Drievoudig jubileum bij
Alberdingk Thijm"
D
V
J Willy Kreeft: grandesse
j Mies Nielen: juiste type
Miep Beyk: sympathiek
[SiCtH]IiMiM;E|L[
Mensenredder langs waterlijn
van Zandvoortse strand
P. Korteweg R.D.P.: postzegels
stempelen zijn leven
NIEUWE EXPOSITIES IN HAARLEM
De schilder Santen en de graficus Strik
D
ELS KORVER
in „De Ark"
J
Molen „De Eenhoorn"
wordt gerestaureerd
GOLDSCHMEDING
„TALOELAH": HUMOR, SPANNING EN... FEEST
r
Plan tot uitbreiding
in de raad
GROEN St Co.
TAUNUS 17 M
Eddy Riethoff wint
in massasprint
Verzorgingscentra bij
bejaardenwoningen
ZATERDAG 12 MEI 1962
PAGINA 3
óe
55"
Maandag en dinsdag geeft de
r.k. rederijkerskamer Al
berdingk Thijm in de stads
schouwburg een voorstelling van
de spannende comedie „Taloelah",
geschreven door Arnold Ridley en
Mary Catchcart Borer en vertaald
door Walter Kous. Een korte aan
kondiging zou voldoende zijn,
ware het niet, dat „Alberdingk
Thijm" dit jaar drie zilveren jubi-
laressen telt, die tijdens de komen
de voorstellingen de aandacht
mogen vragen van de donateurs
en andere getrouwen van de
Kamer. Die jubilaressen zijn me
vrouw Willy Kreeft-Massink, me
vrouw Mies Nielen-Vlekke en
mejuffrouw Miep Beyk. Zij zijn
vijf en twintig jaar lid van Alber
dingk Thijm, een jubileum, dat
gevierd dient te worden. Het was
voor het bestuur van de Kamer
niet eenvoudig een stuk te vinden,
Waarin de drie jubilaressen een
representatieve rol kon worden
aangeboden. Maar nu de keus ge
vallen is, zegt iedereen: ja, natuur
lijk, dat is het. In „Taloelah" tre
den drie oude dames op het eerste
plan, en ofschoon wij de bejaard
heid niet durven, niet willen en
zelfs niet kunnen koppelen aan
deze drie actrices, weten de ken-
hers van Thijm bij voorbaat, dat
dit trio er wat, nee alles, van zal
kunnen maken. Alleen... er is een
schaduw op het drievoudige jubi
leum gevallen. Willy Kreeft is
ziek geworden en het ziet er naar
uit, dat zij maandag en dinsdag
vervangen moet worden. Haar rol
zal dan worden overgenomen door
Cocky van Bottenburg-Bakker,
die wellicht voor het eerst met
tegenzin een rol heeft opgenomen.
Die jubileum-rol had zij gaarne
mevrouw Kreeft gegund.
Werkplaats Antieke textiel
BLOEMEND AAL TELEF. 54855
GARAGE
„PETER S"
B. en W. onderzoeken:
e laatste rol, waarin wij Willy
Kreeft hebben zien spelen, was
die van „Tante Jean" in „Een
feestelijke dag." Zij maakte er
een voortreffelijk creatie van, geestig
en goed afgewogen. Met „Taloelah"
zal zij geen feestelijke avond beleven,
maar zij mag er zeker van zijn, dat
talloze vrienden ook zij, die haar al
leen van de planken kennen aan
haar zullen denken. Te dikwijls immers
heeft zij in de stukken van Thijm ge
domineerd en nog altijd bewaren zeer
v«len de prettigste herinneringen aan
KreeftMassink, die helaas haar
zilveren jubileum volgende week niet
voor het voetlicht zal vieren.
spel. Willy Kreeft heeft aanvan-
in -en vagant bestaan geleid. Daar-
n is z\j als beroepsactrice van het een
,ar het ander getrokken. Zij heeft
ti?r van de wereld gezien en zij mag
l®rugzien op tal van rijke ervaringen,
ïoewel teleurstellingen haar niet be
baard zijn gebleven.
v.U heeft haar Indische jaren gehad.
an 1913 tot 1921. Daar kreeg zij reeds
aam. Zij speelde met Poldi ReiffS.
