po litiepost werd binnengebracht. Zodra het kind terecht was „ging moe weer rustig liggen zonnen", totdat zij rondkijkende haar kind opnieuw miste! Wat de veiligheid van baders en zwemmers betreft: de meeste verdrin- kingsgevallen vinden plaats „onder de kant", dat is in het zwin voor de eerste bank. De goede zwemmers die verder in zee gaan, zorgen wel voor zichzelf. De heer Van Waardenberg hecht daarom grote waarde aan de reddingsstokken met lijn, welke op het strand aanwezig zijn. Daarmede kan men veel onheil voorkomen. De eerste voorwaarde is dat zowel de gene die in gevaar verkeert (of denkt te verkeren!) als zij die te hulp snel len, hun kalmte bewaren. De dren keling wordt echter bevangen door angst en roept om hulp en de men sen op het strand rennen in het rond, totdat er iemand komt, die de red- dingsstok grijpt en tot actie overgaat. Maar dan zijn al kostbare minuten verloren gegaan. Wie over dit alles meer wil weten: de aanstaande jubilaris ontvangt graag op dinsdag 15 mei, 's middags van 3 tot 5 uur, in zijn woning: Bre- derodestraat no. 14 te Zandvoort. Advertentie) TELEFOON 38058 - HEEMSTEDE HAARLEM, 11 mei De tweede zo- meravondrit van het Haarlemse „De Kampioen", die op het parcours in het „Van der Aartsportpark" werd verre den, heeft een overwinning opgeleverd voor de snelle Eddy Riethoff. Hij zege vierde in de massasprint van een com pact peloton met banddikte verschil over Bram Schenk. Deze tweede avondrit is in een hoog en droog tempo betwist. Alle uitloop pogingen, waarbij vooral Riethoff, Ste vens, Söhenk en Rutte de aandacht op zich vestigden, waren zodoende al bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Ook Blom en Bouma, die in de voorlaatste ronde met een ontsnapping hun slag probeerden te slaan, kregen geen kans om zich af te zonderen. Een massa sprint moest tenslotte de beslising bren gen en daarin toonde Riethoff zich de snelste. De uitslag luidt: 1. E. Riethoff, 2. B. Schenk, 3. A. Straver, 4. C. Piers, 5. M. Rutte, 6. R. Otte, 7. T. Blom, 8. A. Bogaard. 9. C. Baars, 10. R. Stevens. Uitslag C-klasse: 1. Aldershof. 2. Portegies, 3. De Ruyter, 4. J. Schenk, 5. Dijkman, 6. Uttien, 7. Kuilboer, 8. Fennis, 9. Otte, 10. Ceelen. HAARLEM, 11 mei In antwoord op vragen van het raadslid J. Th. W. Fibbe (WD) delen B. en W. mede mèt minis ter dr. Klompé van oordeel te zijn, dat bejaarden zoveel mogelijk in het genot van hun zelfstandigheid gelaten dienen te worden. Vele bejaarden zullen echter op de duur niet zonder hulp van ande ren kunnen. Aan dit bezwaar kan tege moet gekomen worden, wanneer nabij een complex bejaardenwoningen een dienstverlenend centrum wordt ge bouwd van waaruit zo nodig warme maaltijden kunnen worden verstrekt en huishoudelijke of verpleeghulp kan wor den geboden. Van hieruit zou ook de verwarming der bejaardenwoningen centraal kunnen worden geregeld. Met het ministerie wordt thans overleg ge pleegd over de eisen die er aan zo'n centrum worden gesteld, en over de mogelijkheid van een rijksbijdrage vooi de stichting van zulk een centrum. BEJAARDENTOCHT Op 28 mei gaan de bejaarden van Bloemendaal die zeventig jaar of ouder zijn, een dagje uit. Zjj die aan deze tocht willen deelnemen kunnen zich opgeven bij het secretariaat van het comité voor de bejaarden, Bloemendaalseweg 188 te Overveen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 3