he ries Sr. en Sophie Stein. Wij heb-
daarvan reeds verteld in een ar-
el bij gelegenheid van haar zeven-
gste verjaardag. Als Ma Kreeft zo
_oetnt de thijmiaanse volksmond haar
r~ mijmert over het verleden, duiken
ior, e herinneringen op, waarvan de
Ono ere generatie geen weet heeft. De
Wertf.tte bijvoorbeeld is een dankbaar
erkterrein voor haar geweest Begin
over Piet Kohier en zijn Boemel-
ar°n, en zij verteit wei verder. Wij
rp?™oreren voorts de „Haarlemse Ope-
Cp„e zij had zich toen in Haarlem
eni 1 gd en voorts aan „De Ver-
tepft i Spelers", waarin zij haar ac-
ortalenten meer dan eens demon
teerde.
[keren wij echter terug naar Thijm.
da» p gen wh ons eigen geheugen,
ha= noteren we opnieuw met plezier
L^r rrvl ïvo A/Torio Qtnnrf"
ha»r ro^ 'n Schiller's „Maria Stuart",
ha»r gaaf sPel in „Bonaventura" en
VH„.jol van Froisine in „De Vrek"
Molière.
.Haar grandesse heeft op ons altijd
opzondere indruk gemaakt, omdat
h zi°h geen allure aangemeten heeft,
maar die van nature bezit. Haar
verwicht is geen kwestie van erva-
„jng of van leeftijd maar van een
rerke persoonlijkheid. Daarom is zij
•J?§. steeds een gewaardeerd lid van
de mi een graag geziene en gehoor-
eena lce voor de donateurs en vol-
in i?e weel< een vrouw, die men node
missen m^St8r'e r0 „Taloelah" zal
an geheel andere allure, maar
minstens zo verknocht aan het
toneel is Mies Nielen-Vlekke. Het
bloeri mateur-toneel is haar vlees en
vanQ gerrden- ZÜ heeft er bij wijze
mede pJekeu haar beroep in gevonden,
echtre„ °5).r h®t Toneelfonds, dat haar
ploitleïa W15lea Gerard Nielen, ex-
heerd k„e *en dat ZÜ na diens dood be
den 7ii j tot enkele maanden gele-
zij deed 'S or Gerard Nielen ontdekt.
°Ptrad t„Tee met een zanggroepje, dat
Vriende„i -ns een voorstelling van „De
b®r 1911 r-lng Dat was op 22 decem-
latie stil Gerard Nielen knoopte de re-
lem ^Lviger aan. Zjj trouwden. Haar-
as een toneel-echtpaar rijker,
Opname tijdens de repetitie van „Taloelah". Links Mies Nielen-Vlekke, rechts
Miep Beyk. Op de voorgrond nog zichtbaar Jan Icas van Dijk, op de achtergrond
Ria de os en Gerard Lips.
lillllllilililllllllllll illllllllllllllllij.
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
waaraan vooral „Alberdingk" zeer veel
heeft te danken. Met Herman Moer
kerk is Gerard Nielen nog steeds een
begrip in de wereld van het amateur
toneel. Nielen schreef en regisseerde.
In zijn „Gebroeders Kalkoen" speelde
zijn vrouw de befaamde Pietje Kal
koen. De recensies uit die dagen liegen
er niet om. Alle lof kreeg ze voor haar
Mary Aston in „Meesters en dienares
sen", en met een gezonde trots heeft
ze de opmerking van de recensent on
derstreept: die ook een zeer aardige
tooneelverschijning is. Dat slaat op de
jubilaresse van de volgende week. We
willen die opmerking graag herhalen.
Ais zij op het toneel verschijnt gaat
er iets van haar uit. Zij is zeker van
zichzelf, weet te boeien en haar creatie
bewijst altijd, dat zij werk van haar
rol heeft gemaakt. De ouderen herin
neren zich haar Quiteria in „Don Qui-
chot", Marie Tulp in „Janus Tulp",
Uriel in „Adam in Ballingschap" en de
knappe manier bijvoorbeeld, waarop zij
zes rollen speelde in Ghéons „Kermis
volk op Kerstmis". Verder de koningin
in „De Nar" van Kees Mekel en de
moeder-overste in „Bonaventura". Het
is maar een greep. Maar onvergetelijk
blijft haar grootmoeder in Casona's
„Sterk als de Jacaranda". Mies Nielen
komt er eerlijk voor uit, dat ze graag
in die rol had willen jubileren. Zij vindt
die grootmoeder haar hoogtepunt. Het
was inderdaad een prachtige, sterke
creatie.
Gerard Nielen figureert natuurlijk
herhaaldelijk in ons gesprek. Maar niet
minder Herman Moerkerk. Wat een re
gisseur, zegt ze, iedere scène was een
schilderstukje. Thijm op z'n best. Niet
alleen Thijm heeft van haar talenten
geprofiteerd. Ook de KRO. Wie van de
ouderen herinneren zich niet meer het
KRO Klein Tooneel, dat iedere zater
dagavond voor een goede ontspanning
zorgde. Dat was nog vóór de oorlog.
De vaste kern werd gevormd door Ge
rard Nielen, Jan Icas van Dijk, Tony
Degbert en Mies van Hoorn. Achter
die Mies van Hoorn ging onze Mies
Nielen schuil. Het kwartet speelde
in een directe uitzending schetsen,
waarvan de titels „De truck van Ti-
nus", „Een huis met commensaals",
„Onbetaalde rekeningen" en „De hand,
die bewoog" reeds duiden op een voor
oorlogs ontspanningsgenre. Het was
moeilijk, zegt Mies Nielen, zonder pu
bliek heb je geen weerklank. Maar de
mondelinge en schriftelijke reacties be
wezen, dat we een groot luisterpubliek
hadden.
Ach, ja, het is allemaal wat an
ders geworden. Zij heeft moeten over
schakelen op een nieuwe tijd. Dat
moet heel wat zijn voor wie ooit in
de Jansschouwburg gespeeld heeft
met zijn charmante en bijzondere
sfeer. Met een resoluut gebaar grijpt
ze naar haar plakboek en foto-album.
Die vijf en twintig jaren worden met
een zekere weemoed doorgebladerd.
Of liever: meer dan vijf en twintig
jaren. Want Mies Nielen speelde
reeds vóór 1937 als gaste bij' Thijm.
Toen de Kamer gemengd ging spe
len, was zij de eerste rederijkster.
Zjj bladert en vertelt. En ze komt
weer terug op die grootmoeder uit
de Jacaranda. De foto's illustreren
haar gedachten. Maar wij weten, dat
zij maandag en dinsdag „haar oude
dametje" het juiste type zal geven.
De naam van Gerard Nielen valt
ook herhaaldelijk tijdens het ge
sprek met Miep Beyk. Die man
kende zjjn rol letter voor letter,
zegt ze. Wat dat betreft schijnt hjj
Miep Beyk geïnspireerd te hebben. Zij
kan en wil niet op de soeffleur spelen.
Ik moet mijn rol kennen als mijn
naam. Ik wil niet uit dat hok eten.
Het zijn typerende uitspraken voor de
bescheiden speelster, die Miep Beyk is.
Niet bescheiden in kwaliteit, wel in op
treden. Zij valt altijd weer op door
haar onopvallendheid. Uit zichzelf treedt
zij niet naar voren. Haar talent brengt
1 haar vanzelf op het eerste plan.
Miep Beyk is daarom bijzonder ge
liefd bij haar publiek. Zo'n kwart eeuw
geleden ze was feitelijk niet eens
lid en had nog geen examen afgelegd
mocht ze voor Moerkerkeen rolle
tje spelen. Als ze maar plat amster-
dams kon praten. Ze moest toen Ba
rendje in „Janus Tulp" spelen. Het
iiiiiimiiiiiimiiiiii
ging prima. Ze werd lid, maar moet
nog steeds examen doen.
Wat is haar fijnste stuk geweest?
Miep Beyk denkt na. Ze weet het niet
precies. Ze vond alles fijn. Als ze maar
spelen kon. Gelukkig de vereniging, die
zulke krachtenheeft. In de jaren, dat
wij haar aan het werk hebben gezien,
is Sjaantje in „Naar het volle leven"
van Henk Assmann een treffende crea
tie geworden. Ze heeft er bij een to
neelwedstrijd in Schoonhoven zelfs een
persoonlijke prijs mee gewonnen. Maar
als wjj een keus moeten maken, dan
is dat onvoorwaardelijk die onverge
telijke keukenzuster uit „Bonaventura".
Dat was Miep Beyk op haar best.
Als ze vertelt^ zit ze niet om veel
woorden verlegen. Maar ze is toch ge
reserveerd. Ze praat gauw over de
kwaliteiten van anderen. En daarom
is het go'ed, dat die anderen nu over
haar praten. Ze kennen haar als een
onverstoorbare speelster, die geen last
heeft van plankenkoorts en haar rol op
haar duimpje kent. Ik leer m'n rol,
HAARLEM, 11 mei De oude pal-
trokmolen „De Eenhoorn" aan de
Schalkwijkerweg langs het Zuider Bui
ten Spaarne moet gerestaureerd wor
den. De molen ligt op gebied dat thans
nog tot de gemeente Haarlemmerliede
en Spaarnwoude behoort, maar dat met
tertijd bij Haarlem gevoegd zal worden.
In het uitbreidingsplan „Schalkwijk" is
een ruime groenstrook langs het
Spaarne geprojecteerd, waarin „De
Eenhoorn" goed tot zijn recht zal ko
men. Van het type paltrokmolen als
„De Eenhoorn" zijn er slechts twee
exemplaren over in Nederland. Buiten
Nederland komt het type niet voor.
De restauratiekosten worden geraamd
op 8800 en het bestuur van do vereni
ging „De Hollandsche Molen" heeft
Haarlem verzocht in de restauratiekos
ten voor 40 pet te willen bijdragen. Ook
het rijk heeft een bijdrage van 40 pet
van de restauratiekosten toegezegd. B.
en W. van Haarlem vragen de raad
derhalve om een bijdrage van 3520.
HAARLEM, 11 mei De, Werk
plaats voor het herstel van antieke
textiel moet dringend worden uitge
breid en verbeterd. Nog onlangs heeft
onze courant daarop nog eens gewe
zen. Thans komen B. en W. van Haar
lem met een voorstel aan de raad om
228.000 beschikbaar te stellen om de
vrijkomende ruimten van de voorma
lige. Groen van Prinsterersehool in hel
gebouw waar de Werkplaats thans ge
vestigd is aan het Leidseplein, voor dit
doel in te richten en te verbouwen.
Aanvankelijk had men plannen om een
geheel nieuw gebouw neer te zetten
voor de Werkplaats, maar dat was zo
duur, dat de Stichting die de werk
plaats exploiteert de jaarlijkse lasten
niet meer zou kunnen opbrengen.
In samenwerking met de directeur
van de werkplaats, heeft Openbare
Werken toen het plan ontworpen, dat
thans op het punt staat verwezenlijkt
te worden. De Werkplaats was geves
tigd in het schoolgebouw, waarvan de
helft in gebruik was bij de Groen van
Prinsterersehool. Nadat deze school
was opgeheven, zijn de vrijkomende
ruimten gebruikt door de Lorentz-
school die zelf opgeknapt moest wor
den. In september komen deze ruimten
vermoedelpk vrij en dan wil men ze
gaan inrichten voor de Werkplaats
voor het herstel van antieke textiel.
Het is de bedoeling, dat de gymnas
tiekzaal en twee vertrekken begane-
gronds gereserveerd blijven voor jeugd
werk etc.
(Advertentie)
De moderne piano, stijlvol, doordacht.
Vraagt de Schimmel kleurenfolder eens
Grote Markt 8, Haarlem
Amsterdam - Rotterdam
Hilversum - Kampen - Goes
terwfjl ik fiets, zegt ze lachend. Wij
geloven, dat ze haar rol de gehele dag
door leert. „Ik heb trouwens de tijd.
Daarom kan ik altijd mee, als wjj „bui
ten" spelen". Dat „buiten" zijn de dor
pen in de provincie, waar Thijm zich
weliswaar moet behelpen in kleine za
len en op slecht geoutilleerde toneel
tjes, maar het is er plezierig. „Wij heb
ben er altijd een dankbaar publiek. En
de pret is groot."
Miep Beyk geniet ervan. Wij maken
ons sterk, dat als de donateurs maan
dag en dinsdag van haar spel genieten,
zij kans ziet zelf nóg meer te genieten.
Het zij haar gegund. W'ü wachten met
spanning.
W. H.
Dinsdag 15 mei zal het 25 jaar ge
leden zijn, dat de hoofdagent A. van
Waardenberg in vaste dienst kwam
bij het Zandvoortse politiekorps. Maar
zijn relatie met Zandvoort is echter
van oudere datum. Op 15 mei 1934
werd hij volontair bij de politie voor
de duur van het zomerseizoen. Men
had toen in de zomermaanden een
aantal hulpagenten „zomeragen-
ten" in dienst, die met september
weer afzwaaiden.
De heer Van Waardenberg woon
de toen in den Briel, waar hij werk
zaam was in het zeilmakersbedrijf
van zijn vader. Doordat de zeilschc
pen ook in de binnenvaart gingen
verdwijnen zat er in het zeilmakers-
beroep niet veel toekomst. Drie jaren
achtereen kwam de heer Van Waar
denberg daarom in de zomer naar
Zandvoort.
De toenmalige burgemeester, de
heer H. van Alphen, zocht ook voor
de functie van „zomeragent" flinke
kerels, die gestoken in een elegant
bruin costuum in Zandvoort al
spoedig de naam van „Indische prin
sen" kregen.
Per 15 mei 1937 kreeg de heer Van
Waardenberg zijn vaste aanstelling
en werd hij bij de sterkte van het
politiekorps gevoegd. Spoedig daarop
kwamen de moeilijke bezettingsjaren.
In de evacuatieperiode werd een aan
tal Zandvoortse agenten, die bij het
N.S.B.-bestuur niet gezien waren,
naar Bussum gedetacheerd. De hoofd
agent Van Waardenberg behoorde
daar ook toe.
De meeste bekendheid bij inwoners
en vooral bij de badgasten geniet de
heer Van Waardenberg omdat hij
sinds 1957 deel uitmaakt van het
strand-detachement onder leiding van
brigadier Stouthamer. Maar in 1947
had hij al de aandacht op zich ge
vestigd.
Surveillerend langs de boulevard
De jubilerende politieman geeft aanwijzingen op het strand.
eigen leven twee dames van de ver
drinkingsdood. Voor dit feit ontving
hij een diploma van het Carnegie-
heldenfonds.
Verleden jaar had hij bij opkomend
water de mensen gesommeerd van de
eerste bank weg te gaan. Een bad
gast bleef daar achter en kwam al
spoedig in het woelige wat.r in moei
lijkheden. Het bleek, dat deze man
een been miste. De heer Van Waar
zijn. Dat is soms pae 's avonds 10 uur!
De kinderen geven de politie veel
zorg. Zij verliezen snel hun oriënta
tiepunt op het strand en gaan dan
aan het lopen en steevast altijd vóór
de wind! Dit ervaringsfeit vergemak
kelijkt het opsporingswerk. Bij Noor
denwind heeft de politie meermalen
met de surveillance-auto kinderen
's avonds tot bij de grens van Noord-
wijk opgespoord! Voor vele ouders
zag hij een groot meisje op een auto- denberg slaagde er in de man veilig wordt het genot van het strandbe-
band drijven. Zij raakte ir een mui
en de heer Van Waardenberg dacht
„die zus laat zich zeker zeewaarts
drijven"; het was namelijk een „flin
ke meid". Maar spoedig riep zij om
hulp.
Van Waardenberg snelde naar het
strand, ontdeed zich van zijn uniform -
kleding en sprong in zee. Het meisje
dreef toen met het hoofd voorover
onder watei en zou zeker verdronken
zijn als onze jubilaris met assistentie
van een voorbijganger haar niet had
gered. Hij ontving daarvoor een lof
felijk getuigschrift van de burgemees
ter. In 1960 redde hij met gevaar voor
op het strand te brengen. Dat dit
geen kleinigheid was, blijkt wel uit
het feit, dat een vlet met vier strand-
pachters die te hulp snelden, door de
zware branding omsloeg.
De heer Van Waardenberg voelt
veel voor de stranddienst. „Je bent
dan vrijer en kunt veel preventief
werk doen." Met zijn toeter loopt hij
langs de waterlijn en heeft al heel
wat kinderen en volwassenen „de zee
uit geblazen" als de situatie gevaar
lijk voor hen werd. Het is echter een
zware en lange dienst, want de poli
tiepost wordt eerst gesloten als alle
verdwaalde kinderen weer terecht
iiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiimiiiiiiiiiiiiiiiiii
Er zullen niet veel mensen zijn, die
de 73-jarige heer P. C. Korteweg
uit Bennebroek iets over de geschie
denis van het postwezen kunnen
vertellen, dat hij al niet weet. Reeds
vanaf 1895 drukt de hobby van het
verzamelen en bestuderen van alles
wat met de postgeschiedenis en de
philatelie te maken heeft, een (post
stempel op zijn leven. Hij is niet
blijven steken in een eenvoudige
verzameling - in - plakkertjesalbum,
maar is doorgedrongen tot de hoog
ste regionen in de wereld van de
philatelie. Die hoogste regionen be
vinden zich wat Europa betreft
in Engeland. Daar bestaan exclu
sieve colleges van postzegelmin
naars, zoals de Royal Philatelie So
ciety (R.P.S.) waarvan de vroegere
en op-
zeker de
zijn er
e bewondering voor een groot
meesterschap kan de ontplooiing
van de eigen mogelijkheden bij
sommige karakters afremmen.
Een werkelijke persoonlijkheid breekt
uiteindelijk door deze remmen heen.
Wij menen dit verschijnsel waar te
nemen bij de Haarlemse schilder Josef
Santen in zijn verhouding tot de be
vriende, beminnelijke en tegelijkertijd
ontzagwekkende leermeester Boot.
In die, uiteraard persoonlijke, mening
werden wij gestaafd bij het zien van
sommige werken op Santen's eerste
eigen tentoonstelling, tot 27 mei te zien
bij Galerie Uittenhout.
Het waren dan ook niet de werken,
die de tonaliteit hebben welke aan de
bewonderde leermeester doet denken,
maar juist de schilderijen die zich van
diens palet en zienswijze verwijderen,
welke ons het meest interesseerden. In
deze stukken treedt niet alleen de eigen
persoonlijkheid van hun maker naar vo
ren, maar deze is bovendien krachtiger
en bekwamer dan de volgzame leerling.
De geëxposeerde collectie valt uiteen
in liet werk van de leerling en van de
volleerde die met de verworven kennis
uitdrukking geeft aan eigen schilderlijke
ontroering.
Boomgaard in Drente, een schilderij
van Josef Santen in Galerie
Uittenhout.
De vrijheid die in voornamelijk de
figuurstukken (11-14-28) doorbreekt,
leidt direct tot hogere kwaliteit. In
de persoonlijke kracht van Josef San
ten schenkt deze tentoonstelling ons
vertrouwen.
Lou Strik is een hardnekkig beoefe
naar van de orthodoxe grafiek.
Hü heeft zich gespecialiseerd in
deze uitdrukkingsvorm en geeft de
voorkeur aan de rechtstreekse snede
van de burijn in hout of 'metaal. Waar
hij de chemische werking van etszuur
toelaat neemt hij geen genoegen met
het eenvoudig laten inbijten van de in
vernis gekraste lijn om deze voor af
drukken vatbaar te maken, maar hij
bewerkt met de werking van het zuur
sterke verdiepingen in de metalen
plaat, die het papier bij het afdrukken
reliëf geven. Deze etsen zijn estetisch
zeer verzorgd, uiterst bekwaam behan
deld en van een grote materiaalschoon
heid. Het betrekken van het papier bij
het effect is de extra-mogelijkheid die
hij beoogt.
Strik beperkt zich in al zijn werk
tot het zwart van de inkt en het wit
van het papier en ziet dus af van
elke inmenging van kleur, die hem
zou sturen in de richting van het
schilderij.
Zijn opvatting over de keus van het
onderwerp sluit aan bij de traditie van
de grafische kunst. Deze is hodgstens
illustratief, veelvuldiger betogend in ex
pressionistische zin waarbij de hu
mor niet hoeft te ontbreken en soms
surrealistisch-symbolisch. Het oog en
de hand zijn thema's waarop hij fraaie
bladen heeft gemaakt.
Zijn onderhoudende collectie prenten
is te zien bjj „In 't Goede Uur" ge
durende de maand mei.
L.T.
De docenten aan de Opleiding voor
tekenleraren te Amsterdam zul
len zeker eer behaald hebben aan
Els Korver, die er een begaaf
de leerlinge geweest moet zijn. Zij stu
deerde ook nog »n Parijs en had al
enige jaren voor de klas gestaan, voor
dat zij weer, terug aan de Normaal
school, vorig jaar definitief afstudeer
de.
dat onmiddellijk Ntn66LE 6k66 ETA E
In het tentoonstellingsprogramma,
dat onmiddellijk daarna aanving, is zij
de stad waar zij de middelbare school
doorliep (het Laurens Costerlyceum
te Haarlem) niet vergeten en men kan
haar zien en bewonderen in „De Ark"
tot 26 mei.
Zij blijft voor ons alsnog de zeer be
gaafde leerlinge, die met het grootste
gemak figuurschetsen maakt met het
penseel of in Siberisch krijt, bekwaam,
maar in eentonige veelheid. De oliever
ven blijven al evenzeer schetsmatig; de
portretten, direct raak en charmant
van kleur, komen niet boven de opzet
uit.
Wij hebben volledig respect voor dit
talent en het zien van haar werk
schenkt vreugde. Maar wat wij van
Els Korver graag hadden gezien, dat
zij met de toppen van haar gevoelige
vingers de grenzen van haar mogelijk
heden had afgetast. Zij blijft verre van
die grenzen vandaan, zich vermeiend
in een veilige zone.
Wij zijn benieuwd, over enige tijd te
zie.n wat zij met haar talent gaat doen,
spelen of werken. Want een dergelijke
begaafdheid schept verplichtingen.
L. T.
koning George V president
richter was.
De leden (members) en
gevorderde leden (fellows)
bijzonder op gebrand de ere-tekenen
van hun lidmaatschap F. (of M.)
R.P.S. achter hun naam te plaatsen.
Een tweede niet minder belang
rijk college is het Postal History
Society (R.H.S.). Vervullen de af
kortingen F.R.P.S. en F.P.H.S. phi-
latelisten reeds met ontzag, de let
ters R.D.P. vervult hen met de
grootste eerbied. Want R.D.P. bete
kent Roll Distinguished Philatelists,
wat een Engelsman direct herkent
als een onderscheiding waarbij men
door de beide genootschappen op de
lijst van zeer belangrijke philatelis-
ten bijgeschreven wordt. Deze laat
ste afkorting nu mag de heer Korte
weg sinds enige dagen achter zijn
naam plaatsen. De toekenning van
deze hoogste onderscheiding
aan de heer Korteweg is beslist geen
onberaden stap geweest. Diens ver
zamelwoede had hem reeds op zes
jarige leeftijd een aardige collectie
postzegels opgeleverd. De belang
stelling voor philatelie groeide en in
1923 besloot de heer Korteweg zich
aan te melden als lid van de Royal
Philatelie Society, waarvan hij zich
na drie jaar fellow noemen mocht.
Na achtentwintig jaar zei hij zijn
fellowship op, omdat de belangstel
ling van het genootschap zich be
perkte tot Engeland en de koloniën.
In Nederland was hij hoofdredac
teur van een philatelistisch maand
blad geworden en in die functie
schreef hij in veertien jaar liefst
ruim tweeduizend artikelen en een
aantal boekjes. Zijn interesse voor
de geschiedenis van het postwezen
was inmiddels gewekt. Van oude
poststempels en -zegels, brieven en
rollen legde hij een verzameling aan,
die tot de belangrijkste van Neder
land behoorde. Talrijk zijn de me
dailles, die hij met zijn collectie op
tentoonstellingen behaalde. De heer
Korteweg kon zich eigenaar noemen
van de oudste Nederlandse brief, af
komstig van de Abdij van Egmond
en geschreven „up den le aprillis"
van 1480. Hij bezat een volledige
collectie brieven die de Verenigde
Oostindisehe Compagnie als zeepost
over de oceanen voerde. Zelfs her
kende hij professor Kaiser uit Am
sterdam als degene die de eerste
Nederlandse postzegels ontwierp,
welke verdienste steeds op naam van
een Belg gestaan had.
Die glorie is verleden tijd, want de
heer Korteweg heeft enige jaren ge
leden zijn kostbare verzameling aan
het Postmuseum verkocht. Maar niet
dan nadat hij puttend uit de schat
aan informaties, die zijn collectie
hem leverde een boek geschreven
had, dat als titel draagt „Drie eeu
wen postmerken" en de geschiedenis
van het postwezen van 1570-1870 be
handelt. Dat boek wordt in Neder
land als het standaardwerk op het
gebied van de philatelie beschouwd.
Het minitieus samenstellen daarvan
heeft de heer Korteweg dertig jaar
gekost. Twee jaar vergde het nate
kenen van de stempels, handtekenin
gen en oude prentjes.
Advertentie)
CENTRALE VERWARMING
OLIESTOOKINSTALLATIES
zoek bedorven, doordat hun kinderen
zoekraken en soms urenlang spoor
loos zijn. De politie stelt ze dan ge
rust met de mededeling, dat er nog
nooit een kind voor het Zandvoortse
strand is verdronken, maar de on
zekerheid blijft. Vele ouders zijn ook
zorgeloos. Het gebeurt wel dat een
kindvijfmaal op dezelfde dag de po
litiepost werd binnengebracht. Zodra
het kind terecht was „ging moe weer
rustig liggen zonnen", totdat zij
rondkijkende haar kind opnieuw
miste!
Wat de veiligheid van baders en
zwemmers betreft: de meeste verdrin-
kingsgevallen vinden plaats „onder
de kant", dat is in het zwin voor de
eerste bank. De goede zwemmers die
verder in zee gaan, zorgen wel voor
zichzelf. De heer Van Waardenberg
hecht daarom grote waarde aan de
reddingsstokken met lijn, welke op
het strand aanwezig zijn. Daarmede
kan men veel onheil voorkomen. De
eerste voorwaarde is dat zowel de
gene die in gevaar verkeert (of denkt
te verkeren!) als zij die te hulp snel
len, hun kalmte bewaren. De dren
keling wordt echter bevangen door
angst en roept om hulp en de men
sen op het strand rennen in het rond,
totdat er iemand komt, die de red-
dingsstok grijpt en tot actie overgaat.
Maar dan zijn al kostbare minuten
verloren gegaan.
Wie over dit alles meer wil weten:
de aanstaande jubilaris ontvangt
graag op dinsdag 15 mei, 's middags
van 3 tot 5 uur, in zijn woning: Bre-
derodestraat no. 14 te Zandvoort.
Advertentie)
TELEFOON 38058
- HEEMSTEDE
HAARLEM, 11 mei De tweede zo-
meravondrit van het Haarlemse „De
Kampioen", die op het parcours in het
„Van der Aartsportpark" werd verre
den, heeft een overwinning opgeleverd
voor de snelle Eddy Riethoff. Hij zege
vierde in de massasprint van een com
pact peloton met banddikte verschil
over Bram Schenk.
Deze tweede avondrit is in een hoog
en droog tempo betwist. Alle uitloop
pogingen, waarbij vooral Riethoff, Ste
vens, Söhenk en Rutte de aandacht op
zich vestigden, waren zodoende al bij
voorbaat tot mislukken gedoemd. Ook
Blom en Bouma, die in de voorlaatste
ronde met een ontsnapping hun slag
probeerden te slaan, kregen geen kans
om zich af te zonderen. Een massa
sprint moest tenslotte de beslising bren
gen en daarin toonde Riethoff zich de
snelste.
De uitslag luidt: 1. E. Riethoff, 2.
B. Schenk, 3. A. Straver, 4. C. Piers,
5. M. Rutte, 6. R. Otte, 7. T. Blom, 8.
A. Bogaard. 9. C. Baars, 10. R. Stevens.
Uitslag C-klasse: 1. Aldershof. 2.
Portegies, 3. De Ruyter, 4. J. Schenk,
5. Dijkman, 6. Uttien, 7. Kuilboer, 8.
Fennis, 9. Otte, 10. Ceelen.
HAARLEM, 11 mei In antwoord op
vragen van het raadslid J. Th. W. Fibbe
(WD) delen B. en W. mede mèt minis
ter dr. Klompé van oordeel te zijn, dat
bejaarden zoveel mogelijk in het genot
van hun zelfstandigheid gelaten dienen
te worden. Vele bejaarden zullen echter
op de duur niet zonder hulp van ande
ren kunnen. Aan dit bezwaar kan tege
moet gekomen worden, wanneer nabij
een complex bejaardenwoningen een
dienstverlenend centrum wordt ge
bouwd van waaruit zo nodig warme
maaltijden kunnen worden verstrekt en
huishoudelijke of verpleeghulp kan wor
den geboden. Van hieruit zou ook de
verwarming der bejaardenwoningen
centraal kunnen worden geregeld. Met
het ministerie wordt thans overleg ge
pleegd over de eisen die er aan zo'n
centrum worden gesteld, en over de
mogelijkheid van een rijksbijdrage vooi
de stichting van zulk een centrum.
BEJAARDENTOCHT Op 28 mei
gaan de bejaarden van Bloemendaal
die zeventig jaar of ouder zijn, een
dagje uit. Zjj die aan deze tocht willen
deelnemen kunnen zich opgeven bij het
secretariaat van het comité voor de
bejaarden, Bloemendaalseweg 188 te
Overveen.